Kindvak Magazine juni 2024

Buiten valt er wat te praten

Een gecertificeerde natuurheuvel

Buitenspelen & natuur

Speeltuin of polder?

De zon speelt altijd buiten, kom je ook?

Met een glimlach naar buiten

Nr. 37, 9e jaargang, juni 2024

KindVak Magazine verschijnt 4x per jaar en wordt digitaal verspreid onder ruim 22.000 pedagogisch professionals in Nederland én België.

KindVak Magazine is een uitgave van:

ConExpo bv

De Bloemendaal 3

5223 EB ’s-Hertogenbosch

Eindredactie: Natascha Kiefmeijer natascha@kindvak.nl

Met medewerking van:

Mireille David

Wendy Meerbeek

Aart Verschuur

Michiel van Campen

Sanne Kuipers

Vormgeving en traffic: @Gedruktezaken

Coverfoto: istock.com

De redactie van KindVak Magazine stelt met zorg de inhoud samen voor iedere editie. De verantwoording voor ingebrachte teksten ligt bij de auteurs.

Voorwoord

Buitenspelen en Natuur: zo belangrijk voor de ontwikkeling van ieder kind. Want kinderen die regelmatig buiten spelen en in de natuur zijn, zitten lekkerder in hun vel, slapen beter en zijn minder vaak ziek. Het was voor ons redactieteam dan ook een feestje deze nieuwe uitgave van KindVak Magazine te maken. Zo ging Mireille in gesprek met Janneke Hagenaar van Stichting Groen Cement over onder andere natuurinclusief opgroeien en het kwaliteitsmerk Groene Kinderopvang. Hoe helpt dit kwaliteitsmerk kinderopvanglocaties te vergroenen?

Aart sprak met onderzoekster Bernadette van Heel over het steeds verder wegraken van natuur door verstedelijking en het feit dat er steeds minder natuurlijke plekken bereikbaar zijn voor kinderen. Het aantal buitenspeeluren van kinderen neemt af en dat is een zorgwekkende trend. Wat kan er volgens Bernadette gedaan worden om kinderen natuur te brengen én natuur naar de kinderen? Je leest het op pagina 25 t/m 27.

Het motto van BSO WildWoozt is dat de zon altijd buiten speelt! Wendy sprak met initiatiefnemer en oud sport professional Rob Reckers over het succes van deze buitenschoolse opvang, die in 5 jaar tijd is uitgegroeid van één bakfiets én een duidelijke missie, naar 11 locaties in en rondom Eindhoven.

Een bomvol magazine dus weer, dat hopelijk ook voor jou een feestje is om te lezen. En over feestjes gesproken... ons team kijkt enorm uit naar 19, 20 & 21 september. Dan vindt KindVak weer plaats in Brabanthallen ’s-Hertogenbosch en ook dat belooft een groot feest te worden. Een honderdtal exposanten en diverse workshopgevers staan dan klaar om jou te inspireren over alle trends en ontwikkelingen binnen de kinderopvangen onderwijsbranche. Op pagina 36 vind je alvast meer informatie.

Houd ook onze website in de gaten. Binnenkort is daar het uitgebreide workshopprogramma te zien. Wanneer je jezelf aanmeld voor KindVak, mag je 2 gratis workshops naar keuze volgen. Tijdens jouw bezoek ontvang je bovendien de beursspecial van KindVak Magazine. Genoeg redenen dus om KindVak te bezoeken!

Voor nu veel leesplezier toegewenst met deze editie van KindVak Magazine en alvast een fijne zomerperiode toegewenst. Hopelijk zien we elkaar in september op KindVak 2024!

Namens het team van KindVak

Natascha Kiefmeijer

Sportdocent

dé beweegpartner binnen de kinderopvang

De kinderopvang is dé plek om kinderen te stimuleren en te enthousiasmeren om meer te sporten, te bewegen en (buiten) te spelen. Naast alle motorische vaardigheden die kinderen daardoor ontwikkelen, brengt het ze ook op cognitief en sociaal vlak vooruit. Buitenspelen kan niet zonder het juiste materiaal!

› Sportbegeleiders die structureel of ad hoc inzetbaar zijn

› Senior (sport) pm’er of (assistent) locatiemanagers op interim-basis

› Sportibox Pleinspelen

› Compleet verzorgde sportieve events KindVak

Benieuwd naar wat Sportdocent kan betekenen voor uw kinderopvangorganisatie? sportdocent.nu/kinderopvang-in-beweging

Inhoudsopgave

Mireille David

Buiten valt er wat te praten

Wendy Meerbeek

De zon speelt altijd buiten, kom je ook?

Column Michiel van Campen

Overal en elke dag bewegen en buiten spelen: het leukste wat er is!

Aart Verschuur

Mireille David

Aart Verschuur

Column Sanne Kuipers

of polder?

Sportdocent

Bewegen, sporten en (buiten)spelen in de kinderopvang, hoe regel je dat?

Tekst: Mireille David Beeld: Groen Cement

Buiten valt er wat te praten

Uit recent onderzoek blijkt dat het aantal woorden dat kinderen gebruikt groter en meer divers is als zij spelen in een groene omgeving. Dat het inrichten van een groene omgeving van belang is, was in 2009 reden om de organisatie Groen Cement op te richten. Janneke van de Bos had als motto bij de oprichting van Groen Cement dat het belangrijk is dat alle kinderen naar buiten gaan. Tegenwoordig is aan het motto ook natuurinclusief opgroeien toegevoegd.

KWALITEITSMERK EN METSELAARS

Op dit moment is Janneke Hagenaar directeur van Groen Cement. Zelf is zij een bezige bij. Naast het geven van trainingen voor Startblokken en Basisontwikkeling en deelname aan het lectoraat Natuur en Ontwikkeling Kind van Hogeschool Leiden, zorgt zij sinds 2022 als directeur samen met haar team voor de voortzetting van het gedachtegoed van Janneke van de Bos. Hagenaar: ‘In 2011 is het kwaliteitsmerk in het leven geroepen. Met dit kwaliteitsmerk Groene Kinderopvang wordt het bewustzijn vergroot van de wederkerige relatie met de natuur.’ Het kwaliteitsmerk helpt de kinderopvang te vergroenen en houdt er rekening mee dat elke kinderopvanglocatie vanuit een ander vertrekpunt start om toe te werken naar een groene kinderopvang. Om uiteindelijk het kwaliteitsmerk te ontvangen moet een locatie voldoen aan vijf kenmer-

ken, waaronder de natuur verankeren in het pedagogisch beleidsplan en het samenwerken met externe natuur- en milieuorganisaties in de buurt. Ook is een kenmerk dat iedere locatie minimaal twee personeelsleden in dienst heeft die de Groen Cement metselaars worden. ‘Deze metselaars zijn als het ware de kartrekkers om ervoor te zorgen dat het gehele team betrokken blijft bij de weg naar een groene kinderopvang toe en om daarna ook nieuwe elementen toe te blijven voegen’, laat Hagenaar weten. Voor deze metselaars worden ook speciale metselaardagen verspreid over het hele land georganiseerd. Hier krijgen de metselaars nieuwe ideeën aangeraakt en is er ruimte voor uitwisseling met anderen. Tijdens deze speciale metselaardagen krijgt ook het jaarthema vorm. Dit jaar is het jaarthema ‘We praten met-in-over de natuur’. Bijzonder is dat er ook veel animo vanuit het buitenland

is om kennis te maken met Groen Cement. ‘Je denkt dat bijvoorbeeld Scandinavische landen juist alles op orde hebben en wij vanuit Nederland daar weinig aan toe te voegen hebben’, zegt Janneke Hagenaar. ‘Wat de buitenlandse gasten aangeven is dat zij vooral geïnteresseerd zijn in de vele elementen die wij met elkaar verbinden, zoals de metselaars op een locatie, de metselaarsdagen, het kwaliteitsmerk, werken met een jaarthema en ook de Groen Cement Academie.’ In de presentaties aan gasten vertellen medewerkers van Groen Cement ook hoe het team van beoordelaars werkt, de beoordelaars die de certificering en hercertificering van het kwaliteitsmerk uitvoeren. De beoordelaars komen onder andere uit de pedagogische en natuur-ecologische hoek bij elkaar.

BABY’S NAAR BUITEN

Ook werkt Groen Cement nauw samen met de wetenschap. Een voorbeeld hiervan is ‘Op expeditie in de babytuin’, een teamtraining voor de kinderopvang. Deze teamtraining is ontwikkeld door onderzoekers en trainers van het lectoraat Natuur en Ontwikkeling Kind van Hogeschool Leiden op basis van ervaringen

en uitkomsten uit het onderzoek ‘Versterken van de kwaliteit groene kinderopvang door gebruik van de natuur als pedagogische ruimte.’ In het onderzoek hebben pedagogisch professionals, pedagogisch coaches, managers en onderzoekers samengewerkt aan de vraag hoe je in de kinderdagopvang meer en langer met baby’s buiten kunt zijn, een echte expeditie. Hagenaar: ‘Wij zagen dat baby’s nog te weinig buiten komen terwijl het juist voor veel plezier zorgt en de gezondheid verbetert, niet alleen de gezondheid van de kinderen maar ook het welzijn van de pedagogische medewerkers zelf gaat omhoog als zij meer met baby’s buiten komen’. Al deze inzichten nemen de professionals van Groen Cement mee in het begeleiden van organisaties die een groene kinderopvang willen worden. De combinatie van theorie en praktijk zie je ook terug in de Groen Cement Academie waar speciale leergangen worden aangeboden. Experts zorgen bij de Academie dat vragen uit de praktijk bij elkaar komen in een thema zoals baby’s naar buiten of

copyright bureauhagenaar

HOOFD-SCHOUDERS-KNIE EN TAAL

Recent is het promotieonderzoek ‘Hoofd-schoudersknie en taal’ door Jannette Prins, Janneke Hagenaar en Marieke van Ierschot uitgevoerd. In dit onderzoek zijn kinderen tussen de twee en zeven jaar, dus kinderen van kinderdagverblijven en basisscholen, onderzocht. Hagenaar: ‘Vanuit de praktijk hoorden wij dat het opvalt dat kinderen steeds vaker moeite hebben met handelingen, zoals hun laarzen aantrekken, knippen en ongelukkig terechtkomen doordat zij minder buitenspelen en daardoor ook minder vallen.’ Pedagogisch medewerkers en leerkrachten oefenen veel maar er blijft een ervaringsachterstand vaak. Daarom is er een uniek onderzoek uitgevoerd waarbij kinderen op zogenaamde grijze en groene pleinen met elkaar vergeleken zijn. Bij beide groepen is een geluidsopname van tien minuten opgenomen en de uitkomsten laten significante verschillen zien op taalgebied. Het blijkt dat de kinderen op groene pleinen veel meer woorden gebruiken en dat de woorden die zij gebruiken complexer zijn en een grotere diversiteit hebben. De ervaringsachterstand van de kinderen op de grijze pleinen zorgt dus ook voor een taalachterstand. ‘Hier-

mee heeft dit onderzoek duidelijk aangetoond dat het belangrijk is om te zorgen voor een omgeving waarin kinderen uitgedaagd worden om de natuur en ruimte te ontdekken, want natuur en ruimte blijken een echte co- teacher te zijn en zij kunnen als extra pedagoog gezien worden’, legt Hagenaar uit. De uitkomsten van het gehele onderzoek zijn binnenkort, samen met illustraties uit de praktijk, te lezen in het boek Taalonderwijs in de natuur, via uitgeverij Boom uit Amsterdam.

OVER DE AUTEUR:

Mireille David is trainer en coach voor het onderwijs, de kinderopvang en welzijnssector. Zij is redacteur voor KindVak Magazine en voor dit artikel ging zij in gesprek met Janneke Hagenaar, directeur van Groen Cement en onderzoeker bij Hogeschool Leiden.

LEES MEER:

Groen Cement: www.groencement.nl

Tekst: Wendy Meerbeek, Meersocial Beeld: BSO WildWoozt

De zon speelt altijd buiten, kom je ook?

Het begon met één bakfiets én een duidelijke missie: de straten weer gevuld krijgen met spelende kinderen. Nu, ruim 5 jaar later heeft BSO WildWoozt 11 locaties in en rondom Eindhoven. Wat is het succes van deze buitenschoolse opvang? En hoe organiseer je een snelgroeiende organisatie in tijden van personeelstekorten? Wij spraken Rob Reckers, initiatiefnemer van BSO WildWoozt.

Na zijn carrière in de sportwereld, gaat Rob met zijn partner en kinderen een half jaar op reis. Ze zijn in die periode vooral buiten en in beweging. ‘Tijdens deze reis protesteerden onze kinderen niet als ze naar bed moesten. Alle energie raakten ze kwijt op de dag. Eenmaal thuis was het in Nederland regenachtig en waren de kinderen weer meer binnen. Het was ‘stoeien’ om ze in bed te krijgen, ze hadden nog teveel energie over.’ Dit kan anders, dacht hij. ‘Kinderen moeten gewoon ieder seizoen na schooltijd ‘ouderwets’ buiten kunnen spelen. Met blosjes op de wangen naar huis en dan goed slapen! Zo ontstond het idee een BSO op te richten waar altijd buiten gespeeld wordt. Op deze manier leren we kinderen weer hoe leuk buitenspelen is en we willen een serieuze concurrentie zijn van de schermpjes.’

DOOR WEER EN WIND

Zijn eigen zoons en vriendjes haalt hij op met de bakfiets, maar de club wordt al snel groter door de toene-

mende vraag van ouders. Hierdoor groeit het team ook snel. ‘We zijn te herkennen aan onze bakfiets zonder motor én een gele regenjas bij slecht weer. We gaan door weer en wind, en moeten net zo hard trappen als de kinderen. We maken er soms een wedstrijdje van, hierdoor enthousiasmeren we de kinderen om te bewegen. ‘De begeleider fietst voorop en de kinderen vanaf 7 jaar gaan zelf op ‘wieltjes’ mee. Op de fiets, step of skates, dat maakt niet uit. Als ze al maar lekker hun energie kwijt kunnen tijdens de rit van school naar de BSO.’

BUITENMENSEN

Als je bij WildWoozt werkt, dan ben je niet zomaar een medewerker in de kinderopvang. ‘Het belangrijkste kenmerk is dat iemand een echt buitenmens is. Dit willen we ook zien tijdens de sollicitatie. Zo is er naast een sollicitatiegesprek, ook een meeloopdag. Wanneer iemand meedraait op de groep, weet je pas echt of iemand bij je organisatie past. Zo vinden wij

het belangrijk dat iedere begeleider meedoet tijdens de activiteiten, dan doen kinderen ook mee. Goed voorbeeld doet volgen. Soms lukt het een kind even niet om mee te doen, omdat hij het spel niet leuk vindt of niet lekker in zijn vel zit. Dan is het de kracht van de begeleider om de groep het spel door te laten spelen en een kind dat het even niet lukt de aandacht te geven. Hij mag dan iets anders gaan doen of soms lukt het om alsnog aan te sluiten bij het spel.’

Bij BSO WildWoozt zijn de begeleiders dus eigenaar van hun groep en mogen ze hun eigen programma’s maken. ‘We geven medewerkers autonomie zodat ze uitdagingen aangaan en blijven leren. Maar het belangrijkste is dat ze goed zijn voor en met kinderen en de ouders écht leren kennen. We verbinden mensen aan onze organisatie en zo worden zij ambassadeur van onze BSO. Ook leiden we stagiaires zelf op, en mooi is dat velen na hun stage blijven.’

HET NIEUWE ONDERWIJS

Buitenspelen en het risico van het spel, het is een groot thema. Wat kan wel en wat kan niet? ‘Wij willen kinderen juist leren om zelf risico’s in te schatten en wij zijn erbij om dit te begeleiden. Iedere middag gaan we samen met de kinderen op pad naar bijvoorbeeld het bos of het park. We doen buitenactiviteiten waar kinderen sociale vaardigheden opdoen en risico’s leren ontdekken door lekker actief bezig zijn.’

‘Wij zijn het nieuwe onderwijs: buiten schooltijd leren kinderen net zoveel.’

Juist in deze tijd is dat zo belangrijk want kinderen bewegen steeds minder en slechter. ‘Veel ouders willen de risico’s weghalen maar de enige manier om te leren, is om het een keer mee te maken. Kinderen kunnen veel meer dan wij denken, ze leren echt heel snel. Op onze BSO fietsen we veel in grote groepen en de kinderen leren waar ze op moeten letten. Zo vertelde een ouder dat ze met de klas van haar dochter ging fietsen en de ‘WildWoozters’ er zo uit haalde.

Deze kinderen kunnen beter omgaan met het verkeer. Wij zijn het nieuwe onderwijs: buiten schooltijd leren kinderen net zoveel.’

Ook ravotten er steeds meer meiden op BSO WildWoozt. ‘In het begin kwamen vooral jongens naar onze BSO. Toen zijn we actief meisjes gaan werven, bijvoorbeeld door zusjes en vriendinnen uit te nodigen om een middag mee te doen. Zo konden we laten zien dat onze activiteiten ook voor hen zijn. En met resultaat: bijna de helft van de kinderen is meiden. We vinden deze goede verdeling belangrijk, ook in ons team. Zo ontstaan er verschillende ideeën in een groep en kunnen we onze krachten bundelen.’

Ouder: ‘Super leuk die BSO, maar ik krijg mijn kinderen niet meer mee naar huis!’

Ten slotte vertelt Rob: ‘Onze kinderen zijn niet voor 17.00 uur terug op locatie. Ouders hoeven hun kind hier dus niet eerder op te halen, want dan zijn we nog niet terug. Uiteindelijk gaan ze met vieze kleren, moddervlekken en een grote glimlach naar huis.’

Verantwoord speelplezier

Levering en plaatsing gecertificeerde speeltoestellen in de gehele Benelux

We maken graag een vrijblijvende afspraak of offerte voor u www.speeltoestel.nl n tel: 085-0805865 n info@speeltoestel.nl

Mediapartner Kindvak

Column Michiel van Campen voorzitter branchevereniging Spelen & Bewegen

Overal en elke dag bewegen en buiten spelen: het leukste wat er is!

De Beweegalliantie had vorige maand een ludieke actie in de Tweede Kamer De bedoeling van die actie was de Tweede Kamerleden tijdens hun werk in beweging te krijgen. En ze ervan te doordringen dat dit nodig is, niet alleen voor Kamerleden, maar voor iedereen die werkt. Ludiek, speels dus, maar ook serieus, want echt nodig!

Werk is niet het enige domein waarop de Beweegalliantie zich richt. Het gaat erom iedereen, elke dag en overal in beweging te laten komen. Niet alleen volwassenen, ook kinderen. Precies waar wij als branchevereniging ook mee bezig zijn. Als branchevereniging hebben wij ons daarom kort geleden ook aangesloten bij de Beweegalliantie.

Het mooie is, dat in kinderopvang en onderwijs beide samenkomen: als vakkrachten tijdens hun werk meer willen gaan bewegen, dan kunnen de kinderen met wie zij werken dat ook! En wat is een leukere vorm van bewegen dan buiten spelen? Niets toch zeker?

Buiten spelen is enorm goed voor kinderen. Alleen al het buiten zijn is goed voor hun ogen. En het buiten spelen doet een beroep op al hun zintuigen en daagt ze uit hun grenzen op te zoeken. Spelenderwijs ont-

wikkelen kinderen vanzelf hun hersenen en ongemerkt oefenen ze precies dat wat ze nodig hebben in hun ontwikkeling, sociaal, cognitief en motorisch.

En dat draagt weer preventief bij aan de gezondheid van mensen, van jong tot oud. Gelukkig heeft het aankomende kabinet aandacht voor het belang van bewegen om de zorgvraag te beheersen: “preventie meer centraal, inclusief sport en bewegen, om de gezondheid te verbeteren, gezondheidsverschillen te verkleinen en de zorgvraag te beheersen” aldus de partijen in het hoofdlijnenakkoord.

Laten we ervoor zorgen dat spelen hier ook een wezenlijk onderdeel van wordt. Want jammer genoeg staat het buitenspelen onder druk en is het niet meer vanzelfsprekend dat alle kinderen daartoe de kans krijgen. Niet voor niets slaat Jantje Beton alarm. Elke eerste van de maand gaat het buitenspeelalarm af en klinken de roeptoeters!

Gelukkig bieden scholen en kinderopvang kinderen vaak wél de gelegenheid lekker buiten te spelen. Hoe meer, zeg ik, hoe beter. Want spelen is gezond en spelen is ook leren. En daarbij: buiten spelen is het leukste wat er is!

Tekst: Aart Verschuur, Beeld: Stichting Kinderopvang Waterland

Een gecertificeerde natuurheuvel

Vanaf het moment dat ik ooit tijdens een bouwvergadering hoorde zeggen: ‘De buitenruimte? Oh, daar hebben wij geen budget voor opgenomen’, wist ik dat wij het bij SKW anders zouden doen. Onze organisatie is altijd al van het prutten, ontdekken, pielen met stokjes en tuinieren geweest.

Kinderen worden rustig van een natuurlijke omgeving. Volwassenen ook, alleen zijn die dat soms vergeten. Ook draagt de natuur bij aan de ontwikkeling van kinderen. De natuur is veelzijdig en uitnodigend. Er gebeurt zoveel.

Blaadjes die van groen naar oranje kleuren, wormen die omhoog komen bij een flinke regenbui en slakken die je moestuin leegvreten. Voor jou misschien vervelend, maar voor kinderen zo enorm boeiend. Buiten spelen is anders dan veilig binnen spelen.

Buiten zijn meer uitdagingen, in vorm en materiaal bijvoorbeeld. Wij volwassenen, professionals zijn vergeten dat kinderen mogen vallen en nat mogen worden.

Eigenlijk is het heel vreemd dat er, sinds een paar jaar, trainingen worden gegeven met als thema ‘Risico-vol-spelen’. Dat je daar een training aan moet wijden, is mij al een brug te ver.

OUDERCOMMISSIE

De speelpleinen van Stichting Kinderopvang Waterland zijn altijd groen geweest en bevinden zich in een groene omgeving, maar misten wel ‘de uitdagingen’. Het was een beetje braaf. Maar voordat je het besluit neemt kinderen meer uitdagingen te geven, moet je wel eerst samen een aantal stappen nemen.

De eerste stap kan niet zonder dat je de medewerkers daarin betrekt. Dat was geen lastig gesprek, onze medewerkers waren meteen enthousiast. Maar een

groene buitenruimte echt creëren, vraagt wel meer tijd. Kinderen worden vies of moeten tuinoveralls aan met laarsjes voordat ze naar buiten kunnen. Daar moet je het vooraf met elkaar over hebben.

Na een paar interne sessies hebben we ook de oudercommissie erbij betrokken, we wilden onze plannen delen. Wanneer je in Amsterdam kiest om je te onderscheiden door bijvoorbeeld veel buiten in de natuur te spelen – met de daarbij horende risico’s van gladde boomstammen en grote rotsen – kunnen klanten ervoor kiezen om naar een andere kinderopvangaanbieder te gaan. Maar in Monnickendam is er een beperkt kinderopvangaanbod, en moet je rekening houden met je ‘klantenpopulatie’.

Maar als je écht in je visie gelooft en écht van mening bent dat dit belangrijk en vooral leuk is voor kinderen, dan kan je veel mensen ‘over de streep trekken’ en inzicht geven in waarom je dit wilt gaan doen. En als ouders niet kiezen voor jouw visie, dan is het eigenlijk ook beter dat ze naar een organisatie gaan waar ze wel passen.

TWEE HEREN

Na wat brainstormsessies met de medewerkers en het betrekken van de ouders in ons plan, hadden wij in eerste instantie bedacht dat we vooral veel zelf konden doen. Een aantal stoeptegels eruit, wat planten erin, boomschors, wat stukken hout, paaltjes in de grond en wat keien om overheen te lopen.

Oh ja, en een pomp. Er moest een waterpomp komen want kinderen vinden water en zand natuurlijk geweldig om mee te spelen.

Uiteindelijk liet ik het idee los dat we alles zelf zouden moeten doen en ben ik om mij heen gaan kijken en vragen naar een ontwerper of een hovenier die onze gedachtes kon gaan uitwerken. Ik kwam in contact met het bedrijf de Twee Heren. Zo’n naam valt natuurlijk gelijk op en daarbij kwamen ze ook uit de regio.

Na een telefoongesprek met dit bedrijf merkte ik gelijk dat we ‘dezelfde taal spraken’ en hebben wij een afspraak gemaakt op de locatie. Dat werd een leuk gesprek, we legden alle wensen op tafel en gaven een budget mee. Het leuke is dat je alles kunt bespreken over je doel, je wensen en wat je wilt.

De eerste ontwerpen waren geweldig, precies wat wij er van verwacht hadden. Maar – ondanks dat ik van mening ben dat kinderen mogen vallen, mogen ervaren dat iets glad is, dat ze leren door dingen te doen en dat het enorm belangrijk voor kinderen is om te ontdekken wat ze zelf kunnen en waar ze hulp bij nodig hebben – zag ik ook wel gevaren in het ontwerp.

Bijvoorbeeld de fruitstruiken. Wij leren kinderen juist dat ze ‘niet zomaar’ besjes mogen eten omdat we bang zijn dat kinderen buiten het kindercentrum, ook besjes eten die giftig zijn. Maar Barry, één van de twee heren, vertelde mij dat kinderen echt niet iets eten en doorslikken wat ‘giftig’ is, omdat het écht heel erg vies smaakt.

Er is geen kind dat een paar hulstbesjes eet omdat het zo lekker smaakt. Kinderen begrijpen dat zelf. Daarbij komt dat we bij SKW kinderen graag kennis laten maken met natuurlijke materialen en ook met seizoen-

tafels. Daar liggen ook kastanjes op en beukennootjes en daar leren we de kinderen mee omgaan. Of we leren een kind dat iets heet is of prikt of dat het glad is en je daar vanaf kunt glijden.

Aan het begin van de GGD-controles moesten we lijsten invullen met onder andere de vraag of kinderen konden vallen over losliggende stenen op het plein of uitstekende elementen en dan moest ik gelijk omschrijven wat ik eraan ging doen om dat te voorkomen. Ik merk dat ik dan recalcitrant word. Zo van ‘hoezo iets aan doen?’

MOTORISCH

Het hele plein werd onder handen genomen, inclusief waterpomp, fruitstruiken, wilgentaktenten, en spannende stapstenen over het water. En tot slot de klimheuvel. Alles moest gekeurd worden, ook de boomstammetjes op het plein.

Ik vind dat wij in Nederland echt doorgeslagen zijn in die regelgeving, maar er is geen escape mogelijk.

Daarom werd de klimheuvel echt een uitdaging. Hij moest voldoen aan alle regeltjes, uitermate spannend. De eerste dag dat hij klaar was – of bijna klaar was, want er moeten nog wat struiken op beplant worden – stond ik buiten en haalden de bouwers van de speelheuvel de rood-witte-linten weg. Eerlijk: ik zag de kinderen de eerste stapjes op de heuvel zetten, boomstronkjes wiebelig betasten, stapje voor stapje naar boven klimmen… ik vond het echt wel spannend.

Maar na vijf minuten was dat volledig over. Kinderen die, blijkbaar vanuit hun natuur, onderzoeken wat ze kunnen én niet kunnen. Til daarom nooit een kind op om hem vervolgens ergens bovenop die heuvel te zetten. Kinderen die het niet zelfstandig kunnen zijn er dus motorisch nog niet aan toe. Zo simpel is het.

Er kwamen twee ouders het plein op, terwijl ik daar stond. ‘Ilse, wat is hij gaaf geworden, prachtig!’ zei de ene ouder. De andere ouder zei: ‘Leuk zeg, maar die boomstammetjes worden wel glad, he?’

Ik keek haar aan, knikte en zei: ‘Ja, inderdaad’ en bleef

stil. De moeder keek mij aan, glimlachte en zei: ‘Hmm, ik begrijp je boodschap, daar moeten ze dus mee leren omgaan.’

STOER

De klimheuvel, het klinkt misschien als een levensgevaarlijk bouwwerk, maar het is slechts een gecertificeerde stoere heuvel, gekeurd door een erkend bureau dat bevoegd is om speeltoestellen te certificeren.

En, dat is niet zomaar even langskomen hoor. Die meneer is een half uur bezig geweest met meten, opschrijven en heeft tientallen foto’s gemaakt.

Het meest mooie vind ik dat we eigenlijk geen fietsjes meer buiten hoeven te zetten, de kinderen hebben het te druk met deze heuvel. Net als met de andere speelelementen.

De pomp in het zand, wat een rommelzooi geeft dat, wat een bagger, maar wat vinden kinderen dat geweldig! Ze willen niet meer naar huis, willen blijven spelen. Zoals ik al begon met mijn verhaal: vergeet nooit budget vrij te maken voor de buitenruimte. Misschien is

buitenruimte nog wel belangrijker dan de binnenruimte. Ga naar buiten met kinderen, ga op avontuur.

Het is niet goedkoop om je buitenruimte ‘natuurlijk’ in te richten, maar het is beslist de moeite waard. Zoek vooral een tuinarchitect die op dezelfde golflengte zit als jij. Die dezelfde taal spreekt en kinderen begrijpt.

Mijn kantoor kijkt uit op het buitenterrein, mét de heuvel. Elke dag geniet ik van lachende kinderen, spelende kinderen, die op onderzoek gaan naar hun eigen kunnen. Kinderen die niet met elkaar lopen te pielen, die zich vervelen en daarom gaan klieren. Deze kinderen gaan naar buiten om te spelen!

Directeur Ilse Raasing is 40 jaar werkzaam bij de Stichting Kinderopvang Waterland. Ze is columniste en lid van de advieswerkgroep Veiligheid & Kwaliteit Branche Kinderopvang.

OVER DE AUTEUR

Aart Verschuur is hoofdredacteur van magazine Kindcentrum BBMP.

Tekst: Mireille David Beeld: idverde

Met een glimlach naar buiten

Een uitdagende buitenruimte waar ieder kind, tijdens alle seizoenen, kan spelen, bewegen en ontwikkelen, dat is waar idverde NL zich voor inzet. Voor dit artikel ging Mireille David in gesprek met Pim Lage Venterink, Productmanager bij idverde NL.

INRICHTING VRAAGT OM MAATWERK

In de afgelopen jaren is er meer aandacht voor groen op speelpleinen. Spelen en bewegen in een goed ingerichte groene buitenruimte, draagt bij aan de ontwikkeling en gezondheid van kinderen. Pim Lage Venterink: ‘Bij het goed inrichten van de speelleeromgeving komt aardig wat kijken. In iedere stap van het proces staat voor ons het kind centraal. Omdat ieder kind uniek is en je ieder kind met een glimlach op het gezicht de ruimte wil bieden zich te ontwikkelen, vraagt de inrichting altijd om maatwerk. Bij de scholen en kinderdagverblijven waar wij komen, zien we verschillen tussen de visie op spelen. Sommige organisaties hebben een uitgewerkte visie, die wij aanvullen met onze eigen kennis en expertise. Maar er zijn ook scholen en kinderdagverblijven die nog niets op papier heb-

ben. Dan gaan we samen aan de slag om te komen tot een passende visie die aansluit bij de organisatie en de ontwikkeling van het kind.’ Er wordt met veel factoren rekening gehouden, waaronder participatie en omgevingsfactoren. Omgevingsfactoren zoals veel of weinig schaduw en zon, de gebouwen in de naaste omgeving, het type ondergrond en de keuze van verschillende soorten beplanting wat past bij de omgeving van de school. Het juiste groen op de juiste plaats zorgt voor meer biodiversiteit, verkoeling tijdens warme dagen en wateropvang bij hevige buien.

‘Daarnaast zijn we gebonden aan regelgeving, zoals het aantal vierkante meter per kind dat de norm is in Nederland voor de buitenruimte van een kinderdagverblijf, school of buitenschoolse opvang’, meldt Pim. Wat betreft vierkante meter is dat slechts 3m² per kind

in Nederland, terwijl voor een biologische kip 4m² wordt aangehouden. ‘We begrijpen allemaal dat meer ruimte voor het kind, hen meer uitdaagt om tot spelen en bewegen te komen.’ In de praktijk ziet idverde NL dat veel organisaties hier hetzelfde over denken. ‘In iedere visie die wij schrijven, staat het kind centraal. Want uiteindelijk maken we het speelplein voor de kinderen!’

DIVERSITEIT

Als een kinderdagverblijf of basisschool de speellocatie wil inrichten dan gebruikt idverde NL hier een stappenplan voor. ‘Wij richten een speellocatie liever té divers in dan dat er dubbelingen aanwezig zijn, zoals een dubbele schommel of glijbaan.’ Juist die breedte in het palet aan speelmogelijkheden is belangrijk. In het stappenplan wordt onder andere gekeken naar de wensen van het team, maar ook participatie van anderen, zoals een leerlingenraad, wordt meegenomen in het ontwerp. Steeds worden de stappen gekoppeld aan de visie van de organisatie en die smelt samen met de visie van de specialisten van idverde NL. Pim kan veel voorbeelden geven van buitenruimten die een

glimlach op het gezicht van kinderen bezorgd hebben. Zoals de speelplek bij Slot Loevestein. Hier zijn twee historische verhaallijnen samengebracht in een nieuwe speelplek. Namelijk het verhaal van de militaire vesting waarin Slot Loevestein onderdeel was van de Hollandse Waterlinie en de tijd daarna waarin het slot dienstdeed als staatsgevangenis waar het verhaal van Hugo de Groot en de ontsnapping via de boekenkist. De boekenkist is het middelpunt van de speelplek waar kinderen in kunnen en biedt ook de mogelijkheid om verhalen te vertellen door deze als podium te gebruiken.

Een ander voorbeeld is die van De Blauwe stad. ‘In deze parkachtige omgeving met veel fruitbomen is een soort Tante Perenboom, uit de verhalen van Woezel en Pip, in de omgeving verwerkt. Dit zorgt voor veel herkenning bij de kinderen.’ Terwijl Pim Lage Venterink over deze unieke projecten vertelt, komt ook bij hem een glimlach op zijn gezicht tevoorschijn. ‘Een ander bijzonder voorbeeld is die van KOSMO. Dit betreft twee buitenruimten die naast elkaar liggen, maar die een hele andere uitstraling hebben. De buitenruimten

zijn voor dezelfde doelgroep, kinderen van nul tot twee jaar, maar de één is een groene buitenruimte geworden en de ander meer stedelijk. Veel elementen komen in zowel de groene buitenruimte als in de stedelijke tuin naar voren, maar ze zijn bewust op een andere manier zichtbaar.’ Zoals de ondergrond. In de groene omgeving zorgt dit voor een spectaculair blotevoetenpad en in de stedelijke tuin voor een gevarieerde ondergrond waar je met fietsjes over kan rijden. Waar je in de groene buitenruimte van een heuvel glijdt, zie je in de stedelijke ruimte een meer reguliere glijbaan. Een paar keer per week wisselen de kinderen van speellocatie zodat het steeds uitdagend voor de kinderen blijft.

Bij andere voorbeelden, zoals Kinderwoud en Humankind, zie je ook dat idverde NL samen is opgetrokken in participatie, ontwerp en realisatie. Kinderen ontdekken de kracht van de natuur, door te spelen, te bewegen en te leren in een groene uitdagende natuurinclusieve buitenruimte.

GROEN MAAKT BLIJ!

‘Als je mij vraagt, zo vertelt Pim, waarom ik me iedere dag weer inzet voor groene speelpleinen, dan is dat absoluut vanwege de oprechte glimlach die je terugkrijgt van de kinderen. Regelmatig maken de kinderen prachtige tekeningen voor ons, omdat ze zo blij

zijn met hun nieuwe speelplein. Laatst kreeg mijn collega zelfs applaus omdat hij een nieuw speeltoestel geplaatst had. Wij als volwassenen zien de aanleg van een nieuw plein als project, terwijl het voor kinderen veel meer is dan dat’. Het opstellen van een speelvisie, samen met alle betrokkenen van het speelplein, is enorm belangrijk. Hiervoor maakt idverde NL gebruik van een participatietool. Tijdens de nieuwe editie van KindVak dit jaar willen zij, samen met bezoekers, met deze tool werken. Ook zal idverde NL de routekaart laten zien hoe je tot een groen speelplein kan komen. Pim: ‘Al met al veel inspiratie tijdens KindVak en wij begroeten u graag in onze stand!’

OVER DE AUTEUR

Mireille David is trainer en coach voor het onderwijs, de kinderopvang en welzijnssector. Zij is redacteur voor KindVak Magazine en voor dit artikel ging zij in gesprek met Pim Lage Venterink, Productmanager bij idverde NL.

Lees meer: www.idverde.nl

Tekst: Aart Verschuur Beeld: istock.com

Natuur naar kinderen brengen

Steeds meer internationaal onderzoek

Klimmen en klauteren, fietsen of stoepranden: kinderen spelen steeds minder buiten. Dat blijkt opnieuw uit onderzoek in opdracht van Jantje Beton. De kinderbelangenorganisatie heeft opnieuw alarm geslagen over het afnemende aantal buitenspeeluren van kinderen. Ook andere onderzoekers slaan alarm.

In de onderzoeken, waarbij kinderen en hun ouders gezamenlijk vragenlijsten invullen, is de dalende trend al langer te zien. Kinderen tussen 6 en 12 jaar geven aan slechts iets meer dan 7 uur per week buiten te spelen. In vergelijkbaar onderzoek uit 2022 was dat nog 9,5 uur per week.

Een zorgwekkende ontwikkeling, zegt directeur-bestuurder Pauline van der Loo van Jantje Beton. ‘De gezondheid komt onder druk te staan. Buitenspelen is nodig voor ontwikkeling van de ogen, hersenen en motoriek. En kinderen geven zelf aan dat ze er vrolijk van worden.’

RECHT OP EEN BUI(L)

Veruit de meest genoemde reden om niet naar buiten te gaan is ‘slecht weer’ (62 procent), gevolgd door ‘liever digitaal’ (39 procent) en ‘te weinig andere kinderen’ (38 procent). Jantje Beton, dat zich inspant voor meer buitenspeelmogelijkheden, ziet ook een gebrek aan speelruimte. Daar moet dringend meer van komen. Ruim 400.000 kinderen spelen nooit of bijna nooit buiten zonder toezicht van een volwassene, concluderen de onderzoekers op basis van het onderzoek onder ruim duizend ouder-en-kind-duo’s.

Veel ouders zijn te bezorgd, concludeert Van der Loo. ‘We zien dat kinderen minder risico’s nemen wanneer ouders erbij zijn. Maar juist dingen uitproberen is heel

belangrijk om te ontdekken: wat kan ik, hoe hoog kan ik, wat is gevaarlijk en wat niet? Ieder kind heeft recht op een buil.’

SPAANS ONDERZOEK

Uit allerlei (internationale) onderzoeken blijkt dat kinderen steeds minder buitenspelen, steeds minder in de natuur zijn. Dat is een probleem, want deze ervaringen zijn belangrijk voor kind én natuur. Eens een natuurmens, altijd een natuurmens. Bovendien hebben kinderen die beschikken over meer groene plekken in de omgeving van thuis en school minder last van angstklachten. Dat blijkt uit een langjarig onderzoek in de Spaanse provincie Barcelona, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Environmental Psychology.

De onderzoekers volgden meer dan vijfhonderd kinderen over een periode van negen jaar, van hun 3e tot hun 11e jaar. Ze analyseerden satellietbeelden om te bepalen hoeveel groene ruimte er was in de buurt van het

huis- en het schooladres van de kinderen. Daarnaast namen ze elk jaar twee vragenlijsten af om angstklachten bij de kinderen te meten. Op plekken met meer groen in de omgeving zagen ze lagere niveaus van angst bij kinderen.

De onderzoekers concluderen dat meer blootstelling van kinderen aan groene ruimte onderdeel kan zijn van preventief beleid om de mentale gezondheid van kinderen te bevorderen. De onderzoekers denken dat een groene omgeving mogelijk stress vermindert, doordat kinderen meer tijd buiten doorbrengen en dus meer bewegen, of doordat ze minder schermtijd hebben. Ook kan groene ruimte leiden tot meer riskant spel zonder toezicht van ouders, waardoor gevoelens van autonomie en zelfvertrouwen toenemen.

FAVORIETE BUITENSPEELPLEK

Ook in Nederland is uniek onderzoek gedaan, door onderzoekster Bernadette van Heel (Radboud Universiteit). Samen met Riyan van den Born en Noelle Aarts

én ruim 1500 kinderen heeft ze onderzocht waar kinderen het liefst buitenspelen. De onderzoekers constateren na literatuuronderzoek dat natuur door verstedelijking steeds verder weg van ons raakt en dat er steeds minder natuurlijke plekken bereikbaar voor kinderen zijn. Dit wordt nog extra versterkt door het feit dat kinderen steeds minder ver alleen van huis weg mogen.

Ze citeren een Britse studie, die laat zien dat waar grootouders als kind nog zo’n drie kilometer zelfstandig van huis mochten, hun kleinkinderen nu maar zo’n vijfentwintig meter zonder volwassenen mogen komen. Van Heel: ‘Dit is niet onbegrijpelijk: wegen zijn drukker en we willen risico’s vermijden. Maar dat betekent wel dat we op een andere manier moeten zorgen voor veilige en bereikbare natuur voor kinderen om in te spelen.’

Van Heel heeft meteen de daad bij het woord gevoegd en de onderzoeksgroep (kinderen uit groep 5-8) gevraagd hun favoriete buitenspeelplek te tekenen en daarna vragen te beantwoorden over wát ze hebben getekend, waarom ze daar het liefst buitenspelen, wat ze doen als ze daar zijn en met wie ze daar komen. Vervolgens kregen zij een raster om over hun tekening heen te leggen. Per vakje in het raster gaven de kinderen vervolgens aan hoe natuurlijk de plek is. Hiertoe kregen de kinderen de keuze uit 6 categorieën: natuurlijke natuur, mensgemaakte natuur, mensgemaakte dingen, lucht, water en ‘ik weet het echt niet’.

De tekeningen van de kinderen laten zien dat hun favoriete buitenspeelplekken gemiddeld uit méér natuurlijke elementen bestaan (55 procent) dan uit mensgemaakte dingen (45 procent). Ze tekenen dan met name ondergrond (zoals gras en zand) of een (losse) boom of struik (40 procent). Slechts 3 procent van de kindertekeningen waren echt natuurlijke plekken, zoals bos of heide.

‘Dit alles roept de vraag op of kinderen genoeg mogelijkheid krijgen om een band met natuur op te bouwen. Dat is niet alleen goed voor hunzelf, maar kan er ook voor zorgen dat zij later iets voor natuur willen doen’, vertelt Van Heel.

ERVARINGEN CREËREN

Dat er zo weinig natuurlijke plekken worden getekend, lijkt vooral iets te zeggen over wat kinderen kennen uit hun directe omgeving. Natuurlijke plekken zijn door verstedelijking steeds verder weg voor kinderen, wat extra wordt versterkt doordat de actieradius van kinderen ook al steeds kleiner wordt.

Van Heel: ‘Gezien het belang voor natuur en kind, zou voor alle kinderen buitenspelen in een natuurlijke omgeving mogelijk moeten zijn. Daartoe kunnen we kinderen naar natuur brengen én natuur naar de kinderen. Kinderen mogen zelfstandig niet ver van huis, maar met natuur dichterbij huis, de opvang of school, is er meer kans op ervaringen in natuur.’

Volgens de Nijmeegse onderzoeker hoeft dat geen groot gebied te zijn, als het maar bereikbare, groene plekken zijn.

Dit kunnen we daarvoor doen:

• Zorg dat natuurlijke plekken beschikbaar zijn in alle wijken.

• Creëer een natuurlijke speelomgeving en natuurlijke speelaanleidingen, zowel in nieuwbouwwijken maar zeker ook in bestaande wijken.

• Inventariseer per wijk en rondom scholen welke speelplekken bereikbaar zijn voor kinderen en hoe natuurlijk zowel de omgeving als de speelaanleidingen zijn.

Bernadette van Heel heeft haar onderzoek uitgevoerd met dr. Riyan van den Born en prof. Noelle Aarts binnen het Centre Connecting Humans and Nature aan de Radboud Universiteit. Voor de dataverzameling is samengewerkt met de Wetenschapsknooppunten i.h.k.v. Alle Scholen Verzamelen, een citizen science dag voor basisschoolleerlingen.

Column Sanne Kuipers

Speeltuin of polder?

Veertien jaar geleden begon ik als pedagogisch professional in de kinderopvang. Ik was nog een groentje in het vak en wilde het de kinderen naar de zin maken. De organisatie waar ik werkte had een mooie omheinde speeltuin. Er stond een schommel, een klimrek en een glijbaan. ‘Meer heb je niet nodig als kind,’ dacht ik.

Vandaar dat ik op woensdagmiddag met een klein clubje op deze speelplaats stond. Het was een beetje koud, maar de zon scheen. Na een tijdje hadden de kinderen het wel gezien. Benno hing wat lamlendig over de schommel en zuchtte. ‘Waarom mogen we niet op het veldje spelen?’ Hij wees naar het hek met daarachter een groene polder. Verbaasd keek ik hem aan. Ik had geen idee waarom hij dacht dat we daar niet naartoe konden. Het veldje was juist bestemd voor de kinderen van de bso. Misschien vonden sommige collega’s het te gevaarlijk met die sloot erbij?

Daarom haalde ik mijn schouders op en zei: ‘Van mij mogen jullie er best naartoe. Zal ik een bal meenemen?’ Ik deed het hek open en de kinderen renden dolenthousiast de polder in. Het had gevroren en er lag ijs tussen de kuiltjes in het gras. Als je eroverheen liep, zakte je erin weg. Het maakte een knisperend geluid. De bal die ik had meegenomen, lieten de kinderen links liggen. Ze hadden alleen maar oog voor het ijs en renden enthousiast heen en weer. Benno pakte een groot bevroren stuk vast en liet het kapotvallen. ‘Dit is de mooiste dag van mijn leven!’ riep hij uitgelaten.

Ik lachte en keek naar de speeltuin achter ons. Het had vast veel energie en geld gekost om die aan te leggen, maar de kinderen hadden er geen oog voor. Het beeld van een kat die niet in zijn dure mand wil liggen en liever een kartonnen doos verkiest, schoot door mijn hoofd. Ik snapte deze kinderen heel goed. Ook ik vond het vroeger fantastisch om me in de bosjes te verstoppen of in een boom te klimmen. Die aangelegde speeltuinen waren niets voor mij.

Daarom is het ontzettend verdrietig dat kinderen tegenwoordig steeds minder mogelijkheden hebben om buiten te spelen. Alleen op avontuur gaan zit er soms gewoonweg niet meer in. Er is veel minder ruimte en bovendien moet alles veilig zijn. Onderste takken van bomen worden afgezaagd zodat kinderen niet meer kunnen klimmen en speeltuinen worden omheind. Heel jammer, want ze in alle vrijheid laten buitenspelen is ontzettend belangrijk. Buitenspelen draagt namelijk bij aan sociale- en emotionele ontwikkeling en is natuurlijk supergezond.

Dus als je eens een groep kinderen over een hek ziet klimmen om door de polder te struinen, ze ergens in het park een kuil ziet graven of in de bosjes een moddersoepje ziet bereiden? Hou ze alsjeblieft niet tegen en stuur ze vooral niet naar een speeltuin. Het zou namelijk weleens de mooiste dag van hun leven kunnen zijn.

Bewegen, sporten en (buiten)spelen

in de kinderopvang, hoe regel je dat?

De kinderopvang heeft een centrale rol in het leven en een unieke positie voor de ontwikkeling van kinderen. Een plek die een veilige thuishaven vormt en ruimte biedt voor (vaste) beweegmomenten. Bewegen is goed voor de motorische-, de sociaal-emotionele ontwikkeling en voor de gezondheid van kinderen. Het lijkt vanzelfsprekend, maar hoe kun je als kinderopvangorganisatie inspelen op een gerichter beweegaanbod?

In het onderwijs zien we dat kinderen die op motorisch vlak geholpen moeten worden vaak ook een sociale-emotionele achterstand oplopen. Kinderen starten later hun speelpauze doordat zij door de juf of meester geholpen moeten worden met het dichtdoen van hun jas. Dit kan leiden tot het hebben van een laatste keuze in spelactiviteiten en met welke klasgenoten zij dat kunnen doen.

Hoe eerder kinderen starten met een goede motorische ontwikkeling, hoe beter hun motoriek is wat het beweegplezier bevordert. Naast de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling bevordert bewegen ook de gezondheid. Volgens het RIVM voldeed in 2023 ruim 55% van de kinderen van 4 t/m 11 jaar niet aan de beweegrichtlijn.

Binnen de kinderopvang zien we het liefst alle locaties bruisen en overstromen van sportieve activiteiten en (buiten)spelende kinderen. Helaas is dit (nog) geen realistisch beeld. Mede door personeelstekort zijn veel kinderopvangorganisaties blij wanneer het personeel hun reguliere taken kan uitvoeren. Toch is het belangrijk dat (meer) sport- en beweegactiviteiten in het reguliere programma worden opgenomen. En dat is mogelijk.

WAT IS HET SPORT- EN BEWEEGBELEID?

Dit begint met het geven van invulling aan de sporten beweegdoelen waarbij de overkoepelende visie van de stichting centraal komt te staan. Het beweegbeleid wordt vormgegeven en de link tussen het bewegingsonderwijs en de kinderopvang wordt gelegd. Op die

manier komt de beweeglijn vanuit het bewegingsonderwijs terug in het beweegaanbod op de kinderopvang. Voor de doorvertaling van de visie naar het beweegaanbod kan gebruik gemaakt worden van de inzet van ervaren sportprofessionals en sportbegeleiders.

HOE BRENG JE DIT IN DE PRAKTIJK?

Kinderopvangorganisatie kunnen eigen personeel stimuleren om meer beweegmomenten te creëren, echter leert de ervaring dat dit door de hoge werkdruk in de praktijk niet lukt. Beweegpartners kunnen structureel en/of ad hoc sportieve begeleiders, in loondienst of ingehuurd, inzetten om activiteiten te organiseren en te begeleiden. Nog een groot voordeel; zij vallen binnen de ratio en bieden dus ook ondersteuning als pedagogisch medewerker. Ook op het gebied van

activiteitenaanbod zijn mogelijkheden, in de vorm van workshops en cursussen of geheel verzorgde evenementen in de vakanties. Goede aansturing van (sport) pm’ers door een senior (assistent) locatiemanager met de juiste kennis/ervaring is van belang. In de ultieme situatie wordt namelijk het beweegaanbod in de organisatie gewaarborgd vanuit het pedagogische beleid.

Wat gaan jullie morgen doen om bewegen, sporten en (buiten)spelen in de kinderopvang te stimuleren?

www.sportdocent.nu/kinderopvang-in-beweging

Sportdocent, dé beweegpartner binnen de kinderopvang!

• Sportbegeleiders

• Senior (sport) PM’ers of (assistent) locatiemanagers

• Sportibox Pleinspelen

• Compleet verzorgde sportieve events

Beursactie tijdens KindVak!

Benieuwd naar wat Sportdocent kan betekenen voor uw kinderopvangorganisatie?

Kom langs tijdens KindVak 2024 op stand A15 om te profiteren van onze beursactie: maak kennis met sportieve Kinderopvang Events in de herfst- en/of kerstvakantie!

Ongeorganiseerd

KindVak Magazine is een digitaal vakblad dat het gesprek aan gaat met jou als pedagogisch professional. Openhartige verhalen uit de praktijk, prikkelende columns van deskundigen en inzichtelijke interviews over actuele zaken binnen de kinderopvang en het primair onderwijs, brengen de transitie binnen deze branche in beeld.

KindVak Magazine – inmiddels toe aan jaargang 9 - verschijnt een aantal keer per jaar en wordt gratis digitaal verspreid onder ruim 22.000 jonge kind professionals in Nederland en België. 5 Bekijk alle laatste uitgaves hier.

BEURSSPECIAL

In september 2024 verschijnt de printversie van KindVak Magazine: een beursspecial. Deze speciale uitgave wordt uitgedeeld aan bezoekers op de beurs en voorafgaand digitaal opgestuurd naar kinderopvanglocaties, basisscholen en overige pedagogische professionals in Nederland en België.

PUBLICATIEDATA EN THEMA’S IN 2024

September 2024

November 2024

Beursspecial (printversie)

Nader te bepalen

TARIEVEN KINDVAK MAGAZINE, DIGITALE VERSIE

Halve pagina

Hele pagina*

190 x 135 mm € 549,-

190 x 270 mm € 995,-

TARIEVEN KINDVAK MAGAZINE, BEURSSPECIAL (PRINTVERSIE)

Kwart pagina

Halve pagina

90 x 135 mm € 749,-

190 x 135 mm € 1.049,-

Hele pagina* 190 x 270 mm € 1.749,-

*Voor een advertentie op de cover binnenzijde, (voor- of achterkant), geldt een toeslag van 25%.

Interesse in adverteren of een redactioneel artikel in één van de magazines? Stuur een mail naar info@kindvak.nl en wij informeren jou graag verder.

Kinderopvang, onderwijs én

KindVak

Op 19, 20 en 21 september opent KindVak, hét vakevent voor kinderopvang & primair onderwijs weer haar deuren in Brabanthallen ’s-Hertogenbosch! Laat je in de hallen 4 en 7 inspireren door diverse exposanten die jou alles kunnen vertellen over thema’s als spelen en bewegen, veiligheid, gezondheid, opvoeding en kindontwikkeling. Eén dag KindVak zorgt ervoor dat je helemaal bij bent over alle ontwikkelingen en trends in de kinderopvang- en onderwijsbranche.

STA IN JE KRACHT

Naast een gevarieerd exposantenaanbod, delen professionals kennis tijdens de workshops. Schuif aan bij twee workshops naar keuze, bijvoorbeeld over vitaliteit, hoe creëer je een duurzame verandering van de verzuim- en vitaliteitscultuur in de kinderopvang, gezonde voeding of muziek. Of kom naar een workshop verzorgd door Fabriek69, hét expertisecentrum op het gebied van relaties, intimiteit en seksualiteit, huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld. Ook geven Kiki Kennisinstituut, het instituut

voor (op)groeien, Edux en een aantal exposanten diverse workshops waarbij professionals in de kinderopvang en het onderwijs in hun kracht worden gezet. Het complete workshopprogramma staat binnenkort online op kindvak.nl.

Om de dag nóg mooier te maken vind je diverse horecafaciliteiten voor een goede bak koffie en de lekkerste worstenbroodjes uit Brabant. Op zaterdag treedt Dirk Scheele op met zijn bekende kinderhits ‘Ik woon in een huis’, ‘Op de kinderboerderij’ en ‘Broccolirock’.

“KindVak is al vele jaren een inspiratiebron” –pedagogisch medewerker

WANDEL EN BELEEF

Het Spelen en Bewegen Plein neemt opnieuw een prominente plek in op de beursvloer van KindVak. Maar, dit jaar doen we het nèt even anders. Op dit educatieve en interactieve plein komt iedere bezoeker, van gastouder tot directeur, meer te weten over regels voor

een fijne buitenspeelruimte en hoe een groen speelplein bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Wandel door dit educatieve plein en beleef: er kan meer dan je denkt!

Meld je vandaag nog aan: www.kindvak.nl/ bezoekers en schrijf je binnenkort in voor twee workshops naar keuze.

Laat je nog meer onderdompelen in de natuurwereld en sluit aan bij de workshop ‘Natuur verbondenheid’ van Bernadette van Heel, onderzoekster aan de Radboud Universiteit. Of kom naar de workshops ‘De 5 kenmerken van een Groene Kinderopvang’ en ‘Hoe natuur zorgt voor een rijke taalomgeving’ van Janneke Hagenaar, directeur van Groen Cement.

BEN JIJ ERBIJ?

Uit een poll van KindVak via de socials blijkt dat 57% van de volgers al één of meerdere keren KindVak heeft bezocht. 12% is nog niet eerder geweest, maar heeft zich aangemeld voor de beurs van dit jaar. Ben jij er dit jaar (weer) bij? Door samen te sparren en kennis te delen, trends en ontwikkelingen te volgen, wordt onze branche alleen nog maar mooier!

De toegangsprijs is € 10,- p.p.

Registreer je nu en ontvang:

✔ Jouw entreebewijs

✔ Gratis parkeren en gebruik van de garderobe

✔ Een kop koffie of thee met iets lekkers

✔ De beursspecial van KindVak Magazine

✔ Twee workshops naar keuze

Meer informatie of direct aanmelden?

Ga naar www.kindvak.nl

Steun met jouw aanmelding een goed doel

In Nederland zijn er 20.000 kinderen met een spierziekte. Dit heeft een enorme impact op het kind en het gezin. Na diagnose belanden ze dikwijls in een intensief medisch traject met veel zorg en aanpassingen. Spieren voor Spieren zet zich in voor deze kinderen en hun gezinnen. En KindVak zet zich in voor dit goede doel! Bij registratie heb je de mogelijkheid vrijblijvend € 1,te doneren aan Spieren voor Spieren. Tijdens de beurs is het tevens mogelijk om jouw statiegeld flesje(s) te doneren voor dit goede doel.

DEELNEMEN ALS EXPOSANT?

Dat kan: de beursvloer is nagenoeg gevuld, maar we hebben nog enkele plaatsen beschikbaar. Deelnemen is op meerdere manieren mogelijk. Van groots uitpakken met je eigen stand, tot een kant-en-klaar volledig verzorgde stand. Voor iedere doelstelling en ieder budget hebben we een oplossing. In onze brochure hebben we alle mogelijkheden op een rij gezet. Heb je vragen of wil je ook deelnemen als exposant? Neem dan contact met ons op via telefoonnummer 073 – 20 20 229 of per mail info@kindvak.nl