
1 minute read
1.1.2 Opvoedingsproces
‘De omgang tussen opvoeder en kind is een unieke, persoonlijke omgang, waar in de regel een wederzijdse betrokkenheid valt waar te nemen.’3
De geborgen, veilige en uitnodigende (leer)omgeving van een kind, vormt de basis voor diens sociale en emotionele ontplooiing. Een opvoeder keurt goed of keurt af, stimuleert om het kind zelf te doen handelen of doet iets voor, legt uit en helpt waar nodig.
- Een derde belangrijk facet is deze van de omgang met invloed.
‘De opvoeder daarentegen oefent in zijn omgang met het kind veelal een doelgerichte invloed uit.’ ‘Deze invloed heeft in het opvoedingsproces een gericht doel.’4
De opvoeder zal normen en waarden bijbrengen, keuzes leren maken, verantwoordelijkheden leren nemen, gevaar aantonen… Veel van deze opvoedingstaken worden als erg spontaan ervaren en gebeuren in een leersfeer waar observeren en kopiegedrag tot het organische proces van opvoeden hoort. Bij het opvoeden is er a priori sprake van een relatie tussen een volwassene en een kind. Door de omgang met elkaar ontstaat er een zekere modulering: het kind wordt gevormd door de normen, waarden en voorbeelden die significante volwassenen hen voorleven.
- Een vierde facet: omgang met vrijheden en beperkingen.
Opvoeders dienen in te grijpen wanneer het kind onverantwoord of grensoverschrijdend gedrag stelt. Er moeten kaders zijn waarbinnen een kind begrenst mag/moet worden. Een kind moet horen wat wél en wat niet kan. Deze invloed zal geleidelijk afnemen naarmate een kind opgroeit. Opvoeden gaat dan van ‘geleid worden’ naar een zelfstandigheid en een bepaalde mate van volwassenheid. Binnen een geborgenheid van emotionele en fysieke veiligheid legt de opvoeder een belangrijke basis voor de ontwikkeling van zelfvertrouwen en weerbaarheid bij het kind.
Er zijn bij het opvoeden innerlijke en uiterlijk factoren die het opvoedingsklimaat beïnvloeden.
o Met innerlijke factoren bedoelen wij datgene wat eenieder in aanleg (erfelijk) bij
geboorte meekrijgt.
o De uiterlijke factoren zijn de omstandigheden waarin een kind opgroeit: het milieu, de
omgeving en de situatie waarin het kind zich kan/moet ontwikkelen.
Ontwikkeling, leren en veranderen vraagt tijd. Net omdat de twee kenmerken ‘tijd’ en ‘ontwikkeling’ een dergelijke rol spelen, kunnen we spreken van een ‘proces’: opvoeden voltrekt zich geleidelijk.
3 Ibid., pg 21. 4 Ibid., pg. 21.