4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
RIJDEN MET MACHINE
Rijden met de machine WAARSCHUWING De bediening kan zijn omgekeerd! In de normale rijpositie bevindt de cabine zich boven de geleidewielen en bevinden de reductietandwielen voor de rijaandrijving zich aan de achterkant van de bovenkant van de machine. Indien de bovenkant van de machine 180 graden is gedraaid ten opzichte van het onderstel, wordt de bediening omgekeerd. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. W0289A
LET OP: Hef altijd eerst het hulpstuk op voordat u gaat rijden. OPMERKING: De rijsnelheid hangt af van de hoek van de rijregelhendels en -pedalen, en van de gekozen rijversnelling. OPMERKING: De verschillende hierna beschreven rijconfiguraties zijn allemaal met de rijreductietandkasten aan de achterkant van de bovenbouw.
8ACA0595
1
DAYWLE-001
2
Rij-alarmsignaal (optioneel) Het rij-alarmsignaal klinkt permanent of gedurende 10 seconden, afhankelijk van de stand van de schakelaar. (Zie pagina 3-56.)
Rijden in een rechte lijn (vooruit rijden) Druk de twee pedalen (of de twee hendels) tegelijk naar voren.
4-14