
2 minute read
6.1 Inleiding
6 Oplossingsgericht denken en werken.
6.1 Inleiding.
‘Maar wie het probleem liefheeft en er zich achter wil verschuilen, moet als beroepsopvoeder verdwijnen’.
Ter Horst31 In dit hoofdstuk gaan we even dieper in op het gegeven van het oplossingsgericht werken. In onze taak als opvoeder/begeleider wordt van ons verwacht dat wij probleemoplossend te werk gaan. Het lijkt evident dat wij als hulpverleners problemen bij een ander, bij cliënten, oplossen. De meesten van ons hebben ook een sterk verlangen om dit te doen en kiezen daarom voor een werksetting waarbij dit mogelijk wordt gemaakt. We vinden dat dit onze primaire taak is: de problemen van andere mensen oplossen. Een probleem oplossen geeft ons geeft vaak een goed gevoel.
Heel vaak dringen wij vanuit organisaties en diensten oplossingen op. We hebben een gamma aan voorgekauwde oplossingen en bieden deze aan. We beweren dat in dit gamma dé oplossing voor de problemen is terug te vinden is. Niet zelden zullen wij dan voor hen de, volgens onze mening, meest geschikte keuze maken. We doen dit, met de beste intenties, vanuit onze ervaring en vanuit een loyaliteit naar de voorziening die de oplossingen aanbiedt.
Dit is een goede manier van werken. Een manier die heel wat houvast biedt aan heel wat mensen. Onze samenleving lepelt het in: voor probleem ‘A’, is er oplossing ‘B’. Oplossing ‘B’ is te vinden bij een ‘specialist’: begeleider, dokter, therapeut, voorzieningen… Op deze manier ontstaat een uitwisseling waarbij problemen en oplossingen elkaar in een lineair systeem ontmoeten. Het geven van die ‘antwoorden’ (van oplossingen) geeft de hulpverlener ook wel dat goede gevoel om iets voor een ander te betekenen. Een gevoel die een vorm van ‘liefde’ implementeert. We handelen dan vanuit een zeker medelijden. We lijden mee met de ander. De ander, uit zijn of haar lijden verlossen, geeft ook ons een zekere ‘verlossing’.
Héél vaak lukt deze synergie! Heel vaak is er een balans tussen het bieden van hulp en het ontvangen ervan. Niet minder vaak zijn deze momenten conflictueus.
Maar er is meer dan deze manier van kijken op problemen en oplossingen. We zullen het in het verloop van dit hoofdstuk verder onder de loep nemen. Het ‘Oplossingsgericht Werken’ palmt het hulpverleningslandschap bijna stormenderhand in. Het ondersteunt heel sterk de empowerment en emancipatorische hulpverleningsvisie. In het verder verloop van de cursus zullen wij dit oplossingsgericht gedachtegoed proberen te structureren.
Belangrijk is dat wij open staan om oplossingsgericht te denken, en van daaruit oplossingsgericht gaan handelen (werken). We moeten overtuigd zijn van deze manier van denken en ook ónze manier van leven en werken steeds opnieuw willen onder de loep nemen. Kunnen we loskomen van de ‘ridder op het witte paard’-gedachte? Durven wij voor onszelf zeggen dat niet wij, maar onze cliënten de zaden dragen die uiteindelijk tot een duurzame oplossing voor hun problemen zullen leiden? Durven wij ons kwetsbaar opstellen en handelen vanuit de confessie van het ‘Niet-Weten’?
31 Ter HORST, W., Het herstel van het gewone leven, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1994, 112 blz., p. 23.