Column
Markt en Overheid terug op de agenda Trailer We leven in een barre tijd. De Coronacrisis is nog lang niet voorbij, waardoor een oud thema weer in het debat komt: markt en overheid. De markt kan de economische gevolgen van de crisis niet oplossen, dus wordt er naar de overheid gekeken, maar die verkeert zelf ook in moeilijkheden. Hoe moet dat nu verder?
FIRM, juli 2020 Door: Hans van Mierlo
Economische gevolgen van de Coronacrisis We beleven barre tijden. De Coronacrisis heeft grote economische gevolgen. De lockdown, intelligent of niet legt hele bedrijfsectoren stil. Vooral de horeca en de kunst- en cultuursector hebben zwaar te lijden zwaar. Met financiele steunmaatregelen probeert de nationale overheid nagenoeg alle bedrijfsectoren overeind te houden en door moeilijke tijden heen te helpen. Deze maatregelen zijn in principe tijdelijk in de verwachting dat de crisis ook tijdelijk is. Maar ook als de crisis voorbij is, verwacht ik fundamentele economische structuurveranderingen. Thuiswerken en online-studeren heeft een grote vlucht genomen en worden straks onderdeel van het nieuwe normaal. Ons reisgedrag zal blijvend veranderen, ons uitgaansgedrag ook. De markt verandert. Online winkelen verdrijft fysiek winkelgedrag en maakt het onze middenstand en onze binnenstad moeilijk. Schumpeter krijgt eens te meer gelijk met zijn typering van dynamisch kapitalisme als een proces van ‘creative destruction’.
Van Markt naar Overheid Markt en bedrijfsleven zullen radicaal moeten veranderen en dat gaat niet vanzelf. Wij consumenten dwingen 14
daartoe met onze gedrags- en consumptiepatroonveranderingen die door de Coronacrisis en de overheidsmaaatregelen daartegen, in zorg, gezondheid en economie worden gestimuleerd. Maar de overheid verkeert zelf overal ter wereld in grote problemen. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werd de economische theorie van het marktfalen ontwikkeld vanuit de moderne welvaartstheorie (‘new Welfare Economics’). De markt faalt bij externe effecten, concurrentiebeperking en monopolievorming, negatieve externe effecten, assymmetrische informatie tussen consumenten en producenten, nieuwe ongelijkheid in de inkomens- en vermogensverdeling. Daar kan en moet de overheid van alles aan doen met prijsmaatregelen, allerlei juridische regelgeving en desnoods marktovername. In de optimistische jaren zestig kon de overheid alle marktproblemen oplossen. De ontnuchtering kwam al snel. In die jaren zestig groeide de overheidsector snel. In West-Europa werd de verzorgingsstaat uitgebouwd: sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidzorg, volkshuisvesting, kunst en cultuur, infrastructuur. De Verenigde Staten volgde op afstand. Daar werden de gebreken van ‘Big Government’ snel en het eerst zichtbaar. De arme belastingbetaler
JULI 2020 FIRM