Slot: Aanbevelingen van VZW Climaxi Nu we aan het einde staan van ons project ‘Een klimaatneutrale toekomst. Is iedereen mee?’ wordt het tijd om conclusies te trekken. We hebben op anderhalf jaar tijd ontzettend veel contacten gelegd met allerhande middenveldsorganisaties, lokale besturen, OCMW’s en andere actoren betrokken bij dit verhaal. We hebben enkele trefdagen en ronde tafels opgezet, in alle hoeken van de provincie en we hebben deelgenomen aan panelgesprekken en debatten. Uiteindelijk hebben we zoveel mogelijk van de info die we opvingen verwerkt in dit dossier. Daarom hopen we dat deze bundel op zich al heel wat inspiratie en ideeën kan bieden voor lokale besturen, middenveldsorganisaties, actiegroepen en andere actoren die werk willen maken van een sociaal-ecologische toekomst. Toch zetten we hier graag een aantal aanbevelingen op een rijtje...
De problemen overstijgen het gemeentelijke en provinciale niveau 1. Energie De eerste vaststelling is dat we botsen op een aantal problemen die het gemeentelijke of het provinciale niveau ver overstijgen. Zo vertoont de Belgische energiemarkt enkele specifieke kenmerken: een geliberaliseerde markt, met één zeer dominante speler, nl. Electrabel, die ook de kerncentrales uitbaat, goed voor bijna 60 procent van onze elektriciteit. We stellen vast dat die marktsituatie leidt tot hoge energieprijzen, zeker wat betreft die elektriciteit. Volgens Eurostat staat België op de vijfde plaats in de prijzenrangschikking op Europees niveau. Enkel in Ierland, Italië, Duitsland en Denemarken betaalt men méér. In zeventwintig andere landen is men er goedkoper vanaf. De laagst gerangschikte (Bulgarije) betaalt ongeveer de helft van de hoogste (Denemarken). Uiteraard spelen die hoge prijzen hoe dan ook in het nadeel van de minst begoede mensen. Bovendien zijn die prijzen ook nog eens marktcomform gestructureerd: de grote verbruiker (industrie) krijgt de beste prijs, de middelgebruiker betaalt al iets méér en de kleine gebruiker véél meer. Zelfstandigen en vrije beroepen betalen minder dan anderen. Als je op de prijssimulators van VREG en co de berekening maakt, kom je snel tot een verschil van een paar honderd euro per jaar. De tarifering is uiteraard een bevoegdheid van het federale niveau, in samenspraak met het gewestelijke. De liberalisering van de energiesector is het gevolg van een Europese richtlijn. Daar kan je als gemeente of provincie dus weinig aan veranderen. Toch pleit ook professor Aviel Verbruggen (UA) in zijn boek ‘De ware energiefactuur’ voor progressieve heffingen die stijgen naarmate het verbruik stijgt. In tijden van klimaatverandering en oprukkende energiearmoede lijkt het logisch om een andere prijzenstructuur op te leggen aan de sector: hoe minder je verbruikt, hoe minder je betaalt per KWh. Dat zou logisch zijn. Werk op de federale plank!
Slot: Aanbevelingen van VZW Climaxi
42
4