Climaxi ledenblad jun25_HR

Page 1


P928079

Afgiftekantoor Herzele

Ver. uitg.: Filip De Bodt, Groenlaan 39, 9550 Herzele

Seizoensuitgave vzw Climaxi. Verschijnt vier seizoenen, Zomer 2025

Edito

Er is erg veel gaande in de wereld, we lijken ogen en oren tekort te komen.

“Huh, wat?” of iets in die trant is verworden tot een normale reactie op weer een nieuwsfeit van over de oceaan of dichterbij in Palestina.

In de laatste maanden slaagde onze

Vlaams Minister van Onderwijs erin om zowel op opleidingscheques, avondonderwijs als kunst in het onderwijs te besparen. Zonder alternatieven aan te reiken, verder op weg naar eenheidsworst. Zo schrapte ze het Dynamoproject, waarin trajecten met kunstenaars of culturele partners in scholen werden opgezet. Haar kabinet verklaart dat we al genoeg kunst in de lessen geschiedenis en het kunstonderwijs kunnen vinden. Aan lessen Nederlands wordt gelukkig niet geraakt. Het zijn maar enkele voorbeelden waarom vakbonden en middenveld blijven staken.

Daartegenover staat wat gebeurt voor het klimaat. Burgers verwachten

wereldwijd veel meer klimaatactie van hun overheden dan gedacht, ook in België waar volgens een erg groots aangepakte studie 90% van de inwoners dit wil. Tijdens de verkiezingen van vorig jaar spraken partijen veel te weinig over klimaat en natuur. De gevolgen zijn ernaar, ons belang als organisatie is verzekerd. We hadden in februari en maart liever niet moeten berichten over aanvallen op Climaxi. In mei werd ook Milieufront Omer Wattez met een soortgelijke aanval bedacht.

Alweer vanuit dezelfde partij als hierboven werden ze professionele klagers en dwarsliggers genoemd. In normale tijden zouden we hier als milieuorganisaties net blij om moeten zijn: het toont aan dat we ‘pieken’ bij het beleid. Tegenwoordig maakt dit ook bang. Zonder uitleg kan je je subsidies verliezen, zie wat gebeurde bij Studio Globo en Kuumba vzw in Brussel. Ja, alweer vanuit dezelfde partij in de Vlaamse regering. Climaxi laat zich echter niet afschrikken en blijft duchtig verder doen.

• Redactie: Filip De Bodt, Simon Van Parijs, Thomas Coussens, Tim Lambrechts, Katrin Van den Troost, Tim Deweerdt, Paul van den Bossche, Lieve De Kinder, Sammy Roelant

• Eindredactie: Thomas Coussens

• Cartoons: Arnulf

• Foto’s: Hans Verbeke, Paule Saviano, Wim Schrever, De Tijd, Greenland, Siegfried Jaecques

• Vormgeving: info@bijdruk.be

• Drukkerij: Polyprint Herzele

In de haven van Antwerpen startten we met BBL en andere partners het project ‘Beyond Ineos’. We stellen het aan je voor in dit magazine. We staan in verschillende artikels ook stil bij voeding. We verwijzen naar onze winkel Eco & Fair en zijn ambitie om 20% meer verkoop te bereiken. Je bent erg welkom in Herzele en op onze webshop om ons ruim aanbod aan producten met een verhaal te ontdekken.

Climaxi wil dossiers beheersen voor te spreken en te doen, dat zit intrinsiek in onze werking. Op dezelfde lijn hopen we dat we onze lezers diepte kunnen bijbrengen in elk magazine. Ultrabewerkte voeding, PFAS, beheersing van water, ... we horen als burgers af en toe een zin maar in onze artikels staan we stil bij hoe het nu zit, het helpt te begrijpen.

Veel leesplezier gewenst. Mocht je aan het einde nog eens aan deze paragraaf terugdenken: overtuig dan twee-drie mensen rondom jou om ook lid van Climaxi te worden. Dat kan vanaf slechts 10 euro, in ruil ontvang je al onze magazines in de bus. Als je wat meer kan missen, wordt dit erg geapprecieerd.

In dit nummer

PFAS-ronde van Vlaanderen 04

Uitbreiding van de Antwerpse Haven: evolutie ECA-project 10

89% wil klimaatactie 14

Ruimte voor water zonder kater 17

Klimaatongelijkheid uitgelegd 24

De voedselmarkt is oneerlijk verdeeld 28

80 jaar na Hiroshima en Nagasaki 32

Project ‘Beyond Ineos’ in Antwerpse haven 35

Eco & Fair wil 20% meer omzet 37

Thomas Coussens

PFAS-ronde van Vlaanderen

Filip De Bodt, Katrin Van den Troost, Tim Deweerdt en Siegfried Jaecques

Climaxi voert al jaren actie tegen

PFAS, schadelijke chemische stoffen die moeilijk in milieu en lichaam afbreken en die ondermeer een verminderde immuniteit als gevolg hebben. Wij proberen de overheid te bewegen tot concrete maatregelen, door lokaal actie te voeren, parlementaire vragen te laten stellen en procedures aan te spannen tegen vergunningen die het PFAS-bad verder vol laten lopen. Als klimaatbeweging doen we dat om een sterke wetgeving af te dwingen rond vervuilende stoffen. Zonder deze wetgeving helpen we onze leefomgeving niet vooruit, of dat nu met of zonder klimaatproblemen is.

Integendeel: als we uitstoot willen beperken, moeten we starten met die dingen die nu al onze gezondheid en leefmilieu naar de vaantjes helpen.

Terwijl we een paar jaar geleden acties startten waar wij het nodig vonden en waar we partners zagen waar mee samen te werken viel, gaan we sinds begin dit jaar naar een meer gestructureerde aanpak. Die is organisch gegroeid. We willen de vergiftiging doorbreken en diegenen die ze veroorzaakt hebben doen

opdraaien voor de sanering, door te proberen om de kraan dicht te draaien langs de Schelde en de IJzer.

Noordzee

Wat in het water geloosd wordt, komt via onze rivieren en stromen sowieso in de Noordzee terecht, met alle gevolgen van dien: in de Westerschelde is alle vis besmet en recent kwam via een studie van ILVO aan het licht dat de garnalen voor onze kust hogere concentraties bevatten ter hoogte van de instroom van Schelde en IJzer. De consument is daar de dupe van, net als de kleine visserman die voor de kust zijn oogst gaat halen. We lanceerden een procedure tegen zandsuppleties in de omgeving van Knokke, omdat die te veel PFAS bevatten.

Langsheen de Schelde zijn we al jaren actief. We volgen het dossier van PFAS-producent 3M en afvalverwerker Indaver in Antwerpen op de voet en startten juridische procedures. Zij lanceren een waterval van vergunningsaanvragen om soepeler

lozingsnormen te verkrijgen.

Katrin Van den Troost: “De milieukwaliteitsnorm voor het Scheldewater is al verzadigd met PFOS, een van de meest toxische PFAS. Maar ook voor de korte-keten PFAS TFA zit het Scheldewater reeds ver over haar grenzen. TFA werd eind vorig jaar in acht Vlaamse drinkwaterreservoirs teruggevonden in te hoge concentraties. De Waalse en Nederlandse overheid gebruiken een norm van 2,2 microgram/l. De Vlaamse overheid hanteert de norm van 15,6 microgram/l TFA wat betreft aanwezigheid van de stof in drinkwater. Indaver vraagt nu voor TFA een norm van 100 microgram/l voor lozing in de Schelde.” Climaxi tekent samen met het gemeentebestuur van Stabroek en de buurt bezwaar aan tegen deze vergunning.

Limburg

In Limburg tekenden we bezwaar aan tegen de door de Vlaamse Regering uitgereikte vergunning voor het schokdemperbedrijf Tenneco. Thomas Coussens: “Het bedrijf zegt geen PFAS te gebruiken, maar moet volgens de toegestane vergunning metingen en analyses rond PFAS in lucht en water opstarten. Het bedrijf voorziet ook een bijkomende waterzuivering. Climaxi apprecieert dit, maar vindt het ganse gebeuren tamelijk dubbel: er wordt geen PFASvergunning aangevraagd en er is zogezegd geen PFAS in de productie, maar toch wordt

er een zuivering en meting voorzien. Climaxi vreest dat er meer aan de hand is en vraagt een grondige studie van de Melsterbeek, waarin geloosd wordt. Die beek bevat concentraties aan PFAS die alarmerend zijn. Voor zoet water geldt een maximum van 36 mg/l als milieukwaliteitsnormen.” De Melsterbeek komt via de Gete en de Demer in de Schelde terecht. Het gaat hier niet alleen over PFAS. Nog een groter probleem is chroom 6, een uiterst giftige stof. Door de PFAShype durft men wel eens de klassieke gifstoffen te vergeten. Maar in die val trapt Climaxi niet.

Oost-Vlaanderen

In Oost-Vlaanderen concentreert onze actie zich rond Ronse. Verschillende bestaande en vroegere textielfabrieken zorgen voor actuele en historische vervuiling. Onder hen Associated Weavers (kwam recent in het nieuws met een supervervuiling) en Utexbel. Het verhaal van Utexbel kan je uitgebreid volgen op onze website. Jaar na jaar bekampten we vergunningen en illegale lozingen. Met succes dwongen we strengere vergunningen af. Utexbel is bovendien een zonevreemd bedrijf, dat beter zou verhuizen naar een modern industrieterrein in plaats van een kanker in de stad te zijn. Het Openbaar Ministerie sleurt Utexbel en zijn directie

nu voor de strafrechtbank voor verschillende overtredingen: illegale lozingen, onterechte opslag van gevaarlijke producten, niet naleven van de vergunningen enz. Climaxi en een dertigtal gezinnen sloten aan, waaronder een aantal ouders van kinderen die les volgen in de nabijgelegen Serafijnschool. De Vlaamse Gemeenschap kondigde aan volgend jaar te beginnen met een brede bloedafnamecampagne bij de bevolking. Climaxi onderneemt een tweede eigen campagne begin juli. De Gemeente Ronse, de Provincie en de Vlaamse Gemeenschap spelen de bal naar elkaar toe voor wat betreft de sanering. De Raad van State besliste uiteindelijk dat de Provincie Oost-Vlaanderen het initiatief moet nemen voor verdere studies rond sanering. Lech Schelfhout: “Al drie jaar kampt onze stad met de bekend geraakte resultaten van PFAS-vervuiling. Er werden extreem hoge waarden opgetekend in en rond de Molenbeek en op verschillende publieke plaatsen in de stad, o.m. in het Bruulpark. Er waren bloedonderzoeken die aantoonden dat de gezondheid van heel wat Ronsenaren op het spel staat. Dikwijls moeten de resultaten niet onderdoen voor de rampzalige toestand rond 3M in Antwerpen. We spreken hier over meer dan dertigmaal de toegelaten waarden in de bodem. De hoogst gemeten waarde in het bloed van Ronsenaren is 351 ng/ ml, ruim 15 keer de waarde die volgens de

Duitse Humane Biomonitoring

Commissie ‘een verhoogde kans op nadelige gezondheidseffecten’ geeft. In het grondwater hebben we het over 35.917 ng/ liter of 350 keer de saneringsnorm.”

West-Vlaanderen

Climaxi werd recent ook actiever in deze provincie. We bekampen de vergunning van TTT, een afvalverwerkend bedrijf dat tankwagens kuist en een toelating kreeg om tot 100 en 200 ng traditionele PFAS per dag en tot 1 mg voor korte keten PFAS te lozen. Hier wil Climaxi een ander spoor bewandelen: wij zien dat de reglementering voor heel wat PFAS-stoffen verstrengt, maar dat die voor de korte keten-stoffen versoepelen of nog niet bestaan. De bedrijfswereld wil geruisloos en zonder veel rapporten overschakelen van de ene soort naar de andere. Climaxi pikt dit niet en vecht dus ook dit soort van vergunningen aan, zeker als er milieurapporten ontbreken. Wij lanceerden een procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Dat het water van de Mandel, via de Leie en de kanalen naar de IJzer stroomt en zo het drinkwater van de mensen van de Westhoek vormt, daar staan de vergunningsverleners nog niet bij stil. Het studiebureau van

dit bedrijf nodigde ons uit om een bezoek te brengen, maar liet sindsdien niets meer van zich horen.

Een ander geval is TWZ in de omgeving van Diksmuide. Dat de IJzer de Europese normen niet haalt en er zelfs tot 18.000 ng/liter PFAS gevonden wordt in de omgeving van het drinkwaterwinningsgebied De Blankaart, heeft ondermeer te maken met het afvalverwerkingsbedrijf TWZ, waar men volgens hun website terecht kan met honderd soorten afval. Dit bedrijf heeft basisvergunningen lopen voor lozing van 200.000 ng PFT/liter terwijl de kwaliteitsdoelstelling 0,65 ng/ liter is. Het bedrijf ligt bovendien

op een paar honderd meter van een rusthuis en scholen. Een bijstelling vanwege de Provincie veranderde daar weinig aan en geeft toelating voor de lozing van 8.900 ng PFBA/ liter. Dus gaat Climaxi hier samen met watersporters, triatleten en de Huisartsenkring Diksmuide in beroep bij de Vlaamse Regering.

In 2022 kreeg NV Silvamo opnieuw een vergunning om afval te storten in de kleiputten van de steenbakkerij in Kortemark. In de vergunning en het MER werd geen woord gerept over PFAS, terwijl de stortplaats van categorie 2 zich ook en vooral toelegt op de aanvoer van baggerslib en het vuile residu van gesaneerde

gronden. Zo is er meer dan een groot vermoeden dat, na verwerking in een grondreinigingscentrum, vervuilde

Oosterweelgrond massaal bestemd is voor Kortemark. Actiegroep Leefbaar Groot Kortemark vreest dat het stort lekt en verzet zich tegen de aanvoer van PFAS. Vorig jaar werd de vergunning voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen een eerste maal vernietigd. De Vlaamse regering kreeg 6 maanden tijd om te remediëren en verleende een nieuwe vergunning. De drempelwaarde om PFAS te aanvaarden is dan wel gedaald van 50.000 µg per kg droge stof naar 40.000 µg in de nieuwe

vergunning, toch blijft die waanzinnig hoog.

Ook deze nieuwe vergunning neemt een loopje met de Vlaamse en Europese regelgeving en wordt door Leefbaar Groot Kortemark aangevochten. Een uitspraak door de Raad voor Vergunningsbetwistingen wordt nog voor het zomerverlof verwacht. Een definitieve vernietiging van de vergunning zou een mooie overwinning betekenen voor de actiegroep.

Daarnaast strijdt de actiegroep tegen vervuiling vanuit het stort. Samen

met Climaxi en buurtbewoners is al heel wat druk gezet. Naast bloedonderzoeken werden intussen heel wat extra stalen van grondwater in de omgeving van het stort genomen. Het meest recente oriënterende bodemonderzoek toonde aan dat er ook recente vervuiling is. De eerste stand van zaken van het vervolg, nl. het beschrijvende bodemonderzoek, bevestigt dat Silvamo minstens voor een gedeelte verantwoordelijk is voor verontreiniging van het grondwater in de omgeving van het stort. Dat er nog steeds plannen zijn om, nadat de kleiput is volgestort, er bovenop een regionaal bedrijventerrein te voorzien, maakt helaas duidelijk dat de strijd nog niet gestreden is.

Lucht

Tijdens al deze acties komt meer en meer ook het aspect luchtvervuiling aan bod. Volgens wetenschappelijk onderzoek moet PFAS-afval verbrand worden tegen 1400°C. Indaver vroeg in 2021 een verlaging van haar temperatuur aan tot 950°C. De gemiddelde temperatuur schommelt rond de 1000°C. PFAS verbranden aan een te lage temperatuur heeft tot gevolg dat de koolstofketens breken en er opnieuw korte keten-PFAS via de schouw verspreid worden in ons leefmilieu. Indaver maakt hierover

een beschrijvend bodemonderzoek.

Dit bodemonderzoek had al een jaar geleden af moeten zijn. OVAM keurt het onderzoek tot op vandaag niet goed. De discussie focust zich vooral rond het feit of de vervuiling toxisch is voor de mens of niet. Een belangrijke inschatting waar men niet over één nacht ijs gaat. Momenteel heeft Indaver tot 1 december 2025 tijd om dit onderzoek af te ronden.

Ook in Ronse zijn metingen in de lucht een probleem. Tijdens een eerste studie rond Utexbel stelde men vast dat er meer PFAS uit de schouw komt dan er in gaat. Vlaanderen heeft ook nog geen gepaste meetmethodes, terwijl dat in Nederland wel het geval is.

De Nederlandse PFAS-deskundige Jacob De Boer zit met de handen in het haar: “Wat moet er nog meer gebeuren om politici wakker te maken? Waarom blijft wetgeving achterwege? Waarom is er nog steeds geen plan-milieueffectrapportage opgestart om tot een wettig PFASnormenkader te komen? Waarom denkt minister Brouns dat de Raad van State hem een wetgevingsadvies zal geven over een normenkader dat reeds een jaar lang voor beoordeling voorligt bij de afdeling bestuursrechtspraak van diezelfde Raad van State? Waarom worden systematische bloedonderzoeken voortdurend uitgesteld?”

Uitbreiding van de Antwerpse Haven: evolutie ECA-project

Paul van den Bossche (Burgerplatform OnzeMobiliteit)

Het ECA-project of Extra

Containercapaciteit Antwerpen draait om verschillende investeringen om de containercapaciteit van de Antwerpse haven te vergroten.

De huidige terminals hebben hun maximale capaciteit bijna bereikt.

“De vraag naar extra containercapaciteit in de haven van Antwerpen wordt elk jaar urgenter”, zegt Annick De Ridder, destijds havenschepen, en nu Vlaams Minister van Mobiliteit.

De belangrijkste voorziene investering is de bouw van een nieuw getijdendok vlakbij Doel en het huidige

Deurganckdok. Dit is een dok waar geen sluisdoorgangen nodig zijn.

Herinnering aan

Oosterweel

Destijds hebben lokale actiegroepen zich tegen het nieuw containerdok verzet, maar ze hebben op zeker ogenblik een compromis gesloten met de beleidsvoerders. Dit kan vergeleken worden met Oosterweel, waar de Antwerpse actiegroepen als enige burgerbewegingen in heel

Vlaanderen een compromis gesloten hebben met de Vlaamse regering

Dit had nooit mogen gebeuren bij een dergelijk megaproject. Bovendien is de beslissing over het Oosterweelproject er gekomen na jaren van sabotage aan de bestaande infrastructuur, en gebaseerd op waardeloze MERrapporten. De gevolgen komen nu aan het licht.

Voor huidig Minister van Mobiliteit Annick De Ridder, voordien schepen van de Haven van ‘Antwerpen-Brugge’ (= Antwerpen + Zeebrugge), is ECA het sleutelproject voor de positie van de haven met bijhorende welvaartsen jobcreatie: “Onze haven is de motor van de Vlaamse economie”. Bij het Burgerplatform OnzeMobiliteit (BPOM) wordt deze uitspraak betwist. Het ECA-project is in haar ogen “een absolute prioriteit”.

We moeten opletten dat heel Vlaanderen hier niet meegesleurd wordt in een nieuw avontuur van grote openbare werken terwijl dit niet nodig noch wenselijk is. Ook de

Heuvelpoorttunnel in Gent is, op een meer bescheiden schaal, een nieuw project van openbare werken en mobiliteit dat we de komende maanden in de gaten moeten houden.

Beperkte economische troeven

Terug naar het ECA-project in de Waaslandhaven Antwerpen. De economische troef is een extra capaciteit van ongeveer 5 miljoen TEU-containers (Twenty foot Equivalent Unit) per jaar. Dit komt overeen met circa 33% uitbreiding tegenover de huidige havencapaciteit. Wat zijn de baten van zo’n extra capaciteit?

Wat zijn de baten van zo’n extra capaciteit? Het zorgt voor een toegevoegde waarde van de containertrafiek via extra inkomsten voor de haven en de gemeenschap. De werkgelegenheid zal hierbij slechts licht verhogen. Nieuwe transportbedrijven en magazijnen zullen voor indirecte werkgelegenheid zorgen en een meerwaarde voor de economie betekenen.

Daartegenover staan de kosten of offers voor dit bijkomende dok. Ten eerste kunnen we spreken over extra grondinname: opnieuw

verdwijnen goede landbouwgrond en natuur in het kleine Vlaanderen. Het stopt niet bij de grond van het bijkomende dok: de bijkomende toestroom van volume (containers = grote dozen met veel afgewerkte producten) vraagt om meer dikwijls grote magazijnen, die op zich vooral veel ruimte innemen, veel (weg) transport aantrekken en weinig toegevoegde waarde scheppen. Voor BPOM is die balans meer negatief dan positief in een sterk bebouwd en verkaveld land. Het tweede offer maken we op vlak van mobiliteit: doorvoer naar het hinterland (België, zijn omringende landen en de rest van West-Europa). Zijn we klaar met alternatieve vervoerswijzen (Modal Shift) naar het hinterland? Indien niet wordt het merendeel (ca. 58%) van de containers met de vrachtwagen vervoerd, wat niet wenselijk is. We zijn het beu te horen dat het wegverkeer niet zal/mag stijgen terwijl het tegenovergestelde gebeurt. Men investeert in meer wegcapaciteit (Oosterweel) terwijl de Modal Shift al jarenlang verwaarloosd wordt. De vage beloften die gemaakt werden in het Toekomstverbond Antwerpen worden tot op vandaag niet waargemaakt. Ten derde zien we een effect op de begroting: een grote bijkomende kost in de Vlaamse begroting, terwijl we met het

Oosterweelproject al een flink tekort te verwerken kregen. Zie het rapport van het Rekenhof tussen 2023 en 2025.

Veel te stellen vragen

Terecht rijst de vraag: kan men de positieve punten van dit extra dok niet op een andere manier bereiken?

Op Rechteroever ligt nog veel kade aan het Bevrijdingsdok, geschikt als aanlegplaats voor containerschepen (nota bene een uitspraak van Fernand Huts, baas van Katoen Natie)” Niet alle containers moeten behandeld worden aan een getijdendok.

Bovendien kunnen de bestaande kades nog uitgebreid worden door hoger te stapelen, zoals al gebeurt in andere havens (vb. Hamburg) of door te verdiepen (Europa-terminal). Zie hiervoor ook de capaciteiten van verschillende havens in de buurt: Zeebrugge, Gent, Duinkerke, Vlissingen, Rotterdam, ...

Bijkomende vraag die kan gesteld worden: wordt de Westerschelde niet verzadigd door nog een pak bijkomend scheepstrafiek? En wat met de veiligheid bij deze tocht door de Westerschelde?

Men spreekt van o.a. spoorlijnen om de containers aan en af te voeren. Hoever staat het met de bijkomende ontsluiting per spoor van de haven?

We horen al meer dan 10 jaar van die plannen die weinig opschieten.

En wat met het vervoer per binnenschip? Is het in zijn geheel wenselijk en positief dat er nog meer haventrafiek komt in de Vlaamse havens? Alle goederen moeten naar de verbruikers. Dat wil zeggen meer transport door Vlaanderen. Wegen de lasten op t.o.v. de baten?

Al deze vragen moeten een afdoend antwoord krijgen vooraleer een goedkeuring kan plaatsvinden. Met voldoende inspraak van de hele Vlaamse bevolking, die namelijk meebetaalt.

(Uittreksel artikel De Tijd 29/3/2022)

89% wil klimaatactie

Eind april verscheen in ‘The Guardian’ een artikel waarbij we bij Climaxi twee keer met onze ogen moesten knipperen. We vertellen er graag wat meer over.

Aan een recente studie die in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Climate Change verscheen, namen 130.000 mensen uit 125 landen deel. Die landen zijn verantwoordelijk voor 96% van de koolstofemissies.

We geven om het klimaat

De resultaten van de studie wekken verwondering: 89% van de deelnemers zou willen dat hun nationale overheid meer doet om klimaatopwarming te bestrijden (in België 89,8%), en 69% is klaar om meer dan 1% van hun inkomen aan de klimaatcrisis te besteden (in België 61%). Terwijl denkt slechts een minderheid van 43% dat de medemens deze investering zou willen. We weten het dus niet van elkaar. De resultaten gaan duidelijk in tegen de perceptie dat het klimaatthema op dit moment niet populair is.

De inwoners van de landen die tot

de G20 behoren, en zo voor 77% van de CO2-uitstoot verantwoordelijk zijn, gaven in de studie aan dat hun wil tot klimaatactie even sterk is dan de rest van de wereld. In China, al een aantal jaar als grootste CO2bijdrager beschouwd, wil 97% van de bevolking dat hun overheid meer doet tegen klimaatverandering, en is vier op vijf mensen bereid daar 1% van hun inkomen tegenover te stellen. Niet echt verrassend doet de op een na grootste vervuiler, de VS, het iets minder goed. Toch wil daar nog steeds 74% van de burgers dat hun overheid meer doet, en wil 48% daarvoor een bijdrage van 1% geven. In alle landen lagen de verwachtingen over de medeburgers een pak lager dan wat effectief werd aangegeven.

Professor Cynthia Frantz van Oberlin College (VS): “Op dit moment zijn mensen zich over klimaatopwarming wel degelijk zorgen aan het maken, maar dit grotendeels in hun eigen gedachten – we zitten als het ware in een spiraal van viscieuze stilte.”

Meermaals gezien

Niet enkel deze studie toont dit aan. In andere studies werd reeds aangetoond dat inwoners van rijkere staten erg het idee steunden om kwetsbare en armere landen financieel bij te springen. In 2024 werd een rondvraag van de Verenigde Naties bij 75.000 mensen wereldwijd uitgevoerd. 80% en 76% van de respondenten uit respectievelijk China en India willen graag een snelle groene transitie, terwijl dit over de twee grootste steenkoolproducten van de wereld gaat. Als tweede grootste olieproducent wil 75% van de Saoudi-Arabiërs een vlotte

transitie, terwijl ook hier de VS het als grootste gas- en olieproducent met 54% iets minder goed doet. Al is dat nog meer dan de helft van de Amerikanen die meer vaart van hun overheid verwacht.

Deze studie wees uit dat een grote meerderheid van 80% wil dat zijn land de engagementen rond klimaatverandering versterkt, terwijl slechts 5% hun land lagere engagementen wil zien opnemen.

In deze studie wou zelfs 86% van de respondenten dat hun landen geopolitieke geschillen naast zich neerleggen en samenwerken rond

klimaatveranderingen. Adam Steiner, hoofd van de UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties: “Dit cijfer is verbazingwekkend, gezien het stijgen van conflicten wereldwijd gekoppeld aan een toegenomen nationalisme.”

Volgens onderzoekers kan een grote reden waarom deze resultaten zo verbazen, gevonden worden in de misinformatie die decennialang door de fossiele brandstoffenindustrie toegepast werd.

De ambities mogen hoger

Terug naar de studie uit 125 landen waarmee we begonnen. Daar zegt Niall McLoughlinn, onderzoeker uit het Verenigd Koninkrijk: “Als we de verschillen tussen perceptie en wat werkelijk blijkt nu eens doortrekken, zou dat ons niet dichter brengen naar het sociaal gewenste punt, en dus als het ware de ambities van de politiek met de publieke verwachtingen laten overeenstemmen?”

Prof. Leiserowitz: “Het is iets latent, nog niet geactiveerd. Wanneer je dat doet, kan je mensen helpen begrijpen dat ze niet alleen staan in hun strijd, dat er een beweging is over de ganse wereld.”

Zou het dan ook kunnen dat onze politici vorig jaar bij de verkiezingscampagnes flink wat meer over het klimaat hadden mogen praten?

Ruimte voor water zonder kater

Na de zoveelste overstromingen langs de Dender en een bijzonder kritische PANO-uitzending kwam er het actieprogramma ‘Ruimte voor Water’. Via ingrepen als verbredingen, overstromingsbekkens en natuurlijke bijsturingen om water op te houden wil men nieuwe overstromingen vermijden. Geen overbodige luxe in een tijd waarbij klimaatopwarming voor meer en meer grillige weersomstandigheden zorgt. Ook in het IJzerbekken, waar het water in 2023 uitgebreid buiten de oevers trad, worden soortgelijke plannen opgemaakt. Climaxi vraagt zich af of men ondertussen ‘goed bezig’ is.

In de Denderstreek wordt in elk geval dit jaar een nieuwe oproep gelanceerd om lokale projecten te selecteren die door de Vlaamse Regering mee ondersteund worden: “Om de Dendervallei op korte termijn te beschermen tegen overstromingen trekt het Departement Omgeving bijna 1,5 miljoen euro uit voor lokale projecten. Deze moeten het water zo lang mogelijk vasthouden

op de Denderflanken en daar de sponswerking van het landschap verbeteren of ruimte creëren voor water in de stadscentra. De realisaties staan gepland in de gemeenten Roosdaal, Opwijk, Buggenhout, Lierde en de steden Geraardsbergen en Ninove. Ze moeten klaar zijn tegen eind 2029 en vormen een van de vele bouwstenen van het Strategische Plan Dendervallei. De Vlaamse overheid werkt nauw samen met de lokale besturen om de Dendervallei weerbaar te maken tegen water.“ Heel wat van die projecten zijn zinvol. Roosdaal en Buggenhout breiden hun bossen uit, Opwijk pakt overstromingszones aan, Lierde breekt verharding op en Ninove graaft een opgehoogd perceel af. Het Geraardsbergse project duwt wel de wenkbrauwen opwaarts: de stad wil de CM-gebouwen kopen en er een open ruimte van maken. Wat dit bijdraagt aan het verminderen van overstromingen is een raadsel, tenzij men daar (om het geheel wat op flessen te trekken) een bestaand jeugdhuis en brandweerkazerne sloopt om het geheel af te graven…

Langs de IJzer in Roesbrugge (Foto Hans Verbeke)

Het is in Vlaanderen onvermijdbaar: lokale besturen proberen hun lopende kosten of plannen in dit soort projectoproepen gestalte te geven, ook als ze daarvoor de waarheid oneer moeten aandoen. Pittig detail: alle projecten binnen deze oproep passeerden een jury, behalve Geraardsbergen en Ninove. Die werden door minister Brouns toegevoegd.

Hefboomprojecten

Daarnaast ondersteunt het Departement Omgeving hefboomprojecten in de Denderregio: ontharding, bebossing, klimaatstraten, enz. Ook hier heel wat zinnige initiatieven zoals het ontharden van het gigantische Moerbekeplein in Geraardsbergen of een waterbufferbos in Aalst. Opnieuw loopt Geraardsbergen in de kijker door de ontharding van De Bleek, de omgeving van het afgebroken openluchtzwembad. Menig Geraardsbergenaar kwam in 2020 tegen de sluiting en sloop van het oudste openluchtzwembad van Vlaanderen op.

Kaaien

Nieuwe projecten worden ook opgezet rond de kaaien in Geraardsbergen en

Ninove. De overheid wil de Dender in de stadscentra verbreden en de kaaien omtoveren tot mooie plaatsen om te vertoeven. Mooie initiatieven, maar waarbij wij ons toch de vraag stellen waar de prioriteiten blijven in de aanpak van de overstromingen. De aangekondigde projecten dragen allemaal voorzichtig bij tot het verminderen van het risico op overstromingen. Maar de grootste hap, het verlagen van het niveau van het sportvliegveld te Overboelare, daar blijft het stil rond. Dit terrein werd zonder vergunning opgehoogd en ligt onmiddellijk achter de grens met Wallonië, voor het centrum van de stad Geraardsbergen. Het is de ideale plaats om water te bergen en dubbelgebruik is mogelijk: dijken afbreken, overstromingsgebied in de winter en vliegveld in de zomer. Na de overstromingen in 2010 stelde het Evaluatierapport van de dienst Integraal Waterbeleid al: “Het vliegveld in Overboelare zou verder moeten worden uitgebouwd zodat het als een volwaardig buffergebied zou kunnen dienen. Op die manier zouden volgens de brandweer van Geraardsbergen afwaarts een 200-tal woningen kunnen worden beschermd.” Ruimte voor Water nam de uitbouw ervan ook op in zijn planning, maar de uitwerking laat op zich wachten. Blijkbaar hecht men evenveel belang aan de uitbouw van

toeristische kaaien in het centrum als aan het effectief oplossen van de overstromingsproblematiek.

IJzerbekken

Eind vorig jaar werd Climaxi door de West-Vlaamse Milieufederatie uitgenodigd voor een debat rond de overstromingen in het IJzerbekken. De problematiek daar is gelijkaardig aan de Dender: water komt uit hoger gelegen gebieden snel afgestroomd naar de IJzer en die heeft te weinig plaats om het te bergen. Dat het drinkwaterwinningsgebied De Blankaart in de omgeving ligt, maakt de situatie er acuut op vlak van drinkwaterkwaliteit.

Begin november 2023 werd de Westhoek geconfronteerd met uitzonderlijke regenval en een verhoogde afvoer van regenwater uit Frankrijk. De combinatie van een door hoge grondwaterstanden verzadigde bodem, doodtij, aanhoudende westenwind en zware neerslag stroomopwaarts in Frankrijk, leidden ertoe dat verschillende waterlopen in het IJzerbekken buiten hun oevers traden. Weerbare Westhoek werd opgericht om adviezen te geven aan de Vlaamse Regering. Dit actieplan voorziet een 70-tal acties met een korte

uitvoeringstermijn (2024-2026).

Voor 2024 werd 54 miljoen euro uitgetrokken om op korte termijn verschillende maatregelen uit te voeren die moeten zorgen voor meer waterveiligheid. Daarnaast legde de Vlaamse Regering voor 2025 een provisie van 26 miljoen euro vast voor verdere acties in de Westhoek. Ook daar gaat het om een mix van oeverversterkingen, aanpassen van waterlopen en ruimte geven aan water. Heel wat acties lopen vertraging op of staan in de kinderschoenen door budgettaire tekorten: dijken in Roesbrugge en Stavele, aanpassingswerken aan de Blankaart, herinrichten van de valleiflanken… De visie op lange termijn moet nog uit de startblokken komen. Climaxi heeft ook sterk de indruk dat veel initiatieven er blijven steken in de klassieke aanpak (water snel afvoeren) en dat ruimte creëren voor water er nog niet sterk doorgedrongen is.

Blue Deal

Veel staat en valt met het budget dat Vlaanderen voorziet voor de Blue Deal. Minister-president Diependaele liet bij zijn aantreden al nattigheid voelen als het over overstromingen ging: “Wij investeren 21

in water, maar op een redelijke manier. Ik doe trouwens niet mee aan doemdenken en paniekvoetbal. En misschien is dat gevaarlijk, ja, want morgen kan er iets gebeuren dat in mijn gezicht ontploft.”

Men kon toen al weten wat nadien geschiedde: de nieuwe Vlaamse regering voorziet minder geld voor de Blue Deal, het ambitieuze plan dat toenmalig minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) in 2020 lanceerde in de strijd tegen wateroverlast en droogte. In 2025 en 2026 trekt de Vlaamse regering telkens 14 miljoen euro uit. In 2027 en 2028 loopt dit op tot 54 miljoen euro per jaar en in 2029 tot 154 miljoen euro. Samen 290 miljoen, terwijl de vorige Vlaamse regering er een half miljard euro aan besteedde.

Ondertussen liet minister Jo Brouns (Landbouw en Milieu) weten dat hij toch een gelijkaardig budget wil aanhouden. De minister belooft nog voor de zomer met definitieve begrotingstabellen voor de dag te komen. In elk geval zal hij zich dan wel fors moeten haasten! Climaxi wil niet dat Vlaanderen nog meer risico’s loopt dan nu al het geval is.

Kustverdediging

Alle projecten voor de inlandse waterwegen houden natuurlijk ook sterk verband met de stijging van de zeespiegel (met een voorlopige schatting tot drie meter tegen het einde van deze eeuw), die het afvoeren van water uit de rivieren en stromen bemoeilijkt. Na jaren gelobby vanuit

De Blauwe Cluster (een lobbygroep met o.m. Deme, Colruyt, Jan

De Nul, Tractebel, e.a.) is men blijkbaar afgestapt van de aanleg van een aantal eilanden voor de kust, die vooral geld in het laatje moesten brengen van de initiatiefnemers en zogezegd ook overstromingen moeten tegenhouden. Naar aanleiding van een debat georganiseerd door de Louis Paul Boonkring vernamen wij dat men nu kiest voor een plan waarbij het strand opgehoogd wordt en naar zee toe uitgebreid. Binnen dit plan zijn een aantal natuurvriendelijke ingrepen voorzien, zoals het laten groeien van duinen voor het strand.

Vraag is evenwel waar men al het zand gaat halen om dit te realiseren. In het Belgisch deel van de Noordzee werd in 2015

volgens het Instituut voor Natuurwetenschappen 2.800.000 m³ zand ontgonnen. Tussen 1976 en 2015 werd in totaal 62.000.000 m³ zeezand ontgonnen. In 2014 alleen al werd zo’n 3.500.000 m³ zand ontgonnen voor strandsuppleties.

Het cijferplaatje blijft onduidelijk, ook al beweert het Masterplan Kustvisie het tegenovergestelde:

“Om het gekozen alternatief Zeewaarts te realiseren, is voor de bescherming tegen een zeespiegelstijging tot 1 meter, 80 miljoen m3 zand nodig om de hele kustlijn te beschermen. Voor 3 meter zeespiegel is

156 miljoen kubieke meter zand nodig. Het onderzoek heeft uitgewezen dat er op dit moment al 170 miljoen m3 zand met de juiste korrelgrootte beschikbaar is voor kustbescherming in de vergunde gebieden in het Belgisch deel van de Noordzee.” Naar de toekomst toe rijst er bij de auteurs van het Kustvisieplan dan weer enige twijfel: ”Er valt niet uit te sluiten dat voor verdere suppleties ook andere bronnen vereist zullen zijn voor het onderhoud op lange termijn.”

Langs de Dender in Lessines

Klimaatongelijkheid uitgelegd

Klimaatonrecht is een van de meest prangende ethische kwesties van onze tijd. Het verwijst naar de ongelijke verdeling van verantwoordelijkheid en gevolgen van klimaatverandering: zij die het minst bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen, ondervinden vaak de zwaarste gevolgen. Dit onrecht manifesteert zich zowel tussen landen als binnen landen, en wordt versterkt door mondiale ongelijkheid in inkomen en consumptiepatronen.

Onderzoek

In een wetenschappelijk artikel van Schöngart, Nicholls, Hoffmann, Pelz en Schleussner, gepubliceerd in Nature Climate Change, wordt op basis van recent wetenschappelijk onderzoek uiteengezet hoe de uitstoot van de rijkste bevolkingsgroepen wereldwijd de huidige klimaatcrisis aanwakkeren, en welke gevolgen dit heeft voor temperatuurstijgingen en extreme weersomstandigheden.

Uit het onderzoek blijkt dat de rijkste 10% van de wereldbevolking verantwoordelijk is voor ongeveer twee derde van de wereldwijde opwarming tussen 1990 en 2020.

De rijkste 1% draagt zelfs een vijfde bij aan deze opwarming. Dit betekent dat hun individuele bijdrage aan de opwarming respectievelijk 6,5 en 20 keer hoger ligt dan het wereldwijde gemiddelde. De armste helft van de wereldbevolking is daarentegen slechts verantwoordelijk voor een tiende van de wereldwijde uitstoot, terwijl zij het vaakst en het zwaarst worden getroffen door de gevolgen van klimaatverandering.

De verschillen zijn niet alleen zichtbaar tussen landen, maar ook binnen landen. In de Verenigde Staten draagt de rijkste 10% 3,1 keer meer bij aan de opwarming dan de gemiddelde Amerikaan, en zelfs 17 keer meer dan het wereldwijde gemiddelde. In de Europese Unie is dit respectievelijk 2,8 en 8 keer. Ook in opkomende economieën als China en India zijn de verschillen tussen de elite en de rest van de bevolking aanzienlijk: de top 10% in China stoot vier keer zoveel uit als de gemiddelde landgenoot, in India is dit 1,2 keer.

Impact op extremen

De gevolgen van deze ongelijkheid

zijn direct meetbaar in de frequentie en intensiteit van extreme klimaatgebeurtenissen.

De rijkste 10% van de wereldbevolking heeft gezorgd voor een zevenvoudige toename van het aantal extreem hete maanden (gebeurtenissen die eenmaal in 100 jaar zouden mogen voorvallen) wereldwijd, en een zesvoudige toename van droogteperioden in het Amazonegebied. Voor de rijkste 1% zijn deze cijfers nog schrijnender: zij veroorzaakten respectievelijk 26 en 17 keer zoveel toename in deze extremen vergeleken met het gemiddelde.

van hittegolven respectievelijk 6,7 en 21 keer hoger is dan het wereldwijde gemiddelde.

Gebruikte onderzoeksmethoden

In kwetsbare regio’s, zoals delen van Afrika, Zuidoost-Azië en het Amazonegebied, is de kans op extreme hitte en droogte daardoor exponentieel toegenomen. De intensiteit van hittegolven is sinds 1990 met gemiddeld 0,83°C gestegen, waarvan 0,55°C toe te schrijven is aan de top 10% en 0,17°C aan de top 1% van de uitstoters. Dit betekent dat hun bijdrage aan de intensivering

De onderzoekers maakten gebruik van een combinatie van economische data over uitstoot naar gelang van inkomensgroep en daarnaast geavanceerde klimaatmodellen. Door het uitstootprofiel van verschillende inkomensgroepen te koppelen aan klimaatsimulaties, konden zij de bijdrage van deze groepen aan de mondiale temperatuurstijging en

aan regionale klimaatextremen kwantificeren. Hierbij werd niet alleen gekeken naar CO2, maar ook naar andere broeikasgassen zoals methaan, die een grote rol spelen in recente opwarming.

Om de impact van de rijkste groepen te illustreren, werden hypothetische scenario’s doorgerekend: als iedereen op aarde had geleefd zoals de armste 50%, zou er sinds 1990 nauwelijks extra opwarming zijn geweest. Als iedereen het consumptiepatroon van de rijkste 10%, 1% of 0,1% had gevolgd, zou de opwarming respectievelijk 2,9°C, 6,7°C of zelfs 12,2°C zijn geweest in plaats van de huidige 0,61°C.

Beleidsinterventies

Het klimaatonrecht is diepgeworteld in de mondiale economische en sociale structuren.

De structurele ongelijkheid in welvaart, consumptie en toegang tot hulpbronnen zorgt ervoor dat de lasten en risico’s van klimaatverandering onevenredig op de schouders van de armsten terechtkomen. Tegelijkertijd zijn het net de rijkste landen en bevolkingsgroepen die de meeste invloed hebben op beleid en investeringen, waardoor hun belangen vaak voorop staan in internationale onderhandelingen.

Om deze ongelijkheid aan te pakken, zijn gerichte beleidsinterventies noodzakelijk die verder gaan dan algemene klimaatmaatregelen. Progressieve belastingheffing op vermogen en inkomen zou een manier kunnen zijn om de middelen te genereren die nodig zijn om kwetsbare bevolkingsgroepen te ondersteunen en de transitie naar een duurzame economie te financieren.

Daarnaast is regelgeving nodig die zich richt op activiteiten en investeringen met hoge emissies, zoals het beperken van investeringen in fossiele brandstoffen en het stimuleren van investeringen in hernieuwbare energie. Internationale samenwerking en klimaatfinanciering voor kwetsbare landen zijn eveneens essentieel om hen te helpen zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering en een duurzame ontwikkelingsweg in te slaan. Het is duidelijk dat het aanpakken van klimaatonrechtvaardigheid niet alleen een milieuprobleem is, maar een fundamentele kwestie van eerlijkheid en mondiale solidariteit.

Oproep aan rood en groen

Vaak wordt beweerd dat klimaatbeleid of ecologisch beleid elitair zouden zijn, en niet betaalbaar voor de laagste inkomens. Zelfs uit linkse hoek komen dergelijke stellingen naar voor.

Dat is echter retoriek die verbergt dat ook uitstoot een privilege is dat toekomt aan diegenen die zich ook in andere maatschappelijke domeinen meer toe-eigenen dan de anderen.

Een efficiënt, onderbouwd en resultaatgericht klimaatbeleid is

dan ook nauw verbonden met klassenstrijd: de weinigen die zich te veel toe-eigenen zullen als groep moeten worden ingeperkt. Dit kan een verbindend thema zijn om de groene en de sociale beweging terug schouder aan schouder te brengen.

De voedselmarkt is oneerlijk verdeeld

We worden overspoeld door ultrabewerkte voeding. Je hoort er steeds meer over, maar zelden in positieve zin. Het is verslavend, kankerverwekkend en zit vol schadelijke toevoegingen zoals kleurstoffen, bewaarmiddelen en suiker. Experts zijn het eens: vermijd dit soort voedsel zo veel mogelijk. Maar hoe doe je dat? Is het werkelijk zo eenvoudig om te kiezen wat we willen eten?

Onze supermarkten liggen er vol van. Uit onderzoek van Foodwatch blijkt dat bij onze noorderburen in Nederland zo’n 70 procent van het supermarktassortiment uit ultrabewerkte producten bestaat. Dat is geen toeval. Het is het resultaat van een voedselsysteem dat doelbewust is opgebouwd door een handvol machtige multinationals. Zij controleren niet alleen de productie en de prijzen, maar beïnvloeden ook onze smaakvoorkeuren. Supermarkten kunnen nauwelijks om deze bedrijven heen: het zijn zij die bepalen wat er in de rekken ligt – en tegen welke prijs. Bedrijven zoals

Nestlé, Coca-Cola en Colruyt boeken vandaag torenhoge winsten. Niet omdat ze kwaliteitsvol voedsel aanbieden, maar omdat ze de spelregels van de markt zélf hebben geschreven.

Een systeem gebouwd op winst, niet op gezondheid

Wat in de supermarkt lijkt op een gevarieerd aanbod van voedingsmiddelen, is in werkelijkheid vaak misleidend. Het merendeel van de verwerkte producten bestaat uit dezelfde goedkope basisingrediënten – zoals suiker, zetmeel, plantaardige oliën en zout – die wel vullen, maar nauwelijks voedingswaarde bieden.

Volgens een rapport van FIAN Belgium zijn deze producten calorierijk, maar arm aan essentiële voedingsstoffen zoals vezels, vitamines, mineralen, aminozuren en onverzadigde vetzuren – allemaal noodzakelijk voor een evenwichtige voeding.

Deze voedingsmiddelen worden niet ontwikkeld om gezond of voedzaam te zijn, maar om winst te maximaliseren. Ze worden zó samengesteld dat ze verslavend werken. Het gaat niet alleen om de overvloed aan suiker of zoetstoffen, die het beloningssysteem in de hersenen activeren, maar ook om de doordachte smaakcombinaties van zoet, zout, zuur en hartig – ontworpen om onze smaakpapillen te prikkelen en ons te doen verlangen naar meer. Zoals huisarts Staf Henderickx beschrijft in zijn boek ‘Dit slik ik niet meer!’, laat de voedingsindustrie niets aan het toeval over. Climaxi nodigde Henderickx uit in Antwerpen en Herzele om hierover verder in gesprek te gaan.

Deze trend is een ramp voor de volksgezondheid. Overgewicht, obesitas en – ruimer bekeken –ongezonde voeding vormen belangrijke risicofactoren die de kans op nietoverdraagbare aandoeningen vergroten, met name hart- en vaatziekten, bepaalde vormen van kanker en diabetes type 2. Maar de schade gaat verder dan sterftecijfers: junkfood draagt bij aan het verlies van gezonde levensjaren en leidt tot een langdurig leven met ziekte of beperking.

Net die groepen die het zich het minst kunnen veroorloven, worden het

zwaarst getroffen. Gezonde voeding is duurder en moeilijker verkrijgbaar in wijken met lage inkomens, terwijl goedkoop junkfood overal aanwezig is. Zo versterkt dit systeem de sociale ongelijkheid – en maakt het gezondheid tot een luxeproduct.

Manipulatie: de illusie van keuze

De voedingsindustrie manipuleert niet alleen ons voedsel, maar ook onze keuzes. We denken dat we zelf bepalen wat er op ons bord ligt, maar in werkelijkheid worden die keuzes gestuurd door supermarkten, voedingsbedrijven en marketingbureaus.

In slechts enkele decennia heeft fastfood en goedkoop, ultrabewerkt voedsel zich opgewerkt tot het dominante voedingsmodel. Dit model wordt gepromoot via grootschalige, steeds alomtegenwoordiger en agressievere reclamecampagnes en marketingtechnieken, gericht op zowel volwassenen als kinderen. De marketing wordt bovendien almaar persoonlijker, met behulp van data, gedragsanalyse en sociale media. Bovendien kan de voedselindustrie rekenen op marketing en distributienetwerken die steeds uitgebreider zijn en dichter bij de klant staan.

De industrie speelt niet in op de vraag, zoals zij altijd verkondigen, maar in werkelijkheid creëert ze die vraag. ‘Gezond eten’ is allang geen vrije keuze meer, maar een hindernisparcours geworden – in een omgeving die ons voortdurend aanzet tot ongezonde keuzes. Experts noemen dat een ‘obesogene voedselomgeving’: een voedselomgeving (de fysieke, economische, politieke en sociaal-culturele context waarin wij voedselkeuzes maken) die overeten en inactiviteit aanmoedigt, en waar gezonde keuzes schaars, moeilijk of duur zijn. Onze voedselomgeving is vormgegeven door de belangen van de voedingsindustrie, die overconsumptie en gemak systematisch stimuleert.

In deze context is het zonneklaar: onze voedselomgeving wordt niet bepaald door wat goed is voor mens en planeet, maar door wat winst oplevert voor bedrijven.

Deze omgeving heeft niet alleen zichtbare negatieve gevolgen voor onze gezondheid, maar is ook het product van een mondiaal systeem dat mens en planeet uitbuit. De voedingsindustrie heeft een geglobaliseerd model opgebouwd waarin arbeiders in het Globale Zuiden voor hongerlonen moeten werken en

landbouw wordt omgevormd tot milieubelastende monoculturen. De ecologische gevolgen zijn gekend: ontbossing, verlies van biodiversiteit, verstoring van de stikstofkringloop, waterschaarste, bodemuitputting, overbevissing, enzovoort.

Maatregelen

In een nieuw rapport van Sciensano en de KU Leuven analyseren onderzoekers kritisch het Belgische voedingsbeleid. Ze stellen dat het geen toeval is dat we blijven vastzitten in ongezonde en niet-duurzame eetgewoonten. De oorzaak ligt in de voedselomgeving, die vandaag sterk gestuurd wordt door commerciële belangen.

Het onderzoek is duidelijk: acties die zich enkel richten op de consument zijn onvoldoende. De onderzoekers concluderen dat de Belgische overheid tekortschiet in het gezonder en duurzamer maken van onze voedingsgewoonten. Ze formuleren 158 aanbevelingen voor verschillende bestuursniveaus, waaronder een strikte regulering van reclame voor ongezonde en niet-duurzame voeding, het verduurzamen van publieke voedingsaanbestedingen en het versterken van de juridische slagkracht van lokale besturen. Daarnaast pleit

FIAN Belgium ervoor om het recht op voedsel centraal te stellen in een wetgevend kader.

Ons land heeft nood aan een samenhangend en ambitieus voedselbeleid. Als we écht gezonde en duurzame voeding voor iedereen toegankelijk willen maken, is een structurele transitie nodig, weg van een markt die gedomineerd wordt door winst, en naar een beleid dat inzet op gezondheid, rechtvaardigheid en ecologische duurzaamheid.

Eco&Fair zet zich in voor zo’n transitie, door niet alleen Fairtrade maar ook lokale boeren en andere uitgesproken sociaalecologische initiatieven in Europa zichtbaar te maken. Zo wakkeren we het debat aan over hoe ons voedselsysteem anders en eerlijker kan. Want gezond en duurzaam eten mag geen voorrecht zijn, maar een recht voor iedereen.

80 jaar na Hiroshima en Nagasaki

Op 6 augustus 1945 werd voor de eerste keer een atoombom boven een stad gedropt: boven Hiroshima

Ondanks de catastrofale gevolgen werd 3 dagen later een tweede atoombom boven de stad Nagasaki gedropt. Er waren voor beide steden samen tussen 50.000 en 100.000 doden geteld op de dag zelf. De 2 bommen zorgden voor een totale vernietiging van de steden en desastreuze gevolgen voor het leefmilieu en voor de gezondheid van mensen. Ook binnen de volgende generaties vielen daardoor nog verdere doden.

De Hibakusha of overlevenden van de atoomaanvallen in Hiroshima en Nagasaki blijven wereldwijd hun boodschap uitroepen: nooit meer Hiroshima, nooit meer Nagasaki, nooit meer oorlog, nooit meer Hibakusha. Hun vereniging, Nihon Hidankyo, kreeg eind 2024 de Nobelprijs voor de Vrede. Hun inspanningen voor een kernwapenvrije wereld werden zo geëerd, ook door hun aantonen via

getuigenissen dat kernwapens nooit meer mogen worden gebruikt.

Na de Tweede Wereldoorlog tot nu

En toch... In vele landen werden de kernwapens geüpdatet, zodat ze gemakkelijker kunnen ingezet worden. In België gebeurde dat ook voor de Verenigde Staten. De VS plaatste in 1963 kernwapens in Kleine Brogel. Die kwamen er zonder democratisch debat, zonder politici die op de vraag naar hun aanwezigheid in België ja of nee konden antwoorden. In alle stilte van media en politici werden deze later – alweer zonder democratisch debatvervangen door nieuwe exemplaren.

Er bestaat de collectieve waanzin dat we steeds meer moeten investeren in bewapening. De oude leuze wordt hiervoor vanonder het stof gehaald:

‘Als je vrede wil, bereid je dan voor op oorlog’. Slikken we dat zomaar?

Foute aannames

Ten koste van wie en wat gebeurt dit alles? Ten koste van veel domeinen in de maatschappij, denk aan zorg, onderwijs, vorming, kinderopvang en goede openbare dienstverlening zoals goed openbaar vervoer waar steeds minder middelen en mensen voor beschikbaar staan. Daarnaast gaat het ook ten koste van een gezond milieu en klimaat. De wereldwijde klimaatdreiging kan alleen maar succesvol aangepakt worden door intensieve samenwerking op alle niveaus en dit in gelijkwaardigheid.

Om te leven in veiligheid en vrede, is het een foute aanname om eerst massaal te investeren in materiaal en mensen met als doel destructie, in het kader van de strijd tussen machtsblokken. Dit laatste leidt alleen

maar tot escalatie en toename van geweld. Als het ene blok een stap zet naar meer (kern)bewapening tegen het andere, gaat de andere kant een grotere stap zetten tegen de eerste en zo zien we een escalatie waarvan je niet weet waar ze eindigt. Dat is de destructieve weg van de nucleaire afschrikking. Ook wanneer kernwapens niet gebruikt worden, treedt destructie op. Denk aan alle milieuvervuiling en CO2-uitstoot bij de uraniumontginning, de constructie van de kernwapens, het oefenen met het materiaal, enzovoort. Natuurlijk blijft ook de dreiging van een accidentele inzet van kernwapens. In het verleden zijn een aantal voorbeelden te vinden waar het op een haar na misliep.

Wat dan wel doen

De wereld heeft nood aan nietmilitaire oplossingen en een versterking van competente internationale platformen voor conflictoplossing, gemeenschappelijke veiligheid en duurzame ontwikkeling. Een treffend voorbeeld: in 1975 werd in volle Koude Oorlogtijdens de erg geëscaleerde nucleaire bewapeningswedloop - besloten om diplomatieke stappen te zetten en een veiligheidsconstructie op te zetten voor heel Europa, de Sovjetunie inclusief. Dat leidde hetzelfde jaar

> Suzuko Numata, overlevende van de atoombom in Hiroshima’ copyright: Paule Saviano 33

tot de Helsinki-akkoorden, en het oprichten van de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa). Het doel bestond erin samen te werken op gebied van mensenrechten, economie, wetenschap, technologie, milieu, veiligheid en humanitaire zaken. Het is een voorbeeld van werken aan gezamenlijke veiligheid. Toch werd later opnieuw het ‘denken en handelen in machtsblokken tegenover de andere’ dominant. We zien waar het toe leidt.

Er wordt in 2025 door de vredesbewegingen heel wat georganiseerd qua infomomenten en acties tegen kernbewapening en militarisering. Ook VAKS,

de Verenigde Actie Stop

Kernenergie, besloot zich aan te sluiten bij de acties tegen kernwapens.

Een speciale oproep: neem deel aan de nationale actie in Kleine Brogel op zaterdag 27 september. Er worden bussen ingelegd vanuit Gent via Antwerpen en vanuit Brussel via Leuven. Je komt meer te weten tijdens de mobilisatieavond van 24 juni, die zowel in Gent als Leuven doorgaat.

Herdenking rond Hiroshima en Nagasaki in Leuven (2024) - copyright: Siegfried Jaecques

Project ‘Beyond Ineos’ in Antwerpse haven

Climaxi is erin geslaagd fondsen binnen te halen uit het project ‘Beyond Ineos’ dat gecoördineerd wordt door Bond Beter Leefmilieu. Hierdoor hebben we een nieuwe werknemer bij

Climaxi en gaan we in het kader van dit project aan de slag rond het thema klimaat en de Antwerpse Haven, specifieker de petrochemische sector.

Achtergrond

Climaxi organiseerde samen met Grondrecht en EEB in 2024 een chemietop voor de buurt van de Antwerpse haven. Op de conferentie werd het debat gevoerd over de toekomst van de haven tussen vakbonden, milieu- en klimaatorganisaties en wetenschappers. Het is ook deze samenwerking waar Climaxi met het nieuwe project op wil inzetten.

Climaxi zette reeds met andere organisaties haar schouders onder het protest tegen INEOS Project One. Dit dossier opende het maatschappelijk debat over de toekomst van onze haven. Volgens de IPCC-rapporten moeten we zo snel mogelijk stoppen met het verbranden van fossiele grondstoffen.

Het project

De haven van Antwerpen huisvest de tweede grootste petrochemische cluster van Europa, na Rotterdam. De industrie komt in moeilijk vaarwater. Daarbij geven ze zelf volgende redenen aan: hoge energieprijzen en hoge regulering. Daardoor worden klimaatprojecten op de lange baan geschoven cfr. Arcelor Mittal en Kairos@C.

Climaxi wil de problematiek inventariseren en verbinden. Tot nu toe voeren velen actie tegen 1 of een paar bedrijven. Wij willen zicht krijgen op de ganse chemische cluster en dit inzicht op een eenvoudige manier onder de aandacht brengen bij milieubewegingen, pers, overheid, vakbonden en buurtbewoners.

Concreet wordt dit ingevuld met een krantje dat word uitgedeeld in de haven, een nieuw congres en een bezoek van een internationale delegatie aan onze haven. Hiernaast willen we juist heel hard inzetten op de samenwerking tussen de verschillende groepen. De vorming van een sterk rood-groen groepje rond de Antwerpse haven is

dus ook één van de zaken die we uit het project willen halen.

Timeline

Het project ging van start in dit voorjaar en zal lopen tot november 2025. Op 5 juni hadden we in Antwerpen reeds een startvergadering met verschillende groepen om een invulling te geven aan het project. Er zijn veel ideeën uitgewisseld en connecties gemaakt, maar het echte werk moet nog volop gebeuren! Alleszins: zet al maar zaterdag 18 oktober in je agenda want dan zal het betreffende congres plaatsvinden!

Een preview: Charleroi aan de schelde? De petrochemische sector in de Antwerpse haven en hun toekomstperspectief

Wat is de toekomst van de Antwerpse haven wanneer een verouderde en zeer vervuilende industrie als de petrochemie niet de nodige stappen zet om een transitie te maken naar een klimaatneutrale en milieuvriendelijke industrie? Na jaren winst binnen te rijven voor aandeelhouders zit de petrochemie nu in moeilijk vaarwater door de veel duurdere energie die ze moeten invoeren uit ondermeer Amerika, nu het goedkope Russische gas geen optie meer is. De investeringen voor de klimaattransitie die gepland waren worden nu uitgesteld of

gewoonweg afgevoerd. Investeringen in CCS (Carbon Capture and Storage) van onder meer BASF en Air Liquide (in het project Kairos@C) worden on hold gezet. E wordt meer geld gevraagd terwijl de EU al voor 40% van de investeringsmiddelen instaat. CCS is daarbovenop al een erg betwiste technologie (https://www.greenpeace. org/belgium/nl/persbericht/58295/ greenpeace-rapport-co2-afvang-en-opslag-is-eendwaalspoor/) om de klimaatproblematiek aan te pakken door de zeer hoge kosten, de kleine schaal en de onstabiele situaties die het veroorzaakt.

Wat dan met de Antwerpse haven?

Moeten we hier dan binnenkort het nieuwe Charleroi verwachten? Als de nodige stappen niet worden gezet vrezen we van wel. Winstmaximalisatie blijft echter belangrijker voor de industrie dan deze problematiek op te lossen, en de politiek laat dit rustig gebeuren… Wat is de toekomstvisie van de haven dan?

Moeten we hier een nieuw Bokrijk van maken of zetten we volop in op myceliumproductie als natuurlijk alternatief voor de plasticproductie?

Wat zeker is, is dat een nieuwe visie op de haven hoognodig is als we een sociaaleconomisch bloedbad willen voorkomen. Als we het met de visie van de bedrijven moeten doen dan gaan we er niet geraken, want zij pruttelen achter.

Eco & Fair

Eco & Fair wil 20% meer omzet

Fairtrade en korte ketenproducenten en -winkels hebben het moeilijk om te overleven, steeds meer Oxfam Wereldwinkels gooien de handdoek in de ring. Kleine producenten als Kattekwaad stoppen na FAVVcontroles. In ons vorige ledenblad en in de lokale Wijn- en Cidergids kon je lezen hoe moeilijk het is om als kleine wijn- of ciderproducent overeind te blijven. De marges zijn klein, de concurrentie met supermarktprijzen oneerlijk.

Toch blijft Eco & Fair, na al die jaren, volhouden. Omdat we geloven in een economie op mensenmaat. Maar: we hebben jouw steun nodig.

Voor het boekjaar 2025 zoeken we 20% meer omzet. Dat moet ons toelaten om een werknemer in dienst te houden en meer financiële marge op te bouwen om bijvoorbeeld onze producenten vlotter te kunnen betalen.

Wij staan voor een sociale en ecologische vorm van fairtrade. Bij een groot aantal van onze producenten hebben de werkers

zélf controle over hun werk én over de besteding van de opbrengst. Fairtrade gaat voor ons verder dan de klassieke Noord-Zuidverhalen: het gaat ook over lokale boeren en producenten hier, die vrij willen zijn van tussenhandelaar en veilingen die de prijs bepalen van hun producten. Het gaat over zuivere ingrediënten: onze tomatenpassata bestaat volledig uit tomaten in plaats van uit tomaten en maïzena, zoals bij de industriële producenten. Het gaat over respect voor de omgeving en het leefmilieu: heel wat van onze producenten gaan voor bio, ook al hebben ze niet altijd het dure label.

Wij kiezen bewust voor voedsel dat puur en natuurlijk is, zonder kunstmatige toevoegingen of overbodige bewerkingen. We ondersteunen bijvoorbeeld Griekse boeren die er expliciet voor kiezen om hun olijven niet te ontpitten. Waarom? Omdat het meest smaakvolle en voedzame vruchtvlees – rijk aan antioxidanten, gezonde vetzuren en vitamines – zich juist rond de pit bevindt.

Producenten verdienen de ruimte om hun vak met passie uit te oefenen, voor meer kwaliteit, meer solidariteit en een beter milieu.

Ben jij solidair?

Koop je liever producten van mensen die zelf het heft in handen nemen? Of van boeren die niet (meer) willen afhangen van multinationals die hun prijzen dicteren? Van ambachtslui die hun vak met zorg willen blijven uitoefenen?

Dan kan je ons op volgende manieren steunen:

• koop op www.ecofair.be en laat leveren bij een ambassadeur of kom langs in onze winkel in Herzele.

• word aandeelhouder: contacteer ons via info@ecofair.be .

• kom helpen in onze winkel: je kan winkelier, magazijnier, etalagist of groentenverzorger worden.

• spreek anderen aan met onze bestelformulieren en win klanten op je werk of in je buurt.

Lid worden van Climaxi

Zin om Climaxi te steunen? Vind je dat ons werk nuttig is en wil je de beweging die we uitbouwen steunen?

Word lid door minimum 10€ per jaar te storten, of een maandelijks bijdrage op BE40 0016 3236 1163 t.v.v. Climaxi, Groenlaan 39, 9550 Herzele.

Met dit lidgeld zetten wij acties op poten, bijten we ons verder vast in dossiers en organiseren we activiteiten. Samen bouwen we de sociale klimaatbeweging uit.

Je krijgt onze brochures in je bus en we nodigen je uit voor onze jaarlijkse ledenvergadering. Als je wil kan je aansluiten bij een groep in je regio.

Zin om mee te doen?

Dat kan!

Neem contact op via info@climaxi. be of via 0496/71.84.72. Of iemand van Climaxi, actief in jouw regio:

BRUSSEL

Simon Van Parijs via 0478/06.00.42

ZUID-OOSTVLAANDEREN

Filip de Bodt via Filip@climaxi.be of 0496/71.84.72

ANTWERPEN

Tim Lambrechts via tim@climaxi.be

OOSTENDE

Johan Bultiauw via 0478/71.48.59 en Kries Hoornaert: kriesjex@hotmail.com

GENT

Filip De Bodt via 0496/71.84.72

MECHELEN

Piet De Baere: 0496/71.17.98

ZAVENTEM

Jean-Paul Martens 0477/62.41.28

KORTEMARK

Tim Deweerdt 0474/43.28.54

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.