KEIK 81. Voorstudie Overhandiging vrijheidskeure door Godfried Guffens

Page 1

KEIK NR. 81 Voorstudie Overhandiging vrijheidskeure door Godfried Guffens Inv.nr.: 2020.0036.00, 1979.0023.00

ONTSTAANSCONTEXT, OPDRACHT EN KEUZE VAN HET ONDERWERP

KEIK APRIL 2022 – 2 –

Zo beschreef de Leuvense hoogleraar rechten J.-J.

Hasselt was pas in 1839, toen Nederland het Verdrag der XXIV artikelen aanvaardde, definitief provinciehoofdstad geworden.3 De stad onderging daarop doorheen de hele 19e eeuw een grote transformatie: wegeninfrastructuur werd grondig uitgebreid, restanten van de oude wallen werden geslecht en vervangen door een boulevard, nieuwe func ties genereerden nieuwe gebouwen, zoals het gerechts hof (1842-1844), de jeneverindustrie bloeide als nooit tevoren, het bevolkingsaantal klom voor het eerst boven de 10.000 inwoners ... Bij al die vooruitgang werd ook het verleden niet vergeten, want een stad in expansie moest kunnen steunen op een gedenkwaardige geschiedenis. De jonge advocaat en journalist Jean-Joseph Thonissen was de inspirator van een historieschilderij dat het stads bestuur besteld had bij het aankomend schilderstalent Godfried Guffens (1823-1901).4

Thonissen (1816-1891) het belang van geschiedenis voor het jonge België in zijn vierdelige La Belgique sous le règne de Léopold Ier 1 Hij had dit citaat, ruim tien jaar eerder, met verve in de praktijk gebracht als inspirator voor een schil derij dat de diepe historische wortels van zijn geboortestad Hasselt moest oproepen. Door de recente herontdekking van een voorstudie komt dit werk weer in de actualiteit.2

Thonissen was toen, na schitterende studies rechten aan de jonge Luikse universiteit, één van de opkomende intellectuelen in Hasselt.5 Heel zijn leven lang heeft de latere minister en hoogleraar een grote interesse en ken nis van geschiedenis aan de dag gelegd, die uitmondden in talrijke publicaties.6 Bij het overzien van het Hasseltse verleden als passend onderwerp voor een schildersop dracht dienden zich nauwelijks gebeurtenissen aan van bovenlokaal belang. De enige twee feiten die de natio nale geschiedenis haalden waren evenzoveel nederlagen en dus ongelukkig om te vereeuwigen: de finale onder drukking van de Boerenkrijg (1798) en de Slag bij Hasselt (1831), de voorlaatste betekenisvolle overwinning van het Nederlandse leger na de Belgische omwenteling. Daarom was het aangewezen te kiezen voor een onderwerp dat

Godfried Guffens’ ‘Overhandiging van het vrijheidscharter aan de stad Hasselt door graaf Arnold IV van Loon’ (1846)* “Aussitôt que la Belgique eut repris sa place parmis les nations indépendantes, des savants laborieux fouillières ses annales pour chercher dans son passé, non-seulement la légitimation du présent, mais encore le présage heureux des conquêtes de l’avenir. Après avoir été si longtemps soumis à la domination étrangère, c’était avec un noble orgueil qu’on signalait à l’attention du monde les illustra tions, les travaux, les hommes et les choses d’une patrie enfin reconquise. Les événements politiques, les institu tions civiles, les antiquités ecclésiastiques, les faits, les niet echt onderscheidend was, maar wel getuigde van oude stedelijke waarden: de overhandiging van de vrij heidskeure aan de stad door graaf Arnold IV van Loon. In dit onderwerp kwamen twee interesses van Thonissen samen: de graven van Loon waaraan hij later biografieën zou wijden en constitutioneel recht dat onderwerp was een van zijn eerste juridische publicaties.7 Bij gebrek aan een toegankelijke, contemporaine geschie denis van Hasselt, was het onderwerp niet zo voor de hand liggend. De enige bron waren de beide historische publi caties van de Augustijnermonnik Joannes Mantelius: zijn Hasseletum (1663) en zijn postuum uitgegeven Historiae Lossensis (1717).8 Daarin beschreef hij dat graaf Arnold IV van Loon in mei 1232 dezelfde voordelen als de stad Luik toekende aan Hasselt. De Augustijn omschreef de inhoud van het charter eerder dan dat hij het letterlijk citeerde. Naar eigen zeggen baseerde hij zich op een Nederlandse versie die hij wederom in het Latijn vertaalde.9 Mede hier door is de belangrijke nuance verloren gegaan dat Arnold aangaf dat hij de rechten (slechts) bevestigde die reeds door zijn voorgangers toegekend waren of het gewoonte recht formaliseerde.10 Aangezien Mantelius bij voorkeur werkte op oorspronkelijke bronnen, kan men veronder stellen dat de originele acte op dat moment al niet meer in Hasselt aanwezig was. Het charter dat in Luik bewaard wordt, vermoedelijk het grafelijke exemplaar,11 werd pas voor het eerst gepubliceerd in 1849, drie jaar na de voltooi ing van het schilderij.12 Op het moment van de opdracht waren dus noch de precieze tekst, noch de relatieve bete kenis van het historische feit, noch het fysieke voorkomen van de oorkonde bekend bij Thonissen en Guffens.

GESCHILDERDE CONSTITUTIE

moeurs et les doctrines, tout l’héritage des générations passées était étudié, scruté, remis en lumière avec une ardeur patriotique.”

Hendrick, Jan Jozef (Jean Joseph) Thonissen (1816-1891), 1837, olie op doek. Collectie Het Stadsmus, inv.nr. SMU.1979.0104.00. Links onder: William Goole, replica van het vrijheidscharter van 1232, relatiegeschenk, 1982. Collectie Het Stadsmus, inv.nr. SMU.1985.0081.00.

Links boven: Jean Joseph Thonissen (1816-1891), boek “La Belgique sous le régime de Léopold Ier», 1857. Collectie Het Stadsmus, inv.nr. SMU.1987.0254.00.Rechts:Hendrik

KEIK APRIL 2022 – 4 –

Nadat het talent van de jonge Godfried Guffens opgemerkt was, kreeg hij, door tussenkomst van de welgestelde indus trieel en propriétaire Ulysse Claes, de kans om les te vol gen aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten in de klas van historieschilder en latere directeur Nicaise De Keyser.14 Hij zou er gestudeerd hebben van 1838 tot en met 1846 en ontving in die periode jaarlijks beurzen van de stad

GODFRIED GUFFENS (1823-1901), SCHILDER VAN EIGEN BODEM13

Hasselt en de provincie Limburg, zelfs eenmalig van koning Leopold I.15 Met de opdracht tot de Overhandiging had het stadsbestuur in 1845 een dubbel doel voor ogen: naast het in beeld brengen van het eigen verleden, ook ondersteu ning geven aan de veelbelovende schilder. Zijn honorarium bedroeg 700 frank. Dat was de som van de jaarlijkse beur zen van Stad (300 frank) en Provincie (400 frank) samen.16

Het atelier van N. De Keyser in de Academie, getekend door Nicaise De Keyser (1813-1887), collectie KMSK Antwerpen, © KIK-IRPA, Brussel,

cliché M139733

– 5 –

Collectie Het Stadsmus, inv.nr. RechtsSMU.1992.0015.00.onder:‘HertogKarel de Stoute zetelt als rechter’, illustratie uit Hendrik Conscience, Geschiedenis van België, AntwerpenBrussel, 1845, p. 326.

Links onder: Godfried Egide Guffens (1823-1901), ontwerp voor wandschildering De dekens en de handelaars van de Hansesteden bieden hun charters en privileges aan om in het archief van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen te bewaren, 1315, 1856-1858, olie op doek.

– 6 –KEIK APRIL 2022 Boven: Voorstudie van ‘De overhandiging van het vrijheidscharter aan de stad in 1232 door Arnold IV, graaf van Loon’, Godfried Egide Guffens, 1845-1846.

Collectie Het Stadsmus, inv.nr. SMU.2020.0036.00.

– 7 –

STAPSGEWIJZE UITVOERING Hoewel er geen gedetailleerde informatie bekend is over de realisatie van de opdracht, kan er veel afgeleid worden uit de confrontatie van de voorstudie met het definitieve werk. Bovendien is er meer geweten over overige opdrachten van Guffens en andere openbare kunstprojecten in de 19e eeuw.17 Van de verloren gegane muurschilderingen van Guffens en zijn artistieke tweelingbroer Jan Swerts voor de Antwerpse Handelsbeurs resten minstens nog een globale schets, een voorstudie op kleiner formaat en een karton.18 De historische adviseur was de toenmalige stadsarchivaris, net zoals het geval was bij historiserende opdrachten in de stadhuizen van Ieper (1869, verwoest) en Kortrijk (1875, bewaard).19 Toen Guffens in 1879 de opdracht kreeg om schilderijen te vervaardigen voor de nieuw gebouwde Sint-Jozefskerk te Leuven werd zelfs contractueel bepaald dat hij schetsen ter goedkeuring diende voor te leggen aan de kerkfabriek en de subsidiërende overheid, i.c. het Ministerie van Binnenlandse Zaken.20 Uit al die voorbeelden blijkt dat historisch advies en controle vanwege de opdrachtgevers cruciaal waren. Een dergelijke gefaseerde opbouw zal er ook geweest zijn voor de Overhandiging. Bij gebrek aan stadsarchivaris in Hasselt is het aannemelijk dat Thonissen zelf instond voor historisch advies. Artistieke raadgeving kwam er naar alle waarschijnlijkheid van Nicaise De Keyser bij wie Guffens op het moment van de opdracht nog les volgde. Bij het concipiëren van het werk kon de kunstenaar zich inschrijven in de historische beeldcultuur van het jonge België. Zijn Overhandiging is geënt op de stroom van boekillustraties zoals die raadpleegbaar waren in werken als de Histoire de Belgique van Théodore Juste (1840) en de Nederlandstalige evenknie Geschiedenis van België van Hendrik Conscience (1845).21 Zonder letterlijk te kopiëren werkte hij een eerder klassieke compositie uit. Net zoals bij de Bourgondische miniaturen van handschriften die aan Filips de Goede overhandigd werden, koos hij voor een diagonale opstelling van de protagonisten, wat de ruimtevulling ten goede komt.22 Om de middeleeuwse look and feel te simuleren hanteerde hij een licht en open coloriet dat op dat moment zeker niet standaard was in zijn werk.23 De graaf, staande in het midden, fungeert als spil. Hij is het hoogtepunt van de diagonaal die afdaalt naar de Hasseltse burger die de oorkonde in ontvangst neemt en tegelijk het bovenste punt van de driehoek die verder gevormd wordt door zijn gemalin Johanna van Chiny. De hoofdfiguren zijn omringd door de eigen achterban. Om het statische van de compositie enigszins af te zwakken, is er een secundaire dwarse lijn van een monnik die een bijbel, met ronde miniatuur van een deïsis, voorhoudt.

Vanuit historisch oogpunt zijn er drie opvallende wijzigin gen, allicht ten gevolge van de oudheidkundige doorlich ting van de voorstudie. Daar draagt de graaf een volstrekt fictief wapenschild op de borst en zijn ook de summiere heraldische schetsen op de achterwand van het baldakijn louter indicatief.24 Op het definitieve werk zijn de wapens van Loon en Chiny afzonderlijk op de rug van de beide tronen afgebeeld en geallieerd op het wanddoek erach ter. Het wapen van Loon was ruim gekend en voor de beschrijving van het wapen Chiny kon men terugvallen op de verklaring van Mantelius die duidelijk aangeeft dat de ruggelings afgebeelde vissen forellen zijn en geen zalmen zoals wel vaker voorkomt.

25

Een tweede opvallende aanpassing betreft het centrale object, de oorkonde, nagenoeg in het brandpunt van de voorstelling. In de voorstudie is het perkament open–gerold en draagt het een ronde zegel. De historische adviseur heeft klaarblijkelijk gesuggereerd om het docu ment opgerold af te beelden met een driehoekige zegel.26

VERSCHILLENESSENTIËLE

Een vergelijking tussen de voorstudie (53 x 43,5 cm) en het definitieve werk (179 x 138 cm) brengt vele verschil len aan het licht. Zo heeft de afgevaardigde van de Stad op het grote werk een minder contemporain kapsel en houdt hij zijn hand hoger, zodat hij eerder grijpt naar de oorkonde, dan dat hij lijkt te zweren. Eén van twee hof–dames rechts is sterker betrokken bij het gebeuren door de troonzetel vast te nemen en finaal zijn de schouderpla ten van de graaf niet meer afgebeeld. Logischerwijze zijn details in het definitieve werk meer in detail uitgewerkt.

KEIK APRIL 2022 – 8 –

Dat tweede advies blijkt foutief, aangezien het bewaarde exemplaar in Luik een ronde ridderzegel draagt. Een pas beschreven perkament is flexibel en kan zowel vlak als opgerold gepresenteerd worden.27 Die aanpassing lijkt dan ook niet echt pertinent te zijn. Op het linker plan is er een essentiële verandering gebeurd. Bij de voorstudie is er een zicht op een open venster waardoor het volk van Hasselt onder een zuilen gang de plechtige gebeurtenis kan gadeslaan. Dit diep tezicht is op het definitieve werk vervangen door een eerder selecte groep burgers die achter een soort balie in dezelfde troonzaal heeft postgevat. Dit lijkt meer dan een louter schilderkundige aanpassing. In tijden van cijns kiesstelsel was het verkieslijk om een kleine delegatie af te beelden, eerder dan een grotere volksmassa.

– 9 –

Godfried Egide Guffens (1823-1901), De overhandiging van het vrijheidscharter aan de stad in 1232 door Arnold IV, graaf van Loon’, 1846, olie op doek.

Collectie Het Stadsmus, inv.nr. SMU.1979.0023.00.

Dit werk hangt in de trouwzaal van het oud stadhuis.

KEIK APRIL 2022 – 10 –

Voor de jonge kunstenaar was dit werk niet enkel een ver erende opdracht, maar ook een visitekaartje. Dat blijkt uit het feit dat hij het herhaaldelijk inzond voor tentoon stellingen. Zo werd het in 1846 in Antwerpen tentoonge steld en bij die gelegenheid werd er ook een lithografie van verspreid.28 Een jaar later figureerde het werk op een Salon d’exposition in Gent. Le Messager de Gand 29 gaf een merkwaardige en foutieve interpretatie door te stellen dat de jonge graaf de vrijheden aan Hasselt toekende naar aanleiding van zijn huwelijk met Johanna van Chiny. In realiteit was Arnold al sinds 1226 graaf van Chiny en was de bevestiging van de stadsrechten geen gunst zonder meer, maar de bekrachtiging van een strategische allian tie.30 De criticus maakt verder een genuanceerde analyse van het werk: hij noemt de voorstelling globaal koud en zonder actie, maar hij beschrijft het werk ook als goed getekend, met frisse kleuren en een aanvaardbare com positie. De gravin lijkt niet geïnteresseerd in het gebeu ren, de vaandrig links is te karikaturaal weergegeven, maar het gezicht van de monnik die de bijbel voorhoudt is dan wel zeer geslaagd. Ten slotte roemt hij de kunstenaar die de historische kledij religieusement heeft bestudeerd.

RECEPTIE

Enkele weken later verscheen een tweede recensie, nu in L’Indépendance Belge, met ook een gemengde beoorde ling:31 het werk is wel overwogen, met gevoel, de figuren zijn redelijk gepositioneerd, maar het coloriet is mat. Ook wordt de monnik als de sterkste figuur aangewezen en als de andere personages in dezelfde toonaard zouden geschilderd zijn, zou het werk veel meer effect sorteren. Na deze tentoonstellingen duikt het werk pas weer op in 1909. Dan is het een van de blikvangers in het nieuw geopende stadsmuseum en is het in de catalogus van conservator Daniëls opgenomen als nr. 39.32 Na de Eerste Wereldoorlog werd het werk uit het zieltogend museum verwijderd om ingewerkt te worden in de neorenaissan cistische trouwzaal van het nabijgelegen stadhuis. Daar hangt het tot op de dag van vandaag.

Guffens, Godefroid. Le comte de Looz octroie des privilèges à la ville de Hasselt. Lith. par Charles Billoin d’après Godefroid Guffens. Collectie KBR – Prentenkabinet – S.II 39942.

– 11 –

KEIK APRIL 2022 – 12 –

TOT SLOT De Overhandiging is op zich misschien geen meesterwerk en het historisch belang van de afgebeelde gebeur tenis uit 1232 woog allicht minder zwaar dan men in 1846 vermoedde, maar voor de jonge provinciehoofd stad en de aankomende kunstenaar Godfried Guffens was het werk een cruciale referentie naar respectieve lijk, eerbiedwaardige ouderdom en onmiskenbaar talent. Voor inspira tor en latere minister Jean-Joseph Thonissen, was het een eerste publieke daad voor zijn geboortestad. Die vertaalde decennia later, in 1903, haar erkentelijkheid door twee bou levards rond het historische stads centrum te noemen naar de beide protagonisten.33

Links boven: Steven Wilsens (°1937), Arnold, graaf van Loon, bevestigt de stadsrechten van Hasselt, 1998, inkt op papier. Collectie Het Stadsmus, inv.nr. SMU.1998.0017.00. Rechts boven: Godfried Egide Guffens (1823-1901), Portret van hoogleraar en staatsman Jean Joseph Thonissen (18161891), 1877, olie op doek. Collectie Het Stadsmus, inv.nr. SMU.1979.0026.00.

Onder: Straatnaamborden Thonissenlaan en Guffenslaan.

– 13 –

1 Jean-Joseph Thonissen, La Belgique sous le règne de Léopold Ier. Etudes d’histoire contemporaine, Luik, 1858, dl. 3, p. 267. Vgl. Alexandre Pinchart, ‘De la peinture historique en Belgique’ in Messager des Sciences historiques et Archives des Arts, Gent, 1845, p. 244-254, bijzonder p. 254: “Artistes belges (…) c’est au foyer ardent du patriotisme qu’il vous faut réchauffer votre genie; c’est en retraçant les actions de nos pères que vous devez les rappeler à notre souvenir.” Vgl. ook Judith Ogonovszky, ‘De monumentale schilderkunst, “aanschouwelijk onderwijs in Vaderlandse geschiedenis” ’ in: Anne Morelli (red.), De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië, Berchem, 1996, p. 147-158, Marc Holthof, ‘Glorifier à jamais la patrie!’ De Belgische romantische kunst in het teken van het nationalisme’ in: Naar Van Dyck. De romantische recuperatie in de 19de eeuw. Tentoonstellingscatalogus, Antwerpen, 1999, p. 17-24, en Jo Tollebeek & Tom Verschaffel, ‘Natie, geschiedenis en legitimatie’ in: Mise-en-scène Tentoonstellingscatalogus, Antwerpen, 1999, p. 17-23.

5 Over Thonissen: Charles Terlinden, ‘art. Thonissen (JeanJoseph)’ in: Biographie nationale, 25, Brussel, 1930-1932, kol. 112-119. Zie ook Marc Mees, De pronkbeker van JeanJoseph Thonissen. De zilveren beker aan oud-minister J.-J. Thonissen aangeboden t.g.v. zijn zilveren jubileum als parlementslid (1888) (Kunst in de kijker, 45), Hasselt, 1995.

9 Lossensis, p. 185: “Tenor donationis Teutonico factae ideomate sic sonat.”

EINDNOTEN

* Een eerdere, meer beknopte versie van deze bijdrage werd onder dezelfde titel opgenomen in Frank Judo en Jan Pauwels (red.), Liber amicorum Jozef Dauwe, Dendermonde, 2021, deel 2, pp. 291-301.

7 Zo wijdde hij als medewerker aan de Biographie nationale verschillende biografieën aan de graven van Loon, bv. art. Arnoul IV in: Biographie nationale, 1, Brussel, 1866, kol. 451-455. Zijn Constitution belge annotée, offrant, sous chaque article, l’état de la doctrine, de la jurisprudence et de la législation verscheen te Hasselt in 1844 en kende tijdens zijn leven nog twee gewijzigde herdrukken.

8 Joannes Mantelius, Hasseletum, sive Ejusdem oppidi descriptio, Leuven, 1663, p. 11 en IDEM, Historiae Lossensis libri decem, Luik, 1717, p. 185. Thonissen was de auteur van het lemma ‘Mantelius’ in: Biographie nationale, 13, Brussel, 1894-1895, kol. 403-407. Reinhilde Achten, De overhandiging van het vrijheidscharter aan de stad in 1232 door Arnold IV, graaf van Loon, 1845-1846 (Kunst in de kijker, 106), Hasselt, 2001, verwijst als mogelijke bron naar de kroniek van Hasselt in het Nederlands van Mantelius, maar dat lijkt weinig waarschijnlijk omdat die toen nog niet gepubliceerd was.

2 De Stad Hasselt kon de tot nu onbekende voorstudie van de Overhandiging van het vrijheidscharter aan de Stad Hasselt door graaf Arnold IV van Loon voor Het Stadsmus aankopen op de veiling bij het veilinghuis Bernaerts te Antwerpen op 14 september 2020 als lot 60.

6 Hij publiceerde o.m. over rechtsgeschiedenis, biografieën van Félix de Mérode (1861) en Ferdinand de Meeûs (1862) en de merkwaardige studie Le socialisme, depuis l’antiquité jusqu’à la Constitution française du 14 janvier 1852 (1852).

11 Gezien de oorkonde eigenlijk een overzicht is van wederzijdse rechten, waren er vermoedelijk twee exemplaren, een voor elke partij. Het grafelijke exemplaar is dan successievelijk in Luik terechtgekomen: tegenwoordig in het Rijksarchief Luik, Sint-Lambertuskathedraal, charters en oorkonden, nr. 102. Vriendelijke mededeling van rijksarchivaris Rombout Nijssen. Zie ook Theo Coun, Oorkonden van de graven van Loon. Deel 2 Oorkonden van Arnold IV en Jan (1227-1278), Hasselt, 2019, p. 37, nr. 2.017.

10 Deze belangrijke nuance werd pas in 1923 geduid door Jozef Lyna, ‘De Vrijheidsoorkonde van Hasselt en de Uitgraving van den Nieuwen Demer’, in: Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundigen Studiekring te Hasselt ter eere van zijn voorzitter den Eerwaarden Heer Pol. Daniëls, Hasselt, 1923, p. 98 en noot 1.

KEIK APRIL 2022 – 14 –

3 Voor de geschiedenis van Hasselt in de 19e eeuw zie: Erik Houtman, ‘De geschiedenis van Hasselt 1831-1918’, in: Mathieu Bussels e.a., Hasselt 750 jaar stad 1232-1982, Brussel, 1982, p. 113-178. Zie ook: Dries Lyna (red.), Een sprong voorwaarts. Hasselt tussen 1800 en 1900, Hasselt, 2017.

4 Emile Geraets, ‘Ephémérides Hasseltoises. Mois de septembre’ in: l’Ancien Pays de Looz (1904) 7-8, p. 55 beweerde deels onterecht dat de Stad het schilderij in 1847 zou gewonnen hebben bij een loterij die het Rijk had ingericht ten bate van de Schone Kunsten (vgl. noot 16). De redactie corrigeerde de ondertussen overleden auteur in voetnoot 2 door erop te wijzen dat bij die loterij een tafereel uit de Boerenkrijg van Van Imschoot gewonnen was en dat J.-J. Thonissen het onderwerp had aangebracht voor de Overhandiging van het vrijheidscharter aan de stad Hasselt door graaf Arnold IV van Loon. Het schilderij van Van Imschoot dateert trouwens van 1864 (Bart Stroobants, Veldslag in een korenveld 1864 (Kunst in de kijker, 80), Hasselt 1998.

23 Zo schilderde hij in 1845 een Sint-Paulus starende naar Efese die met zijn uitgesproken clair obscur heel barok oogt (Hasselt, kerkfabriek Sint-Quintinus en Onze-Lieve-Vrouw).

– 15 –

26 Dergelijke driehoekige zegels met afgeronde punt bovenaan kwamen voor bij de Hasseltse schepenbank: Alfred Hansay, ‘Mélanges: sceaux de la ville de Hasselt antérieurs à 1794’, in: Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundige Studiekring te Hasselt, (1927) 3, p. 37.

28 Godfried Guffens 1823-1901, tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1981, p. 21. De litho was van de hand van Charles Billoin en werd uitgegeven door G. Simonau te Brussel. Ze draagt als opschrift: la Société royale pour l’encouragement des Beaux-Arts à ses sousscripteurs. Exposition d’Anvers 1846.

13 De informatie over Guffens is, tenzij anders vermeld, geput uit Godfried Guffens 1823-1901, tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1981 en Jo Rombouts e.a., Godfried Guffens en het Limburgs historisme, tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 2001.

12 Mathias Joseph Wolters, Codex diplomaticus Lossensis ou receuil et analyse de chartes, servant de preuves à l’histoire de l’ancien Comté de Looz, Gent, 1849, p. 108, nr. 199.

Die Société koos telkens een van de voornaamste werken van het Salon uit om te laten lithograferen ten bate van haar steunende leden (Dorine Cardyn-Oomen, ‘Naar de bladspiegel vertaald: 19de eeuwse reproducerende prenten’ in Kunst in de tijd van Liedts (1802-1878), Kluisbergen, 2003, p. 15.

22 Vgl. de miniatuur die aan Rogier van der Weyden toegeschreven wordt uit de Chroniques de Hainaut, 1448 (Koninklijke Bibliotheek Brussel, hs. 9242, folio 1).

25 Joannes Mantelius, Historiae Lossensis libri decem, Luik, 1717, p. 183-184: “duos pisces vulgus trutas vocat, coccineos inflexos, sibi invicem dorsis adversos, in aurea arca …”.

27 Vriendelijke mededeling van rijksarchivaris Rombout Nijssen.

33 Jozef Grauwels, De straatnamen van Nieuw-Hasselt, Hasselt, 1980.

19 Godfried Guffens 1823-1901, tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1981, p. 54-56 en 58-63.

29 Le Messager de Gand, 10 augustus 1847.

30 Jean Baerten, Het graafschap Loon (11de-14de eeuw). Ontstaan, politiek, instellingen (Maaslandse Monografiën, 9), Assen, 1969, p. 87-94.

15 Als dank schonk hij werken aan de subsidiërende overheden. Zo ontving de provincie Limburg een portret van Joannes Mantelius.

17 Een van de bekendste historiserende opdrachten was de realisatie door verschillende beeldhouwers van de beelden in de gevels van het Leuvense stadhuis. Zie Maria Gilleir, Gilbert Huybens & Paul Reekmans, ‘Het Leuvens Stadhuis: beeldschoon’, in: Jaarboek van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en Omgeving, 38 en 39, Leuven, 1999-2000. Zie ook Jo Rombouts, ‘cat.nr.20 Gipsen beeld van Cleynaerts (1867)’ in De Brabantse Folklore en Geschiedenis, (1993) 278-279 p. 195-197.

16 Ville de Hasselt, Rapport sur l’administration et la situation des affaires de la ville - novembre 1845, Hasselt, 1845, p. 26. Hieruit blijkt dat de 700 frank afkomstig was van een bij loting toegekende rijkssubsidie.

24 Dank aan de heer Jean-Jacques van Ormelingen voor zijn heraldisch advies.

31 L’Indépendance Belge, 31 augustus 1847.

20 Reinhilde Achten, De rol van Godfried Guffens (1823-1901) bij de heropleving van de historische en religieuze muurschilderkunst in België tijden de tweede helft van de 19de eeuw. Toegelicht aan de hand van zijn monumentale werken, niet gepubliceerde licentiaatsverhandeling, Leuven, 1988, p. 116.

14 Zie de partiële autobiografie van Guffens in Godfried Guffens 1823-1901, tentoonstellingscatalogus, Hasselt, 1981, p. 28-30.

18 Jo Rombouts, Ontwerp voor ‘de dekens en de handelaars van de hansesteden bieden hun charters en privileges aan om in het archief van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen te bewaren, 1315 (Kunst in de kijker, 40), Hasselt, 1994.

32 Stad Hasselt. Gemeentelijk Museum, Hasselt, 1909, p. 16. Over dit museum: Jo Rombouts, ‘Stad zoekt geschiedenis. Polydoor Daniëls en het eerste stedelijk museum in Hasselt’ in: Tesi samanunga vvas edele unde scona. Liber Amicorum Theo Coun, Hasselt, 2005, p. 303-316.

21 Vgl. Tom Verschaffel, Beeld en geschiedenis. Het Belgische en Vlaamse verleden in de romantische boekillustraties, Turnhout, 1987, o.a. p. 19-20.

2019: 66. De graven van Loon en de Europese literatuur; 67. Limburg in koloniaal en/of Congolees perspectief; 68. Het Hasseltse Begijnhof verbindt. Over co-creatie, participatie en erfgoed; 69. 1944. Directe nasleep van de bevrijding van Hasselt; 70. De Komeetlijn. 2020: 71. Maison fondée en... Historische panden en hun uithangborden; 72. De Poncelet vaas, exponent van een uitgekiende reclamestrategie; 73. Het verhaal achter de gevel van het RTT-gebouw in de Paardsdemerstraat.

2010: 21. 1910: tsaar Ferdinand van Bulgarije vliegt boven Kiewit; 22. De zuidkant van de Grote Markt; 23. De Virga Jesse in Het Stadsmus: iconografie & cultusrelicten; 24. De Heecrabbers, kroniek van een kunstkring; 25. De collectie van Pasquasy, devotie– en doodsprentjes; 26. De kunst van het monumentale bouwen en het achteloos vernielen.

2015: 46. Vuurpeloton in Hasselt; 47. Gedenkmonument (1856) voor de oud-strijders van Napoleon; 48. Fotostudio Blanckart… Kijken naar het vogeltje!; 49. Sportieve Hasseltse nostalgie. 1913-1964: Het openluchtzwembad aan de Willekensmolenstraat; 50. De abdissenportretten van Herkenrode. 2016: 51. Limburgs glas, in het licht van de recente aanwinsten; 52. Vergeten Hasselts gebak; 53. Nie zievere. Spe.le! Drie Hasseltse voetbalclubs vertellen hun verhaal; 54. Plezier & verdriet. Oorlogsgedenkenissen tijdens de kermisfeesten van de jaren 1920; 55. Proper gewassen! Wasserij De Lelie.

Copyright: Het Stadsmus Guido Gezellestraat 2, B-3500 Hasselt Tel.: 011/23 98 90 - E-mail: hetstadsmus@hasselt.be

2013: 36. De bonnefantenkerk en de graflegging; 37. De uurwerkstad Hasselt; 38. Royal Nord in Hasselt; 39. De Hasseltse septemberkermis in 1896; 40. Muziek! Het College van Sint-Cecilia van Hasselt 1670-ca. 1830.

2007: 7. Stad in groei. Hasselt in de 19e eeuw; 8. De oorsprong van onze kapellen; 9. Een Hasselts bedevaartvaantje uit de 17e eeuw; 10. Processievaandel van de Hasseltse Broederschap van het Heilig Sacrament.

Tekst: Historicus Jo Rombouts Foto’s: Het Stadsmus

2009: 16. Thomas Morren schildert de familie Van Elsrack.; 17. Een zeldzame skeletklok van Joannes Michael Gaspard Geraets (1791-1859); 18. Geen KEIK verschenen!; 19. Archeologische opgravingen van het bonnefantenklooster in Hasselt; 20. Pierre Cox (1915-1974) en het hellenisme.

2018: 61. Maria Pijpelinckx (Kuringen? 1538 - Antwerpen 1608), meer dan alleen maar de moeder van Pieter Paul Rubens; 62. The Hasselt Bridge. Waarom de kanaalbrug instortte in 1938; 63. Vijf Hasseltse burgemeesters in brons gegoten; 64. Het geheim achter het schilderij van de Heilige Odilia door Godfried Guffens; 65. Stef Vanstiphout (1931-1995), een eigenzinnig illustrator.

2014: 41. Hasseltse bands 1945-2000; 42. Een tinnen bord uit het Hasseltse Augustijnenklooster; 43. 50 jaar Luminé Image Art; 44. Hedwig Pauwels; 45. Franz Anton Brändl (1720-1782).

2017: 56. Tegelpaneel Irissen, afkomstig van het voormalig Hotel Léopold II te Blankenberge; 57. Zilversmid François Morren, meester met de drie sterren; 58. Het nieuwe blazoen van De Roode Roos; 59. Het archeologisch onderzoek aan het nieuwe stadhuis; 60. Het Hasseltse erfgoed door de lens van de Duitse bezetter (1917-1918).

Juni 2022 – keik nr. 81

2008: 11. Ets ‘Het Offer’, Jan Toorop (1858-1928); 12. Vaas in lusterglazuur, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 13. 2 zilveren kandelaars, resultaten van een onderzoek; 14. Handschrift van de Roode Roos 18de-19de eeuw; 15. Spaanse toreadors, Romeinse ruïnes en kamelen aan de oevers van de Zwarte Zee. De exotische reizen van een Hasseltse burger tijdens de Belle Epoque.

2021: 74. Het huis In ’t Claverblat en zijn plek in de gebouwde geschiedenis van Hasselt; 75. De vlag van de Hoveniersgilde van Hasselt, een venster op een boeiende geschiedenis; 76. Jeannot Peeters (1909 - 1996), een verloren gewaande Hasseltse vrouwelijke kunstenaar?; 77. Veertig jaar Vrienden van het Stadsmuseum; 78. Frans (Placidus) Tempels, Hasseltse patermissionaris in Congo en schrijver van de Bantoe-filosofie.

2022: 79. Mater Salvatoris Hasselt, de eerste Limburgse verpleegsterschool; 80. De Hasseltse Garde Civique.

Alle publicaties zijn te koop aan de museumbalie zolang de voorraad strekt. Online zijn de publicaties gratis raadpleegbaar op de website www.issuu.com/hetstadsmus

Overzicht Kunst en Erfgoed in de Kijker: 2005: 1. De archeologische vondsten van Herkenrode in Het Stadsmus. 2006: 2. Jos. Damiens wandschilderingen voor het gouvernement te Hasselt (1908-1910); 3. De Kiosk en het muziekleven in Hasselt in de 19e eeuw; 4. De kapel van Spalbeek, 5. De handboog: van verdedigingswapen tot Olympische discipline; 6. Menukaarten.

2011: 27. Medailles, De Koloniale Dagen, 1952; 28. Hasselt aan zee. Een eeuw marineschilderkunst; 29. Tot hier en terug. Burentwisten tussen Hasselt en Zonhoven; 30. Hasselt in de middeleeuwen.

2012: 31. Alaaf! De heropleving van de carnavalstraditie in Hasselt met speciale aandacht voor de jaren 1950; 32. Dame met lorgnet, Godfried Guffens (1823-1901); 33. Waterhuishouding in Hasselt; 34. Campendeck; 35. Dialoog met de ruimte.

Overzicht Kunst in de Kijker vanaf 2005: 2005: 135. Ontwerptekening voor tegelpaneel ‘Tuin met pauw en zwaan’, Manufacture de Céramiques Décoratives de Hasselt (1895-1954); 136. Beeld van de Roode Roos; uitgave in beperkte oplage t.g.v. inhuldiging monument op de Schiervellaan Hasselt, Gerard Moonen (° 1953).

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.