
driemaandelijks tijdschrift GroenPlus • jaargang 17 lente 2025 • erkenningsnummer P914557


De strijd van de adelt in Arizona

15
Afscheid van Paul en Guy

07 GroenPlus in PORA en PB

12 Fiets zonder wielen
driemaandelijks tijdschrift GroenPlus • jaargang 17 lente 2025 • erkenningsnummer P914557
De strijd van de adelt in Arizona
15
Afscheid van Paul en Guy
07 GroenPlus in PORA en PB
12 Fiets zonder wielen
Weer eens dient een lente zich aan. We kijken er steeds meer naar uit. Licht en warmte, twee elementen die ons bestaan leefbaar en aangenaam maken. Tegelijk schiet onze werking in een versnelling. GroenPlus wil zich tonen, wil zijn rol binnen Groen in de verf zetten. We gaan dat o.a. doen met onze actie ‘Voetpad’, waarmee we het opnemen voor de zwakste weggebruiker. Ruimte en veiligheid voor de fietser wordt al geruime tijd bedongen, maar wat blijft er over voor de voetganger? Met welke handicaps krijgen oudere stappers af te rekenen? GroenPlus besteedt er aandacht aan en wil er wat aan doen. We lanceren onze actie op 15 maart, tijdens de Dag van de Lokale Politiek, in Leuven.
Goed nieuws!
GroenPlus organiseert ook dit jaar een 5-daagse zomeruitstap. Als ‘Groene Strandjutters’ verkennen we vanuit Nieuwpoort de Kust, van maandag 23 tot vrijdag 27 juni. Noteer alvast de data!
Op het programma o.a.: een bezoek aan het Zwin, het museum ‘For Freedom’, het Vlaams Instituut voor de Zee, Koksijde door het oog van Paul Delvaux, Natuurreservaat Westhoek en een gegidst bezoek aan Oostende, door stadsgids en GroenPlusser André Baert. Deelnameprijs: € 410. Inbegrepen zijn: het verblijf in hotel Sandeshoved, ontbijt en warme maaltijd ’s avonds, het busvervoer voor de uitstappen. Verplaatsingen met trein en tram, en dranken zijn voor eigen rekening.
Inschrijven kan vanaf nu via de link https://forms.gle/GGwbzmN7G4BNdj5t7. Meer info in Zilverblad zomer en op www.groen-plus.be.
de Redactie
keer Zilverblad?
Je bent lid van Groen en ouder dan 55. Dan ontvang je dit blad en ook de digitale nieuwsbrieven van GroenPlus. Als actief lid van Groen kan het zijn dat je nog niet aan de activiteiten van GroenPlus toe bent. Alle begrip daarvoor. Ontvang je liever (nog) geen Zilverblad, of onze nieuwsbrief, geen probleem. Laat het dan een weten aan walter.decoene@gmail.com.
Mieke Vogels, voorzitter
Als je me aanspreekt kijk dan in mijn ogen. Lees mijn ziel.
Mijn geloof is getuige van mijn ervaring.
Spreek me aan op inhoud niet op mijn leeftijd.
Mijn leeftijd zie ik zelf wel ’s morgens in de spiegel.
“Pas op dat je niet valt…” “Het is glad…”
“Er is een trapje…”
Als het dat is dat je wil vertellen, zwijg dan. Kennis die ik reeds lang heb.
Mijn leeftijd zie ik zelf wel
’s morgens in de spiegel.
Als je iets te zeggen hebt kijk dan in mijn ogen.
Lees mijn ziel.
Anders heb ik liever dat je doet alsof ik er echt niet ben.
Mijn leeftijd zie ik zelf wel ’s morgens in de spiegel.
Nel Rosiers
Een spraakmakend verbod op zoenen en kritiek op Facebook. Geen vrije woorden, geen natte lippen, geen blozende wangen of plekken in de hals. Geen dansende liften of uitgeveegde lippenstiften, kuisheid smelt hunkerend onder loensende ogenblikken. Geen tipje van de sluier, geen likje verf en geen spatje kritiek op Facebook.
Joost (Finale van de Poëzieweek 2025)
Wat bomen, bos en, kortweg, groen voor mensen betekenen, hebben we in de coronatijd aan de lijve ondervonden. Maar ook nu blijft ‘groen’ belangrijk in ons leven.
Als mensen gaan wandelen, stappen of lopen in het groen ondervinden ze dat zuivere lucht inademen een weldaad is voor lijf en leden. Mensen hoeven niet over een eigen tuin te beschikken, maar ze genieten wel van de aanwezigheid van struikgewas en bomen.
Bij het woord ‘bos’ denken we aan herfst, paddenstoelen, vallende bladeren, eekhoorns, maar een bos is het hele jaar door een levende gemeenschap. In de lente zie je de voorjaarsbloeiers. Dat zijn de planten die kort bij de grond groeien en genieten van het licht dat ze dan krijgen. Daarna ontwikkelt zich de hogere laag van struiken en later op het jaar komen er bladeren aan de bomen. In dezelfde volgorde gaan ze ook op rust. Het valt op dat de bladeren nu veel langer aan de bomen blijven dan pakweg 20 jaar geleden. Ze verschijnen ook vroeger. Hoe gaat de natuur standhouden bij de klimaatverandering die de mens zelf heeft veroorzaakt?
Niet iedereen is bomen en bos genegen. Bomen worden soms als last ervaren. Mensen sakkeren op de gevallen bladeren of overhangende takken. Toch zijn niet de bladeren het probleem, wel de ondergrond waarop ze vallen. Normaal vallen bladeren rond de boom, ze verteren en vormen zo voedsel voor boom en bodem. Met de vele verharding zien bladeren er inderdaad uit als afval. Waar mogelijk moet er onthard worden, niet alleen om bladeren op natuurlijke wijze te laten verteren,
maar ook om water ter plaatse in de bodem te laten trekken. Het is onbegrijpelijk dat wereldwijd gigantische problemen; zoals droogte, overstromingen, bosbranden, stormen, enz… opduiken in steeds sneller tempo en alsmaar heviger worden. en dat er toch weerstand komt tegen maatregelen voor natuurherstel. Op TV zei Raf Walschaerts van Kommil Foo “dat we niet alarmistisch moeten doen”. een wereldtop met – mag ik hopen – verstandige mensen komt samen en verwacht oplossingen van harde maatregelen zoals dijken, vormen van energievoorziening, (hoog) technologische middelen. We horen het hier ook dikwijls zeggen. Zucht! Natuurlijk moet ook de natuur zelf rechten krijgen!
Toch zijn er veel goede voorbeelden, al was het maar de particulier die zijn monotoon gazon verandert in een natuurlijker ogend graslandje, bv. door anders en minder te maaien. Of door een harde perceelgrens te vervangen met inheemse struiken. Of door dood hout te laten liggen in een
bos. Of door geen pesticiden meer te gebruiken. Of door akkerranden en bermen te voorzien. Of… Of…
Grond bezitten en er natuur op toelaten is niet aan iedereen gegeven. Meewerken met een plaatselijke groep van Natuurpunt kan eigenlijk iedereen. Gelukkig tellen we talrijke groepen actieve vrijwilligers die zich een jaar door inzetten voor natuurbehoud en -herstel. In die groepen is alle hulp welkom, even goed iemand die veel van natuurbeheer of iets van boekhouding kent, even goed iemand die handig is of iemand die soep voor de vrijwilligers maakt. Het gevoel van samenwerken en zich inzetten voor een gemeenschap werkt positief in op mensen. Bovendien is natuur yoga, fitness, medicijn, voedsel, verbinding… Kortom, meer natuur werkt tegen depressies, burn-out en andere welvaartziekten.
Als ook het beleid aan meer natuur, of natuurherstel of gewoon al natuurbehoud zou willen meewerken, dan is er hoop. en wie weet, dalen dan ook de kosten voor werkverzuim en ziekte.
‘En een goede gezondheid!’ Dat zeggen de meeste senioren bij de start van het nieuwe jaar.
In het rijke West-Europa is de gemiddelde levensduur gestegen tot meer dan 80. Terwijl ons land een gezondheidszorg heeft die tot de beste van de wereld behoort, stijgt paradoxaal genoeg het aantal langdurig zieken en personen die lijden aan een burn-out. Het gaat ook erg slecht met het psychisch welzijn van de bevolking.
Zéér verontrustend is het stijgend aantal suïcidepogingen van tieners. De impact van de zogenaamde ‘sociale media’, de zorgen rond de klimaatcrisis, de toenemende oorlogsdreiging, ze doen wat met een mens. Bij een gebroken been kan je naar de spoed, bij een suïcidepoging is er soms crisishulp, maar daarna zijn er lange wachttijden in de opvolghulpverlening.
Geen kwaad woord over de inzet van het personeel in de zorgsector. Als ervarings-deskundige sta ik nog dage-
lijks in bewondering over de geboden kwalitatieve zorg. er wordt alom geklaagd dat er te veel belastingen worden geheven. Te weinig wordt er uitgelegd wat er teruggegeven wordt aan dienstverlening. We worden overspoeld met allerlei gezondheidsadviezen, gaande van meer bewegen tot vele vormen van diëten en aanbevelingen om te stoppen met roken en ja, nu ook met alcoholgebruik. Maar het blijft dweilen met de kraan open. er is dus meer aan de hand. 0,5% van het gewicht van onze hersenen zou uit microplastics bestaan, een volledige plastieken lepel. De gevolgen voor onze gezondheid moeten nog verder onderzocht worden. Fijn stof is niet alleen een vervuiler, maar ook een doder. 44% van de uitstoot van fijnstof zou afkomstig zijn van houtkachels. De overheid verzuimt om maatregelen te nemen, geen draagvlak, weet je wel.
Al langer zijn er aanwijzingen dat het ontstaan van Parkinson en het gebruik van chemische (bestrijding)middelen een relatie met elkaar hebben. Gezond leven blijkt niet langer een garantie voor een goede gezondheid. Al te vaak wordt gezondheid gezien als een individuele verantwoordelijkheid. Stijn De Paepe verwoordde het krachtig in volgend gedicht:
Ieder die langdurig ziek is, moet maar maken dat-ie kwiek is en bijtijds weet aan te sterken om weer monter te gaan werken.
Single mannen, single vrouwen wie belet hen om te trouwen met de single hunner dromen om tezamen rond te komen?
Want we leven in een vrij land. Fix een postbus op een eiland! Als je zakken niet gevuld zijn, moet dat wel je eigen schuld zijn.
Het moge duidelijk zijn dat het huidige maatschappijmodel ook structureel ziekmakend is. Het is dan ook een droevige zaak dat het akkoord van de regering De Wever zeker niet voor een trendbreuk zal zorgen, integendeel zelfs. Groen reikt in haar programma wél handvaten aan voor een kwalitatiever leven. Bij uitvoering ervan kunnen ze een preventief effect hebben op onze gezondheid. Het veelbesproken boek van de econoom Koen Schoors ‘Alles wordt anders … en beter’ geeft hoopvolle wegwijzers naar een gezonder maatschappijmodel. Het is aan Groen, en dus ook aan GroenPlus, om de kiezer de komende jaren te overtuigen dat kiezen voor Groen ook op vlak van gezondheid een win-winsituatie zal opleveren.
Ondertussen, beste GroenPlusser, vooral blijven ademen en doorgaan, doorgaan!
GroenPlusser Wim D’haveloose raakte geïntrigeerd door ‘Oorlog. Hoe lang nog?’, het nieuwe boek van wetenschapper Gerard Bodifée. Hij drukte zijn appreciatie uit in een ‘open brief’…
Beste Gerard,
Een paar dagen geleden bezocht ik in het Museum voor Schone Kunsten van Gent een tentoonstelling gewijd aan het oeuvre van de Duitse expressionist Erich Heckel. Bijna de volledige Eerste Wereldoorlog bracht Heckel door achter het front in West-Vlaanderen, als ambulancier en verpleger. Tijdens die vier jaar was hij enorm productief, maar qua thematiek bleef de oorlog meestal buiten beeld. De meest beklijvende werken zijn landschappen waarin je de dreiging van de oorlog kunt voelen. Ook het portret van een waanzinnige soldaat – Irrer Soldat uit 1916 – waarvan hij er allicht velen achter het front heeft ontmoet.
Dit brengt mij bij jouw recente boek, Gerard, ‘Oorlog. Hoelang nog?’ , waarin je de waanzin van de oorlog – elke oorlog – op een striemende manier aanklaagt. De waanzin van vele overlevenden van de Eerste Wereldoorlog, waarvoor men het enigszins verbloemende woord ‘shellshock’ heeft uitgevonden; die waanzin zit in de kern van alle oorlogsconflicten en daartegen is je filippica (hevige strafrede) gericht.
Jouw stelling is glashelder: de prijs die betaald wordt door oorlog te voeren staat nooit in verhouding tot het doel dat men wil bereiken. Die prijs bestaat altijd uit mensenlevens en enorme verwoestingen. ‘Disproportionaliteit’ is inderdaad ook het argument dat telkens weer opduikt in discussies over de oorlog die Israël voert in Gaza. Het waardevolste wat op deze planeet bestaat is een mensenleven. Dus, concludeer jij terecht, je kan nooit men-
senlevens op het spel zetten om een of ander politiek doel te bereiken. De bekende stelling van Carl von Clausewitz, dat oorlog een verlengstuk is van de politiek, moet voor jou in de prullenmand. Bijna iedereen zal het ermee eens zijn dat de verschrikkelijke massamoorden, waar oorlogen altijd op neerkomen, ten koste van alles vermeden moeten worden. De prijs die betaald wordt, is immoreel. De individuele moraal botst hier op de moraal van staten en naties en vooral van krijgsheren.
Die discrepantie stel je verscheidene keren vast: de individuele moraal spoort niet met die van landen en staten. Wat mensen persoonlijk afkeuren, worden ze gedwongen te doen op bevel van een land, namelijk mensen vermoorden. Het interessantste hoofdstuk in het boek vond ik de grondige behandeling van ‘het concept rechtvaardige oorlog’.
Mogen staten zich verdedigen tegen een aanval die zij als onterecht ervaren? In de loop van de geschiedenis hebben alle belangrijke moraalfilosofen zich over dit vraagstuk gebogen. In het verre verleden – Augustinus en Thomas van Aquino bijvoorbeeld –werd de vraag meestal positief beantwoord, tenminste als er voldaan werd aan bepaalde voorwaarden; maar sinds de intrede van nucleaire, chemische en biologische wapens moet die kwestie toch opnieuw worden bekeken. Het voeren van oorlog heeft totaal andere dimensies en implicaties gekregen. Je citeert een recente studie waarin alle voorwaarden voor een rechtvaardige oorlog worden opgelijst. Het sluitstuk is dat alle middelen om de oorlog te verhinderen – diplomatiek overleg bijvoorbeeld –uitgeput moeten zijn. Jij merkt terecht op dat zoiets nooit het geval kan
zijn, omdat er altijd nog mogelijkheden overblijven voor verder overleg, onderhandelingen, toegevingen of bemiddeling. Een rechtvaardige oorlog is dus volgens jou louter fictie.
Je hebt het onderwerp vanuit alle mogelijke perspectieven behandeld, maar tijdens de lectuur voelde ik met steeds meer aandrang de vraag opkomen: waarom is eigenlijk niet iedereen vredesactivist? Waarom is er in politieke programma’s zo weinig aandacht voor alles wat met bewapening te maken heeft? Dit gezegd zijnde, hoe is het op dit ogenblik gesteld met de vredesbewegingen? Een verwijzing naar die bewegingen en naar hun rol en betekenis heb ik gemist, vooral omdat je herhaaldelijk en zeer nadrukkelijk stelt dat de weg naar een wereld zonder oorlog alleen maar van onderuit kan komen.
Naar aanleiding van de bloedige veldslagen aan de Somme in 1916 maakte de bekende Engelse War Poet Edmund Blunden de opmerking dat er uiteindelijk geen winnaar was, of misschien toch: ‘ The War had won, and would go on winning.’ De enige winnaar aan de Somme (maar ook in Verdun en Passendale) was de Oorlog. Meer dan honderd jaar later geldt dat nog altijd voor alle oorlogen. Dat is jouw noodzakelijke en dringende boodschap. Ik wens het boek veel lezers toe en jou, Gerard, kan ik alleen maar bedanken voor de stem die je hebt gegeven aan de pacifist in ieder van ons.
In Januari 2025 kozen we de mensen voor onze eigen regering (partijbestuur, PB) en parlement (politieke raad, PORA).
Voor de politieke raad mag GroenPlus twee personen aanduiden. Op het nationaal bestuur van 16 januari kozen we Kris Van Ham en eddie Boelens. Ze volgen wijlen Paul Pataer en Cécile Sillis op die we hartelijk danken voor hun inzet de voorbije zes jaar.
Kris Van Ham woont in Schoten en werkte als verpleegkundige. Ze streed destijds aan de zijde van Paul Staes (europarlementslid voor Agalev ’84 -‘94) in de actiegroep Red de Voorkempen. Zo werd het Duwvaartkanaal tegengehouden en heel wat groene ruimte behouden in de druk bevolkte Antwerpse rand.
De echtgenoot van Kris, Dirk Gadeyne was gemeenteraadslid. Na zijn overlijden in 2020 zette Kris zijn werk verder als bestuurslid van Groen. Ze richtte samen met Inge Wallaert de plaatselijke GroenPlus kern op. Je kan Kris bereiken op: kris.vanham@puffin.be
Ook Eddie Boelens is geen groentje. Hij kan een mooi palmares voorleggen als activist bij 11.11.11, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Wervel, de beweging die ijvert voor bio-landbouw… eddie woont sinds 2000 in Grimbergen en trok er de Groenkern weer op gang. Hij was 6 jaar schepen en kon er, samen met de lokale kern, een betonstop realiseren. 42,7 ha woonuitbreidingsgebied werden omgezet in open ruimte. eddie wil in de PORA ijveren om de belangrijke pijlers van onze partij in stand te houden en ervoor te zorgen dat we ons beter profileren. Hij wil ook opkomen voor de erkenning van de vrijwilliger en die vrijwilliger opnieuw de plaats geven die hij verdient in onze partij. eddieboelens2@gmail.com
Ook GroenPlussers Kathleen Bevernage en Herman Duprez zijn verkozen voor de provincie West- Vlaanderen, Hervé Devos voor Oost-Vlanderen en Kris Fierens voor Vlaams Brabant.
In het partijbestuur hebben we geen gegarandeerde vertegenwoordiging. Lieve Snauwaert vertegenwoordigde GroenPlus de voorbije 8 jaar in het PB. Ze werd helaas niet herkozen door het congres. Dikke merci voor dit indrukwekkende engagement Lieve.
De seniorentoets bij de beslissingen van het PB zal voortaan gebeuren door Filip Watteeuw. Het palmares van Filip oogt indrukwekkend. Lid sinds 1987, 1988: eerste deelname gemeenteraadsverkiezingen; 1995-2000: partijsecretaris in Gent; 2001 – heden: gemeenteraadslid; 2009-2013: fractievoorzitter Vlaams Parlement; 2013 - heden: schepen in Gent. In diverse periodes lid geweest van PB en PORA. De motivatie van Filip spoort helemaal met de evaluatienota van GroenPlus en de aanbevelingen aan de nieuwe voorzitter. ‘Als ecologisten willen meetellen, kunnen we ons geen getemperde politieke houding veroorloven. We moeten voluit gaan —slim en doordacht, en met veel ambitie. De opgave is dus zwaarder dan enkel kiezen welke thema’s we naar voor schuiven. Het gaat om een brede, duurzame versterking van onze politieke slagkracht. Ik wil meebouwen aan die politieke slagkracht, het hoognodige ideologische congres en de politieke vorming organiseren, het kan immers anders.’
Filip.Watteeuw@stad.gent
Vroeg of laat is iedereen voetganger: om boodschappen te doen, naar een afspraak te gaan, om een wandelingetje te maken of zelfs gewoon als ‘uitgestapte automobilist’. We gebruiken daartoe het voetpad, het gedeelte van het openbare domein dat voorbehouden is voor de voetganger. Of toch niet? Want op dat voetpad blijken ook verkeersborden, afvalzakken, zwerfvuil, geparkeerde fietsen en steps, elektrische verdeelkasten, laadpalen, terrassen en andere zich prima thuis te voelen. Blijft er nog voldoende plaats voor de voetganger?
‘De eerste voetpaden werden aangelegd in het Oude Rome’, vertelt mobiliteitsexpert Kris Peeters. ‘Om te vermijden dat voetgangers vertrappeld werden door het toenemende aantal paarden en karren. In de europese steden werd de openbare ruimte eeuwenlang vooral gebruikt door voetgangers. Dat veranderde in de late 19de eeuw toen de auto zijn intrede deed: eerst nog schuchter en traag, in Groot-Brittannië veiligheidshalve stapvoets voorafgegaan door een man met een rode vlag.’
Na de eerste Wereldoorlog nam ook in ons land het aantal auto’s voortdurend toe. Voortaan moesten alle weggebruikers zich aan de auto aanpassen in plaats van andersom. De straat werd het domein van de auto, voetgangers hoorden op de stoep. Onder impuls van Nederland ontstond ook bij ons in de jaren 1970 een tegenbeweging; straten werden opnieuw opgebroken en omgevormd tot woonerven, waar de voetganger terug centraal stond. een dure oplossing, die niet altijd haalbaar en betaalbaar bleek. Vandaar volgde in 1988 de invoering van de ‘zone 30’, die fietsers en voetgangers meer veiligheid moest bieden. Vanaf 2000 werd het STOP-principe
ingevoerd, dat voetgangers (stappers) prioriteit geeft – of zou moeten geven – inzake mobiliteit.
‘enerzijds is er steeds meer aandacht voor de voetganger en wandelaar’, stelt Kris Peeters. ‘Anderzijds is de druk van de auto gebleven en wordt een groot deel van de openbare ruimte nog altijd door de auto ingenomen. Met alle discussie van dien. Lokale besturen verdraaien het STOP-principe te vaak tot POTSprincipe, waarbij de voetganger zich tevreden moet stellen met de ruimte die overblijft, nadat auto’s en fietsers bediend zijn’.
Vooral in onze steden is de ruimte beperkt. Het aantal auto’s stijgt nog altijd, terwijl ook fietsen, cargofietsen, steps en speedpedelecs steeds meer plaats innemen. Zo ontstaat er ‘ruimterivaliteit’: wie krijgt welke ruimte? Iedereen overal en altijd een aparte ruimte geven blijkt niet lan-
ger haalbaar. Dus moeten er keuzes worden gemaakt, liefst doordachte. Nog altijd veronderstellen veel lokale besturen dat het voetpad enkel dient om zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk van A naar B te laten gaan. Maar veel mensen flaneren of maken gewoon een wandeling en genieten van het onderweg zijn. Dat verlaagt de stress, verbetert de gezondheid en vergroot de sociale cohesie. Want de stoep is ook een plek waar je elkaar ontmoet en met elkaar een praatje maakt. Laten we daarom de stoep (terug)geven aan wie hem toekomt: de voetganger. Geen stoep bezaaid met allerlei zaken die er eigenlijk niet thuishoren, maar een stoep die alle voetgangers de vrije doorgang geeft, met bomen die op warme zomerdagen schaduw geven, met banken om even uit te blazen. een stoep die jong en oud aanzet tot beweging en ontmoeting, zodat iedereen veilig en met gemak te voet kan gaan, altijd en overal.
De fietser verwerft stilaan in het straatbeeld. Maar blijft er uiteindelijk over
Wat overblijft, nadat de auto de ruimte kreeg een eigen strook kreeg toegewezen,
Het voetpad staat ten dienste van het privé vervoer. soms met tegeltuintjes en langsom meer laadinfrastructuur allerhande nutskasten, lantaarnpalen, vuilbakken, voetpad. Al wat men elders niet kwijt
Ruimte voor de voetganger is ruimte voor ontmoeting, Voetpaden zijn lang niet altijd comfortabel. Voor steeds voetpad het verschil tussen nog wel, of niet meer buitenkomen;
Het kan (en het Dit zijn alvast een aantal
• Maak samen met de gemeente een obstakelplan en doe
• Leg op te smalle voetpaden, tussen twee parkeerplaatsen oplaadpalen, nutskasten, tijdelijke
• Voorzie binnen de parkeerruimte ook plaatsen
• Maak van buurten en straten die door veel met een comfotabel voetpad, met rustbanken
• Vermijd kasseien of leg er een vlakke stapstrook
• Doe de heraanleg van het openbaar domein, samen
Heb je zelf nog voorstellen
Bezorg GroenPlus plant zelf in een stad of
fietser
stilaan een eigen plek
Maar welke ruimte over voor de voetganger?
kreeg om te rijden en parkeren en de fietser toegewezen, die ruimte wordt steeds kleiner.
vervoer. Schuin aflopende voetpaden voor garages, laadinfrastructuur voor elektrische wagen. Daarnaast vinden vuilbakken, bakfietsen, elektrische steps… hun weg naar het kwijt kan belandt op het voetpad.
ontmoeting, een antwoord op de toenemende eenzaamheid. steeds meer ouderen maakt een veilig en comfortabel buitenkomen; tussen nog wel of geen sociaal contact.
het moet) anders! aantal punten voor actie…
doe concrete voorstellen om deze obstakels te verwijderen. parkeerplaatsen een verhoogde strook voor tijdelijke verkeersignalisatie. plaatsen voor (bak)fietsen en deelsteps. veel ouderen gebruikt worden ‘zilveren lussen’ rustbanken en toegankelijke toiletten. stapstrook op voor rolstoel- of rollatorgebruikers. met de Ouderenraad; voer een voetgangerstoets uit.
voorstellen om het beter te maken? ze ons! zelf nog een actie of gemeente.
De volgende vijf jaar wil Mechelen het comfort van de voetgangers in de stad gevoelig verbeteren. Daarom heeft ze een heus ‘voetgangersplan 2025-2030’ ontwikkeld. “Dat gaat niet enkel over voetpaden”, vertelt schepen van Openbare Werken Patrick Princen (Groen), “maar over een globale aanpak van comfort en kwaliteit die we de voetganger willen bieden”.
Vooral in het stadscentrum stijgt het aantal voetgangers voortdurend, waardoor de vraag naar comfortabele voetpaden steeds groter wordt. Tegelijk zijn in de ruim 800 Mechelse straten vele voetpaden toe aan vervanging. een gemiddelde straat gaat meer dan een halve eeuw mee, de levensduur van voetpaden is vaak veel korter. Zij worden voortdurend opengebroken om nutsleidingen (telefoon, internet, elektriciteit) te herstellen of te vernieuwen; er worden verkeersborden en -lichten geplaatst, vuilnisbakken, fietsnietjes en wat al meer.
Vorig jaar voerde Mechelen een screening uit in de belangrijkste straten van de binnenstad. Op basis van het smartphonegebruik werd vastgesteld welke routes door voetgangers het meest werden gebruikt. Die routes werden in detail onderzocht en in kaart gebracht: welke hindernissen kom je er als voetganger tegen? Waar staan er borden in de weg? Waar fietsen? Waar verkeerssignalisatie? Hoe comfortabel is het oversteken van een zijstraat? Is er overal voldoende ruimte?
Voor de screening kon leiden tot een plan-van-aanpak, diende Mechelen een aantal beleidsstandpunten te klaren. Willen we in zone 30 toch zebrapaden? Wat met laadpalen in een voetgangersruimte? Hoe moeten waterdoorlatende voetpaden eruitzien? Centraal stond altijd het comfort van de voetganger: hoe zorg je ervoor dat de voetganger ook voetganger blijft? Want naast een fietsstad wil Mechelen zich ook profileren als voetgangersstad. Dat heeft te
maken met fysiek en psychisch welzijn, met oog voor recreatie en ontmoetingen, maar ook met aandacht voor gezondheid en milieu.
Het Mechelse ‘voetgangersplan 2025-2030’ heeft nog een aantal jaren voor de boeg, toch is een deel van het plan al gerealiseerd. Schepen Patrick Princen neemt me mee naar de Bruul, de drukste winkelstraat van de stad. Autoverkeer is er toegelaten tot 11.00 u en na 18.00 u; op de drukke zateragnamiddagen is fietsen er verboden. “Als het drukker wordt, moet je keuzes maken”, vertelt de schepen. ‘Bomen, beplantingen, banken, fietsen, verlichtingspalen en vuilnisbakken staan netjes in een lijn geschikt. Zij scheiden het fietsverkeer van de voetgangers, bieden deze laatsten ook ruim plaats om langs de uitstalramen te kuieren. extra verkeersborden zijn er nauwelijks te bespeuren.”
Langs de Kruidtuin (geen bromfietsen toegelaten, wel een gloednieuwe speeltuin in opbouw) lopen we tot aan de Zandpoortvest. Het autoverkeer heeft er deels plaats gemaakt voor een breed fietspad. Daarnaast ligt een aansluitende strook met groen, banken, bomen en zithoekjes die het voetpad – dubbel zo breed als voorheen – van het fiets- en autoverkeer scheidt. Verderop steken we de baan over. Aan beide kanten van de oversteekplaats loopt het zebrapad over het fietspad heen, hier heeft de voetganger voorrang. Op de baan zelf liggen fietspad en zebrapad voor voetgangers netjes gescheiden, conflictvrij. “Wil je echt een voetgangersstad worden, dan moet je die voetganger ook ruimte en veiligheid bieden” vat schepen Princen het Mechelse voetgangersplan in één zin samen.
In het regeerakkoord staat dat we serieus moeten besparen in de sociale zekerheid. De onderhandelaars weten het aan te brengen alsof er geen alternatief bestaat, terwijl het in feite om neoliberale ideeën gaat. Weg met welvaartenveloppe, weduwe- en gezinspensioen… Groen dient zich duidelijk kritisch op te stellen! De academische wereld en de vakbonden helpen ons aan de nodige argumenten.
Pensioenen
Zo voert prof. Patrick Deboosere aan dat de algemene sociale uitgaven zo’n 26% van het BNP bedragen en tegen 2070 iets hoger: 30%. De regering brengt die aan als vergrijzingskost, maar ze omvatten ook de werkloosheidsuitkering en alles rond gezondheidszorg. In zijn boek ‘Leve de vergrijzing’ juicht de prof juist toe dat we ouder kunnen worden. We hebben altijd gestreefd naar een volwaardig lang leven en dankzij o.a. onze gezondheidszorg en betere leefomstandigheden lukt dat globaal. Door o.a. fysiek zwaarder werk is de levensverwachting van laagopgeleiden wel minder dan van hoger opgeleiden.
Vanuit neoliberale hoek ziet men pensioenopbouw het liefst geprivatiseerd. De overheidskosten liggen dan lager, maar dit Amerikaans model is voor ieder finaal duurder (tot twee keer zelfs), want verzekeringsmaatschappijen willen winst maken en er zijn ook conjunctuurschommelingen.
Uitbetaling van het pensioen door de staat is meer gebaseerd op solidariteit. Dat is haalbaar tenzij men aan de bijdragen knibbelt, zoals via de taxshift, loonsubsidies en flexijobs! Men beschouwt de pensioenlast ook ten onrechte als puur verlies. Senioren doen immers ook uitgaven,
sociale inzet is ook
schatten.
Werkloosheid
Recente fabriekssluitingen tonen aan hoe velen ongewild werkloos worden. Maak dat maar mee als oudere werknemer! Herscholing naar een ander soort werk is minder evident, als dat werk er überhaupt al is. Ouderen zijn meestal ook minder gegeerd bij werkgevers.
Welke drama’s mogen we bovendien verwachten bij maximum 2 jaar werkloosheidsuitkering (< 55 jaar)? Die regeling veronderstelt dat het werkaanbod sowieso ruim is en blijft!
Langdurige ziekte
België telt opvallend veel langdurig zieken. (526.507 eind 2023) De regering wil ze re-integreren naar werk. Het blijkt dat men dat best in een vroege fase uittest. Volgens gedane projecten lukt dat maar bij een klein percentage, eventueel met deeltijds werk. Verder zijn er veel mensen -vooral 50-plus-
sers- met hardnekkige chronische ziekten, voor wie opnieuw aan het werk gaan geen optie meer is. Toch moeten ze zich nu inschrijven als werkloze. Men rekent erop dat een zieke vlugger terug zal gaan werken door controles en door de huisarts mee te betrekken in dat proces.
Terecht protesteert Luc Van Gorp van de CM dat zieken eerst de kans moeten krijgen om te genezen, vooraleer aan een weg naar de arbeidsmarkt kan worden gedacht.
We dienen ons trouwens te bezinnen waarom er zoveel zieken zijn. In het boek ‘De gestreste samenleving’ beschrijft psychiater Stephan Claes hoe de economische machine een hoge tol eist van wie werkt, o.a. in combinatie met opvoeding van de kinderen. Het voorgesteld familiekrediet is daarvoor wel een goed idee.
Moeten de zwakkeren het gelag betalen, terwijl grootverdieners in het regeerakkoord nog te veel gespaard blijven?
De nieuwe federale regering De Wever 1 weerspiegelt de uitslag van de verkiezingen. Dat is zowat het enige positieve en rationele. Wat volgt, is een verhaal vol paradoxen. Onwaarschijnlijk lijkt het. De man die nog in de campagne zei alleen zichzelf te vertrouwen, wordt de leider van een land dat volgens zijn partij niet hoeft te bestaan. De statuten van N-VA zijn helder: ‘N-VA kiest logischerwijs voor de onafhankelijke republiek Vlaanderen, lidstaat van een democratische Europese Unie.’ Van België is geen sprake in de fundamenten van de partij die De Wever zelf heeft opgericht én waarvan hij twintig jaar lang de voorzitter was.
Wij geloven niet dat iemand oprecht kan besturen wat hij zelf verwerpt. We geloven evenmin dat iemand de leiding kan nemen van een groep mensen waarvan hij alleen zichzelf vertrouwt.
De Wever beschikt over de gave om met groot sérieux het omgekeerde te poneren van wat hij eerder zei. Daarvan bestaan talloze voorbeelden. Het meest bekende is de riedel ‘het is allemaal de schuld van de socialisten’, de partij die hij nu in een bromans (*) omarmt en meesleurt in een verhaal dat enkel nog op machtswellust drijft.
Minister-president van Vlaanderen worden, leek Bart niet te interesseren. Premier van België worden, blijkbaar wel. “Je moet verantwoordelijkheid opnemen en iets doen met de macht die je wordt toebedeeld”, klinkt het – nog geloofwaardig ookuit zijn mond.
We zijn bereid dat aan te nemen, maar of we er beter van gaan worden, dat durven we te betwijfelen.
Het regeerakkoord is een neoconservatief manifest, met belastingverlichting voor wie geld heeft en verregaande besparingen op mensen in nood. De socialisten hebben de scherpste randjes ervan afgevlakt, maar de inhoud blijft rechtser dan ooit.
Als De Wever gedreven wordt door de macht, dan geldt dat nog meer voor de rode kameraden. Hun duivelspact levert hen bestuursmandaten in steden en gemeenten, in provinciebesturen, in de Vlaamse regering en nu ook op federaal niveau. Niet de mensen of het land worden daar beter van, wel het partijapparaat.
Maar laat ons niet te vroeg oordelen en de concrete bestuursdaden afwachten. eentje dient zich al aan. Nog voor de eedaflegging daagde kritiek over de eenzijdige samenstelling van de regering: enkel witte mannen in het kernkabinet en slechts vier vrouwelijke ministers versus elf mannen. Niemand van kleur, ook. De dramatische diversiteitsratio is niet alleen symbolisch problematisch, maar ondermijnt ook de geloofwaardigheid van een regering die beweert het land te willen besturen. In zijn reactie zagen we de Calimero in De Wever terug: “Dat is natuurlijk jammer. Ik had dit niet verwacht, voor mij is dit ook een verrassing. Het is aan de partijvoorzitters om de ministers aan te duiden.”
Zeven maanden onderhandelen over 200 pagina’s regeerprogramma, maar geen minuut afstemming over de samenstelling van de bestuursploeg? Deze regering weerspiegelt het resultaat van de verkiezingen, maar niet de samenstelling van de bevolking. Daarom is het een fiets zonder wielen. Hij raakt gewoon de grond niet.
Bart De Wever zal ongetwijfeld de geschiedenisboeken halen als een zoveelste symbool van het Belgisch surrealisme. Dat surrealisme is nu net waarom we zo van ons land houden. Maar houden we daarom ook van deze cynisch sarcastische premier De Wever 1?
(*) Bromans, een reality-reeks op ITV2
In het nieuwe regeerakkoord is een besparing van 1.6 miljard voorzien in asiel en migratie. Alle regeringspartijen vinden zich hierin, ook de socialisten.
Het anti-immigratiediscours leeft in heel europa. Benamingen als vluchtelingen, asielzoekers, migranten, illegalen, worden vaak op één hoop gegooid als ‘de gelukzoekers van buiten de eU’. (Soms duikt zelfs de term ‘criminelen’ op.) De hoop hier een beter leven te vinden, delen ze met elkaar, maar verder gaat het om een heel verscheiden groep. De nieuwe regering voorziet voor elke deelgroep strengere maatregelen. Wat telt, zijn lagere cijfers, de mensen achter die cijfers is men liever kwijt dan rijk.
Asielzoekers, die vanwege godsdienst, politieke overtuiging of seksuele voorkeur vervolging riskeren, kunnen als vluchtelingen erkend worden op basis van de Conventie van Genève. Ze moeten dan als europese burgers behandeld worden en krijgen een leefloon. Daar kan België niet omheen. Wel rekent het op het europese Migratiepact en intensere samenwerking met landen van herkomst en transitlanden, om het aantal asielzoekers terug te dringen. Ook de optie om solidariteit af te kopen houdt ons land open.
De geregistreerde, maar nog niet erkende asielzoekers hebben recht op bed, bad, brood en begeleiding. Nu al slapen mensen op straat, waar ze afhankelijk zijn van hulporganisaties en individuele initiatieven. Toch wil men de opvangcapaciteit nog drastisch verminderen, dit door enkel nog in collectieve opvang te voorzien en de kleinschalige opvang in steden en gemeenten weg te werken. Men gaat ervan uit dat mensen op straat zullen belanden, maar die
krijgen voedsel, medische hulp en juridische begeleiding. Behouden hulporganisaties en lokale initiatieven hun taak of neemt de overheid over?
Vluchtelingen voor geweld en oorlog kunnen het statuut van subsidiair beschermden krijgen. Zij zullen een bedrag ontvangen, lager dan het leefloon, en een bonus als ze voldoende integreren. Voor hen wordt, anders dan voor asielzoekers, de aanvraag tot gezinshereniging pas na 2 jaar mogelijk. De beperkte verblijfsvergunning zal strikter worden toegepast en herzien als de situatie in het thuisland verandert.
De veruit grootste groep van mensen buiten de eU bestaat uit arbeidsmigranten. Zij zijn hier op uitnodiging van werkgevers. Zij moeten voortaan een inburgeringstraject volgen, mogelijk in het land van herkomst zelf al te starten. Zij zullen de eerste 5 jaar geen sociale bijstand krijgen en de aanvraag voor gezinshereniging kan pas na 1 of 2 jaar, behalve
voor hooggeschoolden. Ook al oefenen mensen zonder papieren hier in het zwart een knelpuntberoep uit, dan nog is het niet mogelijk hier een legaal contract te krijgen. Daarvoor moeten zij terug naar het land van herkomst en moet hun werkgever de nodige papieren in orde brengen, een bijna onbegonnen opdracht. Voor de groep illegalen bestaat geen genade.
Tezelfdertijd ligt er een plan op tafel om de capaciteit van gesloten terugkeercentra voor uitgeprocedeerde asielzoekers en oorlogsvluchtelingen, illegalen te verdubbelen. Het verbod tot opsluiting voor gezinnen met kinderen wordt nog 2 jaar behouden -een wet die Groen in de vorige legislatuur had afgedwongenmaar komt dan misschien op de helling te staan.
Bedroevend is het dat de regeringspartijen unaniem de allerzwaksten in een verdomhoek duwen, maar het oneens zijn over een serieuze hoge vermogenstaks.
28 februari 2025 staat voor eeuwig op ons netvlies gebrand, als de dag dat de Oekraïense president Zelensky in het Witte Huis op een grove en onbeschaamde manier vernederd werd door Trump en zijn vicepresident Vance. Toen Trump begin dit jaar opperde de Amerikaanse militaire hulp aan Oekraïne te koppelen aan de toegang tot zeldzame aardmetalen voor om en bij de $ 500 miljard en zonder enige veiligheidsgarantie, kon niemand vermoeden dat het Witte Huis nog verder kon doordraaien.
Trump bestempelde Zelensky intussen als ‘een dictator zonder verkiezingen’ en nam volledig het met leugens gelardeerde discours van het Kremlin over. Zelensky zou niet eens door 4% van de Oekraïners gesteund worden. Niet Rusland maar Oekraïne begon de oorlog en is dus verantwoordelijk voor tienduizenden doden, nachtelijke bombardementen en een verlies aan grondgebied.
Trump stuurt aan op vredesgesprekken die gevoerd worden door de Russen en de Amerikanen, zonder betrokkenheid van Oekraïne of europa. Met één pennentrek doet hij ook belang-
rijke toegevingen. Oekraïne mag geen lid worden van de NAVO, het door de Russen bezette territorium blijft in Russische handen en er is onduidelijkheid wie dat vredesbestand zou moeten bewaken.
Intussen haalde vicepresident Vance ongehinderd uit naar europa. Op de Veiligheids-conferentie in München zei hij dat de bedreiging, die hem m.b.t. europa de grootste zorgen baart niet Rusland, China of enig andere externe speler is, maar “de bedreiging van binnenuit, de terugtocht van europa van enkele van zijn meest fundamentele waarden met name de vrije meningsuiting”. Het Witte Huis keert zich dus af van europa en bakt zoete broodjes met een dictator die al 11 jaar meedogenloos oorlog voert met Oekraïne.
Ook elders in de wereld, m.n. in Palestina en Gaza, beschermen de Amerikanen het Israëlische ‘apartheidsregime’. Trump wil van Gaza de meest welvarende Rivièra van de Middellandse Zee maken en ondersteunt de illegale bezetting van de westelijke Jordaanoever door Israël en zijn fanatieke kolonisten. Gazanen vormen daarbij een hinder en dus verplaats je hen best maar naar Jordanië of egypte.
Naast het gedogen van een regelrechte genocide wordt nu ook een deportatie van miljoenen mensen voorbereid.
Waar staan Europa en de Europese Unie in dit alles?
Op 2 maart 2025 probeerde de Britse premier Keir Starmer in Londen samen met 15 europese leiders, de Canadese Premier Trudeau, Navobaas Rutte, Commissievoorzitter von der Leyen en eU-president Costa een nieuw vredesplan voor Oekraïne uit te werken. Daarbij is er nood aan een “sterk OekraIne” dat blijft vechten en zo een sterke onderhandelingspositie inneemt. europa moet daarbij zorgen voor “veiligheidsgaranties” en wil een Amerikaanse “rugdekking” als laatste redmiddel. De hele retoriek blijft hangen in militaire en kritiekloze oorlogstaal.
Waar staan de groene partijen in dit alles?
Waar lees ik analyses die vertrekken vanuit onze pacifistische wortels? Alles draait enkel en alleen nog om defensie en het opkrikken van defensiebegrotingen naar inspanningen van 3 tot 5% van het BNP. Waar blijft het antwoord dat defensiebeleid alleen vredesbeleid kan worden, als het ingebed wordt in actieve vredesopbouw, met een versterking van de diplomatie en de uitbouw van een effectieve (Europese) vredesarchitectuur? En er is de noodzaak aan een multipolaire wereld, weg van het superieure westerse wereldbeeld. De erkenning ook dat toenemende bewapening onmogelijk een duurzame vrede kan waarborgen. Weg van het onzalige status quo van de huidige wereldorde.
Werk aan de winkel! Voor Groen, voor de groene fractie in het eP en voor de europese groene partij.
“Alles is politiek”. Zo zag ik het levensmotto van Paul. Elke vorm van maatschappelijke inzet geeft vorm aan onze samenleving en is dus politiek.
Door zijn onverdroten strijd in vele middenveldorganisaties overschreed hij zelf alle partijpolitieke grenzen. Hij stelde overal en altijd de (politieke) beleidslijnen in vraag. Steeds in het belang van de meest kwetsbaren. Van het wonderbureau van de CVP-jongeren over de SP tot Groen. Paul stelde de vraag ‘of de meest kwetsbare er wel bij voeren’. Het recht van de mensen was in alles wat hij deed zijn uitgangspunt. Bij dat wonderbureau worden steevast Martens, Dehaene en Miet Smet genoemd. Maar Paul Pataer, Ward Bosmans en Rita Mulier maakten er ook deel van uit. Zij volgden een weg trouw aan hun idealen. Ik leerde Paul kennen tussen 1978 en 1985 toen hij consequent voor de vakbond LBC had gekozen. Op de persdienst, met het maandblad ‘Ons Recht’, etaleerde hij zijn taalvirtuositeit. De pers zou altijd één van zijn grote liefdes blijven. Hij hield ook altijd een persbericht klaar om het syndicale werk toe te lichten. Zijn “Brief uit Brussel” (een rubriek in ‘Ons Recht’) was iets om naar uit te kijken. een vrolijke, kritische blik op het syndicale en maatschappelijke gebeuren. Scherp en niet altijd gesmaakt bij de leiding. In de non-profit heeft hij voor de doorbraak gezorgd, om los te komen van de ‘Caritas’-dominantie en de aanhorigheid bij de CVP. Hij maakte als eerste degelijke cao’s. Met o.m. de oprichting van een syndicale delegatie. Het beschermrecht voor délégués, om vrij te kunnen opkomen voor de rechten van personeelsleden. Bij de opvoedingsinstellingen werd er gezocht naar oplossingen voor cliënten en personeel. Hij organiseerde studie- en vormingsdagen over het maatschappelijk belang van de zachte sector. Samen organiseerden we betogingen tegen de besparingen in de opvoedingssector en tegen de hogere bijdragen die gehandicapten moesten betalen. Paul betrok ook altijd de Franstalige bonden onder het motto: l’union fait la force. Zo nam hij, samen met zijn Brus-
selse militanten, deel aan een betoging in Namen; tegen maatregelen in de gezondheidszorg en tegen de verantwoordelijke CVP-minister. De leiding van LBC had de deelname verboden. Paul pleitte dat de militanten in Brussel een gemeenschappelijk front hadden met CNe en SeTCA en dus niet anders konden dan deelnemen. Paul zocht steeds naar structurele oplossingen. Hij nam ons mee in het project ‘W-KAP-beweging’. (Werkgroep KatholiekeArbeidersPartij) De christelijke arbeidersbeweging zou loskomen van de CVP. een voorbode om de krachten te bundelen met de socialistische arbeidersbeweging. Dat hij tenslotte uitkwam bij Groen is logisch. Het sociale koppelen aan het ecologische. Voor hem was het de opdracht van Groen een meer travaillistische koers te varen. De arbeids-/ecologische strijd moest ervoor zorgen dat de meest kwetsbaren meegenomen worden in de maatschappelijke verbetering. Zorg voor het kwetsbare: mens, natuur en klimaat. een strijd in solidariteit. Zorg voor Moeder Aarde en haar bewoners. Je zou bij zoveel inzet haast denken: “Het leven is best wel zwaar”. Niet zo bij hem. Altijd spitsvondig met zijn kenmerkende humor. Ontwapenend. Aan Paul denkend: engagement, verbinding, humor, goede pen, gedocumenteerd, boven de politieke partijgrenzen. Vaarwel zachte, vasthoudende, rechtvaardige strijder voor de mensen die een waardig leven verdienen.
• We vernamen ook nog het overlijden van Guy Willems (1941-2025). Guy zette zich vanaf 2004 in als penningmeester van GroenPlus Oost-Vlaanderen. Ook was hij in 2010 de bereidwillige chauffeur van de volgcamionette, tijdens onze fietstocht, via de Leie, naar de Vlaamse Ardennen. Samen met Jos Deraedt organiseerde hij vanaf 2011 een vijftal bus-excursies over de taalgrens. Guy was een tijdlang bedrijfsrevisor voor GroenPlus. In zijn vrije tijd was hij een gepassioneerd diepzeeduiker. Guy is in strikte intimiteit begraven en werd bijgezet in het graf van zijn moeder, in Péruwelz (Hainaut).
Gebruik het Zilverblad om mensen bij Groen(Plus) te betrekken. Je kan het blad achterlaten in de bib, bij de dokter of op een plaats waar mensen samenkomen. Als je een artikel tegenkomt dat een vriend of een kennis kan interesseren, bezorg het hem/haar, of vraag een extra nummer aan.
Extra nummers kan je opvragen via zilverblad@groen.be, of geef een telefoontje aan Walter Decoene, 0487/68.29.45.
Postbode: niet bestelbare Zilverbladen graag terug naar ‘Henri De Braekeleerlaan 47a, 2630 Aartselaar.
Verantwoording
Tenzij uitdrukkelijk vermeld, berust de verantwoordelijkheid voor artikels en standpunten die in het Zilverblad verschijnen bij de steller ervan.
Zilverblad is een uitgave van GroenPlus voor 55+ leden van Groen. Het blad verschijnt in maart, juni, september en december en wordt bij drukkerij Gazelle gedrukt op CyclusPrint papier van 100% gerecycleerde vezels. Lay-out: info@bijdruk.be
Verantw. uitgever: Mieke Vogels, Fruithoflaan 120/1010, 2600 Berchem.
Eindredactie: Walter Decoene.
Werkten mee aan dit nummer: Joost Fillet
- Nel Rosiers - Rita Van de Voorde - Rik HolvoetWim D’haveloose - Mieke Vogels - Mark De Geest
- Etienne Hoeckx - Magda Wouters - Bart Staes - Joos Wauters - Frans Roggen.
Redactieraad: Bart Staes – Catherine Stepman
– Etienne Hoeckx – Frans Roggen – Ingrid Pira
– Joost Fillet – Magda Wouters – Mark De Geest
– Mieke Vogels – Rita Van de Voorde – Walter Decoene.
Foto’s/illustraties: Walter Decoene - Uitgeverij Ertsberg - Het Nieuwsblad - Bijdruk vzw
Op het internet?
Elk nummer verschijnt op www.groen-plus.be, website van GroenPlus, onder MEER LEZEN. En je vindt er ook nog heel wat andere interessante informatie.
Uitschrijven voor de papieren versie kan, met een berichtje aan: Redactie Zilverblad, p/a Henri De Braekeleerlaan 47a, 2630 Aartselaar, of een e-mail aan walter.decoene@gmail.com
FRANS ROGG e N
In de gazet stond dat oorlog een natuurlijk fenomeen is. Pardon? Wat raaskalt u? Ik moet toegeven dat der Krieg mij altijd gefascineerd heeft. Zoals een krimi of een verhaal van Edgar Allen Poe. Verhalen van de dark side. Als kind hadden we nog bompa’s met frontstrepen en vuurkruisen, al dan niet ‘gepakt van de gâs’. Vaders die aan het Albertkanaal hadden ‘gelegen’. Nonkels en tantes die door de kampen waren gegaan of door de mangel van de repressie waren gehaald. Maar een natuurlijk fenomeen? Nog niet bijkans! “Oorlog is de verbeesting van de mensch”, zei madammeke Wagemans.
Si vis pacem, para bellum. Ik denk niet dat E.H. Claessens, die deze spreuk op het bord schreef, ons wilde voorbereiden op een carrière als reserveofficier. ’t Ging hem waarschijnlijk over de vervoeging van het werkwoord ‘velle’. ‘Wilt gij de vrede, bereid dan den oorlog voor.’ Dat kwam uit ‘De re militari’ van de Latijnse schrijver Vegetius, die voor zijn keizer een aantal weetjes had verzameld over het Romeinse leger en over de paardenfokkerij. Het Romeinse Rijk had het toen moeilijk: invasies van de Barbaren en burgeroorlogen à volonté. Het heeft niet mogen baten. Het Rijk ging ten onder. Plato schreef een paar honderd jaar eerder dat alle staten zich in een voortdurende toestand van oorlog bevonden. Er werd misschien niet altijd gevochten maar ’t was goed dat je besefte, zoals de burgemeester van Tienen, dat het wapengekletter alleen maar voorlopig is opgehouden en dat wie de oorlog verliest zeker niet jarig is. Integendeel. Ook Immanuel Kant dacht in die trant terwijl hij droomde van de eeuwige vrede. Maar dat is allemaal zo lang geleden, toch? Nee dus.
Er heerst somberte alom, in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen. Je kan beter De Witte terug lezen of beestenfilmpjes bekijken op Facebook. Voor de rest is het alleen maar buikpijn en miserie! Vooral met die grappige orang-oetan Trump in het Witte Huis. Waarom willen die mannen toch allemaal een afspraak met de geschiedenis? Als de wereld het overleeft komen ze zeker in de boekskes. En anders hebben wij brute pech gehad, ook de Grootouders voor het Klimaat. Heel mijn leven ben ik een pacifist geweest. Een gewetensbezwaarde die er zeker van was dat oorlog een virus was, iets wat je met een goed vaccin uit de wereld kon helpen. Als iedereen dienstweigeraar werd, moesten Nixon and the Netanyahu’s zelf maar wat oorlogje gaan spelen. Dat denk ik nog altijd. Dat Kant en Plato oorlog de normaalste zaak ter wereld vonden, dat was Toen en wij leven Nu. Had Churchill vrede moeten sluiten met Hitler? Nee, natuurlijk niet. Hitler was een moordenaar. Ja. (En wat met Milošević, Abu Bakr al-Baghdadi? Of Poetin en consorten?) Weten zij dan niet dat vrede de norm is? Vraag het aan Tom Sauer, maar zorg ervoor dat Theo Francken je niet hoort. Want die lacht je geheid uit. Waarom schrijft Jos Geysels daar geen troostende brochure over?
Ik snap er de ballen van. Wat wil de mens? Onze tijd op aarde loopt af. ’t Is al zo erg om je eigen volk onderweg te verliezen. Uit slordigheid? Omdat ze zaten te gsm’en aan het stuur? Omdat het zo moest zijn? Maar toch niet door oorlog. Hoe belachelijk is dat? Ik vind het onuitstaanbaar dat iemand mij daarom tot de orde der naïevelingen rekent. Zeker dat sympathieke neefje van mij op defensie. “Thejoke,” zeg ik hem, “het moet zijn: Para Pacem! Vrede moet je voorbereiden. Ontwapening Nu! Of hoor je niet goed?” (In onze familie worden ze vroeg doof.)
‘Si vis pacem, para bellum’ was het motto van de Deutsche Waffen- und Munitionfabriken. DWM was een belangrijke wapenleverancier tijdens het Duitse Keizerrijk (1871-1918). Hun belangrijkste product was de ‘parabellum’, een pistool gemaakt in vele varianten, naar een ontwerp van Georg J. Luger.