Het is oktober, de tijd van het jaar waarop in Zuid-Limburg de

In oktober is het altijd een drukte van jewelste op de ZuidLimburgse akkers en velden. Het is de periode van het jaar waarin aardappels, bieten en uien geoogst worden. De hoogste tijd om eens wat dieper in te gaan op de oogst van uien.
Tussen eind maart en begin mei worden de uien gezaaid. De ui is een plant die niet diep wortelt. Dit betekent dat uien gevoelig zijn voor droogte en dat er dus regelmatig water nodig is om deze goed te laten groeien.
Gedurende het jaar heeft de agrariër veel werk aan zijn uienpercelen. Deze werkzaamheden liggen met name op het vlak van de onkruid- en ziektebestrijding en het bij droogte beregenen van de percelen. Het gegeven dat er minder gewasbeschermingsmiddelen voorhanden zijn, maakt het werk van de agrariër er met betrekking tot de teelt van uien niet bepaald gemakkelijker op. Dit gegeven, in combinatie met het extremer worden van het weer, maakt de uienoogst een risicovol bedrijfsonderdeel.
Een risico dat steeds minder boeren nemen. Het aantal agrariërs dat in Zuid-Limburg uien teelt wordt dan ook minder. Je wilt immers iets telen waarbij de financiële opbrengst in verhouding staat tot het risico. Je moet er immers toch iets aan kunnen verdienen, redeneert de boer. Logisch.
Dit jaar maakte de droogte van de afgelopen jaren gelukkig plaats voor regelmatige neerslag. Dit heeft geresulteerd in een goede bruto-oogst. Hoezo bruto-oogst? Goede vraag, daar komen we zo op terug.
De uienoogst start normaliter in september. Dit jaar is deze opgeschoven naar eind september, begin oktober. De uien zijn oogstrijp als de uienpijpen als het ware ombuigen. De pijpjes van de ui leggen zich in de grond en dat is het natuurlijke moment waarop de ui geoogst kan worden.
Maar is de ui dan meteen eetbaar? Ja, je kunt de ui direct eten. De agrariër slaat de uien op in loodsen waar ze enkele weken met behulp van ventilatoren gedroogd worden. Door het drogen nemen de kilo’s in de schuur wel af. Vandaar dat de opbrengst na het drogen, de netto-opbrengst, kleiner is dan de opbrengst van het land, de bruto-opbrengst.
Ook dit is best nog een spannend proces voor de agrariër. Tijdens het droogproces kan nog van alles misgaan. Een deel van de uien kan alsnog gaan kiemen en onbruikbaar worden voor verkoop. Ook kunnen bacteriën vat op de oogst krijgen, waardoor ze verloren gaat. Waar de agrariër bij aardappels nog kan bijsturen, kan bij de ui niets worden gedaan. Alleen bij een tijdige interventie (lees verkoop) kan een deel van de oogst misschien worden gered.

De uien kunnen na het drogen vervolgens tot eind mei bewaard blijven. Meestal duurt het zo lang niet. De Nederlandse uien zijn in trek in landen als Duitsland en Groot-Brittannië. Maar ook verder weg in Afrika belandt een groot deel van de Nederlandse uienoogst. Dat is niet verwonderlijk als je weet dat mensen in Afrika gemiddeld 35 kilogram uien per persoon eten. In Nederland is dat ter vergelijking slechts 5 kilo. Overigens telen ze in Afrika zelf ook uien, alleen kunnen ze niet het hele jaar rond telen. Diverse Afrikaanse landen laten dan ook uien uit het buitenland in bepaalde maanden toe. Indien ze zelf uien hebben, mogen er geen uien worden geïmporteerd.
Het klimaat in Nederland zorgt ervoor dat wij hier een kwalitatief goede bewaar-ui kunnen telen die in de hele wereld bekend is. Wij telen in Nederland nog geen twee procent van de totale wereldproductie aan uien, maar zijn wel een grote exporteur van uien met name vanwege de kwaliteit als gevolg van het goede klimaat.
Telefoon: 0475-381777
Fax: 0475-333243