Ver. uitg.: Filip De Bodt, Groenlaan 39, 9550 Herzele
Seizoensuitgave vzw Climaxi. Verschijnt vier seizoenen, Herfst 2025
Commissie wil subsidie Climaxi verminderen
De meesten van jullie hebben het al ergens gelezen: de Commissie SocioCultureel Werk vindt dat Climaxi het niet zo goed doet. We kregen een negatief advies rond onze werking, met een streng verbeterplan en de suggestie om onze subsidie te verminderen van € 180.000 per jaar naar € 160.000. De beslissing viel ten laatste op 30 september. Tegen dat je dit leest, weten we het dus al. Je zal ons er vast en zeker nog verder over horen.
Voor ons was dat advies en de suggestie een schok. En, ondanks respect voor het werk van zo een commissie, waren we het ook niet eens. Waarom?
Uit de opmerkingen kunnen we zaken afleiden die het DNA van Climaxi aantasten: men vindt onze maatschappijvisie te beperkt, onze aanwezigheid over gans Vlaanderen onvoldoende, onze relevantie in de pers te klein. Al deze zaken moeten we beter uitleg-
gen en herwerken. Dat is bizar: we vroegen meer mensen dan ooit om ons beleidsplan en maatschappijkritiek te formuleren en in te dienen, we komen stevig in de pers en onze aanwezigheid in Vlaanderen groeit voortdurend.
Twee zaken zijn daarbij fundamenteel. Het wordt bijna onmogelijk om beleidsplannen in te dienen zonder ondersteuning van professionele bureaus of maandenlang werk. Dat brengt het civiel aspect van het decreet in het gevaar: het betekent immers dat mensen die zich verenigen dat niet meer kunnen doen op kleinere schaal en zonder veel jargon, terwijl politieke partijen en bedrijven handenvol geld in de kruiwagen kunnen scheppen. Een tweede punt is dat deze werkwijze goed is voor organisaties die langdurige campagnes plannen, maar niet voor bewegingen als Climaxi die overal ten lande proberen om een stem te geven aan mensen die gewoonlijk de microfoon niet in handen krijgen. Hoe dat praktisch verloopt, lees je ondermeer in het arti-
• Redactie: Filip De Bodt, Tim Lambrechts, Simon Van Parijs, Paul Lingier, Tim Deweerdt, Jef Van Mendelen
• Eindredactie: Thomas Coussens
• Cartoons: Arnulf
• Foto’s: Climaxi, Simon Clement
• Vormgeving: info@bijdruk.be
• Drukkerij: Polyprint Herzele
kel rond PFAS in dit magazine. Je zal ook zien hoe we proberen een project op te zetten dat arbeiders uit de petrochemie, buurtbewoners en milieuorganisaties samen brengt. We zijn de enigen, met alle respect voor collega’s die het anders doen, die aan de basis concrete milieusituaties proberen samen te brengen met een algemene bewustwording rond de klimaatproblemen.
Wij vinden dat Climaxi, ondanks alle mogelijke verbeteringen die er kunnen zijn, niet op deze manier hoeft behandeld te worden. We vinden ook dat ons werk respect verdient en dat op een soepele manier en à la carte van onderuit werken moet blijven kunnen in onze sector.
Daarom lanceerden we een petitie naar Minister van Cultuur Gennez toe, die op twee weken meer dan duizend handtekeningen haalde. Geen petitie van enkel maar prominenten. Wel een vraag vanuit alle windhoeken in Vlaanderen tot verdere erkenning van onze werking.
Vanuit de plaatsen waar wij actief zijn. Deze vraag wordt o.m. ook gesteund door de internationaal erkende PFAS-deskundige Jacob De Boer uit Nederland. Ze wordt mee ondersteund door muzikanten, schrijvers en dokters. En vooral ook door collega’s en docenten uit het socio-cultureel werk die net als wij hun autonomie meer en meer zien afnemen en het gevoel krijgen dat het samenbrengen van mensen alleen nog past als het in onderaanneming van de overheid gebeurt.
Er zijn uiteraard ook mensen die het normaal vinden dat de overheid enkel diegenen ondersteunt die zich plooien naar de opinie van onze regeerders. Zij onderschatten hoe belangrijk tegenspraak en actie nodig zijn in een maatschappij. Zonder Climaxi en andere bewegingen verzopen we nog altijd in een overstroomd Vlaanderen of een vol PFAS-bad. Het blijven de dwarsliggers die soms de sporen recht houden.
STEUNOPROEP
Bedankt voor je lidmaatschap, vergeet het niet op tijd te vernieuwen voor minstens 10 euro (sociaal tarief). Je kan ons bijkomend steunen via een gift op ons rekeningnummer BE40 0016 3236 1163.
Filip De Bodt
In dit nummer
Genoeg torens op de Oosteroever in Oostende 05
40 jaar havenuitbreiding door de ogen van een buurtbewoner 10
Keuzes vandaag, overstromingen morgen 15
Studie van de petrochemische sector in Haven Van Antwerpen 21
De firma Versluys en co willen opnieuw torens bouwen op de Oostendse Oosteroever in het beschermd cultureel historisch landschap Omgeving Fort Napoleon (Koninklijk Besluit 06.07.1976).
Die bescherming houdt in dat nagenoeg alles verboden is, afgezien van de historische zinsnede in het KB: ‘behoudens toelating verleend’ (door Agentschap Onroerend Erfgoed). Dit besluit is nog steeds van kracht. Bescherming was in die tijd (bij afwezigheid van een natuurdecreet) de enige mogelijkheid om fraaie landschappen te behouden, ondanks sommige bestemmingen op het gewestplan bijvoorbeeld.
Open karakter
Er liggen binnen het beschermde gebied ook nog eens op zich beschermde monumenten: de Vuurtoren, de Batterij Hundius en het Fort Napoleon. Net buiten het beschermde gebied liggen de eveneens beschermde Halve Maan en aan de Visserijsluis de Mortierbunker.
Dit beschermd gebied heeft heel wat (al dan niet goedgekeurde…) ingrepen gekend. Die wijzigingen– voor alle duidelijkheid, heel wat ervan dateren ook van voor 1976 - hebben het gebied ontzettend veranderd. Maar … de open ruimte en het vrije zicht op het Fort Napoleon zijn er gelukkig nog steeds. Dit was de basis van het beschermingsbesluit, met het Fort in het hart van het gebied.
Het open karakter is de ruggengraat van het beschermingsbesluit van 1976. Dat wil zeggen dat vanuit alle hoeken de belangrijke zichtlijnen naar die beschermde monumenten moeten blijven bestaan. Bij het onderbreken van deze zichtlijnen druis je in tegen de uiteindelijke bedoeling van het beschermingsbesluit. Ze verliezen dan hun sterk dominerende, uitgesproken uitstraling over de open ruimte.
Daarnaast is het gebied ontzettend belangrijk voor het behoud van de sterkte van de natuur in de zeereepduinen. Het volledige gebied is zelf duingebied. In de loop van de laatste halve eeuw is het duingebied echter getransformeerd van een naar Vlaamse maatstaven ‘pareltje’ tot een stilaan totaal ontspoorde site, die
daarenboven steeds meer in de wurggreep terecht dreigt te komen van ongebreidelde en nefaste urbanistische ontwikkelingen.
Versluys wil verder bouwen
De jongste maanden komt het huidig onbebouwde open gebied in het vizier. De site werd door Stad Oostende (via het AGSO of Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing Oostende) verkocht aan het bouwbedrijf Versluys. Die heeft er nu voor het eerst omgevingsvergunningen voor aangevraagd bij de stad. Men wil er een nieuwe verkaveling voor 2 appartementsgebouwen van 9 en 18 verdiepingen.
Het enige door de gemeenteraad goedgekeurde plan is het Globaal Masterplan Oostende Oosteroever van 12 april 2012, waarin met geen woord gerept wordt over het beschermingsbesluit! Dit Masterplan is achterhaald door de feiten, verschillende zaken in dat plan zijn ondertussen gewijzigd door een andere uitvoering.
Normaal gezien wordt voor dergelijke grote projecten eerst een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) opgemaakt, dat alle spelregels vastlegt van wat kan en niet kan. Dit gebeurde al helemaal
niet bij het dichtbouwen van de Kop van de Baelskaai (met als blikvanger de Ensortorens van beide 26 verdiepingen hoog). Nu dreigt dit verhaal zich opnieuw te herhalen, wat het bouwbedrijf de facto de volledige vrijheid geeft om allerhande omgevingsprojecten aan te vragen, in een poging om geen rekening te moeten houden met enige vorm van regels.
Een ruimtelijke
paradox
Bizar genoeg werd een RUP opgestart door de vorige bestuursploeg in Oostende die, wat had je gedacht, het onbebouwd laten van het gebied van meet af aan van tafel veegde.
In de Startnota staat: “Een stedelijke ontwikkeling en afwerking rond het Vuurtorendok zal een andere landschappelijke invulling geven aan de omgeving van het Fort waarbij het Fort nog beter tot zijn recht kan komen dan in de huidige situatie. De invulling van de ‘braakliggende’ terreinen bieden de kans om een omgeving af te werken en op te waarderen wat een positieve evolutie kan zijn. Hierbij spelen zichtlijnen en zichten van en naar het Fort een belangrijke rol. In het verder procesverloop is het nodig om te bepalen hoe hiermee zal worden omgegaan.”
En wat verderop in de nota: “Het oorspronkelijk onbebouwde landschap wordt niet meer als dusdanig ervaren. Een nieuw streefbeeld voor deze omgeving dringt zich op.”
Moeten we dat verstaan als: hoe meer de omgeving van het Fort Napoleon dichtgebouwd wordt, hoe beter het Fort tot zijn recht zal komen? Dichtbouwen met behoud van de zichtlijnen, even David Copperfield ten tonele brengen misschien?
In de Startnota wordt ook het Duinstruweel vermeld (habitat 2160), op de hoek van de Vuurtorenweg en de Fortstraat, met de simpele melding dat het ‘niet meer aanwezig is’. Het werd illegaal gekapt en verwijderd door de eigenaar in juli 2019. In het betreffende gebied werden niet minder dan 230 soorten planten geïnventariseerd (door Plantenwerkgroep Duinviooltje Natuurpunt). Het gebied was voor de ophogingen een uiterst
waardevol duingebied en kan zeker nog gedeeltelijk hersteld worden. Het is een belangrijk retentiegebied voor zoet water (zoals alle duingebieden) en een buffer tegen de toenemende verzilting veroorzaakt door de zeespiegelstijging. Ook dit wordt niet aanvaard, laat staan onderzocht. In de huidige bouwaanvraag wordt daarentegen gesteld dat de kelders van de appartementen wel eens zouden kunnen onderlopen…
Nieuwe bouwaanvraag
De bouwfirma diende een eerste verkavelingsaanvraag in voor twee torens tegelijk in februari 2024. Deze
Voorgrond Victoria (9 hoog), verder Oostkaai 11 (6/7 hoog), Dock 5 (7 hoog), op de hoek Trinity (16 hoog).
aanvraag werd door de promotor ingetrokken na negatief advies van de Dienst Erfgoed
Er volgde een tweede aanvraag voor een nieuwe verkaveling in januari van dit jaar: men wilde een gebouw van 18 verdiepingen (later Mistral genaamd) op ongeveer de hoek van de Victorialaan en de Fortstraat, en een gebouw van 10 verdiepingen (later Roof Gardens genaamd), met een 2-laagse ondergrondse parking.
Onroerend Erfgoed gaf opnieuw een ongunstig advies omwille van onvolledigheid (o.a. ontbreken van totaalvisie, een onderbouwde effectenbeoordeling voor de disciplines landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie). Er werden wat nieuwe
documenten ingediend en Erfgoed gaf ditmaal een gemengd advies: een neen voor het kleinste gebouw en een ja voor het grotere.
Uiteindelijk weigerde het nieuwe College van Burgemeester en Schepenen ook deze aanvraag.
Niet getreurd dacht Versluys: we splitsen de aanvraag in twee en we beginnen met het kleinste gebouw van ondertussen 9 verdiepingen. Hier gaf Erfgoed dan weer (consequent met de vorige keren) een negatief advies.
Projectontwikkelaars zijn koppige mensen die veel tijd hebben, waarom dus niet nog eens proberen voor het grootste gebouw met 107 appartementen en 4 commerciële ruimtes,
18 verdiepingen en 2-laagse ondergrondse parking? Dit is het gedeelte waar de Dienst Erfgoed eerder positief advies over gaf. Er werden heel wat bezwaren ingediend en een petitie verzamelde 4000 handtekeningen.
Een mogelijk gunstig advies van Onroerend Erfgoed zou dus voor het eerst de facto toelaten dat in het huidig nog volledig open en onbebouwd terrein, een toren van 18 verdiepingen zou kunnen opgetrokken worden.
Zij stelden eerder dat dit zou kunnen omwille van de afstand tot het Fort Napoleon (ca. 325 m) en omwille van het feit dat de bouwhoogte afneemt vanaf de huidige bebouwing richting Fort Napoleon. Ze nemen hierbij als vertrekhoogte de Ensor Towers.
De aankoopacte
Nogal wat politici in Oostende beweren de laatste jaren dat men gebonden is aan de verkoopsom. Versluys zou
19 miljoen betaald hebben voor de gronden in kwestie en heeft dus volgens hen het recht om die som terug te verdienen en winst te maken. Een redenering als een ander, ware het niet dat Radio Oostende een paar weken geleden een vreemd bericht publiceerde: “Het autonoom gemeentebedrijf AG Oostende heeft Versluys Real Estate
in gebreke gesteld voor de betaling van 5,2 miljoen euro. Het gaat om de som van schijven voor aankoop van het terrein aan de Fortstraat voor in totaal 19,5 miljoen euro. De betalingen stopten in 2023 en Oostende eist het achterstallig geld op. Versluys Real Estate zegt dat de betalingen stopten met medeweten van het vorige stadsbestuur omdat er op de site niet kon gebouwd worden.”
Ondertussen bewijst de verkoopakte dat de grond verkocht werd zonder enige garantie dat er mag op gebouwd worden.
De kwestie haalde de gemeenteraad van Oostende na een vraag van Natacha Waldmann (Trots op Oostende). Schepen Judith Ooms (Vooruit) stelde dat er op de site “sowieso zal gebouwd worden, maar dat dat in het belang van de buurt en de stad zal moeten zijn, en na de opbouw van een globale visie voor het ganse gebied.” De schepen laat dus enige ruimte rond de aard van de gebouwen. Ze vroeg ondertussen wel aan Onroerend Erfgoed om de bestemmingsvoorschriften te herbekijken, zodat er kan gebouwd worden. Wij duimen alvast voor een blijvend open duingebied Oosteroever. De ruimtelijke verkwanseltijd moet ooit eens definitief een halt toegeroepen worden.
40 jaar havenuitbreiding
door de ogen van een buurtbewoner
Een interview met Hedwig Rooman
Tim Lambrechts
Wanneer je van 't stad de linkeroever van de Schelde befietst passeer je vanalles: de aanleg van de nieuwe Oosterweelverbinding, vervuilde gronden die van PFAS gesaneerd moeten worden, truckers die een weekend rust aan het nemen zijn langs de havenwegen en je al dan niet vriendelijk toeknikken. Grote en kleine spelers in de haven zoals Ineos, Van Moer, Katoen
Natie en Yusen Logistics. Maar ook schone landbouwgronden en rustige polderdorpen. Voor het project ‘Beyond Ineos’ van de Bond Beter Leefmilieu en partners, waar Climaxi deel van uitmaakt hebben we het over de haven en de petrochemische sector in Antwerpen. De tocht door de haven brengt ons tot bij Hedwig Rooman, een omwonende van de haven en al jaren actief bij Grondrecht. Ze vertoeft al bijna 40 jaar in Meerdonk
Wat betekent klimaat of milieu voor jou, Hedwig? Hoe vaak denk je eraan? Waar denk je dan over?
“Ik denk er heel veel aan. Ik ben geboren in 1985. Dus ik woon hier nagenoeg 40 jaar, met een korte onderbreking. De haven is heel sterk uitgebreid tijdens die periode. Je zag al-
tijd dat er een strijd was om land, om grond. Het havenproject moest groeien, de boeren moesten wijken, er moest natuurcompensatie komen. Je ziet leeftijdsgenoten verhuizen. Dat is één stuk van het verhaal. De allereerste plannen om de haven uit te breiden, kwamen tot achter de woning van mijn ouders. Maar zover is het gelukkig niet gekomen, omdat het geld vermoedelijk op was. Ik denk daarnaast ook een stuk omwille van actiegroepen zoals Doel 2020, die heel hard gevochten hebben. Die echt alles gegeven hebben om die haven en de dorpen leefbaar te houden. Door de uitbreiding van de haven veronderstel ik dat die fabrieken zeer veel uitstoten, maar we hebben er niet echt zicht op natuurlijk. Ze stoten uit wat ze willen. Zowel qua metalen alsook andere toxische stoffen. Voor geen enkele stof bestaat hier in de buurt een norm en ik was me er eigenlijk nooit van bewust. Dus ja, die uitbreidingen, land dat ingepikt wordt… ten gunste van werkgelegenheid en economie… Dat is een zaak waar je mee opgroeit als kind en waar je nog tot op zekere hoogte bereid bent in mee te gaan, omdat er ook welvaart bij komt kijken. Totdat het PFAS-verhaal losbarst en je plots beseft: “Oei, die welvaart heeft echt wel een prijs”. Een grote prijs. Alles is jarenlang vervuild, niemand heeft het gezien en nu zitten we ermee. En dan besef je tegelijk dat er mis-
schien toch niet zo veel welvaart was dan ze ons voorgespiegeld hadden. De keerzijde moet meer in vraag gesteld worden: een immense uitstoot, zowel op vlak van CO2 als milieuvervuiling. Heel vruchtbare landbouwgrond die verdwijnt en gemeenschappen die gewoon verdwijnen. Dat is zo'n beetje mijn blik en mijn gevoel op 40 jaar havenuitbreiding.
Concreet ondergaan we vooral lichthinder. We zitten hier dan wel op drie kilometer van de haven en tegenwoordig bestaat er een kleine bufferzone, toch merken we tot hier bij ons enorm veel lichtvervuiling. Lawaai ook van de boten en containerschepen, afhankelijk van de windrichting. Hoe dichter je bij de haven woont, hoe sterker dat is. Dus hier valt dat nog relatief goed mee. Woon je er vlakbij, is dat denk ik echt schadelijk voor nachtrust, voor alles, voor je hart. Daarnaast ook het verkeer: al dat vrachtverkeer moet ergens naartoe. In Verrebroek is er nog geen verbinding met de E34, dus het vrachtverkeer loopt gewoon door de dorpskernen en op de provinciale wegen waar iedereen rijdt. Die dorpen zijn eigenlijk niet zo leefbaar. Het blijft een strijd om te vechten voor hun leefbaarheid. Hier valt dat nog mee, want we zitten ver weg van de provinciale baan. Maar hoe dichter naar de haven, hoe slechter.”
Je zei net dat PFAS het heel duidelijk maakte. Is dat voor jou een moment geweest waarbij je veel van de zaken die je al ervoer rond de haven, rond het milieu, bevestigd kreeg? Of was het
meer een soort van openbaring?
“Meer een openbaring, ja. Ik had vroeger nooit het idee dat er zoveel uitstoot zou zijn, met zo'n effect op onze omgeving. Dat was echt... Nee, dat had ik niet verwacht. Ik dacht dat de overheid het toch enigszins controleerde, maar blijkbaar niet. Dat was een ontnuchtering.”
En hoeveel jaar geleden was dat dan ongeveer? In 2021, door voornamelijk 3M?
“Ja, hier is dat vooral 3M, maar er zijn nog andere bedrijven die ook PFAS uitstoten en er zijn ook andere bedrijven met andere schadelijke stoffen. We moeten niet naïef zijn.”
Maar met 3M zijn de schandalen hier losgebarsten.
“Ze hebben echt wel PFOS geproduceerd. Ze zijn een heel grote producent en hebben hier een heel grote productieplaats. Ik denk dat andere chemische bedrijven dan wel net iets minder uitgestoten hebben.”
Heb jij het gevoel dat de haven heel erg bezig is met die ecologische transitie?
“Nee, ik denk het niet. Goh ja, dat is een hele discussie... Ze willen elektrificeren en ze vragen daar veel geld voor, ze krijgen daar ook veel geld voor. Maar dan zijn er ook tegenbewegingen van wetenschappers die zeggen “ja, energie is energie en welke vorm dat ook is, je blijft altijd dezelfde
hoeveelheid energie opwekken en verbruiken”. Op een bepaald moment moet je ook anders omgaan met grondstoffen en daar is de haven niet mee bezig. Die zijn bezig met expansie, uitbreiding, meer plastic, meer van wat ze al hebben. Een kritische zelfreflectie bij hun hoge productie? Dat doen ze uiteraard niet. Ze willen meer containers, meer capaciteit, meer groei. Ze willen elektrificeren, maar daar stopt het dan ook.”
Het leven en de last van de haven, is dat iets dat enkel bij jou leeft? Neem bijvoorbeeld de andere bewoners hier in de regio, is dat voor hen ook iets dat ze dagelijks meemaken?
“Dat is een beetje dubbel. Er bestaat een groep die dezelfde overlast ervaart, vooral rond ver-
keer, lawaai en licht. Zij proberen dan bufferzones af te dwingen via de politiek op lokaal niveau en gaan daarnaast onderhandelen over bescherming van omgeving en verkeer. Ik denk dat er lokaal zeer weinig mensen met uitstoot bezig zijn.
Wat hier wel leeft, is dat veel mensen er ook werken. Het is ook hun werkgever. Dat geeft dan die visie, en ik weet niet uit welke tijd die komt, ‘dat je dat er maar moet bijnemen’: we krijgen een job, we hebben hier allemaal werk, we hebben een loon. Je moet het er maar bij pakken. Daarnaast zijn er uiteraard de boeren: we hebben een heel goed landbouwgebied met heel vruchtbare grond en de boeren moeten ook constant vechten om een stukje te behouden. Dat zet soms de verhouding tussen boeren en industrie op scherp.”
Dus een viertal jaar geleden ben jij actief geworden bij Grondrecht? Toen het PFAS-schandaal losbarstte?
“Ja, dat was die ontnuchtering. Vooral ook het feit dat de overheid dat al wist. Ik was in die periode ook zwanger. Je doet je uiterste best om je baby gezond te laten geboren worden en dan blijkt van ‘oei, ik heb toch nog iets over het hoofd gezien: PFAS’. En de overheid wist dat al. En dat was voor mij wel een trigger. We gingen altijd eitjes rapen in de tuin en dan kon dat plots niet meer. Dat was echt heel raar. Dat heeft me echt aan het denken gezet. Ik wil echt tot op het bot weten wat het is, wat het met ons doet, vanwaar komt het, waar zit het, hoeveel... En het tegenhou-
den ook vooral: bloedonderzoeken afdwingen, de kwestie meer bekend maken enzovoort. Op zich is daarvan wel al redelijk veel geslaagd, denk ik, maar we blijven er natuurlijk mee zitten.”
Het gaat ook lang duren om mensen verantwoordelijkheid daarin te laten nemen. Dat vraagt veel energie en veel strijd?
“Ja, het kost vooral zeer veel geld om het op te ruimen. Niemand ziet die facturen graag komen. Mensen vinden het gemakkelijker om te denken: we leven er al zo lang mee, een beetje langer kan geen kwaad, waarom moeten we het überhaupt saneren? Ik denk dat mensen zich daarmee sussen.”
Ja, dat is natuurlijk wel pijnlijk, want dat probleem blijft gewoon wel aanhouden.
“Zeer pijnlijk. Dat is absoluut niet wenselijk. Het feit dat het nog altijd toegelaten is in consumptiegoederen, dat dat nog altijd circuleert… Dat er nog altijd geen verbod op is, ook in pesticiden en dergelijke: dat is echt zorgwekkend. Het is een zorgwekkende stof, maar ook een zeer zorgwekkend beleid. Nog steeds.”
Zie je dat ook in de relatie tussen de haven en de overheid? Dat de haven steeds meer expansie wil, en aan de andere kant de overheid faalt om een geslaagd beleid te voeren of toe te passen op de haven? Hoe zie je die verhouding juist?
“Ik denk dat ze wel een stuk falen. In die zin dat de overheid vooral de grote bedrijven graag ziet komen omdat de werkgelegenheid stijgt en vervolgens de welvaart. Ik denk dat er daarom een oogje wordt dichtgeknepen voor de andere gevolgen, voor gezondheid en omgeving. Dat deze laatste zaken van ondergeschikt belang zijn voor heel veel politici en beleidsmakers. Er is weinig tot geen aandacht voor.”
Ze hebben ook een andere visie op algemeen belang?
“Ja, sowieso. Dat is wel pijnlijk duidelijk geworden de laatste jaren.”
Je zei het daarnet: sommige van de buurtbewoners en mensen hier in het dorp werken gewoon in de haven, wat ook heel logisch is. Ze strijken hun lonen er op en dat verandert de verhouding.
Botst dat soms of hebben ze ook veel begrip voor die gezondheidsen omgevingsproblemen?
“Moeilijk te zeggen… Ik denk dat sommige werknemers zich ook wel bedrogen voelen. Genre: “Ik ga elke dag naar die fabriek en nu zit mijn bloed vol met een vieze stof, allez…” Die verhouding is erg lastig… Ik denk dat sommigen zich wel zorgen maken over hun veiligheid en gezondheid. Ook bij havenarbeiders, maar dat is dan iets anders, dat is dan meer het aantal dodelijke ongevallen die voorvallen. Wat ook dubbel is: het is je werkgever en verdient goed, maar de keerzijde is het risico om te verongelukken. De machtsverhouding speelt natuurlijk ook.”
Is er tot slot nog iets waar je aan denkt?
“Ik hoop dat de overheid inziet dat er een einde is aan de groei. Dat de groei echt wel grenzen heeft en dat zich dat vertaalt in leefbaarheid voor omwonenden. Ook voor het milieu, voor gezondheid, op de lange termijn. Het is een beetje jammer dat overheden er totaal geen rekening mee houden en blijven plasticfabrieken verwelkomen. Dat is pijnlijk.”
Keuzes vandaag, overstromingen morgen
Simon Van Parijs
Bij de klimaatcrisis spreken we niet meer louter over de toekomst: we hebben de grens van 1,5 °C opwarming in gemiddelde jaartemperatuur al overschreden. Tien jaar geleden lag de academische focus vooral op mitigatie: het verminderen van uitstoot. Deze focus is stilletjes gaan liggen en de aandacht veranderde naar studies over klimaatadaptatie: hoe beschermen we ons tegen stijgende zeespiegels, extreme hitte, overstromingen en droogte?
Dat we steeds vaker met extreme weersomstandigheden te maken zullen krijgen, staat vast. De vraag is nu vooral hoe we ons daartegen kunnen wapenen. Een van de minst voorbereide, maar tegelijk meest cruciale domeinen is de ruimtelijke ordening. Ze is log, duur en traag, maar essentieel om ons te beschermen tegen de gevolgen van klimaatopwarming.
Climaxi volgt dit nauwgezet op, maar ergert zich aan politici die kortzichtig blijven en de urgentie niet erkennen.
Angst voor water
Hemelwater- en droogteplannen worden gemaakt met de methodiek die als minimum doelstelling de T20-bui hebben. Dit houdt in dat het water dat van onverharde oppervlaktes afstroomt bij een regenbui, die qua intensiteit en duur eens om de twintig jaar voorkomt, geen water- en modderoverlast zou mogen veroorzaken.
De overstromingsramp in juli 2021 in de Vesdervallei (Verviers en omgeving) heeft echter aangetoond hoe misleidend zulke theoretische regenbuien kunnen zijn. In enkele dagen tijd viel er lokaal meer dan 270 mm of 270 liter/m² regen, overeenkomend met een T100–T200 bui of zelfs zeldzamer volgens het KMI. Dergelijke ‘waterbom’ leidde tot catastrofale overstromingen en tientallen doden. En dat is niet alles: er komt nog heel wat extra menselijk leed kijken bij zo een klimaatramp. Denk maar aan vernieling van huizen, problemen met de verzekeringen, schulden… Hydrologen en internationale studies wezen erop dat
klimaatverandering de kans op zulke extreme regenval minstens drie tot tien keer groter heeft gemaakt. Een gebeurtenis die vroeger uitzonderlijk leek, behoort nu tot een realistisch risico.
Het idee dat een overstroming van de orde T100 ons pas binnen 100 jaar opnieuw treft, is achterhaald.
Zulke ‘100-jaar gebeurtenissen’ worden veel frequenter. Gemeentebesturen die zich blijven baseren op oude statistieken nemen een groot risico. Het kan jaren duren voordat een gemeente en gemeenschap zo’n ramp hebben verwerkt. Er moet dan ook alles aan gedaan worden om de gevolgen te beperken.
Wetlands
Na vernietigende overstromingen zijn we vaak op zoek naar een schuldige. Zijn het de sluizen in Wallonië, of een stuwdam in Duitstalig België?
Helaas is het niet zo eenvoudig.
Deze reflex is bovendien gevaarlijk, omdat ze afleidt van de realiteit: de klimaatopwarming komt dichterbij dan we willen geloven.
Om het risico op overstromingen echt aan te pakken, moeten we kijken naar de sociale, politieke, economische en ecologische factoren die bepalen hoe en waar we bouwen in overstromingsgebieden.
Mensen wonen graag dichtbij water, maar vandaag de dag hebben we juist meer nood aan natuurlijke overstromingsgebieden of wetlands, waar mensen niet kunnen wonen.
Dit zijn gebieden die permanent of tijdelijk met water verzadigd zijn, zoals moerassen, rietlanden of overstromingsgraslanden.
Het aantal wetlands is de afgelopen vijftig jaar sterk afgenomen. Toch zijn ze essentieel: ze vormen de basis van een groenblauwe infrastructuur, vergroten de infiltratiemogelijkheden, verhogen de waterbergingscapaciteit en helpen droogte te beperken. Wetlands spelen ook een cruciale rol in het ecosysteem: ze slaan koolstof op en herbergen een grote biodiversiteit. Overstromingsgebieden moeten kunnen functioneren als een spons: water tijdelijk bergen, de afvloeiing vertragen en waterpieken bufferen.
Lokale ruimtelijke plannen die nog steeds inzetten op bebouwing van valleigebieden of op ‘technische oplossingen eerst’ zijn achterhaald en gevaarlijk. We moeten blijven inzetten op het bouwvrij houden van overstromingsgebieden en rekening houden met de stijgende zeespiegel.
Het strategisch plan ‘Ruimte voor Water’, ontwikkeld door de
Vlaamse overheid, De Vlaamse Waterweg en de Provincie OostVlaanderen, is een goede start. Het plan focust op drie zaken: het beschermen van kwetsbare plekken, het vrijmaken van ruimte voor water en het herstellen van de Dendervallei. Climaxi maakt zich echter zorgen over de financiering: die blijft voorlopig onduidelijk. Het plan moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Het Europees Milieuagentschap waarschuwde onlangs nog: Europa is veel te weinig voorbereid op klimaatrisico’s. Voor de Denderstreek geldt dit zeker, vooral omdat de uitvoering van ‘Ruimte voor Water’ afhankelijk is van lokale besturen, en niet elk onderdeel van het plan krijgt de prioriteit die nodig is. We merken ook dat er binnen deze structuren werk gemaakt wordt van dialogen rond water bufferen aan het vliegveld van Overboelare of de Unal-site in Geraardsbergen. We hopen dat het niet bij dialogen blijft: als we nog drie jaar wachten om beslissingen te nemen, dan mogen we er zeker van zijn dat in de toekomst Geraardsbergen nog eens onder water zal staan.
Bouwen in overstromingsgebied
Als het van de gemeentebesturen afhangt, komt er geen strenge
aanpak. Tot op vandaag worden er nog steeds projecten goedgekeurd in overstromingsgebied. Zo verleende het schepencollege van Geraardsbergen op 16 juni een omgevingsvergunning voor een grootschalig bouwproject met 15 woongelegenheden aan de parking van de Vooruitzichtstraat aan de Ezelberg. Dit gebouw bevindt zich pal in het overstromingsgebied van de Molenbeek.
In Vlaanderen is de verhardingsgraad al uitzonderlijk hoog, die moet dringend afnemen. Bebouwing, verharde oppervlaktes of het verhogen van oevers van rivieren zorgt ervoor dat water sneller en krachtiger wordt afgevoerd. Dit vergroot de risico’s op overstromingen stroomafwaarts, omdat het water minder kan infiltreren en sneller door het stroomgebied vloeit.
Bouwen in overstromingsgebieden hangt nog te vaak af van lokale besturen. Dat moet stoppen: lokale politici brengen de veiligheid van hun bevolking in gevaar. Er is dringend behoefte aan een wetgeving die bouwen in overstromingsgebieden verbiedt. De hoop is dan ook dat het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen - ook bekend als de betonstopbinnenkort in het parlement wordt goedgekeurd en vervolgens concreet
vertaald wordt in wetten, regels en kaders. Deze moeten duidelijkheid scheppen.
Er moeten plannen komen die verschillende maatregelen combineren: preventie, mitigatie, evacuatieplannen en herstel. Ze moeten zorgen voor zekerheid en flexibiliteit als de omstandigheden veranderen (klimaat, demografie, enz.).
Nu liggen de bestemmingsplannen soms nog vast in zones die intussen als watergevoelig erkend zijn. Een volledige bouwstop in dergelijke gebieden is noodzakelijk. Gemeenten die vandaag nog toelaten dat er
gebouwd wordt in risicogebieden, stellen zichzelf bloot aan hogere kosten, aansprakelijkheid bij schade (juridische claims van bewoners, verzekeraars of mensen zoals wij), reputatieschade en sociale ongelijkheid in de toekomst. Gemeentebesturen moeten beseffen dat bouwen in overstromingsgebieden geen kortetermijnvoordeel zoals belastingen en woonaanbod mag opleveren ten koste van langetermijnveiligheid.
Hoe wordt je klimaatbestendig?
De ervaring in Vlaanderen en elders toont dat ‘klassieke’ oplossingen (dijken,
beton) alleen niet volstaan: ze zijn duur, verschuiven het probleem en geven bewoners vaak een vals gevoel van veiligheid. Alleen een mix van ruimte geven aan water, strenge vergunningstoetsing, burgerparticipatie en integrale planning maakt gemeenten echt klimaatbestendig. Er moet voor gezorgd worden dat gemeenten over voldoende middelen beschikken - budget, technische knowhow, personeel - en dat ze niet enkel afhankelijk zijn van nationale subsidies of externe partijen.
Een progressief en duurzaam ruimtelijk ordeningsbeleid wordt vandaag vaak niet uitgevoerd: het is log, duur en traag. Toch is het noodzakelijk: bouwgrond zal moeten
worden omgevormd en een beperkt aantal woningen onteigend. Dit levert geen winst op korte termijn, maar op lange termijn zullen lokale politici hiermee levens redden. Als inwoner is het een minimum om van je verkozenen te verwachten dat ze je een leefbare omgeving gunnen.
Politici die duurzaam beleid wegzetten als ‘doemdenken’, zoals Matthias Diependaele in het kader van de Blue Deal, spelen met vuur. Zij zien de urgentie niet. Als politicus zou je een drama zoals dat van Verviers niet op je geweten willen hebben. Toch zien we overal een gevaarlijke tendens opkomen door de afname van klimaatbeleid.
Spijt komt altijd te laat.
Studie van de petrochemische sector in Haven van Antwerpen
Tim Lambrechts
FairFin publiceerde op 1 oktober een rapport over de petrochemische sector in de Haven van Antwerpen. Climaxi nam het rapport onder de loep en komt hier met een eigen korte analyse, die focust op een aantal ontkrachtingen.
Het dominante verhaal
De afgelopen jaren horen we steeds vaker dat de Vlaamse petrochemie in een diepe crisis zou zitten. Bedrijven, sectorfederaties en CEO’s trekken aan de alarmbel en zeggen dat ze het moeilijk hebben. Ze wijzen naar de Europese Green Deal met plannen om de industrie groener te maken, die Deal bestempelend als een bedreiging. Volgens hen maakt dit beleid hen minder competitief en dreigen er sluitingen en jobverlies. In interne gesprekken met arbeiders en vakbondslieden worden naast de groene maatregelen ook de hoge loonkosten als boosdoener genoemd.
Dat verhaal is populair. Politici nemen het vaak over en gebruiken het om te pleiten voor uitstel of afzwakking van klimaatmaatregelen. Het
resultaat is dat er in Europa wetten worden aangepast om de industrie meer ademruimte te geven. Denk aan de Antwerp Declaration en de Omnibus-wetgeving, die ervoor zorgden dat klimaatwetgeving werd versoepeld. Maar dit steeds terugkerend verhaal verdient een kritische blik. Er wordt gedaan alsof de hele Vlaamse economie afhankelijk is van deze sector, alsof elke milieumaatregel een rechtstreekse aanval is op onze welvaart. Het rapport van Fairfin toont dat dit verhaal niet klopt. Het is belangrijk om te kijken naar de echte cijfers en daarbij te begrijpen waar de sector echt mee worstelt.
Acute crisis of langetermijn-uitdagingen?
De cijfers tonen dat er geen sprake is van een acute crisis. Sinds 2019 zijn de winsten en de omzet van de sector stabiel gebleven. Ja, de EBITDA (ofwel de omzet min de gemaakte directe en indirecte kosten) en de netto toegevoegde waarde zijn iets gedaald, maar de sector maakte in 2023 en
2024 samen nog altijd meer dan 1,5 miljard euro winst. Dat is niet wat je zou verwachten van een sector die ‘op omvallen’ staat.
De echte problemen liggen op langere termijn. De sector heeft te maken met hoge energiekosten en zware internationale concurrentie. Europa heeft oudere fabrieken, vaak meer dan 40 jaar oud, en investeert minder in nieuwe technologieën dan bijvoorbeeld China. Tegelijkertijd overspoelt de wereldmarkt met goedkope basischemicaliën uit Azië. Dat zet de marges onder druk. Dit zijn structurele uitdagingen, geen reden om de hele groene agenda stil te zetten. De sector zal zich moeten aanpassen: door meer dan nu te investeren in innovatie en efficiënter gebruik te maken van energie.
Loonkosten
Een ander argument dat vaak terugkomt, is dat de loonkosten te hoog zouden zijn en dat bedrijven daardoor dreigen te vertrekken. Dit wordt ook gebruikt om werknemers bang te maken: “Als jullie te veel eisen, sluiten we de fabriek.” Maar dat argument klopt niet. Lonen maken maar zo’n 10% uit van de totale kosten van de petrochemie. Energie daarentegen is verantwoordelijk voor 40% van de kosten. De sector is zeer kapitaalintensief en haalt veel waarde uit een relatief klein aantal werknemers. Dit betekent dat loonkosten nauwelijks de doorslag
geven voor de concurrentiepositie. Het is dus misleidend om te zeggen dat hoge lonen de reden zouden zijn dat fabrieken sluiten of dat de sector onder druk staat. Het echte probleem zijn de hoge energieprijzen en de wereldwijde concurrentie.
Bedrijven worden verblind door hogere winstmarges
De politici en andere belanghebbenden verdedigen hun beleid zogezegd om jobs te redden, maar in werkelijkheid verplaatst de petrochemie al jaren productie naar landen waar ze goedkoper kunnen produceren. Dat doen ze niet omdat de lonen hier te hoog zijn, maar omdat ze wereldwijd hun winsten willen maximaliseren. Ze zijn niet bezig met de toekomst van de Vlaamse economie of de jobs van morgen. Als we echt werkgelegenheid willen beschermen, moeten we inzetten op nieuwe industrieën die hier een toekomst hebben. Niet op bedrijven die vooral proberen hun winsten veilig te stellen. Wegtrekkende bedrijven zijn deel van een grotere trend. Nieuwe, efficiëntere installaties in andere regio’s en goedkopere energie elders drijft de zoektocht naar hogere winstmarges. Nochtans zijn de winsten hier goed en stabiel, maar de juiste investeringen willen ze niet doen. Gehoopt wordt om de laatste centen eruit te halen zonder de juiste, groenere investeringen te maken.
De verborgen kosten
De petrochemie kost de samenleving veel geld. Ze ontvangt forse subsidies, belastingkortingen en gratis emissierechten. In 2023 kreeg de sector meer gratis uitstootrechten dan ze nodig had en kon ze de overschot zelfs verkopen, wat hen tientallen miljoenen euro opleverde. Daarnaast pompt de overheid geld in projecten zoals Project One van Ineos, met honderden miljoenen euro aan garanties en subsidies. Project One is groener dan zijn voorgangers, maar niet groen genoeg. Het is belastinggeld dat ook in duurzame industrieën zou kunnen worden geïnvesteerd, waar meer jobs en minder uitstoot tegenover zouden staan.
Dit onderhoudt het structureel probleem. De steun onderhoudt een sector die niet in crisis is, verouderde faciliteiten heeft én daarbij nog eens voor een enorme uitstoot zorgt. De sector weigert te investeren in de duurzaamheid van hun eigen sector. Hoe los je dit structurele probleem dan op? De energiekosten moeten lager en de energieconsumptie naar beneden. Voor energie blijven we afhankelijk van het importeren van fossiele brandstoffen van landen als Saoedi-Arabië, de VS en Rusland. Het is deze import waar we vanaf moeten, om in te zetten op een duurzame energietransitie die daarenboven zuiniger is. Maar: dit vraagt dus investeringen, die de bedrijven
in Antwerpen niet zelf willen maken zonder aanzienlijke tussenkomst van Vlaanderen, België of de EU.
Een toekomstgericht industrieel beleid: naast klimaatambities
De toekomst van de industrie is groen. Wie nu jobs en welvaart wil behouden, moet volop inzetten op de transitie naar klimaatneutrale productie. Dat betekent niet dat we de petrochemie blindelings moeten redden. Het betekent dat we een actief beleid moeten voeren dat duurzame
investeringen aantrekt en werknemers begeleidt naar nieuwe sectoren en banen. 500 miljoen euro aan garantie van de Vlaamse regering en miljoenen aan ‘strategische ecologische steun’ voor een nieuwe versie van deze verouderde industrie lijkt ons niet de oplossing. Subsidies moeten gaan naar projecten die bijdragen aan de lange termijn: recyclage, groene chemie, elektrificatie en hernieuwbare energie. En vooral: minder energieintensieve industrie. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat ook binnen tien of twintig jaar nog industrie en werkgelegenheid is in Vlaanderen.
In het kader van het project ‘Beyond Ineos’ van Bond Beter Leefmilieu en partners organiseert Climaxi:
Een dag ‘Volle Petrol’
Over de toekomst van de petrochemische sector in de haven van Antwerpen
FairFin, Bond Beter Leefmilieu, Climaxi, Grootouders voor het Klimaat, Syndicalisten van ABVV en ACV, Kathleen Van Brempt (o.v.), Mieke Schauvliege, Raf Van Gestel, Ineos-omwonenden/activisten uit de VS en Canada
Graag nodigen we alle geïnteresseerden uit, noteer de datum dus maar in je agenda! Inschrijven verplicht, mail hiervoor naar Tim@climaxi.be
5:12
5:12, da's het uiterste als ik de vroege heb.
Wekker, tandenpoetsen, fiets op en dan haal ik het nog net.
Haal ik net de fabriekspoort die toegang geeft tot de vroege.
Om 6:00 ingeklokt.
Wekker, tandenpoetsen, ...
Dat doet me denken aan vader.
Die sprak steeds "chemie zit in alles".
En dan vertelde hij over plastic in je wekker, fluoride in je tandpasta en additieven bij de rubber in je banden.
Mijn vader werkte ook in de chemie, ik heb hem dus minder gezien toen ik klein was.
Onze uren liepen niet samen, gewone mensen en kinderen doen geen shiften.
Maar we konden wel altijd op reis en hebben nooit echt iets moeten ontbreken.
Behalve tijd tezamen misschien. Door die shiften.
Ik werk nu ook in de chemie.
Dat was niet het plan, maar zo gaat het leven soms.
En ik heb niks te kort en kan gerust al eens op vakantie.
En ik begrijp ook dingen beter.
Ik begrijp nu het mistroostige in de ogen van mijn ouders toen ik hen vertelde dat ik ook in de chemie begon.
Ik begreep het toen mijn eigen kind het tegen me zei.
Ik begreep het toen ik merkte dat toch best wel wat collega's hun pensioen niet of nauwelijks haalden.
Ik begreep het toen concepten als vervuiling en klimaatverandering echt tot me doordrongen.
En ik begreep het toen ik stopte met mijn moestuin.
Te dicht bij de fabriek. Te veel PFAS.
Op mijn groenten, in mijn eieren. In mijn bloed.
Chemie zit echt in alles.
5:12, PFAS in je bloed, micro-plastics in je hersenen en fijnstof in de lucht.
Chemie zit echt in alles.
En wanneer ik tegenwoordig 5:12 zie, dan denk ik 5 over 12.
Want zo voelt het soms wel, 5 over 12.
Jef Van Mendelen
Vlaanderen veegt PFASprobleem onder de mat
Tim Deweerdt en Filip De Bodt
Omdat Vlaanderen weinig beweegt rond PFAS, stapte Climaxi samen met een aantal buurtgroepen naar de rechtbank (Raad voor Vergunningsbetwistingen). De eerste uitspraken daarvan komen nu. In de meeste gevallen leiden die tot verstrengingen en aanpassingen van de vergunningen. Op zich goed voor milieu, natuur en de betrokken buurtbewoners. De uitspraken botsen wel op een groot probleem: er is nog steeds geen aangepaste wetgeving in Vlaanderen. Integendeel, de saneringsnormen werden verlaagd. Opvallende vaststelling: zowel de overheid als de bedrijven lanceren een wirwar van procedures om aan de realiteit te ontsnappen. Tegelijkertijd verwijt men Climaxi te veel te procederen.
Bedrijven vragen bijvoorbeeld vergunningen aan terwijl er nog lopen. De Vlaamse Overheid doet niet onder.
Die maakte een Tijdelijk Handelingskader. Lees: een handleiding die zegt vanaf wanneer er moet gesaneerd worden. Climaxi vond die drempels te hoog.
De Vlaamse Regering trok tijdens de procedure voor de Raad van State haar regelgeving terug en werkt aan een definitieve optie waarbij ook het Bodemdecreet gewijzigd wordt. Volgens de eerste besluiten kiest men voor een verdere versoepeling: richtwaarden worden vervangen door streefwaarden, de economische factor van uitvoerbaarheid wordt binnengeloodst en bodemsaneringsdeskundigen zullen per dossier mogen blijven oordelen. In de niet-bindende omzendbrief wordt voor drinkwater verwezen naar de 'verouderde' drinkwaternormen voor PFAS van 100 ng/l voor 20 soorten PFAS resp. 500 ng/l voor alle PFAS in plaats van naar de toekomstige (EFSA-)drinkwaternorm van 4,4 ng/l. Voor TFA verwijst men naar de hallucinant hoge Vlaamse toetsingswaarde van 15.600 ng/l.
De Nederlandse werelddeskundige Jacob De Boer was en is woedend: "Als je de norm verhoogt, mag iedereen (ook diegenen in vervuilde gebieden zoals Oosterweel of Ronse) meer PFAS naar binnen krijgen en dat heeft een
effect op de volksgezondheid. Je zou de norm alleen mogen veranderen op basis van nieuwe toxicologische inzichten (die zijn er nu niet, in tegenstelling tot wat dhr. Brouns beweert). Je kunt de norm als politicus ook veranderen als je vindt dat de volksgezondheid in dit geval minder zwaar weegt dan de economie, maar zeg dat dan eerlijk! Het uitgangspunt moet zijn: hoe minder PFAS, hoe beter. En niet: het toestaan van een zo maximaal mogelijke blootstelling."
Bloedonderzoek
Deze procedureslag of dit getalm zien we overal. Na de bloedonderzoeken van Climaxi beloofde minister Crevits om deze uit te breiden tot heel Vlaanderen. Uiteindelijk gaan deze onderzoeken dit jaar door op beperkte schaal (400 mensen) en ‘om na te gaan waar de vervuiling zich manifesteert’. Het grootste deel van die vervuiling werd in kaarten vastgelegd en in de echte hotspots is Climaxi actief. Wij blijven dan ook eisen dat de onderzoeken op grotere schaal gebeuren in die gebieden waar de ernst van de vervuiling al gekend is. Dit was tenslotte wat de PFAS-onderzoekscommissie in 2022 vroeg: “Vergroot de capaciteit om bloedproeven af te nemen.”
Ook op lokaal vlak brengen onze acties vooruitgang met zich mee, maar leiden ze niet tot definitieve oplossingen.
Kortemark
Buurtbewoners en actiegroep Leefbaar Groot Kortemark haalden bij de Raad Voor Vergunningsbetwistingen hun verzoek om vernietiging van de vergunning binnen. Silvamo voldeed niet aan de bijzondere milieuvoorwaarden, het bedrijf kon geen garantie geven dat o.m. het PFAS-houdend slibafval op een veilige manier opgeslagen wordt. Er zijn onvoldoende garanties om het risico op verontreiniging van de bodem en grond- en oppervlaktewater te beperken.
Leefbaar Groot Kortemark strijdt al verschillende jaren tegen de verontreiniging in de omgeving van het stort. Samen met Climaxi organiseerden ze een bloedonderzoek bij buurtbewoners waaruit bleek dat heel wat deelnemers verhoogde waarden van PFOS en PFOA in hun bloed hebben. Door toedoen van de actiecomités is er een grondigere opvolging van de kwaliteit van het grondwater in de buurt. Sommige peilbuizen wijzen op verontreiniging en het is intussen een vaststaand feit dat ook Silvamo daar mee verantwoordelijk voor is.
Dat er in de Raad Voor Vergunningsbetwistingen wordt geoordeeld dat Silvamo meer garanties moet bieden om het risico op verontreiniging te
beperken is een opsteker voor Leefbaar Groot Kortemark en de buurtbewoners. Maar er zijn ook een aantal elementen waar op zijn minst vragen bij te stellen zijn. In het voorjaar van 2023 werd voor de rechtbank gezegd dat men geen afval rechtstreeks van PFAS-werven zal aanvaarden tot zolang de procedure loopt. Twee jaar later zegt Silvamo voor dezelfde rechtbank dat ze een cruciale speler is voor het grondverzet in Vlaanderen en dan bij uitstek voor bagger- en ruimingspecie. Die cruciale rol werd met cijfers bevestigt door OVAM. Op basis daarvan lijkt het erg onwaarschijnlijk dat Silvamo geen aanvoer zou hebben van dé PFAS-werf van de eeuw: de Oosterweelwerken. Intussen bevestigde Silvamo de aanvoer van de graafwerken voor de compartimenten van de Scheldetunnel, net naast 3M.
Het valt voor Leefbaar Groot Kortemark moeilijk te rijmen dat Silvamo in 2022, op de voorafgaande infovergadering aan de vergunning, aangeeft geen aanvoer te willen van gronden van de Oosterweelwerken, daarna in 2023 voor de rechtbank verklaart geen aanvoer te aanvaarden van PFAS-werven om dan de bocht te nemen en in te roepen dat hun exploitatie noodzakelijk is, vermits het de enige speler is die dit soort afval kan aanvaarden. Erger nog: OVAM legde
een brief voor aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen waarin gewaarschuwd werd voor de sluiting van het bedrijf: “De OVAM heeft vernomen dat de omgevingsvergunning van de stortplaats van Silvamo in Kortemark wordt aangevochten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Als de vergunning van Silvamo zou worden vernietigd, dan moet de sector op korte termijn een oplossing vinden voor al de afvalstromen die nu nog naar de stortplaats in Kortemark gaan…” om verderop te vervolgen:
“Zonder enige overgangsperiode dreigt dit voor problemen te zorgen. De andere stortplaatsen moeten de tijd hebben om zich voor te bereiden op de aanvoer van grotere volumes dan ze nu aanvaarden. Als de stortplaats van Silvamo moet sluiten zonder enige overgangsperiode, zullen deze problemen waarschijnlijk nog toenemen. Verontreinigde gronden dreigen niet meer verwerkt te kunnen worden en bodemsaneringsprojecten dreigen vertraging op te lopen.”
Vanuit breder maatschappelijk oogpunt lijkt het voor Climaxi en Leefbaar Groot Kortemark geen goede zaak dat één stortuitbater zo onevenredig veel macht wordt toebedeeld.
Het discours lijkt zo te zijn dat zelfs bij echte milieuovertredingen de stortplaats niet kan gesloten worden, vermits ze economisch noodzakelijk is.
Bij Silvamo is de vergunning vernietigd, omdat er te weinig garanties zijn. De stortplaats mag evenwel minstens nog een half jaar werken (tot de
volgende al dan niet goedgekeurde vergunning). Dit omwille van het ontbreken van alternatieven. In het arrest rond Silvamo zien we ook dat de grond van de zaak (het paal en perk stellen aan PFAS-verontreiniging) niet aan bod komt omdat de Vlaamse wetgeving onbestaande is: onvoldoende normen en wetgevend kader.
Ronse
Ook bij het Arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen in Ronse kan men zich vragen stellen. De Raad oordeelde daar dat de vergunning van
Utexbel (de gekende mega-vervuiler van de Molenbeek) overeind mag blijven. Eerder had toenmalig Minister Zuhal Demir de vergunning na onze beroepen terecht verstrengd en het PFAS-gehalte beperkt tot het minimum. Utexbel reageerde daar telkens op met aanpassingen, vragen tot uitstel of bijstellingen van de vergunning. Een bijstelling is een nieuwe mogelijkheid die een paar jaar geleden bij de Vlaamse milieuwetgeving werd ingeschoven. Climaxi doorzag dit gedrag en procedeerde dan ook tegen de uitgereikte basisvergunning omdat elke drup PFAS er voor de Molenbeek een
Wat kan je zelf doen? We zien drie concrete pistes:
- Je doet mee met onze PFAS-werkgroep.
- Je steunt Climaxi financieel door een extra gift over te maken, lid te worden of je abonnement te verlengen. (Of een T-shirt met het PFAS-monster op te bestellen.)
- Je volgt onderstaande punten op:
• Hou rekening met de regels in besmette No-Regretzones. Het niet eten van eigen eieren en groenten heeft zowat zijn reden: ze brengen niet alleen PFAS in het lichaam maar versterken de bestaande waarden ook.
• Woon je net buiten de besmette No-Regretzones? Eet dan gevarieerd: mijdt eigen eieren en bladgroenten.
• Hou rekening met voorschriften zoals handen wassen en voeten vegen in deze zones. Die zijn er niet voor niets.
• Neem waar mogelijk deel aan een bloedonderzoek of eis er een.
• Vraag lokale mandatarissen om zich de zaak aan te trekken en vragen te stellen. Op alle niveaus: in gemeenteraden, provincieraden, Vlaams Parlement.
Informeer je goed op de pagina’s van de Vlaamse Gemeenschap: https://www.vlaanderen.be/pfas-vervuiling
Kreeg je een bloeduitslag en is die hoog: kijk even naar je levensloop: werkte je in de buurt van een PFAS-haard (zie website Vlaamse Gemeenschap)? Waar liep je school?
PFAS vermindert geleidelijk aan in je lichaam, maar dat gaat zeer traag. Gebruik je online zoekmachine om de halveringswaarde te weten en hou er rekening mee.
• Gebruik PFAS-vrije pannen (geen Tefal), waterdicht makende middelen vrij van PFAS, let ook op met broodzakken…
te veel is. Climaxi en de buurt spoorden het bedrijf ook aan te vernieuwen en te verhuizen naar een modern industrieterrein even verderop. Utexbel schatte die verhuis op 50 miljoen euro en vond dit te duur, ondanks jaarrekeningen die wijzen op ongeveer 20 miljoen euro winst én de mogelijkheid om de huidige terreinen na sanering te verkopen als woongebied.
Hier oordeelde de Raad onze vraag onterecht. We hadden niet geprocedeerd tegen één van de vergunningen (namelijk die waarin de normen verstrengd waren), vanuit zuinigheidsoogpunt en logica: we hoeven niet altijd te procederen, zeker niet als het om verbeteringen gaat. Ziezo, dan heb je je belang verloren, zegt de Raad. Nog meer procederen is dus schijnbaar de boodschap. Dat is nogal paradoxaal: op die manier halen we in de toekomst nog meer de woede van de Vlaamse Regering op onze hals want die vindt dat we te veel procederen.
Bovendien zegt de Raad dat we niet bewezen hebben dat de waterkwaliteit van de Molenbeek gaat verslechteren als er nog meer PFAS in terecht komt. Hier lijkt men te suggereren dat buurtbewoners of milieubewegingen met bescheiden fondsen dan maar laboratoria onder de arm moeten nemen om elke schade te bewijzen.
Uiteraard vinden wij dit een scheeftrekking van het rechtsprincipe. Terwijl u dit leest is het proces van het Openbaar Ministerie voor de Strafrechtbank in Gent tegen Utexbel en zijn directeurs gestart. Hier legt de aanklager zelf meer dan tien milieuovertredingen van het bedrijf op tafel. Wij hopen dan ook dat deze zaak wat meer soelaas brengt, maar zien dat het bedrijf als reactie daarop alweer een nieuwe vergunningsaanvraag voorbereidt.
In Ronse verkregen Climaxi en de buurtbewoners dus wel een verstrenging van de lozingsnormen en de sluiting van een vestiging aan de Ninovestraat, maar een echte definitieve oplossing voor een propere productie is er nog niet.
Kruisem
In Kruisem ligt een gifbom. De NV Paulownia, een groot bouwconcern met als specialiteit het saneren van brownfields, nam in 2016 de firma en het stort NV Ghistelinck over. Milieu Effecten Rapporten stelden toen al vervuiling vast van zware metalen en chemische stoffen (vinylchloride een gechloreerde koolwaterstof , mangaan, arseen, dichlooretheen, magnesium, zink…). In 2022 ontdekte men hoge concentraties aan PFAS. De eigenaars werden voor dit PFAS-gedeelte
in december door OVAM vrijgesteld van sanering. Climaxi gaat in beroep bij minister Brouns.
De vastgesteld klassieke vervuiling werd gevat door een saneringsplan dat uitsluitend bestaat uit het monitoren van de vervuiling en het onder controle houden van de vervuilingspluim. Het grondwater bleef besmet met arseen (2,66 x saneringsnorm), nikkel (3,85 x saneringsnorm), ammonium (109 x saneringsnorm) enz. De oplossing bestond uit 4500 palen door het stort boren en er een distributiecentrum bovenop zetten. Vermits men in geen enkele studie exact weet te vertellen hoe dik het stort is, mogen we ervan uitgaan dat het doorboord is. Tijdens de werkzaamheden (gedeeltelijk uitgevoerd door de Willy Naessens Group) bereikte de Afdeling Handhaving klachten i.v.m. ongezonde arbeiders. Het saneringsplan werd nooit herzien of bijgesteld. Effectieve drainage en behandeling van het afvalwater kostte immers 1 miljoen euro meer en dat was te veel voor een man als Ignace De Paepe (MG Real Estate), die bestuurder in een zestigtal firma’s is.
In 2023 bracht Climaxi het nieuws uit dat er ook een ernstige PFAS-vervuiling om en rond het stort te vinden was: 3800 nanogram/liter, of 38 keer de saneringsnorm. Er kwamen bodemonderzoeken, die nog niet afgewerkt zijn omdat er mogelijk nog andere vervuilingshaarden in de buurt zijn. In
december besliste OVAM in alle stilte om positief in te gaan op een aanvraag tot vrijstelling vanuit de eigenaars. Dit kan volgens Climaxi niet: “Paulownia is de juridische opvolger van Ghistelinck, in dit geval is er van vrijstelling geen sprake. Een andere voorwaarde is dat men niets van de vervuiling afweet. Gaat men ons nu echt proberen wijsmaken dat een gespecialiseerde firma rond brownfields in 2016 niets afweet van mogelijke PFAS-risico’s op plaatsen waar tapijtafval gestort werd? Zelfs niet als er in rapporten sprake is van gechloreerde koolwaterstoffen? Dat is de mensen voor de aap houden.”
Climaxi stuurde een beroepschrift naar minister Brouns en hoopt dat die niet toelaat dat de gemeenschap moet opdraaien voor de dure saneringsstudiesen kosten, terwijl de protagonisten van de rijke ondernemingen ondertussen in Monaco zitten te genieten op een berg geld.
Nog andere plaatsen
Verder is Climaxi nog actief rond PFAS in Roeselare, Diksmuide en Oostrozebeke. Op al die plaatsen gaat het over afvalbedrijven (TTT, TNW, Renewi) die te hoge lozingsnormen voor PFAS-lozingen krijgen. We vechten die telkens aan bij Provincie of de minister. Als we het daar niet halen gaan we naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Dat is de enige manier om ervoor te zorgen dat er in de toekomst klare en duidelijke regels komen.
In het Limburgse Sint-Truiden vroeg schokdemperproducent Tenneco een vergunning aan voor het verder lozen van chroom en PFAS, terwijl het bedrijf anderzijds zegt dat er geen PFAS gebruikt wordt. Minister Brouns stond de vergunning toe, ondanks ons bezwaar. Tegelijkertijd moet het bedrijf een onderzoek starten naar PFAS en gaat de overheid bekijken wat het probleem dan is in de Melsterbeek, waarin te grote waarden PFAS worden waargenomen. Climaxi trekt opnieuw naar de RVVB, samen met de Limburgse Milieukoepel en de Regionale Vereniging Natuur en Landschap Oost-Brabant. De logica wordt in dit dossier omgedraaid: normaal onderzoekt men als eerste stap de toestand van een rivier en reikt men op basis van die gegevens al dan niet vergunningen uit.
In Antwerpen speelt zich hetzelfde af als in Ronse: Indaver vraagt er een waterval van vergunningen aan. Toen ze in 2022 geen vergunning meer kregen voor de vier klassieke PFAS-soorten, schakelden ze in april ‘24 over op vergunningsaanvragen voor nieuwere en korte keten PFAS. Daartegen gingen we in beroep. We stellen ons daarbij ook vragen rond luchtnormen. Al vier jaar is er in Vlaanderen zogezegd geen enkele methode te vinden om uitstoot van PFAS via de lucht correct te meten en er normen voor vast te leggen.
PFAS-Commissie
In 2022 deed de befaamde PFASCommissie niet minder dan 69 aanbevelingen die ervoor moesten zorgen dat Vlaanderen nooit meer in dezelfde situatie zou verzeilen. De conclusie van de Commissie was bikkelhard: “Na een grondige studie van de talrijke aangeleverde documenten en de vele georganiseerde hoorzittingen komt de onderzoekscommissie tot de conclusie dat het overheidssysteem niet in staat is gebleken om de inwoners van Vlaanderen op een doeltreffende manier te beschermen tegen de invloed van persistente, bioaccumuleerbare verontreiniging afkomstig van de chemische industrie.”
Tot vandaag is daar weinig aan veranderd. Hoewel de nadelige effecten van PFAS steeds meer aan het licht komen, slaagt de Vlaamse overheid er niet in om een consequente politiek aan de dag te leggen rond vergunningen, saneringen en metingen in de lucht.
Commissielid Mieke Schauvliege vindt dit hemeltergend: “Na alle grote woorden van de PFAS-commissie is het ronduit schandalig dat de Vlaamse regering er nog steeds niet in slaagt om de nodige PFAS-normen voor lucht en water vast te leggen. Dat ze intussen zelfs bestaande normen voor grondverzet afzwakt, bewijst wat echt telt: allesbehalve de gezondheid van de Vlaming."
Eco & Fair
Simon Van Parijs
Eco & Fair: een toekomst in korte keten
Sommigen zullen het al opgemerkt hebben: Eco&Fair verkoopt nu ook lokale producten uit de regio Herzele via onze website. Dit doen wij omdat fairtrade voor ons verder gaat dan de klassieke Noord-Zuid verhalen. Het gaat ook over lokale boeren en producenten, die vrij willen zijn van tussenhandelaars en veilingen die de prijs van hun producten bepalen.
In de praktijk blijkt de vrije markt vaak namelijk helemaal niet zo vrij. Lokale boeren en producenten belanden daardoor in een beklemmende situatie. Een voorbeeld: een fruitteler kan zijn kersen niet plukken tegen een eerlijke prijs, omdat de Roemeense kersen op de veilingen goedkoper zijn. Daarnaast bestaan er wurgcontracten bij supermarkten, prijskartels bij veilingen, dumpingprijzen van importproducten en andere oneerlijke inkooppraktijken.
Daar willen wij verandering in brengen. Bij Eco&Fair geven we producenten de vrijheid om zelf de waarde van hun producten te bepalen. Alle prijzen worden rechtstreeks door de
producenten vastgesteld. Eco&Fair neemt een marge van ongeveer 30% om onze eigen kosten te dekken; de rest gaat volledig naar de producent. Zo wordt korte keten echt fair trade.
Lokale en ambachtelijke producten
Onze lokale producten zijn niet alleen fairtrade, maar ook zo natuurlijk mogelijk. Alle ambachtelijke producten bevatten uitsluitend zuivere ingrediënten, zonder artificiële toevoegingen, en worden geproduceerd met respect voor mens en milieu. Zo verkopen we de handgemaakte confituren van de Vierhoekhoeve.
Bij ons vind je ook natuurlijke cider, gemaakt van een rijke selectie appels en peren uit Vlaanderen, zorgvuldig geproduceerd door Appelino in de Zwalmstreek. Daarnaast bieden wij een uitgebreid assortiment lokale wijnen uit Zuid-Oost-Vlaanderen.
Een bijzondere lokale drank is de Bierblomme: een brandewijn gemaakt op basis van Spécial-bier van
De Ryck. Tijdens het dubbel opstoken van het bier worden zes verschillende kruiden toegevoegd, waaronder sinaasappelzeste en hopbloemetjes. Het resultaat is een lichtzoete, bloemige sterke drank die je van binnenuit verwarmt.
Tot slot hebben we nog een uniek boerenproduct: gedroogde kikkererw-
ten uit Zwalm. Door kikkererwten lokaal te telen, beperken we voedselkilometers en draag je bij aan een duurzamer voedselsysteem.
Al deze producten kan je kopen op
Lid worden van Climaxi
Zin om Climaxi te steunen?
Vind je dat ons werk nuttig is en wil je de beweging die we uitbouwen steunen?
Word lid door minimum 10€ per jaar te storten, of een maandelijks bijdrage op BE40 0016 3236 1163 t.v.v. Climaxi, Groenlaan 39, 9550 Herzele.
Met dit lidgeld zetten wij acties op poten, bijten we ons verder vast in dossiers en organiseren we activiteiten. Samen bouwen we de sociale klimaatbeweging uit.
Je krijgt onze brochures in je bus en we nodigen je uit voor onze jaarlijkse ledenvergadering. Als je wil kan je aansluiten bij een groep in je regio.
Zin om mee te doen?
Neem contact op via info@climaxi. be of via 0496/71.84.72. Of iemand van Climaxi, actief in jouw regio:
BRUSSEL
Simon Van Parijs via 0478/06.00.42
ZUID-OOSTVLAANDEREN
Filip de Bodt via Filip@climaxi.be of 0496/71.84.72
ANTWERPEN
Tim Lambrechts via tim@climaxi.be
OOSTENDE
Johan Bultiauw via 0478/71.48.59 en Kries Hoornaert: kriesjex@hotmail.com