KEIK 83. Dr. Jozef Bollen, burgemeester van Hasselt 1937-1940 en 1944-1963

Page 1

KEIK NR. 83 Dr. Jozef Bollen, burgemeester van Hasselt 1937-1940 en 1944-1963 Inv.nr. 2000.0039.00, 2011.0043.00

INLEIDING

Op 25 oktober 1937 krijgt Hasselt met dokter Jozef Bollen zijn elfde burgemeester sinds de onafhankelijkheid van België in 1830. Illustere voorgangers waren onder andere de liberale notaris Michel Arnold Bamps, burgemeester van 1833 tot 1836 en van 1842 tot 1865 en de conserva tief-katholieke notaris en senator Ridder Ferdinand Port mans, die Hasselt 42 jaar bestuurde van 1895 tot 1937.

In de speech bij zijn aanstelling geeft Bollen, na een korte hulde aan Portmans, een gedetailleerd beeld van zijn beleidsvisie met een opvallend sociale ondertoon. Hij ziet in het ambt van burgemeester meer dan het onder tekenen van officiële documenten en het voorzitten van de gemeenteraad en het schepencollege. Hij omschrijft zijn taak als: ‘met yver en toewyding, alle vraagstuk ken instudeeren die door de stadsontwikkeling worden vereischt en (moet) daarna met krachtdadigen wil de verwezentlyking van de ontworpen plannen nastreven’.

Op het vlak van urbanisatie legt hij de nadruk op de drin gende noodzaak aan een nieuwe wijk rond Kapermolen, met plaats voor industrie en handelsondernemingen. Door spoed te zetten achter de officiële goedkeuring van de urbanisatieplannen hoopt hij te beletten dat pri vate ondernemingen de ontwerpen kunnen verijdelen of bederven (sic). Elders in de stad plant hij de moderni sering van bestaande straten door ze te ‘plaveien’, ze te voorzien van verlichting, riolen en van aansluitingen op water, gas en elektriciteit. Om van Hasselt een waardige hoofdplaats van Limburg te maken moet het centrum verfraaid worden. Rondom de stad wil hij nieuwe straten aanleggen om de overdreven prijzen van de bouwgronden te doen dalen en om een systematische en rationele uit breiding te bevorderen.

Een ander domein dat hem ‘sympathiek’ is betreft de openbare gezondheid. Hier pleit hij voor een zo ‘volmaakt mogelijk zwemdok’, voor een beter georganiseerd medisch schooltoezicht en een verbetering van de volkshuisves ting. Hij wil streng optreden tegen onwillige huiseigenaars door krotwoningen onbewoonbaar te verklaren.

Zijn toekomstplannen richten zich ook op de uitbreiding van het vakonderwijs, het ondersteunen van wetenschap, kunst en letteren. Om het toerisme te promoten droomt hij van een stadsmuseum. Hij vindt dat de belangen van de boerenbevolking en van de middenstanders meer aan moediging en steun verdienen. Als christendemocraat belooft hij aan de ‘prachtig georganiseerde werklieden met hun stel van sociale wetgeving’ een bereidwillige tegemoetkoming.

Tenslotte wil hij het rechtstreeks contact met de bevolking vergemakkelijken door het organiseren van zitdagen op vastgestelde dagen en uren in zijn bureau op het stadhuis.1

Wie is de man achter deze beleidsvisie? Wat is er bekend over zijn voorgeschiedenis? Hoe groot is de impact van de twee wereldoorlogen op zijn leven en zijn politieke carri ère? Hoe wordt hij burgemeester en hoe is hij te plaatsen binnen de politieke en maatschappelijke context van de jaren 1930 tot beginjaren 1960? Wat weet hij in de loop van zijn bestuursperiode te realiseren? Is, bij zijn afscheid in 1963, Hasselt de moderne centrumstad waarvan hij in 1937 droomde? Deze vragen vormen de leidraad voor wat volgt.

Om een antwoord te vinden op de gestelde vragen vol staat het niet om alleen de politicus Jozef Bollen onder de loep te nemen. Elk persoon bestaat uit verschillende ‘zelven’, die samen de identiteit van iemand vormen. Bol len was naast politicus ook dokter, hij had een verleden als soldaat en hij behoorde tot een grote familie. Deze vier aspecten zullen hier aan bod komen. Vanzelfspre kend gaat de grootste aandacht naar zijn periode als bur gemeester, al was het maar omdat het bronnenmateriaal daarover het grootst is.

KEIK NOVEMBER 2022 – 2 –

Bronzen borstbeeld van Jozef Bollen, door Gerard Moonen, 1987. Collectie Het Stadsmus, inventarisnummer SMU.1990.0006.00

– 3 –

DE FAMILIEMAN

Om vijf uur ’s morgens op dinsdag 7 januari 1890 ziet Gerardus Josephus Bollen het levenslicht in Sledderlo, Genk. Hij is de jongste zoon van landbouwer Laurentius Bollen en Anna Maria Winters, huisvrouw.2 Zijn kinder jaren brengt hij door in het toen nog rurale Sledderlo waar naast langgevelhoeves vooral veel velden, weides, boomgaarden en enkele bosjes lagen. Op de kruising van Sledderlo en Trichterweg is er een driehoekig dorpsplein ontstaan. Aan de zuidoostzijde van dat dorpsplein had den zijn grootouders langs moederszijde een herberg en een specerijwinkeltje.3 Een oom langs moederszijde is de pastoor, dichter en letterkundige Jan Mathijs Win ters (1864- 1935), die onder andere deel uitmaakte van de redactie van ’t Daghet in den Oosten, een taal- en volks kundig weekblad voor de provincie Limburg, dat bestond van 1885 tot 1914. Daarnaast publiceerde hij eigen werken, vaak in de stijl van Guido Gezelle.4

De lagere school volgt Bollen in Genk: drie kwartier te voet, op klompen. Als jongste van een groot gezin is hij de enige die mag verder studeren. Zijn middelbare stu dies doorloopt hij in het seminarie van Sint-Truiden. De ere-puntenkaarten uit de vijfde Grieks-Latijnse uit 1905 vermelden tachtig procent voor Godsdienst, Grieks en ‘Questions Flamandes’. Na zijn humaniora gaat hij in Leu ven geneeskunde studeren. Op het einde van zijn vijfde jaar, in de zomer van 1914, wordt hij door het ministerie van Oorlog opgevorderd als hulpdokter voor het leger. Hogere militairen halen hem en enkele andere medestu denten stante pede op uit een praktijkcollege. Zijn dok tersdiploma behaalt hij na de oorlog in 1919. Dit op basis van duplicaten van attesten, waarvan het origineel verlo ren ging in de brand van de oude bibliotheek van de uni versiteit in de hallen aan de Naamse Straat in augustus 1914, en zijn ondertussen opgedane praktijkervaring.5

Nog tijdens de oorlog, als hulpdokter in het Belgisch leger, ontmoet hij (toevallig of niet?) op een feestje in de buurt van Calais, Helena Verjans. Helena is afkomstig uit Her deren, waar haar vader huisarts was. Na het vroegtijdig overlijden van haar beide ouders is Helena verder opge voed bij dokter Tans in Bilzen. Volgens sommigen is zij op de vlucht, familiebronnen vermelden dat zij op zoek is naar haar broer. Het jonge paar trouwt op 16 mei 1918 in de Franse gemeente Loon-Plage, In deze periode heeft de jonge vrouw een dagboek bijgehouden dat nog in het bezit is van de familie en dat treffend de oorlogssfeer weer geeft. Getuige bij het huwelijk is de uit Hamont afkomstige dokter Léon Spaas, directeur van het asiel in Munsterbil zen, en tijdens de oorlog verantwoordelijk voor het militair neuropsychiatrisch centrum in Calais. Later wordt Spaas nog provincieraadslid en lid van de bestendige Deputatie.6

Na de oorlog en het behalen van zijn doktersdiploma ves tigt Bollen zich met zijn gezin in de Thonissenlaan 34 in Hasselt. Hier had hij ook zijn huisartspraktijk, na een peri ode op De Schiervellaan. Nog in februari 1921 ontvangt hij van het provinciebestuur een getuigschrift om een wagen met nummerplaat D 759 ‘in omloop te brengen’. Het adres op dit document is Schiervellaan 7.7 In 1920 stond hier een woonhuis in gesloten bebouwing.

Het echtpaar Bollen-Verjans krijgt acht kinderen, vijf doch ters en twee zonen, een kindje is doodgeboren. De oudste zoon Robert wordt in 1946 tot priester gewijd en Frans behaalt een doktersdiploma. De familie Bollen is een echte doktersfamilie want ook twee van zijn dochters trouwen met een dokter, verschillende kleinkinderen erven even eens het medische virus. In een brief uit het familiear chief, dat in 2012 door de dochters Godelieve en Mia werd nagelaten aan Het Stadsmus, beschrijven twee zusters Kanunnikessen dochter Alice, op dat moment op internaat in het H. Graf in Turnhout, als een meisje waar de school veel plezier aan beleeft: ‘ze is toch zo steeds bereid voor alles en iedereen.’8 Maar geneeskunde studeren, wat haar wens was, mag Alice niet. De omgeving van Bollen vindt die studiekeuze op het einde van de jaren 1930 niet gepast voor een meisje. Ze heeft dan Klassieke Talen gestudeerd.

KEIK NOVEMBER 2022 – 4 –

Naast zijn druk bestaan als burgemeester en het veelei sende beroep van dokter is en blijft hij toch ook de fami lieman, die graag de zeven kinderen en na verloop van tijd zeventwintig kleinkinderen bij hem thuis ontvangt.

Op 21 december 1963 overlijdt Helena Verjans bij haar thuis, een zevental maanden na het ontslag van Bol len als burgemeester. In een condoleancebericht wordt mevrouw Bollen de ‘mairesse’ van Hasselt genoemd. Telegrammen en brieven, onder andere van schrijver en huisvriend Ernest Claes en bisschop Van Zuylen, tonen aan dat het burgemeestersechtpaar hoog in aanzien staat. Voor Bollen betekent dit verlies, na ook de dood van een schoonzoon eerder dat jaar, een zware slag. Na het heengaan van zijn echtgenote trekt zijn oudste dochter, ondertussen weduwe, bij hem in met haar vier kinderen.

Na zijn actieve politieke carrière blijven de Hasselaren Bollen begroeten met ‘mijnheer de burgemeester’. Toch wordt er in huiselijke kring weinig gepraat over politiek. Tenzij waarschijnlijk in zijn wekelijkse afspraken op dins dag bij hem thuis met gouverneur Roppe.

Op 30 januari 1977 overlijdt burgemeester dr. Bollen. Hij was al een tijdje ziek. In de lijkrede van 3 februari 1977 schetst zijn opvolger Paul Meyers hem als ‘fysisch steeds de frisse, tengere man, van karakter joviaal, gemoedelijk, zonder wijziging in zijn humeur, evenwichtig in zijn reac ties, maar principieel katholiek en Vlaams gezind.’ Verder spreekt hij over een leven van nobel idealisme, van warme gemoedelijkheid, van grote genegenheid voor vrienden, vrouw en kinderen.9

Portretfoto uit artikel Oud-burgemeester Dr. Bollen van Hasselt overleden, Het Belang van Limburg, 31 januari 1977

– 5 –

Boven: Koning Albert en koningin Elisabeth bij hun blijde intrede in Brussel in 1918, uit: GERARD, E., De schaduw van het interbellum, 2017.

Rechts: IJzerkruis 1914-1918, uitgereikt aan burgemeester Bollen in 1920. Collectie Het Stadsmus, inventarisnummer SMU.2012.0113.00

– 6 – KEIK NOVEMBER 2022

DE SOLDAAT

Net als Bollen zijn vijfde jaar geneeskunde beëindigt breekt in juli 1914 de Eerste Wereldoorlog uit. Zoals gezegd haalde het leger hem op in Leuven tijdens een praktijkcollege. Vier jaar staat hij aan het IJzerfront als hulpgeneesheer. Drie jaar bij het Derde Regiment Jagers te Voet, daarna bij het Tweede Jagers te Paard. Maar 24 augustus 1914 is voor hem de vreselijkste dag van alle. Op die dag vindt de Slag om Imde (Wolvertem-Meise) plaats, waar meer dan tach tig Belgische soldaten van het Derde Regiment Jagers te Voet door de Duitsers én hun eigen Belgisch artillerievuur gedood worden. In een brief uit 1960 vertelt Paul Dutrieux over een heldendaad van Bollen op die bewuste dag.

‘De 17-jarige sergeant Paul Dutrieux komt op 24 augus tus 1914 aan in het gehucht Imde. Het doel is om Brussel te heroveren, maar de Belgische compagnie weet dat ze zich onderweg aan een confrontatie met de Duitsers mag verwachten. Ter hoogte van het dorpje Imde barst het geweld los. Paul en zijn luitenant zijn aan de rand van het dorp afgezonderd geraakt van de rest van de compagnie. Sluipend door de grachten proberen ze terug in het cen trum van het dorp te geraken. Aangekomen bij een kleine brug verbrijzelt een kogel Pauls arm. Vier soldaten schie ten de gewonde man te hulp. Bij het punt Imde-Londer zeel ontfermt de jonge arts Jozef Bollen, zich over Paul. De arts en Paul willen zich verstoppen in een huis, maar dat blijkt volledig te zijn afgesloten. Noodgedwongen zoe ken ze hun toevlucht onder het stro in een schuurtje. Een poosje daarna inspecteert een Duitser de schuur. Met de bedoeling de Duitser het rode kruis op zijn mouw te tonen,

steekt de arts zijn arm door het stro. Waarschijnlijk denkt de Duitser dat de arts een revolver heeft, want hij haast zich weg om niet meer terug te komen. Als de gevechten ophouden en er geen Duitsers meer te bespeuren zijn trek ken Paul en Jozef burgerkledij aan in de hoop te ontsnap pen aan een mogelijke gevangenneming. De dokter verlaat Imde om op zoek te gaan naar verdere slachtoffers. Paul legt zich vervolgens met zijn gewonde arm te rusten in de boerderij. Hij is aangenaam verrast wanneer er amper een half uurtje later Belgische ambulanciers naast hem staan om hem te evacueren, dit waarschijnlijk op aansporen van dokter Bollen.’ Pas 40 jaar later komt Paul Dutrieux Jozef Bollen terug tegen. Samen wonen ze op 21 augustus 1960 een herdenkingsceremonie bij van de Slag bij Imde.’10 Traditiegetrouw vindt deze herdenkingsceremonie nu nog jaarlijks plaats, dit jaar op 28 augustus.

Een brevet van de Service de Santé de l’Armée uit 1920 vermeldt de deelname van Bollen aan gevechten aan de IJzer van 17 tot 31 oktober 1914. Hiervoor ontving hij de ‘Medaille van de IJzer’.11 Een ander belangrijk ereteken dat Bollen in ontvangst mocht nemen is het Vuurkruis, dat uitgereikt werd aan alle soldaten die aan het front onder vuur hadden gelegen en hiervoor een vuurkaart ontvan gen hadden.12 Al deze brevetten en eretekens bevinden zich in de museumcollectie van Het Stadsmus. Na de oorlog nam hij trouw deel aan vieringen en optochten van oud-strijders. In 1954 wordt hij nog ere-sergeant van het Elfde Linieregiment.

– 7 –

DE DOKTER

Na de oorlog installeert Bollen zich als huisdokter in Hasselt, op aanraden van apotheker Edmond Lebeau die sinds 1918 de apotheek Het Sweert op de Grote Markt uitbaatte. Het is het begin van een huisartspraktijk van meer dan vijftig jaar. Het jaar 1920 is een pionierstijd voor huisdokters. In heel Genk is er één, in Diepenbeek ook één, erg oude dokter. Voor huisbezoeken in die gemeente neemt Bollen de trein. Een fiets staat voor hem klaar aan het station.13 In 1920 wordt hij aangesteld als geneesheer bij het Armbureel of Weldadigheidsbureel, de voorlo per van de Commissie van Openbare Onderstand (COO), die in 1925 wordt ingesteld.14 Voor de ‘visieten’ ontvangt hij één frank, bijzondere geneesmiddelen mogen alleen worden voorgeschreven als het hoogstnoodzakelijk is.15 Veel Hasselaren van de oudere generatie herinneren zich hem ook als de dokter van het medisch schooltoezicht. In de beginjaren 1950 zou hij één van de eerste dokters in Hasselt geweest zijn die bij de behandeling van hun patiënten penicilline gebruiken.

In 1924 staat hij mee aan de wieg van het Salvator ziekenhuis. Het Burgerlijk Gasthuis, later Valentinuszie kenhuis, op de Thonissenlaan kon niet meer aan de stij gende medische noden van de Hasselaren en Limburgers voldoen. Stuwende krachten achter de plannen zijn direc teur Nulens van het Sint-Hubertuscollege te Neerpelt en chirurg Alfons Kerkhofs (1892-1957) die tijdens zijn stage in een ziekenhuis in Wenen de zusters Salvatorianessen had leren kennen en waarvoor dr. Bollen, bij gebrek aan een Limburgse anesthesist, de verdovingen uitvoert. Zij vinden steun bij dezelfde zusters Salvatorianessen die op dat moment als huishoudzusters werkzaam zijn in zowel het Sint-Hubertuscollege te Neerpelt als in het SintJozefscollege te Hasselt. De zusters zien hierin een kans om hun van oorsprong Duitse orde te verankeren in de Bel gische ziekenhuissector. Er wordt overlegd met politieke en sociale instanties, met stads- en provinciebestuur, met de ziekenkassen, met Monseigneur Broekx, met de procureur des konings Vanstraelen en ook met enkele dokters, waaronder dokter Bollen. Er wordt rechtskun dig advies ingewonnen voor de oprichting van een vzw. Omdat er geen financiële steun was van stad, provincie of staat worden banken gecontacteerd. De Salvatorianes sen schrijven de congregatie in Rome aan met de vraag of zij bereid is het financiële risico te dragen. In eerste instantie is de congregatie terughoudend: de onderne ming zou te veel risico’s inhouden en de zusters zouden niet bekwaam genoeg zijn om een kliniek te leiden. Uitein delijk geeft het generalaat te Rome toch de toestemming en in januari 1924 nemen de eerste twee zusters hun intrek

in de gehuurde Villa des Glycines op de Luikersteenweg, die verbouwd wordt tot een ziekenhuis. Op 20 maart 1924 wordt de Salvatorkliniek plechtig ingewijd. Het ziekenhuis start met 4 dokters en 26 bedden. In augustus 1927 ver huist de Salvatorkliniek naar een groter pand, even verder op de Luikersteenweg gelegen: het kasteel ‘t Hollandt. In dit vroegere kasteel met bijgebouwen, park en weiden komt een ziekenhuis met 60 bedden.16

Bij het zilveren ambtsjubileum van Bollen vindt er op 22 december 1962 een volksmanifestatie plaats in zaal Plaza. Op ludieke wijze wordt een beeld geschetst van zijn leven. Zijn verdienste als dokter werd in de verf gezet door hem in een parodie te vergelijken met dokter Grijze baard uit het toen zeer bekende volksliedje.

‘Ik ben de dokter Grijzebaard Wieze-wieze-wies-bombom De vriend van iedereen op aard Wieze – wieze –wies- bombom En hebt ge hart-of leverpijn, Het is bij mij dat ge moet zijn

Ik ben de dokter Grijzebaard Wieze -wieze -wies – bombom Ik ben wel tien doktoren waard Wieze – wieze -wies – bombom En hebt ge pijn aan buik of nier, U helpen doe ik met plezier 17

De vele bewijzen van erkentelijkheid die hem na de Tweede Wereldoorlog te beurt vallen, tonen aan dat hij zich als dokter inzette voor de oorlogsslachtoffers. Zo is er een diploma met gulden medaille voor bewezen dien sten van het ‘Nationaal Verbond der Verminkte en Invalide Soldaten van de Oorlog’. De Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken huldigt hem in 1946 voor zijn ‘ver diensten ten behoeve vanuit Nederland geëvacueerde personen, dan wel naar Nederland repatriërenden’.18

Vijfenvijftig jaar leidt hij zijn dokterspraktijk, vijftig jaar lang zet hij zich in voor het medisch schooltoezicht, de laatste jaren is hij ‘dokter bompa’. Op zijn vijfentachtigste heeft hij de huisbezoeken afgebouwd, op eentje na: elke maand bij een oude dame in de Demerstraat die zijn zor gen niet wil missen.19

KEIK NOVEMBER 2022 – 8 –
………..

DE POLITICUS

Voor 1937

Ondanks het neutraal statuut van België wordt ons land in de zomer van 1914 meegetrokken in de Eerste Wereld oorlog. Deze oorlog zal een aantal ingrijpende sociale en politieke veranderingen in gang zetten. De traditionele interne tegenstellingen (katholiek versus vrijzinnig en arbeid versus kapitaal) geraken op de achtergrond onder invloed van een externe, gezamenlijke vijand. De Duitse oorlogspolitiek zal echter ook een nieuwe tegenstelling in het leven roepen: het zet Vlaanderen op tegen België. Na de Eerste Wereldoorlog zet de democratisering zich duidelijk door, mede dankzij het algemeen mannenstem recht en de syndicale vrijheid. Toch slagen de traditionele elites: de monarchie, de Société Génerale, de conserva tieve liberalen en katholieken erin die democratisering in toom te houden. Op het sociale vlak dwingen socialisten en christendemocraten belangrijke hervormingen af, die de toestand van arbeiders sterk verbeteren. Op het taal politieke vlak leidt de druk van de Vlaamse beweging tot de vernederlandsing van Vlaanderen.20

In Hasselt is Ferdinand Portmans burgemeester. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1895 was hij lijsttrek ker voor de Katholieke Partij. Door de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht in 1893 was het aantal kiezers in Hasselt bijna verdubbeld. De Katholieke Partij nam een aantal democratische principes op in het partij programma en won overtuigend de verkiezingen van de liberale burgemeester Ernest Goetsbloets. Met alle zetels in de gemeenteraad voor de katholieken werd Portmans burgemeester. Hij zou dit blijven tot in 1937. In het begin van de twintigste eeuw waren er binnen de Katholieke Partij een aantal sociaal voelende schepenen actief. De namen klinken in Hasselt nu nog als een klok: kunstenaar Djef Anten, volksvertegenwoordiger Adrien de Corswarem en jurist Paul de Bellefroid. Wanneer deze personen de actieve politiek vaarwel zegden kreeg de conservatieve Portmans binnen zijn eigen partij tegenwind van het ACW, onder impuls van priester-senator Pieter-Jan Broekx.21

Ook in de nationale politiek vormde de Katholieke Partij in die periode geen eenheid. De conservatieve Federatie van Katholieke Verenigingen en Kringen vertegenwoor digde vooral de bezittende klasse. Tot 1919 was Charles Woeste voorzitter. Na de Eerste Wereldoorlog krijgen de christendemocraten, in nauwe samenwerking met het ACW, meer invloed. Zij komen op voor meer democratie en steunen het flamingantisme. In 1921 wordt, met het ACW als voortrekker, het unitaire Katholieke Verbond of

Katholieke Unie van België opgericht. De interne tegen stellingen blijven echter bestaan, wat zich op verschil lende plaatsen uitte in gescheiden kieslijsten.

In datzelfde jaar, 1921, laat Bollen zich op verzoek van kanunnik en pastoor-deken Broux, evenals Bollen afkom stig van Sledderlo, inschrijven op de (enige) katholieke lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. Op voorwaarde dat hij op de laatste plaats terecht zou komen en zonder propaganda te voeren. Hij behaalt driehonderd stemmen meer dan de tweede op de lijst, dr. Roelants. Zo zetelt hij van 1921 tot 1926 in de gemeenteraad, met Portmans als burgemeester. Van 1926 tot 1932 onderbreekt hij zijn poli tieke activiteit.22

In 1932 doet de politiek opnieuw een beroep op hem. Bij de gemeenteraadsverkiezingen wordt hij verkozen op de door het ACW ondersteunde Vlaams-democratische christelijke lijst van bouwondernemer Douchar. Deze lijst haalt zeven zetels tegenover zes voor de conservatieve partij van burgemeester Portmans. Door het overlopen van een Vlaams-democratisch raadslid blijft Portmans toch burgemeester.23

Katholiek en Vlaamsgezind, zo noemt Bollen zichzelf. In een brief van 7 januari 1975 bij gelegenheid van de 85ste verjaardag van Bollen schrijft Herman Dessers24 ‘Dankbaar zullen velen vandaag ook denken aan die jonge politieker die als principieel Vlaming optrad op een ogen blik dat degenen zeldzaam waren die hier de moed toe had den.’25 Hij is een van de enigen die op 11 juli de Vlaamse Leeuw uithangt en komt in de gemeenteraad op voor het gebruik van de Nederlandse taal. Zijn opvolger Paul Meyers verwoordt het in de lijkrede van 3 februari 1977 als volgt: ‘Ons volk heeft een eigen aard, een eigen taal, een eigen cultuur. Zijn streven was onze bevolking, boven de dagelijkse moeilijkheden en bekommernissen heen, bewust te maken van de waarden van onze Nederlandse taal, de verhevenheid van onze Vlaamse aard en de rijkdom van onze Vlaamse cultuur’ 26

– 9 –

Rechts: Affiche benoeming burgemeester Bollen, 25 oktober 1937. Collectie Het Stadsmus, inventarisnummer SMU.2011.0043.00

1937- oorlogsjaren -1950

In de jaren 1930 krijgen de democratie en het parlemen taire regime ernstige klappen. Nieuwe politieke formaties gebruiken de economische crisis en de opkomst van het fascisme in het buitenland om de liberale democratie in vraag te stellen. Bij de parlementsverkiezingen van 1936 boeken Rexisten, Vlaams-nationalisten, waaronder het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) en communisten een ver rassende vooruitgang. De Katholieke Unie lijdt zware ver liezen, wat leidt tot een versterking van de federalistische, Vlaams-nationalisten binnen de partij. De Katholieke Unie wordt hervormd en wordt een koepelpartij voor de Katho lieke Vlaamse Volkspartij (KVV) in Vlaanderen en de Parti Catholique Social (PCS) voor de Franstaligen.27 Ondanks de felle aanvallen van de nieuwe oppositie weten de drie traditionele partijen de democratie te handhaven, tot de inval van de Duitsers in mei 1940. Anders dan in de Eerste Wereldoorlog was er nu geen eensgezindheid. Het komt tot een breuk tussen de koning en de regering en tot diepe verdeeldheid onder de bevolking. De verbetenheid van de collaboratie en het verzet zullen diepe wonden nalaten.28

In oktober 1937 volgt Bollen Portmans op als burgemees ter. Voor België is 1937 een jaar van politieke chaos. Er zijn de eisen van de Vlaamse beweging en de gespannen poli tieke verhoudingen tussen de linker-en rechterzijde, er heerst een economische crisis. De regering Van Zeeland met katholieken, liberalen en socialisten komt ten val, formateurs en ministers volgen elkaar in sneltempo op.

Bij zijn aanstelling tot burgemeester ontvangt Bollen een hele reeks felicitaties, maar ook meteen een aantal ver zoeken. De toezichter van het vliegveld in Kiewit vraagt een herstel van het vliegplein. De ‘Christelijke Bond van Beamb ten en Arbeiders in Openbare Dienst’ verwoordt een aantal desiderata van het politiecorps zoals een vermeerdering van het aantal rustdagen, een vergoeding voor de inning van marktgelden ‘zoals in Sint-Truiden’ en een herziening van het barema. De ‘Kristen Vlaamse Taalgrens Aktie’ ver zoekt om het intrekken van de vervolgingen omwille van het overschilderen van onwettige straatnaamborden. Het

opvallendst in de bewaarde documenten zijn de brieven van schoolopziener V. Goelen en van de vroegere schepen Remi Duvivier, die hun ongenoegen uiten over de vroegere gang van zaken in Hasselt op politiek vlak. Goelen blijft nog in het algemene en hoopt dat ‘Hasselt weldra onder vinden moge dat een ander stuurman het schip uit het slijk aan het halen is’ en ‘Het minste initiatief kan u niet anders dan succes aanbrengen daar dat woord sedert jaren uit den dictionaire der vrome gemeentevaderen geschrapt is’. Remi Duvivier is duidelijk verbitterd over wat hem in de Limburgse en Hasseltse politiek overkomen is. Duvivier was onder burgemeester Portmans een tijdlang gemeen teraadslid en schepen van Openbaar Onderwijs en Kunst. In zijn brief haalt hij uit naar dokter Jacques Roelants die Portmans een aantal keren als waarnemend burgemeester verving, tijdens de Eerste Wereldoorlog in concurrentie met Duvivier, maar ook vlak voor de aanstelling van Bollen in 1937. Nadat hij in herinnering brengt dat hij destijds de politieke peter van Bollen was, schrijft hij: ‘Maar dat gij het nu zijt die dr. Roelants uit de burgemeesterszetel licht, dat doet mij een speciaal genoegen en vergoedt mij voor al de lage kuiperijen die hij destijds tegen mij in het werk stelde om mij van het Limburgs politiek toneel te doen verdwij nen, om reden dat ik hem voor het burgemeesterschap in den weg stond.’ 29 Duvivier vermeldt ook dat Bollen een der zeldzamen was die hem altijd correct behandeld heeft en hij is ervan overtuigd dat de stad Hasselt nieuwe en betere dagen tegemoet zal gaan.

Bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen in 1938 slaagt Bollen er, voor de eerste maal sinds de Eerste Wereldoorlog, in om in Hasselt een katholieke eenheids lijst te vormen die een solide meerderheid haalt. Toch zijn er in die katholieke meerderheid strubbelingen, getuige de brief uit januari 1940 van schepen van Financiën en provinciaal senator Vanhonsebrouck, die zijn ontslag indient: ‘…Indien het nodig mocht blijken dat mijn ver dwijnen iets kan bijbrengen tot betere verstandhouding tusschen de verschillende katholieke raadsleden…’ 30

KEIK NOVEMBER 2022 – 10 –
– 11 –
– 12 – KEIK NOVEMBER 2022

Links: Bestellingbevestiging van Jules Fonson, bij het ambtskostuum van burgemeester Bollen. Collectie Het Stadsmus, inventarisnummer SMU.2012.0112.00

Rechts: Portret burgemeester Bollen in ambtskledij, door fotograaf August(e) Blanckart. Collectie Het Stadsmus, inventarisnummer SMU.2000.0039.00

In 1939 wordt bij het Brusselse atelier van Jules Fonson, gespecialiseerd in militaire uitrustingsstukken, een ambtskostuum voor Bollen besteld. De bestelbon ver meldt een ‘habit in blauw laken van prima kwaliteit, gevoe derd met echte zijde. Borduursels in zilver eerste titel. Kraag, patten, paramenten en schild. Broek met galon in fijn zilver, 45 m/m breed.’ De prijs bedraagt 4000 frank. Daarbij kwam nog een ‘klakhoed in zwarte zijde, ganse in passementswerk en met witte pluim’ voor 600 frank. Het is met dit ambtskostuum dat Bollen poseert voor de por tretfoto’s en een met houtskool geretoucheerde foto van August Blanckart, die bewaard worden in de collectie van Het Stadsmus. De buste van Bollen in de spiegelzaal van Het Stadsmus is de laatste waarop een burgemeester is afgebeeld in zijn officiële ambtskledij, met decoraties.

In mei 1940 volgt het uitbreken van de Tweede Wereldoor log en de mobilisatie. Tijdens de eerste meidagen komt er een chaotische vlucht op gang van Hasselaren. Ook heel wat leden van het gemeentebestuur en de burgemeester verlaten de stad. VNV-gemeenteraadslid Jef Deumens blijft wel in de stad en bereidt snel de vorming van een nieuw bestuur voor.

Jozef, ‘Jef’ Deumens (1890-1973) diende tijdens de Eerste Wereldoorlog als vrijwilliger en sloot zich aan bij de Front beweging. Na de oorlog was hij enkele jaren onderwijzer in Neerpelt. In 1921 ging hij werken voor senator Broekx. Hij werd secretaris van de Limburgse Werkliedenbond en Lim burgs afgevaardigde bij de Middenraad van ACW-nationaal. Op het einde van de jaren 1920 verliet hij het ACW omdat hij vond dat de beweging te zeer verbonden was met de partijpolitiek. Hij werd beheerder van een aantal maat schappijen en secretaris van Van Caeneghem, (schepen van Openbare Werken in Hasselt, van 1927 tot 1929, volks vertegenwoordiger voor de Katholieke Partij van 1919 tot 1936 en minister van Openbare Werken van 1929 tot 1932). Vanaf 1932 was hij gemeenteraadslid in Hasselt, waar hij verkozen was op de Vlaams-democratische lijst Douchar

die gesteund werd door het ACW en Broekx. In datzelfde jaar was hij kandidaat voor een functie in de Katholieke Partij, maar zijn kandidatuur werd afgewezen.31 Deumens beschuldigde Broekx, waarmee de relatie ondertussen verzuurd was, ervan om in deze beslissing een aandeel te hebben en stapte over naar de KVVL (Katholieke Vlaamse Volkspartij Limburg), waarvan hij politiek secretaris werd. Bij de parlementsverkiezingen van 1936 werd hij samen met Gérard Romsée verkozen tot volksvertegenwoordi ger voor het arrondissement Tongeren-Maaseik op de gemeenschappelijke lijst van de KVVL en het VNV, om in 1937 senator te worden. In 1938 werd hij opnieuw verkozen als Hasselts gemeenteraadslid, nu voor het VNV.

In de nacht van 11 op 12 mei 1940 richt Deumens een bestuurscomité op dat van de bezetter toestemming ontvangt om de stad te besturen. Wanneer het Hasselts gemeentebestuur in juni terugkeert, krijgt het van de Feldkommandantur het verbod om het bestuur opnieuw op te nemen. In december 1940 schorst de Belgische over heid Bollen voor zijn postverlating voor een periode van drie maanden, van de Duitsers krijgt hij een ambtsverbod. Volgens een familiebron zou Bollen in deze periode onbe paalde tijd in Frankrijk hebben doorgebracht. Deumens benoemt zichzelf tot waarnemend burgemeester en wordt in april 1941 door gouverneur Romsée officieel aange steld.32 Nog in april 1941 beslist de bezetter dat alle werk zaamheden van gemeenteraden voor de duur van de oorlog verboden zijn.33 Een naoorlogs administratief onderzoek besluit dat de bestuurlijke afhandeling door het Hasselts gemeentebestuur in mei 1940 tekortschoot. Maar Bollen blijft ook tijdens de oorlogsjaren burgemeester ‘de jure’: ontslag heeft hij nooit willen indienen. Deumens vlucht bij de bevrijding naar Duitsland. In 1946 wordt hij wegens col laboratie veroordeeld tot levenslang en verliest hij zijn bur gerrechten. Na zijn vrijlating in 1950 trekt hij zich terug in de anonimiteit te Antwerpen. In 1970 wordt hem eerherstel verleend. Hij sterft in 1973, op 83-jarige leeftijd.

– 13 –

In de jaren na de oorlog krijgt Bollen verschillende onder scheidingen en vermeldingen, waaruit blijkt dat hij tijdens de oorlog op verschillende vlakken, ook clandestien, actief was. Er is onder andere de erkentelijkheidsmedaille van de Verbroedering van het Geheim Leger Limburg, een ‘Diplôme d’Honneur’ van de Groupe Générale de Sabotage de Belgi que. Samen met anderen krijgt hij een hulde voor zijn bij drage aan de Passieve Luchtbescherming. Door de oorlog was in iedere gemeente van overheidswege een “passieve luchtbescherming” opgericht, die tot taak had hulp te bie den bij eventuele luchtaanvallen en bombardementen.

In 1945 wordt de De Christelijke Volkspartij (CVP) opge richt, als opvolger van de Katholieke Partij, de Katho lieke Vlaamse Volkspartij (KVV) en de Parti catholique social (PCS). Bij de nationale verkiezingen van 1946 is de CVP meteen de grootste partij. Ook in Hasselt waar Bol len de voorman wordt van de nieuwe CVP, waartoe ook de latere burgemeester Meyers en gemeenteraadslid Hubert Leynen, hoofdredacteur van het Belang van Limburg en later ook senator behoren. Bij de verkiezingen van 1946 haalt de partij de volstrekte meerderheid (negen raads leden op zeventien) en burgemeester Bollen vormt het eerste CVP-schepencollege van na de oorlog. Zolang hij burgemeester was kon de partij op een volstrekte meer derheid rekenen.34

Tussen 1945 en 1950 overheerst de koningskwestie de Belgische politiek. Er breekt een controverse los over de houding van Leopold III tijdens de bezetting. Er ontstaat een polarisatie voor of tegen, die in 1950 een dramatische ontknoping krijgt met een korte terugkeer en tenslotte de troonsafstand van Leopold III.35 Volgens getuigenissen van een familielid zou Bollen deze gebeurtenis bestem pelen als de meest dramatische uit zijn leven.

SMU.2012.0037.00

KEIK NOVEMBER 2022 – 14 –
Groepsfoto van de Passieve Luchtbescherming (PBL), fotograaf Gevaert. Collectie Het Stadsmus, inventarisnummer Diplôme d’Honneur, uitgereikt aan Jozef Bollen in 1948, archief Jozef Bollen, Het Stadsmus

1950-1963

In de jaren 1950 kenmerkt de Belgische politiek zich door een sterke links-rechts tegenstelling. Toch komt er een oplossing voor twee belangrijke conflictpunten. Op het sociale vlak wordt er al tijdens de bezetting een Sociaal Pact gesloten, dat de basis zal vormen voor de sociale zekerheid en het sociaal overleg. Op levensbeschouwelijk vlak maakt het Schoolpact een einde aan een felle school strijd. Beide oplossingen zorgen echter tegelijkertijd ook voor een verdere verzuiling van de Belgische maat schappij. Een keerpunt in de Belgische politiek vormen de jaren 1960-1961. In 1960 betekent de onafhankelijkheid van Congo een groot prestigeverlies en in de winter van 1960-1961 wordt het land geconfronteerd met een breed gedragen stakingsbeweging die de nationale eenheid in gevaar brengt.36

In de Limburgse provincieraad overheerst de CVP met als gouverneur een goede vriend van Bollen, Louis Roppe, die Hubert Verwilghen (gouverneur van 1928-1940 en 1944-1950) in 1950 opvolgt. In Hasselt heeft, zoals gezegd, gedurende deze hele periode de CVP een volstrekte meerderheid.

Van deze meerderheid maakt Bollen dankbaar gebruik om zijn plannen uit 1937, die noodgedwongen door de oorlog zelf en de nasleep ervan moesten uitgesteld wor den, opnieuw uit te werken. Hij wilde van Hasselt een bloeiende en voorspoedige provinciehoofdstad maken. Om dit te bereiken en de concurrentie te kunnen aangaan met zijn geboorteplaats Genk, moest de stad uitgroeien tot een commercieel-, diensten- en onderwijscentrum. Het moest de woonplaats worden van mensen tewerkge steld in diensten en nabijgelegen industriëen. Bedrijven moesten aangetrokken worden om zo zelf werkgelegen heid te creëren.

In de late jaren 1940, de jaren 1950 en beginjaren 1963 verandert Hasselt van aanschijn. Een sluitstuk voor de ontsluiting van Hasselt en de uitbouw van de industrie is het Albertkanaal. Dit werd gegraven tussen 1930 en 1939 en in datzelfde jaar officieel geopend te Luik. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het kanaal een verdedigingslinie. Veel bruggen werden opgeblazen. Hierdoor kon het kanaal pas na de oorlog, nadat alle brug gen in 1946 hersteld waren, feestelijk in gebruik genomen worden.37 Rond 1962 werden er verbredingswerken uitge voerd, wat meteen het einde betekende van Curange-les Bains.38 In 1956 worden de Elfde Liniestraat en de Vilder straat verhard en voorzien van riolering. Er komen fiets paden aan beide zijden van de weg. De Elfde Liniestraat zal vanaf dan, vanuit de Martelarenlaan, tussen de Dusarten Hoebanxkazerne door, langsheen het internaat van de Rijksmijnbouwschool en het Provinciaal Hoger Handelsin stituut, rechtstreeks toegang verlenen tot de terreinen langs de zuidoever van het Albertkanaal. Er zijn de eerste plannen en voorbereidingen voor de aanleg van een grote ring. In 1958 komt er een autobusstation. Op industrieel vlak is het hoogtepunt van deze periode de opstart van de Philipsfabriek. Tot dan was Limburg achtergesteld op industrieel vlak: er waren enkel de metaalfabrieken en een buskruitfabriek in Noord-Lim burg en de mijnen. Voor de oprichting van de Philips fabriek heeft het schepencollege maandenlang in het geheim onderhandeld. Langs de Kempische Steenweg en de spoorweg onteigent de stad zeventien hectare grond en geeft die op 2 maart 1954 in erfpacht voor een nijver heidsvestiging. Om de gemeenteraadsleden in te lichten en de nodige goedkeuringen te krijgen komt op 5 maart 1954 de gemeenteraad van Hasselt samen in een zeer

– 15 –

uitzonderlijke spoedeisende vergadering. Na de goed keuring van de overeenkomst met de stad Hasselt begint Philips in 1954 voorlopig in de Badderijstraat, in de verla ten keramiekfabriek, waar nu de bibliotheek ligt. Er wor den onder andere platenspelers en luidsprekers gemaakt. In 1955 volgt de eerstesteenlegging van de fabriek aan de Kempische Steenweg. In oktober 1957 stopt Philips met zijn activiteiten in de Badderijstraat, alle diensten zijn vanaf dan gehuisvest in de nieuwe fabriek. Een jaar later begint Philips met de productie van viersporenbandop nemers. In januari 1956 werken er vijfhonderd mensen, in 1959 telt de vestiging duizendvijfhonderd personeels leden, in 1961 zijn er dat meer dan drieduizend. Bij het begin en einde van de werktijd moeten er politieagenten ingeschakeld worden om de stroom aan voetgangers, fietsers en auto’s aan de Kempische Steenweg in goede banen te leiden. De personeelsleden zijn vooral vrouwen. In de sociale context van die tijd is dat niet vanzelfspre kend. Bekommerd om zijn goede naam vraagt Philips bij de aanwervingen in de beginperiode advies aan de pas toors uit de omgeving. Uit een toespraak van directeur Giskes bij de tiende verjaardag van de fabriek: ‘Ik denk aan de kwestie van de moraal bij het aantrekken van onze eerste meisjes. Dankzij de goede raad van enkele wijze Hasselaren namen wij vanaf het begin alleen onbespro ken meisjes aan’. In de jaren 1950 is het ook de regel dat arbeidsters ontslag nemen als zij trouwen. 1963 is het jaar van een revolutionaire uitvinding: de compactcassette, ook aangeduid als cassettebandje, dat vanuit Hasselt wereldwijd zijn weg zou vinden in de audiomarkt. Het is Lou Ottens, hoofd van de afdeling productontwikkeling, die de aanzet geeft tot deze innovatie.39

Veel van de voornoemde verwezenlijkingen zijn ook de verdienste van Paul Meyers, schepen van Financiën tot 1959 en van 1961 tot 1963, wanneer hij Bollen opvolgt als burgemeester. Vanaf 1949 was hij volksvertegenwoordi ger. In 1958 was hij een tijd minister van Openbare Werken en Wederopbouw en van 1968 tot 1961 minister van Volks gezondheid en Gezin. Door al deze functies is zijn poli tieke impact groot.

Hasselt maakt naam als dienstencentrum. Er komen nieuwe scholen, vooral op initiatief van de provincie, en bestaande scholen zien hun leerlingenaantallen groeien. In 1954 verhuist de Provinciale Handelsschool naar een splinternieuw en modern complex, dat oprijst in de zand vlakte naast de Kempische Steenweg. In 1960 start de provinciale verpleegsterschool. Het Oude Gasthuis of

Valentinusziekenhuis op de Thonissenlaan voldoet niet meer aan de moderne geneeskundige normen. Op 23 sep tember 1961 opent de Commissie van Openbare Onder stand het Virga Jesse ziekenhuis op de Stadsomvaart. Op 21 oktober volgt de plechtige inwijding door monseigneur Van Zuylen, bisschop van Luik, in aanwezigheid van de ministers Bertrand en Meyers, en van gouverneur Roppe. De spade die gebruikt werd bij de eerste uitgraving op 16 april 1952, is samen met een herdenkingsplaat van de ope ning nog altijd te zien links in de hal van het huidige Jessa Ziekenhuis, campus Virga Jesse. Nog in 1961, op 20 mei, vindt op het toenmalige Stationsplein de eerstesteenleg ging plaats van de nieuwe kantoren van Het Belang van Limburg. Vanaf de economisch gunstige jaren 1960 kiezen meer banken, verzekeringsinstellingen en andere dien stenbedrijven, Hasselt als de vestingplaats van hun pro vinciale kantoren. Zo vindt in 1962 de opening plaats van een nieuw gebouw voor de regeling van de binnenvaart.

Op het vlak van woongelegenheid komen er nieuwe woonwijken. In de jaren 1950 wordt de Casterwijk aan gelegd. De Plankeweidelaan stamt uit 1953 en herinnert aan de Plankeweide: een moerassig gebied dat met planken begaanbaar gemaakt werd. Op deze Planke weide sneuvelden in 1682 tweeëntwintig mannen van de schutterskamer in gevechten met de Duitse hulp troepen van de prins-bisschop. Runkst wordt verder uitgebreid. In 1960 komen er de nieuwe lanen die ver wijzen naar de twaalf ambachten in Hasselt: smeden, bakkers, kramers,… In 1963 behaalt de wijk van de kleine landeigendom ‘Gaerveld’ in Runkst de ‘Nationale prijs Groenruimten, categorie lage dichtheid’. Naar aanlei ding hiervan wordt een bronzen kunstwerk van de Bel gische kunstenaar Harry Elström op het pleintje aan de Smedenlaan geplaatst. Ook de jonge Banneuxparo chie krijgt nieuwe woonwijken. Oudere Hasselaren noe men deze parochie Sainte-Marie; anderen spreken van Onze-Lieve-Vrouw der Armen. Officieel heet de paro chie Onze-Lieve-Vrouw van Banneux. Ze wordt in 1951 opgericht aan de noordoostkant van Hasselt. Vanaf 1948 worden in de Zegestaat, de Kiewitstraat en de Bevrij dingsstraat de eerste huizen gebouwd. Het noodkerkje, dat uit enkele oude militaire barakken wordt opgetrok ken, zou jarenlang het uithangbord van de ‘wijk achter de Brug’ zijn. De erkenning van de parochie, maar ook ver kavelingen, aanleg van wegen en inplanting van industrie zorgen voor een betere ontsluiting van de jonge wijk. Zo veranderden haar uitzicht, mentaliteit en betekenis.

KEIK NOVEMBER 2022 – 16 –

Boven: Eerstesteenlegging van Het Belang van Limburg in 1961, overhandiging contract tussen stad en Philips in 1954 en 500ste personeelslid bij Philips in 1956

Onder: Prototype van cassetterecorder Philips EL 3300 met micro, de eerste cassetterecorder ter wereld. Collectie Het Stadsmus, inventarisnummer SMU.1999.0005.00

– 17 –

Bollen is christendemocraat en op cultureel- en taalvlak Vlaamsgezind. Maar hij is ook koningsgezind. Aan het IJzerfront had hij koning Albert en koningin Elisabeth ont moet. De abdicatie van Leopold III in 1950 noemt hij als een van de grootste ontgoochelingen uit zijn leven. Op 3 mei 1953 verwelkomt hij Boudewijn bij zijn Blijde Intrede in Has selt. Op persoonlijk vlak betekenen de uitnodigingen voor de verjaardag van koningin Elisabeth in 1956, het huwelijk van Boudewijn in 1960 en vooral het bezoek van het vor stenpaar aan Hasselt op 7 oktober 1962 veel voor hem. In zijn toespraak bij deze gelegenheid beklemtoont hij het belang om aan de jeugdige bevolking van Hasselt goede kansen te bieden op sociaal, educatief en sportief vlak. Hij ziet hun toekomst in een Europees kader: ‘Maar voortaan zal in het kader van de toenadering van gans West-Europa, het economisch leven in onze gewesten terreinen bestrij ken die een steeds hogere intellectuele en beroepsvorming … zullen vereisen. Dit zal, benevens een door te voeren technische specialisatie, intense contacten met mensen van vreemde taalgroepen noodzakelijk maken. Onze jeugd wordt er dan ook toe aangespoord om naast haar opleiding in de Nederlandse taal en in ons rijke Vlaamse cultuurleven, buiten de grondige kennis van het Frans, haar tweede land staal, zich te richten tot de studie van, of zich te vervolma ken in de talen der partners van het toekomstige Europa.’40 Niet alleen de vorsten ontvangt hij feestelijk. Regelmatig huldigt Bollen plaatselijke verenigingen en organisaties en nodigt hen uit in de raadszaal van het stadhuis.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1958 kondigt Bol len aan dat hij zijn ambtstermijn tot 1964 niet zal voltooien. Verschillende personen uit zijn omgeving zijn op de hoogte van zijn verlangen om af te treden nadat hij vijfentwintig jaar burgemeester is geweest. In 1962 vinden de feestelijk heden plaats voor zijn zilveren ambtsjubileum. Op 12 febru ari 1963 biedt Bollen in een persoonlijke brief zijn ontslag aan bij koning Boudewijn. Zijn eervol ontslag wordt aan vaard en op 24 mei licht hij de Hasseltse bevolking hierover in. Hijzelf heeft het over een nodige verjongingsoperatie in het bestuur van de stad en de meeste krantartikels treden

Foto van de Blijde Intrede van koning Boudewijn en koningin Fabiola op zondag 7 juni 1962 n.a.v. hun huwelijk in 1960. Collectie Het Stadsmus, inventarisnummer SMU.2016.0190.00

hem hierin bij. Het Laatste Nieuws daarentegen geeft een andere versie van de feiten en stelt dat een drukgroep bin nen de CVP op het ontslag aandrong: ‘Sedert een bepaalde vleugel van de CVP te Hasselt aangedrongen heeft op het ontslag van burgemeester Bollen en na enkele woelige ver gaderingen zelfs zover is gegaan diens ontslag te eisen…’41

KEIK NOVEMBER 2022 – 18 –

Na 1963

Het is Paul Meyers die de nieuwe burgemeester wordt. Na zijn ontslag als burgemeester blijft Bollen nog zes jaar gemeenteraadslid en ook later is hij zich blijven interes seren in alles wat er reilde en zeilde in Hasselt. Zelfs in zijn laatste levensmaanden vraagt hij zich nog geregeld af of het Cultureel Centrum wel voldoende succes kent.

Na 1963 vinden er in Hasselt nog verschillende verwe zenlijkingen plaats waarvoor de aanzet al gemaakt was tijdens het burgemeesterschap van Bollen, vooral op het vlak van cultuur, sport en onderwijs. Al in 1958 besliste de gemeenteraad tot de bouw van een cultureel centrum, toen de ‘nieuwe schouwburg’ genoemd, op een terrein in de nieuwe Casterwijk. De plannen spreken van twee gebouwen: het eerste is bestemd voor schouwspelen en bestaat voor het grootste gedeelte uit een schouwburg zaal. Het andere gebouw heeft, als voornaamste deel een balzaal, met een zeer ruime drankgelegenheid, met terrassen, speelzalen, vergader- en conferentiezalen. De twee gebouwen zullen elk één afzonderlijke eenheid vor men, aangepast aan het doel waarvoor ze zullen gebruikt worden. Ze zijn afzonderlijk toegankelijk en van elkaar gescheiden. Een lage gaanderij, geheel in glas, zou de twee gebouwen met elkaar verbinden. Met enkele aan passingen aan de oorspronkelijke plannen wordt het Cul tureel Centrum opgetrokken tussen 1967 en 1972.

Een stadsmuseum om het toerisme te promoten heeft Bollen niet kunnen verwezenlijken. Jarenlang was het ‘Gedachtenismuseum Pater Valentinus’ van de Minder broeders het enige museum in Hasselt. Na twee mislukte pogingen op het einde van de negentiende eeuw en het midden van de twintigste eeuw slaagde de VZW Vrienden van het Stadsmuseum, opgericht in 1979, erin om in 1982 het Stadsmuseum Stellingwerff-Waerdenhof te openen.42

In 1954 werd het ‘Stedelijk Sportcomiteit’ opgericht, een soort sportraad. Een van haar doelstellingen was een nieuw Stedelijk Zwembad ter vervanging van het uit geleefde zwembad aan de Willekensmolenstraat.43 Het duurt nog tot 1960 vooraleer de gemeenteraad beslist

tot de nieuwbouw. Het stedelijk overdekt zwembad aan de Elfde-Liniestraat is daarmee het eerste gemeentelijk overdekt zwembad van Limburg. Het is ontworpen door Isia Isgour, een Brusselse architect, die ook het cul tuurcentrum ontwierp. De bouw, begonnen in 1961, kent zijn voltooiing in 1963, even voor het officiële ontslag van Bollen. Het zwembad ligt ideaal: op korte afstand van het stadscentrum, in de nabijheid van heel wat scholen en pal in het recreatiepark Kapermolen dat later nog wordt uit gebouwd met een openluchtzwembadencomplex.

In zijn toespraak tot het koningspaar uit 1962 noemt Bollen al het belang van een technische scholing voor de jeugd. Ook de Philipsfabriek is vragende partij voor technisch hoger geschoolde jongeren. Op 16 september 1964 vindt in aanwezigheid van Bollen de feestelijke opening plaats van het eerste academisch jaar van de Vrije Hogere School voor Technisch Ingenieurs van Hasselt. Deze school komt later door fusies terecht bij de Katholieke Hogeschool Limburg (KHLim) en bij het Universitair Centrum Leuven Limburg (UCLL).

Bij zijn overlijden op 87-jarige leeftijd in 1977 huldigt bur gemeester Meyers hem met de woorden: ‘…De ontwik keling van de stad kon voorzeker een groeikrisis hebben kunnen veroorzaken. Burgemeester Bollen heeft getracht de moeilijkheden te overbruggen en is steeds de vader geweest van alle Hasselaren. Doch deze houding heeft hem niet belet trouw te blijven aan de beginselen die deel waren van zijn levensbeschouwing. Hij is steeds voor zijn katholieke principes naar voren gekomen, en zijn katho lieke overtuiging is de grondslag geweest van zijn houding en zijn beslissingen…’44 Ook de krantencommentaren bij het overlijden zijn overwegend positief. Veel negatieve persberichten zijn er over Bollen nooit verschenen. Zijn vriendschap met Hubert Leynen van het Belang Van Lim burg heeft hierin zeker een rol gespeeld.

Als eerbewijs veranderde het stadsbestuur de toenma lige Weierstraat, waarop de tuin van Thonissenlaan 34 uitgaf, in Burgemeester Bollenstraat.

– 19 –

BESLUIT

Heeft Jozef Bollen zijn ambities uit 1937 kunnen realise ren? Voor een groot deel wel. Hij had daarbij de steun van een volstrekte CVP-meerderheid in de gemeenteraad en een voltallig CVP- schepencollege. Hij wilde van Hasselt een waardige hoofdplaats van Limburg maken. Onder zijn impuls ontpopte Hasselt zich tot een handels-, administratie- en onderwijscentrum. Met de Philipsfabriek haalde hij een grote industrie binnen en zorgde zo voor een massale tewerkstelling, die vooral voor vrouwen een schuchtere aanzet betekende tot deelname aan de arbeidsmarkt en een eigen inkomen.

Om de industrie te ondersteunen en de jongeren meer kansen te bieden, stimuleerde hij mee het technisch hoger onderwijs.

Door de uitgevoerde urbanisatieplannen, de aanleg van nieuwe straten en wijken breidde de stad uit en veranderde ze van uitzicht. Het nieuwe en modern uitgeruste Virga Jesse ziekenhuis verving het oude Valentinusziekenhuis. Het overdekte ‘zwemdok’ uit zijn plannen kwam er op de valreep in 1963. Het cultureel centrum, waar van in 1958 al sprake werd uiteindelijk in 1972 voltooid. Alleen het door hem gedroomde stadsmuseum kwam er tijdens zijn leven niet.

Samenvattend is Bollen geslaagd in zijn opzet. Daar naast was hij de ouderwetse burgervader, bedaard in zijn houding en met aandacht voor onderlinge verstandhouding. Zijn hoogtepunten beleefde hij als hij feestelijk de vorsten kon ontvangen, maar ook als hij gastheer kon zijn voor plaatselijke verenigingen en organisaties die hij graag in de raadszaal van het stadhuis ontving.

Voor oudere Hasselaren zal Bollen in de herinnering ver der blijven leven als de voor iedereen vriendelijke burgervader met zijn glimlach en eeuwige sigaar. Maar ook als de huisdokter die zijn patiënten tot op hoge leeftijd bleef zien of die ze bij het medisch schooltoezicht heb ben leren kennen. Voor de jongere Hasselaren zal deze publicatie er hopelijk toe bijdragen dat zij bij het horen van de naam Bollen aan meer zullen denken dan alleen maar aan de Burgemeester Bollenstraat.

Voor de realisatie van deze bundel werd slechts een beperkt aantal archieven gebruikt. Veel ander bestaand en interessant materiaal vraagt nog om verdere bestudering. Genoeg om een volledige biografie van burgemeester dr. Bollen samen te stellen. Wie gaat de uitdaging aan?

– 20 –
KEIK NOVEMBER 2022

BIBLIOGRAFIE Archivalische bronnen

HASSELT, Stadsarchief , S/2019/008.

HASSELT, Het Stadsmus, archief Jozef Bollen.

Mondelinge bronnen

NAILIS, R., persoonlijk gesprek, Hasselt, 19 oktober 2022.

Gedrukte bronnen

‘De drukgroep miste haar doel niet. Ontslag van burgemeester Bollen te Hasselt’ Het Laatste Nieuws (25-26 mei 1963).

E.E., ‘Burgemeester Bollen zette de bakens uit voor huidig beleid’, Het Belang van Limburg (29-02-1992), 14.

ILSEN, M., ‘Vijf Hasseltse burgemeesters in brons gegoten’, Keik nr. 63 (juni 2018), 3.

MERKEN, L. ‘Van ‘Plage Crapule’ tot Kapermolen: een kroniek van het zwemmen in Hasselt, 90 jaar georganiseerd zwemmen en 40 jaar stedelijk overdekt zwembad’, Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer (2002), nr 174, 49-53.

NEIRINCKX, P., ‘De boeren doen goede zaken: het frontblaadje de Bilsenaar (1918) met nieuws, voor, over en van Genkse frontsoldaten’ Heidebloemke, 74 nr 6 (2015) 27 en 29.

‘Oud-burgemeester Dr. Bollen van Hasselt overleden’, Het Belang van Limburg (31 januari 1977), 2.

RAMAEKERS, L., ‘Burgervader en dokter: Jef Bollen vijfentachtig, Het Belang van Limburg (3 januari 1975), regionaal-bijlage.

ROMBOUTS, R., ‘Het Museum Stellingwerff-Waerdenhof in Hasselt’, Vlaanderen (1993), jaargang 42, 183-184.

VAN ASSCHE J. ‘90 jaar geleden! Een verslag over de veldslag te Imde’ Eigen Schoon en de Brabander (2004) nr 3, 449-450.

Digitale bronnen

Ferdinand Portmans, 2019 (nl.wikipedia.org/wiki/Ferdinand_Portmans).

Geraadpleegd op 18 september 2022.

FEXER, C., Sledderlo, (id.erfgoed.net/teksten/298400). Geraadpleegd op 21 september 2022.

Geneanet (nl.geneanet.org/). Geraadpleegd op 1 oktober 2022.

HASEL (www.hasel.be/bollen-jozef-1890-1977).

Geraadpleegd op verschillende data September-oktober 2022.

HENSEN, M., Binnenvaart in beeld, (www.binnenvaartinbeeld.com/nl/albertkanaal/albertkanaal). Geraadpleegd op 21 oktober 2022.

Schrijversgewijs, Vlaamse schrijvers 1830-heden, ‘Winters, Jan Mathijs’, (schrijversgewijs.be/schrijvers/winters-jan-mathijs/). Geraadpleegd op 21 september 2022.

Werken

GERARD, E., De schaduw van het Interbellum. België van Euforie tot Crisis 1918-1939, Tielt, 2017.

GERARD, E., Politieke geschiedenis van België, Leuven, 2016. KNEVELS, B., red., 1905-2005: 100 jaar Salvatorianessen in België, Hasselt, 2005.

LEENDERS, W., Een geschiedenis van de toekomst, met Philips en Hasselt naar de 21ste eeuw, Hasselt, 1999.

VANDORMAEL, ‘Een nieuw begin…(1921-2005)’, Hasselt, 2005.

VINTS, L., P.J.Broekx en de Kristelijke Arbeidersbeweging in Limburg (1881-1968), Leuven, 1989.

WILS, L., Van de Belgische naar de Vlaamse Natie. Een Geschiedenis van de Vlaamse beweging, Leuven, 2009.

WOUTERS, N. Oorlogsburgemeesters 40/44. Lokaal bestuur en collaboratie in België, Tielt, 2004.

– 21 –

EINDNOTEN

1 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 27: Beleidsvisie bij aantreden als burgemeester, 1937.

2 Geboorteakte op Geneanet (nl.geneanet.org/). Geraadpleegd op 1 oktober 2022.

3 FEXER, C., Sledderlo, (id.erfgoed.net/teksten/298400). Geraadpleegd op 21 september 2022.

4 Schrijversgewijs, Vlaamse schrijvers 1830-heden, ‘Winters, Jan Mathijs’, (schrijversgewijs.be/schrijvers/winters-jan-mathijs/). Geraadpleegd op 21 september 2022.

5 HASSELT, Stadsarchief , S/2019/008, 26: Diploma katholieke Universiteit Leuven (1919) en erekaarten aan séminaire de Saint-Trond (1905).

6 NEIRINCKX, P., ‘De boeren doen goede zaken: het frontblaadje de Bilsenaar (1918) met nieuws, voor, over en van Genkse frontsoldaten’ Heidebloemke, 74 nr 6 (2015), 27 en 29.

7 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, Belgisch getuigschrift van het kentekenbewijs (nummerplaat) van de wagen van Jozef Bollen, gedateerd 11/02/1921.

8 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 10: Felicitaties benoeming tot burgemeester, 1937.

9 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 1a.: Lijkrede door Paul Meyers, 03-02-1977.

10 VAN ASSCHE J. ‘90 jaar geleden! Een verslag over de veldslag te Imde’ Eigen Schoon en de Brabander (2004), nr 3, 449-450; HASSELT, Het Stadsmus, archief Jozef Bollen, brief van Paul Dutrieux gericht aan Jozef Bollen, gedateerd 22-08-1960.

11 HASSELT, Het Stadsmus, archief Jozef Bollen, Brevet Koninkrijk België, gedateerd 8 december, 1920.

12 HASSELT, Het Stadsmus, inventarisnummer 1984.0015.00, Anoniem, groepsfoto van de Vuurkruisers op de pui van het Stadhuis te Hasselt, s.d.

13 RAMAEKERS, L., ‘Burgervader en dokter: Jef Bollen vijfentachtig’, Het Belang van Limburg (3 januari 1975), regionaal-bijlage.

14 Na de aanhechting van België bij Frankrijk, in 1795, werd de openbare bijstand volledig gereorganiseerd. Het bestuur van weldadigheid en hospitalen werd toevertrouwd aan de gemeenten. Tijdens het “Directoir “werden op lokaal niveau gespecialiseerde instellingen opgericht met eigen middelen, beslissingsmacht en verregaande autonomie. In de gemeenten met hospitalen werd een commissie belast met het beheer en het bestuur van de Burgerlijke Godshuizen op het grondgebied van de gemeente. Elke gemeente kreeg ook een Weldadigheidsbureel dat instond voor het verstrekken van hulp aan huis. Dit systeem bleef in voege tot 10 maart 1925, dag van de stemming over de organieke wet op de openbare onderstand (Belgisch Staatsblad 20 maart 1925). Informatie van het Rijksarchief (www.arch.be).

15 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 20a, brief aanstelling Armbureel, 1920.

16 VANDORMAEL, ‘Een nieuw begin…(1921-2005)’ en KNEVELS red., 100 jaar Salvatorianessen, 61-67.

17 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 18, Zilveren ambtsjubileum, 1962.

18 HASSELT, Het Stadsmus, archief Jozef Bollen.

19 RAMAEKERS, L., Burgemeester en dokter Jef Bollen vijfentachtig, Het Belang van Limburg (3 januari 1975).

20 GERARD, E., Politieke geschiedenis van België, Leuven, 2016, 77 en 83.

21 Ferdinand Portmans, 2019 (nl.wikipedia.org/wiki/Ferdinand_Portmans). Geraadpleegd op 18 september 2022.

22 ‘Oud-burgemeester Dr. Bollen van Hasselt overleden’, Het Belang van Limburg (31 januari 1977), 2.

KEIK NOVEMBER 2022 – 22 –

23 ILSEN, M., ‘Vijf Hasseltse burgemeesters in brons gegoten’, Keik nr. 63 (juni 2018), 3.

24 Herman Dessers (1925-2009) was van 1949 tot 1990 directeur van de Kamer voor Handel en Nijverheid van Limburg, het tegenwoordige VOKA.

25 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 4, Felicitaties 85 jaar.

26 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 1a, Lijkrede door Paul Meyers, 03-02-1977.

27 Al in 1929 werd in Limburg de Katholieke Vlaamse Volkspartij Limburg (KVVL) opgericht, nadat de Katholieke Partij Vlaams-nationalisten had uitgesloten van de kieslijsten. Bij de verkiezingen van 1929 behaalde deze partij al meteen drie verkozenen. In 1936 sloot de KVVL zich aan bij het VNV. Gérard Romsée werd een van de leidende figuren.

28 GERARD, E., Politieke geschiedenis van België, Leuven, 2016, 83 en 103.

29 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 10, Felicitaties benoeming tot burgemeester 1937.

30 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 20b, Ontslag schepen Vannonsebrouck, 1940.

31 VINTS, L., P.J.Broekx en de Kristelijke Arbeidersbeweging in Limburg (1881-1968), Leuven, 1989, 239.

32 WOUTERS, N. Oorlogsburgemeesters 40/44. Lokaal bestuur en collaboratie in België, Tielt, 2004, 91.

33 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 17, Brief ministerie over stopzetting gemeenteraden, 1941.

34 E.E., ‘Burgemeester Bollen zette de bakens uit voor huidig beleid’, Het Belang van Limburg (29-02-1992), 14.

35 GERARD, E., Politieke geschiedenis van België, Leuven, 2016, 134.

36 GERARD, E., Politieke geschiedenis van België, Leuven, 2016, 137 en 147.

37 HENSEN, M., Binnenvaart in beeld (www.binnenvaartinbeeld.com/nl/albertkanaal/albertkanaal). Geraadpleegd op 21 oktober 2022.

38 Bij gebrek aan een zwembad, was het kanaalzwemmen erg populair in Hasselt tussen 1940 en 1960. Curange les Bains ontstond in de jaren 1940. In Kuringen werd veel in het kanaal gevist en gezwommen ter hoogte van de brug en de bunker. Hasselaren die er een dagje tussen uit wilden, gingen naar Curange les Bains, in het Frans van de toenmalige meer chique Hasselaren ook ‘plage crapule’ genoemd.

39 LEENDERS, W., Een geschiedenis van de toekomst, met Philips en Hasselt naar de 21ste eeuw, Hasselt, 1999, 6-36.

40 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 7b, Toespraak Bollen aan koningspaar.

41 ‘De drukgroep miste haar doel niet. Ontslag van burgemeester Bollen te Hasselt’, het Laatste Nieuws (25-26 mei 1963).

42 ROMBOUTS, R., Het Museum Stellingwerff-Waerdenhof in Hasselt, Vlaanderen (1993), jaargang 42, 183-184.

43 MERKEN, L. Van ‘Plage Crapule’ tot Kapermolen: een kroniek van het zwemmen in Hasselt, 90 jaar georganiseerd zwemmen en 40 jaar stedelijk overdekt zwembad, Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer (2002), nr 174, 49-53.

44 HASSELT, Stadsarchief, S/2019/008, 1a, Lijkrede door Paul Meyers, 03-02-1977.

– 23 –

November 2022 – keik nr. 83

Tekst: historica Gerda Broeckmans Foto’s: Het Stadsmus

Copyright: Het Stadsmus Guido Gezellestraat 2, B-3500 Hasselt Tel.: 011/23 98 90 - E-mail: hetstadsmus@hasselt.be

Overzicht Kunst in de Kijker vanaf 2005: 2005: 135. Ontwerptekening voor tegelpaneel ‘Tuin met pauw en zwaan’, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136. Beeld van de Roode Roos; uitgave in beperkte oplage t.g.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt, Gerard Moonen (° 1953).

Overzicht Kunst en Erfgoed in de Kijker: 2005: 1. De archeologische vondsten van Herkenrode in Het Stadsmus. 2006: 2. Jos. Damiens wandschilderingen voor het gouvernement te Hasselt (1908-1910); 3. De Kiosk en het muziekleven in Hasselt in de 19e eeuw; 4. De kapel van Spalbeek, 5. De handboog: van verdedigingswapen tot Olympische discipline; 6. Menukaarten.

2007: 7. Stad in groei. Hasselt in de 19e eeuw; 8. De oorsprong van onze kapellen; 9. Een Hasselts bedevaartvaantje uit de 17e eeuw; 10. Processievaandel van de Hasseltse Broederschap van het Heilig Sacrament.

2008: 11. Ets ‘Het Offer’, Jan Toorop (1858-1928); 12. Vaas in lusterglazuur, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 13. 2 zilveren kandelaars, resultaten van een onderzoek; 14. Handschrift van de Roode Roos 18de-19de eeuw; 15. Spaanse toreadors, Romeinse ruïnes en kamelen aan de oevers van de Zwarte Zee. De exotische reizen van een Hasseltse burger tijdens de Belle Epoque.

2009: 16. Thomas Morren schildert de familie Van Elsrack.; 17. Een zeldzame skeletklok van Joannes Michael Gaspard Geraets (1791-1859); 18. Geen KEIK verschenen!; 19. Archeologische opgravingen van het bonnefantenklooster in Hasselt; 20. Pierre Cox (1915-1974) en het hellenisme.

2010: 21. 1910: tsaar Ferdinand van Bulgarije vliegt boven Kiewit; 22. De zuidkant van de Grote Markt; 23. De Virga Jesse in Het Stadsmus: iconografie & cultusrelicten; 24. De Heecrabbers, kroniek van een kunstkring; 25. De collectie van Pasquasy, devotie– en doodsprentjes; 26. De kunst van het monumentale bouwen en het achteloos vernielen.

2011: 27. Medailles, De Koloniale Dagen, 1952; 28. Hasselt aan zee. Een eeuw marineschilderkunst; 29. Tot hier en terug. Burentwisten tussen Hasselt en Zonhoven; 30. Hasselt in de middeleeuwen.

2012: 31. Alaaf! De heropleving van de carnavalstraditie in Hasselt met speciale aandacht voor de jaren 1950; 32. Dame met lorgnet, Godfried Guffens (1823-1901); 33. Waterhuishouding in Hasselt; 34. Campendeck; 35. Dialoog met de ruimte. 2013: 36. De bonnefantenkerk en de graflegging; 37. De uurwerkstad Hasselt; 38. Royal Nord in Hasselt; 39. De Hasseltse septemberkermis in 1896; 40. Muziek! Het College van Sint-Cecilia van Hasselt 1670-ca. 1830.

2014: 41. Hasseltse bands 1945-2000; 42. Een tinnen bord uit het Hasseltse Augustijnenklooster; 43. 50 jaar Luminé Image Art; 44. Hedwig Pauwels; 45. Franz Anton Brändl (1720-1782).

2015: 46. Vuurpeloton in Hasselt; 47. Gedenkmonument (1856) voor de oud-strijders van Napoleon; 48. Fotostudio Blanckart… Kijken naar het vogeltje!; 49. Sportieve Hasseltse nostalgie. 1913-1964: Het openluchtzwembad aan de Willekensmolenstraat; 50. De abdissenportretten van Herkenrode.

2016: 51. Limburgs glas, in het licht van de recente aanwinsten; 52. Vergeten Hasselts gebak; 53. Nie zievere. Spe.le! Drie Hasseltse voetbalclubs vertellen hun verhaal; 54. Plezier & verdriet. Oorlogsgedenkenissen tijdens de kermisfeesten van de jaren 1920; 55. Proper gewassen! Wasserij De Lelie.

2017: 56. Tegelpaneel Irissen, afkomstig van het voormalig Hotel Léopold II te Blankenberge; 57. Zilversmid François Morren, meester met de drie sterren; 58. Het nieuwe blazoen van De Roode Roos; 59. Het archeologisch onderzoek aan het nieuwe stadhuis; 60. Het Hasseltse erfgoed door de lens van de Duitse bezetter (1917-1918).

2018: 61. Maria Pijpelinckx (Kuringen? 1538 - Antwerpen 1608), meer dan alleen maar de moeder van Pieter Paul Rubens; 62. The Hasselt Bridge. Waarom de kanaalbrug instortte in 1938; 63. Vijf Hasseltse burgemeesters in brons gegoten; 64. Het geheim achter het schilderij van de Heilige Odilia door Godfried Guffens; 65. Stef Vanstiphout (1931-1995), een eigenzinnig illustrator.

2019: 66. De graven van Loon en de Europese literatuur; 67. Limburg in koloniaal en/of Congolees perspectief; 68. Het Hasseltse Begijnhof verbindt. Over co-creatie, participatie en erfgoed; 69. 1944. Directe nasleep van de bevrijding van Hasselt; 70. De Komeetlijn.

2020: 71. Maison fondée en... Historische panden en hun uithangborden; 72. De Poncelet vaas, exponent van een uitgekiende reclamestrategie; 73. Het verhaal achter de gevel van het RTT-gebouw in de Paardsdemerstraat.

2021: 74. Het huis In ’t Claverblat en zijn plek in de gebouwde geschiedenis van Hasselt; 75. De vlag van de Hoveniersgilde van Hasselt, een venster op een boeiende geschiedenis; 76. Jeannot Peeters (1909 - 1996), een verloren gewaande Hasseltse vrouwelijke kunstenaar?; 77. Veertig jaar Vrienden van het Stadsmuseum; 78. Frans (Placidus) Tempels, Hasseltse patermissionaris in Congo en schrijver van de Bantoe-filosofie.

2022: 79. Mater Salvatoris Hasselt, de eerste Limburgse verpleegsterschool; 80. De Hasseltse Garde Civique; 81. Voorstudie Overhandiging vrijheidskeure door Godfried Guffens; 82. Lucien Nolens (1879-1954) Zoektocht naar een vergeten kunstenaar.

Alle publicaties zijn te koop aan de museumbalie zolang de voorraad strekt. Online zijn de publicaties gratis raadpleegbaar op de website www.issuu.com/hetstadsmus

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.