BRUZZ Editie 1947 (10-09-2025)

Page 1


Enkelbanden en werkstraffen in het Brusselse justitiehuis

Waka-up zoekt vrouwelijke voetballers in opvanghuizen

Veiligheid

MILITAIREN OP STRAAT

Regering mobiliseert leger in de strijd tegen drugsgeweld

In je thuisland had je een diploma, een goede job en plannen voor de toekomst. Tot politieke onrust je deed vertrekken. In Brussel begin je als vluchteling of immigrant een nieuw leven. Toch blijft diep vanbinnen die droom van een eigen zaak branden. Alleen: hoe begin je eraan? Waar vind je de juiste informatie? Hun verhaal is dat van vele nieuwkomers: talentvolle en ervaren mensen die willen ondernemen, maar op gesloten deuren stuiten. hub.brussels helpt die deuren openzetten.

TEKST alinepeeters.com • VORMGEVING monoeil.be

Ondernemersdromen kennen geen grenzen

Wist je dat 32% van de mensen met een migratieachtergrond in België een hoger onderwijsdiploma heeft, terwijl dat bij de lokale bevolking 27% is? Toch ligt hun werkloosheid drie keer zo hoog. Migranten en vluchtelingen dragen vaak een letterlijke en figuurlijke rugzak. Het verlaten van je thuisland, je familie en alles wat vertrouwd is, is nooit makkelijk; het is letterlijk jezelf ontwortelen. Daarnaast krijgen ze te maken met taal- en cultuurverschillen en botsen ze vaak op drie grote obstakels: administratieve belemmeringen, beperkte toegang tot informatie en ondersteuning, en gebrek aan financiering.

Ondernemerschap, de oplossing?

Sinds de lente van 2023 werkt het Brussels Agentschap voor Ondernemerschap ‘hub.brussels’, samen met de microkrediet-

organisatie Microstart, mee aan het pilootproject ‘Partnership and Financing for Migrant Integration’ van de Europese Unie. Na een geslaagde evaluatie in het begin van dit jaar, besluit hub.brussels verder te zetten. Het project zet ondernemerschap in als springplank voor migranten en vluchtelingen, zodat zij bovengenoemde obstakels kunnen overwinnen en volledig kunnen integreren. En ook Europa plukt hier de vruchten van. Volgens een studie van McKinsey zou een betere integratie van etnisch-culturele minderheden in de Europese arbeidsmarkt het bruto binnenlands product elk jaar met maar liefst 120 miljard euro kunnen verhogen. Win-win dus!

Hoe hub.brussels het verschil maakt

De missie van hub.brussels is simpel: ondernemerschap voor iedereen toegankelijk maken. En daarbij worden migranten en

vluchtelingen niet over het hoofd gezien: ook zij krijgen van hub.brussels concrete ondersteuning om hun ondernemersdroom waar te maken. Allereerst maken ze je wegwijs in de administratieve rompslomp, en begeleiden ze je bij de complexe regels en procedures. Hiernaast fungeert hub.brussels als een soort wingman in het Brusselse ondernemerslandschap. Welke organisaties zijn er? Hoe leg je relevante contacten? Wat wordt er nu écht bedoeld met deze specifieke informatie? Ze verbinden ondernemers met precies de juiste partners en kansen. Tenslotte loodst hub.brussels je ook door het financiële doolhof naar de juiste partners: van het scherp zetten van je businessplan tot het scoren van de juiste premies. En dankzij hun partnership met Microstart krijgen ondernemers met een migratieachtergrond makkelijker toegang tot startkapitaal via een microkredietlening.

Good practice: Rami Almidani

Het verhaal van Rami Almidani leest als een film. Geboren en opgegroeid in Damascus, moest Rami tijdens zijn universitaire studies noodgedwongen Syrië ontvluchten. Zijn weg leidde hem via Turkije, waar zijn vader als architect werkte, maar door het ontbreken van een visum zette hij zijn vlucht met smokkelboot voort over de Middellandse Zee. Maandenlang trok hij verder door verschillende Europese landen, elk met hun eigen uitdagingen, totdat hij uiteindelijk in Brussel een nieuwe thuis vond.

Glanzende inox en ronkende frigo’s

sionele keukens, maar ook hoe je een team aanstuurt. “Tussen de glanzende inox en de ronkende frigo’s voelde ik me helemaal thuis,” glimlacht Rami.

Authentieke Syrische keuken

Samen met zijn moeder, die intussen ook in België was aangekomen, richtte Rami een cateringbedrijf op, maar het was geen gewone zaak. “Ik wilde sociale impact creëren. Binnen Yala Na’akoul werken we uitsluitend met Syrische vrouwen die moeilijk werk vinden, bijvoorbeeld omdat ze de taal niet spreken of hun diploma in België niet erkend wordt.” Om zijn onderneming duurzaam uit te bouwen, zocht Rami begeleiding bij hub.brussels. “Ik belde 1819, het telefoonnummer van info.hub.brussels, en ging ter plekke langs.” Daar kon hij vragen stellen over zijn toekomstige business en werd hij doorverwezen naar een microfinanciering via Crédal. “Ook kreeg ik één-op-één coaching via de ‘Retail-dienst’ van hub.brussels, en werd ik voorgesteld aan relevante spelers in het veld. Gelukkig voldeed ik aan de voorwaarden, want niet alle projecten worden geselecteerd.” Dankzij deze ondersteuning kon Rami zijn droom waarmaken: een authentiek Syrisch cateringbedrijf met lokale ingrediënten, en een focus op kwaliteit, zero waste en sociale impact.

Van droom naar volgeboekt

“Brussel is levendig, groen, multicultureel en open-minded”, start Rami enthousiast. Hij vervolgde hier zijn studies, maar ontdekte al snel zijn echte passie voor koken. “Ik groeide op in Syrië tussen de geuren van eten, of het nu door mijn moeder huisgemaakt was of van de eetcafés op straat kwam.” Eerst kookte hij als vrijwilliger voor vluchtelingen in het Maximiliaanpark en later bij verschillende gemeenschapscentra. Daar leerde hij niet alleen de kneepjes van het vak in profes-

In juni 2022 startte hij officieel, en in 2024 vond hij in Tervuren een prachtig pand. “Een restaurant openen was een droom, maar ik had het lef niet. Dus ging ik terug naar mijn coaches van hub.brussels en zij zeiden: “Doe het!” Dus ik nam de sprong in het diepe. Na drie maanden zat Na’fura al volledig volgeboekt. Rami werkt er samen met Fedasil aan

Ben of ken jij een startende ondernemer?

Scan dan deze QR-code en leer bij over het ondernemerschap.

een bijzonder project: minderjarige jongens uit een asielcentrum doen hier praktijkervaring op. “Ze gaan naar school voor de theorie en leren bij ons de praktijk. Omdat ze Syrisch zijn, voelen ze zich hier thuis, maar op de werkvloer spreken we uitsluitend Nederlands of Frans.” Net als bij Yala Na’akoul hecht Rami ook hier veel waarde aan korte ketens. “Ik wil mijn producten lokaal sourcen, en door een platform dat hub.brussels me had aangeraden, kwam ik bijvoorbeeld terecht bij een kleine craft beer-brouwerij. Dankzij hub.brussels heb ik me zelden alleen gevoeld. Je ontmoet mensen, wordt begeleid, gecoacht en opgenomen in een netwerk van gelijkgestemde ondernemers. Ik leer nog steeds van anderen. En dan besef je ook: iedereen heeft zijn verhaal, het is maar hoe je elkaar begrijpt.”

Proef de smaken van Rami’s wereld op www.yalanaakoul.be en www.nafura.be

Brusseleirs, et tous les autres,

DIT MOET JE ZIEN!

Brusselse fierheid en taalplezier in een boeiende, dynamische en zintuigelijke expo over 25 joêr

Brussels Volkstejoêter

Van 12/9 tot 14/11 2025 in het AMVB

Arduinkaai 28, 1000 Brussel

Gratis inkom

Daarna in het Huis van de VGC-Raad, Zinnema en GC De Zandloper Wemmel Expo

Info: brusseleir.eu

Jaarmarkt

Anderlecht

Dinsdag 16.09 25

Dapperheidsplein en omgeving

SPECTACLES & ANIMATIONS

VOORSTELLINGEN & ANIMATIES CONCERT•S•EN

OLIVIER LAURENT ”LE CONCERT IMPOSSIBLE”

TURKISH KEBAP • BRUiTAL • RE:ENCOUNTER • ESINAM

KERMESSE / KERMIS BRADERIE / BRADERIJ

ARTS DE LA RUE / STRAATKUNSTEN

Militairen op straat Stoere boodschap, slecht idee

Met het sturen van militairen naar drugshotspots wil minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin (MR) de strijd tegen Brusselse narcogroepen opvoeren. Dat klinkt stoer. En allicht kan het op korte termijn een soort schokeffect creëren: het van dichtbij zien van een zwaarbewapende krijgsmacht, getraind om met grof geweld een tegenstander uit te schakelen, doet iets met een mens. Het imponeert.

Maar wat op de langere termijn? Maakt dit de hoofdstad echt veiliger?

Quintin, geruggensteund door een federale regering die graag wil tonen dat ze baas kan spelen in Brussel, zal zeggen van wel, en verwijzen naar Operatie’ Vigilant Guardian’, die van 2015 tot 2021 liep. Militairen moesten in die periode de federale politie bijstand verlenen na de aanslagen in Parijs en Brussel. Tijdens die missie schoot een soldaat een man dood die in 2017 een spijkerbom wilde laten ontploffen in het Centraal Station.

Uit die samenwerking tussen politie en leger trokken beide instanties een aantal belangrijke lessen, bijvoorbeeld over informatiedoorstroming, coördinatie en het gebruik van een gemeenschappelijk jargon. Die ervaring inzetten, lijkt op het eerste gezicht logisch.

Clemenceau al jaren vragende partij zijn voor échte oplossingen (echt, als in: sociaal-economisch, stedenbouwkundig, op het vlak van onderwijs).

Ook de aard van de dreiging verschilt fundamenteel. Terroristen gokken op het element van verrassing, op symbolisch belangrijke plekken. Het dealen gebeurt daarentegen continu, dag én nacht, en het gebeurt grotendeels in de openbaarheid. Net als de gewapende territoriumstrijd om de beste plekken. Dat vereist rules of engagement die veel verder gaan dan Operatie ‘Vigilant Guardian’, en die lagen destijds al moeilijk.

“De aanwezigheid van soldaten kan het drugsgeweld laten escaleren”

De situatie van enkele jaren geleden valt echter niet te vergelijken met vandaag. Toen moesten militairen scherp staan voor terroristen, gehard door een extreme islamitische ideologie. De ‘vijand’ nu – zeker wat Brussel betreft – zijn niet alleen beroepscriminelen uit Marseille, maar ook sans-papiers en grotendeels de eigen jongeren opgegroeid in ‘onze’ buurten. Dat verandert het perspectief meteen, juridisch en politiek, maar ook emotioneel. Het geeft al snel de indruk van een leger dat zijn eigen land bezet, te beginnen met de probleemwijken, terwijl inwoners van pakweg Peterbos en

Als het van regeringspartij N-VA afhangt, mogen soldaten voortaan verdachten fouilleren, handboeien gebruiken en wagens doorzoeken. Maar dat betekent een geheel nieuwe fase, filosofie en modus operandi voor het leger, dat oorspronkelijk opgericht is om het hoofd te bieden aan externe dreigingen en niet om politie te spelen of speciale antiterreureenheid. Ook binnen het korps lijkt niet iedereen happig op die koerswijziging, want een stedelijke omgeving, met haar snel ontvlambare situaties, is een grijze zone waar meer fout dan goed kan lopen.

Bovendien is het nog maar vraag of militairen inschakelen de gewapende strijd niet zal doen escaleren. Het klinkt sinister, maar momenteel richten de schietpartijen vooral schade aan de drugspartijen zelf aan. Burgers lijken niet expliciet het doelwit, hoewel die wel in de klappen delen. Als soldaten actief zullen ingrijpen, kunnen de intentie en de aard van de confrontaties (in de publieke ruimte) op den duur ook wijzigen in brutalere, meer onvoorspelbare optredens aan de kant van de drugsnetwerken. Wat dan?

De Brusselaar wil veiligheid. Maar moet dat per se met maatregelen die om zovele redenen verkeerd kunnen uitdraaien?

Maarten Goethals Coördinator magazine. In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.

Lees meer Vijf vragen over militairen op straat: ‘Dit is de Trump-methode’ p.20

Seizoensopeningsfeest

GRATIS

C’EST PARTY

ZO 21/09, 12:30–18:00

Varkensmarkt 15–17, Brussel

Karaoke Caravan hamburgers eten en zelf knutselen muziekpodium ultragrote zandbak

Bonkers Kidsrave- een club voor feestgangers vanaf 5 jaar een altijd zonnig terras andere verrassingen...

Inhoud

De Brusselse vereniging Waka-up haalt vrouwen uit hun sociaal isolement en naar het voetbalveld.

OPDECOVER

20Veiligheid Vijfvragen over inzet leger: ‘DitisdeTrump-methode’

ACTUALITEIT

05Vooraan Militairenopstraat:stoere boodschap,slechtidee

08 Het gesprek EvelienDemuynck, directeurjustitiehuis:‘Mensen gewoonopsluitenwerktniet’

14Fenomeen van deweek David Leisterhopentdebatrond nieuweverkiezingen

15Cartoon Kim

18Opinie ‘Gebrekaanempathieen Nederlandsopspoed’

COLOFON

19Debatteermee Zijnmilitairenop straateenoplossingtegen drugscriminaliteit?

VERHALEN

24Erfgoed Een nieuwetoekomstvoor eenoudklooster:Sant’Egidiozoekt geldvoorrenovatieRijkeKlaren

30Sport Waka-upgeeftvrouwenin kwetsbaresituatiesviavoetbalde kansomdeel te worden van een netwerk

ELKEWEEK

16Inbeeld

17In het nieuws

18 Stadsleven Cringe

23BotanischBrussel Dehazelaar droptzijnlekkersingrotengetaleop degrond

28Hang-out Khadija

36 Column Onzejeugd

37CityJobs MohammedFDiallo brengtpakjesrond met een elektrischecargodriewieler

SELECT

39 Theatermaker RitaMorais kijktnaar Schaarbeekdoordeogen van inwoners met eenmigratieachtergrond

43Kleinonderhoud SepidehFarsi

45 Eat &Drink Solti

46Inzichten Jazmyn

BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw, een abonnement binnen Europa kost 162 euro per jaar, buiten Europa 192 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Angela Mngongo 02-650.10.81 angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Johan Goossens ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Michaël Bellon, Annelies Bontjes, Jasper Croonen, Denis Goeman, Niels Ruëll, Matisse Van der Haegen, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Aurélien Garcia, George Holmer, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim Duchateau, Delphine Frantzen, Ivan Put, Sophie Soukias, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Johan Goossens, Flageyplein 18, 1050 Elsene.

BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

‘Mensen gewoon opsluiten werkt niet’

Evelien Demuynck, directeur van het justitiehuis

in Brussel

“Detentie kost de maatschappij veel meer dan een alternatieve straf.”

Dat zegt Evelien Demuynck, directrice van het justitiehuis in Brussel, naar aanleiding van de allereerste opendeurdag van de instelling op 21 september.

door Kris Hendrickx foto’s Bart Dewaele

Het is een plek waar je het niet zou verwachten, maar schuin tegenover de ambtswoning van de premier lopen elke werkdag daders van misdrijven binnen en buiten. Ze komen er de justitieassistenten opzoeken die hen begeleiden bij een werkstraf, een bemiddelingsprocedure met een slachtoffer of een vrijlating met een enkelband.

Die opvolging is maar een van de vele taken die de justitiehuizen op zich nemen. Slachtoffers kunnen er terecht voor bijstand, burgers voor informatie en het beleid voor advies. Liggen twee scheidende ouders in de clinch over het hoederecht?

Dan stelt het justitiehuis een advies op voor de familierechtbank.

De voorbije jaren groeide het belang van de justitiehuizen. Behandelde de Brusselse vestiging in 2019 minder dan 2.000 nieuwe dossiers, dan waren dat er vorig jaar al ruim 3.400. Directeur Evelien Demuynck is een vurig verdedigster van alternatieve straffen. Haar justitieassistenten begeleiden steeds vaker mensen in die situatie. “Of ze er nu drie dagen of dertig jaar zitten, niemand komt beter uit de gevangenis.”

Het justitiehuis Brussel houdt op zondag 21 september voor het eerst een opendeurdag. Daar hoort onder meer een rondleiding

bij door de ogen van een dader en een fictieve rechtszaak bijwonen, waarin het publiek jury wordt. Hoe is dat idee ontstaan?

EVELIEN DEMUYNCK: We zijn een erg belangrijke partner in de strafuitvoering. Iedereen denkt bij dat begrip automatisch aan gevangenissen, maar wij begeleiden een veelvoud van het aantal mensen dat in de cel zit, bijvoorbeeld terwijl ze onder elektronisch toezicht staan of een werkstraf uitvoeren. Tegelijk weten de meeste mensen niet wat een justitiehuis is. Toen er in het Antwerpse justitiehuis zo’n opendeurdag was, stond 10 procent van de bezoekers voor het Justitiepaleis. Genoeg redenen voor een open dag dus.

Evelien Demuynck: “Het is tijd om meer te investeren in een menselijkere strafuitvoering.”

Het proces op die dag is een mooie manier om het publiek te betrekken, want de bezoekers zullen op het eind de schuldvraag moeten beantwoorden. De beklaagde is het justitiehuis – een rol die ik zelf speel – en het concept van alternatieve straffen wordt in vraag gesteld. Daarnaast zijn er twee topadvocaten uit Brussel die voor en tegen het concept pleiten, Nathalie Buisseret en Dimitri de Béco. Een van hen vertegenwoordigt de onderbuik die zulke straffen maar niets vindt, de andere verdedigt het justitiehuis.

Laat die onderbuik dan eens spreken: is dat niet een beetje makkelijk, zo’n alternatieve straf? Ik bega een misdrijf en kom ervan af met wat gemeenschapswerk of een bemiddelingsprocedure met mijn slachtoffer. In dat laatste geval veins ik gewoon wat spijt om een veroordeling te vermijden en klaar is Kees.

DEMUYNCK: Met berouw op zich zijn we niet zo veel. Wie in zo’n bemiddelingstraject stapt, moet ten eerste schuld bekennen. Vaak hoort daar de bereidheid om emotionele en materiële schade te vergoeden bij. Je ontloopt een rechtszaak, niet je verantwoordelijkheid. Dat is voor veel slachtoffers trouwens heel betekenisvol: een dader die zijn misdaad erkent, die soms al schadevergoeding kan betalen, of schriftelijk zijn spijt betuigt.

Staan daders die in zo’n alternatief traject stappen nadien positiever in de maatschappij dan mensen die een celstraf uitzitten?

“Toen er in het Antwerpse justitiehuis voor het eerst zo’n opendeurdag was, stonden bezoekers eerst voor het Justitiepaleis”

DEMUYNCK: Er is geen onderzoek over recidive in België. Het meest gehoorde cijfer is dat 70 procent van de gedetineerden hervalt. Alternatieve straffen geven een ander beeld. Een Nederlands onderzoek verdeelde mensen die gelijkaardige feiten pleegden in twee groepen. Van zij die een celstraf kregen, herviel 55 procent meer in crimineel gedrag. We moeten ons afvragen wat de doelstelling van ‘justitie’ is. Recidive verhogen, mensen radicaal afsnijden van de maatschappij? Wordt daar iemand beter van? En dat niet alleen. Een detentie kost de maatschappij veel meer dan bijvoorbeeld een alternatieve straf.

Hier doen we net heel erg aan maatwerk in functie van de daders. We begeleiden hen, onder meer bij therapie of de zoektocht

naar werk én we controleren of ze de voorwaarden respecteren. De combinatie van die twee is uniek en heeft haar nut intussen bewezen.

De slogan voor de opendeurdag is ‘Het komt voor in de beste families’. Is dat ook letterlijk zo?

DEMUYNCK: Het is zeker niet zo dat we enkel mensen uit de rand van de maatschappij zien langskomen. Alle lagen van de bevolking passeren in justitiehuizen. Van een dakloze tot een toppoliticus. De slogan kan trouwens evengoed op slachtoffers slaan als op daders of op ouders die het niet eens raken over een omgangsregeling voor de kinderen. Het komt dus voor in de beste families, ja.

Justitiehuizen zijn een Vlaamse bevoegdheid sinds 2014, terwijl de hoofdmoot van justitie federaal blijft. Maakt dat de werking niet onnodig ingewikkeld?

DEMUYNCK: Natuurlijk maakt dat de werking van justitie complexer. Er is een spanningsveld tussen het deel van justitie dat federaal geregeld is en het Vlaamse stuk, omdat het communicerende vaten zijn. Als federale ministers alles op alles zetten om mensen eerder vrij te laten of voor alternatieve straffen te kiezen, dan stromen die naar ons door, zonder dat er daarom extra middelen zijn. Het nieuwe strafwetboek stelt dat een gevangenisverblijf de laatste remedie moet zijn van de rechters. Op zich is dat een goede zaak, maar de werklast verschuift dan wel naar ons, dan moet de financiering volgen.

BIO

• 43 jaar, woont in Ardooie

• Bachelor maatschappelijk werk –master sociaal werk

• Justitieassistent in justitiehuis Brugge

• Assessor bij verschillende strafuitvoeringsrechtbanken

• Directeur justitiehuis Brussel (nog tot eind september)

• Directeur justitiehuizen Brugge en Veurne (vanaf oktober)

Brussel telt dan nog eens twee justitiehuizen.

DEMUYNCK: De samenwerking met onze Franstalige collega’s verloopt goed, hoor. De uitdaging in Brussel zit hem eerder in de omgang met de grootstedelijke problemen, de drugsproblematiek en ook de multiculturaliteit. In een dossier burgerrechterlijke opdrachten kregen we te maken met een vrouw die was vreemdgegaan. In haar cultuur was het daardoor uitgesloten dat ze nog voor de kinderen mocht zorgen. Maar de justitieassistenten die een advies aan de familierechtbank formuleren, bekijken die zaak met een andere bril en plaatsen het welzijn van het kind voorop.

Dat er nog altijd geen regering is, maakt het in Brussel moeilijker. Wij zijn een Vlaamse bevoegdheid, maar we werken veel samen met en verwijzen door naar organisaties die wél met Brusselse middelen werken. Die zijn sowieso al erg versnipperd en daar heerst nu onzekerheid.

Een rechter noemde de justitiehuizen ooit ‘de homeopaten van justitie’. Hebben de justitiehuizen ook een imagoprobleem binnen de eigen sector?

DEMUYNCK: Dat lijkt me een opvatting uit het verleden. In contacten met magistraten voel ik net dat die ons werk heel erg naar waarde schatten. Wij zijn echt de ogen en de oren van de rechters op het terrein, zelf gaan ze niet op huisbezoek om bijvoorbeeld te oordelen over een voorwaardelijke invrijheidsstelling. Rechters zullen straks moeten motiveren waarom ze een celstraf kiezen en geen alternatieve maatregel, die rol zal dus alleen maar belangrijker worden. In die zin ligt de toekomst van justitie niet bij de gevangenissen, maar bij de justitiehuizen.

3.400 nieuwe dossiers behandelde het Brusselse justitiehuis in 2024, in 2019 waren dat er nog minder dan 2.000

Binnen de samenleving leven heel verschillende visies over de omgang met daders. Sommigen vinden hard straffen het allerbelangrijkste, zelfs als dat de maatschappij schade toebrengt. Anderen pleiten voor een omgang die zowel de samenleving als de dader ten goede komt. Justitiehuizen brengen die laatste visie in de praktijk?

DEMUYNCK: Ja, we werken aan een veiligere maatschappij en proberen recidive te voorkomen. Daarbij helpt opsluiten niet. Ik hoor het vaak genoeg: ‘Hoe kan dat nu, dat mensen vroeger dan het strafeinde de gevangenis verlaten?’ Ik antwoord dan met een concreet voorbeeld: stel dat je buurman kinderen misbruikt heeft en vijftien jaar cel kreeg. Heb je dan liever dat hij na vijftien jaar zonder begeleiding, met veel drugs in de 10 september 2025 | 11

gevangenis en zeventien grondslapers onder zijn bed vrijkomt en weer naast je komt wonen? Of verkies je om hem na een jaar of tien stap voor stap en onder intensieve begeleiding met therapie, vrij te laten? De meeste mensen kiezen dan voor dat laatste scenario en beseffen dat wij niet gewoon aan liefdadigheid doen.

Jullie doen ook aan slachtofferonthaal en begeleidden bijvoorbeeld ook slachtoffers van de terreuraanslagen.

DEMUYNCK: Dat was een herculestaak, waar justitieassistenten uit het hele land voor zijn bijgesprongen: zeven jaar lang tot het proces en ook daarna is die begeleiding deels blijven doorlopen. Ik heb daar met die slachtoffers over gepraat en krijg nog kippenvel als ik aan die getuigenissen terugdenk, aan wat ons werk betekend heeft voor hen. Binnen het gerecht is er niet altijd het besef hoe belangrijk dat is. Op het terreurproces besliste de voorzitster bijvoorbeeld dat de aanwezigheid van de

“Alle lagen van de bevolking passeren in het justitiehuis: van een dakloze tot een toppoliticus”

justitieassistenten niet meer nodig was omdat er toch al een troosthond aanwezig was, die wel bijstand kon leveren. Nog een concreet voorbeeld: slachtofferonthaal kan bewijsstukken teruggeven. Een slachtoffer van verkrachting vond het heel belangrijk om haar slipje en beha terug te krijgen om die ritueel te verbranden en zo een hoofdstuk af te sluiten.

Op de opendeurdag stelt ook het Vlaams Centrum voor Elektronisch toezicht zich voor. Dat volgt onder meer mensen met een enkelband op. Blijkbaar kan zo’n enkelband zelfs alcoholgebruik meten?

DEMUYNCK: Er loopt een proefproject, waarbij dat inderdaad via het zweet te meten is. Bij gevallen van intrafamiliaal geweld is er al technologie om te vermijden dat dader en slachtoffer te dicht bij elkaar komen. Bezoekers zullen een enkelband kunnen aandoen en zien wat het betekent om er een te dragen.

Wat moet er qua beleid inzake justitiehuizen nog veranderen?

Evelien Demuynck: “Rechters zullen straks moeten motiveren waarom ze een celstraf kiezen en geen alternatieve maatregel. De justitiehuizen zijn de ogen en oren van de rechters, onze rol zal dus alleen maar belangrijker worden.”

DEMUYNCK: Ik bekijk het graag wat breder: we herzien best onze hele visie op strafuitvoering. Overbevolkte gevangenissen met mensen die er veel slechter uitkomen dan ze zijn binnengaan, dat is een enorm probleem, met impact op de hele maatschappij. Het concept van detentiehuizen, waar mensen in eigen regio, kleinschalig en met heel veel begeleiding worden opgevangen, is bijvoorbeeld waardevol. Je kan mensen niet gewoon opsluiten, er niet te veel naar omkijken en dan na jaren plots zeggen: “Nu ga naar buiten. En gedraag je!” Dat klopt niet. Het is tijd om meer te investeren in een menselijkere strafuitvoering.

Meer info over de opendeurdag: www.vlaanderen.be/agentschap-justitie-en-handhaving/justitie/justitiehuizen/ het-komt-voor-in-de-beste-families

‘ENFERMER LES GENS NE SUFFIT PAS’

FR/ Savez-vous ce qu’est une maison de justice ? Pour le montrer, l’antenne bruxelloise ouvrira bientôt ses portes. Les visiteurs pourront assister à un procès simulé comme jury, ou découvrir le tribunal à travers le regard d’un justiciable. « On ne peut pas enfermer des gens, les oublier, puis leur dire des années plus tard : sors et comporte-toi bien », rappelle sa directrice Evelien Demuynck.

‘SIMPLY LOCKING PEOPLE UP DOESN’T WORK’

EN/ Do you know how a court house works? Most people do not have a clue and so the Brussels branch will soon be opening its doors. Visitors will be able to attend a mock trial where they themselves act the jury, or visit the court through the eyes of an offender. “You can’t just lock people up and ignore them until their release and say: ‘Off you go, behave yourself!’,” says director Evelien Demuynck.

Kies voor onze duurzame diensten en producten met een sterke sociale impact

Houtwerk op maat

Stadslandbouw en stadsvergroening

Restaurants en Catering

Bio market en Geschenkpakketten

ontdek alles wat groot eiland voor jou of voor je onderneming kan doen

grooteiland.brussels

Formatie David Leisterh opent debat rond nieuwe verkiezingen

Voormalig formateur David Leisterh (MR) wil nagaan of nieuwe verkiezingen een mogelijke piste zijn om de impasse rond de vorming van een Brusselse regering te doorbreken. Zijn idee kan op niet veel animo rekenen.

“We moeten na bijna anderhalf jaar eerlijk alle opties op tafel leggen,” zegt David Leisterh (MR) meer dan 450 dagen na de stembusslag aan BRUZZ en La Libre Belgique. “Persoonlijk zie ik er drie. Ten eerste: we gaan verder met allerlei formatiepogingen die nu al zo lang op niets uitdraaien. Enkel een creatieve, vernieuwende oplossing heeft nog kans op slagen,” gaat hij verder. “Maar ook in die scenario’s lijken we vast te lopen. Daarom zie ik als tweede optie een zogenoemde ‘zwarte zwaan’ (een noodsituatie, red.) die de veto’s doet sneuvelen. Denk aan de federale noodregering-Wilmès tijdens de coronacrisis. Dat blijft natuurlijk een erg hypothetische piste. Vandaag maken de vele schietpartijen en de nakende ratingverlaging blijkbaar al te weinig indruk.”

Een derde optie ligt volgens Leisterh in een aanpassing van de Bijzondere Brusselwet die in 1989 de staatshervorming regelde, waardoor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het levenslicht zag. Die wet kan op federaal niveau opengebroken worden, al is dat “technisch en politiek complex,” geeft hij toe.

“Laat me duidelijk zijn: ik roep niet op tot nieuwe verkie-

zingen. Maar we moeten op zijn minst de optie bekijken. We kunnen op regionaal niveau niet naar de koning als de onderhandelingen vastzitten en er hangt geen zwaard van Damocles boven ons hoofd in de vorm van nieuwe verkiezingen. Die piste moet dus bespreekbaar worden.” Behalve de MR zou nog een aantal partijen zo’n scenario genegen zijn.

Tweederdemeerderheid

Op het eerste gezicht lijkt het niet zo moeilijk om die verkiezingen te organiseren. Het Brussels parlement zou met een ruime meerderheid aan het federaal parlement kunnen vragen om de Bijzondere Brusselwet te wijzigen. Daarin staat vandaag dat “het (Brussels) parlement om de vijf jaar volledig (wordt) vernieuwd”. Je zou daaraan kunnen toevoegen dat, indien er geen regering is na een bepaald aantal dagen, er nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden. Het Brussels parlement zou dan geen puur legislatuurparlement meer zijn.

Voor zo’n aanpassing is in het federaal parlement boven op een meerderheid in elke taalgroep ook een tweederdemeerderheid nodig. Dat nieuwe parlement zou dan wel maar tot

de Europese verkiezingen lopen. Die vallen in mei of juni 2029.

Grondwetspecialist Guillaume Delvaux (UCL) is sceptisch. Het klopt volgens hem dat het federaal parlement via een bijzondere wet aan het Brussels Gewest de mogelijkheid kan geven om de datum van de verkiezingen te wijzigen. Maar daarmee is de kous niet af. “Ten eerste zijn er de Europese verkiezingen,” zegt hij. Volgens de grondwet moeten de nieuwe verkiezingen samenvallen met de dag van de Europese verkiezingen.

Als men hier een wijziging wil aanbrengen, bijvoorbeeld via de Bijzondere Wet op de Brusselse instellingen, dan worden ook de artikels in de grondwet geactiveerd die de verkiezingen van het federaal parlement laten samenvallen met die Europese verkiezingen. “En daar is politiek vandaag helemaal geen consensus over,” zegt Delvaux.

Daarnaast is er het parlement van de Franse gemeenschap. Dat is deels samengesteld met

gekozenen uit het Brussels parlement. Wijzigt de samenstelling van het Franse gemeenschapsparlement na verkiezingen voor het Brussels parlement, dan krijg je mogelijk een andere meerderheid in de Franse gemeenschap, en dat kan de regering van minister-president Elisabeth Degryse (Les Engagés) in de moeilijkheden brengen. “Een verschuiving van drie zetels in het Brussels parlement volstaat daarvoor,” berekende Delvaux.

Theoretisch hoeft dat geen probleem te zijn, maar “daar komt nog bij dat de grondwet bepaalt dat een parlement integraal moet worden vernieuwd,” aldus Delvaux. “Dat zou een gedeeltelijke vernieuwing zijn van het parlement van de Franse Gemeenschap.” Delvaux geeft toe dat hier ook een andere interpretatie mogelijk is, maar het maakt de zaken er niet eenvoudiger op. Toch hoopt Leisterh dat hij het debat in gang kan zetten. “Want stel dat we zonder

is het jaar van de Bijzondere Brusselwet die de staatshervorming regelde, waardoor het Brussels

Hoofdstedelijk Gewest het levenslicht zag

5jaar is de duur van een legislatuur van de gewestregeringen, daarna volgen er verkiezingen. De volgende zijn gepland in 2029

oplossing blijven zitten, en de regering in lopende zaken de rit zou uitdoen tot 2029, dan is dat dramatisch voor Brussel,” zegt het MR-kopstuk.

Het kabinet van Vlaams minister van Brussel Cieltje Van Achter (N-VA) laat weten dat het “een laatste redmiddel kan zijn als de PS verder blijft blokkeren en geen respect heeft voor de institutionele regels”.

Bij de PS zelf loopt men minder warm voor het plan. Fractieleider in de Kamer Ridouane Chahid: “De verkiezingsresultaten zijn er. Met dit voorstel ontvlucht meneer Leisterh zijn verantwoordelijkheden en de leidersrol die hij zou moeten opnemen. Ik vraag me af of hij en de MR wel een regering willen. We moeten stoppen met dit soort hypotheses.” Chahid wijst naar het voorstel van Yvan Verougstraete (Les Engagés) met zeven partijen. “We moeten daarnaar kijken en over een begroting beginnen te onderhandelen met de partijen die daartoe bereid zijn.”

De Brusselse formatie laten afhangen van het federale niveau noemt hij “een vorm van zwakte”. “Zo zeggen we in feite dat we incompetent zijn en hulp nodig hebben. We zullen vandaag niet naar het federale niveau stappen en zo een gevaarlijk precedent scheppen om het Brusselse statuut in vraag te stellen.”

Ook CD&V laat weten geen voorstander te zijn. “De Brusselaars hebben zich vijftien maanden geleden uitgesproken,” zegt parlementslid Benjamin Dalle. “De partijen en politici die toen verkozen zijn, hebben de plicht om een meerderheid te vormen en om Brussel daadkrachtig te besturen en te hervormen. De Brusselse problemen rond begroting, veiligheid en netheid moeten dringend worden aangepakt.”

JOHAN BAETEN, MATISSE VAN DER HAEGEN, STEVEN VAN GARSSE

© PHOTONEWS

Wind- en wateroverlast

De Brusselse brandweer werkte woensdag 84 interventies af voor wind- en wateroverlast. Het gaat om 16 interventies voor verschillende voorwerpen die een speelbal waren voor de wind, 38 interventies voor omgewaaide bomen en afgerukte takken, en 30 interventies voor straten die onder water waren gelopen door de overvloedige regenval.

© BRANDWEER BRUSSEL

Pif poef paf, schiet ons niet af!

In het Molenbeekse Bonneviepark zijn tientallen kinderen, ouders en buurtbewoners afgelopen woensdag samengekomen om te protesteren tegen het drugsgeweld. Ze vinden dat ze in de steek worden gelaten door de politiek. “Het is aan de burgers om het park terug te nemen van de dealers.”

In het nieuws

8/09 | De burgemeester van Schaarbeek Audrey Henry (MR) maakt zich boos over het lawaai veroorzaakt door laagvliegende vliegtuigen boven Brussel. De federale luchtvaartombudsman Philippe Touwaide bevestigt dat verschillende taxibanen op de luchthaven werden gesloten, waardoor baan 07 links niet kan worden gebruikt. Daardoor moeten vliegtuigen een oude aanvliegprocedure uit de jaren vijftig volgen.

Brussel kleurt opnieuw rood

De straten van Brussel kleuren zondagnamiddag opnieuw rood voor de tweede editie van Rode Lijn voor Gaza. “Er moet een einde komen aan de medeplichtigheid van instellingen, staten en bedrijven aan de misdaden van het Israëlische regime,” klinkt het bij de internationale solidariteitsorganisatie. De politie telt 70.000 betogers, de organisatie heeft het over 110.000 deelnemers.

© BELGA

7/09 | Urban.brussels heeft de stedenbouwkundige vergunning toegekend voor de heraanleg van de Keizer Karellaan. Bij autopendelaars is de laan vooral bekend als de reusachtige toegangsweg van de E40 naar het centrum van Brussel, met zicht op de Basiliek van Koekelberg. Er komen fietspaden en meer groene zones. Het aantal parkeerplaatsen wordt gehalveerd, tot 222 plaatsen in beide rijrichtingen. Door de werken verdwijn er netto 39 bomen. Het basisidee is om van de Keizer Karellaan een “stadsboulevard” te maken.

7/09 | De grondige renovatie van de Wet- en Belliardtunnel is opnieuw uitgesteld. De werken hadden initieel al in 2021 moeten beginnen, maar zijn al verschillende keren uitgesteld, en zullen ook dit jaar niet opgestart worden. De afwezigheid van een nieuwe Brusselse regering gooit roet in het eten. Ontslagnemend Brussels mobiliteitsminister Elke Van den Brandt (Groen) verzekert dat het uitstel de veiligheid van het wegverkeer niet in

gevaar brengt en dat er sinds de ‘tunnelcrisis” een actieplan is opgesteld met regelmatige tunnelinspecties.

6/09 | De politie houdt een verdachte persoon aan aan de Israëlische ambassade in Ukkel. De man had een molotovcocktail in zijn rugzak verstopt en was in het bezit van een aansteker en handschoenen. Het onderzoek is lopende.

5/09 | Voka klaagt dat de Stad Brussel de belasting op kantooroppervlakte opnieuw heeft opgetrokken. Net voor de zomervakantie voerde Brussel een belasting van 24 euro per vierkante meter in. De taks geldt retroactief vanaf 1 januari 2025. In 2024 bedroeg de kantoorbelasting nog 17,85 euro. Voka wijst erop dat de belasting in vijf jaar tijd met 150 procent is gestegen. Ondernemers worden als melkkoe gebruikt, vindt de werkgeversorganisatie. “De vicieuze cirkel van hogere taksen en bijhorende bedrijfsvlucht moet worden gestopt.”

4/09 | In Schaarbeek laat donderdagochtend een arbeider het leven na een val van grote hoogte. Het incident vond plaats op de Chazallaan. De hulpdiensten en de lokale politie kwamen ter plaatse en probeerden het slachtoffer te reanimeren. Volgens het Brusselse arbeidsauditoraat gaat het om een arbeidsongeval. Er wordt een onderzoek naar de omstandigheden ingesteld. Een magistraat van het arbeidsauditoraat en de inspectiedienst van Toezicht op Welzijn op het Werk (TWW) kwamen ter plaatse.

Opinie

‘Gebrek aan empathie en Nederlands op spoed’

Na een val met zijn fiets werd opiniemaker Luckas Vander Taelen afgevoerd naar het Sint-Pieterziekenhuis in Stad Brussel. Een ervaring die hem diep tekende: “Ik werd zowat gek.”

• auteur en opiniemaker

• woont al meer dan veertig jaar in Brussel

Ik ging onderuit met de fiets op de natte kasseien rond het Sint-Katelijneplein. Ik kon niet anders dan luid schreeuwen, want de pijn in mijn scheenbeen was enorm. Dat trok de aandacht van voorbijwandelende toeristen, die me bijstonden, mijn fiets veilig vastmaakten en een ambulance belden. Die was er snel. De eentalige ambulanciers zeiden me in het Frans dat ik kon kiezen tussen twee spoedafdelingen: die van het Sint-Jan- of het Sint-Pieterziekenhuis. Er dook ook meteen een patrouille op met twee agenten. Blijkbaar wordt de politie automatisch verwittigd bij elke oproep van een ambulance. De ook al eentalige agent legde me uit dat ze verplicht waren een proces-verbaal op te stellen, dat naar het parket gestuurd zou worden. Voor een ongeluk waar alleen ik bij betrokken was en er geen tegenpartij was. Tot mijn verbazing was hun eerste daad me onderwerpen aan een alcoholtest, die negatief was. Die was verplicht als gebruiker van de openbare weg. De agenten zouden twee uur besteden aan de interventie en een totaal zinloos handgeschreven pv

opstellen dat ik drie keer moest ondertekenen. Brusselse politici klagen over een gebrek aan politionele mankracht. Als je weet hoe vaak ambulances elke dag uitrijden, dan kom je gauw aan een grote groep agenten die nergens anders kan worden ingezet. Het is niet omdat je met een ambulance aankomt op spoed dat je voorrang krijgt. De ambulancier had me uitgelegd dat dat enkel gold voor levensbedreigende situaties. Ik werd om 15 uur ingeschreven en er werden dadelijk radiografieën gemaakt van mijn been. Ik was onder de indruk van de efficiënte snelheid, toen nog …

Stadsleven Cringe

door Ineke Le Compte

Het was het einde van de zomer, ik had ergens koffie gedronken. Een oma met haar kleinzoontje was ook op stap, een ijsje eten. Ik ging nog even naar het toilet. De oma moest ook, en de kleine, misschien drie, had luide commentaar. Ik kon meeluisteren, vanuit het meisjeshokje. Waarom ging oma naar de mannen-wc? Terzijde:

“Ik had pijn. Ik moest urineren. Drie uur lang kwam er niemand vragen hoe het met me ging”

Nadien werd ik geparkeerd in een verlaten gang. Boven mijn hoofd hing een horloge. Traag zag ik de tijd verstrijken. Personeel dat langskwam, negeerde me. Ik was onzichtbaar geworden. Na twee uur kon ik de aandacht trekken van een jonge verpleger. Die vertelde me, uiteraard in het Frans, dat ik een korte verdoving zou ondergaan in de intensivecare-unit. Dat kwam hij me nog een paar keer melden. Toen was het al 18 uur. Ik zou weldra aan de beurt zijn, was zijn blijde boodschap. Hij bracht me naar een kleine kamer om een katheter te plaatsen. Toen dat gebeurd was, liet hij me alleen. Op een bed zonder enige mogelijkheid met iemand te communiceren. Het alarmbelletje lag op een onbereikbare afstand ver achter mij. Het was 18 uur.

dat deed mijn mama ook vroeger, toen we onderweg met de auto naar Oostenrijk halt hielden in de Duitse Raststätte. Ze zeilde langs de lange vrouwenrij. “Goed zot,” zegde ze, en ging bij de mannen. Als kind heb ik toen bijna het woord cringe uitgevonden. De peuter was stellig, de mannen moeten bij de mannen en de vrouwen bij de vrouwen. Niet eens de jongens, de mannen. Mijn pedagogische hart bloedde een beetje. De oma hield rustig en vastberaden voet bij stuk, in het mannenhokje. Toen ik vertrok, dacht ik haar nog goeie moed

te wensen. Maar tegen een vreemde praten door een toiletdeur?

Misschien toch een beetje cringe.

In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be

Luckas Vander Taelen

Luckas Vander Taelen belandde op de spoeddienst na een val: “Ik werd geparkeerd in een verlaten gang en was blijkbaar onzichtbaar geworden.”

Debatteer mee

Zijn militairen op straat een oplossing tegen drugscriminaliteit?

Ikhadpijn.Ikmoesturineren.Drie uurlangkwamniemandvragenhoe hetmet meging.Ikbegon te denken dat ze mevergetenwaren.Ik werd zowat gek.Rond21uur was ikde wanhoopnabijenbegonik te schreeuwenomenigehulp te krijgen. Een verpleegsterkwam,maaromdat ikenigszinsuitzinnigschreeuwde dat iknietbegreephoe het eraantoeging indithospitaal,dreigde ze ermeede security te bellenalsikniet zou kalmeren. Datdat allemaalin het Fransgebeurde,hoefikernietbij te vertellen.

Uiteindelijk werd ikom22uurde intensivecarebinnengereden.Toenik eenhalfuurlaterwakker werd met eengeplaasterdbeen, was ikweer helemaalalleen, met bedradingop mijnlichaamentikkendemachines rondmij. Hetzou eenuurdurenvoor

dedokterlangskwam met de mededeling dat iknaarhuismocht. Maarhijverdween even snelalshij gekomen was enweer was ikalleen. Intussen was mijnvrouwerin geslaagdbijmij te komen.Zijzag dat het alarmbelletjeweerhandigopeen onbereikbareplek was opgeborgen. Nadat ze eropgeduwdhad,daagde naeenkwartiereenverpleegsterop. Namiddernachtstondik met krukkenopdestoep van despoed, zo’n negenuurnadatiker was aangekomen.Iedereendoetheelhard zijnbestinSint-Pieter,maaropde organisatieendeempathie met de patiënt valt helaasveelaan te merken.

Reageren of zelfeen opiniestukinsturen?

Mailnaarredactie@bruzz.be

Enough is enough, met andere woorden: aan de slag”

Resultatenonlinebevraging,op 7 september2025viaRhetoric(123reacties)

Ja

Hunaanwezigheidheefteenafschrikkendeffectop criminelen,endebewonerszullenzichwellichteenpak veiligerengesteundvoelen.Hoogtijdvoorconcrete actieinplaats van het huidigelaisser-fairebeleid. C.K. Erwoedteendrugsoorlog,enzoalsinelkeoorlogzijn militairendaarbijgeenluxe. F.B.

Militairenopstraatzullenmisschiennietállesoplossen, maardeveiligheid van debewonersenbezoekers zou moetenprimeren.Lieveropelkestraathoekeenmilitair, daneendealer/gebruiker. Charlotte B.

Ik twijfel

Actieisdringendnodigmaarzonderaanpak van de grondoorzaken(middelenpolitieenjustitie,armoede, langlopenderenovaties...)zal het geensoelaasbieden. René V.

Nee

Ze zijndaarnietvoorgetrainden het ispureimagopolitiek.Deoplossingligtinbeterefinanciering van het gerechtsapparaatenmeermiddelenvoordepolitie. Nicolas K.

Deoorzaken van dedrugshandel,(kans)armoede, verwaarloosdewijkenenmensen,diemoetenaangepaktworden.Nietdesymptomendiedaaruitvoortvloeien. T.M.

InZuid-Amerika zet menaldecenniamilitairenintegen kartels,en het haaltnietsuit.Dedrugsmarktisenkel gegroeiden het geweldneemtenkeltoe.Denken dat het inBelgië wel zou werken,isnaïef.Handhavingheeft geeneffectalsstraffennietwordenuitgevoerd. Li L.

THIERRY GEERTS , topman van deBrusselse werkgeversorganisatieBECI roeptsamen met andere sector-enwerkgeversorganisatiesdenoodtoestanduitvoor het BrusselsGewestalsgevolg van depolitiekeimpasse Openbrief,4september2025

‘Dit is de Trump-methode’

Vijf vragen over inzet leger tegen drugsbendes

De federale regering wil opnieuw militairen de Brusselse straat opsturen, deze keer om de drugscriminaliteit te bestrijden. Vijf vragen over een plan dat veel kritiek oogst. “Militairen zijn opgeleid om te doden.”

door Kris Hendrickx

1Wat is er beslist?

Minister van Binnenlandse

Zaken Bernard Quintin (MR) kondigde dit weekend aan dat de federale regering militairen wil inzetten in steden, onder meer in een aantal Brusselse gemeenten. In het kader van een grootstedenplan tegen drugscriminaliteit zouden die soldaten in gemengde patrouilles met de politie optreden. Het grootstedenplan omvat nog andere maatregelen, zoals 20 miljoen euro voor bewakingscamera’s.

De uitlatingen van Quintin zijn doorgesproken in de federale regering. Met name minister van Defensie Theo Francken (N-VA) schaart zich erachter.

Wanneer de soldaten de straat op gaan, is vandaag nog niet duidelijk, net zoals nog niet geweten is hoeveel militairen worden ingezet. Binnenlandminister Quintin zegt dat het alvast niet om duizenden militairen zal gaan.

2Waarom wil de regering soldaten sturen?

De drugshandel en het drugsgeweld nemen onder meer in Anderlecht, Molenbeek en Sint-Gillis erg omvangrijke proporties aan. In de getroffen wijken gaven de lokale politiezones al meerdere keren aan dat ze niet over genoeg manschappen beschikken om doeltreffend op te treden

tegen de drugsbendes. Die nemen op tal van hotspots de openbare ruimte in en lokken vuurwapengeweld door concurrerende bendes uit. “We need to take back control,” schrijft minister van Defensie Francken daarover.

Ex-kolonel Roger Housen vindt dat de regering gewoon de weg van de profilering en de minste weerstand kiest, waarbij de inzet van soldaten ook goedkoper is dan die van politieagenten.

3Welke bevoegdheden zullen de militairen hebben?

Soldaten die vandaag op straat patrouilleren kunnen weinig meer doen dan rondwandelen. Iemands identiteit controleren of iemand arresteren mogen ze niet. De soldaten zouden wel bijkomende bevoegdheden krijgen. Defensieminister Francken zegt dat “een helder wettelijk kader met duidelijke bevoegdheden en inzetregels” klaar is en dat hij het wetsontwerp binnenkort zal agenderen op de ministerraad.

Of de militairen al de straat zullen optrekken voor die wet gestemd is, is onduidelijk. De nieuwe wet moet nog goedgekeurd worden door de ministerraad, moet vervolgens naar het parlement en de Raad van State. Het kan dus nog even duren voor ze van kracht is. “Welbeschouwd is dit vooral aankondigingspolitiek,” vindt oud-kolonel en militair expert Roger Housen.

Hoe wordt het plan onthaald?

Eerder negatief. De burgemeesters van Anderlecht en Sint-Gillis vinden soldaten alvast niet het juiste antwoord op drugsgeweld. Jean Spinette (Sint-Gillis, PS) spreekt op zijn sociale media over de Trump-methode (de president van de VS stuurt ook soldaten naar verschillende steden). Jurgen

ARCHIEFBEELD © PHOTONEWS

De Landsheer, de korpschef van de – door drugshandel geteisterde – politiezone Zuid is positiever, al wil hij de soldaten liever voor statische bewakingsopdrachten gebruiken en niet voor gemengde patrouilles.

Ook Olivier Slosse, zijn collega van de zone Noord, denkt eerder aan bewaking of overbrenging van gevangenen. “Dan kunnen politiemensen zich concentreren op zaken waar meer terreinkennis voor nodig is.” Slosse is blij dat er een plan komt, maar benadrukt ook dat het maar een deel van het antwoord kan zijn. “Je hebt onderzoekscapaciteit nodig, justitie moet kunnen volgen en criminelen mogen niet uit de gevangenis kunnen verder werken. De keten moet volledig zijn.”

Verschillende experts maken helemaal brandhout van het plan. “Je geeft zo het

signaal dat de politie verloren heeft,” vindt professor Sofie De Kimpe (VUB), die gespecialiseerd is in de werking van de politie. “Wat we echt nodig hebben, is een betere aanwervingsstrategie bij die politie, zodat die versterkt wordt. Je kunt ook politiemensen sturen uit zones die minder om handen hebben dan de zones waar de drugsproblemen zich concentreren.”

Ex-kolonel Roger Housen is evenmin te spreken over het plan. “Militairen zijn opgeleid om te doden, politieagenten om slachtoffers te vermijden.” Housen wijst erop dat het leger met minstens even grote personeelstekorten zit als de politie. “Er zijn 51.000 politiemensen in België en maar half zoveel soldaten. Bovendien zit je nog eens met een geopolitieke situatie waarin het leger net versterkt moet worden en zich op

zijn corebusiness moet kunnen concentreren.”

Eric Vandezande, die het woord voert voor tientallen buurtcomités, toont zich blij dat de federale regering een versnelling hoger schakelt in de strijd tegen drugs, maar ook hij heeft vragen bij de precieze rol die soldaten zullen spelen.

Wat zijn de lessen uit de vorige passage van militairen in het stadsbeeld?

Na de aanslagen van Parijs en Brussel patrouilleerden tot 1.800 soldaten in de steden, vooral in Brussel. Toen al bleek dat de samenwerking tussen het leger en de politie niet zomaar vanzelfspre-

kend is. “Militairen trainen in groep, met dezelfde mensen tot ze helemaal ingespeeld zijn op elkaar,” legt Roger Housen uit. “Als je gemengde patrouilles vormt, dan moeten de agenten in die patrouille telkens na 10 uur naar huis omdat hun dienst erop zit, en komen er steeds weer nieuwe politiemensen, die de soldaten niet kennen.”

Bij die operatie bleek ook dat het makkelijk is om een ‘tijdelijke inzet’ aan te kondigen, maar veel moeilijker om er een eind aan te maken. “Die soldaten zijn hier uiteindelijk zes jaar lang geweest, van 2016 tot 2021,” merkt Housen op. “In Frankrijk loopt het Vigipirate-plan zelfs al dertig jaar. Politici zijn bang dat ze de hoon van extreemrechts over zich krijgen als ze de soldaten weer weghalen.”

volgende week in BRUZZ magazine

50 TIPS VOOR HET NIEUWE CULTUURSEIZOEN

PODCAST ‘IN BRUSSEL’

In de nieuwe podcast In Brussel brengt Margot Otten jou twee verhalen recht uit de stad.

Deze week

De Gazaprotesten liepen als rode draad door de zomer. Hoe betrokken zijn de Brusselaars?

‘Dogma 95’ in BOZAR: Deense cinema volgens hun zelfgeschreven regels.

Vanaf nu elke woensdag op je favoriete podcast-app en op BRUZZ.be/podcast

Concerten, voorstellingen, musea, festivals en expo’s in Brussel.

Koop je tickets op

Bruisend
Brussel in één klik

Hazelaar Eeuwenoud, robuust en leverancier van eetbare nootjes

Kastanjes rapen en noten kraken: in enkele hoeken van Brussel opent in september een kleine tuin van Eden. Met dank aan de hazelaar die zijn lekkers in groten getale op de grond dropt.

door Eva Christiaens

Je kunt er smeerpasta mee maken, granola, notentaart of bresilienne. Soms liggen de hazelnoten voor zulke zoetigheden zomaar voor het rapen. In het park van Vorst, bijvoorbeeld, waar de derde grootste boomhazelaar van Brussel staat. Twintig meter hoog met een bijna even brede kruin, net als erkende soortgenoten op de begraafplaats van Neder-Over-Heembeek, aan de Grote Zavel of in residentieel Oudergem.

“Dat zijn Turkse boomhazelaars, een uitheemse soort. Hun vruchten zijn kleiner en harder dan onze inheemse corylus avellana en ze vallen pas later in de herfst,” zegt boswachter Bart Swerts van Leefmilieu Brussel. De meer struikvormige hazelaar vind je daarentegen al eeuwenlang langs bosranden in Europa, in Brussel vooral op hoger gelegen en minder moerassige gronden. Die struikhazelaar biedt vroeg in september al voedzame vruchten.

“De hazelaar was samen met de berk een van de eerste boomsoorten die ons gebied na de laatste ijstijd hebben gekoloniseerd. Dat komt omdat ze zich voortplanten via de wind. Ze hebben geen insecten nodig,” zegt Swerts. Een verdwaalde tak die ergens wortel schiet, is genoeg. In archeologische vondsten zijn in onze contreien al hazelnootschillen gevonden uit de steentijd. De vruchten blijven maandenlang bewaard zonder ijskast of fermentatie, zolang het maar droog en donker is. Met de komst van granen en later de aardappel raakte de noot wat in de vergeethoek van ons westerse dieet.

Toch bleef de hazelaar wijdverspreid, want zijn hout is nuttig als hakhout, brandhout of beschutting. “En de bladeren zijn vruchtbare humus voor bossen of moestuinen,” zegt Swerts. In het Zoniënwoud zijn lage hazelaars dan ook al eeuwenlang deel van het bosbestand, haalt hij aan. “Ze zijn robuust, vorstbestendig en verdragen in de stad zowel droogte als luchtvervuiling.”

Waarom zou je ze dan niet vaker planten in Brussel? In vergelijking met andere eetbare notensoorten, zoals de walnoot, neemt de hazelaar een pak minder ruimte in en zijn de nootjes niet te groot of gevaarlijk wanneer ze vallen. “Bij walnotenbomen moet je rekening houden met eventuele

Eigenschappen

• De hazelaar is een van de oudste inheemse boomsoorten in Europa

• 33,3 procent van de Brusselse hazelnoten bevat te veel lood

• Hazelaars bieden handig hakhout en hun loof is vruchtbare humus

carrosserieschade aan auto’s. Die soorten worden vaker in boomgaarden buiten de stad geplant,” zegt Swerts. Walnootvarianten in Brussel zijn de niet-eetbare vleugelnoot en de uit Amerika overgewaaide pecannoot. Die vind je soms in stadsparken, maar zelden als straatboom. Eetbare kastanjes zijn dan weer vatbaar voor ziektes: tien jaar geleden moest een rij tamme kastanjelaren in Jette nog voor de bijl door een besmetting met een dodelijke kankerzwam. “Terwijl je kastanjes natuurlijk ook lekker kunt poffen of verwerken tot meel,” zegt Swerts. Aan de Tervurenlaan zijn daarom alleen paardenkastanjes te rapen, die je niet mag opeten.

Voor jager-verzamelaars blijft de hazelnoot dus het meest interessant in de vroege herfst, al sprokkel je die noten best wat verder van de weg. Onderzoek van Leefmilieu Brussel met de vzw’s Centre d’Ecologie Urbaine en Velt leerde vorig jaar dat liefst een op de drie hazelnoten in Brussel te veel lood bevat. “Omdat de hazelnoot veel vetten bevat, slaat de vrucht vervuilende stoffen helaas langer op,” zegt Swerts. Maak uw torta piemontese dus best met noten uit de winkel, maar de hazelaar heeft genoeg voordelen buiten de keuken. “Op ecologisch vlak zijn de bomen interessant voor nachtvlinders, insecten en vogels als de gaai of boomklever. En hun pollen worden in het vroege voorjaar geoogst door wilde bijen,” zegt Swerts. Lastig voor hooikoortslijders, maar wel vetrijk voedsel voor ontpoppende bijenlarven. Die kunnen op hun beurt bloemen in de stad bestuiven. Ook muizen en eekhoorns zijn fan van hazelnoten. Al hebben zij wel groene verbindingen nodig om de bomen te vinden. “Eén hazelaar in het stadscentrum is niet genoeg om een eekhoorn te lokken,” zegt Swerts. En hun dikke kruin vraagt best wat plek. “De vraag is hoeveel plaats we bereid zijn om te geven aan grote, vruchtdragende bomen in de stad.”

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op BRUZZ.be/dossier/botanisch-brussel

Nieuwe toekomst voor oud klooster

Sant’Egidio zoekt geld voor renovatie Rijke Klaren

Al veertien jaar heeft de christelijke lekenbeweging

Sant’Egidio haar stek in het Rijke Klarenklooster, met een sociaal restaurant, huiswerkklassen en tijd voor gebed. De organisatie wil de sinds jaren vervallen site nu restaureren. “Het is een litteken in de stad dat maar niet geheeld raakt.”

door Bettina Hubo foto’s Saskia Vanderstichele

Na een lange zomerstop is de grijze poort op nummer 36 van de Sint-Kristoffelstraat sinds kort weer open. Op maandag- en donderdagavond biedt Kamiano, het daklozenrestaurant van Sant’Egidio, op de Rijke Klarensite een gratis warme maaltijd aan.

Om tien voor zes staan er al vijftig, zestig mensen op de binnenkoer. Meer mannen dan vrouwen. Ze spreken Frans, Nederlands, Spaans, Italiaans of nog een andere taal. Sommigen slepen een grote koffer achter zich aan waarin hun hele hebben en houwen zit.

Velen zijn habitués. Zo bijvoorbeeld Marie en Irène, die traagjes aangewandeld komen, de ene met een kruk, de ander met een

rollator. Wanneer de toegangsdeur van het restaurant stipt om zes uur opengaat, wringen ze zich in de rij om zeker een plekje te hebben in de eetzaal. Als die vol zit, moet de rest buiten wachten op de tweede shift. Op het menu vandaag bloemkoolsoep, worst met linzen of een vegetarische variant, en een koek en druiven toe. Alles wordt in hoog tempo op plastic borden opgeschept en aan tafel opgediend door vrijwilligers met een lange blauwe Sant’Egidio-schort voor. “Hier geen selfservice. Dit is een echt restaurant, waar we opdienen en afruimen,” zegt coördinator Adelmo. “Op één dag delen we 140 tot 150 maaltijden uit, een goede honderd in het restaurant, de rest als takeaway.”

De maaltijden komen van een traiteur. Gekookt wordt er niet in het oude gebouw, bij gebrek aan een professionele keuken. Wat opvalt is de vrolijkheid en aandacht waarmee de vrijwilligers hun restaurantgasten bejegenen. Maaike, die als een soort vriendelijke poortwachter bij de ingang staat, kent de meesten bij naam en begroet hen al van ver. “Dag Peter, hey Frans, salut Marie-Lou.” Ze toont waar de daklozen hun koffers of tassen kwijt kunnen en overhandigt de meeneemmaaltijden aan hen die liever niet binnen eten. “Koffie, thee? Met melk en suiker?” vraagt ze telkens.

Een man in ribfluwelen beige broek en wit T-shirt is klaar met eten en zet zich met zijn bakje druiven neer op een muurtje op

Lekengemeenschap Sant’Egidio wil het vervallen Rijke Klarenklooster renoveren en er een sociale hub voor kansarmen van maken.

de binnenkoer. Hij komt sinds een maand of negen naar Kamiano, vertelt hij. “Ik heb een kleine invaliditeitsuitkering. Als ik mijn huur, verzekering en andere lasten betaald heb, schiet er nauwelijks geld over om te eten.”

Het zijn inderdaad niet alleen daklozen die hier komen, ook mensen die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen of die de eenzaamheid willen doorbreken, maken gebruik van Kamiano.

Dan schuifelen ook Marie en Irène naar buiten. Ze gaan niet naar het aansluitende avondgebed in de Rijke Klarenkerk. Marie, in een lange jurk, vertelt dat ze zowat dagelijks eet in een van de Brusselse sociale restaurants. “Ik wissel af met

Cassonade, Ça Chauffe, La Rencontre en soms ook Hobo.” Kamiano apprecieert ze erg door de vrijwilligers. “Jean-Marc bijvoorbeeld, een heel charmante diplomaat,” glundert ze. “Er lopen ook bekende gezichten rond. Anne Gruwez (de onderzoeksrechter, over wie de film Ni Juge, Ni Soumise is gemaakt, red.) helpt de mensen hier geregeld met hun administratieve procedures. En dan is er natuurlijk de procureur.”

Ze doelt op procureur-generaal Frédéric Van Leeuw. Hij stond destijds mee aan de wieg van de Brusselse afdeling van Sant’Egidio en zet zich in zijn vrije tijd nog altijd in voor de daklozen. Vandaag is hij ook aanwezig op de gebedsdienst, die bijge-

woond wordt door een kleine twintig vrijwilligers en daklozen.

Gesteund door het koningshuis

De gemeenschap van Sant’Egidio ontstond in 1968 in Rome, waar de achttienjarige Andrea Riccardi met enkele vrienden een lekenbeweging oprichtte die gebed wilde combineren met zorg voor de armen en inzet voor de vrede. Bijna zestig jaar later is Sant’Egidio een wereldwijd vertakte christelijke gemeenschap, erkend door de Heilige Stoel, met zeventigduizend leden of vrijwilligers in meer dan zeventig landen.

Ook in ons land, waar een duizendtal leden zijn, wordt de beweging gesteund 10 september 2025 |

door de hogere kerkelijke regionen evenals door het koningshuis.

De beweging kreeg eerst voet aan de grond in Antwerpen. Hilde Kieboom begon er als studente mee in 1985 nadat ze in Rome met Sant’Egidio in contact was gekomen. Enkele jaren later raakten ook enkele Brusselse jongeren geïnspireerd. Onder hen Frédéric Van Leeuw, toen zestien. Ze brachten bezoekjes aan bejaarden, begeleidden kinderen in een huiswerkklasje en deelden broodjes en soep uit in de straten van Brussel. Later kwam er ook het gezamenlijke gebed bij. “De grote verantwoordelijkheid die de organisatie aan jongeren gaf, trok me aan,” vertelt Van Leeuw na afloop van het gebed. “En voorts het feit dat de organisatie één grote familie in de wereld vormde. Ik kwam in contact met jongeren van overal, Vlaanderen en verre buitenlanden.”

Naar het Antwerpse voorbeeld opende de Brusselse ploeg in 2005 sociaal restaurant Kamiano. “We hoopten op die manier de daklozen makkelijker te kunnen bereiken,” legt Van Leeuw uit. Kamiano was de eerste jaren gevestigd in een zaaltje aan de achterkant van de Finisterraekerk. “Het ging er toen heel ambachtelijk aan toe. Mijn vrouw en ik kochten de ingrediënten en kookten zelf. De sfeer was heel informeel. ‘Volgende week willen we gegratineerde witlof,’ hoorde je de daklozen soms grappend zeggen.”

Maar het restaurant groeide en op een gegeven moment moest er uitgekeken worden naar een andere plek. Dat werd het Rijke Klarenklooster, vlak bij de Sint-Gorikswijk, een site met een lange geschiedenis. Eind zestiende eeuw namen de Rijke Klaren, een clarissenorde, hun intrek in de abdij, waarna ze een halve eeuw later ook een kerk in barokstijl lieten bouwen door architect Lucas Faydherbe.

Het noordelijke deel van het klooster werd in de negentiende eeuw – de zusters waren

“In het begin deden mijn vrouw en ik de boodschappen en kookten we zelf in het restaurant”

Frédéric Van Leeuw

Procureur-generaal en vrijwilliger bij Sant’Egidio

ondertussen weg - verkocht aan de Stad Brussel, die er later appartementen in zou maken.

Verwoestende brand

In juni 1989 werd de Rijke Klarenkerk verwoest door een hevige brand, die ook een deel van het kloostergebouw zwaar beschadigde.

Toen Sant’Egidio in 2011 neerstreek op de site waren de gevolgen van de brand nog steeds niet uitgewist. “Er was wel een eerste restauratie van de kerk gebeurd, maar het was niet afgewerkt. Het regende ook binnen. De aannemer was failliet gegaan en er liepen allerlei gerechtelijke procedures, die uiteindelijk pas sinds vorig jaar opgelost zijn,” zegt Van Leeuw, die voorzitter van de kerkfabriek werd.

In het voormalige klooster was de renovatie van de door de brand deels geruïneerde vicarissenvleugel nog niet begonnen en ook de Sint-Kristoffelvleugel, aan de straatkant, verkeerde in slechte staat. De gebouwen en de kerk werden gebruikt door de lokale Franstalige en Spaanstalige katholieke gemeenschap .

Sant’Egidio opende er zijn sociaal restaurant en richtte er een huiswerkklas in. Aan de overkant van de Rijke Klarenstraat werd een pand aangekocht, dat fungeert als hoofdhuis en kantoor voor de internationale activiteiten. De beweging doet immers ook aan vredesdiplomatie en organiseert humanitaire corridors, bedoeld om kwetsbare vluchtelingen op een veilige manier naar ons land te brengen.

Op maandag en donderdag delen vrijwilligers een goede honderd maaltijden uit in het daklozenrestaurant Kamiano.

Al snel nam Sant’Egidio zich voor om de site te renoveren en op die manier ook de Brusselse afdeling – met tweehonderd vrijwilligers een stuk kleiner dan de Antwerpse – te versterken. “We willen Sant’Egidio in Brussel laten groeien,” zegt Jan De Volder, die de gebedsdiensten leidt. De Volder is godsdiensthistoricus, verbonden aan de KU Leuven, en verantwoordelijk voor zowel de Brusselse gemeenschap als het Europese bureau.

De organisatie ijverde er eerst voor dat het klooster, dat al deels beschermd was, in zijn volledigheid beschermd zou worden door de Brusselse regering. Dat lukte in 2020.

Twee jaar later wist de beweging te bewerkstelligen dat toenmalig aartsbisschop

Jozef De Kesel de Rijke Klarenkerk toevertrouwde aan Sant’Egidio. Daarvoor moest de Spaanstalige gemeenschap weliswaar eerst verhuizen naar de Finisterraekerk in de Nieuwstraat. “De latino’s waren de laatste die er nog zaten,” zegt pastoor Johnny De Mot, die de Nederlandstalige mis verzorgt in de Finisterrae en die zelf in de jaren na de brand actief was op de verwoeste Rijke Klarensite. “De Franstalige gemeenschap was eerder al ontmoedigd weggetrokken. Voor de renovatie is zoveel geld nodig. Een gewone parochie kan dat niet dragen. Sant’Egidio is een internationale structuur met andere middelen.”

De kerkfabriek gaf de kloostergebouwen vervolgens in erfpacht aan de Sant’Egidio Stichting. Op die manier wilde de beweging twee projecten realiseren: Sant’Egidio zou de hele renovatie van de kloostergebouwen op zich nemen, terwijl de kerkfabriek, die door de erfpacht meer financiële armslag kreeg, zou focussen op de verdere restauratie van de kerk.

Voor het klooster was intussen al een masterplan uitgetekend. “Het is de bedoeling om er een echte sociale hub voor de stad van

te maken waar kansarmen terechtkunnen,” zegt De Volder. “In de vicarissenvleugel willen we op de gelijkvloerse verdieping opnieuw een sociaal restaurant maken, groter en met een professionele keuken ditmaal. Voorts moeten daar douches, lockers en een wasserette komen en ook een lokaal voor de huiswerkklassen. Op de eerste verdieping plannen we een conferentiezaal met honderd zitjes.”

In de Sint-Kristoffelvleugel is beneden aan de straatkant een sociaal café gepland. Op de verdiepingen zouden

studio’s, appartementen en een coliving voor kwetsbare mensen worden ingericht.

De restauratie en herinrichting gaan inderdaad flink wat geld kosten, bevestigt De Volder. “Met een miljoen komen we niet toe.” Voor de financiering rekent hij op overheidssubsidies, maar vooral ook op sponsors. “Gelukkig zijn er kapitaalkrachtige particulieren en bedrijven die ons project genegen zijn. Maar we zijn er nog niet.”

Donaties vormen een belangrijk deel van de inkomsten van de beweging, ook voor de sociale projecten. “De subsidies zijn immers beperkt. We hebben dit jaar 10.000 euro van de Stad Brussel gekregen voor ons sociaal restaurant, maar dat was voor het eerst.”

Afbraak nodig

Ondertussen is de stedenbouwkundige vergunning voor de restauratie en verbouwing van de kloostervleugels aangevraagd. Het openbaar onderzoek loopt deze week af. Heel soepeltjes gaat het allemaal niet. De Commissie voor Monumenten en Landschappen gaf een negatief advies omdat in de plannen hier en daar ook een muur gesloopt wordt. “Uiteraard is het de bedoeling om de beschermde delen zoveel mogelijk te behouden,” zegt De Volder. “Maar sommige stukken zijn in zo’n slechte staat dat afbraak nodig is.”

Ook de restauratie van de kerk heeft veel voeten in de aarde. “Het is zo’n traag proces,” vindt Van Leeuw. “We zijn er al jaren mee bezig. De engelen in de koepel zijn al gerestaureerd, dat heeft 2,5 jaar geduurd. Van een van de figuren was een arm naar beneden gevallen. Nu zijn het hoofdaltaar en de faux marbre van de zuilen aan de beurt. Maar we moeten voor alles toestemming krijgen van de bevoegde gewestelijke directie en die blokkeert soms de voortgang om het minste geringste. Je zou er bijna moedeloos van worden. Uiteindelijk willen wij gewoon dit litteken in de stad helen.”

DES LAÏCS OFFRENT UN NOUVEL AVENIR AUX RICHES CLAIRES

FR/ Depuis quatorze ans, le mouvement chrétien laïc Sant’Egidio occupe le couvent des Riches Claires, avec son restaurant social Kamiano, son aide aux devoirs et ses temps de prière. L’organisation veut restaurer et réaffecter ce site, cicatrice de l’incendie de 1989, pour en faire un pôle social pour les plus démunis. Née à Rome en 1968, la communauté s’est installée en Belgique dans les années 1980.

LAY PEOPLE ARE GIVING RICH CLAIRES A NEW FUTURE

EN/ The Christian lay movement Sant’Egidio has had its home in the Rijke Klaren/Riches Claires monastery for fourteen years now. There is the community restaurant Kamiano, there are homework classes, and there is prayer. The organisation wants to restore and repurpose the dilapidated site, which was hit by a fierce fire in 1989, completely to make it a proper social hub in the city for the less privileged.

Tweemaal per week biedt het daklozenrestaurant Kamiano een gratis warme maaltijd aan.

BIO

Naam: Khadija

Leeftijd: 11 jaar

Gemeente: Molenbeek

Woont samen met: papa, mama en vier zussen

Talen: Nederlands, Frans, Lingala, een beetje Engels

Hobby’s: voetbal

Favoriete vak op school: muzische vorming

Lievelingseten: taco’s

The hang-out

‘We gingen met de school naar de burgemeester om te protesteren’

Elke week toont een Ket zijn favoriete plek in Brussel. Deze keer: Khadija (11) die BRUZZ meeneemt naar de Voorzienigheidsschool in Anderlecht. “Ik heb vorig jaar geprotesteerd tegen het lerarentekort.”

door Annelies Bontjes foto Saskia Vanderstichele

Waarom heb je ervoor gekozen om je school te tonen?

Ik heb hier al heel veel dingen meegemaakt. Vorig jaar hadden we een lerarentekort, dus gingen we protesteren. We hebben met de klas een protestbord gemaakt. Toen gingen we met de borden en micro’s naar de burgemeester.

Had jouw klas wel een leraar?

Ik zat toen nog in het vijfde leerjaar en ik heb in een jaar drie juffen gehad. Een kwam maandag, dinsdag, woensdag en een andere kwam op donderdag en vrijdag. Later zaten ook nog het vijfde en het zesde leerjaar samen. Toen waren we ineens met veel leerlingen in de klas.

Hoe vond je dat?

Leuk, maar soms was er ook veel lawaai. En soms moesten we dingen leren die eigenlijk voor de zesdejaars waren.

Dit jaar ga je zelf naar het zesde leerjaar. Ja, dat vind ik wel spannend. Nu heb ik twee beste vrienden, maar misschien zal ik nog nieuwe vrienden maken dit jaar.

Als jij de baas was, hoe zou je dan het lerarentekort oplossen?

Ik zou proberen om ervoor te zorgen dat meer kinderen leraar willen worden als ze groot zijn.

Wil je zelf leraar worden?

Nee, ik wil anesthesist in het ziekenhuis worden. Want mijn zus wil chirurg worden, dan kunnen we samenwerken.

Je hebt vier zussen, hoe is het om met zo veel zussen te zijn?

Het is leuk, maar soms is er wel veel ruzie, bijvoorbeeld als we spelen of over kleren. Soms stelen we elkaars kleren, dat heb ik ook weleens gedaan.

Wat voor dingen doen jullie graag samen?

Soms maken we dansjes.

Zet je je dansjes weleens op TikTok?

Nee, van mijn papa mogen we onze dansjes niet op TikTok zetten. Ik heb wel een telefoon, maar ik gebruik die alleen voor spelletjes. Ik bel er niet eens mee.

Heb je iets leuks gedaan tijdens de vakantie?

Ja, ik ben naar Spanje gegaan en dat was keileuk. We waren in Barcelona en daar hebben we veel dingen gedaan: gaan shoppen, naar de zoo en het zwembad geweest, en gegeten bij een restaurant, en verder gewoon genieten met mijn familie.

Wat is het lekkerste dat je hebt gegeten? Een hamburger.

Wat zijn jouw hobby’s?

Voetbal. Ik train drie keer per week bij RWDM Girls en in het weekend hebben we nog een match. Mijn positie is centrale verdediger. Voor voetbal moet je goed geconcentreerd zijn en luisteren naar de coach, en je moet een goede conditie hebben. Ik heb leren voetballen van mijn vader. Hij speelde vroeger ook veel en nu oefent hij altijd met mij.

Wil jij ook je favoriete plek tonen? Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.

Trots

Vorig jaar heb ik een tekening gemaakt voor de boekenmaand. Dat was de mooiste tekening van de school. De prijs was een boek over een meisje en een hond.

Lievelingsartiest

Aya Nakamura, haar muziek vind ik echt goed. Soms maak ik dansjes op haar liedjes met mijn zussen.

Koken

Ik vind het leuk om te koken. Ik maak graag pannenkoeken, eieren en ook taart.

‘Voetbal

heeft me gered. Het was mijn medicijn’

Waka-up haalt vrouwen uit sociaal isolement

Vrouwen in opvanghuizen via voetbal hun zelfvertrouwen doen terugwinnen, dat is wat de Brusselse vereniging Waka-up beoogt. BRUZZ trok zelf het paarse shirt en noppenschoenen aan, en volgde vier maanden lang de trainingen, in exclusief vrouwelijk gezelschap. “Wanneer je partnergeweld of geweld binnen het gezin hebt meegemaakt, kan de aanwezigheid van mannen oude wonden openrijten.”

tekst en foto’s

Sophie Soukias

Tubeke, een kleine 30 kilometer van Brussel. Onder een brandende zon is het gras van het Proximus Basecamp, het nationale centrum van het Belgische voetbal, al opvallend geel voor het begin van de zomer. In paarse shirts staat een tiental vrouwen te wachten op het startsignaal. Weinigen onder hen hadden gedacht dat ze ooit op het trainingsveld van de Rode Duivels en de Red Flames zouden spelen. Vandaag staan ze aan de aftrap van een toernooi dat voor velen van hen de sportieve inzet ver overstijgt.

Achter de paarse shirts schuilt een bijzonder collectief: Waka-up, een Brusselse vereniging die haar speelsters zoekt in de opvanghuizen van de hoofdstad. De meesten maken, of maakten, een moeilijke situatie door: een migratietraject, huisvestingsonzekerheid, alleenstaand ouderschap, partner- en/of intrafamiliaal geweld, mentale gezondheidsproblemen, verslavingen, isolement. Allemaal worden ze uitgenodigd om de voetbalschoenen aan te trekken, te rennen en te spelen.

Aan de rand van het veld geven coaches Florence Dejaegher en Sara Yüceil – hier bekend als Flo en Sara – hun laatste instructies. De derde coach, Mélanie Russo, alias Mel, kan er niet bij zijn. “Stel je op in een driehoek om pasmogelijkheden te creëren. Kijk voor je, niet naar de grond. En vooral: we zijn hier niet om de tegenpartij omver te lopen.”

“We passen ons aan het niveau van de andere speelsters aan en vermijden contact: we gaan op de bal af, niet op de tegenstander,” benadrukt Sara Yüceil. Ze weet hoe belangrijk het is om het enthousiasme van haar speelsters te temperen. Een blessure boven op de dagelijkse moeilijkheden waarmee ze al

“Voor mannen is er geen gebrek aan activiteiten. Zij vinden makkelijker hun weg dan vrouwen”
Sara Yüceil
Medeoprichter en coach bij Waka-up

kampen, is uit den boze: “Dat is een van onze grootste angsten.”

Als voormalig Belgisch international heeft Sara Yüceil op het EK 2017 gespeeld, nu geeft ze commentaar bij vrouwenwedstrijden voor de RTBF. Voordat ze het shirt van de Red Flames droeg, speelde ze bij Fémina White Star Woluwe, waar ze Florence Dejaegher leerde kennen. Enkele jaren later kruisten ze het pad van Mélanie Russo op een minivoetbalkampioenschap in Brussel, waar zij uitkwam voor Schaarbeek. Uit die ontmoetingen is het trio ontstaan dat Waka-up oprichtte en nu ook traint. Het voetbalteam bestaat al twaalf jaar en maakt sinds 2022 deel uit van vzw Waka-up, sindsdien zijn er al 219 speelsters door de ploeg gegaan.

Het toernooi in het Basecamp van Tubeke wordt georganiseerd door Younited Belgium, dat teams van mensen in kwetsbare situaties samenbrengt: daklozen, migranten, ex-gedetineerden, mensen met

psychische problemen of verslavingen. Op meerdere minivelden volgen de wedstrijden elkaar snel op. De mannenteams vallen op door hun intensiteit: ze zijn lawaaieriger en strijdlustiger. Maar voor Waka-up blijft de tegenstand uitsluitend vrouwelijk. “Veel vrouwen zouden nooit de stap hebben gezet als het team gemengd was,” merkt Florence Dejaegher op. “Niet alleen religieuze kwesties spelen een rol. Wanneer je partnergeweld of geweld binnen het gezin hebt meegemaakt, kan de aanwezigheid van mannen oude wonden openrijten.” Sara Yüceil voegt daaraan toe: “Voor mannen is er geen gebrek aan activiteiten. Integendeel, het aanbod is groot en zij vinden makkelijker hun weg dan vrouwen.”

Training in Anderlecht

Elke week traint het team in een sporthal in Anderlecht. Een vijftiental vrouwen komt er samen, met een harde kern van trouwe speelsters en een gestage in- en uitstroom. Sommigen ontdekken voetbal voor het eerst, anderen nemen een oude passie weer op. Hoewel velen bezig zijn met een herstelproces, geldt dat niet voor iedereen. Er zijn ook vrouwen die niet in een uitgesproken kwetsbare situatie zitten en gewoon zin hebben om te voetballen en nieuwe contacten te leggen. Het is net die mix die de groep zo sterk maakt, benadrukken de coaches. “Doordat Waka-up openstaat voor alle vrouwen, of ze nu door een moeilijke periode gaan of niet, kunnen de vrouwen uit de opvanghuizen een netwerk opbouwen en vriendschappen sluiten over sociale en culturele grenzen heen. Wanneer ze het opvanghuis verlaten en een appartement vinden, vervallen ze vaak weer in eenzaamheid. Deel uitmaken van een voetbalteam biedt houvast en creëert hulpbronnen voor het heden, maar ook voor de toekomst.”

Waka-up geeft vrouwen in kwetsbare situaties de kans om deel te worden van een netwerk.

“Dat

Florence Dejaegher, die werkt in het vrouwenopvanghuis Home Victor Du Pré in de Marollen, rekruteert daar een deel van de speelsters. Het centrum heeft het project vanaf het begin gesteund. “Op training laten we alle labels achterwege, niemand vraagt waarom je hier bent,” benadrukt ze. De levensverhalen blijven op de achtergrond. Ontboezemingen, als ze er al zijn, worden vooral in de kleedkamers gedeeld. “Wanneer je in een asielprocedure zit, word je tot een nummer gereduceerd en moet je voortdurend je verhaal vertellen en jezelf verantwoorden. Op het veld spelen we, dat is alles.”

Wanneer ze naar de opvanghuizen gaan om nieuwe speelsters te vinden, stuiten de coaches vaak op dezelfde drempels. De eerste is de angst voor de blik van andere vrouwen

biedt houvast en creëert hulpbronnen voor het heden, maar ook voor de toekomst.”

Voormalige speelster Ursule (in het midden) is tijdens toernooien nog trouw op post en heft de hymne van Waka-up aan. De rest valt meteen in: “Les filles, c’est pas que le ménage / Les filles c’est pas que le maquillage / On va jouer / On va marquer / On va gagner / Waka up, up, up!”

of van de instanties waarmee ze in contact staan. Velen hebben het idee geïnternaliseerd dat ze andere prioriteiten hebben dan tijd voor zichzelf nemen: de kinderen, de administratieve rompslomp, de dagelijkse beslommeringen. Sport lijkt dan een luxe, bijna iets ongepasts. “Het is heel belangrijk voor ons om dat cliché te doorbreken,” benadrukt Florence Dejaegher.

Daarnaast zijn er soms culturele of religieuze belemmeringen: voetbal zou geen sport voor vrouwen zijn. “Maar zodra één iemand de stap waagt, volgen de anderen gemakkelijker,” zegt Dejaegher. Sommigen zijn ervan overtuigd dat ze niet meer in staat zijn tot fysieke activiteit, anderen aarzelen omdat ze geen Frans spreken. “We leggen uit dat dat de communicatie niet belemmert.” Ook het onbekende weegt: sommige vrouwen kennen Brussel niet goed en zijn bang om de weg met het openbaar vervoer niet te vinden. De eerste ritten gebeuren onder begeleiding, en ze keren vaak in groepjes terug tot aan de metro.

Er zijn ook meer materiële obstakels. Sommige vrouwen kunnen zich geen sportkledij veroorloven. De vereniging springt dan bij. “Het moeilijkste zijn

sportbeha’s. Die zijn peperduur,” zegt Dejaegher. “Ze zijn essentieel, maar toch wordt er amper over gesproken. Er is te weinig bewustmaking over hoe belangrijk het is om je borsten te beschermen tijdens het sporten.”

Zachte aanpak

De voetbalsessie begint altijd met een kringgesprek waarin de deelnemers zeggen hoe ze zich voelen. Nieuwkomers worden verwelkomd met een voorstellingsronde. “Dag dames en heren,” zegt een nieuwe speelster voordat ze zichzelf onder gelach corrigeert: “Nu ja, dag dames!” Hier zijn alleen vrouwen. “Op een dag willen we alle FINTA-personen (vrouwen, intersekse, non-binaire, trans- en agender personen, red.) verwelkomen,” licht Sara Yüceil toe. “We gaan stap voor stap om een veilige en warme omgeving te garanderen voor iedereen.”

Yüceil speelde tot haar veertiende uitsluitend met jongens. “Ik heb er goede herinneringen aan, maar als ik er nu op terugkijk, ging het er vaak macho en seksistisch aan toe,” vertelt ze. “Zelfs in vrouwenteams werd vaak een mannelijk model opgelegd.”

Bij Waka-up geen langdurig bankzitten of geschreeuw. De oefeningen zijn inclusief: iedereen speelt, iedereen scoort. “Die minder agressieve methode werkt ook heel goed met jongens en jongeren, die ik gedurende mijn carrière heb gecoacht,” zegt Sara Yüceil. Fysieke beperkingen, menstruatiecycli en het belang van emoties maken integraal deel uit van haar aanpak.

Sommige speelsters van Waka-up hebben al een voetbalverleden. Marie Antoinette, een Kameroense met krachtige benen en een loepzuiver schot, stond op het punt met een professionele carrière te beginnen voordat ze zich richtte op taekwondo, een discipline waarin ze deelnam aan de Paralympische Spelen van 2024. Virginie, een kind van de Peterboswijk, heeft veel met jongens gespeeld en zegt zich nu vrijer te voelen tussen vrouwen, minder beoordeeld, en is blij dat haar moslimteamgenoten zich op hun gemak kunnen ontplooien.

Félicité, afkomstig uit Kameroen, vertelt dat haar vader haar had verboden carrière te maken in het voetbal, ondanks haar duidelijke talent: “Volgens hem was dat voorbehouden aan jongens.” Toen ze aankwam in België en een asielprocedure opstartte nadat bij

haar een zeer agressieve kanker was vastgesteld, ontdekte ze Waka-up tijdens een integratiecursus. “Op het veld denk ik nergens meer aan. Dan vecht ik.” Voor Félicité is Waka-up meer dan sport. Coaches Mel, Flo en Sara aarzelen niet om na elke wedstrijd de speelsters discrete steun aan te bieden, of het nu gaat om administratieve hulp, advies of gewoon een luisterend oor. “Ze zijn mijn beschermengelen.”

Vrijwilligers

Aan het einde van elke sessie, na de wedstrijd, komt het team samen om de spieren te strekken. Ze overlopen de oefeningen, de leuke momenten en de moeilijkere passages. Ze praten ook een beetje over zichzelf. Zoals die ene dag, toen een van de speelsters stralend aankondigde dat ze een appartement had gevonden. Ze ging weg uit het opvanghuis waar ze met haar kinderen woonde, en vroeg de coaches of ze een “gewoon” vrouwenteam kenden waar ze zou kunnen blijven voetballen. “Het mooiste cadeau dat de speelsters ons kunnen geven, is wanneer we voelen dat ze niet meer hoeven te komen,” zegt Florence Dejaegher zacht.

Om vrouwen in staat te stellen te komen, biedt Waka-up concrete oplossingen: de sessies zijn volledig gratis, vrijwilligers passen op de kinderen en er is geen alcohol, ondanks de traditie van de derde helft. “We willen geen zwakheden in de hand werken.”

De vereniging draait volledig op vrijwilligers. “In het beste geval zouden er twee voltijdse krachten zijn,” zegt Sara Yüceil. Want Waka-up is meer dan zomaar een voetbalteam: de vereniging organiseert ook uiteenlopende activiteiten, allemaal niet-gemengd, zoals boksen, krachttraining, klimmen, breien, yoga, muziek en praatgroepen. “We hebben ons aanbod uitgebreid naargelang van de vraag en de wensen van de vrouwen, maar onze basis blijft voetbal,” verduidelijken de coaches. Ze vonden het belangrijk om een sport aan te bieden die breekt met zogenaamde ‘vrouwelijke’ stereotypen en vrouwen de kans geeft om zich te ontplooien in domeinen waar men het niet verwacht.

In Brussel neemt het aantal niet-gemengde initiatieven sterk toe. BX’elles organiseert skateboardcursussen voor vrouwen en genderminderheden. Er ontstaan steeds meer fietsactiviteiten gericht op vrouwen (À vélo, Mesdames, Déchaîné.es, Hirond’ELLES, Women Ride the City). En ook de niet-gemengde boksclubs winnen terrein, wat de aanwezigheid van exclusief vrouwelijke ruimtes in de stad versterkt.

De aanpak van Waka-up zou je kunnen zien als een vorm van sportfeminisme, maar

“Op het veld denk ik nergens meer aan. Dan vecht ik”

Félicité

Speelster bij Waka-up

Florence Dejaegher (links) en Sara Yüceil: “Het mooiste cadeau dat de speelsters ons kunnen geven, is wanneer we voelen dat ze niet meer hoeven te komen.”

de coaches willen dat nuanceren. “Waka-up is een vereniging die concreet optreedt tegen seksistische discriminatie en is in die zin feministisch. Maar het is niet het eerste woord waarmee we ons voorstellen. We benadrukken liever onze acties en ons werk op het terrein,” verduidelijken Mélanie Russo en Sara Yüceil. “Wat ons van meet af aan drijft, is de ervaring die we samen met de vrouwen opdoen.”

Niet alleen

make-up

De effecten van voetbal reiken verder dan sport alleen. “Na een trauma stop je vaak met luisteren naar je lichaam, raak je als het ware vervreemd van je lichaam. Door te spelen besef je dat je nog tot veel in staat bent en herwin je de controle,” legt Florence Dejaegher uit. Voetbal werkt als een informele therapie: de tactieken en de opeenvolgingen van acties dwingen je om aan iets anders te denken dan de dagelijkse beslommeringen. Félicité en Virginie bevestigen dat: “Het is niet alleen fysiek. Mentaal doet het enorm veel deugd.” Wat geldt voor de deelneemsters, geldt ook voor de coaches. Florence Dejaegher verliet Rwanda met haar familie toen ze zestien was en ontdekte in België radicaal andere codes en waarden. De cultuurschok was immens. “Voetbal heeft me gered. Het was mijn medicijn. Wij weten als geen ander dat deze sport je leven kan veranderen.”

Op het gras van het Younited Belgiumtoernooi in Tubeke overheersen de energie en de drang om te spelen. De vrouwen geven elkaar high fives, omhelzen elkaar na elk doelpunt, vormen een eenheid, een familie. Ursule, die niet meer meetraint, maar tijdens toernooien nog trouw op post is, heft de hymne van Waka-up aan en de rest valt meteen in: “Les filles, c’est pas que le ménage / Les filles c’est pas que le maquillage / On va jouer / On va marquer / On va gagner / Waka up, up, up!” Het refrein vat de geest van het collectief samen: het veld innemen en je plek opeisen, ver weg van clichés en vastgeroeste rollenpatronen.

‘LE FOOTBALL M’A SAUVÉE. C’ÉTAIT MON MÉDICAMENT’

FR/ Et si le football venait à votre secours au moment où vous vous y attendez le moins ? L’asbl Waka-up recrute ses joueuses dans des maisons d’accueil, où elles traversent souvent des périodes difficiles, et les invite à s’entraîner à Anderlecht pour retrouver confiance lors de tournois. « Le football m’a sauvée. C’était mon médicament. Nous savons, en première ligne, que ce sport peut changer une vie », dit l’une des coaches.

‘FOOTBALL SAVED ME, IT WAS MY MEDICINE’

EN/ What if football could be your salvation when you least expect it? The non-profit organisation Wakaup recruits its players in women’s shelters, where many are often at their most vulnerable, and invites them to put on football boots, train in a hall in Anderlecht, and regain their self-confidence through tournaments. “Football saved me. It was my medicine. This sport can change your life,” one of the coaches testifies.

Joshua Serafin

« Joshua Serafin, cité parmi les trois artistes émergents de la Biennale de Venise à suivre en 2025… » Pauline Borgogno - L’Officiel Mag

Les Halles de Schaerbeek|22a, rue Royale Ste-Marie 1030 BXL|reservation@halles.be|+32 (0)2 218 21 07

WELCOME BACK AT

WED 10 SEP

Erin LeCount

10+11 SEP

Scylla x Furax Barbarossa

FRI 12 SEP

Coco Jones

+ GRACE

FRI 19 SEP

Ziggy Alberts

+ Hein Cooper

SAT 20 SEP

Jessie Reyez + Tamera

SUN 21 SEP FREE Street Sounds: The Grey Stars

WED 24 SEP

Santro

SAT 27 SEP

Creams Live + Techno Club Night w/ Liaison Music

FRI 03 OCT DJ Boring

TUE 07 OCT Yseult

WED 08 OCT

Milkweed

FRI 10 OCT

Jessie Murph

SAT 18 OCT

Rapsalon 2025

+ JAZZ BRAK, Sticks, Lil Alia & Ysmé, Milolaathetlukken, Fabs.075, Chinoir, Frontal XXL

WED 22 OCT

Durand Bernarr

WED 22 OCT

Gogol Bordello

MON 27 OCT

GoldLink

THU 30 OCT AT KVS

Adrian Younge w/ 10 piece orchestra

THU 30 OCT

Dressed Like Boys

SUN 02 NOV Asher Gamedze

THU 06 NOV keiyaA

SAT 08 NOV

YHWH Nailgun

TUE 11 NOV

Deki Alem

TUE 11 NOV

Orchestra Baobab

12+13+14 NOV Fi y Lab

SAT 15 NOV SOLD OUT Iliona

MON 17 NOV

Jay Prince

MON 24 NOV

Joy Crookes

SAT 29 NOV braindance_ David Bay

SUN 30 NOV

Celebrating 30 YRS Le o

Early Bird + Lander & Adriaan LIVE

SUN 30 NOV

LUNA

Info & tickets: abconcerts.be

Denis Goeman is rechter bij de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel en geeft tweewekelijks in zijn column een unieke inkijk in de wereld van de Brusselse justitie.

Onze jeugd

In deze column bij de start van het nieuwe gerechtelijk jaar wil ik het hebben over de toekomst. En wie toekomst zegt, zegt jeugd. Als er één investering is die naar mijn mening de moeite waard is, dan is het wel die in de volgende generatie, in onze kinderen. De vaststellingen in Brussel zijn echter alarmerend. Zowel voor minderjarigen in gevaar als voor delinquente minderjarigen zijn de tekortkomingen schrijnend.

Om te beginnen is het nuttig eraan te herinneren dat de jeugdbeschermingswet dateert van 1965, met een filosofie die duidelijk gericht is op de begeleiding en opvoeding van de minderjarige, niet op de bestraffing. Vandaag gaan er stemmen op om de grondslagen van die wet, die sommigen als achterhaald beschouwen, ter discussie te stellen. De delinquenten van 1965 zijn niet dezelfde als die van 2025. Vroeger ging het om kruimeldiefstallen of vechtpartijen tussen slecht opgevoede jongeren. Vandaag gaat het steeds vaker om cocaïnehandelaars in handen van criminele organisaties, of om dertienjarigen die met een vuurwapen een winkel overvallen.

Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat we op een dag de moed moeten hebben om die wet te herzien, maar evengoed vind ik dat we de onderliggende filosofie niet mogen loslaten. Want zelfs een kind dat in aanraking kwam met ernstige gewelddaden, moet weer op het rechte pad kunnen worden gebracht zonder in hetzelfde criminogene regime als volwassenen opgesloten te worden.

Een doeltreffende aanpak van de sterk groeiende jeugdcriminaliteit begint hoe dan ook met de politieke erkenning van de huidige malaise en met het stoppen van de minachting voor de mensen op het terrein.

Wist u dat elke jeugdrechter, om een plaats te krijgen voor een jongere die een verkrachting, een gewapende overval of handel in harddrugs op zijn kerfstok heeft, stipt om 8.30 uur naar de bevoegde dienst moet bellen om te smeken om een plaats, wetende dat het om 8.31 uur al te laat is? Het is blijkbaar makkelijker om een ticket voor een concert van Taylor Swift te bemachtigen dan een plaats in een IPPJ (Institution Publique de Protection de la Jeunesse) van de Franse Gemeenschap. Het gevolg? Honderden jongeren die wegens zware feiten werden opgepakt, wachten op een plek in zo’n gesloten centrum. “Wat je hebt gedaan is heel erg, jongeman. Ga nu maar naar huis. We bellen je over drie of vier maanden als er een plaats vrijkomt ...” Hoe kunnen we verwachten dat zo’n jongere nog enig respect heeft voor zijn rechter?

Laten we ons inspireren op de woorden van Victor Hugo – “Wie een schooldeur opent, sluit een gevangenis” – en dus investeren in onderwijs en begeleiding voor kwetsbare jongeren. De toekomst van onze samenleving hangt ervan af.

‘Voorbijgangers

houden me tegen voor een foto’

Jaar na jaar bestellen we meer pakjes, die doorgaans via vervuilende bestelwagens de weg naar onze brievenbus vinden. In zijn elektrische cargodriewieler toont pakjesbezorger

Mohammed F Diallo (27) dat het ook anders kan. “Dit is veel handiger dan een auto.”

door Kris Hendrickx foto Ivan Put City jobs

“92 adressen, dat wordt een pittige dag.” Het is 10.30 uur en de shift van Mohammed F Diallo begint zo meteen. In de hal van Urbeez langs de Van Volxemlaan staat een grote vrachtwagen met oplegger geparkeerd, waar Urbeez-medewerkers een eindeloze stroom van pakjes uit te voorschijn halen, allemaal van Amazon.

In schril contrast met het grote gevaarte: een legertje kleine cargodriewielers langs de zijkant van de hal, van het merk Yokler. Met een van die voertuigjes gaat Mohammed straks de baan op. “De fietsen zijn best comfortabel, je hebt een dak tegen de regen, een elektrische motor en goede remmen,” weet Mohammed. “We halen er 25 km/u mee en mogen op het fietspad, waardoor dit voertuig veel handiger is dan een bestelwagen. Je merkt dat die cargofietsen nog een nieuwigheid zijn. Mensen stoppen me

soms om een foto te maken of uitleg te vragen.”

Alleen de winterperiode durft tegen te vallen voor iemand die zoals Mohammed is opgegroeid in Liberia, nabij de evenaar. “Je zit uren op een koude fiets (schudt het hoofd). Toen heb ik even aan stoppen gedacht, maar ik herinnerde me gelukkig: ‘Quitting is never an option.’ Het helpt ook dat mensen je dan al eens een warme koffie aanbieden.”

Student aan de VUB

Mohammed is twee jaar in België, waar hij een master in Business and Technology volgt aan de VUB. “Een van de redenen dat ik België koos, is omdat het de reputatie heeft dat er minder racisme is dan bijvoorbeeld in Italië of Duitsland. In Brussel voel ik me in elk geval welkom.”

De job als cargofietser is een halftijdse bijverdienste

waarmee hij zijn levenskosten kan betalen. “Ik werk drie dagen per week en doe dat nu elf maanden. Daarvoor werkte ik bij Takeaway.com, maar daar waren de werkomstandigheden minder goed. Ik kreeg maar 12 euro per uur en het aantal uren was onzeker. Hier is dat ruim 15 euro en kan ik elke week 20 uur werken.” Het contrast met maaltijdkoeriers die voor Uber of Deliveroo werken is nog een pak groter.

Ook de werksfeer vindt Mohammed een troef. “We lachen wat af en na het werk gaan we soms samen voetballen. Dit T-shirt? Dat is er een van de Marokkaanse nationale ploeg, ik heb het gekregen van een Marokkaanse collega. Ik gaf hem er een van Liberia. Ken je de bekendste voetballer van Liberia? George Weah, die later president werd. Zijn familienaam kun je als acroniem lezen

“Bij koud weer helpt het dat mensen je een warme koffie aanbieden”
Mohammed F Diallo

voor World best, European best, African best en Hero of Africa Als mensen iets weten over mijn land is het zijn naam of dat er een burgeroorlog heeft gewoed.”

284 pakjes

Terug naar Urbeez. Daar verlopen de drie werkdagen van Mohammed volgens een vast stramien. Rond 10.30 uur komt hij aan om mee de vrachtwagen met Amazonpakketjes uit te laden, vervolgens vult hij zijn eigen voertuig en start hij met een van de negentien routes die de cargofietsen dagelijks

afleggen. “De vorige drie dagen had ik 223 adressen voor 284 pakketjes, dat is eerder aan de lage kant. De 92 adressen van vandaag zijn er dan weer best veel.” Als zijn ronde erop zit, komt de cargofietser terug naar de hangar.

Urbeez is een mooi voorbeeld van hoe de last mile, de laatste leverkilometers in de stad er kunnen uitzien. In plaats van overal met grote en vervuilende voertuigen naartoe te rijden, kan het met lichtere en milieuvriendelijke cargofietsen. De voorbije jaren groeide het bedrijf, dat met een waaier

aan elektrische voertuigen levert, alvast. Dit jaar werd het overgenomen door krantenbedeler PPP. Ook het aantal levertrajecten met cargofietsen als die van Mohammed zit in de lift.

Groeien, dat is wat Mohammed voor ogen staat. “Thuis in Monrovia heb ik een bedrijf samen met mijn broer. We hebben nu vijf winkels, met een aanbod van voeding tot bouwmaterialen. Als ik afgestudeerd ben, wil ik die onderneming graag een boost geven, onder meer via onlineverkoop. Het leveren kan misschien wel met cargofietsen als deze. Ze passen wel bij het chaotische verkeer van onze hoofdstad.”

In City jobs toont BRUZZ de mens achter typische en minder typische stadsjobs

Fubuki

Vul de cijfers 1 tot en met 9 in het rooster in, zodat het resultaat van de sommen klopt met de cijfers rechts en onderaan de kolommen. Elk getal mag maar één keer voorkomen. Het niveau van de puzzel kan variëren per editie.

Rekenpuzzel

Vul de witte vakjes met positieve gehele getallen zodat elke rij een kloppende som vormt met het doelgetal rechts of onder. Reken van links naar rechts en van boven naar beneden, zonder voorrang van × of ÷ (bij delen moet de uitkomst altijd een geheel getal vormen).

Verborgen Brussel

De hoofdstad kent veel verborgen plekjes, onverwachte panorama-uitzichten, en onbekende maar daarom niet minder intrigerende panden en kantjes, ver weg van Manneken Pis, de Grote Markt en het Atomium. Zoals dit verlaten gebouw. Waar is deze foto getrokken?

Zelf een foto van een onverwacht stukje Brussel insturen? Mailen naar redactie@bruzz.be

Woordzoeker

Zoek alle verborgen woorden in het raster van de speciale woordzoeker van BRUZZ.

Streep de begrippen één voor één weg, dit kan in alle richtingen: horizontaal, verticaal, diagonaal, en van links naar rechts en andersom.

▢ Jazz

▢ Schaarbeek

▢ Jeugdrecht

▢ Keuken

▢ God

▢ Aanslag

▢ Sporenzoeker

▢ Feminisme

▢ Hazelaar

▢ Enkelband

▢ Justitiehuis

▢ Ziekenhuis

Oplossingen

De puzzels in dit magazine zijn intern ontwikkeld of gegenereerd met gebruik van toegestane tools en artificiële intelligentie. Elke gelijkenis met bestaande puzzels is toevallig.

WIN TICKETS

Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be

Rustoord

5X2 TICKETS, KVS BOX, 17/9 Documentair theater over de complexe knoop van het waardig ouder worden.

Commonstro

5X2 TICKETS, Kaaistudio’s, 27/9 Brusselaar Milø Slayers confronteert het monster in zichzelf.

Antwoord Zuunstraat, Anderlecht

Uw gids door de culturele agenda 12 > 18/9

‘Migranten bezorgen de stad nieuwe verhalen’
Theatermaker Rita Morais wandelt in de voetsporen van Schaarbeekse nieuwkomers

Was er een Portugese theatermaakster nodig om ons een andere kant van Schaarbeek te laten zien? Met 1030 stappen/pas nodigt

Rita Morais iedereen uit voor een theatrale wandeling van het

Josaphatpark tot het Liedtsplein, op basis van getuigenissen van wijkinwoners met een migratieachtergrond.

door Michaël Bellon foto’s Ivan Put

Er was dat Turkse meisje, ondertussen een vrouw, dat toen ze jong was een wiskundehuistaak moest maken, maar de opdracht niet goed begreep. Het was een vraagstuk van de strekking: als je kaas in zoveel stukjes snijdt, en telkens zoveel stukjes opeet, hoe lang kom je dan toe met die kaas? Omdat ook haar ouders niet genoeg Frans kenden, stuurden ze het meisje naar de kaaswinkel aan de overkant om de oplossing aan de verkoper te vragen. Die man begon zelfs in een stuk kaas te snijden, maar kon haar uiteindelijk ook niet helpen, omdat hij zélf niet genoeg Frans sprak. Uiteindelijk at het meisje de kaas op en maakte ze de oefening niet af.”

Theatermaakster Rita Morais tekende het verhaal op uit de mond van een van de vele bewoners van Schaarbeek, die ze sprak voor de theaterwandeling 1030 stappen/pas, gemaakt op basis van de verhalen die immigranten haar vertelden over hun buurt. Morais is zelf Portugese, en kwam in 2014 naar België om een master Regie te volgen aan het RITCS, nadat ze ook al een acteeropleiding had gevolgd in Lissabon. In 2017 keerde ze terug naar Portugal, maar ze onderhield sindsdien haar professionele en persoonlijke relaties met het voor haar inspirerende Brussel.

1030 stappen/pas presenteert ze onder de vleugels van het Brusselse theatergezelschap Tristero, en is een Schaarbeekse versie van een gelijkaardig project dat ze in covidjaar 2020 maakte in haar geboortestad Guimarães. “Dat is een stad die zo’n 400 kilometer ten noorden van Lissabon ligt,” vertelt Morais. “De stad profileert zich een beetje als de bakermat van Portugal, en koestert nogal wat verhalen en halve mythes over dat verleden. Toen ik er een tijdje terug introk bij mijn moeder, betekende dat een hele aanpassing na de multiculturele omgeving die ik in Brussel had leren kennen.”

Emotionele geografie

“Het gaat er niet om een plek te geven aan een minderheid, wel om oog en oor te hebben voor een

stille aanwezigheid in de buurt”

In die heel erg ‘Portugese’ stad vroeg Morais zich af waar de buitenlanders en de migranten waren die haar op een andere manier naar haar eigen stad konden doen kijken. “Ze moesten er wel zijn, maar je zag ze niet. Tot ik beter zocht, en de verhalen achter de Braziliaanse supermarkt of de Angolese kapper zich openbaarden. Ik wilde weten welke plekken in de stad voor hén belangrijk waren. Welke blije of trieste herinneringen zij hadden. Wat hen aan hun thuisland deed denken, en wat in Guimarães juist helemaal anders was dan zij gewoon waren. Net op dat moment kon je ook een projectsubsidie aanvragen om de mensen tijdens covid weer naar buiten te krijgen. Dus koppelde ik die nieuwe verhalen over Guimarães aan een theatrale ‘gegidste’ wandeling. Dat concept gebruiken we hier in Schaarbeek ook.”

Stel je 1030 stappen/pas dus voor als een wandeling in groepjes van maximaal twintig personen, van het Josaphatpark tot het Liedtsplein, met op vooralsnog geheime locaties acteurs die bewerkte herinneringen en ervaringen vertellen van de Schaarbekenaars die Morais de afgelopen maanden ging opzoeken. Identiteit en migratie zullen automatisch overkoepelende thema’s worden van de verhalen die ook anekdotisch mogen zijn. “Ik vind het fascinerend wat het met je

identiteit doet wanneer je ergens vertrekt,” vertelt Morais. “Wat laat je definitief achter en wat houd je toch nog bij? Ben je elders anders dan in je geboorteland? Hoe ga je om met het idee dat je verschillende ‘nationaliteiten’ kan hebben? Hoe is het om voortdurend te onderhandelen tussen die twee kanten?”

“Daarnaast bestaat er volgens mij zoiets als iemands emotionele geografie: het idee dat er aan bepaalde plekken emoties vasthangen, die totaal anders kunnen zijn dan de ‘officiële’ geschiedenis van die plekken. Een toeristische rondleiding gaat over gesneuvelden op een slagveld, of over politieke verdragen die werden gesloten in een paleis. Immigranten hebben een andere emotionele geografie, die te maken heeft met de obstakels die ze hebben overwonnen of het geluk dat ze ergens hebben gevonden. Als ze in hun strijd om te overleven al het voorrecht hebben gehad om een bepaalde plek te kunnen koesteren.”

Buurtportret

Morais wil nog wel wat voorbeelden van zulke verhalen kwijt. Zo was er ook de

Met 1030 stappen/pas schetst de Portugese Rita Morais een ander politieke verdragen. Immigranten koesteren plekken die te maken

‘portret’ van Schaarbeek. “Een toeristische rondleiding gaat over gesneuvelden of hebben met overwonnen obstakels of gevonden geluk.”

vrouw die vroeger in Marokko aan zee woonde, maar daar nooit leerde zwemmen. Toen ze naar België verhuisde, schreef ze haar kinderen meteen in voor zwemlessen in het Neptunium-zwembad. Of de Italiaanse vrouw die nooit tv kijkt en geen melk drinkt, maar die haar intolerantie voor lactose, soapseries en voetbal vergeet zodra ze in de vertrouwde omgeving van haar Italiaanse koffiebar in Schaarbeek belandt.

Lang niet al die getuigenissen uit de lange research halen de voorstelling. Toch meent Morais, die zelf met een externe blik naar Brussel kan kijken, van een soort ‘portret van de buurt’ te mogen spreken. Ook al kan dat per definitie nooit ‘volledig’ zijn. “Via organisaties met goede contacten in de wijk heb ik lange gemoedelijke gesprekken kunnen voeren met mensen die zich daar prettig bij voelden. Dat portfolio aan interviews hebben we zo

nodig nog aangevuld, bijvoorbeeld toen bleek dat we nog niemand van de uitgebreide gemeenschap Bulgaren hadden gesproken. Het verschil met Guimarães is natuurlijk dat de migratie daar verborgen was, en die hier veel duidelijker aanwezig is in het straatbeeld. Het gaat er niet om een plek te geven aan een minderheid, maar wel om open te staan voor het onverwachte, en oog en oor te hebben voor een stille aanwezigheid in deze buurt.”

De theatrale stadswandeling 1030 stappen/ pas gaat in twee kilometer van het Josaphatpark tot het Liedtsplein. Van 17/9 tot en met 4/10 zijn er Nederlandstalige en Franstalige versies bij te wonen, vertolkt door Rita Morais, Julie Mughunda, Dianka Songo en Mohammed Hassan. Meer info: kaaitheater.be

SUR LES TRACES DES NOUVEAUX ARRIVANTS SCHAERBEEKOIS

FR/ Avec 1030 pas, une promenade théâtrale du parc Josaphat à la place Liedts, la Portugaise Rita Morais fait découvrir une autre facette de Schaerbeek, à travers les témoignages d’habitants issus de l’immigration. « Une visite touristique classique évoque des soldats tombés ou des traités politiques. Les immigrés, eux, chérissent des lieux liés aux obstacles surmontés ou au bonheur trouvé. »

IN THE FOOTSTEPS OF SCHAARBEEK/ SCHAERBEEK NEWCOMERS

EN/ With the theatrical walk 1030 stappen/ pas, based on testimonies from residents with a migration background, Portuguese Rita Morais wants to show Schaarbeek/Schaerbeek from a different side. “A tourist tour is about fallen soldiers or political treaties. Immigrants treasure places that have to do with obstacles overcome or happiness found.”

PETERHOOK

Select

Pop & Jazz Klassiek

Museummecenaat

Na meer dan zestig jaar evenaarde Valère Burnon in mei het beste Belgische resultaat ooit op de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano. Door zijn glansprestatie slibt ’s mans kalender helemaal vol. Toegegeven, er zullen de komende maanden ongetwijfeld goedkopere gelegenheden passeren. Maar wie deze afspraak in Van Buuren Museum & Gardens bijwoont, draagt ook bij aan de restauratiewerken ter ere van hun vijftigjarige jubileum.

VALÈRE BURNON 18/9, Van Buuren Museum & Gardens, museumvanbuuren.be

Openingsdans

Het Belgian National Orchestra swingt het nieuwe jaar in met de Symfonische dansen van Sergej Rachmaninov. Speelse en spetterende orkestmuziek, ideaal als startschot voor het nieuwe seizoen. Dat eerst nog Julia Wolfes Fountain of youth en het Vioolconcerto, opus 53 van Antonín Dvořák – met de fantastische Augustin Hadelich als solist – op het programma staan, betekent natuurlijk allesbehalve een valse start.

BELGIAN NATIONAL ORCHESTRA, HERMUS & HADELICH 12/9, Bozar, bozar.be

Goed gerezen

Koffiekoeken bij het klassiek, het bleek vorig jaar een succesvol recept voor Bozar. En dus zetten ze de reeks in het Paleis voor Schone Kunsten onverstoorbaar voort. Violiste Maya Levy ontving van de Vereniging van de Belgische Muziekpers de prijs voor beste jonge Belgische musicus. Daardoor mag zij als eerste warme bakker van dienst opdraven, met een receptuur van Ravel, Satoh en Szymanowski. (JC)

CONCERT CROISSANT #01: MAYA LEVY: PRIX CAECILIA 14/9, Bozar, bozar.be

Opmaat voor de herfst

Tien jaar geleden leerde Matt Berninger surfen. De zanger van The National liet zijn lokken groeien en daagde lekker gebronzeerd op tijdens interviews. Die midlifecrisis is alweer achter de rug. Vandaag ziet Berninger er opnieuw uit als de boekhouder die hij altijd was en huist de herfst willens nillens in zijn songs. Op zijn tweede soloalbum Get sunk getuigt hij over hoe hij uit een diep dal kroop. Het is sterker dan hemzelf.

MATT BERNINGER 12/9, Koninklijk Circus, cirque-royal-bruxelles.be

Bijna in bloei

Is Alessi Rose de volgende vrouwelijke popster die festivalweides in vuur en vlam zal zetten? De 22-jarige Britse zangeres, die al op tour mocht met Dua Lipa en Tate McRae, is openhartig over haar dwangneuroses, vat de sores van gen Z in catchy hooks en etaleert een klaterende popsound. “I want to be loved, I wanna be enough,” klinkt het op For your validation, een van de twee ep’s die ze dit jaar uitbracht. Over dat eerste hoeft ze zich alvast geen zorgen te maken.

ALESSI ROSE 14/9, La Madeleine, la-madeleine.be

Reggae met God

De VK heeft reggae en dub altijd gekoesterd, maar de tijd dat grootheden als Max Romeo en Lee ‘Scratch’ Perry er dikke wietwalmen kwamen verspreiden, is allang voorbij. Precies daarom is het uitkijken naar de passage van Meta and the Cornerstones, een rootsreggaeband geleid door de Senegalese New Yorker Meta Dia. Dia spreek je overigens als ‘Jah’ uit, God dus. Kan dus niet anders dan dat het een goddelijke show wordt. (TZ)

META AND THE CORNERSTONES 12/9, De Vaartkapoen, vaartkapoen.be

Expo

Hoofdstad van het design

Naar goede gewoonte verspilt de designwereld geen tijd en grijpt meteen de eerste maand van het nieuwe cultuurseizoen aan om all out te gaan. Brussels Design September heeft opnieuw driehonderd ontwerpers verzameld rond een honderdtal events die van Brussel even de hoofdstad van het design maken. Verwacht optische poëzie, toekomstige generaties, radicale landschappen, verfijnd eetgerei en magnifieke meubels.

BRUSSELS DESIGN SEPTEMBER 17/9 > 3/10, verschillende locaties, designseptember.be

LeWitt intiem

Met Bands, curves and brushstrokes reist Galerie Greta Meert terug naar de periode in de artistieke praktijk van Sol LeWitt (19282007) toen de Amerikaanse meester van het minimalisme en de conceptuele kunst zijn blik op kunst als idee inruilde voor een intiemere praktijk, en zijn modulaire werken, die via instructies ook door anderen konden worden uitgevoerd, voor werk op papier dat onregelmatigheid en onmiddellijkheid toeliet.

SOL LEWITT: BANDS, CURVES AND BRUSHSTROKES > 25/10, Galerie Greta Meert, galeriegretameert.com

Einde van de wereld

Op de komst van elektronicawizard Nicolas Jaar is het wachten tot november. Zijn vader, de wereldvermaarde Chileens-Amerikaanse kunstenaar, architect en filmmaker Alfredo Jaar, staat vandaag al in Brussel. Al is dat niet met een vrolijke boodschap. In Galerie La Patinoire Royale Bach verkondigt hij het einde van de wereld, een provocatie die de mens, de politiek en de economie moet attenderen op de verschikkelijke staat van onze planeet. (KS) ALFREDO JAAR: LA FIN DU MONDE > 24/12, Galerie La Patinoire Royale Bach, prvbgallery.com

Matt Berninger
Valère Burnon
Brussels Design September
Klein onderhoud Sepideh Farsi
‘Net als Fatma wil ik de wreedheden tonen’

“Here you can die by bombing, fear, or starvation,” zegt de Palestijnse fotojournaliste Fatma Hassona (zie foto) in de documentaire Put your soul on your hand and walk, die in première ging in Cannes en eind september in de zalen komt. “You have many ways to die inside Gaza,” klinkt het. Niet veel later worden die woorden bewaarheid: Hassona sterft door de inslag van een Israëlische raket, samen met zes familieleden.

“We weten intussen dat het een heel gerichte aanval was,” zegt de Iraanse filmmaker Sepideh Farsi, die een jaar lang videogesprekken met Hassona voerde en die onopgesmukt aan elkaar reeg tot Put your soul on your hand and walk. “Israël vermoordt doelbewust journalisten, maar ook dokters, schrijvers enzovoort. Scholen, moskeeën en monumenten worden vernietigd. Een gemeenschap wordt uitgewist.”

Farsi, die eerder al furore maakte met geëngageerde werken als Tehran without permission en The siren, filmde noodgedwongen van op afstand, nadat binnenraken in Gaza onmogelijk bleek. Die kloof maakt ze tot een troef: terwijl Farsi vanuit veilige plekken overal in de wereld de video calls filmt, getuigt de in Gaza-Stad opgesloten Hassona ondanks het haperende internet over de verwoesting, de angst en de honger. In de achtergrond hoor je gevechtsvliegtuigen overvliegen en bommen ontploffen. Je voelt je als kijker heel dichtbij en betrokken, maar ook verdomd machteloos.

“Ik wilde tonen hoe wij alles hebben, en zij niks,” zegt Farsi. “Zelfs een glas proper water is voor de mensen in Gaza intussen een ongekende luxe. Maar ik wilde ook zelf niks verbergen voor Fatma, zodat zij ook open kon zijn tegen mij. Dat vond ze erg fijn, ze wilde altijd weten waar ik was en wat mijn plannen waren, ze vroeg om foto’s te tonen die ik zelf had gemaakt. Voor haar was ik een raam naar de buitenwereld.”

Ondanks de ontbering en ontreddering toont Hassona zich trots en dapper. Haar kamerbrede glimlach veegt elke spat ellende weg. Of toch bijna. “This time will pass,” zegt ze vastberaden, ook al zal ze die tijd niet meer meemaken. “Ze was niet naïef, ze zag dat de situatie alleen maar uitzichtlozer werd en toch was ze hoopvol,” zucht Farsi, die Hassona naar Cannes hoopte te kunnen halen om de vertoning bij te wonen.

Dat is niet gelukt. De dag nadat Farsi Hassona tot haar grote vreugde vertelde dat de film geselecteerd was voor het festival, werd ze vermoord. “In de weken daarvoor had Fatma een paar interviews gegeven aan enkele nieuwszenders,” zegt Farsi. “Wellicht is ze zo, en natuurlijk ook door haar niets verhullende foto’s, in het vizier van de Israëli’s gekomen. Ik hoop dat ze niet voor niets gestorven is, en dat ik met de film haar missie kan voortzetten: het leed en de wreedheden tonen aan de rest van de wereld.” TOM ZONDERMAN

De expo Fatma Hassona, the eye of Gaza is te zien vanaf 13/9 in Cinema Galeries; op 24/9 komt Put your soul on your hand and walk in de zalen én verschijnt het boek Les yeux de Gaza

Literatuur

Poëzie XXL

De gelauwerde Canadese dichter Anne Carson verrijkt de poëzie al decennia met bundels als Autobiography of red, The beauty of the husband en Wrong Norma, maar ook met lezingen, vaak samen met haar man Robert Currie, die veel verder gaan dan een droge voordracht. Bij Bozar brengt ze haar sonnettencyclus Possessive used as drink (me): a lecture on pronouns in een programma dat ook beeldende kunst, dans en muziek omvat.

MEET THE WRITER: ANNE CARSON 13/9, Bozar, bozar.be

Debuut ziet het daglicht

De Bretons-Brusselse Joanna Lorho doceert aan de ERG, zingt en speelt piano bij Payne, illustreert, én snuffelt daarnaast al bijna twintig jaar aan het beeldverhaal. Ze publiceerde al kleinoden in tal van stripbloemlezingen van uitgever L’employé du moi, en brengt daar nu, eindelijk, ook haar debuut uit. Verwacht in À travers la nuit een uiterst voldragen, verrukkelijk verbeeld verhaal over vriendschap, liefde en afscheid.

JOANNA LORHO: À TRAVERS LA NUIT 11/9, TuliTu, Facebook: employe.du.moi

Ongezien

In 2012 schudde toenmalig RITCS-studente Sofie Peeters de maatschappij en de politiek op met haar documentaire Femme de la rue, over de intimidatie die vrouwen te beurt valt in de straten van Brussel. In haar vorig jaar verschenen boek Het vrouwenlijf keek ze vanuit een andere invalshoek naar het vrouwenlichaam: als grote afwezige in medische onderzoeken. In GC De Zeyp probeert ze de kennisgaten te vullen. (KS)

SOFIE PEETERS: HET VROUWENLIJF 16/9, GC De Zeyp, dezeyp.be

Podium

Schoenenboerderij

Oshin Albrecht en Melissa Mabesoone richtten samen theatercollectief buren op, en gooien in shoe/farm wat autobiografie uit hun kindertijd in de mixer. De ene groeide op in een schoenenwinkel aan de Belgische kust, de andere in een boerderij in Zeeuws-Vlaanderen. Met de ervaringen uit die familiebedrijven maakten ze een performance over passie, werkethos en de kunstpraktijk, met beelden, taal, rollenspel, humor en veel liedjes.

BUREN: SHOE/FARM – A FAMILY BUSINESS 17 & 18/9, BRONKS, kaaitheater.be

Dansen door de stad

De Urban Dance Caravan trekt voor het Brusselse festival Detours en Théâtre National het nieuwe cultuurseizoen op gang. Finalisten van de nationale selecties – de Detours Cyphers – en dansers uit vier continenten trekken via de piétonnier door het centrum, waarna de karavaan op het podium van Théâtre National een grote finale uitvecht met break, house, afro, krump en meer.

DETOURS FESTIVAL/THEATRE NATIONAL: URBAN DANCE CARAVAN 13/9, piétonnier & Théâtre National, theatrenational.be

Totaalervaring

In een nieuwe aflevering van de nieuwe Bozar-reeks ‘Staging the Concert’ gaat choreograaf Radouan Mriziga samen met muzikanten van het Belgian National Orchestra op zoek naar de oorsprong van orkestinstrumenten, de band tussen speler en instrument, en tussen danser (Maïté Maeum Jeannolin), ruimte (de Zaal Henry Le Bœuf) en muziek (Shaker loops van John Adams). Een totaalervaring dus. (MB)

BELGIAN NATIONAL ORCHESTRA & RADOUAN

MRIZIGA 18/9, Bozar, bozar.be

Alsof het je laatste dag is

Vergeet de Fuse, voor een rave die je niet uit je lijf krijgt, moet je naar de bioscoop. Het in Cannes bekroonde Sirât zindert vanaf de eerste seconde. Pompende beats en machtige beelden brengen je in een trance. Een Spanjaard en zijn zoontje zoeken op een free party in Marokko naar de vermiste dochter. Waarna ze ravers volgen die almaar dieper de woestijn in trekken. Op het einde van de wereld af? Rave alsof het je laatste dag is.

SIRÂT ES, dir.: Oliver Laxe, act.: Sergi López, Bruno Núñez Arjona, Richard Bellamy

Hoge mast

Jen Debauche, medeoprichtster van het kunstenaarsfilmlabo LABO BxL, deed zeven jaar onderzoek naar de motieven achter waanzin en psychoses. Die zouden zijn uitgemond in een ontroerende, poëtische film. Verwacht 16mm-camerabeelden vanuit de top van de mast van een oud zeilschip dat naar de Noordpool vaart. En verwacht Charlotte Rampling. De actrice uit Dune, 45 years en tal van Ozon-films zakt af naar Cinema Nova om L’ancre te steunen.

L’ANCRE BE, dir.: Jen Debauche, act.: Charlotte Rampling

Zomerverdriet

Een pianostudente is haar levenslust kwijt. Na een dodelijk auto-ongeluk komt ze op kracht in het plattelandshuis van een door verlies tot stilstand gekomen vrouw. Haar kraan lekt, de piano zwijgt, zoon en man laten zich niet zien. Kunnen de vrouwen elkaar helpen? Christian Petzold evenaart met deze melancholische zomerfilm de romaneske kwaliteit van een Barbara, Transit of Roter Himmel. Paula Beer speelt met een verrukkelijke elegantie. (NR) MIROIRS NO. 3 DE, dir.: Christian Petzold, act.: Paula Beer, Philip Froissant, Barbara Auer

Buren: shoe/farm – a family business
Sirât
Meet the writer: Anne Carson

Waterloosesteenweg 250, Sint-Gillis, Instagram: solti.bxl

Onderschat het belegde broodje niet. Solti in Sint-Gillis toont dat het snel weggehapte, bescheiden gerecht veel meer in zijn mars heeft dan je zou denken.

Het belegde broodje, dat alledaagse culinaire erfgoed, verdient meer aandacht dan het krijgt. Net zoals de eeuwenoude handelingen die nodig zijn om het te bereiden meer verdienen dan een haastige degustatie tussen de bedrijven door. Een broodje kan royaal en levendig zijn. Het kan zelfs onvergetelijk zijn. Bij Solti is het dat allemaal tegelijk.

In een piepklein zaakje in Sint-Gillis geven Chiara Valenti en Inès Diaz de bereiding haar adelbrieven terug. Aan het citroengele raamopschrift onderaan in de Waterloosesteenweg loop je zo voorbij – al-

leen een houten bankje buiten verraadt dat hier een eetgelegenheid zit. Binnen vind je lichte meubels met ronde vormen, muren in zacht, romig pastelgeel, rekken van onbehandeld hout met daarop planten en enkele boeken, en vooral een opmerkelijk niveauverschil: om te bestellen daal je een paar treden af naar een verzonken toonbank, waar de specialty coffees van Wide Awake –espresso (2,50 euro), cappuccino (3,90 euro) of flat white (4,20 euro) – en belegde broodjes worden klaargemaakt.

Het broodje met halloumi (12 euro) vat de sfeer van de plek perfect samen. Geen franjes, wel een haast maniakale aandacht voor het samenspel van ingrediënten: goudbruin gebakken kaas, gemarineerde artisjokken, gegrilde courgette, verse tomaat, rucola, ingelegde rode ui en een opmerkelijke huisgemaakte mayonaise met gedroogde

BRUZZKET-ACTUAQUIZ

Elke week test BRUZZKet hoe goed jij het Brusselse nieuws gevolgd hebt. Benieuwd?

Surf naar

BRUZZKet.be/actuaquiz

XL TEMPORA

Het Brusselse bedrijf Tempora bouwt al jaren verschillende exposities op van A tot Z. Op dit moment werken ze aan een expo over Pompeï. Maandag in BRUZZ24.

tomaten, basilicum, knoflook en suiker. Dit alles op een stokbrood met meegaande textuur, niet gekozen om zijn karakter maar om zijn rol als ‘drager’: het moet de ingredienten ondersteunen zonder de show te stelen. Een snufje sumak pept het geheel op. Ook de andere opties van de maand mogen er zijn: ‘Egg salad’ met rode biet (9,50 euro), knapperige ‘Chicken ranch’ (12 euro) en tonijn met chimichurri en zoete aardappel (9,50 euro). Ook het vermelden waard zijn de zelfgemaakte koude drankjes: celery soda (4 euro), gingerale (4 euro) of een kruidige ijsthee met verbena, brandnetel, citroenmelisse en pepermunt, die gebaseerd is op een jeugdherinnering – aan een ijsthee die vroeger bij Delhaize werd verkocht, maar inmiddels uit de rekken is verdwenen.

TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

WIN TICKETS BIJ GUNNAR

Luister donderdag en vrijdag naar Gunnar en win tickets voor het Wanderlust Beer Festival. De namiddag van BRUZZ, met Gunnar, elke weekdag van 16 tot 19u.

Eat & Drink
Solti

Inzichten

Wat weet singer-songwriter Jazmyn van het leven?

‘Pasta is de basis voor elk goed gerecht’

Welke misvatting bestaat er over jou?

Dat mijn artiestennaam Jazmyn afkomstig zou zijn van het woord ‘jazz’, maar dat is helemaal niet zo! Mijn voornaam is Jasmine, en mijn Nederlandstalige moeder spreekt mijn naam uit met een ‘z’.

Wat kan jij dat de meeste anderen niet kunnen?

Ik kan overal en altijd slapen.

In welk ander vak of beroep zou je ook top zijn?

Ik denk dat ik een uitstekende hondentrainer zou zijn geweest.

Welke fout maak je keer op keer tijdens het creatieve proces?

Te veel nadenken en perfectionistisch zijn. In plaats van dingen gewoon te doen en pas daarna na te denken.

Wat heeft je werk of je publiek je geleerd over het leven of over jezelf? Muziek is de beste manier om mensen samen te brengen zonder te praten.

Doe je iets bijzonders voor je verjaardag?

Omdat ik in januari ben geboren en het weer dan altijd slecht is, heb ik besloten om dit keer in de zomer te vieren!

Waarop trakteer je jezelf af en toe?

Eén keer per jaar een ‘matcha frappé’ van Starbucks, verschrikkelijk duur en zoet, maar heerlijk.

Wat geef je anderen graag cadeau?

Huizen overal ter wereld, mooie ruime woningen op de favoriete plekken van mijn dierbaren.

Welke lifehack verbeterde je leven?

Een hond nemen. Hondenbezitter zijn is de beste beslissing die ik ooit heb genomen. Een hond is de beste levenspartner die je je kan wensen.

• In het dagelijkse leven heet Jazmyn Jasmine Ouattara. Ze heeft een diploma kunstgeschiedenis op zak en studeerde aan het Institute of Contemporary Music Performance in Londen

• Haar eerste nummers componeerde ze op een ukelele, met haar Franse buldog Mia als publiek

• Na een passage in de Jazz Studio, een finaleplaats op Concours Circuit 2022 en een residentie in Zinnema volgde eind vorig jaar haar eerste ep Chapter one

Welke kooktruc moet iedereen kennen?

Pasta is de basis voor elk goed gerecht. Vlees, vis of vegetarisch, het past overal bij.

Welk vreemd voorwerp slingert er rond in je huis?

Een vintage glazen lamp met franjes. Waar kijk je naar uit in de nabije toekomst?

Ik hoop binnenkort op vakantie te gaan naar een zonnige bestemming aan het water.

Naar waar zou je willen verhuizen en waarom?

Niet ver weg. Om de hoek van mijn straat, want ik ben dol op mijn buurt. Marolles forever!

Wie verdient het echt om heilig te worden verklaard?

Mijn hond Mia.

Wat was er vroeger beter?

De snit van onze kleding.

Voor welke breed gebezigde uitvinding ben jij bijzonder dankbaar?

Ik eet glutenvrij, en pasta is mijn favoriete gerecht, dus zeker glutenvrije pasta! Waarom zou je meespelen met de loterij?

Om een huis te kopen in mijn favoriete wijk, de Marollen. Een met een tuin en twee verdiepingen.

Beschrijf Brussel in drie woorden. Levendig. Vriendelijk. Vuil.

Welk cliché over Brussel stoort je het meest?

Dat het een gevaarlijke stad zou zijn. Dat is niet waar. MICHAËL BELLON

In het kader van het Marni Jazz Festival speelt Jazmyn op 13/9 in Théâtre Marni, theatremarni.com

ZWANGERE GUY • ZAP MAMA • WARHAUS • VENETIA LA MANNA

UWASE • TODIEFOR • TINE EMBRECHTS • THE BIGGIES

SYLVIE KREUSCH • SIMON GRONOWSKI & ELLEN DE SOETE

SELAH SUE • SCYLLA • SANDRA KIM • SAAR DEPUYDT • RORI

ROKIA BAMBA • RED SEBASTIAN • PITCHO WOMBA KONGA

PIETER EMBRECHTS • PEET • OMDAT HET KAN & AVERAGE ROB

LARA CHEDRAOUI & OTTO-JAN HAM • L’OR DU COMMUN

JOHANNES GENARD • JAN VERSTRAETEN • J. BERNARDT

HASSAN AL HILOU • GUSTAPH • GEIKE ARNAERT

OLIVIER VANDECASTEELE • NORA GHARIB • MAX LA MANNA

FÉLICIEN BOGAERTS • FRANCISCO SCHUSTER • FAISAL

ELISABETH LUCIE BAETEN • ELINE GOETHALS • DORIA D • DIEGO

DAVID VAN REYBROUCK • DAAN • COLT • CHARLES

CAROLINE WILLEMEN • BLU SAMU • BLACKWAVE • AXELLE RED

ASTER NZEYIMANA • ALICJA GESCINSKA • ALICE ON THE ROOF

ADÉLAÏDE CHARLIER • ADAM LA NUIT • AARON BLOMMAERT

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.