36
Kei In Sport nummer 12 - juli 2021
Laura van der Heijden: ‘De afronding moet meedogenloos zijn’.
‘In Tokio kijkt iemand gevoelsmatig met me mee’ Bij het handbal is de afstand tussen de cirkelrand en de sluitpost slechts zes meter. Harde schoten zijn natuurlijk moeilijk te stoppen. Zeker wanneer het wegwerpen ervan gebeurt op het hoogste punt van de zweeffase. „Je realiseert je soms niet dat je een wapen in je hand hebt.” Door: Arjan Klaver
Dit zegt Laura van der Heijden. Zij traint met de nationale handbalploeg op Papendal in de aanloop naar de Olympische Spelen in Tokio. Het is voor de geboren Amersfoortse de tweede keer dat ze de Olympus beklimt. Vijf jaar geleden maakte ze haar debuut in Rio de Janeiro. Het team werd toen onder
bondscoach Henk Groener vierde. Onder de huidige bondscoach Emmanuel Mayonnade is het niveau van het team duidelijk gegroeid. Nadat Nederland in december 2019 wereldkampioen werd in Japan, denkt het team en de handballiefhebber stiekem aan olympisch eremetaal, ook al ging het tijdens de afgelopen EK in december wat minder met een teleurstellende zesde plaats in de eindrangschikking. Op Papendal wordt vijf dagen in de week twee keer twee uur per dag getraind. „Dat begint met een kracht- en een looptraining in de ochtend, met een baltraining als afsluiting van de trainingsdag”, legt de linkshandige speelster uit. „Kijk, kracht ontwikkel je door krachttraining. Tijdens die training worden je spieren zwaarder belast dan bij een gewone handbaltraining. Deze zwaardere belasting is noodzakelijk om sterker te kunnen worden. Krachttraining moet altijd voorzichtig opgebouwd worden. Het lichaam moet namelijk langzaam wennen aan een zwaardere belasting.” 110. km/h „Voordat ik aan de krachttraining begin, neem ik tijd voor wat preventie-oefeningen voor mijn schouderpartijen”, vervolgt de international. „Dat geldt zeker voor mijn linkerschouder. Ik moet dat gewricht en de spieren eromheen goed onderhouden. Het is immers het
