12 minute read

Dimitri en Sari maken scholieren enthousiast voor chemie

Sinds twee jaar zet de chemiesector in op duaal lesgeven. Daarbij combineren werknemers uit de sector hun job met deeltijds lesgeven in het onderwijs.

Advertisement

Zo kunnen ze hun waardevolle praktijkervaring doorgeven, meer meisjes en jongens warm maken voor wetenschappelijke en technische beroepen en het lerarentekort helpen te verzachten. INEOSmedewerkers Dimitri Lenaerts en Sari Walscharts vertellen waarom ook zij voor de klas staan.

Lenaerts is Production Engineer bij INEOS Oxide in Zwijndrecht en al tien jaar actief in de chemiesector. Voor hem is de lesopdracht een mooie gelegenheid om zijn ervaring door te geven aan jongeren. ‘Elke woensdag sta ik voor de klas en geef ik het vak labo-automatisatie. Als scholier vroeg ik me wel eens af wat het nut van bepaalde leerstof was. Vandaag begrijp ik dat maar al te goed en die inzichten deel ik graag met mijn leerlingen.’

Walscharts werkt als proces-ingenieur bij INEOS Inovyn in Zandvliet. Zij is een van de STEMfluencers die jongeren wil inspireren voor techniek en wetenschap. ‘Ik wil hen met mijn gastles en interactieve proefjes laten zien dat chemie geen mysterieuze zaak is, maar in heel veel dingen zit die we elke dag tegenkomen.’

Afwisseling en bijleren

Het contact met studenten is de hoofdreden waarom Lenaerts het lesgeven zo fijn vindt. ‘Het is een leuke afwisseling met mijn job en lesgeven daagt je uit. Je moet de materie zelf heel goed kennen voordat je anderen iets kunt aanleren. In mijn job ben ik er vooral op gefocust om alles zo efficiënt mogelijk en foutloos te doen. In de klas moet je het durven omdraaien en de leerlingen fouten laten maken. Vaak is dat de les die het sterkst blijft hangen.’

Walscharts is dan wel STEMfluencer, een rolmodel vindt ze zichzelf niet. Al gelooft ze wel dat het impact heeft om als vrouw uit de sector voor de klas te staan. ‘Ik vind het fijn om op het einde van mijn les te horen dat ook de meisjes openstaan voor een technische opleiding. Zoveel mogelijk jonge mensen enthousiast maken voor chemie, daar doen we het uiteindelijk voor.’

Jobinhoud

De meeste vragen krijgt ze over de jobinhoud. ‘Operator in de chemie is een heel vage omschrijving en wordt in elk bedrijf anders ingevuld’, weet Lenaerts. ‘Bijna al mijn leerlingen hebben familie die in de chemie werkt. Ze weten vaak dat de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijk zijn, maar ik zeg altijd dat dat niet de belangrijkste reden is om voor de sector te kiezen. Ik geef hen vooral concrete tips waarmee ze straks op de werkvloer een streepje voor hebben. Zo kan ik leerlingen motiveren en dat zorgt voor goed gekwalificeerde sollicitanten.’

Ook de scholen zijn erg enthousiast over het systeem. ‘Er zijn te weinig vakleerkrachten en door enkele uren per week voor de klas te staan, helpen we dat tekort te verzachten’, aldus Lenaerts. ‘Ik ben een grote fan van de combinatie lesgeven en in de praktijk werken’, besluit Walscharts. ‘Het is de beste manier om jongeren een goed beeld te geven van wat ze later kunnen doen.’

‘In mijn job ben ik er vooral op gefocust om alles zo efficiënt mogelijk en foutloos te doen. In de klas moet je het durven omdraaien en leerlingen fouten laten maken.’

Dimitri Lenaerts, Production Engineer bij INEOS Oxide

‘Ik wil tonen dat chemie geen mysterieuze zaak is, maar in heel veel dingen zit die we elke dag

Walscharts, Procesingenieur bij INEOS Inovyn

Voor een chemiegigant als INEOS is R&D van groot belang. Zeker in een wereld waarin duurzaamheid een prioriteit is voor de consument, de samenleving en de wetgever.

‘België speelt binnen INEOS een belangrijke rol in R&D’, zegt Serge Bettonville, R&D Director bij INEOS Olefins & Polymers. ‘Maar we werken in Neder-Over-Heembeek niet alleen voor onze Belgische vestigingen. Onze expertise wordt door de hele groep gewaardeerd.’

‘Dat INEOS in België zo sterk inzet op R&D heeft te maken met de historiek van onze sites, maar ook met de expertise van onze medewerkers, de hoogopgeleide arbeidsmarkt en de excellente onderzoekers en universiteiten waarmee we kunnen samenwerken’, vult Dirk Dompas aan. Hij is Research, Technology & Engineering Manager bij het pvc-producerende INEOS Inovyn in Jemeppesur-Sambre.

De agenda’s van beide onderzoekers worden sterk beïnvloed door de snel evoluerende wetgeving. ‘De resultaten daarvan merkt de consument elke dag. Denk maar aan de vastgebonden dopjes op drankflessen, een gevolg van de nieuwe EU-richtlijn over Single-Use Plastics’, zegt Bettonville.

‘Op vraag van een klant hebben we een speciaal pvc-schuim ontwikkeld dat gebruikt wordt in de wieken van windturbines.’

Dirk Dompas, Research, Technology & Engineering Manager bij INEOS Inovyn

Innovatieve recyclage geeft afval een tweede leven

Lange tijd kwamen producten uit polystyreen - van voedselverpakkingen en drinkbekertjes tot speelgoedblokjes en auto-onderdelen - aan het einde van hun levenscyclus op de vuilnisbelt of in de verbrandingsoven terecht. Om dat op te lossen, wordt er al jarenlang onderzoek gedaan naar alternatieve recyclagemethodes. Als Head of Global R&D Laboratories bij INEOS Styrolution is Michiel Verswyvel nauw betrokken bij projecten rond advanced recycling.

‘Een van de nieuwe recyclagetechnieken is depolymerisatie. Uit afval uit de pmd-zak wordt een fractie gesorteerd die ongeveer 90 procent kunststof bevat. Die wordt versnipperd, gewassen en onder hoge temperatuur omgezet tot een bruinachtige styreenolie. Die wordt gezuiverd tot styreen, waarmee opnieuw producten geproduceerd worden’, vertelt Verswyvel op de site in Zandvliet in de Antwerpse haven.

‘Die gerecycleerde kunststof heeft dezelfde kwaliteiten als nieuw materiaal en is geschikt voor toepassingen die een hoge zuiverheid vereisen, zoals voedselverpakkingen, speelgoed of medische applicaties. Aan het einde van de levenscyclus kan die kunststof opnieuw gerecycleerd worden. Op die manier is er minder aardolie nodig en de uitstoot van broeikasgassen ligt meer dan de helft lager dan bij materiaal op basis van fossiele grondstoffen.’

‘Maar niet alleen de wetgeving voor verpakkingsmaterialen is een drijfveer’, zegt Dompas. ‘Het streven naar koolstofneutraliteit en de wens om een waterstofbusiness te ontwikkelen zijn dat ook, net als het doel om alle pvc-afval volledig te recycleren.’

Tegenwoordig is pvc in Europa een van de meest gerecycleerde polymeren dankzij de VinylPlus initiatieven die worden ondersteund door INEOS Inovyn. Het bedrijf heeft zich verbonden aan een programma voor de ontwikkeling van geavanceerde recyclingtechnologieën in zijn R&Dcentrum in Jemeppe-sur-Sambre.

Hoewel de uitdaging groot is, leidt de combinatie van regelgeving en business tot boeiende R&D. ‘We kunnen de maatschappelijke en industriële motieven die onze R&D bepalen niet meer van elkaar scheiden’, merkt Bettonville op.

‘Tegenwoordig zijn de koolstofvoetafdruk en de circulariteit van een product voor onze klanten even belangrijk als de kwaliteit en de prijs.’

Groene energie transporteren

Het onderzoek en de ontwikkeling van die producten en duurzame oplossingen zijn erg divers. INEOS Olefins & Polymers werkt volop aan de verdere ontwikkeling van polyethyleen buizen, die een belangrijke rol spelen in de energietransitie.

‘Die buizen worden gebruikt om bijvoorbeeld gas en drinkwater veilig in onze huizen te krijgen. Wij hebben ze verder ontwikkeld om groene en hernieuwbare elektriciteit van offshore windmolenparken naar het vasteland te brengen’, vertelt Bettonville. Wanneer hoogspanningskabels ondergronds worden begraven, hebben ze immers beschermende kokers nodig. Die moeten bestand zijn tegen temperaturen van 60 tot 70 graden Celsius, met soms nog hogere pieken.

‘We hebben onlangs bewezen dat polyethyleen buizen ook veilig waterstof kunnen vervoeren, dé brandstof van de toekomst. Dat is van cruciaal belang omdat groene waterstof nu geleidelijk kan worden ingevoerd in bestaande distributienetwerken. Zo kan onze industrie van brandstof worden voorzien zonder dat het distributienetwerk volledig moet worden herbouwd.’

INEOS zet ook in op Design For Recycling: vereenvoudigde verpakkingsstructuren ontwikkelen die gemakkelijk te recycleren zijn. Bettonville: ‘Mettertijd is de complexiteit van verpakkingen toegenomen om een goede bescherming te garanderen. Dat heeft geleid tot een meerlagige structuur van verschillende materialen die daardoor moeilijk te recycleren zijn. Daarom wordt het gestort of verbrand. In ons R&D-centrum in Brussel ontwikkelen we folies die gemakkelijk te recycleren zijn, zonder de houdbaarheid van levensmiddelen in gevaar te brengen of afbreuk te doen aan de regelgeving over voedselveiligheid.’

Decarbonisatie

De chemie-industrie is een grootverbruiker van energie. Ook daar valt veel te winnen, bijvoorbeeld door decarbonisatie. Met het Electra-project ontwikkelt INEOS een nieuwe technologie waarmee het thermisch kraken van di-chloorethaan, een van Inovyn’s tussenproducten, in de vestiging in het Noorse Rafnes kan worden geëlektrificeerd. ‘Als het project slaagt, zullen de CO2-emissies van de site met 16.000 ton per jaar dalen en zal de technologie een aanzienlijk potentieel hebben om op andere locaties te worden toegepast’, aldus Dompas.

Een ander voorbeeld van het streven naar meer energie-efficiëntie bij INEOS Inovyn is de omschakeling van het pekelconcentratieproces op de site in Tavaux naar stoom op basis van elektriciteit in plaats van gas. ‘Dat zal leiden tot een vermindering van het primaire energieverbruik met meer dan 200 gigawattuur en een vermindering van de CO2-uitstoot met meer dan 60.000 ton per jaar.’ Er zitten nog andere projecten in de pijplijn die ervoor moeten zorgen dat de koolstofuitstoot vóór 2030 met 33 procent vermindert en tegen 2050 verdwenen is.

Duurzame toepassingen

Als kunststofproducent innoveert INEOS voortdurend met nieuwe en duurzame toepassingen voor pvc. Vandaag wordt deze kunststof gebruikt in tal van toepassingen, van klassieke buizen en raamprofielen tot medische toepassingen, auto’s, vloeren, dakbedekking, kabels enzovoort.

‘Op vraag van een klant hebben we een speciale pvc-hars ontwikkeld dat wordt opgeschuimd om te gebruiken in de wieken van windturbines. Die wieken worden steeds langer, tot wel 100 meter. Tegelijk moeten ze licht en stevig zijn. Dat schuim is daar uitermate voor geschikt’, zegt Dompas.

INEOS ontwikkelde ook een pvc-folie die de stalen masten van windturbines beschermt tegen corrosie. ‘Windturbines zijn blootgesteld aan zware weersomstandigheden. Vooral in windparken op zee eisen de omstandigheden hun tol. Door de masten te bekleden met pvc-folie gaan ze langer mee. Er is ook minder onderhoud nodig, wat op zee een dure en moeilijke klus is.’

Medische apparatuur wordt wandbekleding

Wandbekleding die gemaakt is van gerecycleerde medische producten: daarmee is de cirkel voor het hergebruik van pvc ook in de medische wereld rond.

Met pvc-hars die INEOS Inovyn in Jemeppe-Sur-Sambre produceert, worden medische producten gemaakt zoals maskers, buisjes en infuuszakken. Die recycleerbare producten worden vandaag ingezameld in tien Belgische ziekenhuizen om te worden verwerkt en hergebruikt in vinyl wandbekleding.

‘Dat is een hygiënisch en vormvast materiaal dat bestand is tegen chemicaliën én tegen een stootje kan, bijvoorbeeld van een bed. Ideaal dus in een ziekenhuisomgeving’, zegt Jean-Pol Verlaine, customer technical service bij INEOS Inovyn.

Verschillende recyclagebedrijven werken mee aan het project. ‘Zo krijgt medisch afval, dat anders in ziekenhuizen wordt verbrand, een tweede leven. Het sorteren en recycleren van kunststofafval kan zowel de milieu-impact als de afvalkosten van ziekenhuizen aanzienlijk verminderen.’

De chemie speelt een hoofdrol in de verduurzaming van onze samenleving. Maar de omstandigheden waarin dat gebeurt, zijn niet ideaal. Dat zeggen Ann Wurman en Hans Casier, respectievelijk directeur Vlaanderen en voorzitter van sectorfederatie essenscia. ‘Als we niet opletten, hebben we een Green Deal op papier, maar ontbreekt de slagkracht om die ambities waar te maken.’

De chemiesector is al meer dan 150 jaar in ons land verankerd. Samen met de life sciences zorgen chemiebedrijven voor één op de vijf jobs in de verwerkende industrie. In 2021 leidde dat tot een recordomzet van bijna 74 miljard euro. Traditioneel investeert de sector ook fors in innovatie en ontwikkeling. Toch blijkt die toegevoegde waarde maar mondjesmaat door te sijpelen naar het imago van de sector.

‘Het imago naar het brede publiek kan zeker beter’, zegt Hans Casier, tevens CEO van INEOS Phenol en INEOS Nitriles. ‘Mensen beseffen het niet, maar 95 procent van alle producten die je koopt en materialen die je gebruikt, zijn rechtstreeks te linken aan chemie. We maken cruciale bouwstenen en basiscomponenten die andere sectoren nodig hebben om hun producten mee te maken.’

Ann Wurman: ‘In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is chemie niet het probleem, maar een deel van de oplossing. De producten die voortvloeien uit de chemie zijn noodzakelijk om een duurzame toekomst te realiseren. Denk aan isolatiematerialen voor de bouw, het lichter maken van transportmiddelen, de levensduur van batterijen verlengen en de recyclage van producten voor de circulaire

4,5% economie. We staan natuurlijk aan het begin van al die waardeketens, wat ons minder zichtbaar maakt.’

De chemie en life sciences zijn economische zwaargewichten, goed voor 4,5 procent van het Belgische BBP.

Kan een energie-intensieve industrie zoals de chemie die rol blijven spelen nu de impact van onder andere de energiekosten groter is?

Hans Casier: ‘Bedrijven in Europa betalen een pak meer voor hun energie dan hun concurrenten in de rest van de wereld. Voor Belgische bedrijven komt daar de loonkostenhandicap bij als gevolg van de automatische loonindexering. In die context moet onze industrie opboksen tegen grootschalige economische steunprogramma’s in andere Europese lidstaten en werelddelen. Er is dringend nood aan een level playing field, om concurrentievervalsing tussen landen te vermijden.’

Ann Wurman: ‘Hans verwijst naar de Amerikaanse Inflation Reduction Act. Die heeft protectionistische kantjes, maar stimuleert ook investeringen en beloont ondernemersrisico’s. De Europese aanpak – die ook op Vlaams en federaal niveau doorsijpelt – vertrekt vanuit een strak keurslijf met vooral veel regeltjes, restricties en extra

‘De Europese aanpak is niet bevorderlijk in een tijdperk waarin bedrijven voor gigantische investeringen en grote technologische uitdagingen staan.’

Ann Wurman, Directeur Vlaanderen bij essenscia

5,8 miljard euro

In 2022 investeerde de sector 5,8 miljard in onderzoek en ontwikkeling.

1.071

In 2022 werd met 1.071 octrooiaanvragen het hoogste aantal aanvragen ooit ingediend vanuit de sector, goed voor een aandeel van 41 procent van alle Belgische aanvragen.

Hans Casier, Voorzitter essenscia en CEO bij INEOS Phenol en INEOS Nitriles kosten. Dat is niet bevorderlijk in een tijdperk waarin bedrijven voor gigantische investeringen en grote technologische uitdagingen staan.’

Hans Casier: ‘Bovendien hebben we zelf weinig energiebronnen in Europa. Dat betekent dat er geïnvesteerd moet worden in infrastructuur om de energie tot bij ons te krijgen. Maar Europa hanteert teveel de stok en te weinig – of niet – de wortel. Europa heeft bovendien veel last van regulitis en is niet technologieneutraal in de zoektocht en transitie naar koolstofneutraliteit. Daartegenover staat de enorme dynamiek van de VS en hun gerichte steun, onafhankelijk van de gekozen oplossing, of het nu hernieuwbare energie betreft of CCS (carbon capture and storage). Het gevolg is dat er in de VS wel enorm wordt geïnvesteerd in zonne- en windparken, waterstof- en ammoniakproductie en CCS. Europa riskeert de industrie weg te belasten.’

Waar heeft de sector nood aan om zijn toekomst te verzekeren?

Hans Casier: ‘De industrie heeft nood aan een duidelijk kader waarin technologische keuzes niet op voorhand worden gemaakt en geen gedetailleerde plannen worden voorgeschreven. De industrie kan zelf bepalen wat wel en niet werkt. Maar vooral moet de ondersteuning in elk land gelijk zijn, zonder bureaucratische rompslomp.’

Ann Wurman: ‘Daarom pleiten wij er vanuit essenscia voor om werk te maken van een efficiënter vergunningsbeleid om de broodnodige industriële en logistieke infrastructuur te realiseren. Daarnaast moeten we erover waken dat we goed opgeleid talent kunnen blijven aantrekken. Tot slot hebben we blijvende innovatiesteun nodig, zodat er nieuwe technologieën op de markt kunnen blijven komen.’

De chemie innoveert, maar speelt ook een grote maatschappelijke rol. Kunnen jullie daar enkele cijfers op plakken?

Hans Casier: ‘De grootste petrochemische cluster van Europa bevindt zich in Vlaanderen. We zorgen voor 65.000 directe en voor meer dan 210.000 indirecte jobs. Jaar na jaar stijgt de werkgelegenheid in de sector, in 2022 kwamen er maar liefst 1.900 jobs bij. Dat resulteert ook in een bijdrage van 2,6 miljard euro aan onze sociale zekerheid. Geen sector draagt meer bij. De chemie- en farmasector zijn bovendien een exportkampioen, goed voor liefst 37 procent van de totale Belgische export.’

Ann Wurman: ‘Ook op het vlak van investeringen spreken de cijfers voor zich. Een derde van alle industriële investeringen in België komt van de petrochemische sector, waarvan het grootste deel uit het buitenland. Volgens Flanders Investment & Trade (FIT) hebben buitenlandse bedrijven in 2022 voor een recordbedrag van 5,26 miljard euro aan investeringen aangekondigd in Vlaanderen. De chemie- en farmasector zijn goed voor bijna de helft daarvan. De voorbije drie jaar hebben de chemieen farmasector in Vlaanderen 115 buitenlandse investeringsprojecten aangetrokken, goed voor ruim 2.000 nieuwe jobs.’

1/3e

De sector is exportkampioen in België en is goed voor meer dan 1/3e van de totale export.

100.000

Sinds 2012 zijn er in de chemie en life sciences sector 11.600 jobs bijgekomen, een groei van 11 procent. Vandaag telt de industrie 100.000 werknemers.

50%

Op lange termijn blijft de sector groeien, zo is de sectorale handelsbalans in tien jaar tijd met meer dan 50 procent gestegen.

Meer investeringen, activiteit en productie betekenen vaak ook meer milieu-impact. Zien jullie de chemie net-zero worden tegen 2050?

Hans Casier: ‘Wij zijn ervan overtuigd dat de sector belangrijk is voor de welvaart van ons land én voor de omslag naar een duurzame economie. Die transitie is aan de gang. Bedrijven investeren volop om energiezuiniger en klimaatvriendelijker te werken. Als ingenieur geloof ik in technologische oplossingen. CO2 is een chemische molecule. Wij zijn de sector bij uitstek die een oplossing voor het CO2-probleem kan aanbrengen. De vraag is natuurlijk of die oplossingen praktisch haalbaar en betaalbaar zijn.’

Ann Wurman: ‘Ook ik ben optimist. Ik kom zelf uit de industrie, we zijn het aan onszelf verplicht om naar klimaatneutraliteit te streven. En dat doen we. Sinds 1990 is de totale productie in de chemiesector meer dan verdrievoudigd, terwijl het energieverbruik slechts met 40 procent is gestegen. De energie-efficiëntie is met andere woorden fors toegenomen. De CO2-uitstoot is sinds 1995 gehalveerd, ondanks de groei van onze activiteiten.’

Hans Casier: ‘Vlaanderen is en blijft wereldvermaard als toonaangevend chemie- en farmaland, zowel voor innovatie, productie als logistiek. Maar we moeten een tandje bijsteken om ook in de toekomst aantrekkelijk te blijven als investeringslocatie.’

Ann Wurman: ‘De investeringsbeslissingen van de komende jaren zullen de industriële toekomst van ons land bepalen. Die beslissingen worden vaak niet in België genomen, maar op internationale hoofdkwartieren waar men de investeringsstrategie zorgvuldig bepaalt. Vandaar de noodzaak om ons internationale concurrentievermogen te versterken en een industriebeleid met langetermijnvisie uit te stippelen.’

This article is from: