2 minute read

EEN ZELFBEWUSTE FACULTEIT MET EEN SLAGKRACHTIG BESTUUR

Op 1 augustus 2024 neemt prof. Wim Dewulf de fakkel over van prof. Bert Lauwers als decaan van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. De rustige vastheid waarmee de huidige decaan de jonge multicampusorganisatie op de kaart heeft gezet, zal evolueren naar een andere vorm van leiderschap. “We mogen best trotser zijn op onze eigenheid waarmee we voor verrijking zorgen in de universiteit”, vindt de decaan-elect.

Onze faculteit staat als een huis”, zegt prof. Dewulf. “De programmahervorming zorgde voor vernieuwing, afstemming en verbondenheid. Tegelijk behielden de campussen hun complementaire eigenheid. Overal leeft een bijzondere aandacht voor een leerproces en competentieontwikkeling die verder gaat dan een opeenvolging van individuele vakken. De diversiteit van het docentencorps garandeert de ontwikkeling van zowel academische als professionele vaardigheden die maken dat onze industrieel ingenieurs op vele fronten inzetbaar zijn en bijgevolg uitstekend in de markt liggen.”

Dezelfde toepassingsgerichtheid heeft volgens prof. Dewulf ook het onderzoek op de campussen in een stroomversnelling gebracht. “De evolutie van onze onderzoeksoutput is zonder meer spectaculair. Het aantal doctoraten verdrievoudigde en de projectomzet verdubbelde. Wanneer we de balans opmaken van tien jaar FIIW, dan is het resultaat onmiskenbaar positief.”

Analytisch

Prof. Dewulf startte in 2005 als docent aan de toenmalige hogeschool Groep T in Leuven. Daar ontpopte hij zich snel als een gedreven lesgever en een gepassioneerd pleitbezorger voor betrokken, activerend en innoverend onderwijs. In het Departement Werktuigkunde verdiende hij zijn sporen als onderzoeksleider in Life Cycle Engineering, kwaliteitscontrole en eco design. Verder kan hij bogen op een rijke ervaring op verschillende beleidsniveaus. Zo was hij programmadirecteur Elektromechanica tijdens de curriculumvernieuwing (2017-2020), campusvoorzitter van Groep T (2020-2024) en lid van diverse commissies en raden. Het gaf hem de kans een wijdvertakt netwerk uit te bouwen in zowel de academische wereld als in het bedrijfsleven.

Zijn medewerkers en collega’s typeren de volgende decaan als iemand met een uitgesproken systeem-analytische geest die van daaruit een visie kan ontwikkelen die hij breed aftoetst en vervolgens duidelijk communiceert. Hij deinst er niet voor terug standpunten in te nemen, knopen door te hakken en krijtlijnen uit te tekenen. Dat doet hij met de nodige aandacht voor verbondenheid en welbevinden. De volgende decaan is niet alleen een people manager maar ook een team player.

Marketing

Helemaal boven op het prioriteitenlijstje van de volgende decaan staat de rekrutering van nieuwe studenten. “De aantrekkingskracht van onze Nederlandstalige opleiding is bij de generatiestudenten de voorbije tien jaar met 20% afgenomen.

Het enthousiasmeren van jong talent voor onze opleiding is voor mij een absolute prioriteit. We hebben een volwaardige marketingstrategie nodig die de diversiteit en de complementariteit van de campussen ten volle uitspeelt en tevens actief inzet op op co-influencers en andere stakeholders als leraren, ouders, alumni , …”

Internationaal is er volgens prof. Dewulf ook nog werk aan de winkel. “We zijn uiteraard heel blij met de groeiende buitenlandse instroom in onze Engelstalige bacheloropleiding. Dankzij de snelle evolutie van het onderzoek blijven eveneens onze internationale contacten toenemen. Maar het is nog teveel eenrichtingsverkeer. De uitgaande studentenmobiliteit ligt met 5% ruim beneden de universiteitsbrede doelstellingen. Een verdubbeling moet volgens mij haalbaar zijn.”

HR beleid

Een organisatie kan pas floreren wanneer de medewerkers hun talent optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien en daarvoor gewaardeerd worden. Dat is algemeen bekend. Er bestaan mooie voorbeelden van in de faculteit en op de campussen. Toch kan op dit punt nog een tandje bijgestoken worden, vindt prof. Dewulf. “We moeten inzetten op een HR-beleid dat voorrang geeft aan talent en competenties, dat voorziet in coaching van startende collega’s en in een professionele ondersteuning gedurende de verdere loopbaan.”

Een beleid voeren dat daadkracht combineert met draagvlak beschouwt de komende decaan als een grote -zo niet de grootste- uitdaging tijdens zijn ambtsperiode. “De voorbije tien jaar zijn de campussen naar elkaar toegegroeid en hebben ze elkaars eigenheid beter leren kennen én waarderen. Als jonge telg van de 600jarige Alma Mater tellen we mee. Maar onze multicampuscontext en implementatiegerichtheid vragen om oplossingen die niet altijd op of langs de begane paden te vinden zijn. Het is belangrijk dit steeds bij het universitaire beleid te blijven benadrukken.”

Yves Persoons

This article is from: