Natuurlijk Overijssel, herfst 2024

Page 1


Natuurlijk

Kleine stapjes

Natuur is overal. Niet alleen in onze prachtige gebieden zoals het Dal van de Mosbeek in Twente of in de Buitenlanden Langenholte bij Zwolle, maar ook in het landelijk gebied en in je achtertuin. Waar je voorheen de scholekster vooral in het landelijk gebied tegenkwam is hij nu in groten getale te vinden in dorpen en steden. Het landschap verandert. Gelukkig kan de scholekster zich goed aanpassen, maar dat talent heeft lang niet elk dier. De teruggang in de biodiversiteit dendert onverminderd voort. Erg verontrustend. Want als er te veel schakels in ons ecosysteem verdwijnen, stort dat als een kaartenhuis in elkaar.

Iets voor de natuur in jouw omgeving doen, kun je als inwoner relatief eenvoudig aanpakken. Door bijvoorbeeld bladeren te laten liggen in de herfst bied je egels een schuilplek. En je helpt door nestkastjes op te hangen, of wilde inheemse bloemen te zaaien. Maar er is meer nodig. Landschap Overijssel zet zich in voor een natuurinclusieve samenleving, één waarin natuur vanzelfsprekend onderdeel is en meeweegt bij alle keuzes die we als mens en samenleving maken. Dat doen we door mensen handelingssperspectief te bieden. Dat begint met uitleg. Tijdens excursies en lezingen merk ik dat dat hard nodig is. Er is weinig kennis van natuur en tegelijkertijd is er veel behoefte aan. We willen wel meer rekening houden met flora en fauna, maar weten vaak niet hoe. En het is nu eenmaal lastig om gewoontes 180 graden om te buigen. Ik ben ervan overtuigd dat als we allemaal telkens een klein stapje zetten, we wel ver kunnen komen. Want zeg nou zelf: iets minder vliegen, vlees eten, de auto pakken en iets vaker wandelen of fietsen, of iets duurzamere producten kopen. Dat moet toch lukken? Niet alleen de natuur profiteert daarvan, maar ook jijzelf. Wij zijn tenslotte allemaal onderdeel van de biodiversiteit.

Michael Sijbom directeur-bestuurder

Spinnijdig

Er waren eens twee spinnen

Die elkaar innig beminden

Hij beloofde haar eeuwige trouw

Oh lief, ik lust je rauw

Hij omarmde haar innig

Ze kuste hem spinnig

Zei, heb ik geen prachtig web

Ben zo blij dat ik je heb

Ze zei schatje, jouw werk is gedaan

Ging ze strijdlustig voor hem staan

Jouw liefde was echt top Maar, ik vreet je op

Sloot hem op in een cocon

Waar ze tevreden aan haar liefje begon

Met dat kleffe gedoe ben ik klaar

Ze vrat hem op met huid en haar

Ik heb heerlijk ontbeten

Die vent was om op te vreten!

Henri kroes

FOTO: GONNY SLEURINK

Weer grazers in het Boetelerveld

In het Boetelerveld lopen sinds deze zomer weer acht grote grazers. Het gaat om sterke en robuuste runderen: blaarkoppen, herefords en heidekoeien.

Deze natuurlijke maaimachines moeten voorkomen dat de heide dichtgroeit met grassen en pijpestro. Ook zorgen ze voor extra variatie in het gebied. Blaarkoppen, herefords en heidekoeien zijn rassen die tegen en stootje kunnen. Daar zijn ze op geselecteerd. Ze zijn bestand tegen guur weer en kunnen toe met schraal voedsel. Daarnaast zijn ze zelden ziek. Landschap Overijssel is verantwoordelijk voor dit begrazingsproject en werkt samen met lokale veehouders en een lokale veearts. De veehouders die in de directe omgeving van het Boetelerveld hun bedrijf voeren, nemen de dagelijkse verzorging van de runderen op zich. Hierdoor is er vakkundig toezicht en zijn de koeien verzekerd van goede zorg. Ook de veearts houdt ze in de gaten. Dat is van belang omdat er al eerder runderen in het Boetelerveld hebben gelopen, waarvan een deel ziek werd van de babesia parasiet. Dat is een parasiet die door teken kan worden overgedragen. Destijds is daarom gestopt met de begrazing. De verwachting is dat de rassen die er nu lopen een goede weerstand hebben tegen de parasiet.

Meer lezen: www.landschapoverijssel.nl/ grazers-boetelerveld

Help mee bosranden herstellen

Door natuurherstelwerkzaamheden zijn de bosranden van park 1813 op de Lemelerberg kaal. Dit najaar start Landschap Overijssel met het herstellen ervan. Hiervoor worden veel vrijwilligers gezocht.

De Lemelerberg heeft een Natura 2000-status voor onder andere de droge heide. Om die meer ruimte te geven, is er de afgelopen jaren bos gekapt. Daardoor is het aanzicht van de bosranden nu hard en kaal geworden.

Een groot deel van de Lemelerberg is van oorsprong als park aangelegd: Park 1813. De bekende tuinarchitect Pieter Wattez tekende begin 20ste eeuw voor het ontwerp. In de geest van zijn originele plan worden de bosranden nu hersteld. Daarmee krijgen ze hun oorspronkelijke parkachtige uitstraling terug. De aankomende jaren gaat Landschap Overijssel zowel bomen verwijderen als nieuwe andere soorten planten.

Zo ontstaat er meer variatie in kleur en structuur en meer openheid. Verder

Haal de schapen van de berg

Aan het einde van het seizoen komen de schapen van de Lemelerberg terug naar de schaapskooi. Donateurs kunnen meedoen met deze Sallandse versie van de ‘Almabtrieb’.

Als de dagen korter en kouder worden, is het tijd voor de herders om hun schapen naar de schaapskooi te drijven. Daar brengen de dieren de winter door tot de lammertijd weer voorbij is. Op 19 oktober komen ze van de ‘barg naar de esch’. Voor donateurs is er dan een exclusief event waarbij ze samen met de herders de kudde begeleiden naar de stal. Ze kunnen die middag tijdens diverse presentaties alles te weten komen over het begrazingsbeheer en het werk van de herders. Ook is het mogelijk de herders, de ecoloog, de terreinbeheerder en het management van Landschap Overijssel persoonlijk te spreken.

WAARNEMING: harige kortschildkever

worden er langs de paden en in zichtlijnen enkele bomen verwijderd en toegevoegd. Hierdoor kan de bezoeker het park beleven zoals het destijds bedoeld was.

Landschap Overijssel versterkt de ecologie op de Lemelerberg, onder meer door zoveel mogelijk inheemse en autochtone soorten te planten. Maar op sommige plekken krijgen erfgoed en de visie van Pieter Wattez voorrang. In zijn ontwerp gebruikte de hij exoten, omdat ze zo mooi kleuren. Daarom zal er soms ook een Amerikaanse eik een plek krijgen in Park 1813.

Meer lezen en/of meehelpen? Kijk op www.landschapoverijssel.nl/ herstel-bosranden

Lees Natuurlijk Overijssel online

Dit magazine – Natuurlijk Overijssel – kun je ook online lezen. Stap jij over van papier naar online?

Elke euro die we hiermee besparen, investeren we in het landschap en de natuur van Overijssel. Stuur een mail naar donateurs@landschapoverijssel.nl met je contactgegevens onder vermelding van online lezen’.

Zaterdag 19 oktober, aanvang 15.00 uur. Exclusief voor donateurs, aanmelden verplicht via www.landschapoverijssel.nl/activiteiten

Grafheuvels en raatakkers ontdekt bij Mander

Al ruim 5000 jaar is het gebied rondom Vasse, Mander en Uelsen bewoond. In de prehistorie was er een levendige gemeenschap. Landschap Overijssel deed  er onderzoek naar.

De stuwwal van Ootmarsum blijkt al jaren een goede plek om te wonen. Op deze zandrug was het droog in een periode waarin Nederland uit veel moeras bestond. In de bronstijd en de ijzertijd, leefde er een flinke gemeenschap. Dat blijkt uit het grote aantal grafheuvels, lijksilhouetten en raatakkers dat er is gevonden.

Aan een aangepaste hoogtekaart konden de onderzoekers aflezen welk reliëf in het landschap destijds door mensenhanden is ontstaan. Zo bleken er naast de vele grafheuvels veel kleinere heuvels te liggen.

Dit zijn urnheuveltjes waarin urnen met as begraven werden. Met behulp van de aangepaste hoogtekaart zijn ook negen ‘nieuwe’ grafheuvels ontdekt.

Doordat het hele gebied aan weerszijden van de grens in kaart is gebracht, werd duidelijk dat er tussen het Nederlandse Reutem en het Duitse Wilsum wel tweehonderd grafheuvels liggen op een lijn van twaalf kilometer. Door de locaties van de grafheuvels te combineren met die van de raatakkers, konden de

onderzoekers reconstrueren waar destijds dorpen en wegen lagen.

Die raatakkers zijn vierkanten akkers van ongeveer 30 bij 30 meter Ze liggen naast elkaar met om elke akker een walletje. Hierdoor zie je vanuit de lucht een honingraatmotief, vandaar de term raatakker. Met de hoogtekaart zijn ook walletjes getraceerd, die nog niet eerder waren ontdekt.

Nieuwsgierig naar het onderzoeksrapport? Download het gratis op www.landschapoverijssenl.nl/ prehistorische-bewoning-op-demanderheide

Een heel bijzondere ontdekking op de Manderheide: de harige kortschildkevers op de uitwerpselen van de heidekoeien. Het is een soort die alleen wordt gevonden op 100 procent natuurlijke mest.

Op de Manderheide wordt een kudde heidekoeien ingezet als natuurlijke maaiers. Ze helpen bij het beheer van de heide. Ze lopen het hele jaar in het gebied en ze bepalen zelf wat ze eten. Dit zorgt voor essentiële natuurlijke processen. Ze zorgen lokaal voor bemesting, nemen zaden van planten mee in hun vacht en dragen zo bij aan de verspreiding van plantensoorten. En nu bieden ze ook levensperspectief aan de harige kortschildkever.

Terreinbeheerder Rick Staudt en collega Quinten Pellegrom waren enorm verrast toen zij de zeldzame vondst deden. Op de uitwerpselen van de heidekoeien zagen zij diverse harige kortschildkevers scharrelen. Van dit type zijn in totaal slechts 54 waarnemingen in Nederland. Cruciaal voor de harige kortschildkever is dat de mest schoon is, 100 procent natuurlijk. Heidekoeienpoep is ontzettend rijk voor veel insecten, waardoor er veel te jagen valt voor deze roofkever die tot 3 centimeter groot kan worden. Zijn specialiteit? Mest- en aaskevers verschalken.

Raatakkers

De natuur is overal

Tekst: Silvia Kooij

In Nederland denken we in hokjes. We trekken harde strepen op de kaart: dit is landbouw, dit woningbouw en dit natuur. “Door die strakke beleidsmatige inrichting ontkennen we dat natuur overal is,” zegt Quinten Pellegrom, adviseur natuur- en landschapsbeleving.

De vraag is dan ook: hoe komen we tot een samenleving waarin natuur een vanzelfsprekend component is in ons leven en alle keuzes die we als mens en samenleving maken? “We hebben de natuur weggestopt in reservaten, maar zo werkt het niet. Als je bijvoorbeeld ergens kiest voor lelieteelt heeft dat invloed op de natuur ernaast. Het is belangrijk dat we natuur meenemen in alle keuzes die we maken in een groeiende en veranderende samenleving,” stelt Pellegrom. Daarom is een natuurinclusieve samenleving één van de zes ambities van Landschap Overijssel.

Bouwen

Er zijn al mooie voorbeelden van natuurinclusiever denken. Zoals de beslissing van het Rijk dat water en bodem sturend moeten zijn bij beslissingen over de inrichting van het landschap. Vroeger werd de natuur aangepast op wat we nodig hadden. We ontwaterden een nat perceel, zodat er mais kon groeien. En we maakten uiterwaarden droog om er woningen te kunnen bouwen. Nu worden keuzes veel meer gebaseerd op de condities van de grond. Ook natuurinclusief bouwen is in beweging. Vroeger boden huizen en schuren ruimte voor vleermuizen of vogels om zich te nestelen onder dakpannen of in kieren. Tegenwoordig zijn alle huizen geïsoleerd en dichtgetimmerd. Dus moeten we daar nu plekjes voor creëren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het inmetselen van neststenen voor gierzwaluwen en vleermuizen.

Denken

Op weg naar een natuurinclusieve samenleving heeft Landschap Overijssel drie lijnen: denken, delen en doen. Bij denken gaat het om de vraag hoe we de natuur altijd in gedachten kunnen meenemen. De grootste uitdagingen voor natuur en landschap komen voort uit keuzes die wij als samenleving maken. Door de aanleg van wegen en woonwijken is de natuur versnipperd geraakt. Door

landbouw en waterwinning is verzuring en verdroging ontstaan. Pellegrom: “Er is geen landschap dat niet door de mens is aangeraakt. Zelfs in de Marianentrog op 11 kilometer diepte in de oceaan is plastic gevonden. Het is belangrijk dat er meer aandacht komt voor oorzaken en niet alleen voor doelen en acties. Naast dweilen wil Landschap Overijssel communiceren over het dichtdraaien van de kraan.”

‘Er is geen landschap dat niet door de mens is aangeraakt. Zelfs in de Marianentrog op 11 kilometer diepte in de oceaan is plastic gevonden’

Het landschap als decor voor recreanten.

Dat bewustzijn van oorzaken begint met kennis van en aandacht voor de natuur. Daarom zet Landschap Overijssel zich in voor educatie. Pellegrom: “Door illustrerende tekeningen te maken over kringlopen en watersystemen in de natuur gaan mensen meer het verband zien tussen hun gedrag en natuur. Als je bijvoorbeeld weet dat een vleermuis gigantisch veel muggen vangt, plaats je eerder een nesttegel in je buitenmuur.”

Natuur als decor Landschap Overijssel wil ook de natuurgeletterdheid verhogen, want deze is in Nederland laag. Uit een onderzoek in opdracht van de IVN blijkt dat mensen een eik en een beuk nog redelijk uit elkaar kunnen houden, maar daarna houdt het snel op. De natuur is veelal louter een decor geworden. “Als je geen idee hebt wat ergens staat en waarom het er staat, kan het zomaar verdwijnen. Op die manier ontkoppel je jezelf en de maatschappij ook van die natuur,” aldus de adviseur beleving. Daarnaast is het volgens hem belangrijk dat beleidsmakers aan de natuur

Landschap Overijssel wil de natuurgeletterdheid verhogen.

denken bij al hun beslissingen. Als mensen met de natuur samenwerken kunnen mooie dingen ontstaan. Neem het Twentse coulissenlandschap. Dat is door mens en natuur samen gevormd en vervulde een functie voor allebei. “Dat kan opnieuw als we dat bewust doen,” stelt Quinten Pellegrom. “Waarom zijn industrieterreinen bijvoorbeeld

uitsluitend ingericht voor gebouwen?

Daar kan ook biodiversiteit zijn.”

Delen

De samenleving moet inclusief natuur zijn, maar de natuur ook inclusief samenleving. De natuur is overal, maar er zijn stukjes natuur die je alleen in natuurterreinen ziet, zoals uitgestrekte heidevelden of

Natuurinclusiever leven doe je zo

• Ga met aandacht naar buiten. Loop een ommetje en kijk eens om je heen. Sta stil bij die boom waar je altijd langsloopt en bij de planten in de berm. Luister naar de vogels. Wil je er taal aan geven, download dan de app Obs Identify voor plant- en diersoorten. Voor vogelgeluiden is de app Merlin goed. Als je kijkt met aandacht zie je ook beter de gevolgen van de keuzes die de mens maakt.

• Steek de handen uit de mouwen in je eigen tuin of op je balkon. Kies voor inheemse en biologische planten waar veel insecten op afkomen. Hang vogelhuisjes op, vang water op en laat rommelhoekjes liggen. Aan de hoeveelheid leven in je tuin kun je zien of de natuur de goede kant opgaat.

• Word vrijwilliger bij Landschap Overijssel. Je bent lekker buiten in de natuur, leert veel en vaak is het werk gratis fitness. Kijk op de website voor de mogelijkheden.

• Kijk naar wat je eet en koopt. Welke impact hebben jouw keuzes op de natuur? Hoe kun je met jouw gedrag een positieve impact hebben op de natuur? Bewuste keuzes maken het verschil.

zandverstuivingen. Landschap Overijssel vindt het belangrijk dat die natuur toegankelijk is en beleefd kan worden. Pellegrom: “De vraag is hoe we die goede toegankelijkheid organiseren en de natuur tegelijkertijd voldoende rust bieden. Dat is een uitdaging, want het wordt drukker in onze terreinen. Mensen komen wandelen, sporten en er zijn evenementen. Er kan veel, maar niet alles kan altijd of overal. Vanuit die gedachte kijken we naar onze terreinen. Door paden te verleggen, kun je soms zorgen voor een betere beleving voor bezoekers én meer rust voor de natuur.” Daarbij vindt Landschap Overijssel dat natuur toegankelijk moet zijn voor iedereen, ook voor mensen die mindervalide zijn.

‘Natuur moet toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor mindervaliden’

Door bewustwording te stimuleren en handelingsperspectief te geven, komen mensen in de doen-modus. Ze willen zelf (lokaal) in actie komen voor de natuur. Dat kan bijvoorbeeld door vrijwilliger te worden bij Landschap Overijssel. Het vrijwilligerswerk wordt laagdrempeliger. Nu komen groepen vrijwilligers vaak elke week op een vaste dag bij elkaar om in de natuur te werken. Dat is niet voor iedereen haalbaar. Daarom werkt Landschap Overijssel aan een aanbod van eenmalige klussen. Daarnaast wil Landschap Overijssel natuurbewust gedrag meer stimuleren. Quinten: “Denk eens na over je footprint. Wat eet je en wat koop je? Hoe heb je je tuin ingericht? Een kleine aanpassing in je leefstijl kan al effect hebben. Immers, je krijgt het landschap dat je eet en koopt. Elke menselijke beslissing heeft invloed op de natuur, positief en negatief. Dat besef is belangrijk en dat wil Landschap Overijssel uitdragen.”

Natuurinclusieve projecten

Mindervalidenpad Koemaste

Natuur moet toegankelijk zijn voor iedereen. Daarom maakt Landschap Overijssel samen met de Stichting Groen & Handicap de Koemaste langs de Regge toegankelijk voor mindervaliden. Er komt een gemakkelijke passage voor de veeroosters, zodat mensen hier met een rolstoel of rollator langs kunnen. Ook worden de paden verbeterd en komt er verharding naast de zitbankjes. De informatiepanelen worden zo geplaatst dat ze beter leesbaar zijn vanuit een rolstoel. Landschap Overijssel kijkt in welke natuurterreinen nog meer routes kunnen komen voor mensen met een beperking, ook bijvoorbeeld voor slechtzienden.

Dorpslandschappen

Aandacht vestigen op de waarde van de natuur begint met de natuur ingaan en aandacht hebben voor het landschap om je heen. Hoe was het vroeger en hoe is het nu? Het landschap is niet altijd zo geweest, de mens heeft er invloed op. Landschap Overijssel brengt dit denkproces onder meer op gang met het project Dorpslandschappen. Daarbij verzamelen inwoners van dorpen verhalen over hun omgeving, ze leggen ze vast en delen ze onder meer via video’s. Zo groeit de trots en de zorg voor de eigen leefomgeving.

Het landschap lezen

Wat betekent enk, broek, maat, haar en horst? Als je dat weet, kun je het landschap lezen aan de hand van de veldnamen. Sommige mensen wonen bijvoorbeeld al hun leven lang aan de Archemermaten en hebben misschien geen idee dat dit ‘de natte hooilanden van Archem’ betekent. Die veldnamen vertellen hoe het landschap er vroeger uit zag. Soms is dat nu heel anders, Wat is daarvan de oorzaak? En hoe heb jij daar invloed op?

Grauwe klauwier.
Foto: Annie Keizer

Getuigen van de historie

Landschap Overijssel maakt een inhaalslag met de herinrichting van het archief. Nadat er de afgelopen periode vooral is vertrouwd op digitale registratie, worden nu ook de fysieke documenten weer netjes geordend en toegankelijk gemaakt. “Dat is van onmisbare waarde voor ons,” stelt senior erfgoedspecialistMartijn Horst.

In een archief worden alle papieren getuigen van een organisatie bewaard. Denk aan gespreksverslagen, juridische stukken, brieven, contracten, kaarten, foto’s, krantenartikelen en tekeningen. Die van Landschap Overijssel worden nu netjes geordend, geregistreerd en opgeslagen, zodat ze in het vervolg goed toegankelijk zijn. “Zo kunnen wij, maar ook onze opvolgers deze documenten eenvoudig raadplegen. Want de praktijk wijst uit dat medewerkers bij organisaties komen en weer gaan. En daarmee vertrekt hun kennis. Nu een generatie stopt die hier lang heeft gewerkt, is dit nog urgenter,” vertelt de erfgoedspecialist. We merken we dat we soms dingen missen. Zij wisten het gewoon, wij moeten het opzoeken.” Met een goed ontsloten archief is dat mogelijk. Het archief vormt het collectieve geheugen van Landschap Overijssel. “Superbelangrijk, want zonder kennis van het verleden, kun je geen weloverwogen beslissingen nemen voor de toekomst.”

Padenstructuur

Het kan dan gaan om moeilijke, maar ook om heel simpele maar wezenlijke vraagstukken. Zoals: waarom heeft Landschap Overijssel een specifiek terrein aangekocht? Die motivatie is natuurlijk vastgelegd in notities en notulen uit die tijd. Die wil je kunnen nalezen, legt Horst uit. “Want die kennis kan ons helpen bij de keuzes die we maken voor het beheer van dat terrein. En neem originele ontwerptekeningen van onze landgoederen; die geven ons een beeld van hoe het terrein oorspronkelijk was ingericht. Ze vormen een goede leidraad voor het herstel van bijvoorbeeld de padenstructuur in gebied.”

Krantendatabases

Het klinkt nu eenvoudig, even het archief herinrichten, maar het tegendeel is waar. Het team van erfgoedspecialisten heeft eerst een bruikbare structuur voor de registratie van alle bronnen die iets kunnen vertellen over Landschap Overijssel gemaakt. “Het gaat erom dat we weten waar we welke informatie kunnen vinden. Dat betekent dat we ook bronnen in kaart brengen die niet van ons zijn. Zo maken we graag gebruik van het archief van de Collectie Overijssel en krantendatabases. Maar ook bij particulieren liggen soms eeuwenoude kaarten en schilderijen van taferelen in onze gebieden. Die willen we graag kennen,” aldus Horst.

Vleugje nostalgie

Naast het archief, wil Martijn Horst ook de historische collectie van Landschap Overijssel in kaart brengen en aanvullen. Want ook uit fysieke objecten uit het verleden kun je veel informatie over dat verleden halen. De collectie loopt uiteen van vuistbijlen en urnen uit de prehistorie tot stropdassen van boswachters uit de twintigste eeuw. En van een wafelijzer met het wapen van Hof Espelo tot het bureau van de voormalige rentmeester van het landgoed De Horte. “Daar heeft hij vijftig jaar aan zitten werken. Bijzonder, en natuurlijk zit er ook een vleugje nostalgie aan. Maar het geeft je wel een beeld van die tijd. Het gaat er vooral om dat we in de collectie de items van onze terreinen en gebouwen bij elkaar houden of in ieder geval weten waar zich in andere collecties bevinden,” aldus Horst.

Reconstrueren

Net als de sokkels van zandsteen in de tuin van De Horte. Daar hebben oorspronkelijk vazen op gestaan.

Voor de buitenwacht moesten ze aantonen dat de bewoners in weelde leefden. Daarvoor spiegelden de sokkels exact op de symmetrie van de hof. Horst: “Door de informatie uit archief en collectie te combineren, kunnen we de geschiedenis reconstrueren.” Het feit dat de sokkels er nog zijn, zegt overigens ook iets over de geschiedenis van het landgoed. Op andere landgoederen zijn dit soort ornamenten veelal in de loop der tijd ontvreemd. De erfgoedspecialist weet dat er ook nog ergens een prachtige collectie glasnegatieven uit 1900 moet zijn van beelden die op De Horte zijn geschoten. “Maar waar? Mogelijk staan ze bij iemand thuis op zolder, of zijn ze weggegooid in de veronderstelling dat niemand er meer iets aan heeft. Dat zou echt zonde zijn.” De foto’s tonen een beeld van De Horte aan het begin van de twintigste eeuw. Horst is er heel nieuwsgierig naar en roept op om de glasnegatieven naar Landschap Overijssel te brengen.

Landgoederen

Dat het collectieve geheugen afneemt speelt niet alleen in organisaties, maar ook bijvoorbeeld in de families die (delen van) hun landgoederen hebben nagelaten aan Landschap Overijssel, weet Horst. “We merken dat er een overdracht plaatsvindt tussen generaties. Jongere generaties die het stokje overnemen van hun ouders, kennen niet altijd de betekenis van de oude spullen of foto’s op zolder. Voor hen zijn ze misschien betekenisloos. In een opruimronde zijn ze dan snel weggegooid. Maar wij hechten er veel waarde aan.”

Bouw mee aan het archief

Denk je dat je documenten of objecten thuis hebt die belangrijk zijn voor Landschap Overijssel? Martijn Horst en zijn collega’s willen ze graag bekijken en documenteren. Neem contact op met Martijn Horst, martijn.horst@landschapoverijssel.nl

Kaart van de hof Espelo uit 1759.
Historische foto’s, zoals deze van Beerze,laten zien hoe de omgeving er destijds uitzag.

Bedrijven doen iets extra’s

De afgelopen tijd zetten diverse bedrijven zich extra in voor Landschap Overijssel. Fantastisch dat zij zo hun betrokkenheid bij landschap en natuur in onze mooie provincie tonen.

Tien young professionals van bedrijfsvriend Slimstock staken begin juli de handen uit de mouwen bij Hof Espelo. Daarmee brengt het bedrijf medewerkers dichterbij de natuur. Ze namen ze deel aan verschillende workshops, een excursie en hielpen ze bij onderhoudswerkzaamheden in het voedsel-

bos vlakbij het bezoekerscentrum.

Ook bedrijfsvriend Sensata Technologies motiveerde medewerkers om vrijwilligerswerk te doen bij Landschap Overijssel. De ploeg nam bij Hof Espelo kwast en roller ter hand om hekken en paaltjes van een lik verf te voorzien. Bedrijfsvriend NABR bestaat alweer 15 jaar. Reden voor een feestje, besloot de directie. Het verzoek aan de gasten was dit keer geen cadeautjes voor het bedrijf mee te nemen, maar in plaats daarvan gul te geven aan Landschap Overijssel.

DE BEDRIJFSVRIENDEN VAN LANDSCHAP OVERIJSSEL

• Aannemersbedrijf Gerwers B.V., Tilligte

• Aannemingsmij Hegeman B.V., Nijverdal

• Aannemingsbedrijf Netjes, Kampen

• Authentiek Bouw B.V., Nieuwleusen

• Aveco de Bondt, Holten

• Ben & Jerry’s Hellendoorn, Hellendoorn

• Boskalis Nederland, Rotterdam

• Bouwbedrijf Salbam B.V., Vilsteren

• Bouwbedrijf Scholte op Reimer, Vasse

• Bouwhuis Aannemingsmaatschappij ‘Bouwmij’ B.V., Beerzerveld

• BPD Ontwikkeling B.V. -Regio Noord-Oost & Midden, Amersfoort

• CIUS Techniek B.V., Dalfsen

• Cogas, Almelo

• Countus Accountants + adviseurs, Zwolle

• D&A Licht, Nijverdal

• De Friesland, Leeuwarden

• De Ridderschap van Overijssel, Velp

• Dolmans Landscaping Noord en Oost, Beilen

• Dunnewind Groep B.V., Ommen

• DuretTrip Notarissen, Zwolle

• Eshuis Accountants en Adviseurs, Almelo

• Gasunie, Vilsteren

• Gemeente Dinkelland, Denekamp

• Gemeente Oldenzaal, Oldenzaal

• Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V., Enschede

• Grondverzet Vilsteren B.V., Dalfsen

• Heutink, Nijverdal

• Ingenieursbureau Eelerwoude, Goor

• Installatiebedrijf Tijhaar Vilsteren B.V., Vilsteren

• Koopmans Bouw B.V., enschede

• KWS Infra B.V., Zwolle

• Landgoed de Wilmersberg, De Lutte

• Landschapsadvies en onderhoudsbedrijf Welhuis, Rossum

• Lenferink Schilders - Afbouw en Vastgoedonderhoud, Lemelerveld

• NABR B.V., Enschede

Gouden vrienden: Stichting van Tarel - Bruins Fonds

• Negam, Borne

• NV Rova Holding, Zwolle

• ODIN Landschapsontwerpers B.V., Diepenheim

• OnzeEnergie, Zwolle

• Roelofs Beheer B.V., Den Ham

• Sensata Technologies Holland B.V., Hengelo

• SIGHT Landscaping B.V., Harderwijk

• St. Military Boekelo, Enschede

• Sweco Nederland B.V., Zwolle

• Takman Ijzerwaren, Ommen

• Timmerhuis Groep, Vriezenveen

• Twence B.V. Afval en energie, Hengelo

• Wadinko N.V., Zwolle

• WandelWol V.O.F., Nieuwleusen

GRENZELOOS HOOGVEEN

Wie oude kaarten van de grensstreek – ter hoogte van Overijssel en Drenthe - tussen Nederland en Duitsland bestudeert, valt al snel iets op. Het gebied bestond in vroeger tijden uit een langgerekt ‘lint’ van vrijwel in elkaar doorlopende hoogvenen. De restanten ervan kennen we vandaag de dag nog steeds. Het Aamsveen ten zuidoosten van Enschede maakt er deel van uit.

Met steun van de Postcode Loterij adviseert Landschap Overijssel inwoners bij de streekeigen inrichting van hun erf. Dankzij onze deelnemers kregen 176 goede doelen dit jaar een bijdrage. Samen met deze organisaties werken we aan een rechtvaardige, groene en gezonde wereld voor iedereen. Landschap Overijssel maakt deel uit van het samenwerkingsverband LandschappenNL. De afgelopen vijf jaar ontving LandschappenNL een bijdrage van € 71,5 miljoen. Sinds de oprichting van de Postcode Loterij in 1989 hebben we € 8 miljard aan goede doelen kunnen schenken. Samen voor een betere wereld: postcodeloterij.nl

Zilveren vrienden:

De uitkomst van de landschapsecologische systeemanalyse (LESA), bij de start van het natuurherstel in dit Natura 2000-gebied, was dan ook geen verrassing. Het Nederlandse Aamsveen (144 ha) en het aangrenzende Duitse Hündfelder Moor (266 ha) blijken samen één hoogveen te zijn. De delen zijn slechts gescheiden door een door mensen ‘bedachte’ landsgrens. Ondergronds en waterkundig functioneren ze als één systeem.

Europese habitatrichtlijn

Zowel het Aamsveen als het Hündfelder Moor zijn aangewezen onder de Europese habitatrichtlijn en hebben dus de Natura 2000-status. Het Duitse deel valt ook onder de Vogelrichtlijn van de EU en is daardoor eveneens een vogelreservaat. In tegenstelling tot Nederland, kent Duitsland geen Natura 2000-budgetten voor hoogveenherstel.

Er zijn alleen gelden voor ‘Klimaschutz’ in veengebieden. Oftewel: voorkomen dat hoogveen (verder) verdroogt en daardoor broeikasgassen uitstoot.

Grensoverschrijdende samenwerking

Landschap Overijssel en Biologische Station Zwillbrock, terreineigenaar van het Hündfelder Moor, werken operationeel al jaren samen. Zo zijn onder meer de Natura 2000-werkzaamheden in de randzone van het Aamsveen nauw afgestemd. Maar om ook het hoogveen succesvol te kunnen herstellen, is meer nodig: grensoverschrijdende samenwerking én aanvullende financiering. Dit is opgepakt door de provincie Overijssel die het project coördineert en voor en namens de betrokken partijen een LIFE-subsidie heeft aangevraagd.

Tekst: Eveline van der Vliet
Toekomstbeeld Aamsveen – Hündfelder Moor.

Behalve dat er sprake is van één systeem, bracht de LESA ook de voornaamste problemen in het Aamsveen en het Hündfelder Moor aan het licht. En wáár die zich bevinden. Veruit het belangrijkste knelpunt is de verdroging van het veengebied. De hoofdoorzaak hiervan is de te lage waterstand in de zomer. Het hoogveen is aan beide zijden van de grens beschadigd door handmatige en later machinale turfwinning. Door de aanleg van greppels, het afgraven van de volledige veenlaag en de (daardoor) steeds verdergaande bebossing, is de natuurlijke sponsfunctie van het hoogveen verloren gegaan. Regenwater dat in het systeem terechtkomt, stroomt er aan de zijkanten weer uit. Onder de inmiddels gedempte ‘Grenzgrabe’ lekt bovendien water weg naar de ondergrond. Bij het aanleggen van deze enorme afwateringssloot op de grens is

er dwars door de waterdichte laag onder het veen gegraven. Toen duidelijk werd dat het hoogveengebied er letterlijk door leegloopt, is hij weer gedempt. De duiker die er voor in de plaats is gekomen, veroorzaakt echter nog steeds een forse lekkage en verlies van kostbaar veenwater.

Waterstand

Niet alleen te weinig water, ook teveel schommelingen in de waterstand zijn problematisch voor hoogveen. De acrotelm - de bovenste veenlaag die bestaat uit levend veenmos dat het regenwater vasthoudt - heeft een min of meer stabiele waterstand nodig. Te veel en/of te grote peilverschillen bedreigen de acrotelm met verdroging en verdrinking. Onder de acrotelm bevinden zich eerst witveen en dan zwartveen, respectievelijk nog niet en wel volledig afgestorven en verteerde veenmossen.

Samen kunnen deze lagen metersdik zijn. De acrotelm is ongeveer een halve meter dik. De maximale variatie (zomer – winter) waarbij blijvende veengroei optreedt, is vijfentwintig centimeter.

Lensvorm

Om een hoogveen zoals het AamsveenHündfelder Moor te herstellen, moeten er dus twee dingen gebeuren: lekken dichten en het waterpeil stabiliseren. De oplossing voor dit laatste is de natuurlijke vorm en weerstand van een actief hoogveensysteem nabootsen. Als je een hoogveen overdwars door midden zou snijden, zie je dat het lensvormig is. Het staat bol, als het ware. De actieve kern in het midden ligt iets hoger. Vandaaruit loopt het licht af naar de rand en gaat het over in rustend hoogveen. Daaromheen ligt een overgangszone. Hier komt door de druk van het hoogveen mineraalrijk kwelwater omhoog. In het Aamsveen is deze zogeheten laggzone nog grotendeels intact. In het Hündfelder Moor is ze compleet afgegraven.

Cultuurland Advies

het veen uitsteken. In het Aamsveen worden deze van leem gemaakt, in het Hündfelder Moor van zwartveen. Op de grens overlappen ze elkaar een stukje. Beide zijn goede oplossingen passend bij de schaalgrootte en de transportmogelijkheden in het gebied. Op veel plekken ligt er nog een dikke laag zwart- en witveen. Op het moment dat deze delen weer voldoende nat worden en blijven, komt ook de veenvorming weer op gang. Op de plaatsen waar de toplaag van het veen compleet verdroogd is (vaak te herkennen aan de vele varens die er groeien) wordt deze eerst verwijderd vóór het waterpeil omhoog gaat.

Nat-natter-natst

Het daadwerkelijke ‘vernatten’ – oftewel het verhogen van het waterpeil in de compartimenten - gebeurt in kleine stapjes. Dit geeft planten en dieren de kans zich aan te passen aan de nieuwe vochtige en natte omstandigheden in grote delen van het gebied.

Compartimenten

Door in het hoogveen compartimenten te maken, met regelbare en dus stabiele waterstanden, houd je regenwater in het systeem vast. Het hoogteverschil tussen het hoogste en het laagste compartiment in het Aamsveen, is anderhalve meter. De compartimenten ontstaan door kades aan te leggen, een soort ondergrondse dijken die een klein stukje boven

LIFE-subsidie

Bultvormende veenmossen. FOTO: Michiel Poolman

Bedrijven, overheden, non-gouvernementele organisaties en kennisinstellingen in de hele EU kunnen in Brussel een LIFE-subsidie aanvragen voor natuur-, milieu- en klimaatprojecten. De internationale ‘concurrentie’ is groot. Alleen de beste voorstellen worden – op basis van een puntensysteem - beloond. De regeling kent vier categorieën: natuur en biodiversiteit, circulaire economie en kwaliteit van leven, klimaatmitigatie en -adaptie en duurzame energietransitie. Het programma natuur en biodiversiteit richt zich op de bescherming en het herstel van de Europese natuur en het stoppen en omkeren van het biodiversiteitsverlies.

Hoogveenspecialist

De zeldzame hoogveenglanslibel doet haar naam eer aan. Ze verschijnt als er hoogveenmosvegetatie groeit en duidelijk zichtbaar begint te worden. De hoogveenglanslibel komt maar op een handvol plekken voor in Nederland. In concurrentie met bijvoorbeeld de viervlek en de grote keizerlibel delft ze vaak het onderspit en wordt ze verjaagd. Ze houdt van zure omstandigheden en zet haar eitjes het liefst af in goed ontwikkelde veenmosvegetatie met bultvormende soorten. De larven leven daar drie tot vijf jaar voordat ze uitsluipen. Heeft het veenwater niet de juiste zuurgraad of zakt het water te diep weg, dan zie je haar niet. Het omgekeerde geldt ook: zie je haar wel, dan weet je zeker dat het met het hoogveen de goede kant op kan gaan gaat! Hoogveenglanslibel.

Verdrogend hoogveen in het Aamsveen.
Huguenin kaart, 1819-1829. Verveningsputten tegen de Duitse grens in het Aamsveen. Met dank aan:

Eenjarig wollegras, witte snavelbies, lavendelhei en - in de laagste delen - vanzelfsprekend veenmossen nemen juist sterk toe in het nieuwe hoogveenlandschap. De eerste veenmossen die terugkeren, gebruiken pijpestro om omhoog te klimmen. Eenmaal hoog genoeg gegroeid en boven het water uitstekend, worden ze opgevolgd door ‘bultvormers’, zoals wrattig veenmos en hoogveenveenmos. Er is dan zo’n vijf à tien jaar verstreken vanaf de start van de hoogveenhersteloperatie.

De adders en de levendbarende hagedissen in het gebied zoeken nu de zonbeschenen, warme zuidkanten op van de veenruggen. Ze overwinteren ook op deze plekken in de bodem. Om ze te beschermen en te voorkomen dat hun leefgebied helemaal verdwijnt, worden er tijdens de werkzaamheden stukjes ‘gespaard’ en dus niet afgegraven. Daarnaast leggen we alternatieve plekken aan. De reptielen blijven ook in de toekomst hoogveenbewoners.

Sommige soorten, zoals de adelaarsvaren, zullen verdwijnen. Ook de berken, vooral in het Hündfelder Moor nog volop aanwezig, krijgen het zwaar en zullen uiteindelijk ‘verdrinken’.

Op de iets langere termijn, zeg zo’n twintig jaar, vliegen er ook weer hoogveenglanslibellen, noordse glazenmakers en bonte dikkopjes boven het veen. De watersnip is hopelijk tegen die tijd een broedvogel in het Aamsveen, net als de kraanvogel. Ook zijn blauwborsten, sprinkhaanzangers, poelkikkers en heikikkers weer vaste bewoners.

in het Hündfelder Moor.

Succes robuuste natuur

Steun Het Overijssels Natuurfonds

De natuur in Overijssel staat onder druk. Planten en dieren verdwijnen en hun leefgebied krimpt. Om de natuur te versterken en te beschermen tegen stikstof en klimaatverandering moeten we gebieden vergroten en verbinden. Dit doen we door grond aan te kopen. Om die kostbare grond te financieren hebben we jouw hulp nodig en is Het Overijssels Natuurfonds opgericht.

Rustgebied

Een hoogveenlandschap is –hoe mooi het ook is – niet erg geschikt als recreatiegebied. Het tracé (in oostelijke richting) na de vogelkijkhut komt door de stijgende waterstanden op termijn volledig onder water te staan. Er wordt onderzocht of een nieuwe route mogelijk is waarbij wandelaars én droge voeten houden én de ruige schoonheid van het gebied kunnen beleven.

De Vledders en Leijerhooilanden in het Reestdal zijn een goed voorbeeld van succesvolle grondverwerving. Het resultaat van de recente natuurontwikkeling in het uitgestrekte gebied is er verpletterend. Nu twee jaar nadat alle werkzaamheden zijn afgerond, zijn de zeldzame porseleinhoen, kwartelkoning, en watersnip en snor al gesignaleerd in het natte gebied. Ook een paartje kraanvogels heeft zich er gevestigd. Al ruim dertig jaar bezit Landschap Overijssel percelen tussen IJhorst en Punthorst. Sindsdien is er grond bij verworven om er een groot aaneengesloten gebied van te maken. Het is recent op de schop genomen en opnieuw ingericht. De toplaag is afgegraven, de grondwaterstand is flink verhoogd en wordt de komende jaren nog hoger. De oevers van de sloten in het gebied zijn verzacht. Er is een speciale geul gegraven waardoor ‘vies’ landbouwwater niet meer in aanraking komt met het natuurwater. Zo kan het tegen een stootje.

Daarom het Natuurfonds

De Vledders en Leijerhooijlanden laten zien waarom grondaankoop zo belangrijk is. Doordat het gebied aaneengesloten en groot is, is het goed bestand tegen invloeden van buitenaf zoals verdroging of verontreiniging door stikstof. Door de grootte is het ook een baken van rust voor veel soorten.

Hoeveel vierkante meter bescherm jij?

Om meer natuurgebieden te vergroten, aan elkaar koppelen of een bufferzone te creëren is Het Overijssels Natuurfonds opgericht. Elke cent die hierin gestort wordt, wordt ingezet om strategische gronden aan te kopen. Maar grond is prijzig. Zo kost een hectare agrarische grond gemiddeld vijfenzeventig duizend euro. Landschap Overijssel kan jouw hulp goed gebruiken. Al vanaf 7,50 kan jij één vierkante meter beschermen. Help je mee?

Scan de QR-code

Retentiebekken
Grenssloot. Duidelijk is de grens van de minerale ondergrond en het veenpakket zichtbaar.
Kraanvogels. foto: rudmer zwerver

Spinnen spotten

In Nederland leven ongeveer 640 soorten spinnen. Een handvol, zoals kruisspin of gewone huisspin is bekend als tuinbewoner of huisgenoot. Maar je kunt deze fascinerende dieren op acht poten overal tegenkomen, ook op een bospad of langs de waterkant.

Spinnenwebben spelen een prominente rol in horrorfilms: in verlaten huizen en kelders roepen flarden spinrag al snel een spookachtige sfeer op. Ook de producenten van het kleverige zijde zelf zorgen bij veel mensen voor rillingen. Uit onderzoek van de Universiteit van Gent en de Belgische Arachnologische Verenging Arabel blijkt dat een op de tien Nederlanders en Belgen last heeft van spinnenangst ofwel arachnofobie.

Onbekend maakt onbemind. Volgens spinnenkenner Peter van Helsdingen, die via het Leidse Naturalis al decennia onderzoek doet naar spinnen, speelt gebrek aan kennis een belangrijke rol. “Als ik heel nauwkeurig uitleg hoe spinnen leven, dan zien mensen meestal wel in dat er geen reden is om bang te zijn.”

Acht poten, acht ogen

In Nederland leven zo’n 640 soorten spinnen en ze zijn er in alle soorten en maten: van enkele millimeters klein tot wel vijf centimeter groot, zoals de stekelpotige valse wolfspin. Er zijn spinnen die een web weven, van

matvormige webben tot wielwebben, er zijn felgekleurde exemplaren zoals de wespspin of de lentevuurspin en er zijn spinnen die springen, denk aan de huiszebraspin. De 640 soorten zijn ondergebracht in families, zoals trilspinnen, wolfspinnen en wielwebspinnen, waartoe de bekende kruisspin behoort.

Spinnen zijn geleedpotigen en ze hebben een uitwendig skelet dat is gemaakt van chitine. Ze hebben spintepels én acht poten. Een ander belangrijk kenmerk: een spin

Een spindraad is heel dun, heel sterk en vooral bijzonder elastisch Spindraden zijn opgebouwd uit eiwitketens en zijn snel verteerbaar. Sommige spinnen, zoals de kruisspin, eten daarom hun oude web op om die vervolgens te hergebruiken voor een nieuw web.

heeft een voor- en een achterlijf met een smalle taille daartussen. Een hooiwagen is daarom geen spin want zijn lijf bestaat uit één deel. En het lijf van insecten bestaat weer uit drie delen: kop, borststuk en achterlijf.

Bestudeer je een spin meer nauwkeurig, dan zie je ook twee tasters, waarmee ze onder meer proeven en trillingen uit de omgeving waarnemen. Spinnen hebben zes of acht ogen en ze hebben een kaak met een gifklauw waarmee ze gif in hun prooi spuiten. Van Helsdingen: “Spinnen bijten mensen alleen als ze zich in het nauw gedreven voelen. Ter geruststelling: veel spinnen kunnen niet eens door de huid van een mens heen bijten.”

‘Spinnen bijten mensen alleen als ze zich in het nauw gedreven voelen’

Van Helsdingen is al sinds zijn jeugd geboeid door spinnen.

“Alleen al de biologie is bijzonder. Uit een spinnenei komt een jong spinnetje, dat vervolgens tien tot twaalf keer vervelt. Elke keer wordt de spin dus een maatje groter doordat hij uit zijn vel barst. Pas aan het einde van het groeiproces zie je het onderscheid tussen man en vrouw. Het mannetje heeft namelijk een secundair geslachtorgaan.”

Nu komt het fascinerende volgens Van Helsdingen: “Bij de man ligt het geslachtsorgaan (net als bij het vrouwtje) op het achterlijf, maar er is geen directe paring tussen man en vrouw. Het sperma brengt hij over met zijn ‘handen’. Hij stort dat uit op een klein webje, pakt het op met de taster, gaat naar het vrouwtje en brengt het vervolgens over in een orgaantje dat het geslachtsorgaan van het vrouwtje afdekt.”

De Naturalis-onderzoeker heeft het nagezocht in zijn database, maar “een spinnensoort die exclusief leeft

in Overijssel kan ik je niet leveren.” Wel leeft in de Weerribben en de Wieden de grote gerande oeverspin. Deze vind je alleen in laagveengebieden waar ze in de randen van de oevervegetatie leven. Voor Nederlandse begrippen is het een forse spin met felwitte zijbanden op het voorlijf en meestal ook op het achterlijf.”

De bekendste spin van Nederland is de kruisspin. “Die leven het hele jaar in je tuin, maar in het najaar zijn de vrouwtjes groot en vallen ze in hun web extra goed op”, aldus Van Helsdingen. Deze tuingenoot gedogen veel mensen nog. Een ander verhaal is de gewone huisspin die in de herfstperiode als overstekend wild door de huiskamer snelt en veel mensen de kriebels bezorgt. Deze forse spinnen, die onder meer jagen op zilvervisjes, zitten het grootste deel van het jaar in kruipruimtes en schuurtjes in hun web, maar in het najaar slaan de hormonen toe en gaat het mannetje op zoek naar een vrouwtje.

Minder spinnen

Onderzoek uit 2017 wees uit dat de biomassa aan vliegende insecten binnen 27 jaar was afgenomen met 75 procent. Hoe zit het met de spinnen? Volgens Van Helsdingen werkt dat door op spinnen die leven van vliegende insecten: “Als ik vroeger met een sleepnet door de vegetatie ging, dan zat het net vol, dat is nu stukken minder. Ook de terugval van de spinnenfauna is zorgwekkend.”

Einde Spinnentelling

Na elf jaar stopt de Nationale Spinnentelling in 2024 omdat deze te weinig nieuwe informatie oplevert. Spinnenfans kunnen echter nog steeds huis en tuin doorzoeken en de vondsten melden op www.waarneming.nl.

heidewielwebspin schaduwstrekspin wespspin
grote gerande oeverspin
kraamwebspin brugspin
Tekst: Daniël Mulder
Foto’s: Vladimir Dobrasinovic, Gonny Sleurink, Art Wittingen

Vrijwilligerswerk

Onbetaald en onbetaalbaar

Voor Landschap Overijssel vormt de grote groep enthousiaste vrijwilligers brandstof voor de motor. Zo’n 6.000 Overijsselaars helpen jaarlijks bij het onderhoud van terreinen, ze beheren de gereedschapsdepots, tuinieren, timmeren, repareren, gidsen groepen, tellen soorten, houden de molens draaiende of treden op gastheer of gastvrouw. Een kijkje achter de schermen.

“Gezelligheid en verbondenheid staan voorop,” stellen Erik de Kruif en Marja van Harten van het Team Vrijwilligerswerk. “Aan het einde van de dag heb je een leuke tijd gehad én het gevoel dat je ertoe doet.” De Kruif en Van Harten zorgen ervoor dat vrijwilligers bij Landschap Overijssel goed opgeleid en veilig op pad gaan met goede materialen. “En dat ze tevreden zijn,” voegt De Kruif toe. “Vrijwilligers krijgen geen geld. De

beloning zit in nuttig bezig zijn voor natuur en landschap én het naar je zin hebben. De sfeer moet goed zijn, anders komen mensen niet. We proberen een warm bad te creëren. Daardoor voelen mensen zich thuis en zijn ze hier graag.”

Passie

De inzet van al het vrijwilligerswerk waar Landschap Overijssel bij betrokken is, staat gelijk aan zo’n 50 fte. De vrijwilligers zijn dus van groot belang. In deze 50 fte zitten ook de vrijwilligers van aangesloten groepen die zijn georganiseerd vanuit een taak of gebied. Zoals de knotploegen, hoogstambrigades en landgoederengroepen. Zij opereren zelfstandig en maken gebruik van de faciliteiten die Landschap Overijssel biedt, zoals arbo, gereedschap en cursussen.

Onbetaalbaar

Vrijwilligers verzetten dus een enorme berg werk. Daarnaast dragen ze de verhalen en de missie van Landschap Overijssel uit en voegen ze

inhoudelijke kennis toe. Zo vraagt het beheer van het gereedschapsdepot een specifieke technische kennis die Landschap Overijssel niet in huis heeft. De Kruif: “Vrijwilligers zijn onze ogen en oren. Ze werken vanuit passie en intrinsieke motivatie. Waar je als betaalde medewerker nog wel eens water bij de wijn moet doen vanwege ruimte of tijd, gaat een vrijwilliger er helemaal voor.” Van Harten voegt daar aan toe: “Vrijwilligers doen alleen dingen die ze zinvol of leuk vinden, anders zouden ze hier niet zijn. Ze zijn heel gretig in kennis opzuigen en ideeën delen. Het zijn echt onze onbetaalde onbetaalbare krachten.”

Grote-mensenspelerij

Samen onbetaald aan de slag in en voor de natuur verbindt mensen met elkaar, weet Van Harten. “Je deelt de passie voor groen met elkaar. Je doet essentiële dingen in de natuur, zoals het verwijderen van Amerikaanse vogelkers en braamstruiken. Je komt op plekken waar anderen niet mogen komen en je doet

leuke dingen die je in je eigen achtertuin niet kunt doen. Zoals de aanleg van een broeihoop voor ringslangen hier op De Horte. Het is een euforisch moment als je na het broedseizoen de eerste eierschalen vindt. Vrijwilligers verzinnen soms oplossingen waar wij niet op zouden komen. Zo had een groep laatst een constructie over het water gemaakt om takken naar de overkant te brengen. Het is een soort grotemensenspelerij,” licht Van Harten toe.

‘Je deelt de passie voor groen met elkaar’

Alle vrijwilligers hebben een groene interesse met elkaar gemeen. Ze willen iets bijdragen aan natuur en landschap, en lekker gezond buiten zijn. Elke vrijwilliger wil daar op een andere manier invulling aan geven en dat kan bij Landschap Overijssel. Zoek je gezelligheid, dan kun je wekelijks met een vaste ploeg het veld in. Wil je je niet vastleggen, dan kom je een paar keer per jaar helpen. Heb je graag contact met mensen, dan kun

Tekst: Silvia Kooij
De vrijwilligers van Horteploeg die elke donderdag op en om landgoed De Horte klussen oppakken.

je gids of gastheer/vrouw worden. Als je graag met dieren omgaat, is vrijwillig herder misschien een idee. Werk je liever alleen, dan kun je bijvoorbeeld gaan monitoren of routevrijwilliger worden. Er is van alles mogelijk.

Korte klussen

Van Harten en De Kruif spelen in op die verschillende interesses en wensen van vrijwilligers. “We willen graag voor elke vrijwilliger met een groene interesse iets bieden. Ook als je niet zoveel tijd hebt en alleen af en toe een klus wilt doen. Voor hen hebben we de flexpool: we verzenden oproepen voor afgeronde klussen in deze pool. Heb je tijd en wil je helpen, dan geef je je op voor zo’n klusdag. Het is mooi om te zien dat hier

bijvoorbeeld ook jongere mensen op afkomen en ouders met kinderen.”

Dit voorjaar konden de flexers bijvoorbeeld bloembollen poten of Japanse duizendknoop verwijderen. Van Harten: “We waren aangenaam verrast door het enthousiasme en de aanmeldingen. Jongeren, jonge gezinnen met kinderen, fitte vutters en alles ertussen in. We ontmoetten een zeer diverse groep vrijwilligers die graag de handen uit de mouwen wilde steken. Samen een klus doen, bleek een schot in de roos. Toen het werk niet af was, spraken de vrijwilligers spontaan af om de volgende zondag terug te komen. Daar word je toch blij van?”

‘Mooier kan niet’

“Ik ben een duizendpoot,” zegt vrijwilliger Leo Meesters. Hij is lid van de natuurwerkgroepen op landgoed De Horte en landgoed den Alerdinck. Daarnaast is hij mentor en gids. ‘Ik ben nu zo’n zes jaar vrijwilliger bij Landschap Overijssel. Ik ben afgekeurd, maar ik wil mijn hand niet alleen ophouden en vind het logisch om dan vrijwilligerswerk te gaan doen. Het is fijn om samen de natuur in te gaan en buiten te zijn. Het werk is afwisselend en ik krijg veel verantwoordelijkheid. Als mentor zorg ik bijvoorbeeld voor het gereedschap en voor de veiligheid van de groep. Ik voel me thuis bij Landschap Overijssel, veel medewerkers kennen mij en ze waarderen mijn inzet. Daar wordt iedereen toch blij van? Verder pak ik alle kansen om mezelf te ontplooien. Ik volg cursussen, zoals zaag- en veltechnieken en maaien met de zeis. Ook het gidsen vind ik leuk. Je bezorgt jezelf een mooie dag en een ander ook. Mooier kan niet.”

Ook vrijwilliger worden?

Lijkt het jou leuk om vrijwilliger te worden? Geef je dan op voor een Startdag. Je wordt ontvangen op De Horte en hoort over alle mogelijkheden.

Vind je het leuk? Dan ga je aan het einde van de dag naar huis met een passende plek. Wil je vrijblijvend kennismaken met werken in de natuur, doe dan mee met de Natuurwerkdag. Je kunt ook een bericht sturen aan vrijwilligerswerk@landschapoverijssel.nl

Eropuit in de

Herfst

Open Monumentendag: bezoek een molen

Open Monumentendag is een begrip: in het hele land kun je - inmiddels een heel - weekend lang de mooiste historische monumenten bezoeken. Ook de water- en windmolens van Landschap Overijssel zijn geopend op 14 september of 15 september.

– Ootmarsum (14 september), Vasse (14 september), Mander (15 september)

Collendoorn bij nacht

Als de schemer intreedt, verandert de sfeer op de voormalige vuilstort. Een magische belevenis. Dieren komen uit hun schuilplaats.

Je hoort het gekras van de uil, het gesnuif van de zwijnen en mogelijk scheert er vleermuis langs je hoofd of steek je per ongeluk je neus in een spinnenweb. Een gids loodst je door de duisternis en vertelt over het nachtleven van Collendoorn.

– Collendoorn, 15 september

Sap uit eigen boomgaard

Heb jij appelbomen of perenbomen op je erf? De start van de herfst is ‘t moment om fruit te oogsten en te conserveren, bijvoorbeeld als sap. Meld je aan voor één van de twee fruitpersdagen van Landschap Overijssel. Laat het fruit tot sap persen met behulp van een professionele fruitpers. Het sap neem je direct mee naar huis in pakken van 3 en 5 liter. – Mander (25 september) en Balkbrug (6 oktober)

Braakballen uitpluizen

Ooit wel eens een braakbal van een uil uitgeplozen?

Vies? Nee, juist interessant! Je vindt er botjes en schedels van muizen en andere kleine dieren in. Met een vergrootglas en pincet leren kinderen alles over uilen en hun bijzondere eetgewoonten. Leuk voor kinderen in de leeftijd van 5 tot 12 jaar.

– Mander en Balkbrug (25 september)

Paddenstoelen ontdekkingstocht

Wacht even op een stevige herfstbui en enkele dagen later schieten ze uit de grond: paddenstoelen! Er zijn zoveel verschillende soorten. Zelfs voor kenners is het moeilijk om ze uit elkaar te houden. Waarin verschillen ze van elkaar? En waarom zijn ze belangrijk voor het ecosysteem? Een gids vertelt je er alles over tijdens de activiteit ‘Herfst en paddenstoelen’.

– Enschede (13 oktober), Mander (19 oktober), Balkbrug (20 oktober)

KIJK VOOR DE MEEST ACTUELE ACTIVITEITEN EN VERRASSENDE ROUTES OP

*Alle data zijn onder voorbehoud.

Bescherm stilte en donkerte

We worden omringd door steeds meer geluid en licht. Mens en dier hebben daar last van. Landschap Overijssel is dan ook blij dat de provincie nu beleid opstelt voor de bescherming van stilte en donkerte. “We denken graag mee over de gebieden die daarvoor kunnen worden aangewezen.”

Duisternis en stilte, het zijn oerwaarden waar mens en dier niet zonder kunnen. Dus moeten ze beschermd worden, vindt Landschap Overijssel. “We zijn blij dat de provincie dit nu erkent,” zegt Quinten Pellegrom, adviseur natuur- en landschapsbeleving. “Het zijn fundamentele waarden, waarvoor je niet naar een Alpentop zou moeten. Waarden die net zo belangrijk zijn als schone lucht, schoon water en een schone bodem.” In de omgevingsvisie die volgend jaar wordt vastgesteld, moet concreet worden aangegeven hoe en waar de provincie stilte en duisternis gaat beschermen. Landschap Overijssel denkt daar graag over mee.

We hebben het in de vakantie misschien weer meegemaakt, op een camping in Zuid-Frankrijk of in een vakantiehuisje in Zweden. Als je ’s avonds omhoogkeek, stond de pikdonkere hemel vol met sterren. Terwijl je keek, merkte je hoe stil het was. In de verte was alleen een uil te horen die z’n jongen riep. Kom daar thuis in Nederland eens om.

Satellietbeelden van Noordwest-Europa bij nacht laten niets te raden over: Nederland baadt in het licht. Als het gaat om stilte laat de Atlas van de Leefomgeving in een oogopslag zien dat je niet in Overijssel moet zijn: er is niet één stiltegebied meer te vinden.

Lichaam komt tot rust

Maar wat maakt deze waarden zo belangrijk? Voor mensen is stilte van belang om te herstellen van de vele geluidsprikkels die de hele dag op ons afkomen. De Wereldgezondheidsorganisatie brengt geluidshinder in verband met irritaties, stress, slaapproblemen en hart- en vaatziekten. Groningse onderzoekers zagen dat bij stilte dát deel van ons zenuwstelsel ‘aanslaat’ dat ons lichaam tot rust brengt, ons immuunsysteem wordt actiever, ademhaling en hartslag komen tot rust en bloed gaat naar onze organen in plaats van naar de spieren.

Ook als het gaat om gebrek aan duisternis, zie je gezondheidseffecten optreden. Door de overdaad aan lichtbronnen ervaren honderdduizenden mensen weleens slaapverstoring of lichthinder, aldus het RIVM. Vooral verstoring van de nachtrust heeft ernstige gevolgen voor de gezondheid. Voor een goede slaap moet onze biologische klok namelijk synchroon lopen met de natuurlijke wisselingen van dag en nacht.

Partner vinden

Wat voor mensen geldt, geldt ook voor dieren. Broedende vogels zijn tijdens de broedtijd erg gevoelig voor geluid. Ze hebben al hun energie nodig voor de voortplanting en het grootbrengen van de jongen. Door lawaai van bijvoorbeeld verkeer of werkzaamheden kunnen ze het nest verlaten en mislukt het broedsel.

“In de stad is het lawaai dusdanig dat vogels veel meer moeite moeten doen om met elkaar te communiceren” vertelt Pellegrom. “Ze kunnen hun territorium niet verdedigen, ze kunnen geen partner vinden. Als ze eten zoeken, zijn normaal gesproken de vogeloren gespitst op gevaar. In de stad werkt dat nauwelijks en moeten ze voortdurend om zich heen kijken. Dat kost extra energie. Boomkikkers trekken weg

‘Vogels slapen lichter als er ’s nachts licht op het nest valt’

uit lawaaiige gebieden, omdat ze elkaar niet kunnen horen. Roofdieren horen niet waar hun prooidieren zitten, omgekeerd horen prooidieren roofdieren niet aankomen. Zo heeft lawaai een grote impact op dieren.”

Bij te veel nachtelijk licht zijn er weer andere verstorende effecten. Pellegrom: “Vogels slapen lichter als er ’s nachts licht op het nest valt. Ook lijkt het erop dat koolmezen minder vreemdgaan. Daar gniffelen we om, maar het heeft gevolgen voor de verspreiding van het genetisch materiaal. Trekvogels oriënteren zich op sterren of vage lichten aan de horizon; door kunstverlichting raken ze van hun routes. Bij nachtvlinders vermindert de aanmaak van lokstoffen, waardoor ze minder paren. Minder nachtvlinders betekent vervolgens minder voedsel voor vleermuizen.”

Met omgeving

Het is heilzaam voor mens en dier als in ieder geval in delen van de provincie stilte en donkerte hersteld en in standgehouden wordt. Concrete gebieden die hiervoor aangewezen moeten worden in de nieuwe omgevingsvisie van de provincie, heeft Landschap Overijssel nog niet, zegt Pellegrom. “Sommige gebieden zijn al redelijk stil en donker. In samenspraak met de omgeving bepalen we graag in welke gebieden we nog meer stilte en donkerte kunnen beschermen.”

Nachtwandeling

Op 26 oktober begint de wintertijd. In die extra lange nacht zijn overal activiteiten om te ervaren hoe donker de nacht kan zijn. Honderden bedrijven doven de lichten van gebouwen en reclameborden. Ook Landschap Overijssel doet weer mee aan de Nacht van de Nacht. met wandelingen in het Dal van de Mosbeek het Reestdal en bij Hof Espelo. Ook is er bij Hof Espelo een kinderactiviteit. Meld je aan via: landschapoverijsse.nl/activiteiten

Tekst: Frans Bosscher
Fotot: Mark Zekhuis

Henk van Dorsten

‘Ik verdiende

1

gulden per dag’

In 1948 kwam Henk van Dorsten als veertienjarige jongen te werken in de tuin van landgoed De Horte. Dat is inmiddels meer dan 70 jaar geleden, en ondanks zijn leeftijd van 90 jaar, weet hij het zich nog te herinneren als de dag van gisteren. Met zijn verhalen neemt hij ons mee terug in de tijd.

Vijf dagen in de week stapte de jonge Henk op zijn fiets, met de broodtrommel onder de snelbinders, op weg naar Landgoed de Horte bij Dalfsen. Een uur heen en een uur terug, hij woonde toen in NieuwLeusen. Het was net na de Tweede Wereldoorlog, er waren nog maar weinig auto’s en dus ook weinig verharde wegen, laat staan geasfalteerde fietspaden. “Het was een hele rit. Ik had een fiets met houten

trappers. Als die begonnen te piepen, reed ik de sloot in. Dan waren ze weer even ‘gesmeerd’ en piepten ze niet meer. In de winter als er veel sneeuw lag, moest ik omfietsen omdat de fietspaden dan ondergesneeuwd waren.”

Aspergebedden

Landgoed de Horte werd net na de oorlog bewoond door Jonkheer Greven en

eerder omdat het vroeg donker werd. “Als ik thuiskwam warmde mijn moeder het eten dan voor mij op, mijn jongere broertjes en zusjes lagen dan al op bed.”

Hard werken

Ze waren thuis met z’n tienen, acht kinderen plus vader en moeder. Breed hadden ze het niet. Ze woonden in een klein boerderijtje, zonder waterleiding en elektra en vader verdiende de kost onder meer met het slachten van varkens bij de boeren in de omgeving. Om rond te kunnen komen was het nodig dat de kinderen zo snel mogelijk geld gingen verdienen. “Ik was veertien toen ik als tuinknecht op landgoed De Horte begon. Ik ging één dag in de week naar de Landbouwschool in Rouveen, daarna naar de Tuinbouwschool

in Dedemsvaart. De rest van de week werkte ik, ook op de zaterdagen. Per dag verdiende ik een gulden.”

Meloenen en kalebassen

De tuinjongen werd voornamelijk aan het werk gezet in de formele tuin aan de voorzijde van het grote huis. Daar was het hele jaar veel te doen. Er werd groente en fruit verbouwd en er groeiden en sierbloemen. Tegen de zwarte schutting stonden destijds perziken, in de kas floreerden druiven en vijgen. Voor de kas, waar nu een grasveld is, verbouwde het tweetal groenten voor de adellijke bewoners van De Horte.

Aan de andere kant van het huidige leiperenlaantje lagen onder meer aspergebedden. De vijf hazelaars werden

ook toen al per toerbeurt afgezet, zodat ze eens in de vijf jaar een nieuwe cyclus ingingen. Gunstig voor de opbrengst aan hazelnoten, maar ook handig voor het beheer van de tuin. Alle afgezette diktes hout werden gebruikt om fruit en groente onder optimale omstandigheden te laten groeien. Om meloenen en kalebassen van de grond te houden werden de dikste takken gebruikt; voor het opzetten van de peulen de dunste.

‘Het mooiste fruit ging naar de jonkheer’

Beerput

zijn gezelschapsdame. Ze hadden twee meisjes in dienst voor de keuken en de schoonmaak, vertelt Van Dorsten. “Ik kwam eigenlijk nooit in het huis van de jonkheer, alleen in de keuken als ik groenten uit de tuin bracht. Ik zag hem zelden, alleen zijn gezelschapsdame kwam heel af en toe bloemen knippen.” Die stonden - net als nu - tussen het smeedijzeren hek en de vijver. Zijn tuinbaas Jan van den Bosch die in het koetshuis woonde, was een schappelijke man.”Omdat ik een uur moest fietsen, mocht ik een uurtje later beginnen.” In plaats van zeven uur ’s ochtends begon hij om acht uur. Het waren desondanks lange dagen. In de zomer werkten ze tot half zeven door. In de winter stopten ze

De tuin van de Horte in vroeger tijden, dit was de situatie in 1971.

Hij herinnert zich dat bij elke fruitboom een bordje stond, waarop het ras was vermeld. Zo groeiden er oude appelrassen als cox orange en de present van Engeland. Je kunt ze er nog steeds vinden. “Snoepen van het fruit durfde ik niet. Niet één druif heb ik in mijn mond gestopt. Heel af en toe mocht ik wel een paar valappels meenemen. Het mooiste fruit ging naar de jonkheer en soms werd er wat verkocht.”

Van Dorsten en zijn baas kregen af en toe hulp van twee boerenknechten uit de omgeving, bijvoorbeeld in het bos, of als er zwaar werk verzet moest worden. Ook maakten ze één keer per jaar de beerput - de put met toiletinhoud dus - van het landgoed leeg. “De inhoud loosden ze in de groentebedden voor de kassen. De spinazie die wij dan later zaaiden, groeide er goed op,” besluit Van Dorsten grinnikend.

colofon

Natuurlijk Overijssel is een uitgave van Landschap Overijssel en wordt vier keer per jaar aan de donateurs toegezonden.

redactie en productie

Landschap Overijssel, Poppenallee 39, 7722 KW Dalfsen, tel. 0529 - 401 731

Redactie: Mieke Scharloo

Tel: 0529 – 408 387

Mail: mieke.scharloo@landschapoverijssel.nl

Web: www.landschapoverijssel.nl

donateursadministratie

Vragen over het lidmaatschap:

Sandra Bos en Acklien Lautenbach

Tel: 0529 - 401 731

Mail: donateurs@landschapoverijssel.nl

Bijdrage: minimaal 24 euro per jaar

IBAN: NL93 INGB 0008 6231 98

opmaak

Bredewold, Wezep

Productie

Mailtraffic, Zwolle

Tekst: Suzanne van Gaale

Elke vierkante meter telt!

Overijssel is een prachtig provincie, ons thuis!

Met iconische natuur op de glooiende Sallandse Heuvelrug, bij de rivieren, in de waterrijke Kop en het Twentse coulisselandschap. Nu staan deze karakteristieke streken onder druk, meer dan ooit. Door uitbreiding van steden, dorpen en bedrijventerreinen. Steeds meer natuur verdwijnt. Landschap Overijssel wil dit tij keren.

Samen met jou!

Retouradres: Landschap Overijssel, Poppenallee 39, 7722 KW Dalfsen

Door strategische liggende grond aan te kopen kunnen we bestaande gebieden verbinden. Zo ontstaat er meer ruimte voor planten en dieren en meer biodiversiteit . En kan de natuur beter tegen een stootje!

Doe je mee? Al voor € 7,50 bescherm je een vierkante meter!

Scan de QR-code of ga naar www.landschapoverijssel.nl/natuurfonds

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Natuurlijk Overijssel, herfst 2024 by Landschap Overijssel - Issuu