
9 minute read
Oman, de Verborgen Parel van het Midden Oosten
Ik druk mijn voet diep in het zachte zand aan de vloedlijn. Kleine golfjes rollen lusteloos af en aan. Het strand strekt zich uit tot aan de einder. De weeë geur van oleander komt mij tegemoet op de avondbries. De Indische Oceaan glinstert in de ondergaande zon...
Tot het midden van de vorige eeuw was Oman afgesloten van de buitenwereld en was het leven er spartaans. ’s Avonds gingen de poorten van het ommuurde Muscat onherroepelijk op slot. Het hele land had slechts vijf km geasfalteerde weg, twee scholen en twee hospitalen. In 1970 stootte Sultan Qaboos zijn vader van de troon, het begin van een periode van ongekende vooruitgang met respect voor tradities. Sultan Qaboos werd op handen gedragen, tot zijn dood begin 2020.
Advertisement
Oman heeft zich in de laatste decennia opgeworpen als een topbestemming, met een palet aan mogelijkheden voor de avontuurlijke en de minder avontuurlijke reiziger. Een land met authenticiteit en gastvrijheid. Een veilig land met veel troeven.
Tien jaar heb ik hier gewoond, Oman omarmde mij met hartelijkheid. Het is een paradijs voor wie zich openstelt voor de Arabische cultuur. Oman is ook een paradijs voor wie houdt van de bergen en van avontuur, weg van de massa.
Negentig procent van Omans landoppervlak is wel een karakterloze woestijn. Maar die woestijn herbergt de belangrijkste inkomstenbron van het land: olie en gas. De avontuurlijke reiziger heeft op deze troosteloze vlakte weinig te zoeken. De magie van Oman ligt elders. Muscat – de hoofdstad uit Duizend-en-Een-Nacht
De hoofdstad is de startplaats van elk avontuur, al was het maar om op adem te komen na de nachtvlucht. Hier doe je de laatste inkopen, wissel je geld en regel je een 4WD – al dan niet met gids/chauffeur.
Maar het hoofdstedelijke gebied rond Muscat heeft ook zijn eigen charmes. De traditionele markt (souq) van Muttrah bijvoorbeeld, vijftig jaar geleden wellicht een mysterieus nest vlak bij de haven, in de rug gedekt door bergen en rotsen, waar de kustbevolking en de harde bedoeïenen hun inkopen deden, in donkere steegjes met de geur van wilde, vreemde specerijen. Verder zijn het prachtige Nationaal Museum, de majestueuze Sultan Qaboos moskee en het imposante Operagebouw een bezoek waard.
In de baai van Muttrah dobbert nog een eenzame dhow – het Arabische zeilschip dat van Oman in de 18e en 19e eeuw een belangrijke zeevarende natie maakte, en een knooppunt op de handelsroutes tussen Europa, de Indische Oceaan en Oost-Afrika.
Als de avond valt komen overal de kleine steegjes tot leven, en verandert elk streepje strand of stukje gras in een voetbalveld. Op de perfect gemanicuurde gras-en-bloemenvelden naast de autowegen wordt nog even bijgepraat tot de roep voor het maghribgebed uit alle minaretten galmt.

1500 km kustlijn, begrensd door de Verenigde Arabisch Emiraten in het Noorden en Yemen in het Zuiden. De kuststrook is ook waar negentig procent van de bevolking leeft en werkt. Omans bevolkingsgroei bedraagt drie procent per jaar, zes maal meer dan België. Door deze dynamische groei zijn de kuststeden langzaam vergroeid tot één lang groen lint, met clusters van witte huizen en moskeeën met kleurige minaretten. Sommige stranden hebben hierdoor hun aantrekkingskracht verloren. Maar eenmaal weg van de Muscat-Sohar strook ontdek je nog echte pareltjes – paradijselijke baaien, kleine strandjes genesteld in rotsachtige alkoven, en hier en daar lagunes die een waar paradijs vormen voor vogelspotters.
Aan het meest oostelijke puntje van Oman, bij Ras al Hadd en Ras al Jinz, komen elk jaar twintigduizend groene zeeschildpadden hun eieren leggen. ’s Nachts hijsen ze hun 150 kg zware lichaam het strand op om een honderdtal eieren te leggen. Deze stranden genieten bescherming maar kunnen wel bezocht worden om het legritueel te observeren of om de kleintjes het ruime sop te zien kiezen.
Er is een ruim, goed georganiseerd aanbod voor wie houdt van snorkelen, diepzeeduiken of sportvissen, of voor wie dolfijnen of walvissen wil spotten. Op verschillende plaatsen ten zuiden van Ras al Hadd liggen scheepswrakken, de stille getuigen van de verraderlijke moessonwinden.

Het ruige Hajjargebergte
Het Hajjargebergte is het uitgelezen doel voor een eerste bezoek aan Oman. Het ontstond toen de Arabische tektonische plaat miljoenen jaren geleden tegen Iran aanbotste. De hoogste top is Jebel Shams (Berg van de Zon), 3009m. De natuurelementen hebben het gebergte gesculpteerd met diepe, grillige wadi’s (droge rivierbeddingen). Her en der ontspringen bronnen – en waar water is, is leven. Felgroene oases schitteren oogverblindend in dit overwegend dorre gebergte. De dorpjes zijn vaak verbonden door een netwerk van historische paden, aangelegd toen de Perzen over Oman heersten. Langsheen die paden heb je vaak overweldigende uitzichten.
Vooral in de Westelijke Hajjar is een aantal wandelroutes uitgestippeld, de ene al wat langer en pittiger dan de andere. Vaak heb je een 4WD nodig om aan de start van deze tochten te komen. Buiten de gemarkeerde paden kan je altijd je eigen tocht uitstippelen – de mogelijkheden zijn onuitputtelijk. Omdat je realistisch slechts water voor twee dagen kan meenemen moeten meerdaagse trektochten goed voorbereid worden. In sommige dorpjes kan je pakezels (in het noorden) of kamelen (in het zuiden) met begeleider organiseren. Dergelijke service is nog niet echt uitgebouwd, er moet ter plaatse onderhandeld worden.
Rotsklimmen in Oman werd ooit beschreven als “Diamants in the Dust”, een verwijzing naar de aantrekkelijke klimmogelijkheden in dit dorre land. Een groot aantal routes is gepubliceerd (tot 8b+): www. omanclimbing.com is een goede site voor ideeën en contacten. Met duizend meter is de bijna verticale zuidflank van de alleenstaande Jebel Misht de hoogste wand van het Arabisch Schiereiland, en in de vakliteratuur wel eens beschreven als de El Capitan van de woestijn. Wees voorzichtig als je op eigen houtje klimt: het gesteente in Oman is vaak heel broos aan de oppervlakte, en er zijn geen gespecialiseerde reddingsdiensten.
De Oostelijke Hajjar biedt een aantal spectaculaire mogelijkheden voor speleologie. ‘Seventh Hole’ en ‘Majlis al Djinn’ (de Kamer der Geesten) zijn de meest bekende.
Je kan via Seventh Hole afdalen naar een ondergronds systeem dat je tien à twaalf uur volgt tot je weer aan de oppervlakte komt in een enorme kathedraal, de Tahiri grot.
Majlis al Djinn is een reusachtige grotkamer zonder gangenstelsel. Afdalen is mogelijk door drie openingen in het dak, waarvan de hoogste en meest gegeerde Cheryl’s Drop, 158.2m bedraagt. Pittige afdaling, maar vooral ook pittige klim naar boven! Om de toename in ongecontroleerde afdalingen en base jumps te stoppen kan je Majlis al Djinn alleen met een vergunning betreden.

Wie volledige afzondering en een prachtige sterrenhemel verkiest, trekt naar de Rub’ al Khali (of Het Lege Kwartier), ’s werelds grootste continue zandvlakte. In de Rub’ al Khali komt het zand dat zijn oorsprong heeft in Noord Afrika en de Levant uiteindelijk tot rust.
Duinen in de Rub’ al Khali zijn tot 250m hoog en hebben een geel-oranje kleur die prachtig oplicht in de zonsondergang. Tussen de duinen liggen vlaktes waarvan de Umm As Samim (Moeder der Giffen) de meest notoire is, een uitgestrekte zoutvlakte die op sommige plaatsen verraderlijk drijfzand verbergt.
De Rub’ al Khali lag op de route van de vroegere wierookkaravanen. De toenemende verzanding maakte deze routes echter onmogelijk vanaf de derde eeuw, toen ook de ‘verloren stad’ Ubar door het zand werd opgeslokt. Het Lege Kwartier is – zoals de naam al doet vermoeden – leeg. Je vindt hier geen hotels, geen kruidenierswinkeltje, geen benzinestation, geen bandenreparateur. Een tocht door de Rub’ al Khali vergt nauwgezette planning en wordt best gedaan met meerdere voertuigen.
Op amper twee uur rijden van Muscat ligt de Wahiba zandwoestijn, een stuk toegankelijker, en daardoor ook vaker bezocht door toeristen, met goede en minder goede gevolgen. De duinen van de Wahibawoestijn zijn iets minder indrukwekkend, maar je kan er comfortabel overnachten in een tentenkamp. Ook korte geleide kameeltochtjes en andere toeristische activiteiten behoren tot de mogelijkheden. Je kan ook de hele woestijn doorkruisen met een 4WD – het gemakkelijkst in Noord-Zuid richting.
De Wahibawoestijn en omliggende steden zijn het territorium van de bedoeïenen, indrukwekkend in hun eenvoud. Geharde mensen, trouw aan traditie, en één met de natuur. Hier worden kamelen geracet en verhandeld voor enorme bedragen, hoewel ook de Toyota pick-up nu een belangrijke plaats heeft ingenomen. Het noordelijke tipje van het Arabisch schiereiland behoort ook toe aan Oman: het Musandam schiereiland. Dit schiereiland is van enorm strategisch belang omdat het de straat van Hormuz overziet waar dagelijks twintig procent van het wereldolietransport doorheen gaat. Musandam is zeker een bezoek waard, het heeft een ruig gebergte en prachtige baaien die je kan verkennen op een lokale dhow. Het is een paradijs voor diepzeeduiken en snorkelen.



Duizend kilometer ten zuiden van de hoofdstad ligt Salalah. Omdat Salalah op het pad van de zuidwestelijke moesson ligt krijgt het in de zomermaanden veel regen, waardoor het ruige landschap verandert in een weelderig groen tapijt, grazende koeien inbegrepen. Dit trekt veel regionaal toerisme aan.
Ook het Jebel Samhan gebergte net ten noorden van Salalah geniet van deze regenval. In dit gebied groeien de wierookbomen die tot op de dag van vandaag (weliswaar illegaal) geoogst worden. Jebel Samhan is ook de laatste schuilplaats van de Arabische luipaard. Slechts een honderdtal van deze schuwe dieren is nog in leven en wordt daarom ook beschermd. Toegang tot de regio vereist toestemming.
Omans grootste troef
Omans grootste troef: de Omanis zelf. Het zijn zij die dit mooie land uniek maken. Met een speelsheid, een vrolijkheid en levensvreugde, een zekere fierheid, veel oprechtheid en een mateloze gastvrijheid maken zij Oman magisch Klimaat Bezoek Oman tussen Oktober en Maart. De andere maanden zijn soms ondraaglijk warm (tot 50°) en bovendien vaak onaangenaam vochtig aan de kust.

Overnachten Er is een ruim aanbod aan hotels, hoewel minder low-budget. In de grote steden en op de koele plateaus van het Hajjar gebergte vind je 5- of 6-sterren luxe – met het bijhorend prijskaartje. In de Wahiba woestijn zijn een aantal tentenkampen. In sommige dorpjes zijn traditionele huisjes omgevormd tot sfeervolle guesthouses. Wild kamperen is toegestaan.
Geld Elektronisch betalen is mogelijk in hotels en grote winkels maar nog niet overal ingeburgerd. Je kan Euro’s wisselen in wisselkantoortjes of met je credit card afhalen in geldautomaten.
Taal Voertaal is Arabisch maar de meeste Omanis spreken aardig Engels. Leuk als je een paar Arabische begroetingen onder de knie hebt.
Lokale gebruiken Omanis zijn heel tolerant maar appreciëren als hun lokale gewoontes gerespecteerd worden. Op drukke plaatsen is het goed om je te kleden met enig decorum. Sommige moskeeën zijn toegankelijk – daar zijn shorts niet toegelaten en moeten dames het haar bedekken. Groeten en eten doe je enkel met de rechterhand. Alcohol kan je alleen kopen in de dutyfree bij aankomst of meebrengen in je bagage. Drink verstandig en niet in het openbaar.
Water Water is heel schaars, bereid je goed voor als je erop uit trekt. Jammer genoeg laten onbezonnen avonturiers nog steeds het leven omdat ze zonder water komen te zitten. Regen is zeldzaam, maar tevens heel destructief. Water kan maar moeilijk de rotsige ondergrond in, en droge rivierbeddingen veranderen in een mum van tijd in kolkende stromen die alles meesleuren.

Interesse in een kleinschalige, avontuurlijke reis? De jonge en dynamische Belgische reisorganisatie www.thewildlinger.com heeft dergelijke reis in hun aanbod.