‘Geen regering met Fouad Ahidar’
David Leisterh (MR) stelt veto 06
De raaf is terug
Broedende koppels in het Zoniënwoud 21
‘Geen regering met Fouad Ahidar’
David Leisterh (MR) stelt veto 06
De raaf is terug
Broedende koppels in het Zoniënwoud 21
Brusselse clubs dreigen definitief te verdwijnen
Fragiel Brussels patrimonium in gevaar
Welke bekende figuren sieren halte Stuyvenberg?
BRUZZ-columnist Tom Peeters in gesprek met zijn leerling Ahmed
05 EDITO
06 HET GESPREK David Leisterh, de Brusselse voorzitter van de MR en grote winnaar aan Franstalige zijde
10 IN BEELD Bart Dewaele
12 IN DE KIJKER Het Brusselse kiessysteem kraakt in zijn voegen
13 BEELDCOLUMN Delphine Frantzen
20 BIJGEDACHTE ‘Ahidar wegzetten als een sharia-aanhanger, is karaktermoord’
21 KORT GESPREK Tuinarchitect
Maxim Lammens geeft tips voor een groenere gevel
23 BEESTIG BRUSSEL De raaf: een slimme opportunist
24 COVERSTORY De Brusselse jeugd biljart niet meer
28 VOETBALCOLUMN Voetbal op groot scherm
30 DE SLAAPKAMER van Jad
32 LET’S ZING ENSEMBLE Vijftien amateurkoren zingen Brussel tot leven in tien nieuwe liederen
37 SELECT Michèle Jacob vindt Les enfants perdus terug op het BRIFF Klein onderhoud Jana Euler
Eat & Drink Klok/Zenne De vijf inzichten Susobrino
Kunsthistoricus Thomas Vandormael in zijn beschermde woning in Schaarbeek. Hij is bezig met een doctoraat over glasramen in de belle époque.
Aan de slag gaan met ecobeheer, dat is de kwaliteit van uw dienstverlening verbeteren, uw team samenbrengen rond een gezamenlijk project, creativiteit aan de dag leggen om uw manier van werken te innoveren ...
Aan de slag gaan met ecobeheer, dat is tenslotte ook uw engagement telkens ietsje meer doen aansluiten bij uw waarden!
Zin om u te laten inspireren door degenen die al een ecodynamisch initiatief hebben genomen?
Zin om er meer over te weten of om u te laten begeleiden?
• Ontdek de getuigenissen van La Royale Union Saint-Gilloise, van de Royal Léopold Club, De Ancienne Belgique en van andere labelhouders op www.ecodyn.brussels.
• Neem contact op met onze helpdesk voor een gepersonaliseerde en gratis follow-up via info@ecodyn.brussels.
BRUZZ
Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65
ABONNEMENTEN
Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80
Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar.
OPLAGE
55.000 exemplaren.
ADVERTEREN?
Marlies De Deygere 02-650.10.81
marlies.dedeygere@bruzz.be
DISTRIBUTIE
Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be
ALGEMENE DIRECTIE
Dirk De Clippeleir
ALGEMEEN HOODREDACTEUR
Klaus Van Isacker
COÖRDINATOR MAGAZINE
Maarten Goethals
ARTDIRECTOR
Heleen Rodiers
VORMGEVING
Ruth Plaizier
EINDREDACTIE
Karen De Becker, Kurt Snoekx
WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER
Eva Christiaens, Luana Difficile, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Andy Furniere, Michiel Leen, Tom Peeters, Tom Peeters, Niels Ruëll, Matisse Van der Haegen, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden, Joke Vylders (medewerkers)
VERTALING
Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer
FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE
Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Koen Cypers
Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij Printing Partners
Paal-Beringen
en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
MELD NIEUWS
Zelf nieuws gespot?
Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws
Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be
VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels
WWW.BRUZZ.BE
Maarten Goethals
Coördinator Magazine
Los van de samenstelling staat de nieuwe Brusselse regering voor enorme uitdagingen: een ontspoorde begroting wegwerken, het drugsgeweld indammen, de polarisatie rond Good Move ontmijnen, en de dramatische werkloosheid aanpakken.
“De eerste opdracht van Leisterh? Zijn voorzitter Bouchez in toom houden”
FR Quelle que soit la composition du nouveau gouvernement bruxellois, il fera face à d’énormes défis : rééquilibrer le budget, endiguer les violences liées à la drogue, déminer le débat polarisé sur le plan Good Move et s’attaquer au chômage. Sur ce dernier point, David Leisterh (MR), sans doute le futur ministre-président, jette un regard sévère sur l’agence pour l’emploi Actiris : « La moitié des chômeurs n’ont pas trouvé de travail après deux ans. » (p. 6). Ses propos restent plutôt vagues et sages (et parfois, pas vraiment typiques d’un libéral). Ce qui est logique : les négociations sont en cours et il ne veut pas dilapider sa bonne volonté. Dans cette optique, M. Leisterh va surtout devoir avoir à l’oeil son président George-Louis Bouchez. Ce dernier a suscité l’émoi auprès de la communauté néerlandophone de Bruxelles la semaine passée en évoquant le fait de vouloir toucher à la représentation garantie. Et la partenaire principale de M. Leisterh, Elke Van den Brandt (Groen), n’a pas été épargnée non plus. Le pire qui pourrait arriver à Bruxelles serait un scénario Vivaldi, où le président d’un parti de la majorité mettrait des bâtons dans les roues de sa propre majorité. La première mission de M. Leisterh semble donc surtout de contenir M. Bouchez.
Wat dat laatste betreft, kijkt David Leisterh (MR), naar alle waarschijnlijkheid de volgende minister-president, met een streng oog naar arbeidsbemiddelaar Actiris. Die moet beter doen, want: “De helft van de werklozen heeft na twee jaar nog geen job.” (p. 6 ) Veel van wat hij zegt tegen BRUZZ klinkt nog vaag en braaf (en soms atypisch liberaal). Niet onlogisch: de onderhandelingen lopen en hij wil zijn goodwill niet meteen verspelen. In dat opzicht lijkt Leisterh vooral te moeten uitkijken naar zijn voorzitter: Georges-Louis Bouchez. Vorige week schoffeerde die zowat de hele Nederlandstalige gemeenschap in Brussel door te willen morrelen aan de gegarandeerde vertegenwoordiging, en ook Elke Van den Brandt (Groen), de belangrijkste partner van Leisterh aan Vlaamse zijde, kreeg een veeg uit de pan. Het ergste dat Brussel nu kan overkomen is een Vivaldi-scenario, waarbij de voorzitter van een zittende partij stokken in de wielen steekt van de eigen meerderheid. De eerste opdracht van Leisterh lijkt daarom vooral Bouchez in zijn kot te houden.
EN Regardless of what it will look like, the new Brussels government will face enormous challenges. Getting rid of a derailed budget, containing drug violence, reducing the polarisation around Good Move, and tackling dramatic unemployment. As for the latter, David Leisterh (MR), in all likelihood the next prime minister, is taking a stern look at the job agency Actiris: “Half of the unemployed still do not have a job after two years.” (see page 6) Much of what he says still sounds vague and well-behaved (and sometimes not very typical for a liberal). That is hardly surprising, as negotiations are in full swing and he does not want to squander his goodwill right away. It seems that, in that respect, the person Leisterh must look out for the most is his leader Georges-Louis Bouchez. Last week, he upset almost the entire Dutch-speaking community in Brussels by wanting to tamper with the guaranteed representation, and Elke Van den Brandt (Groen), Leisterh’s most important partner on the Flemish side, got a thrashing too. The worst that could happen to Brussels now would be a Vivaldi scenario, with the leader of a governing party putting sticks in the wheels of his own majority. It would thus seem that Leisterh’s first order of business is to stop Bouchez doing just that.
Twee decennia lang was de PS de grootste partij van Brussel, tot een relatief onbekende Brusselaar van veertig daar op 9 juni een eind aan maakte. Maak kennis met David Leisterh, de gedoodverfde minister-president voor de volgende vijf jaar. “Team Fouad Ahidar laten meebesturen? Dat is uitgesloten.”
door Kris Hendrickx foto’s Saskia Vanderstichele
Als we hem op het fietspad van de kleine Ring installeren in een blauwe fauteuil, sputtert David Leisterh eerst wat tegen. “Mensen gaan denken dat ik de fietspaden weg wil, dat klopt niet.” De vermoeide lijsttrekker laat de fotografe uiteindelijk begaan. De fotoshoot volgt op een gesprek waarin de man uit Watermaal-Bosvoorde zich een ambitieuze regeringsleider in spe toont, een opvallend contrast met voorganger Rudi Vervoort. Veiligheid, het gat in de begroting, de Brusselse structuren, hij wil er het liefst zo snel mogelijk zijn tanden in zetten. Ook de hakbijl voor het mobiliteitsplan Good Move staat klaar, al blijft
Leisterh op de vlakte over wat hij er precies mee wil kappen. “De methodologie was fout.”
Wat u klaarspeelde was een huzarenstukje. Uw partij na 25 jaar opnieuw afgetekend de grootste maken, terwijl u zelf niet zo bekend was. De zege van 1999 was op de koop toe nog in kartel met het FDF. Wat is het succesrecept?
DAVID LEISTERH: Ik zie er twee. Na de nederlaag van 2019 beseften we dat we op veel plekken niet meer met de mensen waren gaan praten. We hadden ons nogal geconcentreerd op een aantal bastions, en het noorden en het westen wat links laten liggen. Deze keer zijn echt
alle secties de baan opgegaan, een beetje zoals Jacques Simonet (oud Brussels minister-president, red.) ooit deed. Ik inspireer me persoonlijk ook op Obama bij zijn eerste campagne, dat was echt terreinwerk. Door die aanpak hebben we die lokale structuren, die soms op sterven na dood waren, gereanimeerd.
De tweede factor is de duidelijkheid die Georges-Louis (Bouchez, red.) heeft gecreëerd over onze standpunten, té duidelijk soms misschien. Mensen vragen heldere standpunten, zeker van een oppositiepartij.
Uw voorzitter koos ook om de MR een volkser karakter te geven, dat past bij die
• Geborenin1984
• StudiesvertalerEngelsNederlands
• OCMW-voorzitterinWatermaalBosvoordesinds2012
• Adviseurbijfederaalminister DidierReynders2012-2019
• Brusselsparlementslidsinds2019
• Voorzitter van deBrusselseMR sinds2020
• Haalderuim20.315stemmenop 9junialslijsttrekker
herovering van het noorden en westen van Brussel.
LEISTERH: Alles hangt aaneen, inderdaad. Het betekent ook dat we de Brusselse diversiteit meer omarmd hebben, want daar was werk aan de winkel op onze lijsten. Die weerspiegelen nu beter de Brusselse werkelijkheid. Ook Good Move was een cadeau als campagnethema.
We komen daar straks op terug. Het brede publiek kent u amper, zeker aan Nederlandstalige kant. Wat onderscheidt u als politicus?
LEISTERH: (Denkt even na en moet dan grijnzen) Ik ben een Franstalige die Nederlands spreekt, terwijl ik niet uit een omgeving kom waar dat het geval was. Ik heb daar hard voor gestudeerd en uiteindelijk ook enkele vrienden gevonden met wie ik die taal kon spreken.
Een collega op de redactie vroeg zich af wie hem een pint wou trakteren per keer dat u het woordje ‘eigenlijk’ gebruikt.
LEISTERH: (Lacht) Iedereen zegt dat, ik moet daarmee ophouden. Ik probeer wat Vlaams te klinken en gebruik daarom dat soort woorden.
U bent nu OCMW-voorzitter, parlementslid en Brussels MR-voorzitter. Toch komt u met veel minder ervaring aan de start dan uw voorgangers, mocht u regeringsleider worden. Bent u wel voorbereid?
LEISTERH: Die vraag irriteert me wat. In Frankrijk hebben ze een eerste minister die nog maar 33 was toen hij begon (Gabriel Attal, red.) en hij doet het niet slecht, dacht ik. Ik denk dat vooral de capaciteiten, de mentaliteit en de persoonlijkheid de doorslag geven. Kijk ook naar wat we nu al met de Brusselse MR bereikt hebben. Ik weet dat ik het kan. Maar er is nog geen regering en ‘L’humilité précède la gloire’, ik blijf dus nederig.
Een van de grootste uitdagingen wordt het reuzengat in de begroting. Hoe wil u dat oplossen?
LEISTERH: Om te beginnen hebben we begrotingsernst nodig. Verder moeten de kosten omlaag en moeten we bijvoorbeeld de Brusselse administratie en structuur hervormen.
Die administratie groeide de afgelopen legislatuur met duizenden personeelsleden. Moet ze opnieuw krimpen?
LEISTERH: Het moet efficiënter, maar we willen geen mensen ontslaan. Een derde factor voor die begroting is dat we opnieuw een middenklasse moeten opbouwen, werkgelegenheid, die meteen ook onze fiscale inkomsten verhoogt. De helft van de werklozen heeft na twee jaar nog geen job, dat moet veel beter. Dat gaat onder meer over Actiris. In Vlaanderen is er tussen de eerste en tweede afspraak van een werkzoekende met de arbeidsbemiddeling veel minder tijd.
Veiligheid is nog zo’n prioriteit voor u. Rudi Vervoort (PS) kreeg vaak de kritiek dat hij liet betijen. Wat wil u wezenlijk veranderen?
LEISTERH: Het Gewest moet het onderwerp durven aan te pakken. Een van mijn eerste afspraken als minister-president zou met de procureur des Konings zijn. Samen met het parket moeten we vijf à zes soorten misdrijven afbakenen waarvoor er een echt vervolgingsbeleid is. Ik denk dan niet enkel aan gevangenisstraffen, maar ook inbeslagname van goederen of alternatieve straffen. Als het nodig is moeten we federale hulp inroepen. Maar Brussel mag geen draaischijf meer zijn voor allerlei misdaden.
Een van de belangrijkste campagnethema’s was het afschaffen van Good Move, zo stond het ook op uw campagneaffiches. Tegelijk blijft u altijd vaag over wat u daarmee bedoelt. Maakt u het eens concreet.
LEISTERH: Good Move heeft tot enorm veel polarisering geleid en de methodologie was fout. Wij willen een nieuw mobiliteitsplan en dat hoeft niet per se lang te duren. Misschien zijn er elementen van Good Move die nuttig zijn, zoals het openbaar
“Mijn vrouw is zowat mijn grootste supporter, maar een campagne is tegelijk ook een echte relatietest”
vervoer ontwikkelen en afgescheiden fietspaden aanleggen.
Het waren vooral de circulatieplannen die ophef veroorzaakten. Die zijn vooral een gemeentebevoegdheid.
LEISTERH: Daarom moeten we de gemeenteraadsverkiezingen ook winnen. Die circulatieplannen zijn vaak erg dogmatisch ingevoerd.
Moet het circulatieplan van de Vijfhoek bijvoorbeeld op de schop?
LEISTERH: (Blijft op de vlakte) Daar verdwijnen veel handelszaken, dat toont dat er toch iets schort aan dat plan. Good Move is een mislukking. Dat hoor ik zelfs Ecoloaanhangers zeggen.
Elke Van den Brandt zei dat ze tot haar laatste snik zou vechten voor de doelstellingen die achter het Good Moveplan zitten. Is een compromis wel mogelijk?
LEISTERH: Het wordt moeilijk. Ik kan haar standpunt begrijpen, maar zij moet ook zien dat wij 100.000 stemmen hebben gehaald in Brussel.
Terwijl u zelf voorzichtig klinkt, valt uw voorzitter Van den Brandt frontaal aan. Wordt
David Leisterh, Brussels MR-voorzitter en kandidaat-minister-president: “Een van mijn eerste afspraken zou met de procureur des Konings zijn. We moeten vijf à zes soorten misdrijven afbakenen, waarvoor er een echt vervolgingsbeleid is.”
Maar de meeste punten waarop Ahidar nu wordt aangevallen worden evengoed door de PS verdedigd, waarmee u wel wil samenwerken: onverdoofd slachten, hoofddoeken in de administratie in Anderlecht en Molenbeek …
LEISTERH: Ja, maar hij gaat er toch nog verder in, het is de basis van zijn programma. En dan heeft hij ook zaken gezegd na de aanval van Hamas die onverteerbaar zijn. En ik heb begrepen dat er ook Vlaamse partijen zijn die niet met hem in zee willen.
Als grootste partij hebt u nu wel het initiatief, maar links heeft wel meer zetels dan rechts. Houdt u rekening met een coalitie tussen PS, PTB en Ecolo onder leiding van Ahmed Laaouej?
LEISTERH: Ik zie nog een groot verschil tussen links en extreemlinks, net zoals er een kloof gaapt tussen rechts en extreemrechts. In zo’n scenario zou ook Ecolo moeten meedoen, ik denk niet dat hun waarden overeenkomen met de PTB.
“Ik weet dat ik het kan. Maar er is nog geen regering, ik blijf dus nederig”
Georges-Louis Bouchez de nieuwe schoonmoeder van de Brusselse regering, een beetje zoals Ahmed Laaouej dat was voor Rudi Vervoort?
LEISTERH: Hij is de voorzitter en heeft een andere stijl, maar ik maak me geen zorgen over zijn uitspraken. We zijn vrienden en ik ben het ook eens met wat hij zegt.
Zondag werd opnieuw een recordaantal stemmen op Nederlandstalige lijsten geteld, onder wie wellicht veel kiezers zonder speciale band met het Nederlands. Hoe kijkt u daarnaar?
LEISTERH: Het doet toch vragen rijzen. Team Fouad Ahidar dat plots drie zetels haalt met een lijst die eerder etnisch is en gekozenen van wie het niet altijd duidelijk is of ze Nederlands spreken … Ik geloof dat de consensus groeit dat er iets mis is met dat systeem. Maar hoe je het best aanpast kan ik hier niet voor de vuist weg zeggen, je raakt dan ook aan veel evenwichten.
U bent kritisch over Team Fouad Ahidar. Zou u er echt niet mee kunnen regeren?
LEISTERH: Dat is uitgesloten. Het is een partij die zich vooral op de moslimgemeenschap richt en de religie weer in de politiek wil brengen en dat is echt het tegendeel van wat wij willen.
’LA
Iets helemaal anders: in TerZake had u het even over uw Nederlandstalige vrouw. Mogen we vragen hoe u die ontmoette?
LEISTERH: (Lacht) Ik heb het thuis mogen horen ‘Ik ben niet uw vrouw hé!’ want we zijn niet getrouwd. Ze komt uit Dilbeek, is tweetalig en we hebben elkaar leren kennen toen ik op het kabinet van Didier Reynders werkte en zij voor Alexia Bertrand. Ze is zowat mijn grootste supporter, maar een campagne is tegelijk ook een echte relatietest. De voorbije maanden hadden we geen enkele avond met zijn twee. (Denkt even na en zijn gezicht klaart op) Misschien vanavond, ja misschien vanavond.
FR Pendantdeuxdécennies, le PSétait le plus grandpartiàBruxelles,jusqu’à ce qu’unBruxellois peuconnude40ansmettefinàleurrègne le 9 juin.Ils’agitdeDavidLeisterh, le probablefutur ministre-présidentpour les cinqansàvenir.La sécurité, le troudans le budget, les structures bruxelloises:iln’attendqu’unechose,mettrela mainàla pâte. «LaméthodologieGood Move était mauvaise », d’aprèslui.
‘THE METHODOLOGY BEHIND GOOD MOVE WAS WRONG’
EN ThePS was thelargestpartyinBrussels for two decades,untilDavidLeisterh,arelativelyunknown maninhis40sfromBrussels,putanend to thaton 9June.Leisterhwillalmostcertainlybetheprime minister for thenextfive years andwants to get his teeth into alltheimportantportfolios,security,the budgetdeficit,theBrusselsstructures,assoonas possible.“ThemethodologybehindGood Movewas wrong,”he says.
Meer dan 6.000 fietsers stonden zondagochtend ongeduldig te wachten in het Warandepark op het startschot van de BXL Tour 2024. Dat werd gegeven door de peter van het initiatief, koerslegende Eddy Merckx, waarop een parcours volgde van veertig kilometer, slingerend door verschillende Brusselse gemeenten. De officiële aankomst van de uitgeregende editie stond gepland om 13 uur, daarna volgde de prijsuitreiking. MG
In beeld door Bart Dewaele‘Iedere groep kan de verkiezingen kapen’
Fouad Ahidar bleek dé verrassing van de verkiezingen in de Nederlandse taalgroep, zonder dat zijn partij per se een kiespubliek vertegenwoordigt dat in de brede zin ‘Nederlandstalig’ is.
Het Brusselse systeem met de twee taalgroepen werd in het leven geroepen om een bevolking te vertegenwoordigen waarin twee relatief afgebakende taalgemeenschappen leefden (ook is het verbonden met toezeggingen aan Franstaligen op andere niveaus). De gereserveerde zetels voor Nederlandstalige kandidaten moesten daarbij de vertegenwoordiging van de Vlaamse minderheid garanderen, maar die filosofie staat steeds meer op losse schroeven, zo blijkt na de regionale verkiezingen van 9 juni.
Liefst 80.379 Brusselaars brachten een stem uit voor de Nederlandse taalgroep in het Brussels parlement, zo’n 10.000 meer dan het record uit 2019. Dat er een hoger aantal kiezers met een Nederlandstalig adres is, volstaat niet als verklaring. Ook het aantal kiezers zonder bijzondere band met het Nederlands steeg wellicht. Die geven zo meer gewicht aan hun stem dan in de Franse taalgroep, omdat de zeventien gegarandeerde zetels voor Nederlandstaligen – zoals dat heet – ‘goedkoper’ zijn.
Zo scoorde Listes Destexhe in 2019 ruim 10.000 stemmen, maar die lijst haalde daarmee
niet één zetel in de Franse taalgroep. One.brussels/Vooruit haalde met een vergelijkbaar aantal stemmen drie zetels in de Nederlandse taalgroep. Team Fouad Ahidar wist op 9 juni vanuit het niets drie zetels te veroveren; met diezelfde score in de Franse taalgroep zou hij veel minder behalen.
Ook andere partijen konden van dat voordeel gebruikmaken. Zo gaan waarnemers ervan uit dat Vlaams Belang ook anderstalige stemmers overtuigde omdat de partij als enige in het Brusselse politieke landschap focuste op een radicaal veiligheids- en migratiebeleid. Groen kon allicht ontgoochelde Ecolo-stemmers charmeren die een ideologisch alternatief zochten, net als een groep Franstalige kiezers werven die een blokkering door het Vlaams Belang wilde vermijden.
De uitslagen tonen nog iets anders: partijen kunnen scoren in de Nederlandse taalgroep, zonder dat ze per se een kiespubliek vertegenwoordigen dat in de brede zin ‘Nederlandstalig’ is. Waarnemers gaan ervan uit dat Ahidar vooral –maar niet alleen - kiezers bereikte zonder bijzondere band met het Nederlands.
Dat houdt het risico in dat de ‘goedkopere’ Nederlandstalige zetels almaar meer een doelwit worden van gewiekste partijen die hopen op snelle winst. Dat ziet ook politicoloog Emilie van Haute (ULB): “De boodschap is duidelijk: eender welke georganiseerde gemeenschap kan zo makkelijk het systeem kapen.”
Bij analisten klonk na 9 juni al dat het hele Brusselse systeem met aparte kieslijsten en verzekerde zetels achterhaald en zelfs ondemocratisch is. “Ik zeg dat al vijftien jaar: ons kiessysteem is gebaseerd op electorale apartheid,” zegt politicoloog Dave Sinardet (VUB). “Een verbod op tweetalige lijsten is belachelijk in een gewest dat bij uitstek divers en meertalig is.” Bovendien groeit het aantal Brusselaars dat zich met geen van beide traditionele taalgroepen identificeert.
MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez wil het kiessysteem, en specifiek de gegarandeerde
vertegenwoordiging in Brussel, bediscussiëren. De taalgaranties voor Nederlandstaligen zomaar afbouwen ligt erg gevoelig. De situatie in het federale parlement toont dat Nederlandstalige kandidaten er op eigen kracht geen kans maken. Verkozen raken lukt enkel door op een Franstalige lijst te staan. Voor Vlaams Belang en N-VA is dat geen optie: zij hebben geen Franstalige zusterpartij. De Brusselse taalgaranties zijn ook onlosmakelijk verbonden met die op het federale niveau voor Franstaligen.
Politieke sciencefiction
Volgens politicologe Van Haute zou een vergelijkbaar systeem in Brussel – met enkel een gegarandeerde taalpariteit in de regering – mogelijk soelaas kunnen bieden. Een alarmbelprocedure voor taalgevoelige aangelegenheden doet dan dienst als stok achter de deur en
© IVAN PUT80.379
Brusselaars brachten een stem uit voor de Nederlandse taalgroep in het Brussels parlement
laat toe om een kwestie van het parlement over te hevelen naar het niveau van de regering.
In zo’n scenario zou de Nederlandstalige vertegenwoordiging flink aan kracht verliezen, en daar staat men in Vlaanderen niet om te springen. Bovendien moet zo’n omvorming op federaal niveau worden beklonken met een tweederdemeerderheid. Sinardet is stellig: “Dat lijkt me politieke sciencefiction.”
De politicoloog merkt op dat het mogelijk is om het verbod op taalgemengde lijsten op te heffen mét behoud van de Vlaamse gegarandeerde vertegenwoordiging. Ten tijde van de onderhandelingen over de zesde staatshervorming ontwikkelde hij een voorstel dat beide verzoende.
Voor zowel Sinardet als van Haute lijkt het waarschijnlijker dat het systeem eerst tijd moet krijgen om op termijn zichzelf te ondergraven. Zo staat het nu al in de sterren geschreven dat bij volgende verkiezingen nog meer partijen zullen azen op de Nederlandstalige zetels. De versnippering die hieruit volgt, kan op termijn de Brusselse regeringsvorming blokkeren.
zetels zijn er te verdelen in het Brussels parlement, zeventien daarvan zijn gegarandeerd voor Nederlandstaligen
Tegelijk zou de situatie zichzelf kunnen stabiliseren, denkt politicoloog Caroline Sägesser (ULB). Brussel nadert het punt waarop de zeventien Nederlandstalige zetels geen oververtegenwoordiging meer zijn van het aantal kiezers dat Nederlandstalig stemt. Hoezo? Die zeventien zetels zijn goed voor 19 procent van de 89 zitjes in het parlement. Door het stijgende aantal kiezers in de Nederlandse taalgroep zijn die nu al goed voor 17 procent van het aantal geldige stemmen. Sägesser: “Zodra 19 procent van de kiezers Nederlandstalig stemt, zijn die zetels niet meer ‘goedkoper’ en verdwijnt de aantrekkingskracht van de Nederlandse taalgroep voor partijen die het systeem naar hun hand willen zetten.” KRIS HENDRICKX/ MATISSE VAN DER HAEGEN
Erfgoed Glas in lood, het ondergeschoven kindje van het Brusselse patrimonium
Thomas Vandormael samen met zijn dochtertje voor het art-nouveauglasraam in de slaapkamer van Huis Devalck.‘Nog steeds belanden er mooie glasramen op het stort’
Een eeuw geleden had Brussel een enorme rijkdom aan glas-inloodramen in huizen en monumenten. Zeventig procent is verdwenen en wat er nog van overschiet, is ook in gevaar door de energiezuinige eisen. “De overheid heeft amper aandacht voor dit fragiele erfgoed.”
door Bettina Hubo foto’s Saskia VandersticheleHet is een grijze dag, maar toch zorgt het licht dat door de kleurrijke glasramen naar binnen valt voor een prachtige gloed in de slaapkamer van Huis Devalck, het artnouveauhuis in Schaarbeek waar Thomas Vandormael woont met zijn vrouw Ann Moermans, zijn dochtertje van drie en twee poezen. Vanuit hun bed kijken de bewoners recht op het elegante tafereel in glas in lood: een blauw-gele vogel die in zijn vlucht beschenen wordt door een stralende zon.
Zes jaar geleden kochten Vandormael en Moermans deze beschermde woning, in 1900 ontworpen door architect Gaspard Devalck, en zetten ze de restauratie in gang van de opmerkelijke voorgevel met houten erker, sgraffito en veel glas in lood. Vandormael, kunsthistoricus van opleiding, achterhaalde dat de glasramen van zijn huis toegeschreven kunnen worden aan Raphaël Evaldre, een glazenier die vaak met Victor Horta samenwerkte. Maar voor het overige bleek het Brusselse glasraampatrimonium amper gedocumen-
“Een paar keer per jaar krijg ik een mailtje van iemand die een oud glasraam uit een container heeft gevist”
Thomas Vandormael Kunsthistoricus
“Glasramen restaureren is uiterst minutieus handwerk,” zegt Magali Jongen.
teerd en bestudeerd te zijn. Uit frustratie dook hij zelf in het onderwerp. Vier jaar geleden begon hij, na de werkuren, aan een doctoraat over glasramen in de belle époque. “We boffen met dit patrimonium,” vindt hij.
Het glasraam deed in Brussel zijn intrede in de late middeleeuwen. Een raam uit één stuk viel in die tijd nog niet te maken. Door weersomstandigheden en oorlogen is van dat middeleeuwse glas in lood amper nog iets over, zegt Vandormael. Het oudste, uit de vijftiende eeuw, bevindt zich in de Sint-Pieter- en Sint-Guidokerk in Anderlecht.
In de achttiende eeuw verdween alle belangstelling voor glas in lood en raakte het ambacht in de vergetelheid. De grote ommekeer kwam een eeuw later. “De steden groeiden, de burgerij kwam op en er werden heel veel huizen gebouwd en gedecoreerd. Glas in lood werd erg populair,” vertelt Vandormael. “Het hoogtepunt was de art nouveau, eind negentiende eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog. Brussel telde toen honderden productieateliers. Er werd praktisch geen enkel huis gebouwd zónder glas in lood. Een impostraam, boven de voordeur, was het absolute minimum.”
Typisch voor die periode waren de zwierige flora- en faunamotieven, net als in Huis Devalck: een reiger, irissen, riet. Wie ze ontwierp? “In de door Horta ontworpen huizen, Horta zelf,” legt Vandormael uit. “Horta had een kapitaalkrachtig cliënteel voor wie hij alles tekende, de deurklinken, de tapijten en ook de glasramen. Zijn meester-glazenier voerde de ontwerpen uit. Maar al gauw werd art nouveau gewoon een modetrend. Elke glazenier had een reeks modellen.” Vandormael opent een doos vol oude ontwerptekeningen op karton, afkomstig uit een voormalig atelier. “De opdrachtgever kon zeggen: ik wil die of die vogel voor mijn salon.”
Na de art-nouveauperiode werden er nog art deco en modernistische glasramen gemaakt. “Maar het gros van het Brusselse glas in lood is art nouveau.”
In de jaren zestig, zeventig raakten glasramen opnieuw uit de mode. “Toen begon de trend naar lichtere, witte interieurs. Voor veel mensen ging dat niet samen met glas in lood. In die tijd zijn er dan ook veel glasramen weggehaald. Vooral het glas in lood op ooghoogte, zowel in binnen- als in buitenvensters, moest eraan
geloven. In het beste geval deponeerden aannemers de uitgebroken glasramen bij restauratieateliers, in het slechtste geval werden ze gedumpt in een container.”
Hoeveel er nog over is, is moeilijk te zeggen. “Dertig procent,” schat Vandormael, die voor zijn doctoraat bij wijze van steekproef 1.200 Schaarbeekse huizen uit de belle époque onderzoekt. “Vooral veel impostramen. Maar soms tref ik in achtergevels onvermoede pareltjes aan. Niemand heeft er weet van, noch de gemeente, noch het Gewest.”
Vandormael denkt dat negentig procent onbeschermd is en zelfs amper beschreven. “Glas in lood is heel fragiel en waardevol patrimonium, maar er is nauwelijks aandacht voor.”
Gevolg is dat er ook nu nog mooi glas in lood verloren gaat. “Een paar keer per jaar krijg ik wel een mailtje van iemand die meldt dat hij een oud glasraam uit een vuilniscontainer heeft gevist.”
Tegenwoordig is het niet zozeer om esthetische reden dat dat glas wordt verwijderd, maar wel omdat mensen energiezuiniger willen leven, legt Vandor-
mael uit. “Glas in lood isoleert slecht, nog slechter dan enkel glas. Dus wordt het vaak vervangen door vensterglas. Officieel mag dat niet, zeker niet bij ramen aan de voorgevel. Maar zoals wel vaker in Brussel word je daar niet voor bestraft. Hier vlakbij, in de Grote Bosstraat, zag ik enkele jaren geleden een herenhuis met prachtig glas in lood. Een tijdje later was alles verdwenen. Alleen op de historiek van Google Streetview kon ik het nog terugvinden.”
Een deel van dit verguisde erfgoed belandt gelukkig bij het handjevol glazeniersateliers dat Brussel nog telt. Bij Arne Nouwen bijvoorbeeld, die zich een paar
maanden geleden in Molenbeek als glas-in-loodrestaurateur vestigde. Nouwen begon jaren geleden, tijdens zijn studie kunstwetenschappen, aan een glazeniersopleiding in de academie van Anderlecht. Na de universiteit rolde hij, via allerlei jobs, in de IT-wereld, maar vlak voor corona besloot hij zijn glazenierspassie te volgen en zijn opleiding in Anderlecht af te maken. “Het was nu of nooit. Volgend jaar word ik veertig,” vertelt hij in zijn atelier, dat hij inrichtte op de benedenverdieping van zijn woonhuis. “Glas in lood fascineert me. Veel mensen denken dat het licht wegneemt. Dat is niet zo. Het transformeert het licht,
“Bewoners hebben het koud in de winter, logisch dat ze glasramen weghalen en vervangen door isolerend glas”
Arne NouwenGlas-in-loodrestaurateur Glazenier Arne Nouwen bestudeert het beschadigde glas in lood in de achtergevel van het huis van de buren.
dat anders gaat weerkaatsen en zo voor een hele fijne sfeer zorgt.”
Nouwen geeft workshops aan debutanten en voert zijn eerste zelfstandige restauraties uit, voorlopig vooral van afgedankte glasramen. Op die manier probeert hij zoveel mogelijk van het kwetsbare patrimonium te redden.
Oude serre
Zo bood een bezoeker hem tijdens het recente Artiestenparcours het glazen plafond van zijn oude serre aan. “Het lag lang bij hem in de garage.” Nouwen wil het restaureren en ophangen in zijn atelier.
Op een grote tafel liggen losse, zorgvuldig genummerde stukken gekleurd glas, afkomstig van een oude deur. “Gevonden
via Marktplaats,” zegt hij. “De eigenaar had een huis geërfd en wilde het opknappen voor verhuur. De deuren met glasraam moesten eruit. Ik mocht er tien van meenemen voor honderd euro. Heel handig, want als nieuwkomer heb ik nog geen grote voorraad oud glas om mee te werken.” Nouwen beseft dat het voor eigenaars niet altijd simpel is. Hij neemt ons mee naar een huis bij hem om de hoek waar in de achtergevel hoge deurramen zitten met prachtig geel en paars glas in lood. Maar het glas is hier en daar beschadigd en het oude houten raamwerk is versleten en vertoont kieren. “De bewoners hebben het koud in de winter, logisch dat ze deze glasramen willen weghalen en vervangen door thermisch isolerend glas.”
“Ik denk dat de regering bij het maken van de epb-regels niet gedacht heeft aan dit waardevolle patrimonium”Glas-in-loodrestaurateur
Nouwen kon hen er op het nippertje –het pvc-raam was bijna besteld – van overtuigen om voor houten ramen met dezelfde structuur als de huidige te kiezen en hun glas in lood op te bergen in de kelder. “Dan kunnen ze later, als ze het budget hebben, het glas in lood laten restaureren en voor hun nieuwe dubbele beglazing laten plaatsen. Dat is een stuk duurder dan gewoon een pvc-raam plaatsen, maar dan heb je wel kunst.”
Een oud beschadigd glasraam laten restaureren is inderdaad niet goedkoop. Het loopt al vlug in de duizenden euro’s. Er zijn de kosten van het historische glas en het is uiterst minutieus handwerk, zegt glazenier Magali Jongen, die al zeventien jaar in het vak zit en bij wie Nouwen binnenkort op stage gaat.
Zelf leerde Jongen de stiel in het bekende atelier Majerus in Etterbeek, een werkplaats die ze vervolgens ruim tien jaar leidde. Inmiddels heeft ze haar eigen atelier Versicolore, ietwat weggestopt achter een garagepoort op de Helmetsesteenweg in Schaarbeek.
Op een van de werktafels ligt een groot glasraam, afkomstig uit een historisch gebouw in Aarlen, klaar voor restauratie. Jongen legt uit wat er allemaal moet gebeuren: eerst het glas in lood uit elkaar halen
Magali Jongen Magali Jongen in het glasmagazijn van haar restauratieatelier.en het oude lood verwijderen, dan het glas schoonmaken en alle kapotte stukken lijmen of vervangen. In het magazijn achteraan heeft ze een enorme voorraad oud en nieuw glas in alle tinten en structuren. Vervolgens worden de glasstukken weer op hun plek gelegd, telkens met een verse loodstrip eromheen. “Lood is zacht en buigzaam, maar het is giftig,” vertelt Jongen, die regelmatig haar bloed moet laten controleren. De loodstrips worden met tin vastgelast en vervolgens met mastiek opgevuld zodat het raam helemaal water- en winddicht is. Jongen werkt meestal voor particulieren. Steeds vaker krijgt ze de vraag om de glasramen niet alleen te restaureren, maar ook thermisch te isoleren. Wat daarbij speelt, is dat alle Brusselse huizen tegen 2030 een energieprestatiecertificaat (epb) moeten hebben. Eigenaars met een slecht label zullen verplicht worden om maatregelen te nemen.
“Er zijn grosso modo twee manieren om de thermische prestaties van glasramen te verbeteren,” legt Jongen uit. “Ofwel steek je ze in hun geheel tussen dubbel glas, ofwel plaats je dubbele beglazing en monteer je het glas in lood er aan de binnenkant tegenaan.” Met beide opties is het glasraam ook beter beschermd tegen hagel, wind en vandalisme. “Maar qua esthetiek is het een compromis. Glas in lood is altijd mooier zonder die extra protectie.”
Vaak moeten ook de raamkozijnen aangepast worden. Isoleren betekent aldus flinke extra kosten, boven op de prijs van de restauratie. Veel financiële steun vanuit de Brusselse overheid is er niet. Jongen: “Er is de gewestelijke premie Klein Erfgoed,
maar die geldt enkel voor glasramen aan de voorgevel en enkel voor restauratie, niet voor isolatie.” Als de glasramen tussen dubbele beglazing worden gestoken, is er ook geen bijkomende energiepremie.
Jongen pleit ervoor dat de overheid de burger veel meer zou ondersteunen bij de conservatie van glasramen. “Anders gaan veel mensen hun glas in lood de komende jaren toch weggooien,” zegt ze. “Ik denk dat de Brusselse regering bij het maken van die nieuwe epb-regels niet gedacht heeft aan dit waardevolle patrimonium.”
In huis Devalck schitteren de glasramen intussen zonder dubbel glas of voorzetraam. “We hebben expliciet gekozen om het niet te doen,” zegt Thomas Vandormael. Hij vreest dat er te veel reflectie zal zijn met een glasplaat ervoor en dat hij letterlijk minder voeling zal hebben met zijn glasramen. Bovendien past er volgens hem geen extra glas in het sierlijke, flinterdunne houten chassis.
Doordat het pand beschermd is, ontsnapt het aan de epb-verplichting. Maar Vandormael erkent: in de winter zit het gezin binnen soms te bibberen van de kou terwijl de energiefacturen hoog zijn. Op het hoogtepunt van de energiecrisis bedroegen ze 1.200 euro per maand. “In de winter vervloek ik dit huis,” zegt zijn vrouw onomwonden.
Vandormael heeft dan maar donkere, thermische gordijnen voor de mooie glasramen gehangen, gemaakt van een hightech stof met een metalen legering. “Dat scheelt al flink,” zegt hij. “Je leert je aanpassen aan zo’n huis.”
’LE
GOUVERNEMENT PENSE TROP PEU À CE PATRIMOINE’
FR Il y a un siècle, Bruxelles était une ville riche en vitraux. La plupart des maisons en ont adopté pendant la période Art nouveau. Mais beaucoup ont disparu. Dans les années soixante et septante, les gens optant pour des intérieurs plus clairs ont retiré leurs vitraux. On en jette encore aujourd’hui. « Car les gens veulent rendre leur logement moins énergivore », explique Thomas Vandormael, qui fait un doctorat sur le sujet. Il trouve que le gouvernement accorde trop peu d’importance à ce patrimoine fragile.
‘WE DO NOT CARE ENOUGH ABOUT OUR FRAGILE HERITAGE’
EN A century ago, Brussels could boast of a treasure of stained-glass windows. During the art nouveau period, practically no house was built without stained glass. But much of it has disappeared. In the 1960s and 1970s, people opted for lighter, white interiors and removed their stained-glass windows. Even today, stained glass is often removed. “Mainly because people want more energy-efficient houses,” says Thomas Vandormael, who is doing a PhD on stained-glass windows. He thinks the government doesn’t pay enough attention to this fragile heritage.
Bram Van Renterghem
Elke week neemt een BRUZZ-redacteur het nieuws op de korrel
“De kiezers van Ahidar worden bestempeld als fundamentalisten die de rechtsstaat willen omverwerpen”
Ik heb Fouad Ahidar leren
kennen toen ik de gemeenteraadsverkiezingen van zijn thuisgemeente Jette versloeg. Het gesprekje vond plaats in een theehuis/cafetaria op een van de grote lanen daar.
Toen ik de deur opendeed, stapte ik niet alleen de cafetaria, maar ook een film binnen. Aan een grote tafel zat Ahidar, geflankeerd door twee mannen die voor hem eten en drinken haalden. Ook ik kreeg verschillende borden en enkele mierzoete desserts – alleen maar omdat ik sneller ben dan hij, kon ik mijn eigen eten aan de kassa afrekenen. Tientallen mensen kwamen hem de hand schudden. Tussendoor praatte hij met mij over politiek.
Niet over hoofddoeken, onverdoofd slachten of religie, maar over netheid. Over werkloosheid bij jongeren, het behoud van het groene karakter van de gemeente en veiligheid. De apotheek om de hoek was net voor de derde keer in korte tijd overvallen. Dat zat hem erg hoog.
Nog altijd zijn dat de thema’s die bovenaan het partijprogramma van zijn nieuwe partij Team Fouad Ahidar staan. Ondergrondse afvalcontainers. Leegstaande ruimtes omvormen tot woningen. Een aanklampend beleid voor werklozen.
Over religie is er nauwelijks iets terug te vinden. Ja, dat totale neutraliteit niet mogelijk is voor ambtenaren en dat de dienstverlening neutraal moet zijn. “We hoeven ons niet te bemoeien met de kledingkeuze van mensen.” Onbedwelmd slachten moet dan weer kunnen als onderdeel van de vrijheid van geloof.
Extreme standpunten zijn dat niet. In heel wat Europese landen regelt men de godsdienstvrijheid zo. Toch weerhield dat Guy Vanhengel (Open VLD) er niet van om te zeggen dat “Ahidar de religieuze toer is opgegaan en dat zijn partijprogramma heel erg gericht is op de sharia”. Ook Conner Rousseau (Vooruit) noemde Team Fouad Ahidar een moslimpartij en stelde dat je in Brussel alleen maar kunt scoren als je je opstelt als een extremistische moslim of als je extreem woke bent. Theo Francken (N-VA) sprak van “een oerconservatieve antisemitische en homofobe shariahaatclub”.
Die beschuldigingen zijn buiten alle proportie. Niet
alleen omdat de partij in haar programma expliciet “het krachtig bestrijden van racisme, antisemitisme, islamofobie, genderdiscriminatie en elke vorm van uitsluiting” heeft staan, ook omdat Ahidar al sinds 2004 in het Brussels parlement zit en daar nooit zo’n extreme indruk gaf. Integendeel, het is Ahidar die het bij Marokkaanse jongeren in de Anneessenswijk voor homo’s opnam. Het is Ahidar die al vroeg waarschuwde voor radicalisering in Molenbeek, het is hij die de drugsdealers bij naam aansprak, en hun ouders op het matje riep. Op dat vlak
Fouad Ahidar haalde met zijn partij meteen drie zetels in het Brussels parlement.
© BELGA
slaat hij net de brug. Dat hij wordt herleid tot zijn standpunten over Gaza, onverdoofd slachten en de hoofddoek, heeft meer met framing dan met de werkelijkheid te maken. Een karaktermoord kortom, uit afgunst, of om zelf in de regering te raken.
Kaakslag
Toegegeven, Ahidar maakte het zichzelf niet gemakkelijk. Uitspraken als “Ik kan niet geloven dat God dieren laat lijden”, of “De aanval van Hamas was een kleine reactie” zijn onmogelijk te volgen. Dat het parket op zoek is naar een van zijn parlementsleden wegens een faillissement, baart dan weer om heel andere redenen zorgen. Sommige uitspraken lijken dan weer erger dan bedoeld. Zo kopt BX1 dat Ahidar het moeilijk heeft om politiek en religie te scheiden. Wat hij in het interview echter zegt, is dat de politiek bepaalt wat er qua religieuze praktijken, zoals onverdoofd slachten of het dragen van een hoofddoek, mag en niet. Die twee domeinen zijn gelinkt, stelt hij, en dat is ook zo.
Die uitspraken doen wenkbrauwen fronsen, maar maken van Ahidar geen promotor van de sharia. Zo’n beschuldiging is een kaakslag, niet alleen voor hem, maar voor de grote groep mensen die op hem gestemd hebben. Zij worden weggezet als moslimfundamentalisten, als barbaren die onze basiswaarden niet willen respecteren en onze democratische rechtsstaat willen omverwerpen, als mensen die alleen maar op gestemd hebben omdat ze (misschien) ook moslim zijn.
Zeker, waakzaamheid is geboden. Maar door een brugfiguur van de brug te gooien en zijn kiezers te beledigen, zullen we er ook niet geraken. Hoog tijd om het paternalisme achter ons te laten. Hoog tijd om elkaar ernstig te nemen.
Kort gesprek
Tuinarchitect Maxim Lammens geeft groentips om Brussel in de bloemen te zetten
‘Zin een groene gevel? Plant een kiwiboom’
Nog tot 1 juli loopt ‘Brussel in de bloemen’, een wedstrijd van Stad Brussel die inwoners stimuleert om hun gevel of voortuintje op te vrolijken met fleurige natuurelementen.
Je gevel versieren kan met bakken met bloemen, een terrasje vol terracottapotten tot zelfs een klimplant die de buitenste gevel vergroent. “Het kan een straat een totaal ander gevoel geven,” zegt Maxim Lammens, tuinarchitect en hovenier bij Atelier Permanent.
Welke tips heeft u voor wie zijn gevel wil vergroenen?
Check bij de gemeente of die subsidies geeft. Ook goed om te weten: sommige gemeenten komen het zelfs voor jou aanleggen. De beste manier om te vergroenen zijn klimplanten. Zo’n plant kan in een pot, maar dan moet die elke dag water krijgen, want een klimplant drinkt evenveel als een volwassen boom. Daarom is het beter om de klimplant in volle grond te zetten, in kwalitatieve teelaarde. Natuurlijk moet je rekening houden met de standplaats. Zo doet de klimhortensia het goed in de schaduw. Als je voorgevel veel zonlicht krijgt, dan zou ik kiezen voor een druivelaar. Je kan zelfs kiwi’s planten, ook dat is een klimplant, al weet bijna niemand dat.
Wat zijn de valkuilen?
Je hebt twee soorten klimplanten, er zijn er die zich vasthechten aan de gevel, zoals de klimop, andere hebben een klimsteun nodig: een rek of een kabel. Als je die steun niet geeft, blijft de plant hangen op straat. Hou ook rekening met het volwassen formaat van de plant.
Hoelang duurt het voor een klimplant de voorgevel volledig inneemt?
Dat hangt van de soort af, maar doorgaans kan een klimplant in twee
jaar een verdieping hoog zitten. Daarnaast hoef je niet voor een klimplant te kiezen, een strook met planten of een vijgenboom kan evenzeer.
Mensen denken misschien dat het een hele klus is om die planten te plaatsen. Dat klopt niet, in een uur tijd kun je dat met z’n tweeën doen, inclusief stenen weghalen, een put maken onder de stoep, en die put vullen met teelaarde.
Kan een klimplant de voorgevel beschadigen?
Als je klimop van je voorgevel verwijdert, kan je zachte voegen meetrekken, dat is zo.
Waarom zouden mensen hun voorgevel moeten vergroenen?
We hebben nood aan ruimte en groen, een straat vergroenen geeft ze een andere dimensie. In Schaarbeek heb je een paar prachtige straten die in drukke wijken gevestigd zijn. Dat groene geeft dan een totaal ander gevoel. JV
Schrijf je – voor 1 juli – in via brussel.be/brussel-de-bloemen
Zoek jij een boeiende job waarbij je zowel administratieve taken als werken op het terrein kan combineren? Ben je klaar om bij te dragen aan een eerlijke en veilige handel? Heb je een bachelorof graduaatsdiploma op zak? Dan is dit jouw kans!
Scan de QR-code en ontdek alle info over deze vacature.
Yep, werken bij de douane, ook dat is FOD Financiën!
In het Zoniënwoud broeden momenteel mogelijk twee ravenkoppels, voor het eerst sinds honderd jaar afwezigheid. “Een absolute mijlpaal,” zegt Leefmilieu Brussel. “Maar hen zien wordt moeilijk: de vogels zijn heel schuw.”
door Andy Furniere
Net zoals de vleermuis is de raaf lang slachtoffer geweest van bijgelovige ideeën, waarbij de grote zwarte vogel werd gezien als brenger van onheil en dood – lees bijvoorbeeld het iconische gedicht ‘The Raven’ van Edgar Allan Poe. Als gevolg van die slechte reputatie, werd de raaf bestreden. Met succes: de vogel verdween begin twintigste eeuw volledig uit België.
Maar sinds de jaren 1970 is de vogel terug en vooral de laatste tien jaar stijgen de aantallen, onder meer door een herintroductieprogramma in Wallonië. Ook Vlaanderen telt sinds kort enkele broedgevallen, in Limburg en Antwerpen, maar Brussel bleef achter. Tot nu, zo blijkt.
“Mijn hart als bioloog begon jaren geleden al harder te kloppen, toen een broedend koppel ontdekt werd in het Meerdaalwoud, Oud-Heverlee, want de stap naar Brussel werd dan heel klein,” zegt Olivier Beck, diensthoofd soorten binnen het departement biodiversiteit van Leefmilieu Brussel. En nu lijkt het eindelijk zover te zijn.
“Sinds kort zijn er hoogstwaarschijnlijk op twee plekken in het Zoniënwoud ravenkoppels aan het broeden. Dat blijkt uit de voorlopige observaties voor het nieuwe Brusselse Vogelatlasproject.”
Sinds 2022 tellen tientallen vrijwillige ornithologen van natuurorganisaties Natagora en Natuurpunt alle vogels die broeden en overwinteren op het grondgebied van het gewest. De atlas zal volgend jaar klaar zijn, maar de voorlopige resultaten suggereren al de aanwezigheid van twee koppels op het grondgebied van Watermaal-Bosvoorde.
“Dat zou absoluut een mijlpaal zijn,” zegt Beck. “Want raven staan als aaseters aan de top van de voedselpiramide. De vogels eten kadavers en zorgen er dus mee voor dat de cyclus van het ecosysteem rond is. Het bosmilieu is een heel stuk vollediger met hen erbij.”
Misschien brengen de komende maanden definitief uitsluitsel, want de zomer is een goeie
• Imposantevogel, met een spanwijdte van ongeveer120 cm.Groterdandebuizerd
• Verenkleedisgeheelzwart met groene tot blauwpaarse glans. Valt opdoorzijnzware, langesnaveleninvluchteen waaiervormigestaart
• Maakteenmassiefnest, van takkenentwijgen,ondermeer hooginbomen. Ze vormenvaak paartjesvoor het leven
periode om ravenjongen te spotten terwijl ze hun vliegvaardigheden bijschaven. Al is bij raven de kans altijd groter dat je ze hoort dan dat je ze werkelijk kan zien.
“Het zijn heel voorzichtige en intelligente dieren,” legt Beck uit. “Ze zullen een wandelaar snel in de gaten krijgen, maar ze kunnen zich goed verstoppen. Daarenboven zijn ze ook goed in afleidingsmanoeuvres om mogelijke predatoren uit de buurt van hun nest te houden. Ze spelen echt een kat-en-muisspel.” Hun diepkeelse roep is wel gemakkelijk te herkennen voor geoefende oren. “Al is die bij jongen wel minder diep, want die moeten als het ware nog de baard in de keel krijgen.”
Als de raaf daadwerkelijk weer in Brussel broedt, is dat sowieso momenteel enkel in het bos. Een groot verschil met zwarte kraaien en kauwen, nochtans deel van dezelfde familie, die zich steeds meer thuis voelen in de stad. “De raven in de Tower of London (kasteel in centrum van Londen, red.) bewijzen dat de vogels kunnen gedijen in de drukte van een stad, al zijn het daar wel tamme dieren. Maar kijk naar de vos, die van het platteland is gekomen en zich nu helemaal in zijn sas voelt in Brussel. Raven zijn ook slimme opportunisten, dus wie weet volgen ze op termijn dat voorbeeld.”
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel
De biljartcultuur in Brussel staat op het punt volledig te verdwijnen. Dat is de vrees van Lucien Geerts van biljartclub Carambole, die sinds kort een bovenverdieping van een cafeetje in Haren betrekt. “Er moet al iets serieus tussen mij en mijn tafel en ballen komen om mij weg te houden.”
door Michiel Leen foto’s Bart DewaeleDe tijd dat biljarter Raymond Ceulemans – 35 keer wereldkampioen, 48 keer Europees kampioen en 61 keer kampioen van België – een household name was van het kaliber Eddy Merckx (de wielrenner) of Jean-Marie Pfaff, en het biljart aan de toog en op de televisie een zaak van staatsbelang leek, ligt ver in het verleden. Dat beseffen ook de gangmakers achter biljartclub Carambole in Haren, wanneer BRUZZ neerstrijkt in hun nieuwe clublokaal, café The Corner, een oase van oer-Belgische cafégezelligheid in de industriële badlands van die vreemde uithoek van Stad Brussel.
De aankondiging van hun verhuizing in het lokale infoblad een paar weken geleden zette de toon: “Het ledenaantal is beperkt tot een vijftiental, want de club moet helaas ook meemaken dat de biljartsport, en zeker de zuivere carambole, de laatste jaren wat achterop is geraakt.” Aan de passie voor het spel van de heren zal het niet liggen, zo blijkt wanneer de veteranen-sterkhouders van de club ‘s vrijdags om drie uur ’s middags afspreken – hun vaste moment.
“We zijn in The Corner terechtgekomen omdat ons vaste lokaal failliet ging. Daarna heeft de biljart een jaar lang bij een privépersoon gestaan,” steekt Lucien – kortweg Luc – Geerts, officieuze woordvoerder van de club, van wal. Hij wordt geflankeerd door André Devuyst, wiens vader Carambole mee oprichtte in de jaren vijftig, en medespeler Alain Drabs.
De meeste spelers van Carambole in België zijn tussen de vijftig en de tachtig jaar. “Rond 2009-2010 is het verbond waartoe we behoorden opgehouden te bestaan,” zegt André. Sindsdien opteert Carambole voor een kernkampioenschap-formule: een competitie binnen de club. Dat maakt het mogelijk om met een handvol spelers toch een soort van spannend toernooi te spelen.
Er zit veel ‘vroeger’ in de verhalen van de mannen van Carambole. Het clubverband met ploegen uit Machelen, Vilvoorde, Diegem, Evere is ter ziele gegaan. Vandaag is Carambole een van de laatste overblijvers in het Brusselse. Verschillende leden van de club zijn ‘geadopteerd’: hun vaste club hield ermee op en zo belandden ze bij Carambole. De voertaal is hoofdzakelijk Nederlands, maar de ploeg telt ook enkele Franstaligen. In Brussel zelf zijn de biljarttafels zo goed als verdwenen. Mechelen – niet toevallig de stad van Ceulemans – Leuven en Antwerpen houden volgens het gezelschap beter stand.
De interesse van het grote publiek is weg, meent Alain: “In de tijd van Raymond Ceulemans kwam het biljart op tv. Vandaag wordt het niet meer als een sport beschouwd.”
Geen keus te koop
Daar denken de mannen van Carambole toch anders over. Ze kunnen hun sport, en de trainingen, niet missen. André: “Als je de microbe echt te pakken hebt, kun nog maar moeilijk zonder. Ik heb het biljarten van thuis uit meegekregen: als veertienjarig gastje ging ik al mee met mijn vader. Er moet al iets serieus tussen komen om mij van het biljart weg te houden.”
Op het eerste gezicht heeft iemand die interesse toont niet zo veel nodig om aan het spel te beginnen. Een biljarttafel, uiteraard, en ballen, maar daarnaast? “Een telraam voor de score. En in ons geval een prikbord voor de mededelingen, want niet alle leden kunnen met een gsm overweg,” lacht Luc.
Uiteraard kan een goede keu niet ontbreken: de stok om de ballen over de tafel met zachte of harde stoten te verplaatsen. Met de juiste keu komt een speler in principe een leven lang toe. “Maar ook die benodigdheden zijn steeds moeilijker te vinden,” zegt André. “In het Brusselse is geen winkel in biljartbenodigdheden meer
te vinden. Je moet al richting Antwerpen of Nederland, of bestellen via het internet.”
Het ecosysteem waarin het biljart kon gedijen, lijkt zo helemaal te verdwijnen. “Vroeger stond in elk café een biljart,” zullen de mannen verschillende keren herhalen – vroeger is soms ook gewoon beter. “Een nieuwe generatie uitbaters, vaak van buitenlandse origine, ziet geen brood meer in een biljarttafel in hun café. Vaak kennen ze de sport niet. Ze opteren liever voor elektrische speelautomaten, waar ook een jonger publiek op afkomt,” zegt Luc Geerts.
Ambiance
De mannen van Carambole hebben het geluk dat ze in The Corner terechtkunnen. Eind vorig jaar mochten ze hun biljarttafel – een prijsstuk met zeker vijftig jaar geschiedenis – er naar binnen dragen. Enfin, met behulp van een heftruck uit het naburige metaalverwerkende bedrijf door het raam hijsen.
Uitbaatster Daphne Mommaerts heeft de club in haar armen gesloten. “Boven het café was een geschikte ruimte vrij, dus ik heb met plezier toegestemd toen de vraag kwam. Daarmee ben ik een van de weinige cafés in Haren waar je nog kunt biljarten. Waarom zou ik het niet doen? Het zijn toffe mannen en ze brengen ambiance in de keet. Meespelen doe ik niet. Als student speelde ik weleens snooker, maar aan biljarten ben ik nog niet toegekomen. En als zij aan het spelen zijn, sta ik te werken, hé.”
Het moet gezegd: er gaat iets rustgevends uit van het getik van de ballen – wit tegen geel, geel tegen rood – en de geconcentreerde denkpauzes tussen twee stoten in. Maar dat gebrek aan spektakel is ook een achillespees voor wie het spel aantrekkelijk wil maken voor een jonger publiek. Daar zit de puntentelling voor iets tussen: één geslaagde carambole – waarbij de speelbal achtereenvolgens de twee
andere ballen raakt – telt voor één punt. Zo kan het lang duren voordat een spelletje beslist is.
Het mag dan wel een spel zijn van een verfrissende eenvoud, dat wil niet zeggen dat het gemakkelijk is. Om te scoren moet de speler een soort instinct combineren met een vleugje fysica en ballistiek, gepaard met een vaste hand en voldoende techniek om de ballen in de juiste richting te krijgen. Idealiter volgen zo de combinaties van caramboles elkaar op – zolang dat
“Als er al sprake is geweest van een Brecel-hype, dan is die momenteel op zijn retour”
Benny Van Goethem Voorzitter Koninklijke Belgische Biljartbond
lukt, blijft de speler aan de beurt. Is de reeks ten einde, dan kun je nog altijd proberen de ballen godsonmogelijk te leggen voor de volgende speler.
Voor de jeugd is ooit een spelvariant bedacht met vier ballen, om gemakkelijker te kunnen scoren. “Het is frustrant hé, als je maar geen drie ballen raakt. Het duurt wel een tijdje voor je ermee weg bent,” zegt Alain Drabs. Intussen werkt hij wel een reeks feilloze caramboles af. Jaren ervaring, ongetwijfeld.
Bij de Koninklijke Belgische Biljartbond (KBBB) kunnen ze de trend alleen maar beamen. “De carambolesport vergrijst,” zegt voorzitter Benny Van Goethem. “We trachten nochtans volop om competities te blijven organiseren in verschillende categorieën en disciplines. Voor 60 euro lidgeld krijg je toegang tot een waaier aan competities in individueel en ploegverband.” Op dit moment spelen volgens Van
André Devuyst: “Ik heb het biljarten van thuis uit meegekregen: als veertienjarig gastje ging ik al mee met mijn vader.”
Goethem zo’n 2.000 mensen in dat georganiseerde competitieverband.
“België staat er nog steeds als biljartland in de internationale context,” zegt Van Goethem. “De Belgen zijn nog altijd bij de beste twintig van de wereld, en dat terwijl de concurrentie niet te onderschatten valt. In landen als Korea en Vietnam zijn er bij wijze van spreken 100.000 keer meer biljarters dan hier. Toch zijn spelers als Frédéric Caudron, Roland Forthomme, Eddy Merckx (niet te verwarren met zijn tweewielige naamgenoot , red.) en Peter Ceulemans (kleinzoon van Raymond, red.) bij de beste van de wereld. Maar om op dat niveau mee te kunnen moet je uren per dag kunnen trainen.”
Heeft het succes van de jonge Belg Luca Brecel, weliswaar in het snooker, dan niet geleid tot een kentering in de aandacht voor het biljart? “Als er al sprake is geweest van een Brecel-hype, dan is die momenteel op zijn retour,” zegt Van Goethem. “Het brede publiek heeft intussen zijn hart
verpand aan het darts. Het is schitterend wat die sport heeft kunnen realiseren in de afgelopen jaren op het vlak van media-aandacht en sponsoring. Het spektakelgehalte spreekt een jonger publiek aan.”
Het biljart deelt ook in de klappen van de verdwijnende cafécultuur. “De coronaen energiecrisis hebben die trend nog versneld.”
“De tijd waarin jongeren met hun vader of grootvader mee gingen op café om te gaan biljarten is voorbij,” gaat Van Goethem verder. “Bovendien zijn, in vergelijking met vijftig jaar geleden, tal van andere sporten en ontspanningsvormen bereikbaar geworden voor het publiek. Het relatieve gebrek aan spektakel speelt het biljart daarbij parten. Bij de jeugd speelt ook de voorliefde voor het gamen een rol.”
De KBBB probeert dat café-imago enigszins te moderniseren door bijvoorbeeld initiaties te geven op scholen. “In landen als Frankrijk is de link tussen het café en het biljart veel minder groot en vind je ook biljarttafels in sporthallen en dergelijke.”
Jonkie van 47
En toch: er is hoop. In café The Corner speelt immers ook een ‘jonkie’. Erwin is met zijn 47 jaar de recentste en meteen ook de jongste aanwinst van Carambole. “Ik speelde eerst voetbal, maar ondertussen speel ik toch ook al zeker twintig jaar biljart. Het is niet evident om in het Brusselse nog een club te vinden. Maar voor mij is het spel een vorm van bezigheidstherapie. Het zit hem vooral in de concentratie. Enfin, op dit vroege uur toch nog (lacht).”
Wie zelf eens wil spelen, kan iedere vrijdagmiddag in café The Corner terecht, Dobbelenberg 104 in Haren, vanaf 15 uur
FR La culture bruxelloise du billard est sur le point de disparaître. « Avant, chaque café avait sa table de billard », se désolent quelques habitués du club Carambole, qui occupe depuis peu l’étage d’un petit café à Haren. Les accessoires sont de plus en plus difficiles à trouver. « Il n’y a plus aucun magasin spécialisé dans le billard à Bruxelles. On est obligé d’aller à Anvers ou aux Pays-Bas, ou de commander par internet. » Le fait que Luca Brecel soit devenu champion du monde de snooker l’an passé n’a pas changé la donne. « Les jeunes préfèrent jouer aux fléchettes. »
EN The billiard culture in Brussels will soon have disappeared entirely. “There used to be a billiard table in every café,” say a few loyal billiard players from billiard club Carambole, which recently moved into an upper floor of a café in Haren. Supplies, too, are always harder to find. “You cannot find a shop that has billiard stuff in Brussels anymore. You need to go to Antwerp or the Netherlands, or order online.” The fact that Luca Brecel became world snooker champion last year hasn’t changed anything. “Young people prefer to play darts.”
TICKETS TE GEEF
Nog op zoek naar tickets voor Couleur Café of Paradise City? Luister dinsdag naar BRUZZ en win er voor je favoriete festival.
Dinsdag de hele dag op BRUZZ radio
Iedere donderdag lijsten we de leukste activiteiten voor Brusselse ketjes tussen 9 en 13 jaar op.
Meer op BRUZZKet.be en op Instagram
DE ZOMER IN MET BRUZZ SELECT
In het nieuwe Select-magazine vind je alle tips om er een bruisende culturele zomer van te maken.
Gratis in je brievenbus via BRUZZ.be/abo
Union, Anderlecht en RWDM kennen hun plaats op de ranglijst. Maar voetbal stopt nooit, dus spelen onze clubcolumnisten de bal door aan Michaël Bellon, die het EK van de Duivels vijf weken lang volgt met een Brusselse sjerp.
VOETBAL OP GROOT SCHERM Kijk je naar een wedstrijd op een van de Grote Schermen in de stad, dan kan echt eender wie je komen bedreigen met een vriendelijke babbel over voetbal, die meestal begint met de ontwapenende vraag: “Tegen wie spelen ze?” “Tegen Slovakije.” “Gewoon Slovakije?” “Ja, hoe bedoel je?” “Wel, de Belgen zijn de Rode Duivels, en de Nederlanders Oranje. Ploegen in Londen heten blijkbaar nooit Londen, maar wel Chelsea of City. Wat is de voetbalnaam van Slovakije?” “Mmm, dat zou ik eens moeten opzoeken.”
“En stond Slovakije al eens buitenspel?” “Euh … natuurlijk. Tenminste ... niet het hele team, maar individuele spelers wel. Buitenspel komt zowat elke wedstrijd voor.”
“O ja? Waarom doet iedereen dan de hele tijd zo gewichtig over buitenspel? Ik hoor altijd klagen hoe moeilijk en ingewikkeld buitenspel is. Dat valt dan blijkbaar nogal mee.” “Nee … ja … Buitenspel staan is niet moeilijk. Het is eerder … uitleggen waaróm iemand buitenspel staat, dat ingewikkeld kan zijn.” “Ah! Wat zijn dan zoal de motieven om buitenspel te gaan staan?”
Kortom, Grote Schermen riskeren het spelletje té populair te maken. Voetbal was altijd al massa-entertainment, en ook in de jaren 1950 verzamelde iedereen zich al voor de enige televisie in de wijk, maar sinds de Grote Schermen eisen zelfs voetbalhaters hun deel van de spanning-en-emotie, die de echte fans eigenlijk voor zichzelf hadden gereserveerd. Die haters hadden nochtans gróót gelijk toen ze nog fulmineerden tegen de buitenproportionele aandacht en middelen die naar voetbal gaan.
Vandaag weten zelfs bejaarde rummikuppers nog exact waar ze waren toen België Japan en Brazilië uitschakelde. Luitjes die in hun te langgerekte leven nog geen fractie van hun tijd of emoties hebben geïnvesteerd in voetbal, denken wél effe euforisch te mogen meevieren om een onverhoopte overwinning! Dat halfbetrokken pretpubliek gaat er op den duur zelfs gewoon van uit dat ze bij hun gezellig avondje uit de winst cadeau krijgen. Als ze de uitslag achteraf al kennen natuurlijk. Want doelpunten van de Belgen worden tijdens zo’n openluchtcinema nog duidelijk aangekondigd door het aanzwellende gejoel van supporters die wél opletten. Een bierdouche, een VAR-check en daarna nóg een bierdouche bevestigen vervolgens de score.
Maar omdat de sociale smalltalk van de schermsupporters de tv-commentaar altijd overstemt, belanden doelpunten van de tegenstander vaak en stoemelings in het net. Onaangekondigd, en zonder dat iemand het geweten wil hebben. De beeldbuis is dan nog altijd meer dan groot genoeg om die tegenstander ook duidelijk te zien juichen. En toch vragen de frivole funfans dan nog aan de écht betrokken slachtoffers naast hen of ze wel zien wat ze zien. “Hoezo een tegendoelpunt kan ook in de 91ste minuut vallen? We kijken naar een scherm! Dan mag je toch verwachten dat alles een beetje deftig gescript is?”
“Hm, nee … in voetbal is … alles mogelijk.” “Haha ja! Da’s een goeie!”
Luana Difficile
zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Kathleen uit Laken.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
Stuyvenberg is een van de laatste haltes op metrolijn 6. Voor velen is het dat wat enge station waar die vreemde standbeelden – het zijn er 25 –de reizigers aanstaren. Sommigen herkennen er leden in van de koninklijke familie of spotten Albert Einstein tussen de starende menigte.
Zodra de link tussen alle personages duidelijk is, vallen de puzzelstukjes in elkaar. De halte heet Stuyvenberg, omdat ze vlak bij het kasteel van Stuyvenberg ligt: een koninklijke residentie naast het park van Laken, op een boogscheut van het paleis. Het was de woning waar Leopold I een maîtresse verscholen hield, Leopold III vader werd van Josephine Charlotte, Boudewijn en Albert, en Fabiola op het einde van haar leven verbleef. Maar er woonde ook een andere noemenswaardige vorstin: koningin Elisabeth.
Ze nam er haar intrek nadat haar man, koning Albert I, om het leven was gekomen tijdens het klimmen in Marche-lesDames. Ze woonde er tot haar dood in 1965, ze was toen 89 jaar oud.
Ze had enorm veel interesse in en voeling met wetenschap, mode, kunst en muziek. Zo wandel je nog altijd haar atelier binnen bij een bezoek aan de koninklijke serres en kreeg ze een halte op ons Brusselse metronet. Al is het niet halte Elisabeth, maar wel Stuyvenberg waar een hommage aan de bijzondere koningin staat.
Vriendschappen
Beeldhouwer en kunstenaar Yves Bosquet – hij werd deze maand 85 – maakte er in 1985 een eerbetoon aan de koningin van, maar ook aan mensen die haar nauw aan het hart lagen. Elisabeth is te zien op het balkon van de koninklijke loge van het Muziekconservatorium, of zittend in een galajurk, maar ook geflankeerd door haar man. Haar zoon Leopold kreeg met zijn vrouw Astrid een beeld, net als hun kinderen, onder wie onze koningen Boudewijn en Albert II.
De aandacht van de meeste reizigers wordt echter getrokken door het tafereel waar Elisabeth omringd is door veertien
anderen. Behalve haar kinderen Marie José en Karel zijn het allemaal mensen met wie ze een bijzondere vriendschap had.
Zo staat er een beeld van Eugène Ysaÿe, een van de meest gerenommeerde violisten van België, met wie ze erg close was. Te zijner nagedachtenis richtte ze een vioolwedstrijd op. Later zou die haar naam krijgen: de Koningin Elisabethwedstrijd.
Ook wetenschapper Jules Bordet, poëet Emile Verhaeren, haar dokter Depage en zijn dochter kregen een standbeeld. Verder is er een persoonlijke link met Bosquet zelf. Hij beeldde zijn grootvaders af, een van hen, Emile Bosquet, was de pianoleraar van prinses Marie José.
Het opmerkelijkste standbeeld is wel dat van Albert Einstein. Elisabeth ontmoette hem na de Solvay-conferentie in Brussel, waarna een vriendschap bloeide. Hij kwam regelmatig op bezoek en ze wisselden brieven uit. Hij kon niet ontbreken tussen die mensen die haar dierbaar waren. Staar hem maar eens aan als je de metro neemt richting terminus Elisabeth.
Jad is twaalf en woont in Molenbeek. “Ik zou iets willen doen aan de fabrieken. Ze stoten geen goede stoffen uit voor de lucht, en wij ademen die in in ons lichaam.”
Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat bij Jad (12) die samen met zijn ouders en jongere broer in Molenbeek woont. “Je moet sterk zijn, sterker dan de anderen.”
door Joke Vylders foto Saskia Vanderstichele
Welke talen spreek je?
Ik ken een beetje Spaans, Marokkaans, Nederlands, Frans en Engels.
Heb je een lievelingskleur?
Rood omdat mijn favoriete voetbalclub, Wydad AC in Marokko begint met rood.
Wat wil je later worden?
Piloot, astronaut of voetballer. Het liefst voetballer, omdat ik goed kan voetballen. Ik zit in een voetbalclub naast Thurn & Taxis, waar ik al in speel sinds mijn twee jaar.
Wat maakt jou gelukkig?
Trofeeën winnen. In mijn vorig team was ik kapitein, en als de kapitein iets wint dan mag die de trofee naar huis meenemen.
Hoe word je kapitein?
Je moet sterk zijn, sterker dan de anderen.
Heb je een geluksgetal?
Nummer zeven. Mijn favoriete speler is Cristiano Ronaldo, hij heeft nummer zeven.
Ik zie verschillende medailles in je kamer, kan je er iets meer over vertellen?
Gewonnen met voetbal. Ik had er veel meer, zo’n twintig of dertig, maar mijn broer maakt ze kapot.
Heb je nog andere hobby’s?
Kickboksen. Niet in een club, ik doe dat thuis. Soms oefen ik op de buik van mijn teddybeer. En padel speel ik af en toe op het plein of thuis met mijn broer.
Kijk je op naar iemand in de bokswereld?
Ja, maar hij is al dood. Zijn naam is Muhammad Ali.
Geloof je in god?
Ja, ik denk elke dag aan hem.
Heb je een huisdier?
Vijf visjes. Mijn moeder wou graag vissen, maar ik wil liever een kat. Ik heb voor twee van hen namen bedacht: Jack en Lily. Jack is bijna dezelfde naam als de mijne en Lily zat al lang in mijn hoofd.
Waar ben je bang van?
Van spinnen, schorpioenen en slangen.
Lees je graag?
Ja. Animal Jack. Hij kan met alle dieren praten en kan transformeren naar een dier zoals een wolf, dat wil ik ook kunnen.
Stel dat je onzichtbaar was voor een dag, wat zou je dan doen?
Geld van de bank pakken, en naar de mensen brengen die buiten slapen.
Wat is het grappigste dat je ooit hebt meegemaakt?
Toen mijn vriend een koprol had gedaan en een protje liet.
Speel je graag gezelschapsspellen?
Ja, Monopoly. Je kan er kleine huizen mee kopen.
Wat zou jij veranderen als jij de burgemeester was?
De fabrieken, dat er alleen nog natuur is. Ze stoten geen goede
stoffen uit voor de lucht, en wij ademen dat in in ons lichaam.
Als je je droomreis zou mogen maken, waar zou je naartoe gaan?
De Malediven, omdat er een mooi uitzicht is, een leuke zee en er zijn geen fabrieken.
Dat is lang vliegen, wat zou je zo lang doen op een vliegtuig?
Een film kijken, slapen of YouTube-video’s kijken van mijn favoriete youtubers Celine & Michiel.
Hoe heb je ze leren kennen?
Ik zocht naar Belgische youtubers, toen vond ik hen. Ze doen leuke challenges.
Als je je kamer helemaal zelf zou mogen inrichten hoe zou die er dan uitzien?
Rood of zwart en wit. Boeken, en foto’s van voetballers Cristiano Ronaldo en Jude Bellingham.
Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer
“Als ik onzichtbaar zou zijn, zou ik geld van de bank pakken en aan daklozen geven”
’JE FAIS PARFOIS DE LA BOXE AVEC MON NOUNOURS’
FR Chaque semaine, BRUZZ rend visite à un petit Bruxellois. C’est au tour de Jad, 12 ans, de Molenbeek. Il aime le foot et joue dans un club à côté de Tour & Taxis depuis ses deux ans. Il fait aussi du padel et du kickboxing. « Je m’entraîne parfois à la boxe sur mon nounours. » ‘I SOMETIMES PRACTISE MY BOXING ON MY TEDDY BEAR’
EN Every week, BRUZZ visits a child in Brussels in their bedroom. Jad (12) from Molenbeek loves football. He is in a football club close to Thurn/Tour & Taxis, where he has been playing since he was two. He does padel and kickboxing too. “I sometimes practise my boxing on my teddy bear,” he says.
Cultuur
Let’s Zing Ensemble: amateurkoren bezingen Brussel
Bozar zet de kroon op tien jaar Singing Brussels met Let’s Zing Ensemble, een project dat vijftien amateurkoren loslaat op tien nieuwe composities. Hoe vat je Brussel in muziek? Hoe klinkt de stad van je hart? En hoe zing je een bonte dwarsdoorsnede van je hometown?
door Tom Peeters foto’s Ivan Put
Ma belle? Bruxelles? / Un deux trois perdu! / Ma belle? B-X-L? / Wie niet weg is j’ai pas vu!” Uit ‘Ma belle’ van Maarten Van Ingelgem & Els Moors
“Wie wil de bas zingen?” Componist en Let’s Zing Ensemble-begeleider Maarten Van Ingelgem weet dat hij voor de zangpartij van ‘Ma belle’, een van de sleutelsongs van het nieuwe Brusseloeuvre, veel vraagt van de aanwezige amateurkoren. De songs komen van tien Brusselse artiesten: van de Frans-Brusselse chanteuse Françoiz Breut en de Schaarbeekse rasmuzikant Tomas Van Cottom alias Cabane over Avalanche Kaito, de rockband rond de Brussels-Burkinese griot Kaito Winse, en de Belgisch-Marokkaanse zangeres Laïla Amezian tot r&b-talent Oriana Ikomo. Alhoewel sommigen als kind al zongen in een koor, wijkt hun huidige werk fel af van het doordeweekse koorrepertoire. Omdat hun gevraagd werd om hun muzikale univer-
sum trouw te blijven, gaat het telkens om een hoogst individuele lezing van de stad. Maar samen vormen de composities een bonte dwarsdoorsnede van hun hometown
Van Ingelgem moet maar even wachten voor er respons komt uit de Henry Le Bœuf-zaal, waar vijftien koren verzameld zijn, die een groot deel van het podium en de parterre bezetten. Tijdens Fête de la Musique zullen ze na een korenparcours hier opnieuw de krachten bundelen voor een slotevenement met dirigent Dirk Brossé, die orkestraties schreef bij de nieuwe composities. Dan zullen de koren extra ondersteund worden door (leden van) het Belgian National Orchestra, de Orchestra Academy en Young Belgian Strings.
De man die meteen rechtsprong toen Van Ingelgom verlegen zat om een basstem, blijkt Ayham Kassab (34) te zijn. De Syrische postdoctoraal onderzoeker verhuisde vijf jaar geleden naar Brussel vanuit de Franche-Comté, waar hij Computerwetenschappen studeerde. In zijn vrije tijd zingt hij al een tijdje bij Café Latte, het studentenkoor van de VUB. “Peer
pressure,” lacht hij, gepolst naar een reactie. “De tenoren waren me aan het uitdagen!”
Oorwurm
Café Latte is een van de meest diverse koren in de zaal, ook al omdat hun repetities in het Engels zijn. “Alhoewel we een studentenkoor zijn, staan we open voor iedereen,” vervolgt Kassab. “Het repertoire waar we hier onze tanden in mogen zetten, beklemtoont het inclusieve en levendige karakter van de hoofdstad. Zelfs als het fout gaat en we gecorrigeerd moeten worden, weten we er het beste van te maken. Omdat het repertoire verschilt van wat we gewoon zijn, was het in het begin wat zoeken, maar oefening baart kunst.”
“Het was geen liefde op het eerste gezicht met ‘Ma belle’,” treedt zijn jongere collega Ward Gauderis hem bij. “Maar uiteindelijk viel alles in de plooi.” De jonge Antwerpenaar, die straks zijn podiumdebuut maakt met Café Latte, vergelijkt het met zijn eigen Brussel-parcours. “Ik woon hier nu twee jaar en heb me ook moeten aanpassen. Daarom herken ik me in de tekst. Een zinsnede als ‘huizen die praten’: dat is op en top Brussel.”
“elke dag één voet aan de grond / om mee te verdwalen / huizen die praten / vol kieren en gaten / het dak en de straten / geen droom die hier kan gaan slapen”
Uit ‘Ma belle’ van Els Moors & Maarten Van Ingelgem
De woorden van ‘Ma belle’ zijn van Els Moors, van 2018 tot 2020 Dichter des Vaderlands. Zij werd erbij gehaald door Van Ingelgem, die de muziek schreef. “Enkele jaren geleden had hij al eens enkele gedichten uit mijn bundel Liederen van een kapseizend paard op muziek gezet,” vertelt ze BRUZZ even voor de eerste doorloop van het nieuwe repertoire. “Toen was ik er zelf niet bij betrokken. Dit keer was het schrijfproces een dynamische beweging.”
“Omdat iedereen zijn eigen Brussel heeft, vroeg dat ook van mij een aanpassing. Mijn poëzie is licht en sluit eerder aan bij chanson dan bij het klassieke koorwerk, waar Maarten mee vertrouwd is. Ik wilde er een oorwurm van maken, een liedje dat makkelijk te onthouden en mee te zingen is. Door te beginnen met een kinderrijmpje in de twee landstalen heb ik geprobeerd om het talige van de stad mee te geven zonder belerend of vervelend te worden.”
Beton versus zon
In ‘Ma belle’ zit zowel een verwijzing naar Joseph Conrad, die het in Heart of darkness heeft over Brussel als een begraafplaats van beton – Moors laat er als tegengewicht
zonlicht op weerkaatsen –, als naar de jeugd van de schrijfster. “Als ik het heb over ‘pleinen met meisjes geplooid naar de mode’ zie ik mijn 15-jarige zelf opnieuw de trein nemen van Gent naar Brussel om samen met enkele vriendinnen kleren te gaan kopen in de tweedehandswinkels van de Marollen. Vandaag zie ik jonge gesluierde moslima’s de mode even nauwlettend volgen.” Zulke observaties overstijgen de hectiek van alledag waar je in een grootstad – “toch vaak een dumpplek voor allerlei problemen” – mee geconfronteerd wordt. “Als ik Brussel in het buitenland moet uitleggen, zeg ik altijd dat het centrum hier van niemand is. Hier liggen kansen die je in Parijs of Berlijn minder hebt, omdat de elite daar de ruimte dwingender inpakt. In Brussel kan dat niet, omdat die elite te dun is. Ze bestaat, maar is meer verspreid en zit goed verstopt. De gedachte dat de stad van niemand is, geeft een grote vrijheid. De vervelende kant van de zaak is dat als Brussel van niemand is, ook de schuld van niemand is. Die kan je blijven doorschuiven, want je hebt even weinig ownership als al de anderen die hier rondlopen. Als Vlaming voel ik me wel bevoorrecht: we worden cultureel enorm goed bediend vergeleken met andere bevolkingsgroepen.”
“Bruxelles, ma belle / Dans tes ruelles, de nos cœurs / Bruxelles, ma belle / Dans tes ruelles de couleurs”
Uit ‘Freedom, peace and love’ van Esinam
Ook multi-instrumentaliste Esinam Dogbatse focust in haar compositie op de (gast)vrijheid die ze ervaart in haar geboortestad. “Brussel is de stad van mijn hart. Ze behoort niemand toe en is precies daarom van ieder van ons. Ik woon hier graag, maar keer na een reis of tournee ook graag terug. Dan zie je alle positieve aspecten die je weleens vergeet als je hier lang vastzit. ‘Freedom, peace and love’ ademt mijn muzikale identiteit, omdat ik me afgevraagd heb wat ik zelf met al die stemmen zou doen. Door mijn loop station halen, natuurlijk!”
Singer-songwriter Judith Kiddo liet zich, zoals wel vaker, inspireren door de natuur, in dit geval de zon en de klaproos. “De bloem staat symbool voor de Eerste Wereldoorlog, maar ook voor Palestina. Dat ontroerde me. Ze oogt frêle en breekbaar, maar kan overleven op de meest random plekken, dus ook in Brussel.”
Bozar heeft de muzikale en thematische diversiteit van het nieuwe Brussel-repertoire doorgetrokken naar de selectie van de koren. “Er doen een Japans, een Chinees en een Oekraïens koor mee,” zegt coördinator
Hidde van Schie. “De leden van dat laatste zijn twee jaar geleden de oorlog in hun thuisland ontvlucht en een koor begonnen om de moed erin te houden. Er zijn een lgbtqia+-koor, een gospelkoor, en ook een kinderkoor dat leerlingen uit twaalf
Molenbeekse scholen tijdens de schoolpauze samenbrengt. Voor mensen die zelf niet in een koor zitten, maar toch zin hadden om deel uit te maken van Let’s Zing Ensemble, hebben we zelf een koor opgericht, dat maandelijks gerepeteerd heeft, een beetje zoals bij Singing Brussels, de voorloper van Let’s Zing Ensemble.”
Multi-instrumentaliste
Esinam Dogbatse (links) en singer-songwriter Judith Kiddo schreven elk een van de tien nieuwe composities over Brussel: “De koorleden voegen duidelijk een extra laag toe,” vertelt Esinam. “Zij zijn de suiker.”
De schrijvers zijn intussen erg onder de indruk. Moors beleefde haar kippenvelmoment al eerder, toen ze het koor Shout at Cancer ‘Ma belle’ voor het eerst hoorde brengen, met Van Ingelgem achter de piano. “Als kunstenaar denken we vaak dat iets alleen maar goed kan zijn als het esthetisch top is. Dat koor met mensen die geopereerd zijn aan hun stembanden heeft dat idee direct ontmanteld. Alleen de rauwe emotie van het samen zingen bleef over en sneed door merg en been. Dat weerspiegelde voor mij heel erg het Brussel van alledag, dat gewone mensen zich toe-eigenen.”
Als het de beurt is aan ’Puppies in the sky’ nestelt Kiddo zich helemaal vooraan in
de zaal. Zij ging vooraf al eens langs op een repetitie van Sing Out Brussels!, het kleurrijke queer koor uit Elsene dat haar liedje aanpakte. “Intense vreugde,” omschrijft ze het moment waarop ze het voor het eerst vertolkt hoorde door zoveel stemmen. “Ik heb het in afzondering gemaakt in een Frans klooster, waar ik soms op schrijfsessie ga, en was overweldigd door het aantal zangers, die bovendien net als ik queer zijn. Het grappige is dat mijn vriendin me erop moest wijzen dat mijn liedje over een coming-out gaat. Smachten naar de zon, zodat de bloemen kunnen bloeien, en dan de regels: ‘We’ve been hiding too / … / We don’t even know why we are also puppies in the sky.’ Het ligt er vingerdik op.” (Lacht)
Even later staan we naast Esinam als ze alle koren voor het eerst haar compositie live hoort blenden. Ze geniet er dubbel van, want ze kan er tijdens het eigenlijke concert niet bij zijn. “Vraiment chouette Ze moeten er nog een beetje in komen, maar dat is normaal.” Tijdens de doorloop zien we haar de dan al beter klinkende mix van stemmen filmen met haar smartphone. “Vooraf probeer je te visualiseren hoe het zal resoneren, maar met zo’n collectief is dat lastig. De koorleden voegen duidelijk een extra laag toe. Zij zijn de suiker.” De stemmenrijkdom voert haar terug naar haar kindertijd, toen ze zelf in een koor zat.
Kiddo kent die ervaring niet, “maar ik heb nu wel heel veel zin gekregen om me in te schrijven.” Moors, die ooit met een meisjeskoor optrad in Polen, volgt al een
zangopleiding. “Komend jaar is samenzang daarbij verplicht. Misschien sluit ik me wel aan bij het koor van de VUB.”
Toegankelijk
Van Schie had het vooraf benadrukt: “Amateurkoren zijn een fantastische manier om je te verbinden met de stad. Een rockband is vier ego’s in een hok, terwijl een koor je gemeenschapszin prikkelt en je opneemt in een sociaal weefsel. Met de mix van koren en schrijvers hebben we gepoogd de muzikale en culturele diversiteit van Brussel te vatten. Het nieuwe materiaal biedt een eigentijds panorama op de stad: het is niet religieus, maar transcendent, niet folkloristisch, maar multicultureel, maar vooral erg toegankelijk. Wie ermee aan de slag wil,
kan partituren en tutorials downloaden. Bozar wordt nog te vaak gezien als een gebouw voor toppers uit de klassieke wereld, terwijl we ook een huis willen zijn waar mensen zich thuis voelen, nieuwsgierig zijn naar elkaar en fundamenteel menselijke activiteiten uitoefenen. Zingen is wat dat betreft net als tekenen: iedereen schaamt zich ervoor en zegt het niet te kunnen, maar uiteindelijk doen we het allemaal. Beseffen dat dit repertoire elke avond wel ergens in Brussel wordt ingeoefend en voor verbinding zorgt, maakt het project nu al geslaagd. De apotheose, met meer dan 500 zangers in Bozar, zal dat straks nog in de verf zetten.”
Op 23/6 vult Let’s Zing Ensemble Bozar in het kader van Fête de la Musique, bozar.be
FR Bozar célèbre les dix ans de Singing Brussels avec Let’s Zing Ensemble, un projet réunissant quinze chœurs amateurs qui s’en donnent à cœur joie sur de nouvelles compositions, entre autres de l’écrivaine Els Moors, de l’autrice-compositrice Judith Kiddo et de la multi-instrumentaliste Esinam Dogbatse. Comment dépeindre Bruxelles en musique ? « Les chœurs amateurs sont un moyen formidable de faire lien avec la ville », selon Hidde van Schie, coordinateur à Bozar. « Un chœur stimule le sens de la communauté et inclut les gens dans un tissu social. »
EN Bozar celebrates ten years of Singing Brussels with Let’s Zing Ensemble, a project that lets fifteen amateur choirs perform ten new compositions by writer Els Moors, singer-songwriter Judith Kiddo, multi-instrumentalist Esinam Dogbatse, and others. How do you capture Brussels in music? What does the city sound like? “Amateur choirs are a great way to connect with the city,” says Hidde van Schie, coordinator at Bozar. “A rock band is four competing egos, but a choir stimulates your sense of community and incorporates you into a social fabric.”
Tom Peeters is journalist en geeft Nederlandse les aan nieuwe en anderstalige Brusselaars in het volwassenenonderwijs. Tweewekelijks schrijft hij over hoe in zijn klas de wereld samenkomt.
Met een rustige, bijna meditatieve stap beweegt Ahmed zich door de drukke gangen van de school, alsof hij geen deel uitmaakt van de ochtendlijke hectiek om hem heen. “Ik heb uw artikel over de twee Turkse cursisten en Erdogan gelezen, meneer. Héél interessant.”
Het ligt waarschijnlijk aan het einde van het schooljaar, maar met weemoed denk ik terug aan de klas op de vierde verdieping waarin Ahmed zat. Vijftien nieuwkomers die goed aan elkaar hingen, sommigen hadden elkaar al eerder in andere klassen ontmoet. Mijn Tunesiër stak er met kop en schouders bovenuit. Hij spéélde met de Nederlandse taal, bewonderenswaardig voor een Franstalige Noord-Afrikaan die op dat ogenblik amper vier maanden in Brussel woonde.
lege drinkfles naar de watertap op het einde van de rumoerige gang, of ik ook over hém mag schrijven. “Geen probleem, maar gebruik alsjeblieft een andere naam. Mijn familie weet niet dat ik homo ben.”
Geaardheid verbergen
“Een leerling zei me: ‘Ik gebruik je krant tegen verfspatten’”
Al vanaf de eerste les viel ook Ahmeds overmatige elegantie op. Dat hij homo was, was overduidelijk. Dat intrigeerde me: op homoseksualiteit staat in Tunesië een gevangenisstraf van drie jaar. Ik stelde me een in de ban geslagen jeugd voor. En dus vraag ik hem, hier en nu, in de pauze van een volgende klasgroep en op weg met mijn
Behalve homo is Ahmed ook moslim. Je leest weleens over hen in de krant: mensen met een islamitische achtergrond die hun geaardheid moeten verbergen voor hun familie. Zijn verhaal ontroert me, maar tegelijkertijd denk ik bij mezelf: niemand heeft je gedwongen om in God te geloven. Maar van Ahmed leer ik dat het leven niet zo simpel is. Ik hoor mezelf stellig poneren dat hij zich in België vast heel vrij moet voelen in vergelijking met Tunesië, en dat het leven een hel moet zijn geweest als homo in Tunesië. Zijn antwoorden zijn doordrenkt van de nuance. Het was soms vermoeiend om een dubbelleven te leiden, jazeker, maar hij vertrok in de eerste plaats uit hoofdstad Tunis omdat corona zijn carrière deed stagneren. Niet het antwoord dat ik stiekem wilde horen.
Met zijn herwonnen vrijheid valt het overigens behoorlijk tegen in Brussel. In de Zuid-Europese stad waar hij drie jaar verbleef tussen Tunis en Brussel voelde hij zich als homo meer geaccepteerd. Hij zegt direct wat mijn politiek correcte zelf niet durft uit te drukken. “Ik moest er veel minder op mijn hoede zijn voor jonge moslims. Is het niet vreemd, meneer, dat ik in de kosmopolitische hoofdstad van Europa nog steeds niet volledig mezelf kan zijn?”
Zijn retorische vraag blijft enkele uren hangen in mijn gedachten. Twee dagen na ons telefoongesprek kruisen we elkaar in de lift. Ik vraag hoe hij de column over de Turken en Erdogan op het spoor was gekomen. Hij grijnst. “Ik zag het artikel toen mijn man en ik ons appartement aan het verven waren. Uw krant lag tussen het oud papier waarmee we onze vloer en meubels beschermden tegen verfspatten. Zeg je dat zo in het Nederlands? Verfspatten?”
Ik schiet in de lach. Ik leerde Ahmed Nederlands en hij leert mij een les in nederigheid.
Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda 19 > 25/6
‘Ik was als kind verslingerd aan Peter Pan‘
De halve wereld weet al hoe bijzonder de debuutfilm van de Schaarbeekse Michèle Jacob is. Op het Brussels International Film Festival kan eindelijk ook het Belgische publiek het suspensevolle, lynchiaanse Les enfants perdus bewonderen. “Het idee dat je door je onverschillige ouders kan worden opgegeven, achtervolgt me al mijn hele leven.”
door Niels RuëllOp een dag worden vier kinderen wakker in een huis in het bos. Van hun vader is geen spoor meer, hun moeder had hen al veel eerder achtergelaten. Het jongste meisje ziet en hoort monsters, en wordt daarmee geplaagd. Er is nochtans duidelijk iets niet pluis. Zo raken de verloren kinderen maar niet weg uit het bos.
In Tsjechië kennen ze het vervolg van dit verhaal al. Daar ging een jaar geleden de debuutfilm van Michèle Jacob in wereldpremière op het gereputeerde filmfestival van Karlovy Vary. Vakblad The Hollywood Reporter zag in Les enfants perdus een “griezelige atmosferische suspensefilm” met een “David Lynch-vibe.”
In Stockholm, Thessaloniki, Sydney en São Paulo kunnen ze dat inmiddels beamen of tegenspreken. In België niet. Al zal dat niet lang meer duren. Want Les enfants perdus moet een van de hoogtepunten worden van de nationale competitie van het Brussels International Film Festival (BRIFF). Michèle Jacob kijkt ernaar uit, en haar twee dochters wellicht nog meer. Zij spelen de hoofdrollen in hun moeders onheilspellende film.
Peter Pan
“Ook al mocht ik de film begeleiden op een wereldreis, de Belgische première is de beste. Eindelijk kan ik de film in mijn stad op een groot scherm laten zien aan mijn vrienden, de vrienden van mijn dochters, de families van alle medewerkers én het Belgische publiek. Daar doe je het voor. Het wordt één groot feest met veel volk in een grote zaal en gelegenheid om na te praten. Ik vond het niet erg om daar een jaar op te wachten,” vertelt Jacob in de korte tijdspanne tussen het naar school brengen van de kinderen en het begin van de
Op de festivals is men steevast onder de indruk van de sterke vertolkingen van de jonge acteurs in Les enfants perdus. Onder hen ook twee dochters van regisseur Michèle Jacob: Iris en Liocha Mirzabekiantz.
werkdag. Te laat komen is geen optie. Jacob regisseert op dit moment Arcanes, een tv-serie voor de RTBF over een moeder die in de jaren 1990 tot alles bereid is om haar zoon terug te vinden. Voor het scenario werkte ze samen met Benjamin Dessy, die ook meeschreef aan Les enfants perdus
De titel van haar debuutfilm ontleende ze aan de naam die schrijver J.M. Barrie gaf aan de uit hun bed of koets gevallen jongens die nooit door hun ouders zijn opgeëist en in Nooitgedachtland bij Peter Pan belanden. “Ik was als kind verslingerd aan Peter Pan. Vooral het idee dat je door je onverschillige ouders kan worden opgegeven, achtervolgt me al mijn hele leven. Ik
“Eindelijk zal mijn dochter zichzelf op een groot scherm zien schitteren. Hopelijk herstelt dat een beetje wat ze al heeft meegemaakt”
sneed het thema eerder al aan in mijn kortfilms,” vertelt Jacob.
Toen ze zelf kinderen kreeg, besefte ze “hoe belangrijk het is om altijd en overal naar hen te luisteren. Niet naar je kind omkijken, naast hen leven, kan genoeg zijn om je kind op te zadelen met een gevoel van verlatenheid, en dat kan veel schade aanrichten.” Volwassenen verbergen nogal snel de blessures die ze als kind opliepen. “Exact. Elke volwassene heeft het kind dat hij of zij ooit was nog in zich. En elk kind heeft de volwassene die hij of zij zal worden al in zich. Dat boeit me mateloos.”
Les enfants perdus loopt het gevaar om een ‘verloren film’ te worden. Ondanks de prestigieuze festivalselecties durft geen Belgische verdeler het aan om de film uit te brengen. “We hebben de hoop nog niet opgegeven. Als er zich niemand aandient, maken we er in september zelf een evenementiële release van.”
Jacob noemt haar film een ufo, “want moeilijk te klasseren én moeilijk te positioneren. Het is geen coming-of-ageverhaal, geen kinderfilm, geen horrorprent, geen psychologisch drama. Het is van alles een beetje. Dat Les enfants perdus het goed doet op de festivals is een hele geruststelling. Ik weet dat er niets schort aan de kwaliteit. Het is alleen commercieel niet evident. De Belgische filmmarkt is erg klein én heeft
betere tijden gekend. Niemand durft nog risico’s te nemen. Zonde, maar zo is het.”
Op de festivals is men steevast onder de indruk van de onheilspellende sfeer en de sterke vertolkingen van de jonge acteurs. Ook twee dochters van Jacob, Iris en Liocha Mirzabekiantz, spelen mee. “Ik had daar ervaring mee. Mijn oudste dochter (Liocha, red.) acteerde in mijn kortfilm Juillet 96. In het begin had ik wat schrik: zal het onze relatie veranderen? Zal er ineens een ongemakkelijke hiërarchie zijn? Maar het had geen enkel nadeel. Ze was heel professioneel en alles liep op wieltjes.”
FR La moitié du globe sait déjà à quel point le premier film de la Schaerbeekoise Michèle Jacob est particulier. Le public belge va enfin pouvoir admirer Les enfants perdus au Brussels International Film Festival. Un film sur quatre enfants qui se réveillent sans parents dans une maison dans la forêt dont ils ne peuvent s’échapper. « Enfant, j’étais accro à Peter Pan », explique Michèle Jacob, qui fait jouer ses filles. « Ma cadette va se voir briller sur grand écran. J’espère que ça compensera un peu ce qu’elle a vécu quand elle a appris qu’elle était dyslexique. »
Les enfants perdus was een ander paar mouwen. “Mijn jongste dochter had de leeftijd van het hoofdpersonage, maar ze heeft een heel ander profiel dan de oudste. Ze heeft dyslexie en heeft het moeilijk met leren en emoties. Dat vraagt om een andere aanpak. Het grote voordeel is dat ze op het scherm plakt, ongelofelijk naturel is en de emoties heel goed aanvoelt. Van haar bijzondere uitstraling en feeling hebben we met haar instemming royaal geprofiteerd. Het nadeel was dat ze regelmatig last had van vermoeidheid, de tekst soms niet kende en snel geïrriteerd raakte wanneer ze dingen steeds opnieuw moest doen of voortdurend aangeklampt werd door de crew. Ze heeft véél gemopperd. Gelukkig hadden we een jeugdcoach en ken ik haar heel goed. We hebben het aangepakt zoals we haar school en studies aanpakken. We bekijken dag per dag hoe ze zich voelt en hoe ze kan functioneren. Moeilijke momenten worden altijd meteen uitgepraat en ontmijnd.”
Ook daarom wordt er extra hard uitgekeken naar de Belgische première op het BRIFF. “Eindelijk zal mijn dochter zichzelf op een groot scherm zien schitteren, in een grote zaal en in aanwezigheid van al haar vrienden. Hopelijk herstelt dat een beetje wat ze al allemaal heeft meegemaakt toen ze ontdekte dat ze het moeilijk had om te leren lezen, schrijven en tellen. Voor ons is die 29 juni heel belangrijk.”
Les enfants perdus wordt op 29/6 en 1/7 vertoond op het Brussels International Film Festival (25/6 > 3/7), briff.be
EN Half the world already knows how special Schaarbeek/Schaerbeek-based Michèle Jacob’s debut film is. At the Brussels International Film Festival (BRIFF), Belgian audiences will finally also be able to admire Les enfants perdus, a film about four children who wake up without parents in a forest that they cannot escape. “As a child, I was hooked on Peter Pan,” Michèle Jacob says, who also cast her daughters. “My youngest will finally get to see herself shine on a big screen. Hopefully that will repair what she went through when she discovered she had dyslexia.”
Earl Okin is een zelfverklaard genie en sekssymbool, a little bit of zelfvertrouwen goes a long way. De Britse muzikant en comedian, 77 intussen, begon in de jaren 1960, ging in de seventies op tournee met Paul McCartney en opende onder meer voor Van Morrison. Hij trad op in legendarische concerthuizen als Birdland en The Apollo in New York, maar brak met zijn weemoedige, jazzy bossanova nooit echt door. Het is nooit te laat om daar verandering in te brengen.
EARL OKIN 24/6, The Music Village, themusicvillage.com
“If anything could fall at all, it’s the world that falls away from me,” zong Hozier op zijn recentste album, Unreal unearth, waarvoor hij zich zowaar liet inspireren door Dante’s Inferno. Dramatische gedachten en een bombastische sound zijn de geëngageerde Ierse muzikant niet vreemd, weten we sinds zijn monsterhit ‘Take me to church’. Maar wie in de kerk van Hozier heeft vertoefd, weet dat de zanger met de machtige stem ook andere registers beheerst.
HOZIER 22/6, Vorst Nationaal, vorst-nationaal.be
Jazz Station wil uit zijn veilige, vertrouwde cocon breken en de jazz, die al te makkelijk in de vakjes ‘oud’, ‘mannelijk’, ‘elitair’ en ‘cerebraal’ wordt weggezet, helemaal herdenken. Daartoe experimenteert het een dag lang in workshops over dans en improvisatie, elektronische en akoestische muziek, loslaten en erotiek enzovoort. Het klanklaboratorium Jam’O’Gist zet vervolgens de avond in, waarna Arthur Hnatek, Dandee en Mab’ish alle remmen losgooien. (TZ)
OUT OF THE BOX 22/6, La Tricoterie, jazzstation.be
Fotografie is al een hele tijd veel meer dan een medium om de werkelijkheid vast te leggen. De Brusselse fotograaf en medeoprichter van La Nombreuse Solal Israel ziet fotografie ook eerder als een discipline die het mogelijke zichtbaar maakt. Nieuwsgierigheid en experimenteerdrift liggen ook aan de basis van de beelden op zijn tentoonstelling bij Le Jacques Franck, waarmee hij in de immense ruimte duikt tussen wat is, wat niet is en wat zou kunnen zijn.
SOLAL ISRAEL: SOON THIS SPACE WILL BE TOO SMALL > 1/9, Le Jacques Franck, lejacquesfranck.be
In de zomer van vorig jaar verloor de Brusselse kunstenscene met Margot Vanheusden een van haar kloppende harten. Sinds 2002 was ze artistiek coördinator van Établissement d’en Face Projects, waar ze genereus meeschreef aan het verhaal van een hele kunstenaarsgemeenschap. Die gemeenschap – onder wie Leen Voet, Guillaume Bijl en Danh Vo – herdenkt en bedankt haar nu met een expo.
SÌ. FOR MARGOT 23/6 > 4/8, Etablissement d’en face, etablissementdenface.com
Fotograaf en hoeder van het YouTube-kanaal La Minute Sauvage Thomas Jean ijvert al jaren voor meer biodiversiteit en een andere, juistere kijk op de verhouding tussen mens en dier. Met de tentoonstelling Sauvage vult hij nu de Passage du Nord met beelden die hij maakte in Europese stadscentra van onbevreesde herten, hongerige beren, soezende vossen, nieuwsgierige wasberen en dartele everzwijnen. (KS)
THOMAS JEAN: SAUVAGE 24/6 > 15/9, Passage du Nord, laminutesauvage.be
Na haar dertiende verjaardag manifesteren nieuwe gepersonifieerde emoties zich in het besturingssysteem van Riley. Embarrassment, Ennui, Envy en Anxiety verjagen Joy, Sadness, Anger, Disgust en Fear om vrij spel te hebben. Inside out 2, een vervolg op een van de mooiste, intelligentste en aangrijpendste animatiefilms die Pixar al voortbracht, maakt aanschouwelijk hoe hard het in een hoofd van een puber kan stormen en hoe allerlei nieuwe emoties haar laten stuiteren als een bal in een flipperkast?
INSIDE OUT 2 US, dir.: Kelsey Mann
Je vond Austin Butler al de king of cool in Elvis? Wacht tot je hem in bikersoutfit op een vintage Harley Davidson ziet cruisen in The bikeriders. De roekeloze rebel en outlaw uit vrijheidsminnende overtuiging, die bereid is om voor zijn motorclub tot bloedens toe te knokken, ziet er belachelijk goed uit. Zelfs al toont Jeff Nichols (Take shelter, Mud) ook hoe de bikercultuur van de late sixties al te snel verzoop in geweld en criminaliteit.
THE BIKERIDERS US, dir.: Jeff Nichols, act.: Austin Butler, Jodie Comer, Tom Hardy, Michael Shannon
Deze zomer hangt Cinema Galeries zijn festival L’Heure d’Été op aan Hongkong. De door China gecontroleerde metropool heeft een sensationele filmcultuur. Op het menu staan films als Game of death met kungfu-icoon Bruce Lee, het knettergekke Shaolin soccer en In the mood for love van Wong Kar-wai. Sommige films worden gratis in de openlucht vertoond in het Warandepark of de Abattoirs van Anderlecht. Wataaaaa! (NR) L’HEURE D’ÉTÉ 20/6 > 20/8, verschillende locaties, galeries.be
‘Via fantasiewerelden kijk je vrijer naar de werkelijkheid’
In de tentoonstelling Oilopa – een samentrekking van ‘oil’ (olie op doek) en ‘Europa’ – verbindt de Duitse Jana Euler de politieke bubbel van de Europawijk in Brussel met zijn tegenhanger in Frankfurt: de financiële hub met de Europese Centrale Bank als middelpunt. Tussen die twee steden verdeelt Euler zelf haar tijd én loopt in de expo in Wiels symbolisch de Oilopa Allee of Oilopalaan. “Ondanks alle marketingtrucs blijft het een veelal levenloze plek, vol eendere gebouwen in cappuccinokleuren,” zegt Euler over de buurt rond de bestaande Europa-Allee in Frankfurt. In het schilderij Das Investment torenen de anonieme kantoren boven de kunstenaar uit, terwijl ze aan een kiosk van een koffie nipt. Koffie is overal in de expo, als brandstof én als favoriete vrijetijdsbesteding.
Euler is een scherp sociaal satiricus, met veel humor. “Ik schep semiutopische fantasiewerelden. Niet om aan de werkelijkheid te ontsnappen, maar om er op een vrije manier naar te kijken,” zegt ze. Politieke verwijzingen zijn zeldzaam, al brengt ze wel de concrete dreiging van een grexit in herinnering met Painting out of focus of Greece leaving Europe. Het maakt deel uit van een vroege serie, waarin ze experimenteerde met onscherpe beelden – een van de vele stijlen die ze zich in de voorbije twintig jaar eigen heeft gemaakt.
Oilopa zet die wendbaarheid mooi in de verf en toont tegelijk hoe bepaalde personages vaak terugkomen in haar werk. Zoals de meerhoorns, opgeblazen eenhoorns, waarvan het MoMA in New York er eentje heeft hangen. Die kunnen onder meer verwijzen naar Disney-figuren, mythes of ambitieuze start-ups. Het is een toegankelijk beeld, dat vele interpretaties toelaat. Euler roept graag meer vragen op dan ze beantwoordt.
Zeker de angstige haaien van haar serie Great white fear, met hun fallusvormen en stilistische referenties aan mannelijke schilders, bieden voer voor discussie – zoals over de impact van MeToo op de kunst. In Wiels toont Euler de haaien in miniatuurformaat, in de vorm van 111 kleine keramieksculpturen. Ertegenover hangt een zelfportret van Euler die een selfie neemt met deze nieuwe versie van haar werk uit 2019.
“Dit is geen retrospectieve,” legt Euler uit, “maar een tussenstop, waarbij ik zowel achteruit als vooruit kijk.” Speciaal voor Oilopa schilderde ze ook een update van haar werk In Brussels uit 2013, een zicht op de stad vanaf een terras nabij het Zuidstation. ANDY FURNIERE
Jana Eulers tentoonstelling Oilopa is van 21/6 tot en met 29/9 te zien in Wiels, wiels.org
Naastdeceremoniesen officiëlecompetitiesnodigt hetBRIFFuuitomvier klassiekers,dieeennieuwe windwaaidendoorheende Europesecinema, te(her)ontdekken metonze selectie...
Eruit gaan met een klapper, dat is de bedoeling van een nieuwe generatie circustalent op de École Supérieure des Arts du Cirque. De strenge docentenjury van ESAC geeft de afzwaaiende studenten wel maar zeven minuten om in één act te laten zien wat hun driejarige opleiding heeft opgeleverd. Opgeteld levert dat wel een gevarieerde circusmarathon op van virtuozen van over de hele wereld. Daarna worden ze met trapeze en kanon de tent uit gekatapulteerd, de echte wereld in. (MB)
EXIT 19 > 23/6, Les Halles, leshalles.be
Freestyle Lab, de organisatie die al jaren de Belgische hiphopdansscene ondersteunt, komt met een nieuw festival. Dat doet op een gebalde manier op één week wat ook gewoon gedurende het jaar gebeurt: initiaties, jams, battles, workshops en shows in het teken van hiphop en andere street- en clubdansen geven. Met Théâtre de la Vie als uitvalsbasis en een afsluitende hip-hop crew battle in Les Halles. (MB)
FESTIVAL FREESTYLE LAB 24 > 30/6, Théâtre de la Vie & Les Halles, freestylelab.be
Elf jaar geleden verscheen in de schoot van een schitterend gezelschap Brusselse illustratoren het allereerste nummer van Cuistax, een tweetalig fanzine voor kinderen, dat even piekfijn als speels in een groot gat in de markt dook. Deze week presenteert het collectief in Buvette ABŸ zijn laatste nummer: ‘Bouquet final’. Een moment dat alleen kan worden onthaald op een traantje, een dankbetuiging, een staande ovatie en een ontzagwekkende bos bloemen.
CUISTAX: BOUQUET FINAL 23/6, Buvette ABŸ, Instagram: cuistaxfanzine
Al twintig jaar opent Passa Porta de deur voor schone letteren, schone schrijvers en een schoon publiek. Het literatuurhuis grijpt zijn verjaardag aan om de deuren extra ver open te duwen en je een glimp te gunnen achter de schermen van dit Brusselse passieverhaal. Van 9.30 tot 22.30 uur kan je er terecht voor een inkijk in de schrijversresidentie, een literaire bingo, een workshop tijdreizen, een open mic of een yogasessie.
ZOMERSE OPENDEURDAG BIJ PASSA PORTA 22/6, Passa Porta, passaporta.be
Fête de la Musique viert de zonnewende naar jaarlijkse gewoonte met een karrenvracht aan concerten op de meest uiteenlopende plaatsen. Zo trekt Blondy Brownie naar de keuken van Super Fourchette, draait Adja een strik rond het Koningin Astridplein in Jette, slaat Steffig Raff een ace in Brasserie de la Mule, doet de futuristische jazz van Echt! het Jubelpark joelen en geeft Témé Tan acht in het Legermuseum. (TZ) FÊTE DE LA MUSIQUE 20 > 23/6, verschillende locaties, fetedelamusique.be
L’employé du moi ontstond rond de millenniumwende, toen een stel Brusselse stripmakers een manier zocht om zijn waren op professionele wijze aan de man te brengen. In de bijna-kwarteeuw die volgde heeft de stripuitgeverij met de jaloersmakende naam zich ontpopt tot een uniek gevooisde speler in de speeltuin van de negende kunst. De equipe richt tijdens een teambuilding bij Sterput een spot op haar recente publicaties.
Eat & Drink
Anna Bochdreef 19-21, Brussel, Instagram: zennebar
De multiculturele en door een heel efficiënt team geleide Zennebar van Brasserie de la Senne biedt nu ook verleidelijke snacks aan. KLOK/Zenne is onze aanrader voor deze zomer.
Brasserie de la Senne is een pionier in de heropleving van het Brusselse bier, geleid door Yvan De Baets en Bernard Leboucq. Florent Ladeyn is een chef-kok uit het noorden van Frankrijk. Een ontmoeting tussen beide was onvermijdelijk. Ze delen gemeenschappelijke waarden als vakmanschap, een voorkeur voor lokale producten en een passie voor goede dingen.
Wat eerst eenrichtingsverkeer was – Ladeyn is een vaste klant van de Brusselaars – is uitgegroeid tot een complexere relatie. Via zijn restaurant KLOK aan het Rouppeplein, waar een zekere Jordan Joubert schittert, stelde de
Franse kok het Belgische duo voor om een kleine kaart te bedenken voor de gezellige en populaire Zennebar aan Thurn & Taxis.
Op het menu staan snacks met een nostalgisch tintje: ‘frikandel speciaal’ (5 euro), ‘KLOK fried chicken’ (8 euro), ‘KFC burger’ (12 euro), ‘mimolette cheese croquettes’ (8 euro) en ‘Belgian fries’ (5 euro). Achter de gerechten schuilen een bewuste aanpak – alles wordt in huis gemaakt in het atelier in Boeschepe –, eersteklas ambachtslieden – zoals groenteboer Dries Delanote uit Ieper en slager Charles-Henry Terrier uit Steenvoorde – en een slim hergebruik van producten.
Dat merk je aan de gefrituurde kip, gemarineerd in melk, kruiden en bier, die een frisse smaak heeft. Daarbij komt een pittige saus (1 euro) gemaakt van gefermenteerde pepers en een gastrique. Ook
vermeldenswaard is de frikandel, gemaakt van varkensvlees en jeneverbes. Geserveerd met bietenketchup, zelfgemaakte mayo en uien, doet het gerecht denken aan de manier waarop het in Nederland wordt gepresenteerd.
Ook als vegetariër heb je meerdere opties: de falafel van gekiemde linzen (8 euro), een seizoenssalade (6 euro) – die avond op basis van kikkererwten, courgette en munt – of de tempura van oesterzwammen (8 euro). Met een publiek dat net zo divers is als de hoofdstad, een even efficiënt als vriendelijk team en tal van bieren die ontdekt willen worden – zoals de sensationele Druid Lager met een alcoholgehalte van 2,6% (3 euro voor 25cl) – kan je hier de hele zomer terecht om te genieten.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
‘De
Muzikant Susobrino van label en collectief Noannaos bouwt zaterdag met vier bevriende acts een Latin core-feestje op het rooftop-festival Out Loud van de Beursschouwburg. Voor het dak eraf gaat, deelt hij hier vijf levenswijsheden.
door Michaël Bellon
Als je intentie goed is, hoef je je niet te verantwoorden Ik ben een beetje een overthinker. In gesprekken vraag ik me soms af of mensen me misschien niet verkeerd interpreteren of negatief vertalen. Een oude vriend verzekerde me dat als je intentie goed is tijdens zo’n gesprek, je je daar niet druk over hoeft te maken. Ik kan nu eenmaal niet ieders brein linken aan het mijne.
Een vriendengroep met verschillende achtergronden en skills is enorm inspirerend Ik heb vrienden van over de hele wereld, die allemaal een andere opvoeding en thuissituatie hebben gehad. Dat geeft je meer inzichten en respect voor de complexiteit van het leven. De vrienden van Noannaos, PDJ, Brikabrak, Gloom Club, Decoratelier, Vieze Voorzitter, Verseas en Inhumaine hebben allemaal uiteenlopende achtergronden. Dat zorgt voor coole ideeën, waardoor je blijft groeien.
Wacht op niemand, want niemand wacht op jou Dat klinkt heftig, maar wat ik bedoel is dat je zelf initiatief moet nemen. Zo ben ik momenteel in Mexico, omdat ik mezelf min of meer heb uitgenodigd bij een vriend die onlangs had laten vallen dat hij me hier shows kon fixen. Dan moet je niet wachten op een officiële uitnodiging.
Ga eens alleen op reis
Zowel mentaal als sociaal is dit een aanrader. Jij beslist waar je naartoe gaat en wie je wilt leren kennen. Door in je eentje in een andere cultuur te stappen, kan je ook echt je persoonlijkheid veranderen.
Geef liefde aan de wereld
Dit behoeft niet veel uitleg. Ik voel dat de wereld liefde nodig heeft. En ik geloof ook dat als ik liefde en passie in mijn muziek steek, ik ze ook kan doorgeven.
Susobrino, King Kami, Nick León, DJ Hidrataccioni & NMSS staan op 22/6 op Out Loud, beursschouwburg.be; op 20/11 speelt Susobrino in de AB, abconcerts.be
De grote Gelukkig
Zijn Sessie
DONDERDAG
Brussel D anst
Dance Battles MET
MetRonny Mosuse, Helmut Lotti, Loes
Van den Heuvel, Hériti er Tipo,...
Sprookjesco ncert (+4j)
En ze zongen n og lang en gelukkig
Ancie nne Belgique
Wandeli ngen & fietstochten
En nog veel meer…
Zet jij je graag in voor mensen? Ben je toekomstgericht en wil je een maatschappelijk relevante job? Perfect, dan zoeken we jou! Solliciteer nu bij stad Vilvoorde, een dynamische en multiculturele stad die iedere dag in beweging is.
Stad Vilvoorde maakt werk van een diversiteitsbeleid. We moedigen iedereen aan om te solliciteren ongeacht leeftijd, culturele achtergrond, beperking, seksuele oriëntatie, geslacht of genderidentiteit.
Op zoek naar een nieuwe professionele uitdaging? Of je nu administratief sterk bent, graag met je handen werkt, sociaalvoelend bent, cijfers helemaal je ding zijn of wil meebouwen aan een stad klaar voor morgen.
Vind alle jobs op vilvoorde.be/vacatures
Vilvoorde
Vanaf september breidt Syntra uit op de mooiste campus van Brussel en opent ze haar gloednieuwe ateliers in het historische Gare Maritime op de site van Tour & Taxis. De opleidingen rond elektriciteit, sanitair, fietshersteller, kapper, mode en duurzame energie zullen hier hun nieuwe thuis vinden.
Benieuwd naar de rest van onze opleidingen? Ontdek ze hier: