
6 minute read
75 jaar VV Hooglanderveen
v.l.n.r. Gert van den Hul, Kees Steenbeek en Gerard Brundel
hoe een kleine dorpsclub transformeerde tot voetbalbolwerk
Advertisement
Voetbalvereniging Hooglanderveen bestaat 75 jaar. Een groot feest zit er nu (nog) niet in voor de Veners, maar een lijvig jubileumboek komt er wél. Thijs Tomassen droeg daaraan bij en duikt voor Kei in Sport samen met kartrekkers Kees Steenbeek, Gerard Brundel en Gert van den Hul in de rijke geschiedenis van de dorpsclub die transformeerde tot voetbalbolwerk.
Door: Thijs Tomassen Zet Steenbeek, Brundel en Van den Hul bij elkaar en je zit oog in oog met drie van de grootste voetbalgekken van Hooglanderveen. Het trio vergaarde door de jaren heen een schat aan informatie over de club: van ranglijsten tot krantenknipsels en van doelpuntenmakers tot smeuïge anekdotes uit de kleedkamer. In het afgelopen anderhalf jaar brachten ze die archieven bijeen én vulden die aan met ontbrekende informatie die ze opdiepten uit stoffige lades en vergeelde documenten. Even voorstellen. Steenbeek wordt gezien als de beste voetballer van Hooglanderveen ooit. De voormalig spelverdeler debuteerde op zijn vijftiende in het eerste elftal en draafde zelfs als veertiger nog weleens op als de nood aan de man was. Brundel was jarenlang gewaardeerd voorzitter van de club en maakt nog steeds wekelijks zijn opwachting als jeugdscheidsrechter. Van den Hul heeft in zoveel commissies van de vereniging gezeten, dat ze nauwelijks op te sommen zijn. Dit was het aangewezen trio dat in het voorjaar van 2020 van start ging met het idee om een jubileumboek te maken; de opvolger van het boek dat in 1996 verscheen ter gelegenheid van het 50-jarige bestaan van de club. Ze verzamelden een team om zich heen: vormgever en oud-spits Benjamin Gouverneur, voormalig hoofdredacteur van AD Amersfoortse Courant en oud-rechtsbuiten Willem Meuleman, fotograaf Marco Hofsté en ondergetekende, tekstschrijver en oud-spits. Nu het ruim driehonderd pagina’s tellende boek vol verhalen, interviews en verslagen bijna verschijnt, is het een mooi moment om alvast warm te draaien in een gesprek met de drie initiatiefnemers.
Na 25 jaar verschijnt er een nieuw jubileumboek. Waarom? Steenbeek: ‘We zijn meer te weten gekomen dan in het eerste boek staat. Mensen in het dorp en bij de club begonnen er ook over: komt er weer een boek? Ze lazen mijn voetbalverhalen over vroeger die ik schrijf voor de Hooglanderveense Informatie Krant (HIK). Dus het speelde al wel in mijn gedachten. Ik zei tegen Gert: dan ga jij meedoen.’ Van den Hul: ‘Ik zei gelijk: doen. Ik heb al veel gedaan binnen de club, maar nog nooit meegewerkt aan een boek. We hebben door de jaren heen heel veel over de club verzameld, het is gewoon een tic. Ik zei meteen dat Gerard er ook bij moest komen, want die heeft ook een berg aan informatie, dat wil je niet weten.’
Waaruit bestaan jullie archieven? Van den Hul: ‘Wedstrijdverslagen, krantenartikelen, opstellingen, doelpuntenmakers, notulen, uitslagen, ranglijsten, foto’s, noem maar op. Ooit mee begonnen en niet meer mee opgehouden.’ Brundel: ‘Van de 2600 doelpunten die Hooglanderveen heeft gemaakt, hebben we er 2200 boven water gekregen. Alleen van de goals in de begintijd zoeken we de makers nog. We willen trouwens een centraal archief opstellen met alles wat we verzameld hebben, zodat iedereen die wat van de club wil weten, daar terecht kan.’
Steenbeek: ‘Het was een feest bij het Archief Eemland. Zaten we daar achter de computer, hoorde ik weer wat geritsel onder de deken naast me vandaan komen, waar Gert allemaal microfilmpjes van oude kranten aan het bekijken was. Kwam zijn kop weer omhoog: ik heb weer wat! Van den Hul: ‘De hele geschiedenis van Hooglanderveen kwam langs, echt geweldig.’
Wat zijn de hoogtepunten in 75 jaar VV Hooglanderveen? Brundel: ‘Voor mij is het absolute hoogtepunt het allereerste kampioenschap in 1980. Na 34 jaar was het eindelijk gelukt.’ Van den Hul: ‘Eigenlijk waren alle jaren onder trainer Cees Stam een groot hoogtepunt.’ Brundel: ‘En het meest dramatische was de beslissingswedstrijd tegen Domstad in 1960. Ik stond als puber langs de lijn, we waren naar Doorn gefietst. We konden kampioen worden, stonden tot een kwartier voor tijd met 3-1 voor. We dachten: kat in het bakkie, maar daarna ging het helemaal mis. De jongens van Domstad deelden uit, de scheidsrechter trad er nauwelijks tegenop en ze scoorden er drie. Wat er gebeurde, kon je in je angstdromen niet bevroeden.’ Steenbeek: ‘Dat is lang een vloek gebleven in het dorp. De vloek van Domstad. Toen ik met andere jonge spelers bij het eerste kwam, hoorden we van supporters dat wij die moesten wegpoetsen. We wisten wat ons te doen stond. In 1980 was het zover. Dorpshuis De Dissel was afgeladen vol tijdens het kampioensfeest. We werden met voetballen kampioen, maar het was haast een bevrijding voor het hele dorp.’ Van den Hul: ‘Het jubileumfeest in 1996 was ook fantastisch, dat wordt nooit en te nimmer meer geëvenaard. Ik zag clubiconen huilen van blijdschap.’ Steenbeek: ‘De beslissingswedstrijden waren ook altijd prachtig, zowel voor promotie als tegen degradatie. Wij kwamen in 1997 aan bij Zeist, vroeg de tegenstander BVC: wat komen jullie doen? Ze zaten zogenaamd in de flow. Wij: prima, maar wij gaan gewoon winnen. En zo geschiedde: voor het eerst promotie naar de derde klasse.’ Van den Hul: ‘De promotie naar de derde klasse in 2015 onder trainer Karel Knaap was ook heel belangrijk voor de club. Super Sunday, want ook het tweede elftal promoveerde. En het jaar erop was het weer raak voor beide teams. Dat zijn geweldige seizoenen geweest.’ Steenbeek: ‘Een dieptepunt was de beslissingswedstrijd tegen VVZA om promotie naar de vierde klasse in 2007. Ik kreeg langs de lijn van alle kanten klappen op mijn rug van vreemden, omdat ze dachten dat de buit al binnen was. Maar in de laatste minuten ging het helemaal mis. Twee goals tegen. Dat was extreem. Maar de wedstrijd op zich was mooi, met hartstikke veel volk langs de lijn.’
Het boek is ook het verhaal van de dorpsclub die transformeerde tot voetbalbolwerk. Van den Hul: ‘De overgang van de Hoog en Wellerlaan naar de Heideweg betekende: van bijna dood naar levend.’ Brundel: ‘Op termijn waren we op het oude complex Odi’58 geworden, de club die ter ziele is gegaan. Er was in de jaren negentig nauwelijks aanwas van jeugd.’ Steenbeek: ‘De club verdient een pluim. De organisatie stond en dat is gebleven. De enorme groei is knap opgevangen: van 15 naar 75 jeugdteams in recordtijd door de aanwas vanuit Vathorst.’ Van den Hul: ‘We mogen niet klagen. Maar vroeger was het écht dorps en daar kijken veel mensen met een heel goed gevoel op terug. Dat is ook terug te lezen in de portretjes van clubleden.’ Steenbeek: ‘Als je vroeger drie man voorbijliep, lagen er drie graspollen op het veld. En als het gras te lang was, maaide Gerard het zelf, zoals die keer voor de belangrijke wedstrijd tegen ‘t Gooi.’ Brundel: ‘Ik weet nog dat keeper Chris van de Hoek na een beslissend tegendoelpunt stond te brullen dat ik een stukje was vergeten. Daar zat een hobbeltje…’ Steenbeek: ‘De kantine had wat weg van een bruin café. Alles kende iedereen. Nu denk je soms: zijn ze van ons?’ Van den Hul: ‘Maar er zijn ook een hoop Vathorsters naar de club getrokken die veel voor de club doen. Oud en nieuw gaan goed samen.’
Het boek is ook een ode aan al die vrijwilligers, toch? Brundel: ‘Zeer zeker. We hebben veel tijd besteed aan overdenken: zijn we niemand vergeten? Het zijn zoveel namen, zoveel vrijwilligers en spelers door de jaren heen. We mogen trots zijn. Op onze club én op het jubileumboek.’ Het jubileumboek ‘75 jaar VV Hooglanderveen - Een dorpsclub om van te houden’ wordt 8 juli gepresenteerd en is te bestellen via de website van de club.
