JONG & IS
Een co-creatie van bijzondere mensen tussen 4 en 104 jaar oud


Een co-creatie van bijzondere mensen tussen 4 en 104 jaar oud
Dit magazine rapporteert over een cocreatie tussen bewoners van het woonzorgcentrum Immaculata in Edegem, hun begeleiding, de kinderen en kleinkinderen van het personeel, de begeleiding van de speelweek en wij als studenten van de Educatieve Master Beeldende Kunsten Antwerpen.
Tijdens ons proces zijn we via verschillende handelingen in interactie gegaan met bewoners, de kinderen van het personeel en hun begeleiding. We willen jullie graag laten kennis maken met onze organische werkwijze die bestaat uit verschillende fases:
We nemen jullie mee door iedere fase van deze cocreatie.
We nodigen graag studenten, kunstenaars, kunst-educatoren, onderwijzers, museummedewerkers en andere geïnteresseerden uit om mee te beleven wat wij hebben ondervonden: interactie met mensen op leeftijd werkt inspirerend, doet (opnieuw) vertragen en verwonderen. Jong en oud samen doen creëren, brengt kleur en leven. Hopelijk kan dit project jullie inspireren en/of aanmoedigen om gelijkaardige samenwerkingen te realiseren.
‘M HKA wilde niet enkel een ‘uitleendienst’ zijn van kunstwerken maar deed zelf het voorstel aan het woonzorgcentrum Immaculata om hedendaagse kunstenaars te koppelen aan bewoners. Zo worden meerdere bewoners bereikt, het biedt de kans aan kunstenaars om zich te laten inspireren voor nieuw werk en wederom kunnen deze ervaringen leiden tot het (nog) beter afstemmen van onze rondleidingen op maat voor mensen met dementie in het museum zelf.’
-Piet Van Hecke
‘Wie vindt wat hij zoekt, doet gewoonlijk een goed werk van een scholier: denkend aan wat hij wenst, verwaarloost hij dikwijls de tekens, vaak minieme, die iets anders aandragen dan het object waar hij op uit is. De echte onderzoeker moet aandacht weten te besteden aan tekens die het bestaan zullen onthullen van een verschijnsel dat hij niet verwacht’
‘Ik denk dat als je je tijd spendeert aan zaken waar je zelf vol van bent, dit op een natuurlijke manier overbrengt op je omgeving. Ik had nooit gedacht dat ik zo’n respons ging krijgen. Ik denk dat het een natuurlijke uitwisseling was van gedeelde interesses.’
- Kunstenaar in residentie, Leo Reijnders
Ons onderzoek begon bij de Collectieve Collectie, een participatieve werkwijze die Kristof Van Gestel toepast bij verschillende doelgroepen. In samenwerking met de bewoners van de woonzorgcentra in Deurne, kozen ze alledaagse objecten die samengesteld werden tot stillevens. Afhankelijk van de verbeelding en geschiedenis van de deelnemer kregen de stillevens een betekenis. Kristof documenteerde deze composities door ze te fotograferen en er posters van te maken.
Hij inspireerde ons om aan de slag te gaan met de doelgroep ‘senioren’. We toonden interesse om zijn praktijk in de woonzorgcentra te volgen: we wilden zijn methode beter begrijpen. Kristof merkte op dat deze doelgroep niet eenvoudig te bereiken was. Dit konden we na het bijwonen van zijn project in Deurne mee ondervinden. Van daaruit kwamen de eerste vragen: Hoe kan je ‘senioren’ motiveren om creatief aan de slag te gaan en wat voor meerwaarde kan een participatief kunstproject voor hen betekenen?
We besloten gelijkaardige projecten te bestuderen en er zelf op uit te trekken buiten een zorginstelling, op zoek naar loslopend (g)oud. Op café en in het park liepen we willekeurige mensen tegemoet die er ouder uitzagen dan wijzelf, meestal opvallend door rimpels en haarkleur. We portretteerden hen en maakten een aandenken van onze ontmoeting. We vroegen ook naar hun dromen, verwezenlijkingen en op welke manier ze graag zouden deelnemen aan een kunstproject. Op deze manier deden we empathisch onderzoek.
Na deze ontmoetingen stelden we ons de vraag ‘Hoe stellen we een groep ‘senioren’ samen voor ons kunstproject? Wat verwachten we van hen?’. Door corona en het aanbreken van de winter vonden we het ook minder evident om buiten de setting mensen aan te spreken.
De kunstenaar Bart Lodewijks deed ons onrechtstreeks de stap zetten naar een woonzorgcentrum. In het boek: ‘Merelbeke
-tekeningen, Een kleine geschiedenis in grote letters’, vertelt hij over zijn bijzondere ontmoetingen met de bewoners van een woonzorgcentrum in Merelbeke. Bart maakte er grootschalige, abstracte, lineaire krijttekeningen in kamers, gangen en op muren. Zijn ontwapenende aanpak sprak ons enorm aan.
“Het blijft onbenoembaar wat mij zo naar de afdeling voor mensen met dementie trekt. Het heeft te maken met stilstand, terugtrekken van de wereld die doordraait.”’ (Uit het boek: Merelbeke-tekeningen, p. 48)
We wilden vooral voelen hoe ontmoetingen met senioren ons zouden beïnvloeden als beeldende kunstenaars. We kregen binnen het WZC Immaculata de kans om een veldonderzoek te doen. Daar ondervonden we welke omstandigheden bevorderlijk zijn voor een samenwerking tussen een kunstenaar en een bewoner.
We maakten kennis met Museum E!, een project in WZC Immaculata met M HKA als partner. De E! staat voor het laten ervaren van kunst door bewoners, bezoekers, familie, personeel en andere geïnteresseerden. Dit doen ze op 3 verschillende manieren: - door een selectie van kunstwerken uit het M HKA tentoon te stellen binnen WZC Immaculata zelf. - door vitrinekasten aan de voordeur van kamers te bekleden met objecten aan de hand van de biografie van een bewoner. - door kunstenaars in residentie uit te nodigen voor een aantal maanden.
We deden exploratief onderzoek door interviews af te nemen van enkele kunstenaars in residentie, een maatschappelijk werker van WZC Immaculata en publieksbemiddelaar Piet Van Hecke van het M HKA. Piet bezorgde ons een handleiding van gidsen bij dementerenden in het M HKA dat ons bijkomende inspiratie bood.
In het WZC Immaculata werkten we nauw samen met een ergotherapeut, een zorgkunstenaar en de gastvrijheidscoaches van de afdelingen Calla en Freesia.
Voor ons was het belangrijk te werken met een open blik en luisterend oor, ontvankelijk voor wat bewoners ons brengen. ‘We zien wel’, was onze leuze.
Het eerste wat we deden, was de bewoners ontmoeten of zoals wij het zagen ‘ont - moeten’. Participeren kon voor iedereen binnen zijn mogelijkheden. Het betekende niet enkel creatief zijn, maar ook kijken, voelen en iets doorgeven aan elkaar. Niets moest, alles was mogelijk, vandaar de verwijzing naar ontmoeten.
Bij wijze van situatieschets, bewoners op de af deling Calla van WZC Immaculata zijn mensen die fysiek hulpbehoevend zijn: mensen in een rolstoel, blind tot slechtziend of mensen met een verlamming. Soms vertonen ze ook eerste tekenen van dementie. Op de gesloten afdeling Freesia verblijven mensen met dementie.
Doorheen ons proces wilden we de mogelijkheid exploreren om ook kinderen te betrekken in ons project en op deze manier de samenwerking te verruimen. In de paasvakantie was er een speelweek voor kinderen en kleinkinderen van personeel gepland. Op deze manier konden we een uitwisseling organiseren.
Per duo gingen we op de afdelingen met een gastvrijheidscoach mee op stap en spraken bewoners aan op de gang, in hun kamers en in de gemeenschappelijke living. We tekenden hun portretten en luisterden naar hun verhalen. Sommige bewoners tekenden mee.
De gastvrijheidsheidscoaches die op de afdelingen werken, maakten een belangrijk deel uit van onze ontmoetingen. Dankzij hen hebben we meer mensen kunnen bereiken.
Voor sommige bewoners is het moeilijk om deel te nemen aan participatieve projecten omdat ze er niet zelfstandig naartoe kunnen en door begeleiding gebracht worden.
Via het tekenen leerden we de bewoners beter kennen, maar er was nog geen participatie of weinig gedeelde activiteit.
Op een van onze ontmoetingen vertelde een bewoonster over haar passie voor het maken van kleien beeldjes. Ze toonde ons haar creaties en even later stond ze met haar handen in een emmer klei te graaien. Deze dame bezorgde ons de ingeving om met klei te werken. Het leek ons een dankbare materie om mee aan de slag te gaan. Iedereen kan met klei werken: het is laagdrempelig en tactiel.
Met klei werken doet appel op verschillende zintuigen zo bleek. Een blinde man werd emotioneel tijdens het creëren van een beeldje: ‘Lang geleden dat ik nog eens iets kon maken’ zei hij. Een andere bewoner met slechts één functionerende arm, produceerde vele beeldjes. Hij kreeg er maar niet genoeg van!
Sommige dames op de afdeling voor dementerenden leken nog nooit klei te hebben vastgehouden. Klei voelen en bolletjes draaien was genoeg om zich over te verwonderen. Zo, was er bijvoorbeeld een dame die van de klei bleef proeven.
Bij de kinderen lag de uitdaging meer bij het verbeelden van hun ideeën.
- Sarah, 6 jaar
‘Ik vond kleien fijn, omdat de klei zo zacht was.’
Om een uitwisseling mogelijk te maken tussen het werk van de bewoners en de kinderen, stelden we voor om elkaars beeldjes te schilderen.
De fantasie van de kinderen bleek aanstekelijk voor kleurrijke, speelse en frisse schilderingen op de beeldjes van de ouderen.
‘Kunst is de expressie van de persoonlijke emotie. Ik heb de intentie gehad om dat te maken!’
- Reactie van bewoner Karel, 83 jaar
De bewoners reageerden enthousiast en werkten in dezelfde lijn verder. Zowel tijdens de speelweek met de kinderen als bij onze ontmoetingen met de bewoners zat de sfeer er goed in. De ouderen die niet zo goed durfden schilderen of moeilijkheden ondervonden, werden ondersteund door ons of door een gastvrijheidscoach, dit versterkte de samenwerking en verbondenheid.
Onze intentie was om het stapelen van de beeldjes zelf te cureren. Dit gebeurde naar aanleiding van wat we zagen bij Kristof Van Gestel zijn werkwijze: het fotograferen van de compositie en de manier van presenteren besliste hij zelf.
Nieuwsgierige bewoners kwamen deze fase toch bijwonen en kozen mee de volgorde van de beeldjes. Op deze manier kregen bewoners opnieuw ruimte voor creativiteit en individuele inbreng, zoals bij de vorige fases.
‘Al dat daar tussen zit eh, zoveel verschillende dingen die toch een eigen betekenis hebben. Ik vind dat heel apart!’
- Reactie van een bewoner
Door het stapelen van de verschillende werkjes, werd het plots één geheel en kreeg het werk de vorm van een totempaal.
‘Natives gaan niet naar optredens, ze zingen zelf’
- citaat Kristof Van Gestel/Dirk Ghekiere
Kristof Van Gestel maakte ons attent op de betekenis van participatief werken. Als mensen een museum betreden, bewonderen ze kunstwerken. Als mensen deelnemen, kunnen ze zich verwonderen over hun eigen kunnen of dat van een ander, door in interactie te gaan met elkaar. Ze voelen zich persoonlijker betrokken dan wanneer ze iets staan te bekijken dat ze zelf niet zouden kunnen.
Doorheen het gehele proces merkten we dat participatief werken betekent dat zich ‘verwonderen’ doet bewegen en ‘bewonderen’ veeleer verwijst naar van op een afstand beleven. Bij de onthulling van onze beelden op de beide afdelingen waren de reacties grappig, poëtisch, doodeerlijk en raak.
De bewoners van de afdeling Freesia wisten niet meer dat ze hadden meegewerkt aan de beelden. Als ondersteuning gebruikten we de handleiding om te gidsen aan mensen met dementie van het M HKA. De bewoners benaderden het kunstwerk alsof ze het voor de eerste keer zagen.
Luister hier naar bewoners van afdeling Calla tijdens het stapelen!
Als collectief zit er ook een verlangen om te tonen wat we samen maakten: niet alleen het resultaat, maar vooral ook het proces. Op deze manier kunnen we aantonen dat een cocreatie tussen verschillende leeftijden zinvol is. Hoe laagdrempeliger je werkt, hoe meer deelnemers je kan bereiken.
Binnen Immaculata zelf krijgt een deel van het werk een plaats in de inkomhal, zoals de kinderen wensten, omdat ze de beelden interpreteerden als een totempaal die functioneert ter bescherming, en als verwelkoming. Een ander deel van de cocreatie gaat naar de gesloten afdeling Freesia, zodat ook zij zich kunnen blijven verwonderen over de fantasierijke beelden.
In het M HKA tonen we in november ook onze cocreatie, om geïnteresseerden warm te maken om aan de slag te gaan met ‘senioren’. Om de evidentie te tonen dat participatief werken van maatschappelijk belang is. Om burgers nog actiever te betrekken in het cultureel leven, waarbij partners gelijkwaardig zijn van productie tot uitvoering van een cocreatief project.
Beluister hier de gesprekken met de kinderen tijdens de speelweek!
We stelden vast dat een persoonlijke aanpak en vooral het nemen van tijd goed werkte. Een persoonlijke aanpak kenmerkte zich door mensen rechtstreeks aan te spreken en door goed te luisteren. Tijd nemen betekende: meezeilen op het ritme van de bewoners, vertragen, met kleine stapjes verder werken aan het project, zien waartoe het leidt.
We leerden tijd nemen om mensen te leren kennen, alsook zelf even de ‘tijd’ vergeten om hun wereld te verkennen. Het begrip ‘deelnemen’ leerden we breder bekijken: erbij komen zitten, kijken, luisteren en voelen, is ook deelnemen.
We merkten dat onze omgang met dementerenden verschilde van de manier van omgaan met niet-dementerenden of beginnend dementerenden. Onze verwachtingen werden bijgeschaafd. Bij mensen met dementie moesten we sterk bewegen vanuit het hier en nu. Bij mensen met een fysieke beperking zochten we naar een aangepaste manier van begeleiden. Het ging om wederzijds vertrouwen opbouwen om ze mee te nemen
Kunst en een woonzorgcentrum zijn 2 totaal tegengestelde werelden. In het woonzorgcentrum is er een strakke planning: eetmomenten, de krant die voorgelezen wordt, een kappersbezoek, de pedicure die langskomt, de kiné enz. En dan… komen er plots kunstenaars langs met een idee en een houding van ‘We zien wel!’.
Als kunstenaars wilden we een duidelijk onderscheid maken tussen een artistiek pedagogisch project en knutselactiviteiten van een animatieteam. Het was voor ons een uitdaging om niet te vervallen in gelijkaardige workshops. Waar die grens ligt, is een boeiend onderwerp om over na te denken. We hebben ondervonden dat de grenzen soms vaag zijn en bewaakt moeten worden. Met andere woorden: het resultaat lag niet helemaal op voorhand vast. Het proces vonden we even belangrijk als het eindresultaat, maar we wilden genoeg ruimte laten voor verwondering en verrassingen. Dat is ons gelukt!
Voor ons was het bijzonder om te voelen hoe fragiel connecties waren met bewoners. Mensen waarmee je een fijn gesprek had een week voordien, konden helemaal anders reageren in een volgende ontmoeting.
Ook de traagheid die er heerst in de gangen, livings en tussen mensen, had een impact op ons. We leven in een gejaagde wereld met veel verplichtingen. In het WZC was het eerder tijdloos ageren, sterk vanuit het hier en nu. We vonden dit een verademing en tevens een kleine levensles: vertraging draagt bij tot nieuwe inzichten bekomen en voelenwat je graag doet.
Het is een bijzonder leerrijke ervaring geweest waarbij ieder van ons als deelnemer zijn of haar betekenis gaf aan deze co-creatie. Benieuwd wat de kijker er als betekenis aan schenkt.
Beluister hier de verwondering van de bewoners op de afdeling Freesia!
Tot slot willen we graag iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan ons project.
Collectief ‘Jong en oud is goud’: Bele Bardenheuer, Lynn Gabriels, Sarah Budts en Yoni De Muynck
Docenten: Lore Suls, Chloé Lybaert, Lou Gils, Liesbet De Pooter, Indra Wolfaert, Stijn Vanbrabant, Catherine De Somer, Lieven Vercauteren, Ludovik Colpaert en Laetitia Geerts
Alle kinderen & de bewoners van afdeling Calla en Freesia
Begeleiders speelweek: Eva Van Lith en Emilie Nagels
Begeleiders: Anneke Blennerhassett, Lotte Van Mechelen, Karolien Frederiks, Evy Van Heurck, Jente De Graef en Max Cassiers
Externen: Kristof Van Gestel, Geert Lemahieu en Piet Van Hecke
Foto’s en vormgeving magazine: Lynn Gabriels