4 minute read

Markt en Overheid terug op de agenda

Trailer We leven in een barre tijd. De Coronacrisis is nog lang niet voorbij, waardoor een oud thema weer in het debat komt: markt en overheid. De markt kan de economische gevolgen van de crisis niet oplossen, dus wordt er naar de overheid gekeken, maar die verkeert zelf ook in moeilijkheden. Hoe moet dat nu verder?

FIRM, juli 2020 Door: Hans van Mierlo

Advertisement

Economische gevolgen van de Coronacrisis We beleven barre tijden. De Coronacrisis heeft grote economische gevolgen. De lockdown, intelligent of niet legt hele bedrijfsectoren stil. Vooral de horeca en de kunst- en cultuursector hebben zwaar te lijden zwaar. Met financiele steunmaatregelen probeert de nationale overheid nagenoeg alle bedrijfsectoren overeind te houden en door moeilijke tijden heen te helpen. Deze maatregelen zijn in principe tijdelijk in de verwachting dat de crisis ook tijdelijk is. Maar ook als de crisis voorbij is, verwacht ik fundamentele economische structuurveranderingen. Thuiswerken en online-studeren heeft een grote vlucht genomen en worden straks onderdeel van het nieuwe normaal. Ons reisgedrag zal blijvend veranderen, ons uitgaansgedrag ook.

De markt verandert. Online winkelen verdrijft fysiek winkelgedrag en maakt het onze middenstand en onze binnenstad moeilijk. Schumpeter krijgt eens te meer gelijk met zijn typering van dynamisch kapitalisme als een proces van ‘creative destruction’.

Van Markt naar Overheid Markt en bedrijfsleven zullen radicaal moeten veranderen en dat gaat niet vanzelf. Wij consumenten dwingen daartoe met onze gedrags- en consumptiepatroon- veranderingen die door de Coronacrisis en de overheids- maaatregelen daartegen, in zorg, gezondheid en economie worden gestimuleerd. Maar de overheid verkeert zelf overal ter wereld in grote problemen. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw werd de economische theorie van het marktfalen ontwikkeld vanuit de moderne welvaartstheorie (‘new Welfare Economics’). De markt faalt bij externe effecten, con- currentiebeperking en monopolievorming, negatieve externe effecten, assymmetrische informatie tussen consumenten en producenten, nieuwe ongelijkheid in de inkomens- en vermogensverdeling. Daar kan en moet de overheid van alles aan doen met prijsmaatregelen, allerlei juridische regelgeving en desnoods markt- overname. In de optimistische jaren zestig kon de overheid alle marktproblemen oplossen.

De ontnuchtering kwam al snel. In die jaren zestig groeide de overheidsector snel. In West-Europa werd de verzorgingsstaat uitgebouwd: sociale zekerheid, onderwijs, gezondheidzorg, volkshuisvesting, kunst en cultuur, infrastructuur. De Verenigde Staten volgde op afstand. Daar werden de gebreken van ‘Big Government’ snel en het eerst zichtbaar. De arme belastingbetaler

Prof Dr J.G.A. van Mierlo is hoogleraar Openbare Financiën aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Universiteit Maastricht. Hij is coördinator van de Maastrichtse Bachelor- en Masteropleiding Fiscale Economie. Daarnaast is hij expert in onderwijs en praktijk van (ook Fiscaal) Beleidsevaluatieonderzoek.

Hij zou op vrijdag 3 juli van dit jaar zijn afscheidsrede hebben gehouden in de Aula van de Universiteit Maastricht en wordt per 1 september honorair hoogleraar.

E-mail: h.vanmierlo@maastrichtuniversity.nl

kon opdraaien voor de expansieve kostenstijging die daarmee gepaard ging. Hij werd uitgeknepen als een citroen. Dat leidde tot de ‘Taxpayers Revolution’ in Californie onder het tweevoudige gouverneurschap van Ronald Reagan. Die werd er zelfs president mee met het beroemde motto: “Government is not the Solotion, Government is the Problem!” van zijn eerste inaugurele rede. Tezelfdertijd werd de economische theorie van overheidsfalen ontwikkeld. Milton Friedman zei in de jaren zestig al: “Sometimes the intervention to solve or prevent an externality causes a bigger externality then the original externality itself!”

Over dit thema heb ik twintig jaar lesgegeven op SBE aan Bachelor- en Master-studenten van bijna alle faculteiten, ook FASoS en FdR. Het was ook steeds de rode draad van mijn consultancy-werk voor IMF en Wereldbank, Europese Unie en Ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik heb daarvan geleerd dat er geen definitieve en eeuwigdurende oplossingen zijn in het debat over Marktfalen versus Overheidsfalen. Dat hangt af van sector, cultuur, technologie en structuur. Niet in de laatste plaats ook van de geschiedenis en traditie van een land. Dat verschilt allemaal ook van geval tot geval... Voor mij ligt een interview met Leo Stevens, emeritus-hoogleraar Belastingrecht aan de ErasmusUniversiteit Rotterdam. Mijn naaste collega toen ik in de jaren zeventig daar ook werkte, maar dan in de Openbare Financien. De krant kopt met een letterlijk citaat van hem: “Er is te veel wantrouwen bij de fiscus”. De Belastingdienst is een beetje kop van jut geworden in de hele discussie over het niet of slecht functioneren van bijna alle uitvoeringsorganisaties van onze overheid. Rijksdiensten, sociale zekerheid, onderwijs, zorg, volkshuisvesting, kunst en cultuur, ons rechtssysteem, en ga zo maar door in een eindeloze rij. Door de politiek worden zij onder de kiezers- druk steeds meer opgezadeld met bijkans onuitvoerbare taken. De Belastingdienst waar wij in de jaren zeventig zo trots op konden zijn is het grootste slachtoffer van deze ontwikkeling. Ik zeg altijd: “Je krijgt terug wat je geeft!” Dat geldt niet alleen in menselijke relaties maar ook voor organisaties. Een overheid die zijn burgers tegemoet treedt als zijn zij allemaal boeven, krijgt op den duur alleen maar boeven terug... Er is nog heel veel te doen in de publieke sector, niet alleen bij de Belastingdienst. Aan de slag dus en niet bij de pakken neerzitten!

This article is from: