




‘Code Groen’ zit erop en het was een goed congres. Met interessante thema’s waarrond de komende jaren kan gewerkt worden.
Ook GroenPlus had zijn inbreng, zo vroegen we meer aandacht voor investeringen in natuur. Investeren in blauwe en groene linten die water en natuur tot in de stad brengen en ervoor zorgen dat het er minder heet wordt; in waterbuffergebieden, zodat dorpen niet langer overstromen. Investeren in natuur is onlosmakelijk verbonden met het klimaatbeleid. Onder druk van lobbygroepen gaan steeds meer politici op de rem staan. Ze pleiten voor een klimaatpauze, alsof de klimaatopwarming zich laat pauzeren. Groen is gewapend om op te komen voor onze bedreigde natuur!
Het congres keurde ook ons amendement goed dat extra wil investeren in de opvang van ouderen met dementie. Die mensen horen niet in ‘gesloten’ ziekenhuisafdeling met lange gangen. Zij hebben een meer huiselijke opvang nodig, een aparte ‘woning’, met tuin en met goed opgeleid begeleidend personeel.
De 12 inspirerende congresvoorstellen vormen samen een rijk ideeëngoed. De uitdaging is om hieruit nu enkele goed geformuleerde slogans te puren om ons progressief kiezerspotentieel te bekoren en het vertrouwen in de politiek te herstellen.
We laten ons niet gek maken door polls en opiniepeilingen. Het is fier en vooruit, doorduwen nu!
De Redactie
Je bent lid van Groen en ouder dan 55. Dan ontvang je dit blad en ook de digitale nieuwsbrieven van GroenPlus. Waarom? Op je 55ste heb je veel ervaring opgebouwd. Kinderen hebben het ouderlijk nest verlaten. Je krijgt kleinkinderen. Je pensioen komt stilaan dichterbij. Je bekijkt opnieuw je maatschappelijke engagementen. Op die veranderende situatie wil GroenPlus, de ouderenwerking van Groen, inspelen. Met allerhande interessante activiteiten. Als actief lid van Groen kan het zijn dat je nog niet aan de activiteiten van GroenPlus toe bent. Ontvang je liever (nog) geen Zilverblad, of onze nieuwsbrief. Geen probleem! Laat dat dan even weten via walter.decoene@gmail.com
Mieke Vogels, voorzitterZoveel te doen
Word wakker
wanneer water valt in stortbuien tussen dagen dat hitte heerst. Mijn pen verdroogt op vergeeld papier.
Word wakker
wanneer de oorlog woedt omdat bewapening het enige antwoord lijkt. De stem van de vrede klinkt schor en verstilt in het geraas.
Word wakker
wanneer moeder noch kind een dak boven het hoofd vindt omdat huizen vastgoedspeculatie werden. To B&B or not.
Word wakker
wanneer gedachten van mensen uitgehold en verschraald aan het lot overgelaten zonder hoop of bekoring.
Word wakker Groen. Er is zoveel te doen.
De laatste tijd kon de pers niet zwijgen over groene kopstukken (Bjorn, Elisabeth, Barbara, An, Juan) die aankondigden geen kandidaat te zijn voor een volgende legislatuur in het parlement. “De partij wordt leeggezogen”, lazen we met soms stijgende verbazing. Want Groenen schrikken daar niet van. Er is de rotatieregel en er is ook voor enkelen van hen de volle keuze voor het lokale politieke niveau. We interviewden een van hen, Elisabeth Meuleman, straks 15 jaar Vlaams parlementslid. “Ontgoocheld in het parlement? Neen, je kan echt iets betekenen. Maar lokaal ook, ik ga voor burgemeester”.
Was het een moeilijke keuze Elisabeth ?
neen. Ik heb er 3 legislaturen in het Vlaams Parlement op zitten en heel mooie kansen gehad. Oudenaarde is een positieve keuze, ik begon er in 2006 als enig raadslid en nu zijn we met 6 en haalden we 20%; we betekenen iets in Oudenaarde. En er is een momentum, want onze burgemeester stopt na vele jaren.
Groen lijkt beter te scoren lokaal dan bovenlokaal, hoe komt dat volgens jou?
Wel… thema’s die lokaal leven zijn veelal groene thema’s. Van het vergroenen van de omgeving, over zonnepanelen en renovatie van woningen, tot meer ruimte voor andere mobiliteit. Ze zijn bovendien heel concreet, op lokaal vlak kan je de mensen duidelijk laten zien wat Groen betekent. Da’s anders op bovenlokaal niveau, waar je snel in ideologische gevechten zit. Alle respect voor onze groene ministers Tine en Petra, ze hebben geen gemakkelijke opdracht.
Vele parlementsleden –ook van andere partijen– die het parlement
verlaten zijn ontgoocheld, zeggen dat ze ondanks hard werk weinig impact hadden. Wat is jouw ervaring? Politiek gezien zijn het geen vrolijke tijden. Vooral de laatste 5 jaren is het politieke spel, voornamelijk door de sociale media, heel hard geworden en wordt er meer de man of de vrouw dan de bal gespeeld. Rationele argumenten, een intellectueel eerlijk debat… het wordt minder belangrijk en dat stoort erg. Maar dat je als parlementslid niets kan betekenen spreek ik met klem tegen.
Je kan dus als parlementslid –zelfs in de oppositie– wegen?
Absoluut! Met de refterresolutie (gezonde maaltijden voor kinderen op school) bv. hebben we heel wat in beweging gezet. Dat geldt ook voor de G-sport en de resolutie rond de-radicalisering, over grenzen van meerderheid en oppositie heen. Ook op andere vlakken en door altijd op dezelfde nagel te blijven kloppen werd wetgeving aangepast. Of veranderde stilaan de mentaliteit, zo bv. rond ruimtelijke ordening.
Je bent de onderwijsspecialiste van Groen. Hoe heb je dat beleidsdomein ervaren de laatste 15 jaar? Het jammere is dat onderwijs een heel ideologische strijd is geworden. Er is een polarisatie ontstaan tussen enerzijds welzijn en gelijke kansen en anderzijds goed presteren. Terwijl dat helemaal niet hoeft te zijn! Je kan perfect tegelijk inzetten op gelijke onderwijskansen en kwalita-
tief hoogstaand onderwijs. Hoe doe je dat? Door leerkrachten autonomie te geven. En dat gebeurt nu niet, het Vlaams beleid is te betuttelend t.a.v. leerkrachten. Zelfs een partij als Vooruit trapt in die val, met een centraal gestuurd verhaal en eindtermen die heel gedetailleerd zijn i.p.v. minimumdoelen voorop te stellen die leerkrachten zelf kunnen invullen.
Terug naar Oudenaarde. Al reactie gehad over je ambitie om burgemeester te worden?
Ja en of! We gaan met een nieuw project “Meer dan Groen” en dat spreekt een aantal sterke, onafhankelijke mensen aan die daarvoor twijfelden. Maar Groen moest voor ons in de nieuwe naam staan. En burgemeester? Ik hoorde al: “Ik stemde nooit voor Groen, maar met Meuleman….”
(Over parlementsleden die stoppen en lokaal gaan)
Een verlaten klooster in Kontich-Kazerne huisvest binnenkort een groep alleenstaande senioren. Ze zullen er, net zoals de paters van weleer, samenwonen in een kleine en hechte gemeenschap. Om dit te kunnen realiseren, moet nog worden gesleuteld aan de regelgeving van de sociale huisvesting. In 2016 maakte ik, als toenmalig schepen, de plannen op voor een collectief woonproject in het kloostergebouw.
wordt ruimschoots gecompenseerd door royale ruimten voor collectief gebruik. Zo staan een grote leefkeuken met woonkamer, een ruim terras en brede gangen ter beschikking van de bewoners, om het samenwonen te faciliteren. sociale interactie is er cruciaal. De studio’s krijgen daarom een meer contactgerichte inkom naar de gemeenschappelijke gangen. Een vrijwilliger begeleidt de bewoners in het samenwonen en organiseert de zorg wanneer die nodig is.
Omdat het pand ooit gebouwd werd voor een vorm van collectief wonen, leek het ons aangewezen om de toekomstige bestemming ook in die richting te zoeken. Het politiek programma van Groen pleit al heel lang, om meer op dergelijke collectieve woonvormen in te zetten. We kregen de kans om er echt werk van te maken, dankzij de medewerking van De Ideale Woning; onze huistingsmaatschappij, die al ervaring opdeed met een gelijkaardig project in Borgerhout. Daar wonen zes senioren samen in een appartementsgebouw. Dit pilootproject blijkt heel succesvol. De senioren leven er in een hechte gemeenschap. Ze koken en doen boodschappen voor elkaar. Ze zorgen voor elkaar, zodat ze langer zelfstandig kunnen wonen. Voor
die mensen is dat een hele stap vooruit. Voordien waren ze aangewezen op de onderkant van de private huurmarkt. sommigen hadden geen of nauwelijks een sociaal netwerk en wisten hun weg niet naar de sociale diensten. “Vandaag leven we in een paradijs”, zeggen ze.
Het woonproject in het vroegere klooster van Kontich Kazerne wordt nu al door de provincie uitgespeeld als een inspirerend voorbeeld. De werken zouden binnen afzienbare tijd starten. Vanaf 2024 zal het oude Montfortanenklooster in Kontich onderdak bieden aan zeven alleenstaande senioren uit de buurt. In het project voorziet De Ideale Woning 5 kleine private studio’s met een beperkte oppervlakte, maar die
Op de tweede verdieping, onder het dak zal plaats zijn voor twee sociale appartementen, die strikt genomen niet onder het cohousing-concept vallen. Op het gelijkvloers realiseert het gemeentebestuur een buurthuis met wijkbibliotheek. Het wijkhuis ‘De Alf’ konden we vanuit het OCMW opstarten, omdat we wisten dat het gebouw tussen de eigendomsverwerving en de werkelijke realisatie, een periode leegstand zou staan. Dat wilden we vermijden en de Ideale Woning was akkoord om tussentijds te experimenteren met een wijkhuis. Dat krijgt na de verbouwing een definitieve stek. Daarin wordt de bestaande wijkbibliotheek geïntegreerd. samen belooft dit een geïntegreerd project te worden waar wonen, cultuur, buurtwerk en sociale cohesie elkaar kunnen versterken.
Oorlogsgeweld is de wereld nog niet uit, beseffen we. Waar blijft het humane? Men zou mogen hopen dat godsdiensten ons leiden naar vrede. Dat zou moeten, maar in vele ‘heilige geschriften’ worden andersdenkenden juist erg verketterd vanuit een wij-tegen-zij-denken, wat al eeuwenlang aanzet tot geweld.
Een gebod ‘Je zult niet doden’ bestaat wel, maar het kan al eeuwenlang vlotjes opzijgeschoven worden om oorlogjes te voeren. Geloof staat daarbij niet in de weg. “Men moet nu effe niet zweverig doen over vredelievendheid en zo.”
Willen we echte bouwstenen voor vrede vinden, dan is het interessant verder te zoeken. Eén van de werkpunten uit het achtvoudig pad van Yoga is Geweldloosheid. Maar daar verstaat men meer onder dan simpelweg ‘Je zult niet doden’. Het impliceert respectueus omgaan met een ander, geen agressie noch in woord, noch in daad, noch naar een mens, noch naar een dier. Gedachten gaan dat alles vooraf. Dus let men op zijn innerlijke dialoog. Deze bezorgdheid vinden we trouwens terug in Verbindende Communicatie, ook bij conflicten.
Dankbaarheid, respect, acceptatie, waardering en mededogen voor anderen en niet-oordelend luisteren zijn volgens Gandhi de pijlers voor geweldloosheid en vrede. Dat vraagt zelfonderzoek doorheen onze dagelijkse omgang met elkaar, want vlug manifesteren zich andere onbewuste mechanismen. Eigenlijk stelt men: ‘Begin bij jezelf’ samen met anderen vormt dat dan een cultuur met een hoge ethiek. nu, het collectief bewustzijn is wel trager dan het individuele. Wat vindt weerklank? We merken hoe gemakkelijk men met het oproepen tot geweld succes kan oogsten door
bijvoorbeeld met slogans in te spelen op frustraties of wraakgevoelens… Meestal zien we ook dat geweld met geweld onderdrukt wordt en dat lijkt het ook het meest evidente. Toch kan alleen een cultuur van geweldloosheid een echt tegengif voor geweld zijn, ondanks diens stem stil en dus gemakkelijk te overroepen is.
Het is wel geen gemakkelijke weg. Mahatma Gandhi gaf zijn kennis hierover door aan zijn kleinzoon Arun, te lezen in diens boek ‘Het boek van Wijsheid’.
Zo zei hij: “Verander de wereld met liefde in plaats van met angst.” en “Geweldloosheid is machtiger dan het machtigste vernietigingswapen.” Dat klinkt als naïeve praat van een softie, maar het vraagt dus juist moed en een innerlijke sterkte. Wanneer hij weet had van oproeren of ander geweld, trok hij zich in stilte terug en bezon over mogelijke eigen impulsen van geweld, boosheid of wraak en hoe die dan te overstijgen. We weten wat hij zo heeft gerealiseerd.
Revolutie zonder geweld kan dus. Onderzoek vanuit de Columbia-universiteit bevestigen dat: Vreedzame revoluties leveren betere eindresultaten (25 %) op dan gewelddadige (3%).
Hoe bouwen we aan echte vrede? Collectief staan we blijkbaar ver van het vredesideaal. Maar het collectieve is juist de totaalsom van ons allen. De stenen ervoor opbouwen is dus een traag proces, beginnend bij onszelf. Zo zegt ook Thich nhat Hanh: “Laat ons onze harten vullen met mededogen naar onszelf en naar alle levende wezens.”
Op lange termijn is de stille stem van vrede de sterkste. Met hoe meer mensen we dit uitdragen, des te meer lukt het ooit die stem zelfs te laten klinken bij wie eerst voor het brutale koos. Deze levenshouding aanhouden is toch wel een uitdaging. Daarom volgt in het volgend nummer een interview met iemand, die consequent dit pad volgt.
“Woede is de vijand van geweldloosheid en trots is een monster dat het opslokt”
“Geweldloosheid is de grootste kracht waarover de mensheid beschikt. Het is machtiger dan het machtigste vernietigingswapen dat door de vindingrijkheid van de mens is bedacht”
“Een kleine groep vastberaden geesten, aangestoken door een onblusbaar geloof in hun missie, kan de loop van de geschiedenis veranderen”
“We zullen misschien nooit sterk genoeg zijn om geheel geweldloos te zijn in gedachte, woord en daad. Maar we moeten geweldloosheid als ons doel houden en er grote vooruitgang in boeken”
“Geweldloosheid is geen kledingstuk dat je naar believen aan en uit kunt trekken. Het zit in het hart en het moet een onafscheidelijk deel van ons wezen zijn”
“Op de dag dat de kracht van liefde de liefde voor macht overheerst, zal de wereld vrede kennen”
Dit dik maar vlot leesbaar boek is enerzijds het autobiografisch verhaal van de auteur, zoon van een melkboer en anderzijds de algemene geschiedenis van de laatste honderd jaar. De afwisseling van autobiografie en kritische geschiedenis is ingedeeld in vrij korte hoofdstukken, wat het boek heel leesbaar maakt. Het rakelt bij onze generatie heel wat herinneringen aan het eigen verleden op. We worden inderdaad op levendige manier herinnerd aan allerlei belangrijke gebeurtenissen die we al dan niet vergeten waren door de druk van de aanstormende actualiteit en de vele actuele prikkels.
Zo kunnen we als bevoorrechte getuigen ten volle beseffen hoe het vroeger was en hoe en wanneer het veranderde. De auteur heeft het over persoonlijke gebeurtenissen, die in een ruimer kader worden geplaatst; zoals het samenwonen zonder huwelijk, het hoog aantal (echt) scheidingen, de werkloosheid (ook bij universitairen), de plaats van de godsdiensten… John Vandaele noemt zich (terecht) een groene jongen; hij is sociaal betrokken, bezorgd om het klimaat, in het bijzonder in Afrika. Het boek is dus samengesteld uit autobiografische gegevens, een boeiend levensverhaal, verweven met talrijke goed geïnformeerde hoofdstukken, over internationale economische en arbeidsverhoudingen.
na zijn studies psychologie kwam de auteur geleidelijk aan terecht in de journalistiek, eerst als freelancer en nu hoofdzakelijk voor MO*Magazine. Zijn interesses waren aanvankelijk sociaal en lokaal, met name de omgeving waar hij opgroeide en de sociale wijk in Gent waar hij na zijn studies ging wonen. Gaandeweg verruimde hij zijn horizon en volgde hij
de wereldgebeurtenissen, doorspekt met eigen kritische opmerkingen hierover. Momenteel toont hij vooral interesse voor het klimaat, de verhoudingen tussen noord en zuid (de zogenaamde ontwikkelingslanden), de nieuwe economieën, de islam, de globalisering (met hier en daar een striemende kritiek op het kapitalisme) en het groeiend onevenwicht tussen arm en rijk.
Hiervan is hij goed op de hoogte en brengt kritisch verslag uit van de vele bijeenkomsten van grote internationale organisaties en de hierbij opgestelde werkdocumenten en eindconclusies. Ook haalt hij relevante literatuur aan, zonder te vervallen in jargon en saaie uiteenzettingen. Het blijft allemaal levendig en heel bevattelijk voor ieder.
Vandaele ging soms projecten ter plaatse bezoeken, zoals het herbebossingsproject Faja Lobi in Idiofa, Congo. Daarbij werden tientallen hectaren bomen geplant, rekening houdend met de diversiteit -dus niet alleen in functie van de opbrengstmaar ook met de noden van en in nauwe medewerking met de lokale bevolking.
‘De melkboer en de geschiedenis’ is een lijvig boek (400 pagina’s) waaraan de auteur 10 jaar heeft gewerkt. Het is sterk aan te bevelen voor wie interesse heeft voor het milieu, de problemen i.v.m. de klimaatverandering en de impact ervan, de schade teweeggebracht door het verschroeiend kapitalisme. Dit alles wordt boeiend beschreven, in een zeer bevattelijke taal.
Geweldloosheid is een van onze groene aandachtspunten. Voor Jaïnisten is dat stelregel nummer 1. Dat dreef me ertoe een vrouwelijke vertegenwoordiger van deze geloofsgemeenschap te interviewen.
V.: Hoe zou je Ahimsa (Geweldloosheid) omschrijven?
A.: Doe niet aan anderen wat je niet wil dat anderen jou aandoen. Alle zielen zijn gelijk. Alle levende wezens zijn gelijk en voelen dezelfde pijnen en hebben zorgen en vreugde, net als jij. De definitie van Ahimsa is dan heel simpel: je wil zelf niet gekwetst worden. Je wil ook niet gewelddadig zijn naar jezelf. Hoe kan je dat dan doen bij iemand anders? Geweldloosheid in Jaïnisme blijft niet beperkt tot fysisch geweld. Het gaat verder. Ook in het spreken en zelfs in gedachten. Heb geen geweld in gedachten naar iemand anders. Dat kan je maar als je je realiseert dat iedereen gelijk is.
V.: Wat zijn de onderliggende voorwaarden voor Geweldloosheid?
A.: Er zijn 3 principes, die zowel op persoonlijk als op sociaal en politiek vlak gelden, met name:
* Geweldloosheid.
* Geen bezitsdrang: De wereld biedt genoeg voor iedereen, maar niet genoeg om te voldoen aan ieders hebzucht. Veel bezit versterkt je ego en gaat vlug ten koste van anderen. Meer willen ten koste van anderen is geweld.
* Tolerantie door je gezichtspunt te verbreden. Dat van jezelf alleen is beperkt. De waarheid is relatief. Discussies over wie gelijk heeft, groeien vlug uit tot kwaadheid en strijd. Wanneer je respectvol omgaat met de visie van iemand anders, wil je begrijpen wat diens gezichtspunt is vanuit zijn positie, eventueel gebaseerd op vroegere ervaringen. Als je het gehele plaatje ziet, is er begrip, tolerantie, mededogen. We leven in de donkerte van onwetendheid. Wanneer je jezelf niet op een hoger plan brengt, ontstaat vlug hebzucht, angst, bedrog, machtsspel... Als de basisovertuiging is dat iedereen gelijk is, denk je niet zo.
V.: Hoe vertaalt zich dat op internationaal en politiek vlak?
A.: Dezelfde principes vallen te hanteren. Onder andere de Vs wil veel macht en
wil de wereld beheersen. Ze mengen zich ook ongevraagd in veel conflicten, ook militair. Dat roept verzet op. Hun interventies waren soms heel inhumaan. Dat heeft gevolgen. Dat creëert karma voor dat land. strijd voor economische macht creëert ook geweld. Er is hebzucht en overheersingsdrang in China, Rusland, de Vs,... wat zich doortrekt naar hun regeringen.
V.: Wat doe je als je fysisch aangevallen wordt?
A.: Je moet voor jezelf opkomen. Je hebt het recht om jezelf en je geliefden te beschermen. Dat kan zonder de ander te doden bijvoorbeeld met karate.
V.: En zoals nu in Oekraïne?
A.: Luchtafweer tegen raketaanvallen kan. Maar bij zulk bruut geweld kan je verder als geweldloze in geweld beantwoorden met geweld. Uiteraard zijn vredesonderhandelingen steeds het beste voor de mensheid.
V.: Geweldloosheid hanteren jullie ook naar dieren.
A.: Elk wezen heeft een ziel. We doden geen dieren, van groot tot klein. Ook zij ervaren evenveel pijn. Jaïnisten zijn vegetariërs en sponsoren dierenwelzijn.
V.: Het milieu lijdt ook onder geweld.
A.: Ja, door de begeerte, de hebzucht van de mensen. Onze economie steunt op het behoud van opgebouwd profijt, ondanks de globale voetprint. Een drastische herziening van de leefstijl is nodig. Wij respecteren de natuur vanuit dankbaarheid en respect voor het unieke ervan.
Artikel 23 van onze Grondwet garandeert het recht op menswaardig wonen. Dit betekent dat iedereen moet kunnen beschikken over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid.
Dit blijft vandaag een mooie droom, de praktijk is helaas anders. steeds langere wachtlijsten voor een sociale woning, een toenemend aantal daklozen…
Hoe vergaat het ouderen op de woonmarkt?
We zochten het uit en vonden alvast dat een eigen woning geen garantie is om het recht op wonen te verzekeren.
Twee jaar lang verzamelden de 18 leden van de congreswerkgroep Wonen feiten en gegevens over de woonsituatie van ouderen. 5 deelwerkgroepen schreven de 5 hoofdstukken van de congrestekst en kwamen tot 38 voorstellen om het recht op wonen voor ouderen waar te maken.
1. Betaalbaar (zorg)wonen voor ouderen
2. Actief en gezond wonen in een fijne omgeving
Van zo lang mogelijk in eigen huis naar zo lang mogelijk in eigen buurt
3. Zorgwonen voor ouderen met een migratieachtergrond
4. Ecologisch wonen (voor ouderen)
5. Alternatieve woonvormen voor ouderen
De volledige congrestekst vind je op onze website www.groen-plus.be/ congressen. Op de website ook het verslag van de vele activiteiten die we organiseerden in aanloop naar dit congres. In de komende weken orga-
niseren we nog provinciale discussiedagen, hou je mailbox in de gaten. Het wordt een boeiend congres, maar op zondag ook de verkiezing van een nieuw GroenPlusbestuur en tussendoor veel ruimte voor gezelligheid, met op zaterdag een heuse fuif. Wacht niet om je in te schrijven, onze optie voor de hotelkamers vervalt op 5 juli.
• Waar? Diocesaan Pastoraal Centrum, Merodestraat 18, Mechelen. • Overnachting? in hotels in de buurt.
• Maaltijden? in het DPC.
• Inschrijven? voor 5 juli.
• Inschrijvingsformulier? (met alle info en prijzen) op www.groen-plus.be.
• 09.30: Auditorium: toelichting programma en verdeling in 4 werkgroepen.
• 10.00-12.30: 4 deelcongressen:
1. Betaalbaar (zorg)wonen voor ouderen.
• Vanaf 17.00: Onthaal.
• 18.00-20.00: Avondmaal in restaurant DPC.
• 20.00-21.30: Auditorium, Filip Canfyn opent het congres.
Filip is ingenieur-architect en auteur van heel wat boeken over wonen, waarin hij grenzen durft te verleggen. ‘Ik hou van vraagstukken die vandaag de problemen van morgen aanpakken. Voornamelijk als het over stedelijke ontwikkeling, stedenbouwkundige organisatie, ecologie en de economie gaat.’
• Napraten in de bar van het auditorium.
2. Actief en gezond wonen in een fijne omgeving.
3. Zorgwonen voor ouderen met een migratieachtergrond, alternatieve woonvormen voor ouderen.
4. Ecologisch wonen voor ouderen.
• 12.45-14.00: middagmaal in restaurant DPC.
• 14.00: Auditorium: plenair gedeelte congres.
• 14.00-15.30: bespreking eerste deel voorstellen.
• 15.30-16.00: koffiepauze.
• 16.00-17.30: bespreking tweede deel voorstellen.
• 18.30-19.30: avondmaal in restaurant DPC.
• 20.30-24.00: dansfeest met Ben van Brugge.
Zondag 8 oktober
• 10.30-11.30: verkiezing nieuw bestuur GroenPlus, voorzitter, ondervoorzitter.
• 11.45: bekendmaking stemming en speech nieuwe GroenPlusvoorzitter.
• 12.00: Overhandiging congresvoorstellen aan Groen (co)voorzitter, die reageert.
• Afsluitende receptie en afscheid.
Hoe gaat dit bij jullie kleinkinderen? Worden zij ook overstelpt met grote en vele cadeaus? En weet je nog waarmee je ze blij kan mee maken, of hebben ze al alles? Het zijn vragen die ik wel tegenkom in mijn omgeving.
Waar is de tijd dat we met een laken een tent hingen over een paar stoelen en dat dit ons kamp was? Waar is de tijd dat peuters de kast met plastieken potjes leeghaalden en rammelden met lepels en dergelijke? Houd jij de grote kartonnen doos van de nieuwe koelkast bij voor de kleinkinderen, om er een huisje mee te maken en zich in te verstoppen?
Ja, ik word op dit gebied toch wel wat nostalgisch. Ooit gaf ik een workshop met als thema ‘Creatief speelgoed’. Wat verstaan we onder die term? Ik zet enkele kenmerken op een rijtje…
Creatief speelgoed prikkelt de fantasie, het stimuleert om er actief iets
mee te doen: iets in elkaar knutselen, iets mee bouwen, er een verhaal bij verzinnen. Creatief speelgoed is niet alleen mooi om naar te kijken, het zet ook aan tot samenspelen, zoals bij gezelschapsspelen bij voorbeeld.
Los daarvan wil ik het ook graag even hebben over de duurzaamheid van cadeautjes.
Hoeveel verpakking komt erbij kijken? Houd je het inpakpapier en de lintjes bij om er een volgend geschenkje mee te verpakken?
Wat met het speelgoed als het door je kleinkind uitgespeeld is? Doe je er dan een ander kind plezier mee of verkoop je het tweedehands? Kan je de materialen waaruit het is gemaakt sorteren en recycleren? Moeten er regelmatig nieuwe batterijen in? In de zorg voor onze planeet, is het goed om bij het kopen van speelgoed ook na te denken over de duurzaamheid van het product.
Durf jij het nog aan om zelf een cadeau te maken, in plaats van het te gaan kopen? Mag het nog weinig kosten? Tweedehandsspeelgoed geven? Of voel je ergens de druk om niet onder te doen voor de andere grootouders?
Ken je het plezier van zelf iets te maken en daardoor ook je eigen creativiteit aan te boren?
niets leuker dan samen met je kleinkinderen creatief bezig te zijn!
Hoe graag we onze kinderen en kleinkinderen ook zien, het is mijn inziens niet heilzaam om ze te pas en te onpas te overladen met (dure) cadeaus. Geef ze de kans om uit te kijken naar iets, om te sparen voor iets wat ze graag willen. Hoe meer ze krijgen, hoe vluchtiger het plezier.
Doe niet mee aan de verspilzucht en hunker naar steeds meer. De speelgoedeconomie mag volgens mij best wat krimpen in plaats van groeien. Kinderen worden niet gelukkiger van steeds méér.
Het is uiteindelijk de bedoeling dat onze kleinkinderen al spelend hun talenten aanboren en nieuwe vaardigheden ontwikkelen, waardoor ze gelukkige volwassenen worden.
Sinds de jaren 1970 vormen adviesraden klassieke participatiefora voor burgers. Doorheen de jaren kregen die raden het gezelschap van andere participatievormen: interactieve planningsvergaderingen, online bevragingen, burgerbudgetten…
In de 300 Vlaamse en 19 Brusselse gemeenten bestaan duizenden advies- en overlegstructuren, waaronder de ouderenadviesraden. samen goed voor een maatschappelijk engagement van tienduizenden actieve burgers, dikwijls 55-plussers.
sommige adviesraden krijgen de kritiek dat ze te weinig aandacht besteden aan advies en te veel focussen op de belangen van verenigingen, dat ze ook niet representatief zijn voor de brede bevolking, …
Groen gelooft heel sterk in een vernieuwde vorm van participatie op het lokale bestuursniveau. We zijn dan ook steeds op zoek naar goede voorbeelden. Op donderdag 20 april 2023 bezochten we samen met Vlaams Parlementslid Ann De Martelaer de Mechelse Ouderenraad en die heeft ons toch positief verrast.
De Mechelse Ouderenraad werkt op alle domeinen waarop de stad en het sociaal Huis actief zijn. De raad bekijkt de werking van het lokaal bestuur op een onafhankelijke manier, vanuit het perspectief van senioren. Hij doet dit ten behoeve van de volledige gemeenschap, waar alle senioren volwaardig deel van uitmaken. De Mechelse Ouderenraad is geen belangengroep van senioren, maar een adviesraad in dienst van ieders belang in Mechelen.
Het valt op dat de Mechelse Ouderenraad een open structuur heeft, met een kerngroep waarrond verschillende werkgroepen cirkelen. Eén daarvan is de ‘werkgroep eenzaamheid’, die een heel fijn project op het getouw heeft gezet, met de naam ‘Wegwijzers’. Onder impuls van de Mechelse Groenen, Anjes Dierens en susanne van der spiegel en onder de politieke leiding van Groenschepen Rina Rabau, vond de werkgroep van de ouderenraad een heel mooie oplossing tegen vereenzaming.
Zestigplussers dichter bij elkaar brengen en wegwijs maken in het aanbod van activiteiten, organisaties en verenigingen, dat Mechelen rijk
is, dat is waar het project ‘Wegwijzers’ van de Mechelse Ouderenraad om draait. Het richt zich tot leeftijdsgenoten, die nieuw zijn in Mechelen of die in de afgelopen maanden door omstandigheden alleen kwamen te staan. De stad schrijft deze personen aan met de vraag ‘of een Wegwijzer contact mag opnemen’. Tegelijkertijd polst men naar wat de interesses zijn. Vervolgens matcht men iemand uit de Ouderenraad, met dezelfde interesses en die wordt dan de 'wegwijzer' van de geïnteresseerde persoon. Hij of zij neemt telefonisch contact op voor een vrijblijvende babbel, om inlichtingen te geven of om samen iets leuks te gaan doen. De groep ‘Wegwijzers’ komt zelf om de 6 weken samen, voor meer info en om hun ervaringen te delen.
Om alles goed te laten verlopen en de Wegwijzers doorlopend te ruggensteunen, wordt een begeleiding georganiseerd door de stad Mechelen, in samenwerking met ‘BindKracht vzw’, gespecialiseerd in buddywerkingen en/of steunrelaties. Die organisatie begeleidt hen bij de juiste aanpak van de steunrelaties, via de ‘Wegwijzers’.
Onlangs stelde ik aan een vooraanstaande historicus de volgende vraag: “Ik probeer te begrijpen hoe het kan dat een geschiedkundige tegelijkertijd ook een (Vlaams)nationalist kan zijn. Ik kan daar niet bij. In mijn ogen is het nationalisme doorheen de geschiedenis een belangrijke factor in het veroorzaken van conflicten, oorlogen en polarisatie. Kunt u mij daarover wat meer inzicht bijbrengen?”
Zijn antwoord kwam in essentie hierop neer: Waar mensen samenleven is er iets als een gelaagde groepsidentiteit, waarin ‘cultureel behoren tot’ een grote rol speelt. Een mens heeft nood aan een groepsidentiteit; godsdienst en de natie vormen onze identiteit als groep. Godsdienst en nationalisme hebben een mobiliserende kracht, zijn soms een zegen en een vloek tegelijk. Godsdienst en natie kunnen mensen verbinden.
Maar, net zoals in godsdienstige staten, kan ook een gelaïciseerde natiestaat verglijden naar polarisering en geweld. Er zal altijd een spanning zijn omtrent de vraag ‘wie er
tot de natie behoort’. Hoe ver gaat onze solidariteit? nationalisme is een sterke kracht die tot een massaoorlog kan leiden en in een uiterste variante kan uitlopen op genocide. Zoals bv. in ex-Joegoslavië.
nationalisme kan ook de democratie ondermijnen, wanneer ze de interne diversiteit, het interne pluralisme, bemoeilijkt. nationalisme kan zelfs leiden tot het opheffen van de democratie en de invoering van een éénpartijstaat. Zoals bv. nazi-Duitsland, waar het nazisme verwerd tot een gelaïciseerde totalitaire religie.
John Lennon zong erover in ‘Imagine’:
“Imagine there’s no countries It isn’t hard to do Nothing to kill or die for And no religion, too”
De mens heeft nood aan een groepsidentiteit begrijp ik nu beter. De Europese identiteit neemt in zijn overwegingen een belangrijke plaats in. In zijn ogen bestaat wereldsolidariteit bijna niet en er zullen altijd grenzen zijn tussen ‘wij’ en ‘zij’, welke ook
de inhumane gevolgen ervan soms kunnen zijn. Is dat nu niet het echte probleem, dat we te weinig wereldburgers zijn.
neem nu Afrika. Elisabeth Wathuti, de klimaatactiviste, stelt dat, terwijl honderdduizenden mensen hun dorpen dienen te verlaten en zwerven, op zoek naar water en vruchtbaar land, de rijke aardbewoners vooral bezig zijn met het nastreven van hun pleziertjes. Waar blijft het Marchallplan voor Afrika? En de aandacht voor de vele vergeten oorlogen in dat continent? En mondiaal?
Wij ecologisten zeggen het al langer, we hebben maar één aarde. We zijn allemaal aardbewoners; tot spijt van wie het benijdt, verbonden met mekaar.
Als we de geopolitieke machtsspelletjes nu eens overboord gooien?
En de zorg voor de aarde en het welzijn van zijn inwoners voorop zouden stellen?
Geen ‘wij’ en ‘zij’ meer, maar allemaal wereldburgers!
Imagine.
Op het congres Code Groen (13 mei) werd onder het hoofdstuk mobiliteit het voorstel ‘Veilig op de fiets: naar een echte fietscultuur’, goedgekeurd. Groen was ooit de pionier van het fietsbeleid. Vandaag omarmen alle partijen de fietser. Groen zet voorstellen voorop die radicaal kiezen voor een veilig en milieubewust verkeer.
Van POTS naar STOP nog steeds wordt lippendienst bewezen aan het sTOP-principe (eerst stappen dan trappen dan trammen en dan pas de auto nemen). De praktijk is anders. Bij de (her)aanleg van wegen geldt het POTs-principe. De ontwerper vertrekt van de ruimte die de auto nodig heeft om te rijden en te parkeren, pas daarna wordt de overblijvende ruimte verdeeld tussen fietsers en voetgangers.
Het sTOP-principe betekent eerst de ruimte afbakenen voor voetgangers en voor fietsers, waarbij rekening wordt gehouden met de toename en de diversiteit van het fietsgebruik. Gedeelde ruimte voor voetgangers en fietsers kan niet langer. Voetpaden zijn exclusief voorbehouden voor voetgangers. Fietsers hebben een eigen afgebakende fietsruimte.
Voetpaden voorop!
Voor de groeiende groep ouderen en voor mensen met een beperktere mobiliteit is de staat van het voetpad het verschil tussen nog wel of niet meer buitenkomen, tussen eenzaamheid en sociaal contact.
Voetpaden worden vergeten in de mobiliteitsplannen. In een volgende legislatuur verdubbelen de gemeentes het budget voor het aanleggen van aantrekkelijke en veilige voetpaden. Gemeentes investeren ook in zilveren lussen, goed onderhouden en obstakelvrij voetpaden
die oudere wandelaars leiden naar dienstencentra, winkels, parken … er zijn rustbanken en ook een toegankelijk toilet.
Investeren in openbaar vervoer
Tijd om de voorwaarde te creëren die mensen aanzet om voor het openbaar te kiezen en de auto aan kant te laten. Die modal shift kan alleen als er na jaren van besparing opnieuw geïnvesteerd wordt in De Lijn.
Twee miljard is nodig voor de vergroening van het openbaar vervoer in (E-bussen). De overheid moet het voorbeeld geven bij de reconversie naar electrisch rijden. Daarnaast is 2 miljard nodig voor de uitbreiding van het openbaar vervoersnetwerk om te zorgen (inclusief de versnelde uitvoering van de plannen (2015)) voor toegankelijke bussen en bushaltes.
Auto niet langer de kolonisator van het openbaar domein De Belgen gebruiken hun auto
gemiddeld een half uur per dag. De overige tijd (23,5 uur) staat de auto geparkeerd en koloniseert hij de openbare ruimte. Acht op de tien gezinnen heeft een eigen auto. Ruim één op de vijf (22 procent) heeft er twee. Het is niet de opdracht van de overheid om voor al deze wagens een parkeerplaats te voorzien. De overheid heeft wel de opdracht om het openbaar domein terug te geven aan de bewoners.
Het autovrij gebied wordt verdubbeld, niet alleen in de kernstad of in de toeristische gebieden, maar ook en vooral in de woonwijken. Dit kan door in te zetten op betalend ‘buurt-parkeren’ in aparte garages of braakliggende gebieden. Bezoekers worden afgeleid naar parkeergarages aan de rand van de stad of gemeente. Autodelen éénvoudiger maken ontmoedigt autobezit. Bedrijfswagens worden afgeschaft. sUV’s die extra ruimte innemen en veel elektriciteit verbruiken belasten we extra en worden geweerd in de stads- en dorpskern.
69 ambassadeurs en actieve leden van Grootouders voor het Klimaat schreven elk een brief met één gemeenschappelijke boodschap: laten we samen actie ondernemen om de klimaatcrisis een halt toe te roepen.
Het merendeel van de brieven is gericht aan kleinkinderen en jongeren, de klimaatspijbelaars. Lieven De Cauter wijst erop dat hun protest, Greta Thunberg voorop, het ecologisch probleem plots heel sterk op de voorgrond heeft gebracht. Zij hebben geen stemrecht, maar ‘misschien zijn jullie, de klimaatspijbelaars, de belangwekkendste politieke beweging van de laatste jaren’. ‘Het zijn de jongeren die ons de weg hebben gewezen’, beaamt Kathy Lindekens.
Heel wat van de grootouders-briefschrijvers refereren aan hun kindertijd en halen daar de motivatie voor hun engagement uit. Stefan Hertmans koestert de ‘herinnering aan de trots waarmee zijn vader hem leerde dat je de natuur moet eren, en dat bomen een soort koningen kunnen zijn’. Andere generatiegenotengrootouders herinneren zich zeer goed het verontrustende rapport van de Club van Rome uit 1972: Grenzen aan de groei. De tijd van ongebreidelde groei en welvaart werd breed omarmd en botste met het besef dat de gevolgen voor het klimaat desastreus zouden zijn. Vooralsnog ‘zou
het echter nog wel niet zo’n vaart lopen’.
In sommige brieven spreekt een diep schuldgevoel over het gebrek aan voldoende verantwoordelijkheidszin. Geert Van Istendael schrijft: ‘Dag in, dag uit, jaar in jaar uit, door ons hele lange, vreedzame, gelukkige leven heen, hebben wij even blind als geestdriftig de huidige rampen mee opgestapeld.’ Anderen beschuldigen de grote vervuilers. Tine Hens klaagt in een striemende stijl het oliebedrijf shell aan. Dat maakte in 1991 een film Climate of Concern over het levensbedreigende karakter van klimaatverandering. Hun logo werd echter geen inzet voor verandering, integendeel: ‘Door het massaal verbranden van fossiele brandstoffen verzuren oceanen en verpulvert de kalk waaruit schelpen zijn opgebouwd.’ Iemand als Jos Geysels gebruikt de brief om de relatie tussen klimaatbestrijding en armoede te belichten en wil met concrete voorstellen Zuhal Demir over de streep trekken voor een ‘haalbaar en betaalbaar’ sociaalrechtvaardig beleid.
Heel wat briefschrijvers proberen een globale analyse te maken en de richting aan te geven waarin naar een oplossing gezocht moet worden. Allen zijn het erover eens dat het neoliberalisme haaks staat op een duurzame ontwikkeling voor onze gemeenschappelijke toekomst. ‘Groei is niet de oplossing, groei is het probleem’, stelt Paul Verhaeghe solidariteit onder mensen, niet enkel tussen de generaties, maar ook over de landsgrenzen heen, is daarbij noodzakelijk. Verademend is de humoristische brief die Erik Vlaminck Dikke Freddy laat schrijven. Hij is het toonbeeld van eenvoudige duurzaamheid: hij vliegt nooit, zwemt nooit in een verwarmd zwembad, eet geen vlees en heeft geen auto, airco, droogkast of computer.
Er spreekt veel liefde uit alle brieven. Jan Mertens voelt zich met de jongeren in hun kwetsbaarheid verbonden en geeft hun de raad ‘de dingen (te) doen die je vandaag kunt doen en die ertoe doen’. Dat sluit helemaal aan bij de woorden van Albert Camus die Bernard Hubeau en Marc Cabus als motto aan het boek gaven: ‘La vraie générosité envers l’avenir consiste à tout donner au présent’.
‘Wie werkt moet meer verdienen. Wie niet werkt zit op zijn luie krent en wacht op het manna van de sociale uitkering’. Dat deuntje klinkt almaar luider. “Wie niet werkt draagt niet bij aan de welvaartsmaatschappij”, stelt Vooruit-voorzitter Rousseau. Net als Open VLD wil hij werklozen een ’basisbaan’ opleggen. Al wie in een sociale woning
te maken; soms als kok in het restaurant, soms als vrijwilliger in een buurthuis, soms gewoon thuis. Een kind wordt met veel liefde 3 dagen opgevangen in een crèche. De overige dagen krijgt het van oma zorg en tederheid. Alleen de arbeid van de kok in het restaurant en de opvang van het kind in de crèche zijn ‘echt’ werk en geven recht op loon. soep
mensen haken af. Ze geloven niet meer in een welvaartmaatschappij waarin steeds meer moet, steeds minder mededogen geldt en geen ruimte is voor eigen creativiteit.
Mensen moeten langer werken maar houden het niet. Het aantal langdurig zieken steeg de voorbije jaren sterk. Mensen met een voltijdse job verdienen onvoldoende om een woning te huren, de facturen te betalen… steeds meer werkenden vinden weinig zingeving in hun dagtaak en haken af met een burn-out. Wie met mensen wil werken en kiest voor onderwijs of zorg wordt vermalen door procedures en rapporten.
Wordt het niet stilaan tijd om toe te geven dat dit een doodlopend straatje is?
Honderd jaar geleden voorspelde econoom John Maynard Keynes dat dank zij machines een werkweek van 15 uur zou volstaan voor een hoger welvaartsniveau. De meerwaarde van de automatisering ging echter niet naar de loontrekkenden, die werken steeds meer voor dezelfde welvaart.
woont moet zich inschrijven bij de VDAB. “Voor wat hoort wat”, zegt NVA-minister Diependaele. In een sociale woning is de keuze om van één inkomen te leven en zelf de kinderen op te vangen er niet. Huiseigenaren hebben die keuze wel en ze krijgen ook heel wat belastingvoordelen. De CD&V geeft ondertussen haar verzet op en vindt het bespreekbaar om de werkloosheid in tijd te beperken.
De Belgische politici lijden aan een arbeidsmarktverslaving en miskennen wat arbeid echt is, creatief zijn. De mens kan mooie, lekkere, slimme dingen creëren. Hij voegt groenten en kruiden bij elkaar om er soep van
maken in het buurthuis, zorgbehoevende ouders helpen, de cafetaria in de sportclub openhouden, kinderen helpen om na schooltijd veilig over te steken, leesmoeder zijn…, al deze activiteiten krijgen alleen waardering op de Dag van de Vrijwilliger. nochtans verhoogt net deze arbeid het Bruto nationaal Geluk.
Het verhogen van de werkzaamheidsgraad op de ‘echte’ arbeidsmarkt blijft de heilige graal. Het is de remedie om de pensioenen te garanderen, voorkomt armoede, zorgt dat je erbij hoort… Die arbeidsmarktverslaving maakt blind voor het toenemend onwelzijn. steeds meer
De nationale Bank waarschuwde recent nog voor de sociale gevolgen van de toenemende ongelijkheid. In ons land bezitten de 10% rijksten 58% van het vermogen. De strijd tegen fiscale fraude kan 8 tot 12 miljard euro extra per jaar opleveren. Het wordt tijd dat ook het vermogen bijdraagt aan onze welvaartstaat.
Koppel een deel van het inkomen los van arbeid op de markt en geef mensen de kans om echt te werken. Het toenemende vermogen creëert ruimte voor een basisinkomen, voor vrijheid, creativiteit, engagement en zorg, voor welzijn in plaats van welhebben.
Gebruik het Zilverblad om mensen bij Groen(Plus) te betrekken. Je kan het blad achterlaten in de bib, bij de dokter of op een plaats waar mensen samenkomen. Als je een artikel tegenkomt dat een vriend of een kennis kan interesseren, bezorg het hem/haar, of vraag een extra nummer aan.
Extra nummers kan je opvragen via zilverblad@groen.be, of geef een telefoontje aan Walter Decoene, 0487/68.29.45.
Tenzij uitdrukkelijk vermeld, berust de verantwoordelijkheid voor artikels en standpunten die in het Zilverblad verschijnen bij de steller ervan.
Je kan hem echt niet van bekrompenheid betichten. De rechten van LGBTQIA+ zijn veilig bij hem. Echt. Indien hij de tijd zou hebben zou hij zich zeker, opzichtig gemaquilleerd, in een purperen shortje en een regenboog-marcelleke in een praalwagen laten meevoeren in de Antwerp Pride. Bovendien voeren er in zijn partij ook mensen van Turkse, Marokkaanse en Afrikaanse afkomst het hoge woord.
Bart De Wever, door sommigen liefkozend De Kalief genoemd, is een pronkjuweel van het mensenrecht. Van zijn klimaatrealisme en zijn archaïsch economisch groeifetisjisme word ik mottig, maar ik ben ten zeerste geporteerd door zijn WOKE-uitstraling. Helaas heeft de kalief een grote behoefte aan vijanden. Hij kent zijn geschiedenis. Een vijand verenigt het volk. Bij De Wever is dat ‘seriële vijandigheid’, nu eens is het de PS, dan weer de Groenen en het klimaatactivisme; maar altijd is het alle hens aan dek, want Vlaanderen is in nood! Nu heeft hij tegen WOKE een fatwah uitgesproken. Mijn schoonzoon wil dat boekske wel eens meebrengen, maar ik wil het niet in huis. Roundup komt hier ook niet binnen.
Zilverblad is een uitgave van GroenPlus voor 55+ leden van Groen. Het blad verschijnt in maart, juni, september en december en wordt bij drukkerij Gazelle gedrukt op CyclusPrint papier van 100% gerecycleerde vezels.
Verantw. uitgever: Mieke Vogels, Van Orleystraat 5-11, 1000 Brussel.
Eindredactie: Walter Decoene.
Werkten mee aan dit nummer: Joost Fillet
– Ingrid Pira – Etienne Hoeckx – Catherine Stepman – Mieke Vogels – Ria Van Put – Daniëlle Croonen – Rik Holvoet – Magda Wouters – Frans Roggen.
Redactieraad: Bart Staes – Catherine Stepman
– Etienne Hoeckx – Frans Roggen – Ingrid Pira
– Joost Fillet – Magda Wouters - Mieke Vogels –Rita Van de Voorde – Walter Decoene.
Foto’s/Illustraties: Groen Nationaal – Joost Fillet – Pax Christi – Uitgeverij EPO – Walter Decoene – Filip Canfyn – Diocesaan Pastoraal Centrum.
Natuurlijk. Elk nummer verschijnt op de www. groen-plus.be, de website van GroenPlus. En je vindt er ook nog heel wat andere interessante informatie.
Uitschrijven voor de papieren versie kan, met een brief(kaart) aan: Redactie Zilverblad, p/a Henri De Braekeleerlaan 47a, 2630 Aartselaar, of een e-mail aan walter.decoene@gmail.com
Ganz nebenbei heeft hij -in de marge van zijn anti-WOKE campagne- Dalilla Hermans den duvel aangedaan. Ik ben WOKE, ook al wordt mijn kleindochter hysterisch als d’r ma de kat te dik vindt, want dat is body shaming. Jeugd overdrijft, maar heeft het hart op de juiste plaats. BDW had beter een satire geschreven over de aanvaringen met zijn broed. (En nog iets: niets mis met mei ’68. Niets mis met de stevige kritiek op Volk, Staat en Kerk!) Je moet niet alles geloven wat Bart zegt en zeker niet als hij de pastoor uithangt en in het Latijn preekt. Ter informatie van de zelfverklaarde profeet van het conservatisme: door de soixante-huitards zijn ook de nationalisten volgeling van de Verlichting geworden. Voor ons vader was Voltaire nog een scheldwoord. Voortschrijdend inzicht noemen ze dat in Terzake.
Over identiteit hebben we het nog niet gehad, noch over confederalisme en onafhankelijkheid. Meer van ’t zelfde. Je identiteit benadrukken doe je in confrontatie met de boze andere. Ik hield ’ns een ‘razzia’ in den Delhaize, waar Rachid en Mo om worstenbroodjes gingen. Natuurlijk, ramadan, scheel van de honger, maar worstenbroodjes!? Dalilla is er een van ons, zoals al sinds jaren onze iets-meer-gekleurde medemens er één van ons is, getuige die saucijzenbroodjes. Niet aangepast? Ge moet eens komen!
Ik zie niet in waarom Oost- en West-Vlaanderen onafhankelijk moeten worden. Oké, er zijn Barcelonezen en Gentenaars die dromen van een eigen staat. Maar toch, serieus blijven! Dat BDW de onafhankelijkheid van Deurne maar uitroept, dan zijn we van dat vliegveld af. Antwerpen moet niet meedoen.
Het steekt mij dat ik gesubnationaliseerd ben tot Vlaming. Vlaanderaars wonen ‘over ’t water’, laat dat duidelijk zijn. Maar goed, achterhoedegevechten kunnen we missen. ’t Is de erfenis van onze pa en van BDW zijn grootvader, die met de hulp van den Duits bereid waren om definitief Vlaming te zijn, (alvorens Duitsch te worden?) Ik ben fier op nonkel Jos, die daartegen in ‘t Verzet ging. Jos was trouwens ook ‘Vlaamsgezind’. Ging voor den oorlog van de IJzerbedevaart naar ’t Albertkanaal.
Echt, ik ben zo WOKE als maar kan. Leopold II in de vaart en Stanley au poteau! Ik heb een ziekelijke identificeringsdwang met alle mogelijke underdogs, op de Gele Gifkalief na. (Daar moet ik nog aan werken.)