Jaarboek1988compleet

Page 67

WEDSTRIJDZEILEN OP HANDICAP Zoals waarschijnlijk weinigen van de aktieve wedstrijdzeilers uit onze vereniging ontgaan is, heeft de wedstrijdcommissie gemeend op bescheiden wijze te moeten experimenteren met handicap formules. Mocht u na deze eerste zin al de neiging krijgen deze bladzijde uit het splinternieuwe jaarboek te verwijderen, dan raad ik u dringend aan dit verhaal verder niet te lezen. De kans bestaat dat u onverantwoord geëmotioneerd raakt. Voor de geestelijk wat stabieleren volgt hier dan toch een soort van motivering. Het is algemeen bekend dat wedstrijden op handicap op stromend water altijd een element van oneerlijkheid bevatten. De manier waarop wij in Lauwersoog onze wedstrijden varen vormt hierop zeker geen uitzondering. Vooral bij weinig wind kan met name de uiterton een erg storende factor zijn als men daar niet precies op het kenteren van het getij arriveert. Is men er te vroeg, dan verdwijnt een zorgvuldig opgebouwde voorsprong omdat de hele zwik in elkaar schuift. Arriveert men pas na het keren van het tij, dan kan het zelfs voorkomen dat de ton tegen de stroom in niet meer te bereiken is. Van een eerlijke wedstrijd is dan al lang geen sprake meer. Toen er nog gevaren werd volgens de formule die we jaren gehanteerd hebben (laten we die gemakshalve de L.O.R. — de Lauwersoog Onderlinge Rekenmethode — noemen) zijn achteraf een aantal wedstrijden nagerekend: hoe snel zou iedereen gevaren moeten hebben om op handicap gelijk met de winnaar te arriveren. De resultaten van die berekeningen waren verrassend. Vooral bij licht weer, wanneer de wat kleinere boten nog rompsnelheid halen, waren de verschillen tussen gevaren tijd en "berekende tijd" onwijs groot. Op zich natuurlijk niet zo verbazend, maar op zulke grote afwijkingen hadden we niet gerekend. Goed beschouwd waren de verschillen in handicap dermate groot dat de grootste en de kleinste deelnemer nooit in elkaars buurt zouden kunnen finishen. Een schip van 12 meter is gewoon niet twee tot drie maal zo snel als een van 7 meter. Dit nu bracht de wedstrijdcommissie in grote gewetensnood. Op deze wijze was het onmogelijk ooit bij enig weer een eerlijke wedstrijd te varen. Interessant detail is wellicht dat het KNWV in zijn wijsheid dergelijke problemen voorzien heeft: volgens hun definities kan er bij ongemeten schepen van enige wedstrijd domweg geen sprake zijn. Van het KNWV mag dat gewoon geen wedstrijd heten. Van ons echter wel, en daaroom hadden we een probleem. Vanaf dat moment van dieper besef dateren ook de experimenten. Eerst is de stricte L.O.R. formule losgelaten; de handicap werd nog steeds volgens de L.O.R. berekend, maar na iedere gevaren wedstrijd aangepast aan het behaalde resultaat. Wie hoog eindigde kreeg de volgende keer een zwaardere handicap. Dit vooral tot genoegen van de mensen die regelmatig achterin eindigden. Of dit nu wel een eerlijke systeem was valt te betwijfelen, feit is wel dat de laatste wedstrijd die volgens dit systeem gevaren werd een uitslag opleverde die uniek in de geschiedenis van onze vereniging mag worden genoemd. Het verschil tussen de winnaar en de nummer tien bedroeg op handicap niet meer dan 4,8% (en dat is echt heel weinig). Toch beviel ook dat eigenlijk niet. Niet helemaal ongevoelig voor de geuite kritiek zag de wedstrijdcommissie om naar een andere formule. 65


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.