Stel je het ideale scenario eens voor: woningen en bedrijfspanden die zo ontworpen en gebouwd worden dat elementen en materialen volledig en hoogwaardig herbruikbaar zijn en daardoor een tweede of derde leven krijgen. Te mooi om waar te zijn? Niet als het aan Ivo van der Mark, CEO van bouwgroep JAJO ligt. “Binnen JAJO zijn wij ervan overtuigd dat het mogelijk moet zijn om een gezonde balans te bereiken tussen bouwen op een manier die goed is voor mens en milieu en het noodzakelijk financieel rendement dat je als commerciële vastgoedpartij nodig hebt om de rekeningen te kunnen betalen.”
KEUZES IN HET VERLEDEN BIEDEN WEL DEGELIJK GARANTIES VOOR DE TOEKOMST
D
at gaat niet van vandaag op morgen, maar dit zou wel het streven van de markt moeten zijn. Wij voelen binnen JAJO sterk de urgentie om
het anders te doen. Duurzaamheid is meer dan een holle kreet. Het moet onderdeel van je cultuur worden. En daar moet iedereen op zijn eigen gebied mee aan de slag. We sluiten binnen JAJO met onze dochterondernemingen de vastgoedcyclus in dienstverlening en materiaalgebruik. Hierbij laten we ook zien dat deze manier van werken niet ten koste hoeft te gaan van het rendement. Wij focussen op hoge klanttevredenheid en gaan lange termijn relaties met onze klanten aan door toegevoegde waarde te bieden in elke fase van de vastgoedcyclus.”
Nominatie als (h)erkenning Van der Mark is met JAJO daarmee een pionier. En dat is niet onopgemerkt gebleven. Onlangs werd van der Mark door Vastgoedjournaal genomineerd als vastgoedbeslisser van het jaar. Een prijs die die persoon ten deel valt die impact heeft gemaakt in de vastgoedwereld. “Hartstikke leuk natuurlijk dat ik genomineerd ben. Maar ik zie het vooral als een erkenning voor JAJO. Wat nog veel belangrijker is, is dat deze nominatie heel duidelijk aangeeft dat er een andere manier van denken aan het ontstaan is in de van nature conservatieve wereld van bouw- en vastgoed. En dat is belangrijk. We kunnen namelijk het impactvolle verschil alleen maken met de hele keten, dus door samenwerking met partners, leveranciers, opdrachtgevers en andere bouwbedrijven.”
32