De Patrijs in het Land van Heusden en Altena 2015

Page 1

De Patrijs in het Land van Heusden en Altena -­‐ verslag 2015 -­‐

Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur


Colofon © Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur 2015. Informatie uit deze uitgave mag worden overgenomen, wanneer als volgt aan deze uitgave wordt gerefereerd: Natuurbeschermingvereniging Altenatuur. 2015. De Patrijs in het Land van Heusden en Altena. Verslag 2015. Altenatuur. Samenstelling: E.J. van Haaften Foto’s: J. Schenkeveld, E.J. van Haaften Afbeelding omslag: J. Schenkeveld: Patrijzenpaar met jongen in De Struikwaard, Rijswijk.


1 Inleiding Nog maar veertig jaar geleden was de patrijs een kenmerkende soort van het Nederlandse platteland. Maar sinds de jaren zeventig zijn de aantallen met ruim 95% afgenomen. De patrijs is bezig te verdwijnen uit Nederland. Deze alarmerende ontwikkeling was voor SOVON en Vogelbescherming Nederland aanleiding om het jaar 2013 uit te roepen tot ‘jaar van de patrijs’. Dit was ook voor Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur reden om meer aandacht te besteden aan deze fraaie boerenlandvogel. Het hele werkgebied van de vereniging is daarop geïnventariseerd (Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur, 2014). Het beeld dat hieruit naar voren kwam, is dat de patrijs in het Land van Heusden en Altena nog wel verspreid voor lijkt te komen, maar zich niet aan de algehele achteruitgang heeft weten te onttrekken. Twee jaar na ‘het jaar van’ staat de patrijs nog steeds volop in de belangstelling. Het vastleggen van patrijzenwaarnemingen is ook doorgegaan. Met die gegevens is nu een nieuw verslag gemaakt van de patrijzenstand. Dit bestaat uit twee delen. Er is een gebiedsdekkende wintertelling uitgevoerd waarbij een beeld is gevormd van het totaal aantal patrijzen in de regio (hoofdstuk 2). Aansluitend is in voorjaar en zomer geprobeerd zo goed mogelijk te bekijken waar paren met jongen konden worden waargenomen (hoofdstuk 3). Bij beide onderdelen wordt een vergelijking gemaakt tussen de resultaten van 2013 en 2015. In hoofdstuk 4 wordt afgesloten met een korte bespreking van de resultaten.


2 Resultaten wintertelling Aanpak Hoeveel patrijzen zijn er in het Land van Heusden en Altena. Dit is een lastige vraag om te beantwoorden voor een onopvallende soort die zich maar weinig laat zien. Door gebruik te maken van het gedrag van de patrijs is dit toch nagestreefd. Patrijzen vormen in de winter groepjes, die vaak redelijk honkvast zijn. Door systematisch een gebied af te zoeken naar groepjes patrijzen ontstaat een steeds completer beeld. Dit gaat vooral goed wanneer er sneeuw ligt, zoals in deze winter ook het geval was. Juist met sneeuw zijn de patrijzen als bruine bolletjes goed te zien op de witte weilanden en akkers. En juist dan wordt door veel vogelaars gericht gezocht naar patrijzen, waarbij een groot deel van het Land van Heusden en Altena goed kon worden geteld. Daarnaast is een groot aantal losse waarnemingen verzameld. Door het combineren van alle waarnemingen is getracht een goed beeld te schetsen van het aantal patrijzen.

Patrijzen in de sneeuw (foto: Ernst-­‐Jan van Haaften). 129 waarnemingen In de winterperiode, tussen 15 september 2014 en 15 februari 2015, zijn door 35 vogelaars patrijzenwaarnemingen ingevoerd op Waarneming.nl of los doorgegeven aan Altenatuur. Deze laatste zijn ook ingevoerd op Waarneming.nl. In totaal werden zo 129 patrijzenwaarnemingen verzameld. Meestal werden enkele waarnemingen per week gedaan. Tijdens de sneeuwperiode in de eind december 2014 lag dit aantal veel hoger. Ook eind januari 2015 en begin februari 2015 werden veel waarnemingen gedaan.


Diagram 1 -­‐ Aantal waarnemingen per twee weken, tussen 15 september 2014 en 15 februari 2015. En het aantal patrijzen is… Wanneer de waargenomen aantallen patrijzen van de 129 waarnemingen worden opgeteld leidt dat tot groot aantal patrijzen. Daar zitten dan natuurlijk ook al snel dubbeltellingen bij. Om deze dubbeltellingen eruit te filteren zijn alle waarnemingslocaties nauwkeurig op een kaart ingetekend. Waarnemingen van groepjes met hetzelfde aantal dicht bij elkaar zijn vervolgens geclusterd. Aangenomen is dat de waarnemingen binnen een cluster steeds van hetzelfde groepje zijn. Op deze manier konden 28 clusters worden ingetekend. Per cluster is het aantal van het groepje patrijzen genomen en deze zijn bij elkaar opgeteld. Door dit voor het hele gebied te doen is vastgesteld dat er, zonder dubbeltellingen dus, zeker 212 patrijzen in het Land van Heusden en Altena voorkomen. Op het kaart 1 is te zien waar deze patrijzen allemaal gezien zijn. Hoe nauwkeurig is dit nu? Het combineren van de losse waarnemingen tot clusters gebeurt handmatig. In sommige gevallen is het lastig om te bepalen of een aantal waarnemingen nu op hetzelfde groepje betrekking hadden, of dat er sprake is geweest van twee groepjes. Vooral aan de hand van uitsluitende waarnemingen, bijvoorbeeld tijdens de teldagen waarop sneeuw aanwezig was, is geprobeerd dit zo objectief mogelijk te doen. Het blijft daarbij de vraag hoe volledig deze telling is geweest. Ongetwijfeld zijn er groepjes gemist. Maar ook in veel gebieden waar nu geen patrijzen zijn gezien, is wel degelijk flink gezocht. Hierdoor bestaat de indruk dat weer een behoorlijk goed beeld is ontstaan van het aantal patrijzen in het gebied.


Kaart 1 – Waarnemingen winterperiode 2014/2015. Alle waarnemingen die betrekking hebben op eenzelfde groepje patrijzen zijn geclusterd tot in totaal 28 clusters. Per cluster is het aantal waargenomen patrijzen aangegeven. Opgeteld (zonder dubbeltellingen) zijn dit 212 patrijzen. Waar zitten de grootste aantallen? De kaart geeft een goed beeld waar veel en waar weinig patrijzen zijn gezien. Met deze gegevens is het ook mogelijk om binnen de regio gebieden met elkaar te vergelijken door naar de dichtheid, het aantal patrijzen per km2, te kijken. Over het hele gebied is de dichtheid 1,2 patrijzen per km2. Tussen de gemeenten zijn al opvallende verschillen te zien (zie onderstaande tabel). De patrijzendichtheid is het laagst in Werkendam. In Woudrichem is de dichtheid meer dan drie keer zo hoog. Hier zijn per km2 gemiddeld 1,9 patrijzen aanwezig. km2 aantal dichtheid (aantal/km2) Woudrichem 51,6 98 1,9 Aalburg 53,1 67 1,3 Werkendam* 78,1 47 0,6 totaal 182,8 212 1,2 Tabel 1 -­‐ Patrijzendichtheid per gemeente * met uitzondering van Biesbosch en Noordwaard


Patrijzenkoppel in berijpt grasland (foto: Jos Schenkeveld).

Patrijzengroepje (foto: Jos Schenkeveld).


Verschillen tussen de winters van 2012/2013 en 2014/2015 Bovenstaande gegevens zijn op dezelfde wijze geïnterpreteerd en gepresenteerd als dat gedaan is met de gegevens uit de winter van twee jaar hiervoor. In beide gevallen gaat het echter om veel losse waarnemingen die niet op systematische wijze verzameld zijn. Dat maakt een directe vergelijking lastig. In tabel 2 is een aantal cijfers naast elkaar gezet. Te zien is dat afgelopen winter meer waarnemers patrijzen hebben doorgegeven, wat ook geleid heeft tot meer waarnemingen. Desondanks lijkt het aantal patrijzen lager te zijn dan twee jaar geleden. Op kaart 2 zijn zowel de waarnemingen van 2012/2013 als van 2014/2015 te zien. In grote lijnen is het beeld van beide jaren in grote lijnen vergelijkbaar. Een klein aantal verschillen is te benoemen. Afgelopen winter zijn meer waarnemingen gedaan in het gebied tussen Werkendam en Sleeuwijk, in de Oostwaard en in het gebied ten noorden van Dussen. Minder waarnemingen zijn er echter gedaan ten zuiden van Eethen. Wintertelling 2012/2013 2014/2015 Aantal waarnemingen 117 129 Aantal waarnemers 24 35 Aantal patrijzen 227 212 Aantal clusters 38 28 Gemiddeld aantal patrijzen per cluster 6,0 7,6 Tabel 2 – Vergelijking gegevens 2012/2013 en 2014/2015

Kaart 2 – Waarnemingen winter 2012/2013 (rode stippen) en winter 2014/2015 (blauwe stippen).


3 Resultaten voorjaar-­‐ en zomertelling Aanpak Of patrijzen in een gebied broeden en daarbij ook jongen grootbrengen is lastig te bepalen. Gelukkig wordt er door alle aandacht steeds beter op patrijzen gelet en geven veel mensen hun waarnemingen door. Door al deze waarnemingen samen te voegen ontstaat toch een behoorlijk goed beeld van de plaatsen waar patrijzen met jongen zich bevinden. Aanvullend op de wintertelling kan met de gegevens uit voorjaar en zomer een beeld worden gevormd van het aantal paartjes met jongen. 209 waarnemingen In het voorjaar en de zomer, tussen 15 februari 2015 en 15 september 2015, zijn door 32 vogelaars patrijzenwaarnemingen ingevoerd op Waarneming.nl. Hiermee zijn in deze periode in totaal In totaal werden zo 209 patrijzenwaarnemingen verzameld. De meeste waarnemingen zijn gedaan in de maanden april en mei. In de maanden juli en augustus zijn juist erg weinig waarnemingen gedaan (zie diagram 2).

Diagram 2 -­‐ Aantal waarnemingen per twee weken, tussen 15 februari 2015 en 15 september 2015. Weinig grote groepen Bijna alle waarnemingen hadden betrekking of 1 of 2 patrijzen. Niet onverwacht natuurlijk, omdat in het voorjaar zich paartjes vormen. Een klein aantal meldingen betrof verder roepende vogels, waarbij het ook meestal om een enkele vogel gaat. Er zijn 13 waarnemingen doorgegeven van groepen van 10 patrijzen of meer. De grootste getelde groepen bestonden uit 18 vogels. Hiervan zijn zelfs 4 waarnemingen gedaan. Van deze waarnemingen hadden 3 waarnemingen overigens betrekking op dezelfde groep, die tussen midden juli en begin september driemaal is waargenomen in De Struikwaard bij Giessen (Sloothaak, 2015). Vanuit een project om het leefgebied voor de patrijs te verbeteren zijn hier extra tellingen uitgevoerd om het broedsucces te bepalen.


Op kaart 3 zijn alle waarnemingen uit de voorjaar-­‐ en zomerperiode weergegeven, waarbij deze zijn ingedeeld naar groepsgrootte.

Kaart 3 – Waarnemingen voorjaar en zomer 2015. Alle waarnemingen zijn als stip weergegeven op de kaart en daarbij ingedeeld naar groepsgrootte (zie legenda). Tenminste 16 succesvolle broedgevallen: 123 jongen! Bij verschillende waarnemingen is, naast het aantal patrijzen, ook apart vermeld of er jongen bij gezien zijn. Op deze manier valt te achterhalen waar succesvol is gebroed. Er zijn 16 waarnemingen doorgegeven met vermelding dat het een paar betrof met daarbij een aantal jongen. Deze groepen zijn gezien bij Giessen (3), Almkerk (2), Werkendam (2), Rijswijk, Sleeuwijk, Dussen, Andel, Babyloniënbroek, Wijk en Aalburg, Uppel, Woudrichem en Oudendijk. Van de 16 meldingen van paartjes met jongen zijn 2 paartjes met elk 16 jongen, en 3 paartjes met elk 12 jongen gezien. Op kaart 3 is de ligging van deze groepen ook goed terug te zien. Veel van de grote groepen hebben betrekking op waarnemingen van patrijzenpaartjes met daarbij ook jonge vogels. De 16 meldingen van oudervogels met jongen hebben samen betrekking op 123 jonge patrijzen. Broedgevallen goed in beeld? Het goed vaststellen van het aantal broedgevallen is erg lastig. Of het aantal van 16 broedpaar dicht bij de werkelijkheid ligt is niet goed in te schatten. Het lijkt, op basis van het aantal aanwezige patrijzen waarschijnlijk dat zeker meer dan 16 paartjes zijn gevormd. Maar is dat zo? En lukt het dan veel paartjes niet om jongen groot te brengen? Momenteel is daar geen goede uitspraak over te doen.


Patrijzenpaar met jongen (foto: Jos Schenkeveld).

Patrijzenbiotoop: akkerrand met takkenril (foto: Jos Schenkeveld).


Verschillen tussen voorjaar/zomer van 2013 en 2015 Evenals in de winter is er weinig verschil waar te nemen tussen de verspreiding van patrijzen in 2013 en 2015. Op kaart 4 zijn beide jaren weergegeven. Ten oosten van Werkendam zijn afgelopen zomer verschillende waarnemingen van patrijzen gedaan, terwijl dat in 2013 niet het geval was. Tabel 3 geeft een vergelijking van verschillende cijfers, wat het beeld bevestigd dat tussen de gegevens uit 2013 en 2015 weinig verschillen kunnen worden gevonden. Voorjaar-­‐ en zomertelling Aantal waarnemingen Aantal waarnemers Aantal succesvolle broedgevallen Aantal jongen Tabel 3 – Vergelijking gegevens 2013 en 2015

2013 224 36 18 97

2015 209 32 16 123

Kaart 4 – Waarnemingen voorjaar/zomer 2013 (rode stippen) en voorjaar/zomer 2015 (blauwe stippen).


4 Conclusie In de periode van eind 2014 tot eind 2015 is veel informatie verzameld over het voorkomen van de Patrijs in het Land van Heusden en Altena. Hiermee is de inventarisatie uit 2013 op vrijwel dezelfde wijze herhaald. Met de wintertelling is vastgesteld dat tenminste 212 patrijzen in de regio voorkomen. Gedurende de zomer werd duidelijk dat tenminste 16 paartjes succesvol hebben gebroed resulterend in 123 jonge patrijzen. Een vergelijking met de inventarisatie uit 2013 maakt duidelijk dat er weinig verschillen zijn waar te nemen. Het aantal patrijzen is licht afgenomen, maar het verschil is klein. Door de onzekerheid dat vastzit aan de methode om het aantal patrijzen vast te stellen is het moeilijk hier zware conclusies aan te verbinden. Een nieuwe ontwikkeling is dat in De Struikwaard bij Rijswijk en Giessen ervaring wordt opgedaan met maatregelen gericht op biotoopverbetering (Sloothaak, 2015). De eerste resultaten hiervan zijn positief. De patrijs lijkt te profiteren van de aanleg van onder andere akkerranden, kruidenranden en hagen. Het is te hopen dat dit soort maatregelen ook op andere plaatsen meer kan worden toegepast, zodat we nog lang van patrijzen kunnen genieten.

Patrijzenpaar met jongen (foto: Jos Schenkeveld).


Literatuur Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur. 2014. De Patrijs in het Land van Heusden en Altena. Verslag Jaar van de Patrijs 2013. Altenatuur. http://issuu.com/jansissuu/docs/altenatuur_patrijsverslag_2013 Sloothaak, J. 2015. Voorbeeldproject ‘Patrijs in de Struikwaard’. Eindrapportage. Brabants Landschap, Haaren. http://issuu.com/werkgroeppatrijs/docs/sloothaak_2015_voorbeeldproject_pat


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.