



Inleiding Stuivenberg en buurt 2060
Leporello’s door 2060
Conclusie
Toonmoment Colofon
INLEIDING
De voorbije acht maanden voerden wij, vijf studenten van de Educatieve Master Beeldende Kunsten, als collectief een Artistiek Pedagogisch Onderzoek uit met als centrale thema ‘Thuis in 2060’.
We werkten samen met Hans Jackmaert, een verpleegkundige met een passie voor verven met plantaardige grondstoffen. In het academiejaar 2021-2022 organiseerde hij met de patiënten van de dagpsychiatrie ZNA Stuivenberg in Antwerpen verschillende bijeenkomsten rond diverse thema’s: voeding, kleuren, zich thuis voelen ...
STUIVENBERG
EN BUURT 2060
Het psychiatrisch ziekenhuis Stuivenberg is een gesloten site in de Antwerpse wijk 2060. De dagpatiënten komen hier naartoe voor een persoonlijk traject en gaan na afloop terug naar huis. Er is weinig contact tussen de bewoners in het ziekenhuis en de omgeving. We zochten tijdens ons onderzoek naar een manier om begrip en verbinding te stimuleren tussen de dagpatiënten van de psychiatrie en de inwoners van de buurt.
Om een verbinding/communicatielijn in de buurt op gang te trekken, werkten we samen met diverse partners: wij als beeldend kunstenaars, de patiënten van de dagpsychiatrie en de externe partners uit de buurt 2060. We onderzochten en bevraagden organisaties die meer ervaring hebben met kunstprojecten in samenwerking met psychiatrische patiënten, buurthuizen, scholen... Vanuit deze bevindingen kregen we meer inzicht in de doelgroepen en konden we de inhoud van ons project vormgeven.
LEPORELLO’S
DOOR 2060
Als beeldend kunstenaars wilden we vertrekken vanuit onze eigen artistieke praktijk: Hoe konden wij als kunstenaars een verbinding tot stand brengen? De hindernissen, namelijk de kwetsbaarheid van de patiënten én de coronapandemie, beïnvloedden het verloop van dit project. Als fysiek werkmedium kozen we voor leporello’s. Deze boeken kan je, als een harmonica, uitvouwen. De vouwboeken werden tijdens het project ons communicatiemiddel. Via dit medium wilden we onze doelgroepen samenbrengen. Wat niet fysiek kon, kon wel via het boek, het beeld, het verhaal.
Aan de hand van verschillende beeldende workshops, lieten we de deelnemers een artistieke interpretatie maken van het centrale thema ‘zich thuis voelen’. Het thema ‘zich thuis voelen’ is universeel maar toch ook persoonlijk. Via de workshops en ontmoetingen hoopten we inzicht te krijgen in de manier waarop mensen het thema ‘zich thuis voelen’ interpreteren en aanvoelen. De eerste workshop vond plaats in de groep van de dagpsychiatrie. Daarna volgden afwisselend de andere doelgroepen en tussentijds kwamen de boeken opnieuw langs de dagpsychiatrie.
Na elke workshop schaafden we de inhoud en vraagstelling rond het thema ‘zich thuis voelen’ bij. We legden de inhoud niet vast maar besloten deze op een organische manier te laten groeien. Dit gaf ons de vrijheid om na elke sessie bij te sturen en in te spelen op de noden en vragen van elke doelgroep. Naast de workshops trokken we ook de straat op, van deur tot deur, en bezochten we de markt om mensen uit de buurt aan te spreken en te bevragen. Hieruit volgden een reeks interessante geluidsopnames en een fotoreportage.






CONCLUSIE
Hoe kunnen wij als beeldend kunstenaars een verbindende factor vormen tussen de dagpsychiatrie Stuivenberg en de buurt 2060?
Tijdens het onderzoek merkten we dat onze onderzoeksvraag, en voornamelijk de ambitie tot ‘verbinding’, niet evident was. De vraag of we erin zouden slagen om de doelgroepen ‘echt’ met elkaar te verbinden, heeft ons doen afwijken van deze vraag. We herformuleerden ze vanuit een gemeenschappelijk thema: “Op welke manier kunnen we onze verschillende doelgroepen artistiek en inhoudelijk laten nadenken over het thema ‘zich thuis voelen’”?
Op welke manier kunnen we onze verschillende doelgroepen artistiek en inhoudelijk laten nadenken over het thema ‘zich thuis voelen’?
In plaats van de deelnemers fysiek met elkaar te verbinden, focusten we op een inhoudelijke verbinding. In onze aanpak richtten we ons specifiek op de buurt 2060, maar in principe zou dit universele thema ook op andere plaatsen onderzocht kunnen worden. Een belangrijk aspect tijdens het onderzoek en de workshops was ‘vertrouwen’. Elke doelgroep ervoer onze aanwezigheid anders en we zochten naar een manier om het vertrouwen van de doelgroep te winnen. De doelgroep ‘kinderen’ was meer onbevangen, in tegenstelling tot volwassenen, waar de workshops stroever verliepen. Van deur tot deur of de markt was het wel gemakkelijker om volwassenen individueel aan te spreken en te betrekken. Toch haakten sommige mensen af omdat de vraag te intiem was. Onze aanwezigheid duurde vaak te kort om een vertrouwensband op te bouwen.
We voelden bij de drie sessies in de dagpsychiatrie deze band wel langzaam groeien, mede door de aanwezigheid van Hans, een vertrouwd gezicht voor deze deelnemers. Over een langere periode en via meerdere sessies zou dit project in het geheel bij alle doelgroepen, aan volheid en betekenis kunnen winnen. De taalbarrière met sommige doelgroepen was ook een aspect waar we niet helemaal op voorbereid waren. Hierdoor moesten we zowel de inhoudelijke als de praktische aanpak herbekijken en aanpassen.
“Waar is je huis?” “Waarom ervaar je je huis als jouw thuis?”


“In welk kledingstuk voel je je thuis?”




“Egypte is mijn thuis.”
“Ikdenkaaneen muziekdoosjemeteen draaiendpaardje.Dat hebikooitvanmijn nonkelgekregen.Daar wordikblijvan.”
“Iktoondemensen watikzelfwillaten zienvanmijnprivé.”





“Jethuisvoelenbij andereniszonderhet tevragenetenuitde goede“Eenhuismetmeerlicht, elektriciteiteneengoedezetel.”
elke“Couscousetenwe voeltvrijdag.Dan hetalsofwe inMarokkozijn.”
“Waar voel je je thuis? Wat is het verschil tussen een ‘huis’ en een ‘thuis’? Voel je je thuis in je eigen huis? Wat zijn de voorwaarden voor jou, om je thuis te voelen? Wat zijn belangrijke momenten in je (t)huis? Welke eetgewoonte hoort bij jouw ‘thuis’? Voel je je bij beide ouders even thuis? Wat zijn de verschillen in de twee huizen? Wat is er veranderd in de ervaring van ‘thuis’ na een scheiding? Hoe thuis voel je je in een nieuw land?”
Zijn we als collectief er in geslaagd om onze doelgroepen met elkaar te verbinden?
Vanuit de patiënten van de psychiatrie leek er niet per se nood te zijn aan meer contact met de buurt. Deze doelgroep werkt aan een persoonlijk herstelproces. Waarom verwachten we van deze mensen die zorg nodig hebben dat ze zich ‘moeten verbinden’ met de buurt? Achteraf leek het ons ook vreemd dat we aan sommige patiënten, die helemaal niet uit deze buurt afkomstig waren, vroegen om verbinding te maken met de buurt 2060.
We hebben gemerkt dat het taboe rond psychiatrie nog steeds bestaat en heel moeilijk te doorprikken is. Dat komt enerzijds door de manier waarop de maatschappij naar psychiatrie kijkt en anderzijds omdat de psychiatrie omwille van het gesloten karakter een mysterie blijft en mensen zich sneller afwenden van de ‘abstractie’ van de psychologische ziektes. Misschien zien we hen daardoor niet als ‘echte’ zieken, liggen onze verwachtingen ten opzichte van deze doelgroep anders? Om van ‘echt verbinden’ te kunnen spreken, moeten we dit taboe volledig kunnen doorbreken. Bij de andere doelgroepen was er ook geen specifieke vraag maar ze stonden wel open voor het project en thema. Uiteindelijk konden we alle verschillende doelgroepen prikkelen rond het centraal thema ‘zich thuis voelen’. Ze toonden zich geïnteresseerd in de artistieke werken van de anderen. Ze keken met zorg en aandacht en wisselden gedachten en meningen uit. Hierbij fungeerden wij, het collectief, als moderator. We stelden vragen, rijkten andere invalshoeken aan en verduidelijkten inhoudelijk wat de andere deelnemers hadden uitgebeeld.
“Wat is jouw favoriete plaats in huis?”

“Waar is je huis?” “Waarom ervaar je je huis als jouw thuis?”

Zijn we erin geslaagd om onze doelgroepen artistiek en inhoudelijk te prikkelen rond het thema ‘zich thuis voelen’?
Via vouwboeken, foto’s en geluidopnames, hebben we een mooie staalkaart samengesteld van verhalen rond ‘zich thuis voelen’ in de buurt 2060. Aan de hand van onze eigen artistieke praktijk, gecombineerd met de persoonlijke aanpak per doelgroep, ontstonden er verschillende boeken vol unieke beelden. De boeken maakten een reis doorheen de buurt en daar waar de boeken halt hielden, werden ze inhoudelijk en beeldend betekenisvoller. Naast de boeken vormen de opnames en quotes een waardevolle aanvulling. Daarin komen individuele verhalen extra tot uiting. We hebben op kleine schaal verschillende doelgroepen gestimuleerd en met hen inhoudelijk een mooi verhaal geschreven.
Het onderzoeksproject liep gedurende 8 maanden, waarvan we 4 maanden actief hebben ingezet op de uitvoering van de workshops. De ervaringen uit alle sessies, vooral die met de psychiatrie, tonen dat het versterken van de vertrouwensband tussen ons en de doelgroepen hen nauwer betrekt bij het thema.

“Wat is een huis?” “Hoe zou jouw droomhuis eruit zien?”








COLOFON
We wilden alle deelnemers en de mensen uit de buurt de kans geven om het resultaat te bewonderen tijdens een tentoonstelling. We kozen voor bibliotheek Permeke, omdat deze plaats publiek toegankelijk en laagdrempelig is. Het is bij uitstek een plaats waar mensen samenkomen.
Van 7 juni tot 16 juni 2022 werden de vouwboeken tentoongesteld in de centrale inkomhal van de bibliotheek. Ook de geluidsopnames en foto’s werden beluisterd en bekeken. Dit ‘afsluitmoment’ was een warm eerbetoon en bedanking aan al onze partners en in het bijzonder aan al onze deelnemers en de buurt 2060.
Collectief ‘Thuis in 2060’
Caroline De Ryck, Bieke Goovaerts, Isabelle Le Tutour, Violet Nys, Els Wauters
Educatieve Master in de Beeldende Kunsten Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen
Met dank aan: Hans Jackmaert, Lore Suls, Indra Wolfaert, Chloé Lybaert, Liesbet De Pooter, Stijn Vanbrabant, Catherine De Somer, Lou Gils, Ludovik Colpaert, Lieven Vercauteren en Laetitia Geerts
Deze QR-code verwijst naar onze instagrampagina: ‘@thuis_in_2060’.



