Jaarboek2005

Page 43

aangelopen dame naar eigen goeddunken handelde, hetgeen erger voorkwam. Die man, zo nam ik direct aan, zou in het dagelijks leven wel eens een manager kunnen zijn. Ik begon mij al af te vragen of dit nu wel zo’n geweldige dag zou worden, toen de sluisdeuren aan de andere zijde zich openden. Aah. Het wad. Nu zou het avontuur dan toch beginnen. Wij zouden de andere schepen achter ons laten, en het enige dat nog een beetje aan beschaving zou doen denken, waren groene en rode tonnetjes, die door overheidsdienaren op behendige wijze op cruciale punten te water waren gelaten. De heerlijke stilte van het wad was nog maar nauwelijks over ons gekomen, of het voornoemde radiootje begon te knetteren. “Schiermonnikoog, mag ik een waterstandje”, klonk het geroutineerd. Waterstandje. Wat is dat nou weer. Koortsachtig dacht ik na over de mogelijkheden: “Reprimande de l ‘eau”? Een amoureuze frivoliteit? Het antwoord bestond uit getallen, zodat ik deze verklaringen al snel liet varen. Weer knetterde het radiootje. Wat is dat toch, vroeg ik nog. Dat is nu “marifoon”, zei de schipper, een soort afluisterbare telefoon voor op het water. Vol verbazing hoorde ik de gesprekken op de marifoon aan. Men vroeg naar het weer, naar waarschuwingen, naar bijzonderheden, naar de wind, naar weet ik niet wat. In mijn gedachten hoorde ik al vragen: Schiermonnikoog, hier Krak13, wat is de zin van het leven? Krak13, hier Schiermonnikoog, de laatste berichten zeggen 42, ik herhaal, 42. Schiermonnikoog, uit. Weg was het avontuur, snapte ik. Zodra je op de Waddenzee was, werd je in de gaten gehouden. Visueel door de vuurtoren, akoestisch door het marifoontje. Niks gevecht met de elementen, een begeleid tripje. Mag ik ook eens een beetje lollig terugpraten?, vroeg ik de schipper. Nou, liever niet, antwoordde hij ernstig, ik heb namelijk atis. Jongen, zei ik, en dat zeg je nou pas. Je bent me er niets minder om hoor, en de doktoren kunnen zoveel tegenwoordig. Nee, sprak de schipper, dat is een systeem waarmee ze kunnen zien wie spreekt via de marifoon. Ook dat nog. Dus, vroeg ik de schipper, een marifoon is eigenlijk een ‘fluiten in het donker kastje?’ De schipper dacht lang na voor hij zijn antwoord geformuleerd had. “Ja”, zei hij. Wanneer gaan we terug naar de sluis? vroeg ik. Dat geharrewar bij de sluis namelijk, dat begrijp ik wel. Zometeen, antwoordde de schipper vermoeid. Dat hangt van de waterstand af. Dat dan weer wel. Omdat ik geleerd heb positief te formuleren, wil ik dit stukje besluiten met de vaststelling dat ik niet een illusie armer ben geworden, maar een desillusie rijker. Avontuur is mooi, en wie op zee gevaren heeft, weet dat ieder atis heeft. Gastauteur Freek van der Ploeg

43

Book WSV.indb 43

15-03-2005 13:18:21


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.