BRUZZ editie 1960 (10-12-2025)

Page 1


Regisseur Joachim

Lafosse zocht hulp na toxisch leiderschap

Elsene bindt de strijd aan tegen spuwen op straat

Matt Berninger en Tom Smith zingen in de kerk van Laken

Neurodiversiteit

AUTISME IN DE STAD

‘Brussel maakt me moe én stimuleert me’

Future-proof gebouwd, duurzame architectuur

Gelegen op strategische groeilocatie

Investeren aan 6% btw-tarief* mogelijk

Sterke verhuurmarkt met hoogopgeleide expats

ONTDEK DE STRAFSTE VASTGOEDBELEGGING IN DE BRUISENDE HOOFDSTAD VAN EUROPA

Zorgeloos genieten dankzij onze verhuurservice thegardenbrussels.be 02 307 44 44

*onder voorwaarden. De beelden in deze advertentie zijn louter illustratief en niet bindend. Kolmont kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van deze advertentie.

Formatiegesprekken Tijd voor alternatieven

Dat Brussel sinds kort het Belgische record regeringsvormen heeft verbroken, is intriest. De doorsneeburger beseft het misschien nog niet, maar op deze manier rijden de formateurs het Gewest het ravijn in en die klap zal iedereen merken.

Te midden van die tristesse was er vorige week ook een optimistisch bericht. Honderden vooraanstaande Brusselaars – van rectoren, bedrijfsleiders en burgeractivisten over professoren tot sociale en cultuurspelers –schoven een alternatief voor de impasse naar voren. Onder de naam 541 WeAreBrussels stellen ze een drieledig plan voor: stap één is een conclaaf waarin de partijen onderhandelen tot ze een regering vormen. Bij gebrek daaraan willen ze dan een expertencomité oprichten, met beleids- en budgetvoorstellen. En op lange termijn moet er een burgerconventie komen, naar het model van de G1000. Een B1000 zeg maar, die helpt om de contouren van het Gewest van de toekomst te tekenen.

Fouad Ahidar (TFA). Dat doet Frédéric De Gucht (Open VLD) om van het etiket van PS-lakei af te raken. En dat doet Georges-Louis Bouchez (MR) door alle ruimte op rechts op te eisen, desnoods door een kerststal af te schilderen als een aanval op ‘onze waarden’. Als politici niet meer doen waarvoor ze verkozen zijn, is het niet absurd om andere opties te overwegen. Binnen het klassieke formatiespel zou je dan na 550 dagen een keer verkiezingswinnaar Team Fouad Ahidar (TFA) op het toneel verwachten. De nieuwe partij zou onder meer ‘instabiel’ zijn, maar dat verwijt klinkt steeds vreemder uit de mond van politici die niets voor elkaar krijgen. Toch blijft TFA wellicht aan de zijlijn, liet PSvoorzitter Paul Magnette dit weekend weten. Het lijkt de enige zekerheid in dit politieke treurspel: Brussel is vandaag vooral een ‘vetocratie’.

“Misschien moet de burger het overnemen van de falende onderhandelaars”

Het voorstel van het collectief is nog vaag en roept veel vragen op. Nieuwe structuren boven op een complexe politieke situatie, is dat niet te veel van het goede? Toch zijn er goede redenen om de voorzet niet zomaar opzij te schuiven. De allereerste reden leveren de hoofdrolspelers in de huidige non-formatie. 550 dagen ter plaatse trappelen, dat komt neer op een bekentenis: “Wij kunnen en willen het gewoon niet.”

Het loont daarbij om nog eens de vinger te leggen op de kern van die onkunde: verschillende protagonisten vinden het besturen van ondergeschikt belang. Wat wél telt? De eigen partij of persoon profileren. Dat is wat Ahmed Laaouej (PS) doet tegenover PVDA én Team

Her en der wordt er ook naar het federale niveau gekeken, dat de regie over Brussel moet overnemen. Dat is veel makkelijker gezegd dan gedaan en kan volgens de Brusselwet maar voor enkele beleidsdomeinen.

En dan is er dus nu nog de drietrapsraket van het collectief 541 WeAreBrussels. Of een conclaaf zoden aan de dijk brengt, is nog maar de vraag. Een expertencomité en een burgerconventie kunnen onze politici er alvast geregeld aan herinneren dat ze niet verkozen zijn om de hele tijd in de spiegel te kijken en hun score in de peilingen te verhogen. Burgers verwachten oplossingen voor reële problemen: betaalbare woningen, een leefbare en veilige stad, een economie die draait, een sociaal vangnet en een gezonde begroting. En ja, de weg daarheen vraagt water in de wijn.

Benieuwd wat het burgercollectief op dat vlak op de menukaart heeft staan.

In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.

Lees meer De Brusselse CEO Emmanuelle Ghislain weigert de gewestbelasting te betalen bij gebrek aan een nieuwe regering, p.14

Rappe Rik vindt zijn droomhuis in één klik.

Download rap de Zimmo app

‘A thousandexperiences in one single gesture’

Bozar

Inhoud

Artiesten zoeken steeds vaker speciale concertlocaties op. Een kerk of de basiliek van Koekelberg bijvoorbeeld.

OP DE COVER

16 Gezondheid In Brussel is het lang wachten op een autismediagnose

ACTUALITEIT

03 Vooraan Tijd voor alternatieven

06 Het gesprek Rosie Coetsier schreef een boek over ‘rossisme’: ‘Mijn generatie maakt alles bespreekbaar, ook ros zijn’

10 Fenomeen van de week Warmtenet in Noordwijk is Europese primeur

11 Cartoon Delphine Frantzen

14 Opinie ‘Waarom ik mijn onroerende voorheffing niet meer betaal’

COLOFON

28 Concerten Artiesten treden steeds vaker op in unieke locaties

VERHALEN

22 Samenleving Affichecampagne met lama’s moet spugen op straat tegengaan in Elsene

ELKE WEEK

12 In beeld

12 In het nieuws

14 Stadsleven Vogelen

21 Botanisch Brussel Workshops om kerstkransen te maken spreken alle leeftijden aan

26 Hang-out Kiki

34 Column Nachtraven

35 City Jobs Hans Groeninck verdelgt ongedierte

SELECT

37 Joachim Lafosse keert terug na de controverse en zoekt in zijn nieuwe film eindelijk het licht op

41 Klein onderhoud Lara Staal

43 Eat & Drink Mauvais Choix

44 Inzichten Grace Tjang

BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw, een abonnement binnen Europa kost 119 euro per jaar, buiten Europa 139 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Angela Mngongo 02-650.10.81 angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be KLACHTEN? klachten@bruzz.be - www.bruzz.be/klachten ALGEMENE DIRECTIE Johan Goossens ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Eleanor Denneman, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Jasper Croonen, Andy Furniere, Amber Janssens, Rieneke Lammens, Niels Ruëll, Maria Saldi, Marjon Udo, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Aurélien Garcia, George Holmer, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Tiene Carlier, Bart Dewaele, Kim Duchateau, Delphine Frantzen, Ivan Put, Sophie Soukias, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Johan Goossens, Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

‘Ik ben meestal de enige ginger in de kamer’

Rosie Coetsier over haar strijd tegen ‘rossisme’

Mensen die ongevraagd je lokken aanraken, vragen over de kleur van je schaamhaar en vooroordelen over seksuele losbandigheid. De Brusselse Rosie Coetsier wil komaf maken met rossisme en schreef er een boek over.

“Het is makkelijker om een rosse vrouw dan een rosse man te zijn.”

door Maria Saldi foto’s Tiene Carlier

Zet u schrap, ’t is een rostje”, zei haar vader tegen haar moeder toen haar hoofdje kwam piepen bij de bevalling. Coetsiers moeder was heel blij dat ze haar roodharige genen had doorgegeven, maar dat ze Rosie heet – officieel Rosanne – bleek eerder toevallig. “Eigenlijk zou het Rosa worden, maar onze kip, die trouwens ook ros is, had dezelfde naam al.”

Zevenentwintig jaar later zal ook de rest van de wereld het geweten hebben dat Rosie Coetsier rood haar heeft. Na haar studies en een uitwisseling in Australië verruilde ze thuisstad Gent vijf jaar geleden voor Brussel. “De beste beslissing ooit, ook al kom ik niet per se meer rosse mensen tegen”, zegt ze. Drie jaar geleden begon ze vervolgens met de opnames van de razend populaire De Rossistische podcast, die binnenkort een tweede seizoen krijgt. Haar boek Ros stelt ze op 16 januari voor in de Pianofabriek in Sint-Gillis.

Valt er dan zoveel te zeggen over rood haar?

ROSIE COETSIER: Ja, want er wordt bijna nooit over gepraat. Toen ik een paar jaar geleden nog maar eens gecatcalled werd over mijn ros haar, deed ik in een TikTokfilmpje mijn

beklag. Ik vroeg me af waarom mensen nog altijd zulke opmerkingen maken en voelde dat ik er iets mee moest doen.

Ik ging op zoek wat er al over ros-zijn geschreven was. Bijna niets, zo bleek, al vond ik wel een Amerikaanse podcast How to be a redhead. Daardoor raakte ik geïnspireerd. Zonder al te veel nadenken heb ik bekende Vlamingen zoals Jelle Cleymans en Linde Merckpoel om een interview gevraagd. Zij waren tot mijn grote verrassing meteen enthousiast om mee te doen.

De weerklank die mijn podcast heeft gekregen in het Vlaamse medialandschap gaf me de bevestiging dat het wel degelijk om een relevant thema gaat. Een boek schrijven was nooit mijn ambitie, maar toen uitgeverij Pelckmans me contacteerde, heb ik meteen toegehapt. Er bestaan veel misvattingen over ros haar, het was hoog tijd om het verhaal vanuit ons perspectief te vertellen.

Met welke stereotypen krijgen rosse mensen te maken?

COETSIER: Dat hangt sterk af van je gender. Het is sowieso makkelijker om een rosse vrouw dan een rosse man te zijn. Rosse jongens worden als sukkelachtig of als

clowns gezien. Denk maar aan personages zoals Ron Wemel in de Harry Potter-reeks of Ronald McDonald, het geel-rode icoon van hamburgerketen McDonald’s. Roodharige mannelijke acteurs krijgen bijna nooit de hoofdrol in films of series.

Bij vrouwen wordt rood daarentegen gezien als exotisch en sensueel. Kijk naar Jessica Rabbit of de De Geboorte van Venus van Sandro Botticelli. We zijn al eeuwen het object van schilderkunst, omdat rood haar zeldzaam is en opvalt. Toen ik negentien was en bij Volvo werkte als jobstudent zei een collega dat ik waarschijnlijk “veel pit” had. Ik wou zijn hoofd eraf pitten

Waar komt het idee vandaan dat rosse vrouwen goed in bed zijn?

COETSIER: De kleur rood wordt geassocieerd met passie en vuur. Een geschiedkundige

“Ik knik altijd naar rosse mensen op straat”

die ik heb geïnterviewd, legde de link met biologie. Roodharigen hebben een andere variant van het MC1R-gen, waardoor ze, behalve rosse haren, ook een lichte huidskleur hebben. Daardoor maken we vanzelf meer vitamine D aan, wat andere mensen uit de zon moeten halen. Vitamine D heeft dan weer een invloed op de botgezondheid, waardoor rosse vrouwen sterkere bekkens ontwikkelen en dus betere voortplantingspartners zouden zijn.

Die vooroordelen rond seks bleven hangen, terwijl rosse vrouwen helemaal geen hoger libido hebben dan gemiddeld. Studies tonen wel aan dat ze meer tevreden zijn over hun seksleven, maar dat geldt ook voor vrouwen die hun haar rood kleuren. Dat lijkt dus niet biologisch, maar eerder maatschappelijk bepaald.

Door met experten te spreken, heb ik veel bijgeleerd over mezelf. Wist je dat rosse mensen anders reageren op pijn?

Voor elektrische prikkels ben ik bijvoorbeeld minder gevoelig, maar op warmte reageer ik net sterker. Dat is belangrijk als je een verdoving moet krijgen. Mijn tandarts weet dat ze mij een hogere dosis moet inspuiten, maar ik heb al horrorverhalen gehoord van rosse mensen die tijdens een operatie wakker zijn geworden. Er wordt ook onderzocht of we al dan niet beter tegen alcohol zouden kunnen, maar daar is er nog niet genoeg bewijs voor.

Je noemde je podcast De Rossistische podcast. Vormen rosse mensen echt een gediscrimineerde minderheidsgroep?

COETSIER: Ik wist dat die naam veel reacties zou uitlokken, ook negatieve. Ik hoor weleens dat wij als roodharigen niet het recht hebben om te zagen, want het is máár een haarkleur. Ik zeg zeker niet dat we discriminatie meemaken op dezelfde schaal als mensen van kleur, maar discriminatie is een spectrum, met aan de ene kant de ergste onderdrukking, en aan de andere kant lachende opmerkingen die blijven steken.

“Iemand vertelde me dat hij het moeilijker vond om uit de kast te komen als ros dan als gay”

Toen de gingers-are-black-meme viraal ging, voelde het alsof de zwarte gemeenschap ons in de armen sloot. Al gebeurde het niet op dezelfde schaal, ook wij hebben een geschiedenis van onderdrukking. Kinderen van de Thraciërs, een volk met veel roodharigen, werden als slaaf verkocht aan de Grieken en ingezet als clowns in de Griekse theaters. Zo ontstond het stereotype van de gingerclown. Wie er anders uitziet in deze samenleving, zal het geweten hebben.

Je omschrijft jezelf liever als ‘ros’ dan als roodharig. Probeer je daarmee een term met een eerder negatieve bijklank te reclaimen?

COETSIER: Ik zeg meestal zelfs ‘rost’, omdat ik van Gent ben. Sommige rosse mensen vinden dat een beledigende term, omdat die al eens negatief wordt gebruikt. “Hij moet zwijgen, want het is een rosse”, bijvoorbeeld. Zij hebben liever dat je hen Venetiaans blond noemt. Alsof ros per definitie lelijk is, en het met een andere term verbloemd moet worden.

Voor mij voelt ‘ros’ totaal niet negatief. Die connotatie is ook cultureel bepaald. Het woord ginger is in veel landen een belediging, maar in Australië totaal niet. Daar gebruiken ze het woord ranga als scheldwoord voor roodharigen. Dat komt van orangutan, een rosse aap dus.

Heb je zelf ooit gewenst dat je geen rood haar had?

COETSIER: Nee, maar ik heb dat wel vaak gehoord van de rosse mensen die ik interviewde. Iemand vertelde me dat hij het moeilijker vond om uit de kast te komen als ros dan als gay. Zijn hele leven had hij zijn rosse haren gekleurd, tot zijn borsthaar en okselhaar toe.

Kinderen op school probeerden me wel te pesten, maar ik was met andere dingen bezig. Mijn moeder had mij ingeschreven in een castingbureau, dat mijn haarkleur net hard apprecieerde, en zelf noemde zij mijn lokken goud. Dankzij haar heb ik me altijd goed gevoeld. “Zeg tegen pesters dat jij je haar tenminste nog kan kleuren, maar dat zij hun lelijke gezicht niet kunnen veranderen”, gaf ze me mee.

Pas toen ik ouder werd, raakte het me meer, onder meer door de seksualiserende opmerkingen van mannen. Over mijn zus ging de roddel dat ze van sm zou houden, puur omdat ze ros is. Ik ben me hyperbewust geworden van de male gaze, de mannelijke blik op de wereld, waardoor ik discreter ben in hoe ik iets post op sociale media of wat ik aandoe op straat. Ik ben zelfs op een punt gekomen dat ik geen

BIO

• Geboren in 1998 in Gent

• Studeerde Film&Televisie aan de UGent

• Lanceerde in 2022 ‘De Rossistische podcast’, met onder anderen Jelle Cleymans en Linde Merckpoel. Maakt nu een tweede seizoen

• Is fotograaf, dj en contentcreator

• Publiceert het boek ‘Ros’ in januari

Rosie Coetsier: “Uiteindelijk vind ik het echt een troef om ros te zijn. Het is gewoon supernice om eruit te springen in het leven.”

mannen in de ogen kijk, omdat ik geen reactie wil uitlokken. Ik wil niet het onderwerp zijn van hun fantasie.

In je podcast interviewde je onder anderen je moeder en je grootvader. Is het gedrag tegenover rosse mensen door de jaren heen verbeterd?

COETSIER: Ik denk het wel. We worden al iets minder stereotiep afgebeeld dan vroeger. Elke generatie wordt assertiever. Bij mijn grootvader hebben ze een hele pluk haar uitgetrokken, en als een man op de kont van mijn moeder slaat, zou ze dat gewoon weglachen. Mijn generatie maakt alles bespreekbaar, ook ros zijn. Daardoor worden roodharigen altijd trotser.

Community is daarbij belangrijk. Ik knik altijd naar rosse mensen op straat, en door mijn podcast is mijn roodharige netwerk serieus gegroeid. Ik ga ook al een paar jaar naar de Redhead Days in Nederland, een festival voor roodharigen. Het voelt vreemd om plots omgeven te zijn door alleen maar rosse mensen, terwijl ik meestal de enige ginger in de kamer ben.

En toch, op die dag zou je je veilig moeten voelen, maar er komen heel wat single mannen op af die op zoek zijn naar een partner. Daar komen nog de vele hobbyfotografen bij, vaak kalende, witte mannen die om de vijf minuten foto’s van ons nemen, alsof ze een free pass hebben om iedereen te seksualiseren. Dat rood haar bij vrouwen aantrekkelijk wordt bevonden, is een mes dat aan twee kanten snijdt. Uiteindelijk vind ik het echt een troef om ros te zijn. Het is gewoon supernice om eruit te springen in het leven.

‘Ros: de waarheid over roodharigen ontkruld’, van uitgeverij Pelckmans komt uit op 5 januari en wordt voorgesteld op 16 januari in De Pianofabriek.

LE COMBAT DES ROUX

FR/Rosie Coetsier s’attaque aux stéréotypes et préjugés liés aux personnes rousses dans un livre et un podcast. Elle y montre comment elles sont parfois discriminées et souligne l’importance du genre dans ces expériences. Malgré les clichés, elle revendique sa couleur de cheveux comme une force et œuvre à créer une communauté positive

FIGHTING REDHEAD BIAS

EN/ Rosie Coetsier challenges stereotypes and discrimination against redheads. Through her book and podcast, she highlights gender’s role, celebrates assertive redheads, and builds a positive community around hair colour.

Energie Warmtenet in de Noordwijk is Europese primeur

In het Maximiliaanpark in de Noordwijk zijn de werken begonnen voor een opmerkelijk project: een warmtenet dat zijn energie uit de ondergrond van de openbare ruimte haalt.

In de hoek van het Maximiliaanpark staat een eigenaardig rupsvoertuig, dat geduldig metalen buizen de grond in boort. Terwijl de boorkop altijd dieper gaat, stuwt de installatie tegelijk de inhoud van de buis met water naar boven, in een grote container. “We zijn een veertigtal meter diep, maar gaan tot honderdvijftig meter”, vertelt Martin Wodon van de firma Well Done Drill.

Elke drie meter gaat een werknemer van het boorbedrijf met een keukenzeef aan de buis staan, die in de container uitmondt. De vaste materie die in het zeefje achterblijft, verdwijnt in een plastic potje waar telkens de diepte op genoteerd staat.

“Het is fascinerend om te zien hoe de ondergrond telkens verandert”, vertelt Wodon. “We weten wel ongeveer wat we op welke diepte kunnen verwachten. Nu zitten we tot een meter of vijftig diep bijvoorbeeld in kleilagen, maar soms zijn er toch verrassingen. Tussen zes en negen meter diep bleek er bijvoorbeeld relatief vers organisch materiaal te zitten. Op een of andere manier wordt dat daar dus ondergronds naartoe gebracht.”

Zodra de boorkop de honderdvijftig meter bereikt, wordt beton in de schacht ingebracht, met centraal een leiding met een warmtesonde. Die meet vervolgens de mate waarin de grond warmte geleidt en opslaat. De resultaten bepalen hoeveel sondes er nodig zijn in het definitieve warmtenet en waar die het best komen.

Warmte en koelte

De proefboring in het Maximiliaanpark maakt deel uit van het groots opgezette project Be.SHARE. Over enkele jaren wil het Gewest, in samenwerking met de Stad en verschillende partners, hier een warmtenet uitbaten op basis van twee verschillende warmtebronnen: geothermie (warmte of koelte uit de bodem) en riothermie (idem, maar dan op basis van het rioolwater). De bestemming van die energie? 330 – grotendeels sociale – woningen in de wijk, kantoorgebouwen en gemengde panden. In de winter geeft de technologie warmte, maar in de zomer kan het systeem ook koelte bieden.

“Dat de gebouwen zulke verschillende functies hebben, is een troef”, legt Tine Cooreman van Leefmilieu Brussel, dat het

project coördineert, uit. “Overdag zal de warmte vooral dienen voor de kantoren, die hun warmte ‘s avonds op hun beurt doorgeven aan de woningen.”

Warmtenetten zijn een manier om te verwarmen of te koelen en daarbij amper CO2 uit te stoten. Nieuw is dat principe niet. In Neder-Over-Heembeek functioneert er bijvoorbeeld al een die de restwarmte van de verbrandingsoven als energiebron neemt. En ook warmtenetten op geo­ en riothermie zijn niet nieuw. Toch is dit project uitzonderlijk, benadrukken de betrokkenen. “De energiebron van een warmtenet is vrijwel altijd de ondergrond onder privégrond,” zegt Grégory Meys, CEO van warmtenetspecialist Karno. “Maar hier kunnen we de ondergrond van het openbare domein gebruiken, dat is een primeur voor Europa.”

Het is een van de redenen waarom de Europese Unie de eerste fase van het project voor 80 procent of 5 miljoen euro, financiert. De knowhow uit het Brusselse project moet later ook in andere Europese steden worden ingezet. Manresa (Spanje), Leeuwarden (Nederland) en Jablonec (Tsjechië) zijn daarom partners van het project. Het is de bedoeling dat het buitenland leert van Brussel. Niet enkel op technisch vlak maar ook op het vlak van beheersstructuur, de zogenoemde governance. “De grootste uitdaging zit hem daar”, zegt Tine Cooreman van Leefmilieu Brussel. “Verschillende partners op één lijn krijgen en de bewoners betrekken. Dat gebeurt hier ook, onder meer via participatieve workshops.” Dat een voorbeeldproject geen overbodige luxe is, vindt

procent van de eerste fase van het project wordt door de EU gefinancierd. Het gaat om 5 miljoen euro

meter diep gaan de boringen voor het warmtenet om de ondergrond te onderzoeken

ook Karnobaas Grégory Meys. “Vandaag weten veel overheden nog niet goed wat ze aan moeten met warmtenetten. Er is wel interesse, maar zodra blijkt dat er voor een warmtenet bijvoorbeeld een straat moet worden opengelegd, is er vaak onbegrip. Dat geldt echter evengoed voor stroom, gas of een riolering.”

De ene overheid is daarbij de andere niet, merkte Meys. “In Wallonië zijn heel wat lokale overheden al mee. In Brussel, met zijn ingewikkelde structuur, vordert het wat langzamer. Nochtans zal de gebruiker van het park hier absoluut geen hinder van ondervinden zodra het net er ligt. Behalve hier en daar een soort metalen deksel, zal er niets van te merken zijn.” Ook tijdens de werken zou het warmtenet niet veel extra hinder moeten veroorzaken. Het Maximiliaanpark verandert de volgende jaren sowieso al in een werf in het kader van een geplande heraanleg.

Honderden gezinnen

Voor het Brussels Gewest kadert de aanleg van het warmtenet in zijn zogenoemde ‘gezoneerde visie’ op energie. Die houdt in dat de energietransitie niet op het niveau van één woning wordt bedacht, maar voor grotere zones in de stad. Eén bewoner die een dure warmtepomp met geothermie plaatst voor zichzelf of een installatie die in een klap honderden gezinnen van warmte voorziet, dat is een wereld van verschil op het vlak van efficiëntie en kosten. Voor verschillende zones van de stad bepaalde het Gewest welke technologie het best past, een oefening die uitmondde in een warmtezoneringskaart.

Als alles volgens plan loopt, moet het warmtenet in de Noordwijk begin 2028 af zijn.

KRIS HENDRICKX

© KRIS HENDRICKX

In beeld door Thomas Driesen

In het nieuws

07/12 | Landbouwbeurs

Agribex wil veeprijskampen terug. De Brusselse land- en tuinbouwbeurs

Agribex noteerde dit jaar een lichte daling van het aantal bezoekers. De vorige editie in 2023 lokte zowat 75.000 mensen

naar de beurs, de editie dit jaar bleef daar ongeveer 5 procent onder. De daling is volgens de organisatoren onder meer te verklaren door de afwezigheid van de veeprijskampen. Die zijn sinds 2024 verboden. Agribex wil die nu terug.

“Het is deel van het DNA van de beurs”, zegt Alain Vander Cruys, Event Coördinator bij Fedagrim.

06/12 | Grote ontreddering bij stadszender BX1 na zware ontslagronde. Acht mensen verlaten de Brusselse stadszender BX1, onder wie vijf journalisten. Sommigen hebben meer dan twintig

jaar ervaring. Het gaat om schermgezichten als Murielle Berck, Valérie Leclercq en Cyprien Houdmont. BX1 verhuisde onlangs naar het nieuwe gebouw Frame op de Reyerslaan.

05/12| Nieuw ‘politiehuis’ geopend in Anderlecht. Het nieuwe politiehuis van de zone Zuid werd vrijdag

officieel ingehuldigd. Het gebouw ligt in de Tweestationsstraat in Anderlecht, niet ver van het Zuidstation, en op het snijpunt van de drie gemeenten van de zone: Anderlecht, Sint-Gillis en Vorst. Het complex wordt het nieuwe hoofdcommissariaat van de zone en moet plaats bieden aan meer dan zevenhonderd

De tape die de hoofdstad bij elkaar houdt

Een met tape herstelde spiegel of een loshangende nummerplaat: de Brusselaars kleven naar hartenlust tape rond alles wat los-, scheef- of laaghangt. De fotoreeks How many rolls of tape keep Brussels together? van fotograaf Thomas Driesen zoomt in op kleverige details van het Brusselse straatbeeld. Zijn observaties krijgen alleszins een extra laag nu Brussel zelf muurvast lijkt te zitten.

politieagenten. Het wordt een hub die 24/7 open is.

05/12 | Dirk Broekaert promoveert tot nieuwe topman VGC. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) stelt ancien Dirk Broekaert aan als nieuwe leidende ambtenaar van de VGC. Hij volgt Jef Van Damme op die twee weken geleden

onverwacht zijn vertrek aankondigde wegens “een verschil in visie” over de precieze rol van een leidend ambtenaar. Broekaert, een criminoloog van opleiding, is momenteel de algemeen directeur Welzijn, Gezondheid en Gezin van de VGC.

04/12 | Meer Carrefours open op zondag.

Vijf hypermarkten van Carrefour en elf ‘geïntegreerde’ supermarkten in en rond Brussel zijn voortaan ook open op zondag. Het bestaande personeel zal op vrijwillige basis worden ingezet, met een toeslag van 50 procent loon, aldus ACV Puls. In en rond Brussel gaat het om de hypermarkten van Sint-Agatha-

Berchem, Kraainem, Evere, Drogenbos en Strombeek-Bever, en om de supermarkten Marius Renard, Gatti, Bascule, Molière, Boondaal, Europe Sint-Pieters-Woluwe, Etterbeek, Shopping Woluwe, City 2, Helmet en Vilvoorde.

04/12 | Stromae, Lize Spit en Ever Meulen benoemd

tot doctor honoris causa door ULB en VUB. De drie werden vorige week donderdag tijdens een ceremonie in de Henri Leboeufzaal van Bozar officieel benoemd tot doctor honoris causa van de ULB en de VUB. Het is voor het eerst sinds 2020 dat de twee universiteiten samen eredoctoraten uitreiken.

Opinie

‘Waarom ik mijn onroerende voorheffing niet meer betaal’

De Brusselse CEO Emmanuelle Ghislain weigert haar gewestbelasting te betalen, als verzet tegen het uitblijven van een Brusselse regering. “Ik zal niet betalen voor leegte.”

Emmanuelle

• CEO van de stichting Pulse Foundation

• Cofounder Cohesion Belgium

• Belgium’s 40 under 40

Stadsleven Vogelen door Maarten Goethals

Mocht ik kunnen, zou elke dag gaan wandelen in Vogelzangbeek – een verborgen natuurplekje in Anderlecht, dat grenst aan Vlaanderen. De aanwezigheid van het Erasmusziekenhuis in de verte maakt

Al maanden zien wij, Brusselaars, hoe de cijfers zich opstapelen. Die van de armoede. Die van jobs die verdwijnen bij organisaties actief op het terrein. Die van het groeiende tekort op de begroting. Die van de dagen waarop deze stad leeft – overleeft – op het ritme van beslissingen die niet worden genomen.

Al maanden worden we gegijzeld, verstikt door ego’s die vechten om een vod die aan stukken hangt. Door gekozenen die niet meer lijken te beseffen wat het betekent om verantwoordelijkheid te dragen.

Wanneer een bedrijf het slecht doet, verwacht men van de ondernemer dat hij eerst in zijn eigen loon snijdt. Dat hij zijn leveranciers betaalt vóór hij zichzelf een salaris uitkeert. Dat hij pas in laatste instantie mensen ontslaat. Ik heb veel bedrijven stormen zien

het tegelijk heel modern. En de nabijheid van de begraafplaats geeft de omgeving iets tijdloos en transcendents. Om maar te zeggen: vele werelden komen samen op dat punt.

doorstaan, maar die toch de nodige veerkracht, een uitzonderlijke moed en een inspirerende teamgeest lieten zien. Werknemers en leidinggevenden stonden op één lijn met één en dezelfde missie: het algemeen belang dienen.

Bij onze politieke vertegenwoordigers lijkt dat kompas niet langer te werken.

Voor alle duidelijkheid:

“Er is geen regering. Geen gesprekspartner. Geen koers. Er is alleen maar leegte”

Een paar weken geleden nam ik mijn vriendin mee om vogels te spotten. (Terwijl zij natuurlijk de mooiste vogel is.)

Ik zie een groene specht, een witte buizerd en ik hoor een fazant kenmerkend kakelen.

Tot mijn vriendin me plots aan de mouw trekt: “Daar – dáár, kijk, een haas.

Of een konijn.”

© BRUSSEL FISCALITEIT

niemand komt ons redden. De grondwet laat het niet toe om opnieuw verkiezingen uit te schrijven. Geen enkele partij zal trouwens het risico nemen om de eerste stap te zetten –allemaal hebben ze er belang bij te wachten tot 2029. En de aasgieren van het extremisme en het conflict cirkelen nu al boven een uitgeput Gewest.

Chaos

Welke opties resteren de Brusselaar? Deserteren? Ballingschap lijkt me soms een onontkoombare evidentie. Waarom zou ik niet in het

Ik volg met mijn verrekijker de richting van haar vinger en inderdaad, ik zie iets bruins tussen het hoge gras. Iets springerigs. Iets veel te groot voor een haas. Of een konijn.

“Maar dat is een ree”, roep ik net niet uit van pure opwinding. Het beest blijft even staan.

Haha, lacht de vriendin, duidelijk geen haas. (Maar zij is wel het mooiste konijn dat ik ken.)

In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be

naburige Vlaams- of Waals-Brabant gaan wonen?

In het zuiden bijvoorbeeld. Het geluid van ambulances inruilen voor het groen en de homogeniteit van een agglomeratie, waar de rust het wint van het leven. Of moet ik kiezen voor het noorden, waar alles zich ontvouwt zonder chaos?

Al moet ik toegeven: ik hou van de Brusselse chaos. Ze inspireert me, ze draagt me, ze duwt me vooruit. Ze dwingt me om creativiteit te verkiezen boven de vanzelfsprekendheid van orde.

Als ik blijf, luidt dus de keuze: berusten of weerstand bieden?

Berusting ruikt te veel naar medeplichtigheid. Ik kan mijn kinderen geen principes bijbrengen en ze tegelijk laten vertrappen door degenen die ze juist zouden moeten belichamen. Weerstand is een keuze bij gebrek aan beter. Maar het is, volgens mij, wel het enige antwoord op dat koor van politici die liever solo spelen.

Onfatsoenlijkheid

Ik heb lang genoeg betaald voor deze onbekwaamheid. Het is

Ik hou niet van politieke dynastieën van vader op zoon. Cieltje heb ik ook niet gepusht, Ben Weyts heeft haar gevraagd”

daarom uitgesloten dat ik nog langer deze onfatsoenlijkheid verder financier.

Het niet-betalen van mijn onroerende voorheffing is misschien een futiel gebaar, dat geef ik toe. Het zal de loop van de geschiedenis niet veranderen. Het zal niemand tot rede brengen. Het zal de strategie van partijen die rekenen op ons geheugenverlies op geen enkele manier bedreigen. Hoogstens levert het een beetje nalatigheidsinteresten op.

Een slag in het water, ja. Maar een slag die me hoop laat

houden. Hoop dat we nog kunnen manoeuvreren. Hoop dat we nog kunnen strijden. Hoop dat we het narratief kunnen breken dat zij, de vertegenwoordigers, als vanzelfsprekend beschouwen: een gegarandeerde vergoeding, zonder verplichting tot het boeken van resultaten.

Begrijp me niet verkeerd: ik zou zó graag mijn belastingen betalen. Ik zou graag met onze vertegenwoordigers willen praten over wat werkt en wat ontspoort. Ik zou graag met hen ruziën, ik zou willen verzoenen en samen dromen over de toekomst van het Gewest. Maar tot wie moet ik me richten?

Er is geen regering. Geen gesprekspartner. Geen koers. Niemand om mee te praten, mee te bouwen, mee te bedenken.

Er is alleen maar leegte. Maar de onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting. Ze financiert gewestelijk beleid. Ze veronderstelt een functionerend Gewest, bestuurders die regeren, keuzes die worden gedragen.

Niets van dat alles bestaat. Dus neen. Ik zal niet betalen voor leegte.

Leegte kost niet zoveel.

Reageren of zelf een opiniestuk insturen? Mail naar redactie@bruzz.be

GEERT BOURGEOIS, gewezen minister-president van Vlaanderen en de schoonvader van Brussels minister Cieltje Van Achter, mengt zich niet in de carrières van zijn familieleden Dag Allemaal, 2 december 2025

‘De diagnose van autisme was een enorme opluchting’

Erkenning van ASS is een hindernissenparcours in Brussel

Wie zich in Brussel wil laten testen op autisme, moet makkelijk een jaar wachten, of langer. Ondertussen pleiten personen die op het spectrum zitten voor meer ‘pauzeruimtes’, prikkelarme omgevingen om tot rust te komen. “Want leven in een grootstad is soms niet te doen.”

door Eleanor Denneman en Sophie Soukias foto’s Sophie Soukias

Terwijl Amy (31) vanuit de Naamsestraat naar het Koningsplein afzakt, schuift in de andere richting een rij auto’s ongeduldig omhoog. Uit de uitlaatpijpen walmen geuren die zich mengen met de koude avondlucht. Claxons overlappen met de dreunende beats uit radio’s; voorbijgangers scheren rakelings langs elkaar, botsen af en toe. De ramen van cafés en winkels, versierd voor Kerstmis, werpen bij elke stap lichtflitsen in het gezicht. “Het is niet te doen. Het lawaai, de geuren, de werken, alles stoort me”, zegt Amy, terwijl ze met BRUZZ de stad verkent. Die overprikkeling werkt op ieders zenuwen, maar bij iemand met autisme komt die veel harder binnen: ze kan angstaanvallen uitlokken, leidt tot een verpletterende mentale uitputting en kan in extreme gevallen zelfs uitmonden in een totale ineenstorting.

Gewoonlijk schermt Amy zich af met een koptelefoon. “Dan kan mijn brein zich op de muziek concentreren en lukt het me, bijna als bij wonder, om de rest te vergeten.” De laatste tijd zet ze het toestel bewust niet

meer op. “Ik ben aan het afkicken”, zegt ze erover. Ze probeert andere strategieën uit om het traject tussen Brussel-Centraal en haar werk te overbruggen, zonder afhankelijk te zijn van haar koptelefoon.

Overbelast systeem

Amy doet aan wat stimming wordt genoemd: repetitieve, zelfstimulerende handelingen die bedoeld zijn om een overbelast zintuiglijk systeem tot rust te brengen. Ze drukt haar vingers tegen elkaar op het ritme van een melodie die ze in haar hoofd zingt, telt de seconden tussen twee herkenningspunten in de stad. In de trein tussen Brussel en Dendermonde kiest ze voor de stille wagon, “die eigenlijk nooit echt stil is”.

De diagnose, twee jaar geleden vastgesteld, was voor haar een enorme opluchting, zegt ze. Na zes maanden psychotherapie stelde de psychiater vast dat ze een autismespectrumstoornis (ASS) heeft. “Ik begreep eindelijk dat mijn angst en depressie te maken hadden met het feit dat ik geen woorden had voor wat ik meemaakte.” Ze

ontdekte dat haar brein “gewoon anders werkt”. Dankzij de diagnose kon ze op het werk een aantal zaken aanpassen, zoals een eigen plek krijgen.

Dat de diagnose zo lang op zich liet wachten, komt volgens haar ook doordat ze uit een Afrikaans gezin komt, waar autisme en mentale aandoeningen niet bestaan. “Mijn ouders kunnen het moeilijk bevatten, ook al zijn ze er voor mij.” En ook dat ze een vrouw is, speelt een rol. “Wij ontwikkelen strategieën om anderen na te bootsen, waardoor autisme minder zichtbaar wordt.”

Amy telt bijvoorbeeld hoeveel seconden ze oogcontact houdt met haar gesprekspartner en steunt op een repertoire van sociaal aanvaarde vragen dat ze heeft ingestudeerd om sociaal over te komen. Lang werd ze weggezet als gevoelloos. Zelf dacht ze dat ze een sociopate was. Nu begrijpt ze wat er speelt. “Als een emotie mij overspoelt, blijft mijn gezicht compleet uitdrukkingsloos”, zegt ze. “Een vriendin die me vertelt dat het slecht met haar gaat, kan door mijn gebrek aan reactie mijn empathie verkeerd interpreteren.”

Voor Charlie zijn niet alleen mensen met autisme gebaat bij sommige aanpassingen: “Denk aan de agressieve verlichting in winkels of op werkplekken. Die veranderen is een eenvoudige ingreep, waar iedereen beter van wordt, autistisch of niet.”

Gezondheid

Haar ASS speelt niet alleen mee in haar vriendschappen: Amy moet ermee leren omgaan in haar liefdesleven en in haar geloof. Ze is opgegroeid in een protestants gezin en vindt het prettig dat de Kerk regels heeft om te volgen. “Maar de Kerk zelf houdt zich niet aan die regels, en dat vind ik frustrerend. De Kerk zegt: heb elkaar lief, maar ze sluit queer personen uit. Voor mij strookt dat niet met hoe mijn brein werkt.”

En hoe zit het met romantische relaties? “Personen met autisme hebben enorm veel liefde te geef.” Ze lacht. “Op een eerste date vertel ik veel te veel, ik heb geen taboes, en dat helpt niet. Ik kan uren praten over het spijsverteringsstelsel. Ik heb moeten leren wachten tot de derde of vierde afspraak voor ik al mijn obsessies op tafel gooi.”

Ze droomt ervan om moeder te worden, maar ze is bang dat haar kinderen met dezelfde moeilijkheden zullen worstelen. In Brussel wonen ziet ze niet zitten. “Te veel mensen, te veel prikkels.” Tegelijk erkent ze dat de stad haar ook geeft wat haar brein nodig heeft. “Ik verveel me snel. Ik moet geprikkeld worden door leesclubs, musea, jazzclubs. Mijn grote voornemen dit jaar was

vaker naar concertzalen te gaan.”

Voor Amy betekende de diagnose dat ze “weer boven water kwam”, zoals ze zelf zegt, maar voor veel volwassenen blijft de weg naar erkenning van ASS een echt hindernissenparcours. In het UZ Brussel kreunt het Expertisecentrum voor Volwassenen met een Ontwikkelingsstoornis (EVO) onder de druk. “Reken op acht maanden tot een jaar wachttijd”, zegt psychiater Nathalie Vanderbruggen. “De vraag explodeerde, terwijl de capaciteit dezelfde is gebleven. Diagnostische trajecten duren erg lang, ongeveer 32 uur voor complexe dossiers, waardoor ons kleine team maar zo’n 45 evaluaties per jaar kan doen.”

Dure privésector

De evaluaties gebeuren in het door de overheid gesubsidieerde Referentiecentrum Autismespectrumstoornis (RCA). “We willen binnen dat kader blijven om de financiële toegankelijkheid te garanderen. In de privésector kosten sommige diagnoses 1.400 tot 1.500 euro”, zegt Vanderbruggen. Extra personeel aantrekken lijkt niet meteen aan de orde. “Er is een algemeen

tekort aan zorgverleners en de budgetten voor gezondheidszorg worden naar beneden bijgesteld. Voor kinderen en jongeren zijn de middelen veel groter, omdat zij als prioritair worden beschouwd.”

Om de toevloed aan aanvragen te stroomlijnen, geeft het EVO soms voorrang aan mensen jonger dan 25 – “een scharnierleeftijd” – en werkt het met screenings vóór een volledig onderzoek, om de aanmeldingen te filteren. Die tests meten de autism quotient, die onder meer peilt naar sociale moeilijkheden, repetitieve gedragingen, voorkeur voor routine, maar ook rekening houden met de meer subtiele of minder zichtbare vormen van ASS.

In de media woedt al enkele jaren het debat dat te veel mensen met autisme zouden worden gediagnosticeerd of zich er onterecht in herkennen. “Het blijft een complexe kwestie: ze raakt aan de manier waarop we een diagnose stellen, maar je kunt je ook afvragen of die stijging niet gewoon weerspiegelt dat het publiek beter geïnformeerd is, waardoor er meer diagnoses volgen”, zegt Charlotte Dubray, projectverantwoordelijke bij het Maison de

Amy kreeg pas twee jaar geleden de diagnose autisme. Ze werkt in Brussel, maar er wonen ziet ze niet zitten. “Te veel mensen, te veel prikkels.”

l’Autisme (een jaar geleden ingehuldigd en voorlopig ondergebracht in het hart van het Zoniënwoud). “Je ziet trouwens steeds meer autistische volwassenen in de media het woord nemen, om hun eigen verhaal in handen te nemen.”

Donald Trump

Door de groeiende vraag waarschuwt Dubray voor de “autisme-business”: privécentra die coaching aanbieden of wonderbaarlijke gedragstherapieën beloven. “Ga daarom altijd na welke professionele achtergrond de hulpverleners hebben”, benadrukt Vanderbruggen. “Coaches moeten over een basisdiploma in psychologie of orthopedagogiek beschikken en ervaring kunnen voorleggen met autisme en neurodiversiteit.”

“De recente uitspraken van Donald Trump tonen hoe de mediatisering van autisme van alles en nog wat in omloop brengt. Vroeger ging het over dieetregels; vandaag wijzen mensen als Trump naar vaccins of paracetamol als oorzaak van autisme”, zegt Vanderbruggen.

Maison de l’Autisme, een initiatief van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF), richt zich momenteel op een Franstalig publiek, maar wil op termijn tweetalig worden. Het centrum organiseert creatieve ateliers en praatgroepen, begeleid door autistische mensen. Aan Nederlandstalige kant zijn de Auti-cafés in Anderlecht voorlopig opgeschort, maar mogelijk worden ze hernomen. “In Brussel is er een enorme nood aan zulke plekken”, zegt Toon Minnen van het gemeenschapscentrum De Rinck. Tegelijk ontstaan elders nieuwe initiatieven: een circus met weinig sensorische prikkels in GC De Kriekelaar, avonden of feestjes voor mensen met een beperkte mobiliteit en neurodiverse bezoekers georganiseerd door het collectief Montage.

De website van Maison de l’Autisme groeit mee met de feedback van de gebruikers. Ook voor het ontwerp van de toekomstige locatie in Etterbeek, op de Usquare-site van de voormalige rijkswachtkazernes, konden mensen met autisme actief mee de richting bepalen. De volledige opening is voorzien voor 2029, maar nu al wordt het centrum overspoeld met mails. Op termijn wil het een fysieke én virtuele ontmoetingsplek zijn voor advies, informatie en begeleiding.

Charlie (34, non-binair), afkomstig uit Frankrijk, woont al elf jaar in Brussel en kreeg in 2019 in een ziekenhuis in het Franse Straatsburg gratis een autismediagnose. “In die tijd moest je twee à drie jaar

“Autisme gaat vaak gepaard met chronische aandoeningen die door stress worden uitgelokt”
Charlie
“Als een emotie mij overspoelt, blijft mijn gezicht compleet uitdrukkingsloos”
Amy

wachten voor je terechtkon in het Franstalige referentiecentrum voor volwassenen in België, het CHU in Luik – dat was nog vóór de wachttijden explodeerden, de dienst verzadigd raakte en in 2022 sloot. Dat was veel te lang: ik had snel hulp nodig.”

Hypersensitiviteit

Charlie: “We hebben het er weinig over, maar autisme gaat vaak gepaard met andere moeilijkheden, zoals chronische aandoeningen die door stress worden uitgelokt of verband houden met hypersensitiviteit. Het blijft moeilijk om artsen te vinden die oog hebben voor die verbanden.”

Lang voor er een officiële diagnose kwam, gingen Charlies ogen open via het internet. Als twintigjarige herkende die zich noch in

“het witte autistische jongetje” noch in het cliché van de asociale autist. Op Charlies blog Pourquoi pas autrement? beschrijft die hoe die zich camoufleert om “normaal” over te komen. “Heel wat autistische mensen herkenden zich daarin.”

Door ervaringen uit te wisselen in Facebookgroepen merkt Charlie dat hun ervaringen overeenkomen met wat bekendstaat als een vrouwelijk autismeprofiel: camouflagestrategieën, foutieve diagnoses: “Je krijgt het etiket borderline of een eetstoornis opgeplakt, zonder dat iemand ziet dat autisme aan de basis ligt van bepaalde symptomen.”

Charlie is taalkundige van opleiding en richt zich intussen op permanente vorming: die geeft workshops, publiceert artikels en draagt bij aan de literatuur over autisme. In 2022 hielp Charlie mee het ‘Collectif Autiste de Belgique’ oprichten, met een website en gespreksgroepen. Een tijdlang begeleidde die de Brusselse bijeenkomsten mee. Die staan nu op pauze. “Ik zat midden in een burnout.”

Brussel is voor Charlie even vermoeiend als stimulerend. Die houdt van het gezoem van de moderne trams, de kleuren van de streetart en de oude architectuur: “De rechte gevelrijen, de variaties in baksteen, de art-nouveauramen … een waar genoegen.”

Charlie woont vlak bij de Abdij van Ter Kameren, met een vlotte toegang tot het Zoniënwoud, “onmisbaar om weer op krachten te komen”, maar het verkeer op de Louizalaan en de Waterloosesteenweg blijft “een corvee”.

Charlie pleit voor pauzeruimtes in de stad, waar je kunt gaan zitten, je spullen neerleggen, naar het toilet gaan zonder iets te moeten consumeren of het geroezemoes van een café te moeten ondergaan. “Dat gaat samen met bijvoorbeeld de nood om de agressieve verlichting in winkels of op werkplekken te herdenken: eenvoudige ingrepen, waar iedereen beter van wordt, autistisch of niet.”

AUTISME À BRUXELLES : ATTENTES LONGUES ET SOUTIEN LIMITÉ

FR/ Les adultes cherchant un diagnostic d’autisme à Bruxelles font face à de longues listes d’attente et à un manque de soutien. Amy et Charlie expliquent qu’un diagnostic apporte à la fois un soulagement et de nouveaux défis au quotidien. Les centres sont saturés et, malgré des initiatives comme la Maison de l’Autisme, les besoins restent importants.

AUTISM IN BRUSSELS: LONG WAITS AND LIMITED SUPPORT

EN/ Adults seeking an autism diagnosis in Brussels face long waits and limited support. Amy and Charlie discuss how a diagnosis brings relief but also new challenges, from city over stimulation to misunderstandings at work and in relationships. While some new initiatives like Maison de l’Autisme are emerging, professional centres remain overburdened and misleading private therapies persist.

REIS ZORGELOOS NAAR WINTERPRET

Je bankkaart is je ticket

Kersttijd Jong en oud houden van kransen maken

Terwijl de Brusselse straten en winkels opgetuigd zijn met kerstversiering in alle vormen en kleuren, lijken kerstkransen aan huisdeuren minder populair. Een foute indruk, want de workshops om zulke kransen te maken stromen vol.

door Andy Furniere

In gemeenschapscentrum De Kroon in Sint-Agatha-Berchem vindt volgende week zoals ieder jaar een workshop kerstkransen maken voor senioren plaats. Dat is niet zomaar een van de vele activiteiten op de kalender, benadrukt Claudia Frickel van De Kroon.

“Het is een echte klassieker, waar sterk naar uitgekeken wordt”, legt ze uit. “De deelnemers zijn erg betrokken. Een van hen brengt altijd een grote zak snoeisel, hulst en dennenappels mee. Allemaal zoeken ze thuis naar allerhande materialen die ze op overschot hebben, om te verwerken in de kransen. Kerstkransen maken is een traditie die we in ons ‘dorp in de stad’ graag in ere houden.”

Aurélie Theunis, die met Pollen Atelier in Elsene al jaren workshops kerstkransen aanbiedt, weerlegt het idee dat alleen de oudere generatie nog warmloopt voor dit gebruik. “Ons publiek is van alle leeftijden en erg divers: bedrijven boeken het als teambuilding, vrienden als een plezante groepsactiviteit en ouders als iets fijns om samen met de kinderen te doen. Ook dit jaar zijn ze hyperpopulair, ik tel al 150 deelnemers, veel meer dan anders. Misschien past het in de algemene drang naar cocooning, de nood om samen ervaringen te delen en de populariteit van handmatige, creatieve activiteiten.”

Gevraagd naar het gebruikte plantenmateriaal, komen vaak de namen terug: hulst, den, spar, eucalyptus en gipskruid. “Uit duurzaamheidsoverwegingen denk ik er wel volgend jaar een workshop zonder dennenen sparrentakken op te zetten”, zegt Anciaux. “Je kunt evengoed werken met bladeren opgeraapt in het

Pollen Atelier in Elsene is gespecialiseerd in gedroogde bloemen, en die zijn prima voor de kerstkransen. “Zulke bloemen gaan doorgaans langer mee, wat de houdbaarheid van de kransen ten oede komt. Zo zou je zelfs drie à vier jaar dezelfde krans kunnen gebruiken”, zegt uitbaatster Aurélie Theunis. “Dennen- en sparrentakken verliezen gewoonlijk na één kerst hun glans. Die zijn moeilijker te hergebruiken.”

Roxane Anciaux, die sinds anderhalf jaar de plantenwinkel Selva uitbaat in Sint-Lambrechts-Woluwe, geeft voor de eerste keer zulke workshops. “Op uitdrukkelijk verzoek van de klanten, die er vorig jaar zelf naar vroegen”, zegt ze. Omdat haar eerste twee workshops snel volzet waren, voegde ze er nog een derde aan toe. Een van de workshops is specifiek gericht op volwassenen met kinderen, vanaf vier jaar oud.

Eigenschappen

• Het gebruik van de kerstkrans gaat waarschijnlijk terug tot het oude Griekenland en Rome, maar zou ook wortels hebben in de heidense culturen van onder meer de Germanen

• Het christendom maakte van de kerstkrans onder andere een symbool voor het lijden van Jezus en zijn verrijzenis uit de dood

• Een traditionele krans is dikwijls gemaakt van dennen- of sparrentakken, met rode hulstbessen, dennenappels en een strik

Dat kerstkransen in Brussel niet overal aan de deuren hangen, heeft onder meer te maken met het hyperdiverse karakter van de gemeenschap. Veel inwoners vieren geen kerst en in appartementsgebouwen, met maar één deur aan de straatkant, zijn ze aan de buitenkant minder zichtbaar.

“Ik heb de indruk dat Brusselaars vaker hun kerstkransen binnen hangen”, stelt Theunis, die met Pollen Atelier ook verschillende soorten afgewerkte kransen verkoopt. “Boven de schoorsteenmantel bijvoorbeeld, of op een tafel met kaarsen middenin. Zo kunnen ze er zelf iedere dag meer van genieten.”

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op BRUZZ.be/dossier/botanisch-brussel

‘Spuwen op straat is onbeschoft’

Elsene lanceert nieuwe campagne tegen spugen

Na Jette lanceert nu ook Elsene posters met de opdruk van een lama die inwoners moeten aansporen om te stoppen met spuwen op straat. “Helaas zullen de mensen voor wie de campagne bedoeld is, zich wellicht niet aangesproken voelen.”

Wie rondloopt in de straten van Elsene, heeft tegenwoordig veel kans om lama’s te spotten –niet in het wild, wel op een felpaarse poster. “Respect, da’s gratis. Maar spuwen op straat kost je tot wel 500 euro”, zegt het witte beest, dat algemeen bekendstaat om zijn spugende gedrag uit stress, boosheid of dominantie.

Het is geen ongebruikelijk zicht op straat: wie rondkuiert in de stad, is ongetwijfeld al eens moeten uitwijken voor een klodder

speeksel van iemand anders. Of erger: kreeg de fluim op zijn schoenen of kleren.

In het openbaar spuwen op straat is nochtans verboden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Behalve onder meer sluikstorten en urineren wordt ook speken door het gewestelijk agentschap Net Brussel gezien als “onburgerlijk gedrag”, waar in principe “zware boetes” aan vasthangen.

500 euro boete

Het idee voor de campagne is ontstaan uit een samenwerking tussen de gemeente Elsene en de Stad Brussel. “De gemeente Elsene lanceerde de affichagecampagne om onbeschoft gedrag in de openbare ruimte aan te pakken”, zegt Geoffroy Kensier (Les Engagés), schepen van Openbare Netheid. “Dit wangedrag wordt bestraft met GASboetes die kunnen oplopen tot 500 euro. Tijdens een recente actie op 22 november hebben onze handhavers nog twee bekeuringen uitgeschreven voor spuwen in het openbaar.”

Fluimen op straat is dus geen geïsoleerd fenomeen. “We baseren onze campagnes op de soort onbeleefdheden waarover burgers het vaakst klagen”, zegt Kensier. “Spugen kan bijdragen tot een gevoel van onveiligheid en vervuiling bij de burgers. Daarom houden we regelmatig acties om dat gedrag te bestrijden. We combineren daarbij ‘de wortel en de stok’: preventieve bewustwording en repressie.”

Klachten van burgers zijn de enige indicatie om grip te krijgen op het aantal tuf-incidenten. Omdat het spugen zelf moeilijk te registreren valt, zijn er geen harde cijfers over het aantal meldingen of boetes, zegt Anna Hovsepyan (MR), schepen van Openbare Netheid in Jette. Ook daar voerden ze in 2021 campagne met lama’s om spuwen op straat tegen te gaan. “Het blijft erg moeilijk, zo niet onmogelijk, om spugers op heterdaad te betrappen, omdat het niet echt doenbaar is om het te bewijzen en te kwantificeren. Mensen die rochelen op de grond, zijn vaak onherkenbaar op camera. We kunnen niet terugvallen op herkenbare kentekens, wat de doeltreffendheid van een strikt repressieve aanpak beperkt.”

Ook het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) geeft aan dat er geen exacte cijfers zijn over boetes of meldingen van openbaar spuwgedrag.

De lama-campagne valt binnen een bredere trend om afval zoveel mogelijk te weren en om de aandacht te vestigen op de

netheid van de Brusselse straten. Meer en meer gemeenten lijken daarvoor met elkaar samen te werken. Zo lanceerde de gemeente Elsene al samen met Sint-Gillis en Vorst een gezamenlijke bewustmakingscampagne onder de naam ‘We See You’. Die campagne wilde ook al het belang van openbare netheid hoger op de agenda zetten, door aandacht te vestigen op illegaal storten, zwerfafval, sigarettenpeuken en hondenpoep. “Het is zinvol om de budgetten voor campagnes te bundelen, omdat we vaak met dezelfde problemen worden geconfronteerd”, zegt Kensier.

Het doel van zulke campagnes is vooral om preventief en pedagogisch te werken. Hoewel spuwen op straat wel gebeurt, is er volgens Hovsepyan immers geen sprake van een zorgwekkend fenomeen. “We willen vooral anticiperen op de mogelijke verspreiding van spuwgedrag en optreden, voordat het fenomeen omvangrijker wordt. Momenteel zijn er maar weinig meldingen, die zich bovendien beperken tot een paar specifieke en incidentele locaties, met name bij bijeenkomsten van jongeren.”

Stoerdoenerij

“Het zijn inderdaad vaak jonge mannen die frequenter spugen in het openbaar”, beaamt cultuursocioloog Walter Weyns (UAntwerpen). “De laatste jaren wordt spuwen vaker getoond op televisieschermen. Voetballers zie je bijvoorbeeld voor of na de wedstrijd fluimen op de grond lanceren. Dat kan makkelijk geïmiteerd worden.”

Tegelijkertijd is het begrijpelijker dat sporters overtollig speeksel na een inspanning wegspuwen dan dat mensen die op

straat wandelen dat doen. Voor hen is het simpeler om het speeksel in te slikken.

“Het is ook een beetje stoerdoenerij. Het drukt een soort vrijpostigheid uit, een territoriale toe-eigening. Een ‘ik-kan-hierdoen-wat-ik-wil’-gevoel”, zegt Weyns. “Bovendien kan het een vorm van verachting uitdrukken als je spuwt in iemands richting. Dan wordt het een teken dat je iemand duidelijk veracht of niet de moeite waard vindt om er als gelijke mee om te gaan. Zoiets komt steeds vaker voor.”

Het overkwam bijvoorbeeld de nonbinaire Jamal, die onlangs in elkaar werd geslagen in metrostation Beekkant en getuigde over hoe anderen regelmatig naar hem spugen als hij op straat wandelt.

Het gebaar werd in tijden van corona zelfs een teken van verzet door antivaxers of mensen die de afstandsregels niet wilden respecteren, waardoor burgers en politiemensen slachtoffer werden van rochelincidenten.

“Het wordt dan echt een vorm van antisociaal gedrag, waarbij mensen moedwillig anderen de stuipen of het lijf willen jagen”, zegt Weyns.

Tuffen wordt nu dus vaker in verband gebracht met iets negatiefs, en wordt vaak in een niet-positieve context gebruikt, ook in de woordenboeken. Vrijwel elk spreekwoord met ‘spuwen’ – denk aan ‘gif en gal spuwen’, ‘vuur en vlam spuwen’ – heeft een eerder negatieve betekenis.

Toch was dat vroeger anders, weet Weyns. “Door de eeuwen heen zijn de regels rond spugen strakker en strakker geworden, zo weten we uit onderzoek van historisch socioloog Norbert Elias”, zegt hij. “Elias merkte hoe er vroeger heel coulant werd omgegaan met spuwen. In de zestiende eeuw was dat bijvoorbeeld een doodnormale actie, maar door de etiquette van de verschillende hoven werd het langzaamaan gezien als erg onfatsoenlijk.”

“Het zijn vaak jonge mannen die frequenter spuwen in het openbaar”

als het ware zelfdwang aan: je leert je spontane impulsen – zoals spuwen, maar ook winden laten of krabben – te bedwingen. Al bleven er tot begin jaren twintig van de vorige eeuw wel nog zogenoemde spuwbakken aanwezig in cafés, waar mensen overtollig speeksel konden wegspuwen.”

Speken in het openbaar is dus geëvolueerd van een meer noodzakelijke behoefte naar een manier om je ongenoegen tegenover een persoon of instantie uit te drukken. De lama-affiches willen dat gedrag tegengaan, maar het is nog maar de vraag of dat écht effect zal hebben, zegt Weyns.

Van spuwbak naar weerwerk

Die hofnormen zijn uitgedijd en overgenomen door de rest van de samenleving. “Gaandeweg is dat spugen beginnen te evolueren naar: dat doe je niet, zeker niet in het bijzijn van anderen. Mensen leerden dus

“De affiches zijn een soort communicatievorm van de overheid die zegt tegen burgers: ‘Wij hebben jullie klachten aangehoord.’ Maar diegenen voor wie het bedoeld is, zullen zich wellicht niet aangesproken voelen om hun gedrag aan te passen. Die lachen er vermoedelijk eens mee.”

IXELLES COMBAT LES CRACHATS AVEC UNE CAMPAGNE DE LAMAS

FR/ La commune d’Ixelles lance une campagne avec affiches violettes et lamas pour dissuader de cracher dans la rue, passible d’amendes pouvant atteindre 500 euros. Selon le sociologue Walter Weyns, cracher traduit souvent frime, rébellion ou mépris. Reste à voir si ces affiches ludiques toucheront le public visé.

IXELLES USES PLAYFUL LLAMA CAMPAIGN TO STOP THE SPITTING

EN/ The Ixelles municipality is launching a new campaign using purple posters and llamas to discourage residents from spitting in the street, an offense that can land you with an on-the-spot fine of up to €500. Sociologist Walter Weyns says that spitting often is a form of bravado, rebellion, or even contempt.

Met een cadeaubon van Thermae Boetfort of Thermae Grimbergen geef je iemand tijd voor zichzelf, om even te ontspannen, te genieten en de batterijen weer op te laden. Pure wellness, de hele winter lang! En dankzij de spectaculaire cadeaubonactie geef je niet alleen een geschenk, maar krijg je er zelf ook eentje! Per aankoopschijf van 100 euro aan cadeaubonnen schenken we je 1 gratis dagpas* t.e.m. 31 december 2025. *Voorwaarden en bestellen op:

BIO

Naam: Kiki

Leeftijd: 11

Woont: in Laken met haar zusje en ouders

School: zesde leerjaar

Toekomst: wil later schrijver, journalist, tv-presentatrice of actrice worden

Lievelingskleur: afhankelijk van de stemming licht- of donkerblauw

The hang-out

‘Ik doe parkour en zwier graag aan palen’

Elke week toont een Brusselse tiener zijn favoriete plek in de stad. Deze keer neemt Kiki (11) BRUZZ mee naar het Marsupilamiplein in Laken waar ze haar indrukwekkendste parkour-moves laat zien.

door Marjon Udo foto Saskia Vanderstichele

Waarom koos je voor deze plek?

Soms spreek ik hier af met vriendinnen. Het is handig dat het om de hoek is. Iedereen komt hier. Kleine kindjes en ook oudere.

Je hobby is parkour, dat liet je zojuist zien voor de foto. Wat is dat precies?

Parkour is een sport waar je leert springen en salto’s maken. Ik hou zelf veel van aan palen zwieren. Je kan dat overal doen, bijvoorbeeld op een klimrek of op een dak.

Op een dak?

Professionele parkourmensen gaan wel echt op daken. Ik wil dat wel doen, maar ben bang dat ik eraf ga vallen.

Waarom ben je daarmee begonnen?

In het derde leerjaar deed ik gymnastiek, turnen. Dat was in het Frans, ik ben daarmee gestopt. Ik dacht dat parkour daarop zou lijken. Ik was wel aan het twijfelen, want mijn zus doet tekenacademie. Dat heb ik ook geprobeerd. Daarna heb ik kop of munt gedaan en toen werd het parkour.

Wat een bijzondere manier om te beslissen.

Ik wist het echt niet. Als je een muntje gooit en dan denkt dat je liever het andere wil doen, dan weet je wat je moet doen.

Wat doe je behalve parkour nog naast school?

Ik volg klassieke en moderne dans, blokfluit, notenleer en theater. Ik ga naar de scouts van Jette. Ik verveel mij snel.

Heb je ook rustige hobby’s?

Ik hou van lezen. We gaan met de klas naar de bib.

Je mag altijd twee boeken en één strip of gewoon drie boeken, dat doe ik meestal. Het is leuk als er tekeningen in staan, maar niet te veel.

Welke boeken las je met veel plezier?

In het derde leerjaar heb ik De Hongerspelen

gelezen. Dat blijft echt bij. En Harry Potter. Dat las ik in het tweede leerjaar. Ik lees dat elk jaar opnieuw als de winter begint. Dat is gezellig. Met een dekentje en een boek, en dat het dan buiten regent. Een warme chocomelk is daarbij altijd welkom.

Ben je al bezig met het volgende schooljaar om naar het middelbaar te gaan?

Op sommige vlakken kijk ik ernaaruit en op andere niet. Ik denk dat ik mijn klas zal missen, maar ook niet. Ik heb geen zin in al het huiswerk. Het lijkt me moeilijk om de hele tijd van klas te wisselen. Nu blijven we altijd zitten en hebben één lerares.

Welke hobby wil je het liefst blijven doen?

Ik wil graag muziek houden, mijn blokfluit. Parkour denk ik ook wel. Theater misschien ook. En dans. Maar ik zal dan zien.

Weet je al naar welke school je zal gaan?

Het liefst zou ik naar Atheneum Brussel gaan. Dat is een kleine school. Ik denk niet dat ik daar snel zal verdwalen.

Niet zoals Zweinstein. Zou dat iets voor jou zijn?

Ja! Ik zou graag leren toveren.

Wat zou je toveren?

Ik zou willen leren vliegen, op een bezemsteel bijvoorbeeld. En verdedigingsspreuken leren.

Waar heb je die voor nodig?

Voor als ik bijna door een auto word overreden. Een schild rond mij, zodat wanneer er een auto tegen mij botst die gewoon terugbouncet

Wil jij ook je favoriete plek tonen? Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op. Meer Brussels nieuws op ketjesmaat vind je op BRUZZKet.be

Fobie

Ik ben bang voor spinnen. Alle spinnen. Er zat zojuist ook een kleintje op de lantaarnpaal. Ik hoop niet dat die nu op mij zit. Meestal loop ik weg als ik er eentje zie. Bij een grote spin ga ik wel roepen.

Serie

That Girl Lay Lay kijk ik als ik me vrolijk wil voelen. Het is een grappige serie, ik heb die onlangs voor de tweede keer bekeken. Het irritante is wel dat er een lachband op de achtergrond is.

Droomvakantie

Ik wil heel graag naar Hawaï. In de films en volgens de clichés zijn daar witte stranden, een supermooie zee en palmbomen. Ik wil dat een keer zien. Ik hoop dat er daar geen spinnen zijn.

Voor zijn set in de Basiliek van Koekelberg tijdens het Listen Festival trok de Brusselse singer-songwriter Loverman zijn kazuifel aan

Voor het zingen de kerk in

Artiesten zoeken steeds vaker speciale concertlocaties op

Verandering van spijs doet eten: het is een aloude waarheid die ook in concertland geldt. In hun zoektocht naar de ultieme beleving verlangen

artiesten én hun fans steeds vaker naar shows buiten de reguliere zalen. Tot in het huis van God toe.

door Tom Zonderman

Een kleine tien jaar geleden zag ik Phil Elverum van de Amerikaanse indiefolkband Mount Eerie optreden in de Brusselse Brigittinenkapel. Hij speelde een intieme maar bloedstollende set, opgebouwd rond zijn huiveringwekkend eerlijke album A crow looked at me, waarmee hij afscheid nam van zijn aan kanker overleden vrouw. “Now after the ground has opened up, now after you died”, zong hij, “I wonder what could beacon me forward into the rest of life.”

Ik weet nog precies waar ik zat toen die woorden over zijn lippen rolden, het sacrale van het gebouw dat zich als een deken rond mij sloot. Het publiek zat dicht op elkaar en was muisstil; je kon een hostie horen breken. Het concert voelde als een viering in het huis van God, zonder dat die God erbij aanwezig was. “In tijden waarin kerken leeglopen, is het fijn om ze op die manier weer te vullen,” zegt artistiek directeur van de Ancienne Belgique Kurt Overbergh, die Elverum destijds naar de Brigittinenkapel haalde. Concerten worden terecht met misvieringen vergeleken, beaamt Overbergh. “Zeker in onzekere tijden is het fijn om met

gelijkgestemde zielen samen te troepen. In die boze buitenwereld hebben optredens alleen maar aan belang gewonnen.”

Nieuwe heilsprofeten

Steeds meer artiesten lijken die gedachte een warm hart toe te dragen. Deze week laat de Amerikaanse singer-songwriter Matt Berninger, in een ander leven frontman van de indierockband The National, zijn herfstige bariton in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken weergalmen. De komende maanden gaan onder meer de harpiste Mary Lattimore en Tom Smith, de frontman van de Britse band Editors, er ook te biecht. Die laatste trekt ook in Brugge en Luik voor het zingen de kerk in. “Ik heb nog niet zo vaak in een kerk opgetreden, maar doorgaans zijn het geweldige ruimtes. Al kan de reverb er net zo goed een zegen zijn als een vloek”, vertelt hij tussen twee optredens door in de legendarische Hnita Jazz Club in Heist-op-den-Berg. Voor zijn intieme solodebuut ruilt de zanger festivalweides en arena’s in voor speciale ruimtes. “Er hangt iets in de lucht op dat soort plekken, ze voegen een extra element aan de avond toe.

Hier, bijvoorbeeld, voel ik jazzgroten als Charles Mingus en Chet Baker mee over mijn schouder kijken, van de weeromstuit heb ik veel fouten heb gemaakt.” (Lacht)

Op zo’n intieme locatie spelen, maakt je op een manier ‘meer volwassen’, zegt hij. “Ik voel me kwetsbaar en naakt, je hoort ook elke kuch, en je eigen gemompel. Als ik een fout maak, stopt de song. Als ik met Editors lig te klooien, gaat de show gewoon door. Het is een andere soort verantwoordelijkheid, maar uiteindelijk geeft het ook meer voldoening.”

Ook Smith ziet de connectie tussen concerten en religieuze vieringen. “Niet dat ik me een messias voel, ik ben God niet – dat laat ik over aan Nick Cave. (Lacht) Maar als de energie klopt en de sterren goed staan, als er een echte connectie is tussen de muzikanten en het publiek, en je in hetzelfde moment zit, dan is het zeker vergelijkbaar.”

“Zowel voor het publiek als voor de artiest is zo’n show een totaal andere ervaring”, beaamt Thomas Konings, programmator bij de Botanique, dat de concerten van Berninger, Lattimore en Smith op poten zet. Berninger deed de voorbije maanden al een

paar shows in België, onder meer in het Koninklijk Circus in Brussel. “Maar nu kan hij nog een keer terugkomen tijdens diezelfde tournee en het zal toch helemaal anders aanvoelen. Artiesten halen vandaag hun grootste winst uit touren, ze treden dus heel vaak op, en dan is het fijn om de routine van de bekende concertzalen te doorbreken.”

Cruciale cross-overs

Het gaat niet louter om die ervaring, de concertkalender zit tegenwoordig zo vol dat er wel móét uitgeweken worden, zegt Kurt Overbergh. De Amerikaanse singer-songwriter Beverly Glenn Copeland naar hier halen kostte hem jaren gelobby. Toen de tachtiger dan eindelijk op tournee ging, bleek er geen plaats meer in de AB. “Dus zijn we uitgeweken naar de KVS.” Vroeger zou dat soort cross-overs minder evident geweest zijn, maar vandaag wordt door Brusselse programmatoren zonder aarzelen bij elkaar aangeklopt. Zo kwam de Pakistaans-Amerikaanse Arooj Aftab dankzij de AB in de Henry Le Boeufzaal van Bozar terecht. “Sommige muzikanten worden ouder en kiezen bewust voor een zittende publiek en een zaal met een mooie architectuur en goede akoestiek”, zegt Roel Vanhoeck, muziekprogrammator bij Bozar. Een van de opvallendste namen bij Bozar de voorbije maanden was ongetwijfeld Bob Dylan, die er drie dagen kampeerde. “Hij heeft achteraf laten weten dat hij zeer tevreden was over

“Mensen zijn altijd op zoek naar iets nieuws. Ergens vind ik dat ook jammer, want we hebben prachtige zalen voorhanden”

Thomas Konings Programmator bij de Botanique

de locatie”, zegt Vanhoeck. “We hebben sinds september een nieuwe geluidsinstallatie, specifiek ontworpen voor onze zaal. De concerten van onder meer Sigur Rós en Kae Tempest klonken echt top.”

Dat heeft internationaal zijn weerklank, Vanhoeck krijgt steeds meer vragen van buitenlandse agents die vragen of Bozar beschikbaar is. “Dat is voor ons heel waardevol, maar voor onze geloofwaardigheid is het wel van belang dat we de juiste artiest op de juiste plaats zetten. Als iemand naar huis gaat en zegt: ‘Mooi concert, maar ik had het liever in de AB gezien’, dan heb ik mijn werk niet goed gedaan.”

Vanhoeck wijst ook op artiesten die graag een uniek concert opzetten, zoals de jonge Franse chansonvernieuwer Zaho De Sagazan, die zich liet begeleiden door het Belgian National Orchestra. “Hetzelfde deden we drie avonden lang met de Brusselse rapper Scylla. Die dankbaarheid van een publiek dat niet vertrouwd is met

Toen de Zweedse organiste Anna Von Hausswolff naar de Dominicanenkerk trok, werd ze afgeschilderd als sataniste

een orkest, dat was bijzonder om te zien. Of Scylla’s fans daarna naar een uitvoering van het Pianoconcert nr. 3 van Rachmaninov gaan kijken, dat laat ik aan sociologen over.”

Ook de AB zet in op cross-overs. De komende maanden staan dansvoorstellingen van Voetvolk en Miet Warlop op hun programma. Artiesten die bewust in een popzaal willen staan, zegt Kurt Overbergh. “Elke zaal heeft zijn vaste publiek. Door op een minder voor de hand liggende plek op te treden, hopen die gezelschappen nieuwe mensen aan te trekken. Begin dit jaar hadden we Anne Teresa De Keersmaeker te gast. Ze vond het fantastisch om het publiek in de AB te zien.”

Beats in de Basiliek

De AB trok de voorbije jaren met zijn avontuurlijke BRDCST-festival naar de Rijke Klarenkerk. “Het heeft twee jaar geduurd om hen te overtuigen, maar dat loonde absoluut de moeite”, zegt Kurt Overbergh. “Helaas valt het festival dit jaar op Pasen, en kunnen we de kerk niet inpalmen. Maar we hebben een andere, prachtige locatie gevonden: de Vanhaerents Art Collection in de Anneessenswijk, een gebouw met een van de grootste privécollecties van moderne kunst in Europa. Mensen kunnen er dus niet alleen van pakweg avant-garde elektronica genieten, maar ook van hedendaags werk van Paul McCarthy.”

Dat soort locaties is natuurlijk ook een manier om meer mensen warm te maken voor een show, en er hen ook meer voor te laten betalen. “Dat is zeker zo, voor iets extra’s tellen mensen met pleziet iets meer neer. De downside is dat de productiekosten voor een concert op locatie veel hoger liggen. Je moet een kostenmodel opstellen, een productiebezoek doen. Daar ben je wel even mee bezig. Maar het hoeft niet altijd zo groots te zijn als de Rijke Klarenkerk, we zetten bijvoorbeeld ook shows op in Super Fourchette, een restaurant annex punkkot.”

Niet alleen popmuzikanten zijn tuk op andere oorden. Het Listen Festival, dat zich vooral focust op elektronische muziek en dj-sets, heeft er zelfs zijn identiteit rond

gebouwd. “We hebben altijd sets in vertrouwde clubs als Fuse en C12 gecombineerd met speciale locaties”, zegt artistiek directeur Lucas Vandervelde van Listen. “We willen daarmee de identiteit van Brussel uitspelen, en ze zorgen voor een extra laag.”

Het festival liet de voorbije jaren onder meer beats door de Louizatunnel knallen en vulde de stations Brussel-Centraal en Brussel-Congres met clubby beats. Afgelopen november sloeg het festival zelfs één avond zijn tenten op in de Basiliek van Koekelberg. “Veel mensen kennen dat gebouw omdat ze er dagelijks passeren op hun weg naar de metro, maar ze zijn er nog nooit binnen geweest”, zegt Vandervelde. “We dachten dat het onmogelijk zou zijn om daar een popconcert te organiseren, maar Martine Abeloos-Motteux, de directrice van de Basiliek, was er heel ontvankelijk voor.”

Listen opteerde voor James De Graef, alias Loverman, en het Cortex Ensemble van Arthur Brouns, aangevuld met de zangeressen Stace, CamilleCamille en Nuna, allemaal Brusselse artiesten. “Loverman is aan het werken aan een nieuw album, dus eigenlijk tourt hij niet”, zegt Vandervelde. “Maar omdat dat idee om in de basiliek op te treden zo out there was, wilde hij toch uit zijn cocon kruipen.” Vandervelde merkt ook dat agents van artiesten er wel oren naar hebben om op unieke plekken op te treden. “Maar het moet allemaal financieel en logistiek haalbaar zijn, natuurlijk.”

In bed met Satan

Bij de Botanique weten ze intussen wat ze nodig hebben wanneer ze een concert plannen in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken. “Maar het blijft extra werk tegenover onze eigen zalen”, zegt Thomas Konings. “Tegelijk proberen we het decor van de locatie te laten spreken. Vooral qua licht willen we het gebouw zelf laten schitteren. Een concert is zoals een goed diner: je beleeft het ook met je ogen.”

Konings heeft de voorbije jaren een goede verstandhouding opgebouwd met de Kerkfabriek, de instantie die de materiële middelen beheert die nodig zijn voor de

uitoefening van de eredienst in een parochie. “Onze concerten in de OnzeLieve-Vrouwekerk van Laken regelen we met hen. Af en toe trekken we naar de SintDominicuskerk, dicht bij het Jubelpark, zoals binnenkort met de New Yorkse experimentele pianiste Kelly Moran. Daar spreken we rechtstreeks af met meneer pastoor.”

“Wij krijgen de voorbije jaren regelmatig aanvragen”, beaamt de pastoor, Mark Butaye.

“Ik voel me geen messias, ik ben God niet. Maar als ik in een kerk optreed, voel ik wel ontzag voor dat soort plekken”

Zijn tournee loodste Matt Berninger als langs de reguliere concertzalen, nu kiest hij voor de unieke akoestiek van de Onze-LieveVrouwekerk van Laken

“Dan bekijken we wat voor muziek de artiest in kwestie maakt. Die muziek moet spiritueel zijn, in de brede zin van het woord, quasi religieus of nauw verwant daaraan. Voor amusementsmuziek hebben we geen plaats. Vaak heeft de aanvraag ook met ons orgel te maken, en dat heeft een speciaal repertorium.”

“We hebben nog nooit een njet gekregen”, vertelt Thomas Konings. Dat gebeurde ook niet bij Anna Von Hausswolff, die in 2021 in de Dominicanenkerk neerstreek. De Zweedse pianiste en organiste werd in strengkatholieke middens van satanisme beschuldigd, vooral omdat ze ooit had gezongen dat ze “made love with the devil”, al was dat volgens de artieste een metafoor voor haar verslaving aan harddrugs en een afdaling in de figuurlijke hel.

“Von Hausswolffs show was speciaal gemaakt voor kerken en hun akoestiek, met

een speciale set-up om die nog meer uit te spelen”, zegt Konings. Het werd een prachtige, zo niet ijselijk mooie show, die in tegenstelling tot eerdere concerten in Frankrijk niet werd gecanceld. “Ook in Brussel stonden er troepen gelovigen te bidden tegenover de kerk tijdens het concert”, vertelt Konings. “Gedurende de dag werd Anna Von Hausswolff zelfs achtervolgd door een auto in Brussel terwijl er christelijke leuzen uit het raam schalden.”

“Die artieste is verkeerd begrepen”, vindt ook pastoor Butaye. “Uiteindelijk steunde die controverse op niets, voor ons was dat hele gedoe dan ook een storm in een glas water. Ik ga ook naar die concerten. Ik heb zo al hele goeie dingen gezien.” Dat er zo mensen naar de kerk komen, is voor hem een van de redenen om deze shows toe te laten. “Het verlaagt de drempel om nog eens in een kerk te komen.”

Sign of the times

Zal ook Tom Smith zich dan in Brussel op een wankel pad wagen? “If there really was a God here, he’d have raised a hand by now”, zingt hij in ‘Papillon’, de Editors-hit die in Brussel met grote waarschijnlijkheid in een uitgeklede versie op zijn setlist zal staan. “Wellicht zijn de verantwoordelijken van de kerken waar ik speel zich niet bewust van die lyric”, grijnst hij. “Maar ik heb er op zijn minst gemengde gevoelens bij. Ik ben niet gelovig opgevoed - mijn ouders zijn beiden wetenschappers, wetenschap was altijd hun religie - maar ik voel wel ontzag voor die gebouwen. Ik hou van de serene sfeer.”

Godslasterlijk of niet, het is een sign of the times dat zowel artiesten als hun fans graag andere oorden opzoeken. “Mensen kiezen graag voor een unieke ervaring”, beaamt Lucas Vandervelde. “Plekken waar ze op sociale media mee kunnen uitpakken. Het is die beleving van dat moment die belangrijk is. Al zijn mensen ook sneller verveeld dan vroeger, lijkt me. Ze willen meer afwisseling.”

“Mensen zijn altijd op zoek naar iets nieuws”, bevestigt Thomas Konings. “Iets wat ons een nieuwe rush kan geven. Zo’n unieke plek kan net dat extraatje bieden. Maar eigenlijk vind ik net die gedachte ergens een beetje jammer, want in de Botanique hebben we zulke geweldige zalen voorhanden. Waarom zouden we die niet gebruiken? Dat geldt ook voor de andere popzalen. Als ik naar de AB ga, weet ik dat ik er de beste ervaring zal hebben, met goed geluid en belichting. Net zo in Fuse.”

Klopt, maar net de verrassing kan lang blijven nazinderen. Een concert op een onverwachte plek kan zich als een geheim in

L’APPEL DE L’ÉGLISE

je geheugen nestelen, juist omdat het zich onttrekt aan de routine van de zwarte doos. Het zet de zintuigen scherper, maakt de luisteraar ontvankelijker. Zoals het concert van Phil Elverum in de Brigittinenkapel.

“I can glimpse occasional moments”, zong hij in zijn zoektocht naar nieuwe lichtpunten in zijn leven, “gleaming like bonfires burning from across the fjord.” Die vreugdevuren die hij zag in een schilderij van de Noorse expressionist Nikolai Astrup, zoals hij zong, werden die avond even tastbaar als de stilte tussen de banken. Zulke momenten kun je niet programmeren of plannen; ze overkomen je. Misschien is het precies daarom dat artiesten en publiek vandaag zo gretig buiten de gebaande paden treden: in de hoop dat ergens, in een kerk of theater of tunnel, opnieuw zo’n zeldzaam licht opflakkert.

Matt Berninger gaat te biecht in de OnzeLieve-Vrouwekerk van Laken op 12/12, later volgen onder meer Tom Smith en Mary Lattimore in zijn spoor, botanique.be

FR/ Cette semaine, Matt Berninger, chanteur de The National, se produit en solo dans l’église Notre-Dame de Laeken. À la recherche d’expériences uniques, les artistes alternent de plus en plus entre leurs lieux habituels et des endroits insolites, jusque dans la maison de Dieu. Le public répond présent avec enthousiasme.

TAKE ME TO CHURCH

EN/ This week, The National’s frontman Matt Berninger performs a solo show in the Church of Our Lady of Laeken. In their quest for that one unique experience, artists are increasingly trading familiar venues for special locations, even the house of God itself. Audiences are more than eager to follow.

Afgelopen november bracht de Venezolaans-Amerikaanse singer-songwriter Devendra Banhart (links) een set in de kerk van Laken, in april laat Editors-frontman Tom Smith twee keer zijn donkere bariton in de kerk weerklinken.

Rustig wonen met een stadstuin in het hart van Brussel

Een eigen tuin in Brussel? Voor veel bewoners lijkt dat een luxe die enkel is weggelegd voor een huis aan de rand van de stad. Toch wordt die droom nu werkelijkheid met The Banks Gardens, een gloednieuw woonproject van ontwikkelaar Skyline Europe aan de Havenlaan. Het project omvat 61 appartementen, waarvan 16 ruime duplexen met een private stadstuin – een zeldzaamheid in de hoofdstad.

De ligging is bijzonder. De Havenlaan is een buurt in volle transformatie. De renovatie van Tour & Taxis bracht de afgelopen jaren al een creatieve en culturele dynamiek met zich mee. Binnenkort opent ook het prestigieuze Kanal Centre Pompidou, een museum dat Brussel internationaal op de kaart zet.

Tegelijk worden de kaaien heraangelegd met nieuwe wandelpaden, bruggen en parken, die de wijk verbinden met de rest van de stad. The Banks Gardens ligt dus letterlijk in een omgeving die elke dag aan waarde wint.

De architectuur van The Banks Gardens is van de hand van OFFICE Kersten Geers David Van Severen. Hun visie vertaalt zich in lichte, open ruimtes en een architecturale stijl die eigentijds en tijdloos tegelijk is. Grote ramen zorgen voor overvloedig daglicht, en wie binnenkomt kan kiezen uit hoogwaardige afwerkingen en materialen. Bovendien zijn alle appartementen energiezuinig volgens de strengste normen – goed voor de planeet én voor een lagere energiefactuur.

Bewoners die zelf intrekken, genieten van het comfort en de rust van een eigen tuin. Voor wie investeert, voorziet Skyline Europe een verhuurdienst die nagenoeg een volledige bezetting garandeert. Skyline Renting haalt al jaren een bezettingsgraad van 98% en beheert meer dan 1700 appartementen. Voor investeerders betekent dat een stabiel rendement en een zorgeloos beheer. Voor wie zelf intrekt, is het vooral een geruststelling dat de buurt aantoonbaar aantrekkelijk is.

De bouwwerken zijn intussen gestart. Nu is hét moment om een appartement te reserveren en mee te stappen in dit unieke verhaal. Ontdek de plannen, laat je inspireren en droom alvast van je eigen stadstuin in het hart van Brussel.

“Bewoners die zelf intrekken, genieten van het comfort en de rust van een eigen tuin. Voor wie investeert, voorziet Skyline Europe een verhuurdienst die nagenoeg een volledige bezetting garandeert.”

Meer info en afspraken via: thebanks-brussels.be/the-banks-gardens

Amber Janssens is een Brusselse actrice. In haar tweewekelijkse column voor BRUZZ reflecteert ze over wat een bijna-dertiger allemaal hoort te weten om niet door de mand te vallen.

Nachtraven

Ik ben aan het nachtraven. Daarmee bedoel ik niet voortbewegen tussen zwetende lijven op het ritme van diepe bassen en lege glazen. Wel als in: zoals een nachtelijke vogel mijn vleugels uitgooien in het midden van de nacht en de slaap laten voor wat hij is.

Mijn relatie met ronken is altijd complex geweest. En lang heb ik mij daar zorgen om gemaakt. Soms wil ik mij domiciliëren in mijn nest van dons, het liefst in bergbeklimmerpositie (op de buik, één knie opgetrokken, handen onder het kussen), maar tegelijkertijd betekent slaap voor mij vaak ook beklemmende dromen, nachtelijke wartaal uitkramen of sporadisch slaapwandelen (aan iedereen die ooit een bed met mij deelde: stuur de rekening van de therapeut door). Ik heb de gave om als een blok (lees: gepantserd beton) in slaap te kunnen vallen op lukrake plaatsen, in even lukrake posities. Zo vouwde ik mezelf ooit op als een origami toen tijdens een weekend met vrienden bleek dat er was misrekend, maar er wel nog een babybed leeg stond. Zolang de kronkels enkel in ledematen en niet in gedachten zitten, kraak ik de slaapcode sans effort Maar soms valt met de nacht ook alles binnen.

Alsof de maan zeventien tabbladen in mijn hoofd heeft opengezwierd. Flarden van gênante herinneringen (toen ik op een feest in een volle living en in volle vitesse tegen het schuifraam knalde), to do’s (deze column schrijven, bloed gaan geven, hoe zit het met dat elektronisch factureren?), zorgen (mensen met honger, huizen onder water), dingen die ik kwijt ben (regenjas, uitgeleende boeken, een helder vijfjarenplan) en geniale uitvindingen waarvan ik me afvraag wie erachter zit (schoenlepels, het mandje in augurkpotten). Het lukt altijd nog heel even om mezelf wijs te maken dat ik de slaap opnieuw bij zijn nekvel ga kunnen grijpen, maar als ik de klok zie verspringen naar de onverbiddelijke vier, weet ik hoe laat het is.

Ik maak een leuning van kussens en klap mijn laptop open. Het voelt altijd een beetje clandestien om ergens aan te beginnen terwijl de lantaarnlampen buiten nog flikkeren en de vossen nog door Brussel snuisteren, maar eigenlijk is de nacht voor mij vaak een goeie werkgever geweest. De helft van mijn thesis is gemetseld terwijl huis en hond sliepen. Theaterteksten waar ik op zat te knarsetanden, rolden vaak toch uit mijn pen wanneer ik uit bed en dwars door het maanstof rolde. En ook deze letters kennen een nachtelijke bevalling.

Tijdens mijn onlinenachtduik leer ik dat de opsplitsing tussen ochtend- en avondmensen reëel is. Meer nog: er zou een evolutionaire verklaring voor zijn. In de oertijd betekende een groep vroege vogels versus nachtuilen dat er altijd iemand wakker en waakzaam was. Ik onthou: nachtbrakers zijn niet abnormaal. Want ik zou de wacht hebben gehouden terwijl in de grot lijven en levens rustten. En met die gedachte – en dankzij deze productieve nachtdienst – kan ik een paar tabbladen in mijn bovenkamer dichtsmijten. Alsof iemand het geluid van de dampkap afzet.

City jobs

‘Ratten blijven me verbazen’

Ratten, muizen, schildpadden, kakkerlakken en zelfs termieten. Allemaal vonden ze de voorbije decennia Hans Groeninck (64) op hun pad. Het leverde de ongediertebestrijder een blijvende fascinatie op voor het dierenrijk. “De beste verdelgers zijn ook dierenliefhebbers.”

door Kris Hendrickx foto Ivan Put

Eigenlijk droomde hij van studies psychologie of psychiatrisch verpleger. Alleen zeiden zijn ouders njet. Land- en tuinbouw dan maar, al leverde ook dat diploma in de jaren 1980 niet per se een baan op. “Via mijn oom, die een zaak in bestrijdingsmiddelen had, ben ik dan in de business gerold.”

De voorbije decennia brachten Hans, die lang in de Rand woonde, steeds opnieuw naar Brussel. Hij wordt er evengoed ingeroepen in de hoogste kringen als voor de meest schrijnende situaties. En af en toe vindt hij die zelfs onder hetzelfde dak. “Ooit bestreed ik faraomieren in de residentie van de Braziliaanse ambassadeur. Het ene moment was ik in de weer tussen de lingerie in de dressing van de ambassadeursvrouw, om even later te zien hoe het personeel in de kelders woonde: zonder daglicht. Ze

mochten één keer per maand naar buiten, zonder identiteitskaart.”

Dat hoogwaardigheidsbekleders niet altijd makkelijke mensen zijn, ondervond Hans toen hij voor een vermeende vlooienplaag op een federaal SP.A-kabinet arriveerde. “Ik had al snel door dat het echte probleem de bewegende stoelen op het tapijt waren. Die veroorzaakten statische elektriciteit die stofdeeltjes tegen de benen van de werknemers schoten. Met een waterbehandeling kon ik dat een tijdje verhelpen, maar de minister begon te roepen van ‘Zot, kent gij uw job wel?’”

Bedwantsen in elk hotel

In de loop der jaren zag Hans het ongedierte veranderen. “Klerenmotten en bedwantsen had je praktisch niet in de jaren 1990. Bij motten komt dat doordat twee van de drie

verdelgingsmiddelen waarmee kleren werden behandeld, verboden zijn door Europa. Tegen het derde zijn ze resistent geworden.” Bedwantsen merkte Hans in het begin dan weer enkel in jeugdherbergen op. “Maar tegenwoordig kampt zowat elk hotel ermee.”

Het ongedierte dat misschien nog het meest tot de verbeelding spreekt, blijft de rat. “Ik bestudeer ze in elk geval nog altijd even graag. Het kan vreemd klinken, maar als ongediertebestrijder ben je best ook een dierenliefhebber.” Of Hans dan ook een dierenbibliotheek heeft? “Een tweehonderdtal boeken misschien.”

Onder meer het aanpassingsvermogen van ratten boeit Hans mateloos. “Neem nu die luikjes waar kippen op moeten staan om aan hun eten te raken. Een rat is daar te licht voor, maar ze leren wel snel dat het met twee

“Als een rat ziet dat een ander dier last krijgt na het eten van vergif, zal hij dat voedsel mijden als de pest”
Hans Groeninck

ratten tegelijk wél lukt. Bovendien geven ze die kennis nog eens aan hun jongen door ook.”

Datzelfde observatie- en leervermogen maakt de job van rattenvanger erg moeilijk. “Letterlijk vangen is bijna onbegonnen werk. Enkel onervaren beesten kun je in een val lokken. En zodra die jonge exemplaren weg zijn, is er meer voedsel voor de resterende dieren, die daardoor ook grotere nesten krijgen.”

Om dezelfde reden moet het rattenvergif erg langzaam werken, legt Hans uit. “Als een rat ziet dat een ander dier last

krijgt na het eten, zal hij dat voedsel mijden als de pest. Maar als het heel langzaam inwerkt, is dat oorzakelijk verband niet meer duidelijk. De rat wordt loom, trekt zich terug, gaat in coma, sterft en droogt uit.”

Als er iets moeilijk is aan zijn job, zijn het wel de vaak schrijnende toestanden in woningen. “Ooit kwam ik voor het Brusselse OCMW in een woning waar een man met drie vrouwen en twaalf kinderen leefde. De kinderen hadden allemaal rode ringen onder de ogen. Dat bleek het werk te zijn van de duizenden kakkerlakken

die ik er vond. Die kwamen ‘s nachts het oogvocht drinken.” Maar het stadsverkeer wordt Hans stilaan te veel. “Zoals veel handwerkers uit de Rand verdraag ik de files in de stad niet meer. Tegen opdrachten in Brussel of Antwerpen zeg ik sinds kort neen. Ik hoor dat ook van jonge collega’s.”

“De grootste troef? “Behalve dieren waar ik me kan in verdiepen, is dat het menselijke contact. De persoon mogen zijn die de problemen van mensen komt oplossen en dan nog bij hen thuis, dat is een dankbare rol. Klanten zijn daardoor heel toegankelijk. Straks ga ik op pensioen en ik heb duizend plannen, maar dat contact zal ik misschien wel missen.”

In City jobs toont BRUZZ de mens achter typische en minder typische stadsjobs

Fubuki

Vul de cijfers 1 tot en met 9 in het rooster in, zodat het resultaat van de sommen klopt met de cijfers rechts en onderaan de kolommen. Elk getal mag maar één keer voorkomen. Het niveau van de puzzel kan variëren per editie.

Rekenpuzzel

Vul de witte vakjes met positieve gehele getallen zodat elke rij een kloppende som vormt met het doelgetal rechts of onder. Reken van links naar rechts en van boven naar beneden, zonder voorrang van × of ÷ (bij delen moet de uitkomst altijd een geheel getal vormen).

Verborgen Brussel

De hoofdstad kent veel verborgen plekjes, onverwachte panorama-uitzichten, en onbekende maar daarom niet minder intrigerende panden en kantjes, ver weg van Manneken Pis, de Grote Markt en het Atomium. Zoals deze pompoenen. Waar is de foto genomen? Zelf een foto van een onverwacht stukje Brussel insturen? Mailen naar redactie@bruzz.be

Woordzoeker

Zoek alle verborgen woorden in het raster van de speciale woordzoeker van BRUZZ.

Streep de begrippen één voor één weg, dit kan in alle richtingen: horizontaal, verticaal, diagonaal, en van links naar rechts en andersom.

▢ Kerststal

▢ Filmregisseur

▢ Graf

▢ Verdelgen

▢ Rattenvanger

▢ Basiliek

▢ Ros

▢ Kebab

▢ Zonnebloempit

▢ Spugen

▢ Autisme

▢ Speeksel

Oplossingen

De puzzels in dit magazine zijn intern ontwikkeld of gegenereerd met gebruik van toegestane tools en artificiële intelligentie. Elke gelijkenis met bestaande puzzels is toevallig.

K F N C S H Q J L K H P G E V B L

R T N K E L J F F O E S H E M M L

W G

WIN TICKETS

Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be

Winterconcert Belgian National Orchestra

5x2 TICKETS, 21/12, Bozar Zet je detectivehoed op en ga op zoek naar de orkestmusici over de hele wereld. Dit speelse en originele avontuur, begeleid door de prachtige tekeningen die live worden gemaakt door de getalenteerde Chloé Perarnau, combineert klassiek repertoire met minder bekende werken, poëtische speurtochten en kleurrijke illustraties.

Uw gids door de culturele agenda 12 > 18/12

‘Ik wil niet alleen als cineast evolueren, maar ook als mens’

Joachim Lafosse zoekt in zijn nieuwe film het licht op

Joachim Lafosse staat internationaal geseind als een specialist in verhelderende films over zware, tragische familiesituaties. Met Six jours ce printemps-là zoekt de bekroonde Vorstenaar eindelijk de zon op. Tegelijk vindt hij de moed om zijn gecontesteerde gedrag onder ogen te komen. “Dat er geen klacht is ingediend, betekent niet dat ik geen fouten heb gemaakt.”

door Niels Ruëll

Joachim Lafosse is sinds jaar en dag een vaste waarde op de internationale filmfestivals. Zijn intieme, lucide films verkennen complexe thema’s of taboes zoals grensoverschrijdend gedrag (Élève libre), kindermoord (À perdre la raison), de rol van geld in echtscheidingen (L’économie du couple) of witte ridders die zelf verslaafd zijn aan kinderpornografie (Un silence). Met Six jours ce printemps-là zoekt de Brusselaar letterlijk en figuurlijk het licht op. Hij won er in San Sebastián de prijzen voor beste regisseur én beste scenarist mee.

Maar er hangt een schaduw over dat succes. In juni vorig jaar getuigden verschillende vrouwen in de Franse krant Libération dat Lafosse zich op verscheidene filmprojecten verlaagde tot intimidatie, gebrul, vernederingen en kwetsend gedrag. Hij probeert nu zijn verantwoordelijkheid te

nemen. “Dat er geen klacht is ingediend, betekent niet dat ik geen fouten heb gemaakt. Mijn prioriteit is om te luisteren en het leed te erkennen dat ik heb veroorzaakt door mijn stress, mijn angst, mijn onrust.”

Hij wikt zijn woorden, want “de media zijn niet de geschikte plaats voor herstel.” Bemiddeling, zo ondervond hij, deed iedereen goed. Via gespecialiseerde therapie werkt hij aan zichzelf. “Het voorbije anderhalf jaar heb ik hulp gezocht. Een professional helpt me met herstelbemiddeling. Ik heb kunnen luisteren naar wie ik leed heb aangedaan en we hebben van gedachten kunnen wisselen. Ik erken dat leed en zoek naar de juiste woorden voor verontschuldigingen. Ook al weet dat ik misschien niet alles volledig kan goedmaken, dat is toch mijn diepste wens.”

Lafosse put vertrouwen uit het rimpelloze verloop van de opnames en de afwerking

“Voor mij moet een familie openstaan voor scheidingen, nieuwe verbintenissen, nieuwkomers, afvallers”

van Six jours ce printemps-là. “Uiteraard zou het altijd zo moeten zijn. Het idee is om niet alleen als cineast te evolueren, maar ook als mens. Een nieuwigheid was dat ik even veeleisend ben geweest tegenover mezelf en de ploeg als vroeger, maar zonder te kwetsen. Wanneer ik merk dat ik angstig, gestrest of kwetsbaar word, moet ik het onmiddellijk benoemen, een stap achteruit zetten en hulp vragen. Ik heb ervaren dat dat me niet belet om goeie films te maken. Integendeel zelfs.”

Kaarslicht

Six jours ce printemps-là is een kleinood. Een gescheiden moeder, glansrijk vertolkt door de Frans-Malinese actrice Eye Haïdara, moet zich dubbelplooien om rond te komen. In een bevlieging trakteert ze haar tienjarige tweeling en haar nieuwe vriend op een vakantie in Saint-Tropez. Stiekem verblijven ze in het vakantiehuis van de steenrijke ouders van haar ex. Lafosse maakte het op zijn tiende zelf mee.

“Mijn film is een hommage aan mijn moeder. Ze heeft mijn vader jarenlang gesteund in zijn ziekte en tijdens zijn verblijven in de psychiatrie, maar op een gegeven moment kon ze niet meer.”

Zijn ouders gingen uiteen en zijn leven en dat van zijn tweelingbroer zag er ineens helemaal anders uit. “Plots moest mijn moeder dag en nacht werken om rond te komen. Plots moesten we ons huiswerk op haar werk maken.”

In een bevlieging namen ze tijdens een zesdaagse vakantie aan de Côte d’Azur in het geniep hun intrek in het vakantiehuis van de voormalige schoonouders. “Eigenlijk hadden wij haar dat beroerde plan aangepraat. Het mocht niet uitkomen. We mochten het aan niemand vertellen. Ik herinner me haarscherp dat we het ene moment heel vrolijk waren en het andere heel ongerust. De zon, de zee en het strand deden ongelofelijk deugd. Maar we konden niet naar de gebruikelijke privéstranden uit schrik herkend te worden. We verplaatsten de buitentafel om niet gespot te worden. Zodra het donker werd, moesten alle gordijnen dicht en gebruikten we kaarslicht.”

Met dat soort alledaagse taferelen de kijker boeien vond Lafosse een heerlijke uitdaging. “Mijn andere films duiken telkens in het hart van een crisis, meestal een familiale crisis. Deze keer is de crisis voorbij. De ouders zijn gescheiden. Alleen is de crisis niet goed afgehandeld.”

Niet alleen omdat hij ‘als noorderling’ in

Joachim Lafosse keert in Six jours ce printemps-là terug naar zijn eigen kindertijd

Joachim Lafosse: “Door deze film te maken, besef ik pas echt hoe rebels en rock-’n-roll mijn moeder was.”

het licht en het blauw van de feeërieke Azuurkust filmde, is Six jours ce printemps-là zijn zonnigste film tot op heden. Hij toont ook hoe de moeder haar tweeling twee cruciale levenslessen meegeeft. “Die vreemde vakantie drukte ons met de neus op de feiten. Mijn moeder was gedeclasseerd. Ze behoorde in de ogen van mijn grootouders niet meer tot de familie en had geen recht meer op de eigendommen van de familie. Ik heb daar bedenkingen bij. Een familie die slechts bekommerd is om eigendom verwerven en behouden, is een zieke familie. Voor mij moet een familie openstaan voor scheidingen, nieuwe verbintenissen, nieuwkomers, afvallers.”

Rock’n roll

Lafosse is zelf gescheiden en vader. “Als geliefden zijn we gescheiden, maar we blijven ouders van een kind. Het is onze

verantwoordelijkheid om ons af te vragen wat de gevolgen van onze scheiding zijn voor ons kind en erover te waken dat het hem zo gemakkelijk mogelijk wordt gemaakt. Over dat soort vragen wil ik je met de film doen nadenken.”

Maar wat hij van zijn moeder leerde, is nog van een andere aard. “ Ook al maak je een declassering mee, je kunt nog altijd

waardig van het leven genieten. De zon, de zee, het strand zijn van iedereen. Het klassenverschil tussen mijn moeder en de familie van mijn vader, was groot. Er was ineens minder comfort. Maar dat was ook leefbaar. We gingen daar niet van dood.”

Een tweede belangrijke levensles was de aanwezigheid van een nieuwe geliefde. “Door deze film te maken, besef ik pas echt hoe rebels en rock-’n-roll mijn moeder was. We zagen dat ze niet terugdeinsde voor haar verlangens, haar wensen. Ze liet zien dat ze niet alleen een moeder was, maar ook een vrouw met eigen behoeftes en dromen, een vrouw die van een andere man hield dan onze vader. Het was een sleutelmoment in onze levens. We waren niet meer dezelfde kinderen. Het maakte ons tot de mannen die we zijn geworden.”

Of hij met Six jours ce printemps-là een nieuwe weg is ingeslagen, durft Lafosse niet met zekerheid te zeggen. “Ik zal niet ontkennen dat de goesting om het tragische te verkennen fel verminderd is. Ik geloof sinds enkele jaren sterk dat er altijd een mogelijkheid is om te evolueren en beter te doen. Ik heb met veel passie bijzonder tragische verhalen gebracht. Élève libre, À perdre la raison, Un silence. Ik denk eerlijk gezegd niet dat ik daar vandaag nog zou in slagen. Ik zou het te hard of te zwaar vinden.”

Vandaag wil hij liever oplossingen laten zien of toch minstens dat “positieve evoluties mogelijk zijn”. “Of dat me volledig van tragedies heeft genezen, weet ik niet. Wat voor vorm mijn volgende films zullen aannemen, is niet de grote zorg. Van belang is dat ik evolueer als mens door te luisteren naar het leed dat ik heb berokkend met mijn angsten en problemen, en door het te erkennen. Daarnaast blijf ik aan mezelf werken, zodat ik mijn werk kan blijven doen.”

Six jours ce printemps-là is vanaf 10/12 in de filmzalen te zien

JOACHIM LAFOSSE CHERCHE LA LUMIÈRE

FR/ Joachim Lafosse est reconnu internationalement pour ses films éclairants sur des situations familiales intenses et tragiques. Avec Six jours ce printemps-là, le réalisateur primé tend enfin vers la lumière du jour, tout en trouvant le courage d’affronter ses propres comportements controversés.

JOACHIM LAFOSSE SEEKS THE LIGHT

EN/ Joachim Lafosse is internationally recognized as a specialist in illuminating films about intense, tragic family situations. With Six jours ce printemps-là, the award-winning director finally reaches for the sun, while also finding the courage to confront his own contested behavior.

© PHOTONEWS

Select Aanraders van de week

Pop & Jazz

Mens versus machine

All systems are lying: met de titel van zijn nieuwe album legt Soulwax de vinger op de wonde van een maatschappij waar waarheid en realiteit vervormd worden door filters, algoritmes en ruis. Een bespiegeling die ze verklanken met “rockmuziek zonder gitaren”, waarin hoekige beats, zoemende synths en bubbelende elektronica de lijnen uitzetten. Maar het wordt pas echt kicken live, wanneer Stephen en David Dewaele hun machines tot het kookpunt drijven en de spanning tussen mens en mechaniek tastbaar wordt.

SOULWAX 17 > 19/12, Les Halles, halles.be

Het grote vergeten

Fernande en Cecile: zo heten respectievelijk de grootmoeder en de moeder van de Gentse muzikante Natasha Pirard, die de twee plaatkanten van haar nieuwe, bij DEEWEE uitgebrachte album naar hen vernoemde. Op deel één tasten dromerige, contemplatieve klanklandschappen de vergankelijkheid en het grote vergeten af – Pirards grootmoeder leed aan Alzheimer. Deel twee eert de veerkracht en de zorgzaamheid van haar moeder. Fragiel, persoonlijk, maar ook heel erg universeel.

NATASHA PIRARD 12/12, Botanique, botanique.be

Wedergeboorte

Toen Beyoncé met haar album Renaissance hulde wilde brengen aan de house en de pioniersrol van de queergemeenschap daarin, klopte ze aan bij Honey Dijon. De house-dj en producer uit Chicago, al jaren een pleitbezorger voor trans- en queergemeenschappen, gaf zo mee vorm aan het kloppende hart van die plaat. Met haar glorieuze mix van attitude, activisme en euforie maakt Dijon, vorig jaar nog te horen in Jamie xx’ ‘Baddy on the floor’, de wedergeboorte in Fuse compleet. (TZ) HONEY DIJON 12/12, Fuse, fuse.be

Podium

Feest in Molenbeek

Europalia laat zien dat de Spanjaarden en Belgen van alles gemeenschappelijk hebben. Neem Johanna van Castilië, die trouwde met Filips de Schone en zowel over Spanje als over de Bourgondische Nederlanden regeerde. Haar bijnaam Johanna de Waanzinnige of Juana la Loca kreeg ze vooral van haar mannelijke machtsrivalen. Choreografe La Ribot en performer Juan Loriente verkennen Johanna’s innerlijke wereld via dans, theater en muziek.

LA RIBOT & ASIER PUGA: JUANA FICCIÓN 15/12, Bozar, bozar.be

The sound of m

De sont of mjoezik laat zien dat wij van alles gemeenschappelijk hebben. De almaar heruitgezonden musical The sound of music uit 1965 bereikte intussen tal van generaties. Ook de Nederlandse theatermaker Maria Zandvliet raakte aanvankelijk betoverd door de montere Maria en het harmonieus zingende gezin Von Trapp. Maar ze laat in haar straffe theatrale re-enactment zien dat het uiteindelijk toch niet altijd meevalt to climb every mountain

MARIA ZANDVLIET: DE SONT OF MJOEZIK 15/12, Theater 1150, kunstencultuur.woluwe1150.be

Borrris 20

Het sterk in Brussel verankerde improvisatietheatergezelschap Borrris vierde dit jaar zijn twintigste verjaardag. Afsluiter van dat feestjaar wordt een double bill in Anderlecht, met een optreden voor kinderen ’s middags (15 uur) en een winteroptreden voor volwassenen ’s avonds (20 uur). Het concept blijft hetzelfde: het publiek levert mee de input, de spelers moeten ter plekke zorgen dat er komische scènes en niet al te flauwe grappen volgen. (MB)

BORRRIS 13/12, GC De Rinck, derinck.be

Klassiek

Bachwerk: Weinachtsoratorium

Jauchzet, frohlocket!

Geen ontkomen aan: in december móét altijd wel ergens het Weihnachtsoratorium weerklinken. Dit jaar galmen de machtige noten door de weinig bekende SintDominicuskerk, aan de rand van het Jubelpark. Het Brusselse koor en orkest Bachwerk speelt daar een thuismatch en krijgt dus de eer om de luisteraars imperatief aan te manen om te juichen, te jubelen en de dag te prijzen. Enfin, dat vraagt Johann Sebastian toch in zijn befaamde cantate.

BACHWERK: WEIHNACHTSORATORIUM 12/12, Sint-Dominicuskerk, bachwerk.be

Curiositeitenkabinet

Lautenwerk, spinet, diskant en basgamba: een concert van Romina Lischka’s Hathor Consort voelt altijd een beetje als een instrumentair curiositeitenkabinet. Het is een wonderbaarlijke ontdekking van lang verloren gewaande klanken. In dit recital komt daar ook nog het uitzonderlijke contratenor-stemtimbre van Marnix De Cat bij. Samen denderen ze door een overweldigende selectie van al even vergeten gewaande componisten, voor een programma waarin de liefde centraal staat.

HATHOR CONSORT & MARNIX DE CAT 12/12, Flagey, flagey.be

Sergej maal twee

Eén Sergej, twee Sergeiï? Het Belgian National Orchestra koppelt Prokofjevs Tweede pianoconcerto aan Rachmaninovs Derde symfonie. Hun namen en tijd verbinden hen, maar hun muziek kan nauwelijks meer verschillen: waar Prokofjev vooruitstuwt, blijft Rachmaninov een van de laatste grote romantici. In zes letters past zo het hele spectrum van de 20e-eeuwse Russische muziek. (JC)

BELGIAN NATIONAL ORCHESTRA, POGA & MALOFEEV 14/12, Bozar, bozar.be

Soulwax
La Ribot & Asier Puga: juana ficción

Klein onderhoud

‘De

gevangenis dehumaniseert’

Theatermaker Lara Staal maakte eerder al theater over onderwijs en jeugdzorg. Momenteel bereidt ze een voorstelling over de politie voor. Haar stukken, met ervaringsdeskundigen in de hoofdrollen, laten licht schijnen op plekken waar het vaak misgaat, en waar gewone burgers anders moeilijk een gefundeerde kijk op krijgen. In De gevangenis maakt Staal een analyse van onze desastreuze detentiecentra, die detentieschade blijven veroorzaken. Ex-gedetineerden Bahadir Kanmaz, Kevin Laforce, Adam Rambouk en rapper Freddie Konings staan op het podium. “In onze samenleving nemen vaak mensen met diploma’s of status het woord, en niet per se mensen die emotioneel, lichamelijk of mentaal de consequenties van een beleid of een plek hebben doorleefd”, zegt Staal. “Eerst interviewden we gevangenisdirecteurs, cipiers, huisartsen en moreel consulenten in de gevangenis. Bij de vier spelers kwam een onafgebroken stroom herinneringen los aan gebeurtenissen uit die parallelle schaduwwereld.”

Dat de toestand in de gevangenissen een schande is, is al langer geweten, maar waarom verandert er dan zo weinig? Staal: “Het lijkt wel een soort van natuurramp. We kijken ernaar, zien het steeds erger worden, maar voelen ons machteloos. De criminaliteit stijgt nochtans niet, maar het aandeel gevangenisstraffen wel. Nieuwe capaciteit zit meteen weer vol. Dat heeft te maken met een toenemende groep van kwetsbare mensen die geen kant op kunnen. We straffen vaak onnodig. Dat slachtoffers gehoord moeten worden, wordt vaak verward met een roep om wraak en vergelding. Het argument dat gevangenissen de samenleving veiliger maken klopt niet, want daders komen er door de detentieschade die ze oplopen meestal niet beter uit.”

Gevangenissen worden nog altijd volgens verouderde modellen gebouwd. “De hoop bestond dat de nieuwe gevangenis in Haren progressief zou zijn”, zegt Staal. “Het zou een gevangenisdorp worden met leefgroepen, en delen waarin gedetineerden meer vrij en gedifferentieerd zouden worden opgevolgd. Met de overbevolking en personeelstekorten functioneert die echter niet zoals het hoort. Ook de architectuur en de afgelegen ligging zijn voorbijgestreefd.”

Zo blijven we steken in een wij-zij-verhaal, dat Staal probeert te overstijgen. “Niemand kiest er moedwillig voor om crimineel te zijn. We gaan nog te veel uit van vrije wil, terwijl honderden factoren ertoe bijdragen dat je bepaalde keuzes wel of niet kunt maken. De gevangenis dehumaniseert. Wij nodigen het publiek uit om vier charmante, getalenteerde individuen te ontmoeten, de sensatiezucht aan de kant te laten, samen het systemische geweld van zo’n gevangenisconstructie te ontleden en elkaars kennis daarin serieus te nemen.” MICHAËL BELLON

De gevangenis van Lara Staal/NTGent is te zien op 13/12 in De Kriekelaar, dekriekelaar.be

Hallo, Brian De Palma

“Na een goeie Brian De Palma heb je het gevoel dat er een tractor over je is gereden.” Dat speldde presentator en filmregisseur Erik Van Looy BRUZZ ooit op de mouw. Op 11 september werd de regisseur van klassiekers als Blow out en Mission: impossible 85 jaar oud. Cineflagey herneemt vier van zijn films. Wie Al Pacino al tien keer “say hello to my little friend” heeft horen zeggen in Scarface, moet misschien eens Phantom of the paradise uitproberen. Dat is Phantom of the opera, maar dan alsof er een tractor over je rijdt.

BRIAN DE PALMA > 4/1, Flagey, flagey.be

Hallo, hijger

Toen je nog niet in één muisklik aan porno kon raken, waren sekslijnen een verdienmodel. Deze feministische thriller volgt een vrouw die eind jaren 1990 op zo’n lijn werkt. Om een minderjarige klant te redden die na een aardbeving onder het puin belandde, waagt ze het om een ambitieuze procureur op bellen. Plots is ze zelf in levensgevaar. De film is opgehangen aan de stem en het gezicht van hoofdrolspeelster Saadet Işıl Aksoy en haalt uit naar het patriarchaat.

CONFIDANTE TR, dir.: Çagla Zencirci, Guillaume Giovanetti, act.: Saadet Işıl Aksoy

Hallo, filmgeschiedenis

De zotste film in Cannes dit jaar was het ambitieuze Ressurection. Bi Gan brengt een bijna drie uur durende ode aan de dromer en de kunstvorm bij uitstek die dromen benadert: film. In een wereld waar je eeuwig kunt leven als je stopt met dromen, kiezen sommige ervoor om toch te blijven dromen. Het warrige concept verbindt vijf verhalen uit vijf periodes in de 20e eeuw in vijf verschillende filmstijlen. De natte droom van cinefielen? (NR)

RESSURECTION CN, dir.: Bi Gan, act.: Jackson Yee, Shu Qi, Mark Chao

Phantom of the paradise

Met Mauvais Choix krijgt de vegetarische keuken in Brussel een serieuze upgrade. Deze culinaire hotspot laat zien hoe onweerstaanbaar lekker groenten kunnen zijn.

Het frisse, eigentijdse bistro-interieur – ontworpen door Elie Richelle samen met Alba Lopez – charmeert meteen. De ruimte is opgebouwd rond twee togen, met uitgesproken decoratieve lijnen in oker en saliegroen, ronde tafels en knusse banken. De blikvanger is een spiegel uit het iconische CBRgebouw, op de kop getikt bij Rotor, een detail dat veel zegt over de zorg waarmee alles is bedacht.

Het zevenkoppige team serveert bewust een volledig vlees- en visvrije keuken, in een vast vijfgangenmenu voor 75 euro. Geen culinaire fratsen, maar gerechten die indruk

maken door toedoen van fermentatie, glanslaagjes, geconcentreerde smaken en subtiel gebruik van zuren.

De amuses van het avondmenu zetten meteen de toon: groenten die, met aandacht bereid, net zo intens smaken als klassieke gerechten vol vlees of vis. Daarna volgt een reeks gerechten die één voor één weten te bekoren. De gerookte en lacto-gefermenteerde biet krijgt extra diepte door een zuringemulsie. Een gekonfijte eidooier geeft de agnolotti-pasta gevuld met eekhoorntjesbrood extra karakter. Een maïsgerecht verrast met een glanslaag van gochujang, een luchtige mousse met bourbonvanille en krokante quinoa. De bloemkool met een crème van geroosterde aardappel en lacto-gefermenteerd daslook is een schoolvoorbeeld van hoe deze keuken werkt: een minimum aan ingrediënten, maar allemaal

op de juiste manier gebruikt. Ook de desserts hebben dezelfde finesse: fris, precies, harmonieus. Een appel met yuzu kosho wordt geserveerd met een zuringgranité; een algensorbet krijgt een accent van ciderkaramel

De wijnkaart beweegt soepel tussen natuurwijnen (zoals de Tsjechische Bystřický, Cuvée Signature 2022, 45 euro) en meer klassieke keuzes (zoals de Belgische Cuvée Quatre Cépages, Domaine Entre Deux Monts 2023, 40 euro), subtiel passend bij de gerechten.

Conclusie: Mauvais Choix doet zijn naam geen eer aan, maar laat een vegetarische keuken zien die volledig overtuigt.

TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

Eat & Drink
Vleurgatsteenweg 186, Elsene. mauvaischoix.be Instagram: mauvaischoix_restaurant
Mauvais Choix •••••

Inzichten

Wat weet danseres en choreografe Grace Ellen Barkey/Grace Tjang van het leven?

‘Vegetariërs overleven en de rest wordt opgegeten’

Welke misvatting bestaat er over jou?

Dat ik een ‘Hollandse’ zou zijn. Ik ben geboren in Indonesië. Toen ik klein was, zijn wij door politieke omstandigheden gevlucht en in Nederland komen wonen.

Wat was het beste persoonlijke nieuws van de afgelopen weken?

Dat mijn premièrereeks van De tuin der onrusten in de KVS is uitverkocht.

Als je jezelf een andere naam kon geven, welke zou dat dan zijn?

Sinds de creatie MALAM / NIGHT uit 2021 heb ik mijn naam gedekoloniseerd naar Tjang, de naam van mijn Chinese grootmoeder. Zij heette Tjang Afung.

Wat heeft je werk of je publiek je geleerd?

Als je je een andere wereld kunt verbeelden, kan die wereld ook bestaan. In welk ander vak of beroep zou je ook top zijn?

Ik denk dat ik een goede heks zou zijn. Doe je iets speciaals voor je verjaardag?

Nee, maar op de verjaardag van mijn kinderen vertel ik graag het verhaal van hun geboorte.

Wat had je pas op erg late leeftijd door?

Mijn tante noemde mij vroeger ‘trambel’. Ik dacht lang dat dat een Indonesisch woord was, maar het ging gewoon om de bel van de tram.

Welke lifehack verbeterde je leven? Ademen.

Welke kooktruc moeten wij ook kennen?

Nasi kuning: meng een beetje kurkuma door het vocht waarin je rijst kookt.

Vervang een derde van dat water door kokosmelk. Blaadje pandan erbij. Brengt geluk!

• Kunstenares, choreograaf en performer Grace Ellen Barkey is geboren in Surabaya (Indonesië)

• Ze woont en werkt in Brussel en is medeoprichter van het kunstenaarshuis Needcompany (1986)

• In 2021 dekoloniseerde Barkey haar naam en gebruikte de naam van haar grootmoeder, Tjang. Zo laat ze een andere geschiedenis meetrillen in haar identiteit als kunstenaar

Welk vreemd voorwerp slingert rond in je huis?

In mijn atelier staat een kleine houten kist waar ik altijd mijn voeten op leg. Daarin zaten al onze bezittingen die we mee konden nemen uit Indonesië.

Naar waar zou je willen verhuizen en waarom?

Naar Indonesië. Lekker warm. Wie is de bekendste persoon die je ooit sprak?

Pina Bausch. Merce Cunningham.

Bij welke historische gebeurtenis was je graag aanwezig geweest?

De eerste uitvoering van Le sacre du printemps in 1913 in Parijs. Dit was zo’n vernieuwend werk dat in het publiek vooren tegenstanders met elkaar op de vuist gingen.

Bij welke historische gebeurtenis had je willen ingrijpen?

De historische vergissing om van Molenbeek niet de culturele hoofdstad van Europa te maken.

Welke wet zou je meteen invoeren?

Rijkentaks.

Doe eens een gekke toekomstvoorspelling.

Om te overleven krimpen de mensen tot een paar centimeter. De vegetariërs overleven en de rest wordt opgegeten door kippen en varkens.

Wat was er vroeger beter?

De duisternis. Daardoor konden we beter naar de sterren kijken.

Typeer Brussel in drie woorden: Chill. Groen. Vuil. MICHAËL BELLON

De tuin der onrusten van Grace Tjang/ Needcompany is te zien op 17 en 18/12 in de KVS, kvs.be

PODCAST ‘IN BRUSSEL’

Luister elke week naar twee verhalen recht uit de stad

met Margot Otten

Deze week

Het Maximiliaanpark als energiecentrale?

Gedetineerden in Haren worden radiomakers

‘In Brussel’, elke woensdag op je favoriete podcast-app en op BRUZZ.be/podcast

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.