9 minute read

Het fijne van... woestijnen

Zandduinen tot zover je kan zien. Dat is het beeld dat bij velen opkomt als je aan een woestijn denkt. Denk maar aan de beelden van de rally Parijs-Dakar, het zand aan de piramides of de toeristisch aantrekkelijke Namibwoestijn. Een zandwoestijn is maar één type woestijn. Er zijn ook steen-, zout- en ijswoestijnen. Eigenlijk is een woestijn een gebied waar het amper regent, ongeacht of het daar nu heet of koud is. Ook Europa heeft woestijnen. En ja, er is ook een Sahara in België...

Woestijnen of meer wetenschappelijk gezegd ‘drylands’, hebben per definitie een aride of droog klimaat. Dat wil zeggen dat een gebied een woestijn is als het minder dan 250 mm/jaar regent. In een halfwoestijn, met een semi-aride klimaat, regent het 250-500mm/ jaar. Dat is best nog veel als je weet dat het in België jaarlijks gemiddeld 925 mm regent. In Spanje regent het bijvoorbeeld gemiddeld 650 mm/jaar, al zijn er in Spanje ook woestijnen, met maar ongeveer 100mm regen/jaar. Als we aan een woestijn denken, is het meestal aan de extreem droge drylands. Dat zijn die gebieden met een hyperaride klimaat, waardoor het minder dan 25 mm/jaar regent. 40% van de Aarde bestaat trouwens uit drylands, en dat percentage groeit, o.a. door de klimaatverandering, maar ook door ontbossing en vee dat het land kaal vreet.

Advertisement

Het regent zelden in woestijnen, 1-2 dagen per jaar, maar als het regent, regent het wel eens kortstondig hard. Het is niet ongewoon dat de zeldzame regen dan leidt tot een vloedgolf en overstroming. Een zogenoemde ‘flash flood’ kan heel wat schade aanrichten, en maakt soms slachtoffers. Tegelijk is een flash flood ook een voorname bron van water voor een woestijnregio, als het reservoir tenminste stand houdt tegen de kracht van water.

In 2018 was er bijvoorbeeld een flash flood in Petra, de oude woestijnstad in Jordanië. Plots hevige neerslag deed een alarm afgaan. 10 minuten later stroomde de vloedgolf Petra binnen. 10 minuten waren er dus om de toeristen uit Petra te evacueren naar hoger gelegen grond. In het nabij gelegen stadje Wadi Musa stond het water 4m hoog. Een paar uur later was het water al weer verdwenen, weggespoeld door de droge rivierbedding en geïnfiltreerd in de bodem. De bescherming tegen flash floods heeft in sommige plaatsen voor bizarre infrastructuren gezorgd. In Egypte beschermt een heuse stuwdam van minstens 50m hoog en 100m breed de trekpleister Sharm-El-Sheikh (Egypte) tegen de desastreuze overstroming die hopelijk nooit komt. Het zicht op de dam is wel bizar: een dam met aan beide kanten een woestijn. Er zijn andere voorbeelden uit de regio rond de Middellandse Zee, waar bruggen zijn gebouwd van meer dan 50m terwijl het stroompje op de meeste dagen amper water bevat. Ervaring leerde dat smallere bruggen en wegen om de paar jaren worden weggeblazen door een vloedgolf. Een tip voor kampeerders in droge streken is om je tent niet vlak naast een riviertje te zetten, en ook niet in, of dichtbij, een droge canyon. Het zou maar eens die ene nacht kunnen zijn dat een vloedgolf je tent wegvaagt.

De droogste woestijn ter wereld is de Atacama woestijn in Chili. Daar regent het gemiddeld minder dan 5 mm/jaar. Het is zo droog dat zelfs de 6000’ers in de Atacamaregio maar zelden sneeuw zien. Ook de nabijgelegen Ojos del Salado (6885m), de 2de hoogste berg in ZuidAmerika na de Aconcagua, en één van de vulkanische 7 summits, heeft vaak geen sneeuw. Experts denken dat het in het centrum van de Atacama slechts een paar keer regende in de laatste eeuwen, tot in 2015. In 2015 en opnieuw in 2017 trok een storm over de Atacama. Plots regende het. Plots waren er lagunes. De geografische ligging van de Atacama, met de Andes aan de ene kant en het Chileens kustgebergte aan de andere kant, verklaart de extreme droogte. De Andes houdt de wolken uit het Oosten tegen en zorgt aan die kant voor neerslag. De andere kant, de Atacama, ligt in de regenschaduw en blijft droog.

De Atacama ligt bovendien tussen 2 bergketens en ligt dus in een dubbele regenschaduw. Bovendien passeert de koude Humboldtzeestroming aan de Atacama, waardoor weinig wolken worden gevormd en het dus weinig regent. Elke 2 tot 7 jaar is er wel meer kans op regen. Dan warmt zeewater op ten gevolge van een verandering in de zeestroming: het zogenoemde El Niño-fenomeen. Warmer water verdampt meer en dus worden meer wolken gevormd. Dit leidt tot een hogere kans op neerslag. Het is trouwens niet eens zo heet in de Atacama. Op het hoogplateau (2500m) is het overdag gemiddeld 22°C. ’s Nachts wordt het 20°C kouder. In de zomer is het overdag ongeveer 25°C en ’s nachts ongeveer 15°C. Wel wat draagbaarder dan de 40+°C in grote delen van de Sahara en het Midden-Oosten. Maar ook daar kan het ’s nachts berekoud zijn. Nog een laatste weetje: de samenstelling van de bodem van de Atacama woestijn lijkt hard op die van Mars. Bergsporters met ambitie voor een Marsexpeditie trainen dus best in de Atacama woestijn.

De grootste woestijn in de wereld is trouwens niet de Sahara maar wel Antarctica. Gemiddeld valt er minder dan 200mm per jaar aan neerslag op de Zuidpool, meestal in de vorm van sneeuw.

Op de Zuidpool is er trouwens een nog drogere plaats dan de Atacama woestijn: de McMurdo Dry Valleys. Daar heeft het al 2 miljoen jaar niet meer geregend of gesneeuwd. De Dry Valleys zijn twee grote ijs- en sneeuwvrije steen vlaktes. Eigenlijk sneeuwt het er wel, maar sterke valwinden zorgen ervoor dat de sneeuw verdwijnt alvorens het de grond raakt. In de 19de eeuw streden Bolivië en Chili om de Atacama, een woestijn waar amper iets groeit. Maar de grond is rijk aan mineralen. Inzet toen was natriumnitraat of Chilisalpeter, een zout dat als kunstmest gebruikt werd en als grondstof voor explosieven in de Eerste Wereldoorlog. Technologische innovatie heeft dit wat in de vergetelheid gebracht. De huidige rijkdom is lithium, een bronstof voor batterijen. De Atacama blijft een superpower in termen van lithium. Lithium wordt vooral gezien als een milieuvriendelijke grondstof, want het is essentieel voor elektrische auto’s. De ontginning vergt echter veel van de omgeving. Er is veel water nodig bij de ontginning, in een gebied dat al droog is. Een woestijn lijkt dan misschien doods, maar er is toch heel wat leven van afhankelijk. Flamingo’s die graag foerageren in de ondiepe lagunes zijn een typisch voorbeeld, naast de cactussen, schorpioenen, coyotes en slangen om maar een paar voorbeelden te geven.

Zoutwoestijnen zijn ook toeristisch interessant. In de Salar de Uyuni in Bolivië, een hoogplateau op 3650m hoogte, kan je in hotels uit zout slapen.

In de Black Rock desert in de Verenigde Staten gaat dan weer elk jaar het Burning Man festival door. En dan is er de spectaculaire White Sands woestijn, ook in de Verenigde Staten, een spierwitte woestijn, met duinen gemaakt van gipskorrels.

Gemiddeld gezien regent het in Europa wel genoeg. In het Middellandse Zeegebied is het weliswaar heel droog in de zomer, maar vaak toch ook nat in de winter. Toch zijn er gebieden in Europa die zo droog zijn dat er woestijnen zijn ontstaan. In Spanje zijn woestijnen verspreid over het land. In Andalusië liggen de Tabernas woestijn, het beschermd heuvelachtig natuurgebied op 30 km noordelijk van Almería, en het Cabo de Gata - Níjar Nationaal Park, vulkanische kliffen aan zee met El Fraile als hoogste piek (493m). De Tabernas woestijn ligt in de regenschaduw van de omringende Sierra’s (gebergtes). Opvallend is dat slechts een deel van de Tabernas woestijn effectief een woestijn is. Enkel tussen 400-800m hoogte is de Tabernas een woestijn. Daarboven regent het meer, en kan dus niet meer als woestijn geklasseerd worden. In de zomer wordt het op lagere hoogte meer dan 40°. In de winter vriest het net niet. In het noorden van Spanje heb je ook nog de Monegros woestijn (Aragon) en de Bardenas Reales (Navarra). Eerder dan woeste natuur, zijn dit bewoonde gebieden met verspreide dorpen. De lavawoestijnen van de Canarische eilanden zijn wellicht de bekendste woestijnen van Spanje.

Alhoewel Italië en Griekenland een vergelijkbaar klimaat hebben als Spanje, vind je toch minder plekken waar het extreem droog is. In Griekenland is bijvoorbeeld het toeristische eiland Santorini een semi-woestijn. De Accona woestijn in Italië wordt genoemd als de enige woestijn in Italië, maar het regent er toch te veel om een woestijn genoemd te kunnen worden. Ook het binnenland van Ijsland wordt vaak beschouwd als een semi-woestijn, al klopt dat wetenschappelijk gezien niet. Het regent er meer dan genoeg, maar de grond is er zo poreus dat het regenwater supersnel infiltreert. Daardoor is er amper nog iets over planten, waardoor het eruitziet als een woestijn.

De zogenoemde Europese Sahara bevindt zich dan weer in Servië. De Deliblatska Peščara, ofwel de Zanden van Deliblato, is de grootste zandvlakte van Europa (300km²). De duinen zijn 70-200m hoog. Heel wat hoger dan de hoogste duin van België, de Hoge Blekker in Oostduinkerke (33m hoog). Eigenlijk zijn de zandduinen de vroegere zeebodem. Verder is er weinig dat aan een woestijn doet denken. Het is eerder een steppegebied, met vruchtbare bodem en verspreide bomen. De Zanden zijn een erkend natuurgebied: er zijn meer dan 900 plantensoorten, waarvan 20 soorten orchideeën, een wereldrecord voor een woestijn. Het is een paradijs voor vogelaars. Er komen herten, everzwijnen en zelfs wolven voor. Ook België heeft een Sahara, de Lommelse Sahara, in de regio Bosland in de provincie Limburg. De zandduinen doen denken aan een woestijn, maar eigenlijk staat het evengoed bekend voor zijn bos, meertjes, moeras en heide. De 30m hoge uitkijktoren geeft je een zicht over de Sahara. De Lommelse Sahara is nu één van de mooiste plekjes van Vlaanderen, maar nog niet zo lang geleden zag het er slechter uit. De vervuilde gassen van de vroegere zinkfabriek maakten het landschap dor. Droog weer met veel wind in de twee decennia nadien deed een woestijn ontstaan. Een ideale plaats voor een springstoffenfabriek om granaten en antipersoonsmijnen te testen tussen 1957-1967. En natuurlijk kan je niet naast de zandwinning zien. Zand uit de streek van Lommel is het zuiverste van de wereld en dus een ideale grondstof om glas van te maken. De vijvers zijn het resultaat van zandwinning. Maar ook nu nog is zandwinning in de streek belangrijk, al is het niet meer in de Lommelse Sahara zelf.

Saharazand, van de echte Sahara in Noord-Afrika, vind je trouwens ook wel eens terug in de Alpen. In de voorbije winter (2021) zag de lucht in grote delen van de Alpen rood-oranje. Grote stofwolken met rood Saharazand daalden uiteindelijk neer in de Alpen. Stofwolken met Saharazand komen wel vaker voor, maar meestal minder intens dan de voorbije winter.

Foto pag 56: duinenwoestijn © Fernando Paredes Murillo Foto pag 57: Het klooster van Petra, Jordanië © Diego Delso) Foto pag 58 links: de Atacama woestijn, Chili © Piedras Rojas Foto pag 58 rechtsboven: Salar de Uyuni in Bolivië © diego Aguilar Foto pag 58 rechtsonder: White Sands, USA, © Christopher Ott Foto pag 59 links: Tabernas woestijn, Spanje © Colin C Wheeler Foto pagina 59 rechts:Lommelse Sahara © dienst Toerisme Lommel

This article is from: