Op de koffie met BDW
Nog maar een halfjaar burgemeester af en premier aan, midden regeringscrisis over de aanhoudende genocide in Gaza en net terug van wat olifanten te knuffelen in Zuid-Afrika. Toch vindt BDW op deze doodnormale maandagmiddag even tijd om met ons te komen babbelen over de petrochemische industrie in de Antwerpse haven. In zijn woorden: “Er is niets beter te doen dan met de mannen van Climaxi een dag te verprutsen”. In een koffiebarretje in zijn favoriete district Borgerhout starten we het gesprek.
Zoals u wel weet, de haven is een belangrijk economische factor in België... [onderbreekt] Ja… en in de wereld! Ik wil daar eerlijk in zijn. Antwerpen op zich: wij waren ooit een grootstad in de 16de en 17de eeuw, de stad stelt nu niet veel meer voor. Gelukkig hebben we de haven nog, die ongeveer veertien keer zo groot is als ‘t Stad zelf. Zo hebben we toch nog iets om trots op te zijn en dat moeten we natuurlijk onderhouden. De grote nummer één ter wereld in cocaïne-import. Dat moeten we zo houden. Daarom dat we ook een falend ‘war on drugs’-beleid proberen te installeren, dat dit zo blijft.
Ik begrijp wat u wilt zeggen, maar u moet toch ook wel begrijpen dat er een ecologische crisis aan de gang is en dat in de haven van Antwerpen de petrochemische sector de grootste sector is en … [onderbreekt nogmaals] Ja, maar je moet natuurlijk ook naar de petrochemische sector kijken. Want met die mannen moet je toch een klein beetje medelijden hebben. Er zijn heel veel van die bedrijven die, zogezegd, als te vervuilend worden beschouwd en die nergens meer terecht kunnen. Wij proberen in Antwerpen eigenlijk de haven open te houden voor alle producten die nergens meer terecht kunnen, een soort van asielcentrum voor petrochemische paria’s.
En dat is dan ook de context waarin u Jim Ratcliffe hebt leren kennen?
Ja, die kwam huilend bij mij, Jim Ratcliffe. Met zijn helikopter kwam hij tot bij mij in het Rivierenhof. Hij landde op mijn dak, kwam huilend op mijn terras en zei van “ik kan nergens meer terecht!”. Ik zei tegen hem dat we wel nog iets konden regelen, dat is België natuurlijk. Zo is Ratcliffe dus bij mij terecht gekomen, bij ons in de haven.
En wat hebt u hem dan zoal beloofd eigenlijk?
Dat ‘m zijn gang mocht gaan. Ik heb beloofd dat we speciaal de Oosterweelwerken zouden beginnen. Daar wordt in ieder geval grond opgegraven. Al die vervuilde grond die hij zou produceren, kan daar dan onder gestoken worden. Eigenlijk hebben we die Oosterweelverbinding precies daarvoor gestart. Ik heb hem bovendien ook gevraagd om zo veel mogelijk PFAS en van die plastic bollen te produceren. Zodat wij als stad


verdedigen van de Antwerpse haven op nationaal niveau. Maar nu bent u ook premier en bekleedt u ook het nationale toneel. Verandert dat de zaken? Nu komen ze bij u om geld vragen?
Ja, maar dan maak ik het alleen maar makkelijker! Ik heb aan mijn goede vriend Donald Trump, toen hij in Schotland was, ook gezegd dat we die windmolens even in vraag zouden moeten stellen. Zodat we toch even een beetje reclame ontvingen voor de petrochemische sector. Dat we toch zeker blijven boren en blijven pompen. Op zich is daar niks slechts aan. Ik ben nu eenmaal een grote voorstander van de productie van plastic.
Oké, u bent hartelijk bedankt voor dit interview. Heeft u nog iets waar u mee zou willen afsluiten?
stillekes aan op nummer 1 van meest vervuilde stad van NoordEuropa kunnen komen te staan. We zijn goed onderweg: als je de luchtvervuilingsapp bekijkt, dan staan wij nu al steeds op ‘verschrikkelijk erg’. Een tweede reden is ook heel plezant, en ook heel goed voor de gemeenschap. Wanneer van die plastic bolletjes overal aan de oevers van de Schelde aanspoelen, kunnen van die plastic bolletjes-opruimtochten voor de gemeenschap georganiseerd worden. Dan zijn er veel mensen die kunnen gaan wandelen of burgers die een uitstap op zondagnamiddag kunnen doen, omdat ze anders toch maar voor hun tv hangen.
Natuurlijk vroegen Jim Ratcliffe en de haven daarvoor geld aan de stad. Maar de stad vroeg dat op haar beurt aan de federale regering. U wilde namelijk het belang
Ik zou toch nog geren willen dat de opwarming van de aarde gewoon blijft doorgaan. Ik ben net terug van Zuid-Afrika en daar zitten van die olifanten. Dat is zeer plezant. Niet alleen om mee op de foto te gaan, maar ook om een safari te doen. En dan ben ik dus aan het denken geslagen: als we dat klimaat nog een klein beetje verder opstoken, dan kunnen we die hier ook gewoon loslaten? De Kalmthoutse Heide zal zich daar perfect toe lenen om wat olifanten en wat giraffen enzovoort op te zetten. Direct ook een van de redenen waarom de petrochemische sector kan blijven uitstoten: zodat we hier toch een beetje de savannes kunnen hebben.
Ook voor die beesten is dat trouwens nodig! Want met die opwarming, gaat Afrika waarschijnlijk onbewoonbaar worden. Dan gaan die olifanten allemaal weer ergens terecht kunnen. We kunnen hier dus reservaten maken, bijvoorbeeld in de Lilse Bergen of zoals reeds vermeld de Kalmthoutse Heide.
Ook best milieuvriendelijk van u, want dan moet u niet meer vliegen.
Absoluut! Voilà, u bent mee, u begint het grote plaatje te snappen!



- Anoniem, arbeider in de haven - Waar denk je aan als je denkt over klimaatverandering en opwarming van de aarde? Iedereen moet wat minder gaan consumeren en ook minder vliegen. Wat vind je er persoonlijk van, denk je er vaak over na? Ik geef er niet echt om, vooral op dit moment niet. Omdat ik het niet kan zien, het heeft weinig effect op mijn directe omgeving. Wordt daar soms over gebabbeld op de werkvloer? [lacht]

Nele Coen, een perspectief op de lange strijd tegen Ineos
Nele Coen is een buurtbewoner van de haven van Antwerpen en bezorgde burger. Ze stond mee aan de wieg van het protest tegen de nieuwe ethaankraker van Ineos.
Wanneer en waarom is Ineos Will Fall (IWF) ontstaan?
Onze allereerste actie was op de nieuwjaarsreceptie van stad Antwerpen, in 2020. We stonden er met een groot hoofd van Bart De Wever en een spandoek ‘het geld van de hardwerkende Vlaming ter vervuiling van de Schelde’. Dat spandoek vat nog steeds goed samen waarom we kritisch zijn over de bouw van de nieuwe ethaankraker. We vonden dat meer mensen moesten weten hoe Vlaanderen een klimaatbeleid voert in de haven van Antwerpen. De ethaankraker mag dan wel de ‘groenste’ zijn maar hij gebruikt nog steeds fossiele grondstoffen om die om te zetten naar basisproducten voor de chemie. Zo is ethaan een bijproduct van schaliegas. De ontginning van dit gas in onder andere Pennsylvania (VS) heeft desastreuze gevolgen voor het milieu en de bewoners. Daarnaast vinden wij het onverantwoord dat onze regering garant staat voor 250 miljoen euro. Dit is de grootste garantie die Vlaanderen ooit nam voor een bedrijf. Ineos maakte de afgelopen decennia meerdere miljarden winst waardoor een garantstelling met publiek geld niet nodig is.
Ineos belooft om over 10 jaar klimaatneutraal te zijn. Kunnen we dan niet gerust zijn?
Je zou het zo kunnen opvatten en op je twee oren slapen. Wie de kleine letters van de vergunning leest, weet wel beter. In de vergunning staat dat Ineos over 10 jaar klimaatneutraal moet zijn ‘als de markt het toelaat’. Dit laatste is zeer interessant: het wil zeggen dat winst belangrijker blijft dan het klimaat. Het laatste IPCC-rapport (Verenigde Naties-instelling die klimaatverandering onderzoekt, red.) is nochtans duidelijk. We moeten nú stoppen met aardolie en -gas uit de grond te halen om de opwarming binnen de perken te houden.
De kraakovens en de fakkel rijzen al boven de grond in Lillo. Hoe kijk je naar de toekomst?
De grote overwinningen van onze strijd zijn het debat over de toekomst van de haven én de beslissing van Ineos om geen PDH-site (waar dehydrogenatie of waterstofonttrekking uit propaan plaatsvindt, red.) te bouwen en enkel voor een ethaankraker te gaan. Tijdens onze campagne zijn we ook tot bij de stakingspiketten van Ineos Phenol gegaan. In het begin waren de babbels onwennig, maar na een paar bezoeken hadden ze zelfs vegetarische worsten voorzien. Deze babbels hebben ons veel geleerd over het reilen en zeilen van de haven. De sociale strijd en de strijd voor een beter klimaat gaan hand in hand. We lopen een marathon, geen sprint.

Wim Verheyen, vakbondsman en werknemer bij Ineos Phenol
We interviewen Wim Verheyen van ABVV bij Ineos Phenol, op linkeroever in de Antwerpse haven. We leerden elkaar kennen bij het stakerspiket in 2020 toen Ineos een vakbondsman ontsloeg. Even later ging het bedrijf een onzekere periode in.
Ineos Phenol kampt met technische werkloosheid en het stilleggen van de fabriek. Hoe komt dit? Is er minder vraag naar fenol of andere producten?
Vooreerst is het belangrijk te weten dat Ineos Phenol Antwerpen deel uitmaakt van Ineos Phenol Worldwide. Het belangrijkste voor hen is de verkoopafdeling: het kopen en verkopen van fenol, aceton, cumeen en propyleen. De productie van fenol en aceton is maar een beperkte tak in dit alles. De fabriek in Antwerpen is gestopt omdat de energieprijs enorm duur was geworden. In Duitsland schakelde ze over op de extreem vervuilende maar goedkopere bruinkoolcentrale. Daardoor was het in de fabriek in Gladbeck (Duitsland) veel goedkoper om fenol te maken. Vervolgens is er dan een plan geweest vanuit Ineos om een grote reorganisatie te houden. Kleine afvloeiingen vonden plaats, veel jonge operators zijn elders gaan werken. Het management hoopte op lagere energieprijzen om zo de fabriek te kunnen herstarten. Maar de wereldwijde vraag naar fenol stokte.
Welke investeringen voor het klimaat deed INEOS in jullie fabriek?
Jim Ratcliffe sprak zich uit over de toekomst van de haven van Antwerpen. Ratcliffes sombere visie op de Europese industrie in het algemeen, en de haven van Antwerpen in het bijzonder, komt voort uit de vergelijking met de snelle industrialisatie in China en de inhaalbeweging van de Verenigde Staten. Hij vreest dat Europa achteropraakt en dat de helft van de industrie in de regio binnen tien jaar kan verdwijnen. Hoe zie jij dat?
Het verhaal van Jim Ratcliffe dat de Antwerpse en bij uitbreiding de Europese chemie het heel zwaar heeft, lijkt mij wel juist. Vooral in Amerika is energie goedkoop doordat zij zelf veel olie en schaliegas ontginnen. Op die manier zitten wij als Europa niet meer aan het stuur en kunnen we niets doen aan de vervuilende fabrieken en de arbeidsomstandigheden. Zo is ‘Project One’ bijvoorbeeld niet de oplossing voor een fossielvrije chemie maar is het toch al beter dan de Total-raffinaderij.
Leeft klimaatopwarming bij jouw collega’s? Hoe kijken zij naar oplossingen en de verantwoordelijkheid van de fossiele industrie daarin?
Mijn collega’s hebben veel bedenkingen bij de transitie naar elektrische wagens. Zij worden in China geproduceerd en de ontginning van ertsen gebeurt veelal in Afrika. Dit gebeurt onder slechte arbeidsomstandigheden en de effecten op milieu zijn duidelijk zichtbaar. Elektrische auto’s verbruiken zo veel energie. Wat met al die batterijen? En je kan de wereld toch niet vol zetten met windmolens… Waarom is er niet gekozen voor waterstof?
Indien we na verloop van tijd meer groene waterstof kunnen maken, zal dit zeer natuurvriendelijk zijn. Dan wegen auto’s heel weinig doordat de zware batterijen er niet meer in moeten. Geen ontginning van zware giftige metalen is in dat geval nog nodig. Al zijn windmolens ook niet zaligmakend.

Echte klimaatinvesteringen zijn er in de fenolfabriek in Antwerpen niet geweest. Er werden enkele aanpassingen gedaan om minder energie te verbruiken en minder lekkage naar het milieu te hebben. Maar structureel veranderde er niets aan het productieproces.
Mijn collega’s hebben daarnaast ook het besef dat veel chemie voor veel uitstoot zorgt. We hebben nu eenmaal de stoffen nodig. Wanneer we deze stoffen met vervuilende boten aanvoeren vanuit het buitenland, geeft dat ons geen sterke economische positie. Dat zou willen zeggen dat we van de haven van Antwerpen een grote doorvoerterminal moeten maken. Het beste zou zijn om nieuwe chemische installaties te bouwen die een antwoord bieden op de klimaatproblematiek.

Is een chemische industrie zonder fossiele grondstoffen mogelijk? Welke investeringen zijn nodig om weg te gaan van een fossiele industrie?
Op termijn is een chemisch industrie mogelijk zonder fossiele grondstoffen. Zelfs Ineos heeft een project met bio-fenol. Het zou mooi zijn wanneer we daar in Antwerpen nog zouden kunnen aan meewerken. Ook de uitbouw van waterstof zou de toekomst van Antwerpen kunnen zijn.
In het kader van het project ‘Beyond Ineos’ van Bond Beter Leefmilieu en partners organiseert Climaxi:
Een dag
VOLLE PETROL!

Over de toekomst van de petrochemische sector in de haven van Antwerpen

18 Oktober



5:12, da’s het uiterste als ik de vroege heb. Wekker, tandenpoetsen, fiets op en dan haal ik het nog net. Haal ik net de fabriekspoort die toegang geeft tot de vroege. Om 6:00 ingeklokt.
Wekker, tandenpoetsen, ...
Dat doet me denken aan vader. Die sprak steeds “chemie zit in alles”. En dan vertelde hij over plastic in je wekker, fluoride in je tandpasta en additieven bij de rubber in je banden.
Mijn vader werkte ook in de chemie, ik heb hem dus minder gezien toen ik klein was.
Onze uren liepen niet samen, gewone mensen en kinderen doen geen shiften.
Maar we konden wel altijd op reis en hebben nooit echt iets moeten ontbreken.
Behalve tijd tezamen misschien. Door die shiften.
Ik werk nu ook in de chemie.
Dat was niet het plan, maar zo gaat het leven soms. En ik heb niks te kort en kan gerust al eens op vakantie. En ik begrijp ook dingen beter.
Ik begrijp nu het mistroostige in de ogen van mijn ouders toen ik hen vertelde dat ik ook in de chemie begon.
Ik begreep het toen mijn eigen kind het tegen me zei.
Ik begreep het toen ik merkte dat toch best wel wat collega’s hun pensioen niet of nauwelijks haalden.
Ik begreep het toen concepten als vervuiling en klimaatverandering echt tot me doordrongen.
En ik begreep het toen ik stopte met mijn moestuin. Te dicht bij de fabriek. Te veel PFAS.
Op mijn groenten, in mijn eieren. In mijn bloed. Chemie zit echt in alles.
5:12, PFAS in je bloed, micro-plastics in je hersenen en fijnstof in de lucht.
Chemie zit echt in alles.
En wanneer ik tegenwoordig 5:12 zie, dan denk ik 5 over 12.
Want zo voelt het soms wel, 5 over 12.

Jef Van Mendelen








Climaxi spreekt af aan het Hendrik Consciencegebouw bij Brussel-Noord om 12u45, samen met onze vrienden van Les Amis de la Terre – België



- Filip, arbeider in de havenKlimaatverandering en milieuvervuiling: wat vind je er persoonlijk van, denk je er vaak over na?
Ik lig er niet echt wakker van, ik woon namelijk in de stad en niet aan de haven zelf. Ik kom er dus niet echt mee in aanraking in mijn directe leefomgeving.
Wordt daar soms over gebabbeld op de werkvloer?
Er wordt niet over gebabbeld… Alhoewel: drie jaar geleden wel één keer. Er hing toen een stank in de haven, niet echt duidelijk vanwaar het kwam…
Denk je dat Katoen Natie genoeg doet om mee te stappen in de transitie?
Niet echt nee, ze kunnen nog wel meer doen denk ik.


Studie van de petrochemische sector in Haven van Antwerpen
FairFin publiceerde op 1 oktober een rapport over de petrochemische sector in de Haven van Antwerpen. Climaxi nam het rapport onder de loep en komt hier met een eigen korte analyse, die focust op een aantal ontkrachtingen.
Het dominante verhaal
De afgelopen jaren horen we steeds vaker dat de Vlaamse petrochemie in een diepe crisis zou zitten. Bedrijven, sectorfederaties en CEO’s trekken aan de alarmbel en zeggen dat ze het moeilijk hebben. Ze wijzen naar de Europese Green Deal met plannen om de industrie groener te maken, die Deal bestempelend als een bedreiging. Volgens hen maakt dit beleid hen minder competitief en dreigen er sluitingen en jobverlies. In interne gesprekken met arbeiders en vakbondslieden worden naast de groene maatregelen ook de hoge loonkosten als boosdoener genoemd.
Dat verhaal is populair. Politici nemen het vaak over en gebruiken het om te pleiten voor uitstel of afzwakking van klimaatmaatregelen. Het resultaat is dat er in Europa wetten worden aangepast om de industrie meer ademruimte te geven. Denk aan de Antwerp Declaration en de Omnibus-wetgeving, die ervoor zorgden dat klimaatwetgeving werd versoepeld. Maar dit steeds terugkerend verhaal verdient een kritische blik. Er wordt gedaan alsof de hele Vlaamse economie afhankelijk is van deze sector, alsof elke milieumaatregel een rechtstreekse aanval is op onze welvaart. Het rapport van Fairfin toont dat dit verhaal niet klopt. Het is belangrijk om te kijken naar de echte cijfers en daarbij te begrijpen waar de sector echt mee worstelt.
Acute crisis of langetermijn-uitdagingen?
De cijfers tonen dat er geen sprake is van een acute crisis. Sinds 2019 zijn de winsten en de omzet van de sector stabiel gebleven. Ja, de EBITDA (ofwel de omzet min de gemaakte directe en indirecte kosten) en de netto toegevoegde waarde zijn iets gedaald, maar de sector maakte in 2023 en 2024 samen nog altijd meer dan 1,5 miljard euro winst. Dat is niet wat je zou verwachten van een sector die ‘op omvallen’ staat. De echte problemen liggen op langere termijn. De sector heeft te maken met hoge energiekosten en zware internationale concurrentie. Europa heeft oudere fabrieken, vaak meer dan 40 jaar oud, en investeert minder in nieuwe technologieën dan bijvoorbeeld China. Tegelijkertijd overspoelt de wereldmarkt met goedkope basischemicaliën uit Azië. Dat zet de marges onder druk. Dit zijn structurele uitdagingen, geen reden om de hele groene agenda stil te zetten. De sector zal zich moeten aanpassen: door meer dan nu te investeren in innovatie en efficiënter gebruik te maken van energie.

Loonkosten
Een ander argument dat vaak terugkomt, is dat de loonkosten te hoog zouden zijn en dat bedrijven daardoor dreigen te vertrekken. Dit wordt ook gebruikt om werknemers bang te maken: “Als jullie te veel eisen, sluiten we de fabriek.” Maar dat argument klopt niet. Lonen maken maar zo’n 10% uit van de totale kosten van de petrochemie. Energie daarentegen is verantwoordelijk voor 40% van de kosten. De sector is zeer kapitaalintensief en haalt veel waarde uit een relatief klein aantal werknemers. Dit betekent dat loonkosten nauwelijks de doorslag geven voor de concurrentiepositie. Het is dus misleidend om te zeggen dat hoge lonen de reden zouden zijn dat fabrieken sluiten of dat de sector onder druk staat. Het echte probleem zijn de hoge energieprijzen en de wereldwijde concurrentie.
Bedrijven worden verblind door hogere winstmarges De politici en andere belanghebbenden verdedigen hun beleid zogezegd om jobs te redden, maar in werkelijkheid verplaatst de petrochemie al jaren productie naar landen waar ze goedkoper kunnen produceren. Dat doen ze niet omdat de lonen hier te hoog zijn, maar omdat ze wereldwijd hun winsten willen maximaliseren. Ze zijn niet bezig met de toekomst van de Vlaamse economie of de jobs van morgen. Als we echt werkgelegenheid willen beschermen, moeten we inzetten op nieuwe industrieën die hier een toekomst hebben. Niet op bedrijven die vooral proberen hun winsten veilig te stellen. Wegtrekkende bedrijven zijn deel van een grotere trend. Nieuwe, efficiëntere installaties in andere regio’s en goedkopere energie elders drijft de zoektocht naar hogere winstmarges. Nochtans zijn de winsten hier goed en stabiel, maar de juiste investeringen willen ze niet doen. Gehoopt wordt om de laatste centen eruit te halen zonder de juiste, groenere investeringen te maken.
De verborgen kosten
De petrochemie kost de samenleving veel geld. Ze ontvangt forse subsidies, belastingkortingen en gratis emissierechten. In 2023 kreeg de sector meer gratis uitstootrechten dan ze nodig had en kon ze de overschot zelfs verkopen, wat hen tientallen miljoenen euro’s opleverde. Daarnaast pompt de overheid geld in projecten zoals Project One van Ineos, met honderden miljoenen euro’s aan garanties en subsidies. Project One is groener dan zijn voorgangers, maar niet groen genoeg. Het is belastinggeld dat ook in duurzame industrieën zou kunnen worden geïnvesteerd, waar meer jobs en minder uitstoot tegenover zouden staan.
Dit onderhoudt het structureel probleem. De steun onderhoudt een sector die niet in crisis is, verouderde faciliteiten heeft én daarbij nog eens voor een enorme uitstoot zorgt. De sector weigert te investeren in de duurzaamheid van hun eigen sector. Hoe los je dit structurele probleem dan op?
De energiekosten moeten lager en de energieconsumptie naar beneden. Voor energie blijven we afhankelijk van het importeren van fossiele brandstoffen van landen als SaoediArabië, de VS en Rusland. Het is deze import waar we vanaf moeten, om in te zetten op een duurzame energietransitie die daarenboven zuiniger is. Maar: dit vraagt dus investeringen, die de bedrijven in Antwerpen niet zelf willen maken zonder aanzienlijke tussenkomst van Vlaanderen, België of de EU. Een toekomstgericht industrieel beleid: naast klimaatambities
De toekomst van de industrie is groen. Wie nu jobs en welvaart wil behouden, moet volop inzetten op de transitie naar klimaatneutrale productie. Dat betekent niet dat we de petrochemie blindelings moeten redden. Het betekent dat we een actief beleid moeten voeren dat duurzame investeringen aantrekt en werknemers begeleidt naar nieuwe sectoren en banen. 500 miljoen euro aan garantie van de Vlaamse regering en miljoenen aan ‘strategische ecologische steun’ voor een nieuwe versie van deze verouderde industrie lijkt ons niet de oplossing. Subsidies moeten gaan naar projecten die bijdragen aan de lange termijn: recyclage, groene chemie, elektrificatie en hernieuwbare energie. En vooral: minder energieintensieve industrie. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat ook binnen tien of twintig jaar nog industrie en werkgelegenheid is in Vlaanderen.


- Pablo, arbeider in de havenWaar denk je aan als je denkt aan klimaatverandering en opwarming van de aarde?
Ik heb geen idee hoe we dit moeten oplossen. Ik maak me echt veel zorgen over microplastics. Dat is een groot probleem dat moet worden opgelost, en het wordt alleen maar erger… Ik ben ook bang voor complicaties bij jongeren. Neem bijvoorbeeld ADHD, omdat ik dat ook heb en ik weet hoe het is om daarmee te leven… Hoe ervaar je het in de haven?
Er komt altijd veel rook uit de pijpen en 's nachts zie je de vlammen, dat is iets wat heel zichtbaar is. Ook voelt de lucht in de haven anders aan.

40 jaar haven uitbreiding door de ogen van een buurtbewoner, een interview met Hedwig Rooman
Wanneer je van 't stad de linkeroever van de Schelde befietst passeer je van alles: de aanleg van de nieuwe Oosterweelverbinding, vervuilde gronden die van de PFAS gesaneerd moeten worden, truckers die een weekend rust aan het nemen zijn langs de havenwegen en je al dan niet vriendelijk toeknikken. Grote en kleine spelers in de haven zoals Ineos, Van Moer, Katoen Natie en Yusen Logistics. Maar ook schone landbouwgronden en rustige polderdorpen. De tocht door de haven brengt ons tot bij Hedwig, een omwonende van de haven. Ze vertoeft al bijna 40 jaar in Meerdonk.
Wat betekent klimaat of milieu voor jou, Hedwig? Hoe vaak denk je eraan? Waar denk je dan over?
Ik denk er heel veel aan. Ik ben geboren in 1985. Dus ik woon hier nagenoeg 40 jaar, met een korte onderbreking. De haven is heel sterk uitgebreid tijdens die periode. Je hebt altijd gezien dat er een strijd was om land, om grond. Het havenproject moest groeien, de boeren moesten wijken, er moest natuurcompensatie komen. Je ziet leeftijdsgenoten verhuizen. Dat is één stuk van het verhaal. De allereerste plannen om de haven uit te breiden, kwamen tot achter de woning van mijn ouders. Maar zover is het gelukkig niet gekomen, omdat het geld vermoedelijk op was. Ik denk ook een stuk omwille van actiegroepen zoals Doel 2020, die heel hard gevochten hebben. Die echt alles gegeven hebben om die haven en de dorpen leefbaar te houden. Door die uitbreiding van de haven veronderstel ik dat die fabrieken zeer veel uitstoten, maar we hebben er niet echt zicht op natuurlijk. Ze stoten uit wat ze willen. Zowel qua metalen alsook andere toxische stoffen. Voor geen enkele stof bestaat hier in de buurt een norm en ik was me er eigenlijk nooit van bewust. Dus ja, die uitbreidingen, land dat ingepikt wordt… ten gunste van werkgelegenheid en economie… Dat is een zaak waar je mee opgroeit als kind en waar je nog tot op zekere hoogte bereid bent in mee te gaan, omdat er ook welvaart bij komt kijken. Totdat het PFASverhaal losbarst en je plots beseft: “Oei, die welvaart heeft echt wel een prijs”. Een grote prijs. Alles is jarenlang vervuild, niemand heeft het gezien en nu zitten we ermee. En dan besef je tegelijk dat er misschien toch niet zo veel welvaart was dan ze ons voorgespiegeld hadden. De keerzijde moet meer in vraag gesteld worden: een immense uitstoot, zowel op vlak van CO2 als milieuvervuiling. Heel vruchtbare landbouwgrond die verdwijnt en gemeenschappen die gewoon verdwijnen. Dat is zo'n beetje mijn blik en mijn gevoel op 40 jaar havenuitbreiding.
Concreet lijden we vooral lichthinder. We zitten hier dan wel op drie kilometer van de haven en tegenwoordig bestaat er een kleine bufferzone, toch merken we tot hier bij ons enorm veel lichtvervulling. Lawaai ook van die boten en containerschepen, afhankelijk van de windrichting. Hoe dichter je bij de haven woont, hoe sterker dat is. Dus hier valt dat nog relatief goed mee. Woon je er vlakbij, is dat denk ik echt schadelijk voor nachtrust, voor alles, voor je hart. Daarnaast ook het verkeer: al dat vrachtverkeer moet ergens naartoe. In Verrebroek is er nog geen verbinding met de E34, dus het vrachtverkeer loopt gewoon door de dorpskernen en op de provinciale wegen waar iedereen rijdt. Die dorpen zijn eigenlijk niet zo leefbaar. Het blijft een strijd om te vechten voor die leefbaarheid. Hier
valt dat nog mee, want we zitten ver weg van de provinciale baan. Maar hoe dichter naar de haven, hoe slechter.
Je zei net dat PFAS het heel duidelijk maakte. Is dat voor jou een moment geweest waarbij je veel van de zaken die je al ervoer rond de haven, rond het milieu, bevestigd kreeg? Of was het meer een soort van openbaring?
Meer een openbaring, ja. Ik had vroeger nooit het idee dat er zoveel uitstoot zou zijn, met zo'n effect op onze omgeving. Dat was echt... Nee, dat had ik niet verwacht. Ik dacht dat de overheid het toch enigszins controleerde, maar blijkbaar niet. Dat was een ontnuchtering.
En hoeveel jaar geleden was dat dan ongeveer… In 2021, met hier voornamelijk 3M?
Ja, hier is dat vooral 3M, maar er zijn nog andere bedrijven die ook PFAS uitstoten en er zijn ook andere bedrijven met andere stoffen. We moeten niet naïef zijn.
Maar met 3M zijn de schandalen hier losgebarsten. Ze hebben PFOS echt wel geproduceerd. Ze zijn een heel grote producent en hebben hier een heel grote productieplaats. Ik denk dat andere chemische bedrijven dan wel net iets minder uitgestoten hebben.
Heb jij het gevoel dat de haven heel erg bezig is met die ecologische transitie?
Nee, ik denk het niet. Goh ja, dat is een hele discussie... Ze willen elektrificeren en ze vragen daar veel geld voor, en ze krijgen daar ook veel geld voor. Maar dan zijn er ook tegenbewegingen van wetenschappers die zeggen “ja, energie is energie en welke vorm dat ook is, je blijft altijd dezelfde hoeveelheid energie opwekken en verbruiken”. Op een bepaald moment moet je ook anders omgaan met grondstoffen en daar is de haven niet mee bezig. Die zijn bezig met expansie, uitbreiding, meer plastic, meer van wat ze al hebben. Een kritische zelfreflectie bij hun hoge productie? Dat doen ze uiteraard niet. Ze willen meer containers, meer capaciteit, meer groei. Ze willen elektrificeren, maar daar stopt het dan ook.
Het leven en de last van de haven, is dat iets dat enkel bij jou leeft? Neem bijvoorbeeld de andere bewoners hier in de regio, is dat voor hen ook iets dat ze dagelijks meemaken?
Dat is een beetje dubbel. Er bestaat een groep die dezelfde overlast ervaart, vooral rond verkeer, lawaai en licht. Zij proberen dan bufferzones af te dwingen via de politiek op lokaal niveau en gaan daarnaast onderhandelen over bescherming van omgeving en verkeer. Ik denk dat er lokaal zeer weinig mensen met uitstoot bezig zijn.
Wat hier wel leeft, is dat veel mensen er ook werken. Het is ook hun werkgever. Dat geeft dan die visie, en ik weet niet uit welke tijd die komt, ‘dat je dat er maar moet bijnemen’: we krijgen een job, we hebben hier allemaal werk, we hebben een loon. Je moet het er maar bij pakken. Daarnaast zijn er uiteraard de boeren: we hebben een heel goed landbouwgebied met heel vruchtbare grond en de boeren moeten ook constant vechten om een stukje te behouden. Dat zet soms de verhouding tussen boeren en industrie op scherp.
Is er tot slot nog iets waar je aan denkt?
Ik hoop dat de overheid inziet dat er een einde is aan de groei. Dat de groei echt wel grenzen heeft en dat zich dat vertaalt in leefbaarheid voor omwonenden. Ook voor het milieu, voor gezondheid, op de lange termijn. Het is een beetje jammer dat overheden er totaal geen rekening mee houden en blijven plasticfabrieken verwelkomen. Dat is pijnlijk.

EDITO
In het project ‘Beyond Ineos’ van de Bond Beter Leefmilieu en partners ging Climaxi aan de slag rond de toekomst van de petrochemische sector in de haven van Antwerpen. Climaxi benaderde dit met hun immer kritische blik en beoogde sociale strijd en klimaatstrijd te verbinden. We interviewden buurtbewoners, arbeiders en meer, voegden er een zwaar stukske journalistiek aan toe met een interview met BDW en een licht sausje met wat leuke foto’s en poëzie. Climaxi wil bijdragen aan de realisatie van een veranderingsproces in de richting van een ecologische, solidaire en sociaal rechtvaardige maatschappij.. Of we hierin slagen in dit krantje is aan jou om uit te maken, veel leesplezier! Voor meer van dit nodigen we jullie graag uit op ons congres op 18 oktober.
COLOFON
Dit krantje werd mogelijk gemaakt met subsidies uit het project ‘Beyond Ineos’ van de Bond Beter Leefmilieu en partners, waaronder Climaxi.
Uitgever en auteur: vzw Climaxi - oktober 2025
Vormgeving: info@bijdruk.be
Drukkerij: Gazelle
VU: Filip De Bodt, Groenlaan 39, 9550 Herzele.
LID WORDEN VAN CLIMAxI
Zin om Climaxi te steunen? Vind je dat ons werk nuttig is en wil je de beweging die we uitbouwen steunen? Word lid door minimum € 10 per jaar (sociaal tarief) te storten, of een maandelijkse bijdrage op BE40 0016 3236 1163 t.v.v. Climaxi, Groenlaan 39, 9550 Herzele. Met dit lidgeld zetten wij samen acties op poten, bijten we ons verder in dossiers en organiseren we activiteiten. Samen bouwen we de sociale klimaatbeweging uit!
