BRUZZ - editie 1733

Page 1

#1733

NL

WEEKBLAD HEBDOMADAIRE WEEKLY EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW

FR

FLAGEYPLEIN 18 PLACE FLAGEY

EN

1050 ELSENE/IXELLES

INTERVIEWS

|

A N A LY S E S

|

+ BRUZZ CULTURE

TIPS

A HEART FOR THE ARTS, ALSO DURING THE LOCKDOWN

LOCKDOWN ZET VERSAILLESWIJK WEER OP SCHERP

‘GING JE EVEN BUITEN SPELEN, DAN STOND DE POLITIE ER AL’

EEN STUK WILDE NATUUR IN BRUSSEL OP STAP DOOR DE JOSAPHATSITE

COMPONIST NICHOLAS LENS TUSSEN OPERA EN NICK CAVE

AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X P303153

02 | 12 | 2020



Inhoud / Sommaire / Inside

Edito © BELGA

ZOOM

“Wie agent wil worden, moet beter worden opgeleid om een politievoertuig te besturen” Commissie Binnenlandse Zaken zoekt oplossingen voor het groeiende wantrouwen tussen de politie en jongeren 4

INTERVIEW

La semaine dernière, des jeunes ont mis le feu à une voiture de police banalisée. Peu de temps auparavant, le Parquet avait demandé le non-lieu pour les officiers impliqués dans la mort d’Adil, qui avait fui un contrôle en avril et percuté un véhicule de police. Le fait que la voiture de police banalisée ait appartenu à un policier de quartier dérange beaucoup Jurgen de Landsheer, chef de corps de la zone de police concernée. Dans ce magazine, nous avons voulu raconter l’histoire du commissariat de quartier de Versailles à Bruxelles. En tant que régisseur de quartier, un agent planche sur ce dialogue. Le projet EST prometteur. Cependant, nous nous sommes également heurtés à une autre réalité : le travail du régisseur de quartier a été presque anéanti ces derniers mois par les actions de policiers venus de l’extérieur. Des enfants de 10 et 12 ans qui jouaient dehors pendant le confinement ont été traités avec brutalité. Mardi, la Commission des affaires intérieures du Parlement bruxellois a proposé un certain nombre de mesures visant à améliorer les relations entre les citoyens et la police. Investir dans la police de quartier en est une. Je souhaite à ces régisseurs de quartier beaucoup de courage. Car comment vont-ils convaincre un adolescent de dialoguer avec la police, alors qu’ils ont donné un coup de matraque dans le dos d’un enfant de 10 ans ? Et quelle envie de dialoguer a un flic de quartier qui voit sa voiture partir en fumée ? Lisez le reportage sur le quartier Versailles en p8 - 13 FR

Oud-journalist Gerrit Six over zijn eerste jaren bij Knack 24

BOOK

“To make art means to embrace our failure to understand everything” Visual artist Nicolas Party 40

DE WEEK In beeld 6, Bijgedachte 7 COVER STORY De Versailleswijk in Neder-over-Heembeek 8 BRUZZ SELECT Cabin Fever Fred Arends 32, David Nollet: Time of the giants 38, Joseph Van Wassenhove 44, Lise e Lombé 50, Eat & Drink Maison Lanssens 53 REPORTAGE De jungle in de Josaphatsite 18 INTERVIEW Klaus Welle, secretarisgeneraal van het Europees Parlement 14, componist Nicholas Lens 34, scenarist en filmmaker Enzo Smits 46 BIG CITY Wat is het verhaal achter de Brusselse kant? 30 COLUMN Nick Trachet 54

NOG MEER BRUZZ

Vorige week staken jongeren een anonieme politiewagen in brand. Even voordien had het parket verklaard de agenten niet te vervolgen die betrokken waren bij de dood van Adil. Die sloeg in april op de vlucht voor een controle en reed zich te pletter op een politievoertuig. Dat de anonieme politieauto van een wijkagent was, is voor Jurgen De Landsheer, de korpschef van de betrokken politiezone extra erg. We wilden in dit magazine het verhaal brengen van het wijkcommissariaat in de Brusselse Versailleswijk. Daar werkt een agent als buurtregisseur heel hard aan die dialoog. Het project ís veelbelovend. Alleen botsten we ook op een andere realiteit: het werk van de buurtregisseur werd de voorbije maanden haast tenietgedaan door het optreden van agenten die van buiten de wijk kwamen. Kinderen van tien en twaalf jaar die tijdens de lockdown buiten speelden, werden hardhandig aangepakt. Dinsdag stelde de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels parlement een aantal maatregelen voor die de relatie tussen burger en politie moeten verbeteren. Investeren in nabijheidspolitie, is er één van. Ik wens die buurtregisseurs veel sterkte. Want hoe gaan zij een tiener ervan overtuigen om met de politie in dialoog te treden, als die als tienjarige een matrak in de rug kreeg? En hoeveel zin heeft zo’n wijkagent nog in dialoog wanneer hij net zijn auto in vlammen zag opgaan? Lees de reportage over de Versailleswijk p8 - 13 NL

UNE AUTRE RÉALITÉ

“In het begin deed ik boodschappen voor Sus Verleyen en Johan Anthierens”

De weik van ‘t Brussels Luister de hele week naar Uptown op BRUZZ radio en maak elke dag kans op een echt Brussels bierpakket! Radio Radzinski Een gloednieuwe podcast over de grootste Club van Brussel! Alles over RSC Anderlecht elke donderdag op BRUZZ.be, Spotify en Apple Podcast.

EEN ANDERE REALITEIT

WIN

A DIFFERENT REALITY Last week, youths set an anonymous police car on fire. Not long before, the public prosecutor had declared that it will not prosecute the officers who were involved in the death of Adil. He fled from a police control and died after crashing into a police car. The fact that the anonymous police car belonged to a local officer makes the case particularly bad, according to Jurgen de Landsheer, the corps chief of the police zone where the incident occurred. We wanted to tell the story of the neighbourhood police station in the Versailles Quarter in Brussels. They have a specific officer who acts as a zone director to foster dialogue with local residents. The project is promising. The problem is that we are faced with a different reality: all the zone director’s work has been ruined by the heavy-handed interventions of officers who came from outside the area. Children of 10 and 12 years old who played outside during the lockdown were intercepted violently. On Tuesday, the Commission for Domestic Affairs of the Brussels Parliament took a number of measures intended to improve the relationships between civilians and the police. Investing in local policing is one of them. I wish the zone directors courage and strength. How will they convince a teenager to dialogue with the police when a ten-year-old gets hit in the back with a truncheon? And how eager will a local officer be to engage in dialogue after watching his car go up in flames? Read our report on the Versailles Quarter on p8 - 13 EN

KRISTOF PITTEURS, hoofdredacteur

MELD NIEUWS Zelf nieuws gespot? Jouw tip is altijd welkom via bruzz.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be 2 DECEMBER 2020

I

3


De week

ONTWERPTEKST COMMISSE BINNENLANDSE ZAKEN BEVAT 37 AANBEVELINGEN

Relatie burger-agenten: parlement legt bal vooral bij politie Een eind maken aan ongemotiveerde identiteitscontroles, een betere opleiding om een politievoertuig te besturen en werk maken van een beleefde omgang met jongeren. Het zijn maar enkele aanbevelingen die de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels parlement dinsdag deed in een resolutie die de relatie tussen de burger en de politie moet verbeteren. Vooral de politie en de overheid hebben werk voor de boeg. — KRIS HENDRICKX

BRUZZ | DE WEEK

De voorbije maanden organiseerde het Brussels parlement verschillende hoorzittingen die voor een betere verhouding tussen de Brusselse politie en de burgers moeten leiden. Aanleiding van de hoorzittingen waren verschillende incidenten waarbij burgers omkwamen tijdens een politieinterventie, zoals de negentienjarige Adil na een politieachtervolging in april. De agenten treft in die zaak overigens geen schuld, oordeelt het parket, dat vorige week vroeg om de agenten niet te vervolgen. Ook het geweld tegen de politie, dat het afgelopen jaar wel vaker het nieuws haalde, was een reden om naar manieren te zoeken die de relatie kunnen verbeteren. De conclusies in de ontwerptekst, die we al konden inkijken, kwamen er nadat zowel politiemensen,

onderzoekers, activisten, jeugdwerkers als politici aan het woord waren gekomen. Dat resulteerde in een waslijst van 37 aanbevelingen, verdeeld in acht verschillende thema’s: onderzoek & monitoring, personeel & rekrutering, opleiding, wijkwerking & communicatie, interventies & werkwijze, klachtenprocedures, sancties & boete en opvolging.

TUTOYEREN Een van de opvallendste suggesties aan de Brusselse regering is om identiteitscontroles veel beter in kaart te brengen. De politiezones moeten volgens de resolutie precies bijhouden hoeveel dergelijke controles ze doen en wat de reden ervan is. Bedoeling is om zo een eind te maken aan de “politieselectiviteit en ongemotiveerde politiecontroles”. De commissie Binnenlandse

De Vrije Universiteit Brussel laat vanaf maandag in beperkte mate opnieuw onderwijsactiviteiten toe op haar campussen. Hoorcolleges blijven digitaal, maar essentiële practica, werkcolleges en oefeningen kunnen wel opnieuw op de campus plaatsvinden volgens de veiligheidsmaatregelen. De nieuwe aanpak geldt voorlopig tot het einde van het semester. 4

I

2 DECEMBER 2020

© PHOTONEWS

Weer onderwijs op VUB-campus

Zaken verwijst in dat verband ook naar buitenlandse voorbeelden, zoals een ontvangstbewijs uitreiken wanneer iemand gecontroleerd wordt. De commissieleden vragen ook uitdrukkelijk om een correcte en beleefde omgang van politie tegenover jongeren en omgekeerd. Het “tutoyeren en onbeleefde omgang” bleek immers een belangrijk punt van ergernis in verschillende getuigenissen. In dat verband pleit de resolutie ook voor een onlineformulier waar een politie-interventie kan gewaardeerd worden, of dat nu positief of negatief is. Die feedback kan gebruikt worden om de politiewerking te verbeteren. Op het vlak van opleiding vraagt de commissie om lesgevers aan te trekken die rekening kunnen houden met de “specifieke Brusselse

1,2 mio De verschillende Brusselse politiezones krijgen in totaal 1,2 miljoen euro van het Gewest. Met dat geld kan de politie materiaal kopen om de handhaving van de zone 30 over het hele gewest te garanderen. Vanaf 1 januari 2021 geldt die snelheidsbeperking over het hele Brusselse grondgebied, met uitzondering van een aantal grote wegen.

karakteristieken”. Ook de kandidaat-agenten moeten vaker uit Brussel komen. “Vandaag woont tachtig procent van de Brusselse agenten in Wallonië of Vlaanderen,” zegt Els Rochette (One.brussels/ SP.A), die samen Fadila Laanan (PS) rapporteur was in de commissie. “Dat is enorm en het kan anders nu de politieschool sinds kort ook haar eigen rekruteringsbeleid kan invullen.” Opmerkelijk ook: wie agent wordt, moet beter opgeleid worden, met name als het gaat over het besturen van een politievoertuig. Daarvoor zijn nu maar twee dagen uitgetrokken in de opleiding, “terwijl de meeste dodelijke slachtoffers de laatste jaren vielen tijdens politieachtervolgingen”.

NABIJHEIDSPOLITIE Verschillende sprekers, zowel binnen als buiten de

politie, pleitten ook voor meer nabijheidspolitie in de vorm van wijkagenten, voetpatrouilles en fietsbrigades. Die aanbeveling werd dan ook opgenomen, met het doel om agenten op straat aanspreekbaar te maken. De lijst van aanbevelingen legt de bal vooral in het kamp van de overheid en de politie, minder in die van de jongeren, die het vaakst betrokken zijn bij conflicten met de politie. “We benadrukken ook dat Justitie meer middelen moet krijgen om straffeloosheid aan te pakken,” benadrukt Rochette. “En verder kan je natuurlijk nog heel veel zeggen over het belang van

Wapenarsenaal bij huiszoeking Bij vier huiszoekingen vindt de Brusselse lokale politie dinsdag een heus wapenarsenaal. Twee verdachten worden opgepakt en ter beschikking gesteld van het Brusselse parket. Geen enkel wapen stond geregistreerd in België. Behalve de wapens treft de politie ook drugs aan, een precisieweegschaal, 90 bruine en 7 witte pillen van een onbekende soort, en 2.815 euro cash.


CARTOON

KIJK OP DE WEEK

een goede opleiding, huisvesting, enzovoort. Maar dan werd het kader van deze hoorzittingen gewoon te breed.” Oppositielid Mathias Vanden Borre (N-VA) heeft alvast veel aan te merken op de ontwerptekst. “Er wordt veel te weinig gekeken naar hoe we de jongeren kunnen bijsturen, terwijl zij toch aan de basis liggen van veel geweld. Ik zie bijvoorbeeld niets over snelrecht of een strenger jeugdsanctierecht. Dat worden heel wat amendementen van ons.”

Els Rochette (one.brussels/SP.A) was rapporteur in de commissie. © PHOTONEWS

Lees ook de reportage over de Versailleswijk in Neder-over-Heembeek, p 8 -13

De kermis maakt deel uit van ieders jeugd en die Brusselse cultuur mag niet verloren gaan Foorkramer PATRICK DE CORTE mag zich dit jaar ‘Brusseleir vè et leive’ noemen. De Brusselse zorgverleners zijn dan weer verkozen tot ‘Brusseleirs van ‘t joêr 2020’

WAUTER

Meester Ruben is beste leraar De beste leerkracht in Brussel van 2020 is Ruben Mottart van basisschool Hendrik Conscience in Schaarbeek. Dat werd in juni al bekendgemaakt, maar woensdag mag hij eindelijk zijn prijs in ontvangst nemen. Meer dan 1.200 mensen brachten hun stem uit via bruzz.be. “Het zijn de kleine dingen die ervoor zorgen dat een kind zich ondersteund voelt door een leerkracht,” zegt Mottart over zijn geheim over het lesgeven.

56.774 De Brussel Helpt-actie van BRUZZ is dit jaar goed voor 56.774 euro. Het ingezamelde bedrag gaat integraal naar de Babytheek, een uitleendienst voor babyspullen. Ook de inzamelactie voor spullen levert heel wat materiaal op. Door de coronacrisis kon de Spaghettislag niet doorgaan, maar Brussel Helpt haalt dankzij de massale steun meer geld op dan in 2019. 2 DECEMBER 2020

I 5


BRUZZ | DE WEEK

In beeld

CROWD CONTROL VOOR KERST NL/ Een kerststal, een

kerstboom en wat verlichte gebouwen. Corona kan veel kapotmaken, maar niet het beproefde kerstrecept op de Grote Markt. Zaterdag kwam er zelfs te veel volk afgezakt om de kerstsfeer op te snuiven. Zondag (zie foto) verliep alles alweer wat ordentelijker, al 6

I

2 DECEMBER 2020

installeert de Stad Brussel nu toch een filtersysteem om grote volkstoelopen te vermijden. Wie het kindje Jezus en zijn kompanen wil bewonderen of een gemaskerde selfie wil nemen met de 18 meter hoge kerstboom, kiest dus maar beter een gepast moment.

FOULE SOUS CONTRÔLE FR/ Le coronavirus peut gâcher beaucoup de choses, mais pas la bonne vieille recette de Noël sur la Grand-Place. Ce samedi, il y avait même trop de monde venu s’imprégner de l’atmosphère de Noël. Dimanche (photo), cela s’est passé de façon mieux ordonnée, mais la

Ville de Bruxelles a depuis installé un système de filtrage pour éviter les grandes foules. Alors si vous voulez admirer l’enfant Jésus et ses compagnons ou prendre un selfie masqué avec le sapin de Noël de 18 mètres de haut, choisissez bien votre moment.

CROWD CONTROL FOR EN/ A nativity scene, a

Christmas tree, and some buildings with festive lighting. Corona has ruined a great deal, but not the tried and tested Christmas decorations on the Grote Markt/Grand-Place. In fact, on Saturday too many people came to soak up the Christmas atmosphere. On Sunday (photo),


Bijgedachte

REDACTIECHEF MATHIAS DECLERCQ neemt het nieuws op de korrel

© IVAN PUT

CHRISTMAS everything was back under control, although the City of Brussels is still installing a filtering system to avoid large crowds. In other words, those who want to see the baby Jesus and his companions or to take a masked selfie with the 18-metre-high Christmas tree had better choose the right moment

De “enorme drukte” op de Grote Markt dit weekend veroorzaakte “ontgoocheling en boosheid” bij de virologen en de beleidsmakers die de coronacrisis proberen in te dammen. “Leren mensen dan niet bij?” vroeg de zichtbaar gefrustreerde infectiologe Erika Vlieghe zich af in De Zevende Dag. Het is enerzijds logisch en vaak ook nodig gebleken dat onze beleidsmakers ons op onze verantwoordelijkheden wijzen in deze coronacrisis. Zeker op een moment dat zelfs na een volle maand lockdown nog steeds bijna vierduizend patiënten met corona in het ziekenhuis liggen. We bevinden ons nog steeds in een acute gezondheidscrisis waarbij een nieuwe opflakkering echt uit den boze is – en waar we dus onder meer onze traditionele kerstfeestjes voor zullen moeten opgeven. Toch stelt zich de vraag: naar wie moeten we onze boosheid richten? In eerste instantie leek Vlieghe haar pijlen te richten op de mensen die naar de Grote Markt afzakten om de verlichte gebouwen en de kerstboom te bewonderen. “Sommige mensen zullen het nooit leren,” viel viroloog Marc Van Ranst haar bij op Twitter. Toen ook Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zijn “gigantische bezorgdheid” over de drukte in Brugge en Brussel kwam uiten, verlegde hij de focus naar de lokale besturen. Hij noemde het “onverstandig” dat steden dit soort evenementen organiseren. “Zelfs al raad je mensen af om te komen.” En dus komen we uiteindelijk uit bij de Stad Brussel. Burgemeester Philippe Close (PS) legde daar de verantwoordelijkheid bij de bezoekers zelf. “Spijtig genoeg kwamen te veel mensen op hetzelfde moment. Wij vragen met aandrang dat iedereen de Covidregels volgt.”

ONVERBIDDELIJKE AVONDKLOK Sta me toe om al het bovenstaande toch al te makkelijk te vinden. Het is nogal cynisch om de individuele Brusselaar die bij wijze van afleiding in deze donkere dagen de kerstverlichting komt aanschouwen met de vinger te wijzen. Zo ergens na het lange telewerken, de zorg voor een eventueel kroost en vóór de onverbiddelijke avond-

klok van 22 uur die om de een of andere reden nog steeds twee uur vroeger ingaat dan in de rest van dit land. Of zoals een vertegenwoordiger van de evenementensector het treffend verwoordde: “Die mensen zijn niet allemaal vertrokken met de bedoeling om tussen het volk te gaan staan.” Dat er bovendien geen enkel incident te noteren viel, er geen telling van het aantal mensen gebeurde en geen pv’s werden uitgeschreven, kan twee dingen betekenen. Dat het allemaal eigenlijk wel meeviel (een berekende gok van ondergetekende die vrijdagavond zelf op de plaats delict passeerde). Of dat de handhaving te wensen overliet. Dan is het wel dubbel cynisch dat de kerstsfeer op de Grote Markt met de nodige toeters en bellen werd aangekondigd door de Stad Brussel, maar dat het stadsbestuur daarna zelf verzuimde om de noodzakelijke begeleidende maatregelen te treffen. “We zetten een kerstboom en we zien wel wat er gebeurt.” Zoiets. Het is driedubbel cynisch als je weet dat de overheid faalt waar de evenementensector, de horeca en zelfs de winkels intussen al ruim een halfjaar ervaring mee hebben: het strikt afdwingen van de noodzakelijke afstand, het verplichten van mondmaskers, crowd control én de handhaving van al die noodzakelijke regels. Dat gebrek aan handhaving geldt overigens niet alleen voor wat kerstverlichting op de Grote Markt. Wie al eens opeengepakt zit in de Brusselse metro of op een treinperron, weet genoeg. Dus ja, het gedrag van elkeen van ons is bepalend in de strijd tegen het coronavirus. Maar waar het kan en moet, moeten onze overheden dat gedrag zoveel mogelijk in de goeie richting sturen. We kunnen alleen maar hopen dat er meer nagedacht is over het openen van de winkels. Al moeten we vaststellen dat we tot maandagnamiddag geen antwoord konden krijgen op de vraag op welke manier de winkels de volgende ochtend zouden openen. Oeps?

BRUZZ | DE WEEK

Al te makkelijk

“Het is nogal cynisch om de individuele Brusselaar die bij wijze van afleiding in deze donkere dagen de kerstverlichting komt aanschouwen met de vinger te wijzen”

Lees meer over de coronadrukte en de aanpak in Brussel via bruzz.be/coronadrukte 2 DECEMBER 2020

I 7


B R U Z Z | R E P O R TA G E

HOE HARDHANDIG OPTREDEN TIJDENS LOCKDOWN PROEFPROJECT POLITIE ONDERMIJNT IN VERSAILLESWIJK

‘Iedereen die buiten kwam zonder reden, moest een boete krijgen’ De komst van een buurtregisseur moest de relatie tussen de politie en de Versailleswijk in Neder-over-Heembeek verbeteren. Dat leek te lukken. Tot agenten bikkelhard optraden tijdens de lockdown. Ook tegen kinderen die even buiten speelden. — NATHALIE CARPENTIER, FOTO’S IVAN PUT

8

I

2 DECEMBER 2020


B R U Z Z | R E P O R TA G E â–ź

elkaar steeds sneller op. Na het bericht dat de politie volgens het parket geen schuld trof bij de dood van Adil werd even gevreesd voor rellen, maar het bleef relatief rustig. In de commissie schoof de politie zelf een toekomstmodel naar voren: de buurtregisseur, een agent die binnen het wijkcommissariaat werkt als ambassadeur van de politie. Een proefproject dat het vertrouwen kon herstellen, een situatie van getrokken messen kon helpen om te buigen naar wederzijds respect. Met Beata Jonczyk, vroeger inspecteur bij de interventie in Schaarbeek, kreeg de Versailleswijk in Nederover-Heembeek zo iemand met de nodige ervaring met gezinnen in precaire situaties. De juiste vrouw op de juiste plaats. â–ź

D

at de spanning tussen Brusselse jongeren uit moeilijkere buurten en de politie soms te snijden is, hoeft geen betoog meer. Het overlijden van de negentienjarige Adil in april in Anderlecht bij een aanrijding met de politie nadat hij voor een controle op de vlucht was geslagen, vormde een triest orgelpunt. Het was de aanleiding voor de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels Parlement (zie ook p 4 - 5) om zich te buigen over het groeiende wantrouwen tussen de politie en jongeren. Terwijl de parlementsleden binnenskamers experten aan het woord lieten, steeg de temperatuur op straat verder. De gewelddadige confrontaties tussen politie en jongeren volgen

2 DECEMBER 2020

I 9


HOE HARDHANDIG OPTREDEN TIJDENS LOCKDOWN PROEFPROJECT POLITIE ONDERMIJNT IN VERSAILLESWIJK

“Mensen wonen hier op kleine ruimtes. Zo lang binnenzi en is moeilijk, maar op een bepaald moment was er een totaal verbod om buiten te komen”

B R U Z Z | R E P O R TA G E

De wijk naast de witte villa’s op de Versailleslaan met de typische woonblokken van een zestal verdiepingen met her en der een uitschieter van twintig hoog, omgeven door gras en met onkruid begroeide betonnen paadjes, stond lang bekend als probleemwijk. “Er was nood aan een lokaal commissariaat dat dag en nacht open is voor de bewoners van Neder-over-Heembeek en Haren,” vertelt Bea Jonczyk. “Er waren problemen van kleine criminaliteit, drugtrafiek, diefstal met geweld, vandalisme en er heerste een onveiligheidsgevoel. Het is een armere wijk met een hoge concentratie aan sociale woonblokken waar weinig te beleven was. Jongeren hingen hier rond of kwamen van andere wijken van alles uitsteken omdat er geen politie in de buurt was.” Twee jaar geleden kwam pal in het midden van de wijk een nieuw commissariaat. De politie en de wijk werden plots dichte buren, twee tegengestelde werelden op een zakdoek. “Als twee groepen elkaar niet kennen, staan ze vijandig tegenover elkaar,” aldus Jonczyk. “Om de relaties met de wijk en de jongeren te verbeteren, zette ik projecten op met de buurt. Zo willen we samen met de jongeren een film maken. Er is een sociaal bemiddelaar, ik werk ook samen met het buurtjeugdhuis. Er zijn acties waarbij collega’s te voet door de wijk trekken om te tonen dat we aanspreekbaar zijn. Binnenkort worden jongeren uitgenodigd op het commissariaat.” We willen met haar de wijk intrekken om samen met jongeren te spreken, maar dat gaat niet. “Ik werk met veel partners samen rond verschillende thema’s zoals overlast, maar evengoed parkeerproblemen. Ik ken niet alle jongeren bij naam. Neder-over-Heembeek telt 33.000 inwoners. Ik heb mijn kaartje gegeven aan verschillende partners. Als er iets is, kunnen ze mij bellen.”

SALMA AYACHI Buurtbewoner en moeder van vijf zonen

Sinds de opening van het nieuwe commissariaat, is de situatie in de buurt sterk verbeterd, zegt ze. “Zowat alle criminaliteitscijfers zijn significant gedaald.” Zo stond het ook in een interview met de politie in de lokale krant Uilenspiegel dit voorjaar. “Vroeger was er een drugprobleem aan de Versailleswijk, dat kan nu niet meer (…). De Versailleswijk was een probleemwijk, maar nu is er een heel andere relatie met de politie (…). In het begin zeiden de jongeren dat het commissariaat tégen hen gericht was. Dat is vandaag niet meer het geval.” Of zoals Jonczyk stelt: “Met de jongeren zijn er de voorbije tijd geen incidenten of problemen.”

BOKSEN Goed nieuws, maar op de straat krijg je toch een genuanceerder beeld. Verschillende buurtbewoners melden ons dat de ergste drugproblemen voorbij zijn, omdat de grootste kopstukken in de gevangenis zitten, maar dat er nog altijd trafiek is van softdrugs. “Het is niet omdat de politie het niet ziet, dat het niet meer gebeurt,” klinkt het. ‘Mehdi’ en ‘Scizzo, IPPJ, libéré piqué’ staat in graffiti op een muur geschreven. De naam van

Twee jaar geleden kwam pal in het midden van de Versailleswijk een nieuw commissariaat.

10

I

2 DECEMBER 2020

jongeren die naar de gevangenis of een gesloten instelling moesten. Een jongeman die we aanspreken, reageert eerst stoer dat hij de wijk op zijn duimpje kent, maar klapt dicht als we hem vragen willen stellen. “Er zijn nog wel problemen, maar de mentaliteit bij jongeren is sterk verbeterd,” zegt Salma Ayachi, een van de partners van Jonczyk. Dat het beter gaat in de wijk, is vooral dankzij de inspanningen van het buurtcomité, zegt ze. Omdat ze haar vijf zonen een betere toekomst en meer mogelijkheden wil bieden, begon ze met andere buurtbewoners allerlei activiteiten te organiseren. Er is een zaalvoetbalploeg die het “ver schopt zónder coach en zónder zaal”, er zijn thema-avonden, activiteiten voor de min- en plus-achttienjarigen. Ze drong er bij de Stad op aan om de intussen druk gebruikte street-workouttoestellen te financieren. Ze wijst naar de lange rij mensen die met een caddy aanschuiven voor de voedselbedeling aan het jeugdhuis. “Jongeren hebben die voedselpakketten gemaakt, ze wilden helpen.” Ze hoopt hier bokstrainingen te organiseren. “Boksen heeft mijn zonen niet alleen meer zelfvertrouwen, maar ook meer respect van anderen gegeven. Binnenkort mogen de lessen plaatsvinden in de polyvalente zaal in het commissariaat, maar eerst wilde de politie dat niet.” Is de spanning tussen de politie en de jongeren dan van de baan? Ayachi erkent dat het contact begin vorig jaar verbeterd was, maar de broze entente lag dit voorjaar weer aan diggelen. “Tijdens de eerste lockdown heeft de politie hier bijzonder hard opgetreden om de Covidmaatregelen te laten naleven. Kinderen zijn geslagen met een matrak omdat ze buiten kwamen. Toen jongeren met te veel buiten sportten, heeft de politie hen met honden opgejaagd. Waarom zo agressief ? Waarom kunnen ze de jongeren niet met meer respect behandelen? Natuurlijk moesten de maatregelen nageleefd worden, maar er zijn ook veel onterechte boetes uitgedeeld. Mensen wonen hier op kleine ruimtes. Zo lang binnenzitten is moeilijk, maar op een bepaald moment was er een totaal verbod om buiten te komen. Als een jongere vijf minuten buiten kwam, stond de politie er al.” Veelal patrouilles van buitenaf, denkt Ayachi, die met veel machtsvertoon arriveerden. “Ze vielen hier binnen alsof het hier vol wapens en drugs zit. Alsof ze meespeelden in een film en zij


B R U Z Z | R E P O R TA G E

xxx

BOETES Ging het er de voorbije maanden dan toch hardhandig aan toe? “Dat zeggen sommige buurtbewoners, ik ben daar niet van op de hoogte,” zegt Beata Jonczyk. “De wijkdienst van de politie werd anders georganiseerd tijdens de lockdown, ze werden voornamelijk ingezet als Covidpatrouilles.” Jonczyk kreeg wel veel klachten van ouders dat hun kinderen onterecht Covidboetes kregen. “Vaak reageerden ze dat ze niet op de hoogte waren van de regels.” Jonczyk begrijpt wel dat ouders soms niet anders konden dan hun kinderen naar buiten te sturen. “Het is niet gemakkelijk om als groot gezin plots dagenlang te moeten samenleven op zestig vierkante meter. Ik heb ouders uitgelegd dat hun kind alleen om boodschappen mocht,

maar niet in zijn eentje naar buiten mocht om anderen te ontmoeten of buiten te spelen. Gebeurde dat wel, dan kregen ze een boete van 250 euro. Dat konden ze vaak niet betalen. Daarom adviseerde ik hen om hun kind te vergezellen als het buiten ging.” Het zijn Covidregels die elders nochtans niet golden. Zet zulke forse handhaving het prille vertrouwen niet onder druk? “De eerste lockdown was een moeilijke, bijzondere situatie. Er was weinig geweten over het virus, iedereen was bang. Politici vroegen ons om hard op te treden in het belang van de bevolking. Er werd gezegd: iedereen die zonder reden buiten is, moet een boete krijgen. Dat besliste de politie niet, dat besliste de overheid.” Ze benadrukt ook dat jongeren die tegen de lamp lopen, niet moeten weglopen. “Als je iets verkeerd doet en je wordt gepakt, dan heb je verloren. Dan moet je je overgeven. En ouders moeten ook instaan voor de opvoeding van de kinderen.” Maar over agressief optreden door de politie tegen de lokale bewoners weet ze niets. “Dat zijn geruchten of verhalen die zich elders afspeelden, niet hier. Nu, iedereen moet begrijpen dat ook een wijkagent niet alleen een vriendelijke man is die

een vertrouwensrelatie opbouwt, hij blijft een agent die controlerend én repressief moet optreden. Zeker in het geval van een pandemie waarbij de volksgezondheid in gevaar is. Maar sommigen hebben lak aan elke regel. Als zij gecontroleerd worden, geeft dat altijd spanningen.” Áls er al geweld wordt gebruikt door de politie, is dat altijd als reactie op geweld door de andere zijde, benadrukt ze nog. “Nooit andersom of gratuit. Als die incidenten zich écht hebben voorgedaan moet daar ofwel een pv van bestaan, een formele klacht of bewijzen.”

GERUCHTEN Zijn het inderdaad slechts geruchten? Of verhalen die zich enkel elders afspelen? We proberen te verifiëren. “Toen ik tijdens de eerste lockdown even buiten was met mijn vriendje, kwamen er twee agenten, één van hen was een vrouw,” vertelt Loay Geben, de twaalfjarige zoon van Ayachi. “Ze vroegen boos of ik hen net voordien had uitgescholden. Ik antwoordde van niet. Toen hebben ze ons door elkaar geschud. We moesten op het terrein op onze knieën gaan zitten met onze handen op de rug. Eén agent heeft me op een bepaald moment op mijn onderrug geslagen met

de cowboys waren die de wilde indianen een lesje moesten leren.” Ayachi zegt het te hebben aangekaart bij de buurtregisseur, maar erkent dat ook jongeren in de fout zijn gegaan. “Er is een paar keer met stenen gegooid. Dat valt niet goed te praten, maar als de politie zich zonder reden zo hard opstelt, werkt dat een tegenreactie in de hand. Jongeren voelen zich slecht behandeld door de politie.”

2 DECEMBER 2020

I 11


HOE HARDHANDIG OPTREDEN TIJDENS LOCKDOWN PROEFPROJECT POLITIE ONDERMIJNT IN VERSAILLESWIJK

Loay Geben (12) vertelt dat hij bang is geworden voor de politie na een slechte ervaring: “Er zijn vriendelijke, maar ook echt stoute agenten.”

B R U Z Z | R E P O R TA G E

een matrak, ik had dagenlang een blauwe plek. Mijn vriendje was bang dat ze zijn arm zouden breken. Hij schreeuwde dat hij pijn had, maar de agente dacht dat hij haar voor de gek hield. We hebben daar een paar minuten gezeten, tot mijn oudere broer ons is komen halen.” Buurvrouw Rachida zag het vanuit haar raam gebeuren. “Toen ik zag dat ze hem op zijn billen sloegen, was ik totaal geschokt.” Sindsdien is Loay bang. “Sommige agenten zijn vriendelijk, andere echt gemeen.” Yassine, animator voor de min-achttienjarigen in de wijk beschrijft hoe de agressieve aanpak tijdens de lockdown olie op het vuur gooide. “Er zijn al langer communicatieproblemen. Jongeren vinden dat ze niet gerespecteerd en vaak agressief benaderd worden, de politie vindt dat jongeren hen beledigen.” Op een dag tijdens de lockdown zakte de moraal onder het vriespunt. “Een groep jongeren was buiten aan het voetballen, er liepen kinderen rond. Ze waren inderdaad met te veel, maar plots arriveerden hier erg veel agenten die iedereen opjaagden met honden. Ze dreigden om die los te laten, iedereen was bang. Toen liep het bijna uit de hand. Jongeren wilden fel reageren, gelukkig is het weer gekalmeerd.” Mama Louise, een gepensioneerde Afrikaanse vrouw herinnert het zich nog levendig. “Ik was die dag even een luchtje komen scheppen, ik zat al zo lang binnen. Verschillende jongeren waren buiten aan het spelen, het deed me deugd. Tot plots al die agenten met honden opdoken. Alle kinderen

liepen doodsbang weg. Waarom doen ze zoiets?” klinkt het geëmotioneerd. “De kinderen deden helemaal niets verkeerd. Een Belgische agent kwam naar me toe om me te kalmeren. In het Lingala excuseerde hij zich, dat het een Covidcontrole was. Oké, maar waarom op die manier?” Ook Youness Ait el Caddi, dansleraar en urban-dancekampioen, en tevens voorzitter van het wijkcomité zag hoe agressief agenten optraden tegen onder anderen Loay tijdens de lockdown, maar ook voordien. Hij is een van de weinige anciens uit de buurt met vrienden bij de politie. “Tijdens de lockdown heb ik zelf vaak bemiddeld tussen beiden. De jongeren respecteren mij omdat ik hier twintig jaar woonde, de politie ook omdat ze weten dat ik met de jongeren kan praten.”

DIEP WANTROUWEN Hij stelt dat een groot deel van het probleem is dat het vaak gaat over patrouilles die van buitenaf komen. “De lokale agenten gedragen zich niet zo en zeker niet als ik in de buurt ben. Externe ploegen stellen zich wél vaak agressief op. Ze proberen je te destabiliseren: bij een identiteitscontrole zegt de ene dat je door mag en de andere van niet. Dan kán je nooit goed reageren.” Hij herinnert zich hoe hij een keer in discussie ging. “Ik vroeg waarom zij ons hier altijd zo hard kwamen aanpakken. Die agent antwoordde dat hij hier nooit eerder was geweest, hij kwam uit Elsene (De Versailleswijk ligt op het grondgebied van de politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene en

“Om de relaties met de wijk en de jongeren te verbeteren, ze e ik projecten op met de buurt. Zo willen we samen een film maken” BEATA JONCZYK Buurtregisseur van de politie 12

I

2 DECEMBER 2020

dat zorgt volgens de politie soms voor verwarring, red.). Wat doet die hier? Die kent niets van deze wijk. De volgende dag is het weer een andere agent. Daardoor kunnen ze altijd zeggen: ‘ik was het niet.’” Ook al heeft hij vrienden bij de politie, hij gelooft niet dat het kan verbeteren. “Als de structuur niet toelaat dat je je collega die tegenover burgers over de schreef gaat op dat moment zelf tot de orde kan roepen, zie ik het niet goed komen.” Het wantrouwen zit diep, schetst Youness. “Volgens de politie heeft haar aanwezigheid de situatie hier verbeterd. Dat klopt niet, de activiteiten voor de jongeren hebben daartoe geleid. Vroeger gingen hier met oudjaar regelmatig spullen in vlammen op, omdat jongeren niets beters om handen hadden. Het jaar dat ze dankzij ons allemaal samen oudjaar in een lokaal konden vieren, was hier alles rustig. Dat was niet dankzij de politie. Integendeel, zij veroorzaakt soms onrust als het kalm zou kunnen zijn.”


COMMENT LE COVID A SAPÉ UN PROJET DE POLICE DE PROXIMITÉ L’arrivée d’un régisseur de quartier devait permettre d’améliorer les relations entre la police et le quartier de Versailles à Neder-over-Heembeek, réputé pour être un quartier à problèmes. Et cela semblait fonctionner. Selon la police, la situation s’est améliorée avec l’arrivée d’un commissariat de quartier en son centre. Mais des interventions musclées pendant le confinement ont de nouveau brisé l’entente fragile avec les habitants du quartier, selon ces derniers. Ce sont des rumeurs sur des incidents qui ont eu lieu ailleurs, répond la responsable de la police locale, Bea Jonczyk. BRUZZ a essayé de vérifier les faits et s’est entretenu, entre autres, avec un garçon de 12 ans. « J’ai reçu des coups et j’ai dû me mettre à genoux, les mains derrière le dos. Un policier m’a frappé avec une matraque. » Selon les habitants ce sont surtout des patrouilles extérieures qui auraient agi de cette façon. « Le confinement n’a pas aidé à construire une meilleure relation, mais ce n’est la faute de personne », déclare Jonczyk. FR

HOW CORONA SPOILED A NEIGHBOURHOOD POLICE PROJECT The recruitment of a zone director was supposed to improve relations between the police and the Versailles neighbourhood in Neder-over-Heembeek. It seemed to be working. The Versailles quarter used to be known as a problematic area, but according to the police, things have improved significantly since a local station opened in the heart of the neighbourhood. But heavy-handed police intervention during the lockdown ruined the delicate entente, residents say. These are only rumours of incidents that took place elsewhere, says zone director Bea Jonczyk from the local police. BRUZZ attempted to verify the claims and spoke to a 12-year-old boy. “I was hit and was forced to kneel down with my hands behind my back. One officer hit me with a truncheon.” According to locals, these reactions primarily came from patrols from outside the neighbourhood. “The lockdown was an exceptional situation,” Jonczyk says. “It did not help in the efforts to foster better relations, but nobody is to blame.” EN

Jonczyk erkent dat er tijdens de lockdown versterking was van buitenaf. “Dat is interne politiewerking. Zulke patrouilles zijn niet noodzakelijk getraind om een vertrouwensrelatie op te bouwen. De lockdown was een bijzondere situatie. Dat heeft niet geholpen bij de opbouw van een betere relatie, maar niemand heeft daar schuld aan.” Ze hoopt na deze nieuwe semilockdown projecten te hernemen. “We hopen dat het goed komt met mensen met goede bedoelingen. Niet met criminelen, daar kan je geen goede relatie mee opbouwen.” Intussen waren er al voorzichtige pogingen om het vertrouwen te herstellen. In september werd er een sessie in het jeugdhuis georganiseerd waar jongeren informatie kregen over hun plichten, maar ook hun rechten tegenover de politie. Een onafhankelijk aanwezige hoorde er hoe diep de wrok zit. Jongeren vroegen ook of ze de politie mogen filmen tijdens een interventie. “We hopen zaken te herstellen, zodat er een goede verstandhouding komt, maar waarom

controleert de politie jongeren voortdurend zonder reden?” vraagt jongerenanimator Yassine, die de gevoeligheid van veel wijkjongeren kent. “Sommige agenten zijn vriendelijk, andere zijn gemeen. Dat bruuskeert jongeren en installeert haatgevoelens. Dat is niet goed. Als ze de politie zien, lopen ze weg. Het is bijna een reflex. Omdat ze bang zijn, en – toegegeven – soms omdat ze in de fout zijn. Hier wonen zeker niet alleen engeltjes, maar het zijn ook geen duivels.” Potentieel goede projecten liggen mede door de lockdown stil. Youness: “Ik heb erg veel moeite gedaan om jongeren te overtuigen, maar nu zij bereid zijn mee te werken aan de film, horen we niets meer van de andere kant. Onlangs zei een agent me dat de politie niet wil meewerken.” Volgens Bea Jonczyk wil de politie graag meewerken. “Er zijn meerdere partners betrokken, we wachten nog op hun toestemming.” Salma Ayachi blijft geloven dat de relatie zal verbeteren. “Op dit moment is er geen dialoog, we zitten weer op punt nul, maar we moeten vooruit.”

2 DECEMBER 2020

I 13


KLAUS WELLE, SECRETARIS-GENERAAL VAN HET EUROPEES PARLEMENT

‘We willen tonen dat Europa meer is dan politiek en regelgeving’

BRUZZ | INTERVIEW

Onder impuls van secretaris-generaal Klaus Welle investeert het Europees Parlement niet alleen in Brusselse kantoren, maar ook in het patrimonium van de stad. Na het Huis van de Europese Geschiedenis en het Wiertzproject is er het plan om van de Solvaybibiotheek een grote Europese bibliotheek te maken. “Het viel me altijd op dat er in de omgeving van het parlement pareltjes stonden, maar dat ze een beetje onderkomen waren.” — BETTINA HUBO, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

14

I

n normale tijden lijkt de Esplanade van het Europees Parlement een bijenkorf waar bezige parlementsleden, ambtenaren en bezoekers kriskras door elkaar heen lopen. Maar nu de meeste parlementsleden thuis zitten, de ambtenaren van huis uit werken en de bezoekers wegblijven vanwege de Covidpandemie voelt het plein vooral kaal en tochtig aan. Wie de voorbije maanden altijd op post gebleven is in zijn kantoor boven in het Paul-Henri Spaakgebouw, is Klaus Welle, de secretaris-generaal van het Europees Parlement. Zesentwintig jaar geleden kwam hij vanuit Duitsland naar Brussel om er de rechterhand te worden van Wilfried Martens, toenmalig voorzitter van de Europese Volkspartij. Ondertussen is hij al bijna twaalf jaar de hoogste ambtenaar van het Europees Parlement, de instelling die de bevolking van de 27 lidstaten vertegenwoordigt, gevestigd is in Brussel, Straatsburg en Luxemburg, en zo’n tienduizend medewerkers telt. Welle is de kapitein die dit logge schip te midden van soms erg woelige politieke wateren op koers moet

I

2 DECEMBER 2020

houden. “Ik ben een soort gobetween tussen de politiek en de administratie.”

Hoe heeft het Europees Parlement de afgelopen coronamaanden gewerkt? KLAUS WELLE: Wij hebben drie

principes gehanteerd: continuïteit, bescherming en praktische solidariteit. Continuïteit van het werk is essentieel. Als het Parlement geen besluiten meer zou nemen, zou de hele Europese Unie niet meer kunnen beslissen, want ons akkoord is meestal nodig. Tegelijkertijd moesten we de parlementsleden, de fractiemedewerkers, de ambtenaren en alle anderen die hier werken, beschermen. In maart hebben we dan ook beslist om ons systeem om te gooien en alles in gereedheid te brengen voor afstandswerk. Iedereen kreeg een kleine laptop om van huis uit te werken. We hebben bijna de hele markt leeggekocht, tienduizend stuks. In de zomer zijn er weer wat meer mensen hier in de gebouwen komen werken, maar eind oktober zijn we teruggekeerd naar honderd procent telewerk, wat in de praktijk neerkomt op tachtig, negentig

Klaus Welle bij het Europees Parlement: “Puur mechanisch kan alles van een afstand, maar samenwerken in een parlement is toch nog iets anders.”

procent omdat de aanwezigheid van sommige personeelsleden – IT-specialisten en veiligheidsmensen – onontbeerlijk is.

De parlementsleden, 705 mensen sinds het vertrek van de Britten, reizen normaal gesproken heen en weer tussen Brussel, Straatsburg en hun woonplaats voor vergaderingen, commissies en plenaire sessies. Hoe verliep dat nu? WELLE: We hebben ervoor gezorgd dat zij vanuit hun huis in hun eigen land konden werken. Van een afstand konden ze de vergaderingen van hun politieke fractie, de parlementaire commissies en ook de plenaire vergaderingen bijwonen, met vertaling zelfs. Ook voerden we het stemmen op afstand in. En wie tijdens de plenaire vergaderingen het woord wilde nemen, kon dat doen vanuit

de informatiebureaus die het Europees Parlement in elke lidstaat heeft.

De parlementsleden zijn ondertussen al negen maanden niet meer in Straatsburg geweest. WELLE: De plenaire vergaderingen zijn wel altijd doorgegaan, maar vanuit Brussel of remote. In september en oktober hebben we onderzocht of een terugkeer naar Straatsburg mogelijk was, maar de gezondheidscrisis liet het niet toe. Niet dat de situatie in Straatsburg ernstiger was, maar er waren risico’s verbonden aan het reizen en het verblijf in hotels. We hebben geprobeerd om dat op te lossen, maar toen de cijfers in Straatsburg slechter werden, hebben we beslist om niet terug te gaan. Dat betekent niet dat we onze politieke en ook wettelijke verplich-


Denkt u dat de Europarlementsleden, die nu ondervonden hebben dat ze perfect vanuit hun thuisland kunnen werken, nog zo vaak naar Brussel zullen komen?

KLAUS WELLE Secretaris-generaal van het Europees Parlement

ting om ook in Straatsburg te vergaderen niet respecteren. We keren zo spoedig mogelijk terug, maar eerst moeten de coronacijfers verbeteren.

U sprak ook over een derde principe: praktische solidariteit. WELLE: Na de uitbraak van de pandemie hebben we onze infrastructuur en diensten die door

de crisis onderbenut waren, ter beschikking gesteld van de plaatsen waar we gevestigd zijn. Zo leende het Parlement zijn chauffeurs uit om ’s nachts in Brussel dokters en verzorgenden te vervoeren. In onze restaurants in Brussel, Straatsburg en Luxemburg kookten we elke dag tweeduizend maaltijden die we door sociale organisaties lieten verspreiden onder daklozen. En in

ons gebouw aan de De Meeûssquare hebben we een ruimte vrijgemaakt en ingericht voor de opvang van een honderdtal kwetsbare vrouwen. Die hebben daar enkele maanden verbleven. In Straatsburg hebben we een testcentrum opgezet. We hebben een duidelijk signaal willen geven dat we solidair zijn met de steden waar het Parlement gevestigd is.

Zal corona een gamechanger zijn voor de manier van werken van het Parlement? Vorige week kwam vanuit de Europese Commissie het nieuws dat het restaurant daar voorlopig gesloten blijft, omdat de Commissie zich wil bezinnen over de nieuwe organisatie van het werk. Gebeurt in het Parlement dezelfde reflectie? WELLE: Wij houden het restaurant open, ook al is er weinig volk. We

Nu de Europese wijk er leeg en verlaten bij ligt, realiseren veel Brusselaars zich plots wat het belang is van de Europese instellingen voor de stad. Doorgaans is die relatie een beetje moeizaam. Voor velen is het nog altijd een zielloze kantoorwijk vol eurocraten die in hun bubbel blijven. WELLE: In elk geval is de verhouding met het Brussels Gewest in de twaalf jaar dat ik in functie ben enorm verbeterd, vooral sinds de regering in 2015 een commissaris voor Europa aanstelde, Alain Hutchinson. Er is nu een vlotte dialoog met de regering. Anderzijds hebben wij van onze kant inspanningen gedaan om ons open te stellen en de site meer ▼

“Het Europees Parlement leende zijn chauffeurs uit om ’s nachts in Brussel dokters en verzorgenden te vervoeren”

WELLE: Puur mechanisch kan alles van op een afstand. Maar samenwerken in een parlement is toch nog iets anders, dat gaat om debatten voeren, ontmoetingen en al de tijd die men tussendoor samen doorbrengt. Als we een parlement zouden worden waarbij iedereen in zijn land blijft en het woord voert en van een afstand stemt, zouden we enorm inboeten aan kwaliteit. Tegelijkertijd moeten we natuurlijk gebruikmaken van de mogelijkheden van de afstandstechnologie, bijvoorbeeld om een Amerikaanse expert een korte voordracht voor het parlement te laten geven vanuit zijn kantoor in New York.

BRUZZ | INTERVIEW

willen ons aanbod van diensten zoveel mogelijk behouden. En we zijn opnieuw begonnen met het koken van verse maaltijden voor daklozen. Zo steunen we ook de medewerkers in de keukens, vaak externe mensen. We kunnen hen niet betalen als er geen werk is, op deze manier kunnen ze toch aan het werk blijven. Het spreekt voor zich dat we lessen zullen trekken uit deze crisis. Er zal in de toekomst ongetwijfeld meer van huis uit gewerkt worden door onze medewerkers, maar we zullen grondig moeten onderzoeken voor wie en in welke mate het kan. Er zijn immers niet alleen positieve, maar ook negatieve kanten aan het telewerkverhaal. We zullen een nieuw evenwicht moeten vinden.

2 DECEMBER 2020

I 15


KLAUS WELLE, SECRETARIS-GENERAAL VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Klaus Welle

16

BRUZZ | INTERVIEW

Geboren in 1964 in Beelen, Duitsland Studeert economie Werkt enkele jaren bij een bank en gaat dan voor het CDU in Bonn werken Verhuist in 1994 naar Brussel om secretaris-generaal van de Europese Volkspartij (EVP) te worden Van 2004 tot 2007: directeur-generaal Intern Beleid Europees Parlement Kabinetschef van de voorzitter Europees Parlement van 2007 tot 2009 Is sinds 2009 secretaris-generaal van het Europees Parlement Woont in Sint-Genesius-Rode Fervent wandelaar

toegankelijk te maken voor de Europese burgers, dus ook voor de Brusselaars. Het parlement mag geen gesloten complex zijn. We hebben ons publieksaanbod de laatste jaren flink verruimd en we zijn ondertussen de derde grootste trekpleister van Brussel. Er is het Parlementarium, het Huis van de Europese Geschiedenis en heel recent ging de gerenoveerde Wiertztuin open. Ook willen we van de Solvaybibliotheek in het Leopoldpark opnieuw een bibliotheek maken, een grote Europese bibliotheek, toegankelijk voor alle burgers. Zo tonen we dat Europa meer is dan regelgeving, administratie en politiek. Er is ook de cultuur en de geschiedenis.

I

“Het klopt dat de coronacrisis in eerste instantie door de nationale regeringen is aangepakt. Dat hee tot problemen geleid, zoals de sluiting van de grenzen” KLAUS WELLE Secretaris-generaal van het Europees Parlement

plaatsvinden in het gebouw. De bedoeling is om de burgers meer bij Europa te betrekken.

Is er al een akkoord over die bibliotheek met Citydev, dat het gebouw in erfpacht heeft?

Toch blijven sommige buurtbewoners en ander Brusselaars argwanend tegenover die verdere expansie van het Europees Parlement in de wijk. Het gaat natuurlijk telkens om promotieprojecten voor de Europese Unie.

WELLE: Citydev steunt ons plan, maar heeft nog een contract met een beheerder (Edificio, een bedrijf dat standingvolle locaties verhuurt, red.) Die kwestie moet nog opgelost worden. Maar ons concept is klaar. Beneden willen we een bib voor jongeren maken, met veel nieuwe technologie. Op de gelijkvloerse verdieping komt er een traditionele bibliotheek. Ook zullen er events

WELLE: Dat klopt: het is promotie voor Europa. Maar het zijn geen werkruimtes voor het Parlement. Deze projecten doen we voor het grote publiek. Ik denk ook dat ze iets toevoegen aan de levenskwaliteit van de Brusselaars en andere inwoners van Europa. Toen ik naar Brussel kwam, viel mij meteen op dat er in de omgeving van het Europees Parlement pareltjes

2 DECEMBER 2020

stonden, maar dat die enigszins onderkomen waren. Kijk naar het Huis van de Europese Geschiedenis, ingericht in het Eastmangebouw. Dat was voorheen een enigszins verwaarloosd gebouw waar wat administratieve diensten van het Parlement in zaten. We hebben het helemaal gerenoveerd en er een publieksmuseum van gemaakt. Idem met de prachtige Wiertztuin. Die was voorheen nooit toegankelijk. Ook die hebben we gerestaureerd en opengesteld voor het publiek. Er staan nu bankjes, een mooie kiosk en bustes van Europese filosofen. In de zomer waren er elke middag concertjes voor het grote publiek. Ik zie dus alleen voordelen voor de Brusselaars.

Het vroegere woonhuis van Antoine Wiertz wordt ook door het Europees Parlement overgenomen en verbouwd. WELLE: Ja, en ook dat huis is in zeer slechte staat, de ramen zitten los, de trap is niet meer bruikbaar. Dat zijn heel grote werken. Beneden komt er een café met terras en wintertuin, daarboven worden zaaltjes gemaakt waar parlementsleden met burgers uit hun land kunnen afspreken. En helemaal boven is er een zaal met een groot terras gepland. We denken eraan om daar, in samenspraak met lokale organisaties, tentoonstellingen te organiseren. Het huis en het park worden dus ontmoetingsplekken doordrongen van cultuur en dat is niet toevallig. Het was vroeger ook een wijk van artiesten.

Het Parlement investeert dus volop. En dan moet er ook iets gebeuren met het Paul-Henri Spaakgebouw, de zogenoemde Caprice des Dieux, die ook het parlementaire halfrond herbergt. Amper 27 jaar oud en al versleten. WELLE: Het gebouw begint inderdaad flink te verouderen. Maar voor dit type van kantoor- en vergadergebouw is het normaal dat er na dertig jaar flinke aanpassingen nodig zijn. Verschillende studies


Publireportage

hebben ondertussen ook aangetoond dat belangrijke ingrepen nodig zijn, alleen al opdat het zou voldoen aan de huidige energie- en milieunormen. Het Bureau van het Parlement (bestaande uit de voorzitters en ondervoorzitters, red.) ziet twee opties: een zware renovatie of een volledig nieuw gebouw.

Het Spaakgebouw werd destijds zonder architectuurwedstrijd neergezet. Zal het deze keer anders gebeuren? WELLE: Toen dit gebouw opgetrokken werd, eind jaren tachtig, begin jaren negentig, had het Parlement nog geen wettelijke verankering in Brussel en we hadden dus ook niet het recht om zelf te bouwen. Het was een Belgisch privé-initiatief om in deze buurt een internationaal conferentiecentrum te bouwen, dat wij naderhand overgekocht hebben. We hebben toen geen enkele invloed kunnen uitoefenen op het ontwerp. Deze keer hebben we aan enkele internationaal gerenommeerde architecten een voorstel gevraagd voor een verbouwing of een nieuwbouw. We verwachten de projecten in de lente. De beste vijf zullen we voorleggen aan het Bureau, dat uiteindelijk beslist wat er zal gebeuren.

In de aanpak van de pandemie is het elk land voor zich. Een gecoördineerde Europese aanpak om de verspreiding van het virus tegen te gaan was er tot dusver niet. WELLE: Het klopt dat de crisis in

eerste instantie door de nationale regeringen is aangepakt. Dat heeft tot problemen geleid, zoals de sluiting van de grenzen. Maar al na enkele weken werd er toch naar de EU gekeken en dat terwijl Europa maar weinig bevoegdheden heeft op het gebied van volksgezondheid. Ondertussen zie je dat de EU de organisatie van de verdeling van het vaccin op zich genomen heeft en daartoe samenwerkt met de bedrijven. Europa zal garanderen dat alle lidstaten, rijk of arm, gelijke toegang krijgen tot het vaccin. De reactie van de EU was deze keer in elk geval veel sneller dan destijds bij de migratie- en de financiële crisis. Nu heeft het maar een paar weken geduurd voor de Europese Unie haar rol opnam, ten tijde van de financiële crisis duurde het jaren. We gaan dus vooruit.

KLAUS WELLE, SÉCRÉTAIRE GÉNÉRAL DU PARLEMENT EUROPÉEN Il y a vingt-six ans, Klaus Welle quittait l’Allemagne et s’installait à Bruxelles pour devenir le bras droit de Wilfried Martens, président du Parti Populaire Européen de l’époque. Entretemps, cela fait près de douze ans qu’il est secrétaire général du Parlement européen. Il décrit sa fonction comme un intermédiaire entre le politique et l’administration et nous explique comment a fonctionné le Parlement européen pendant la pandémie. Il évoque aussi l’usure du bâtiment Paul-Henri Spaak, appelé aussi le Caprice des Dieux, et quelques autres projets dans le coin, au travers desquels le Parlement veut montrer un autre visage de l’Europe, un visage qui n’est ni politique ni administratif. Après la Maison de l’Histoire européenne, le parlement est en train de rénover la maison du peintre Wiertz et a le projet de transformer la Bibliothèque Solvay, dans le parc Léopold, en une grande bibliothèque européenne.

Wat moet ik doen

KLAUS WELLE, SECRETARY GENERAL OF THE EUROPEAN PARLIAMENT

23.500 plaatsen waar je je gebruikte batterijen kan inleveren in België Bebat hee meer dan 23.500 inzamelpunten in België, dat betekent dat er meer inzamelpunten voor batterijen zijn dan bankautomaten! Ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vind je op veel plaatsen een inzamelpunt - op 2.200 plaatsen in totaal. Denk aan Recypark, buurtwinkels, supermarkten, speelgoedwinkels, doe-hetzelf- en elektrozaken,... Misschien kan je ze zelfs meenemen naar je werk om daar in te leveren!

FR

Twenty-six years ago, Klaus Welle moved from Germany to Brussels to become the right-hand man of Wilfried Martens, the then chair of the European People’s Party. He has now been the secretary-general of the European Parliament for almost twelve years. He describes this position as that of a kind of go-between between the politicians and the administration. In this interview, Welle explains how the European Parliament has operated over the past few corona months and explains the solidarity initiatives that have been launched. He also talks about the dilapidation of the Paul-Henri Spaak Building, the so-called Caprice des Dieux, and about a number of projects through which the parliament hopes to show a different side of Europe than only the political and the administrative. After the Centre of European History, the parliament is now working on the renovation of the residence of the painter Wiertz and there is a plan to turn the Solvay Library in the Leopold Park into a big European library. EN

met mijn (lege) batterijen?

Een rekenmachine, de brandmelder aan het plafond, een laptop, je e-bike, gezelschapsspelletjes met geluid of licht, de afstandsbediening van je automatische garagepoort ... Ze worden allemaal van stroom voorzien dankzij een kleine, grote, ronde of platte batterij. Op een bepaald moment - in de nabije of iets verdere toekomst - zullen die batterijen leeg zijn en niet langer dienst doen. Maar wat moet je nu precies met die lege batterijen aanvangen? Er is maar één goed antwoord op bovenstaande vraag: oude batterijen moeten ingeleverd worden bij Bebat om dan gerecycleerd te kunnen worden. Batterijen vallen onder KGA (= klein gevaarlijk afval) en dienen dus met zorg bewaard, ingezameld en verwerkt te worden, en horen zeker niet thuis in de vuilnisbak, of in de natuur! Door batterijen te scheiden van ander afval en apart in te zamelen, kunnen ze optimaal gerecycleerd worden zodat de waardevolle grondstoffen een nieuw leven krijgen en niet opnieuw ontgonnen moeten worden.

Batterijen thuis bewaren, hoe doe je dat best? Heb jij je ooit afgevraagd of je batterijen best in de koelkast kan bewaren? Dat is een bakerpraatje. Batterijen bewaar je best bij kamertemperatuur op een droge en goed geventileerde plek. Bewaar je graag het overzicht? Dan kan je je lege batterijen best op eenzelfde plek verzamelen. (Tip! een inzamelkubus van Bebat kan je hierbij helpen. Je kan er hier gratis eentje aanvragen! Op deze kubus vind je bovendien ook enkele handige tips.) Heb je thuis een of meerdere nieuwsgierige kinderen rondlopen? Plaats het doosje met batterijen zeker buiten bereik van hun grijpgrage handjes. Kleine batterijen, zoals knoopcellen, kunnen per ongeluk ingeslikt worden. Safety first!

Meer tips over veilig en juist omgaan met batterijen? Ga naar www.bebat.be/nl/haal-het-maximum-uit-je-batterijen Meer weten over zero afval? Bezoek www.leefmilieu.brussels/themas/zero-afval

2 DECEMBER 2020

I 17


OP STAP DOOR DE JOSAPHATSITE

B R U Z Z | R E P O R TA G E

Waar Brussel nog wild is Wat doe je met een immense lap braakland in de stad, een terrein dat in de loop der jaren is uitgegroeid tot een paradijs voor insecten, vogels en vossen? Bebouwen of niet, of is een compromis mogelijk? Met die vragen worstelt de Brusselse regering voor de Josaphatsite. We trokken met een natuurkenner door het gebied. “Laat het toch zo, de mens heeft al op zoveel plekken zijn stempel gedrukt.” — KRIS HENDRICKX, FOTO’S IVAN PUT

18

I

en bonte specht!” Véronique Daems heft haar hand op en onderbreekt ons gesprek, zoals ze dat wel vaker zal doen tijdens onze tocht over de friche Josaphat. Terwijl we zelf hoogstens wat gefladder merken, is onze gids een crack in vogels herkennen. Amper twee minuten later heeft ze al een groene specht gespot en tussendoor wijst ze op het gezang van een roodborstje. “Wist u dat de roodborstjes uit het noorden hier overwinteren, terwijl die van

2 DECEMBER 2020

hier verder zuidwaarts trekken? Het is een van de dingen die ik zo mooi vind aan natuurobservatie. Het doet je anders kijken naar het leven: we zijn niet de enigen die rondploeteren op deze aarde. En of we nu op één plek of op een andere wonen, het is toch een beetje le hasard de la vie.” We bevinden ons op het terrein van het voormalige rangeerstation Josaphat, een ongebruikt en wat verscholen gebied van liefst 25 hectare op de grens van Schaarbeek en Evere,

vlak bij het gelijknamige park. Het station werd opgegeven in 1994, later verdwenen ook de rails en geleidelijk won de natuur er terrein. De treinen van lijn 26, die rijden wel nog dwars door het gebied en zorgen meteen ook voor een ecologische corridor richting Vlaanderen en het kerkhof van Brussel. De lokale vossen zal die nabijheid van de trein overigens worst wezen: op amper een meter van de rails tellen we vier ingangen naar een burcht in de spoorberm. ▼

E


B R U Z Z | R E P O R TA G E Onze gids Véronique Daems op de Josaphatsite: “Natuurobservatie doet je anders kijken naar het leven: we zijn niet de enigen die rondploeteren op deze aarde.”

2 DECEMBER 2020

I 19


OP STAP DOOR DE JOSAPHATSITE

De Brusselse regering plande 1.400 woningen op de site, maar er komt een bijsturing van het project.

“We hebben hier al 120 verschillende soorten wilde bijen waargenomen”

B R U Z Z | R E P O R TA G E

De natuurwinst op de site is soms spectaculair. Zo is de friche de voorbije jaren uitgegroeid tot een nationale hotspot voor wilde bijen, met dank aan de vele verschillende bloemen. “We hebben hier al 120 verschillende soorten waargenomen,” vertelt Daems. “Kenners uit het hele land komen hier bijen bestuderen. En deze zomer fotografeerde mijn vriend zelfs een soort die nog nergens anders in België werd waargenomen, de zwartpootwolbij!” Vandaag is het te koud voor de meeste insecten en zijn er ook amper nog bloemen die ze kunnen aantrekken. Toch valt er nog genoeg te ontdekken op en boven het terrein dat 35 voetbalvelden groot is. Daems wijst naar twee torenvalken in de lucht. “Ook buizerds en sperwers zie je hier geregeld. En de slechtvalken van de VRT-toren komen hier vaak jagen. Dit is een beetje hun tuin.” Het is onze eerste keer op de friche en vooral de omvang van het terrein maakt indruk. De peervormige site is van steel tot kroontje bijna een kilometer lang. Plekken waar je in Brussel de blik op oneindig kan zetten als hier, we kennen er verder geen. Dat geldt ook voor de vogels, weet onze gids. “Zo’n uitgestrekt stuk open en wilde natuur, dat is een uitnodiging om te landen die je elders niet in de stad vindt. Bovendien heeft het dezelfde oriëntatie als de trekroutes: noordoost-zuidwest.” Daems is een van de natuurliefhebbers die het gebied de voorbije jaren ontdekten als stadsjungle. En als het aan haar ligt, blijft de site ook in de toekomst grotendeels onaangeroerd. “Je zou kijkhutten kunnen zetten en zo een pedagogische

20

I

2 DECEMBER 2020

VÉRONIQUE DAEMS Natuurkenner

functie geven aan het gebied, maar zodra je hier een park van maakt, verlies je al een heel groot deel van de biodiversiteit. Laat staan met een echte woonwijk.”

GEDATEERD PLAN En die biodiversiteit, die is meer dan een nice to have voor natuurwaarnemers, benadrukt Mathieu Simonson van Sauvons la friche Josaphat. “Wilde bijen, dat betekent ook bevruchting van landbouwgewassen. En veel experts zien een directe link tussen de vernietiging van ecosystemen en de opmars van pandemieën als Covid-19.” Het standpunt van de natuurliefhebber staat lijnrecht tegenover de plannen van het Gewest, dat eigenaar is van het terrein. Dat zag er tot vorige maand 1.400 woningen ontstaan, vooral aan de westkant van de sporen. Het gros daarvan zouden privéappartementen zijn (55 procent), naast sociale huurwoningen (22 procent), koopwoningen voor middeninkomens (18 procent) en sociale koopwoningen (5 procent). Behalve veel woningen moeten er ook een basisschool, crèche en sportzaal komen en zou de industriezone aan de overkant van de spoorweg uitbreiden en verdichten. Voetgangersbruggen zullen de twee geïsoleerde peerhelften verbinden. Langs de treinrails werd dan weer

een ‘spoorpark’ getekend, een smalle strook groen van vier bomen breed. Het regeringsplan dateert al van 2014, een moment dat de Brusselse bevolking nog groeide als kool. Elke tweede beleidsmaatregel van de regering werd in die jaren wel gemotiveerd door de ‘demografische boom’. Alleen is die groei de voorbije jaren fors gekrompen. In de ogen van veel waarnemers is het plan dan ook hopeloos gedateerd. Die kleinere bevolkingsgroei is maar een van de redenen waarom het regeringsplan vandaag onder vuur ligt. Een bonte coalitie van verenigingen hekelt ook de mobiliteitsoverlast door het plan, het gebrek aan participatie en de geringe aandacht voor biodiversiteit. Dat het regeerakkoord koelte-eilanden bepleit, terwijl hier een enorme verfrissingslap wordt dichtgebouwd, helpt evenmin. Het smalle spoorpark wordt daarbij vooral als een groen schaamlapje ervaren. De protestbeweging kreeg het afgelopen jaar vaart en een petitie tegen de regeringsplannen verzamelde ondertussen bijna tienduizend handtekeningen. In juni volgde een vernietigend advies door de gewestelijke ontwikkelingscommissie Richtplan van Aanleg (RPA) voor de site. Dat is het stedenbouwkundige kader voor de zone. De regering

moest wel terugkrabbelen. Ministerpresident Rudi Vervoort (PS) liet al weten dat er voor het eind van het jaar een bijgestuurd ontwerp komt, gevolgd door een nieuw openbaar onderzoek in de lente.

MORRELEN IN DE MARGE De hamvraag bij veel betrokkenen is nu: hoe grondig wordt het plan herbekeken? “We vertrekken nog steeds van het huidige project, maar willen er meer dan wat details aan wijzigen,” legt directeur territoriale strategie Tom Sanders (perspective. brussels) uit. “Het aantal woningen gaat naar beneden en er zal meer aandacht zijn voor biodiversiteit en een kleinere mobiliteits- en parkeerdruk. Het spoorpark? Dat blijft, maar kan wellicht uitgebreid worden.” De antwoorden van perspective. brussels wijzen niet meteen op een tabula rasa. Nochtans is het net dat wat de lokale actiegroepen vragen. “Het plan zit zo fout, dat het niet helpt om te gaan morrelen in de marge,” vindt Steyn Van Assche van Bral. De stadsbeweging maakt deel uit van de protestcoalitie, waar ook


QUEL FUTUR POUR LA FRICHE JOSAPHAT ? Que faire d’une immense friche dans la ville ? C’est la délicate question que se pose le gouvernement bruxellois pour le site Josaphat. Nous avons visité le site avec un guide nature. Se promener sur le terrain de l’ancienne gare de marchandises Josaphat, c’est observer des oiseaux, découvrir des terriers de renard et, quand il fait plus chaud, c’est voir une pléthore d’insectes parfois rares. Pas étonnant donc que les amateurs de nature souhaitent transformer le grand terrain de 25 hectares en réserve naturelle. Le gouvernement bruxellois a d’autres plans. Jusqu’au mois passé, il comptait y construire 1 400 logements, une école, une crèche, une salle de sport et un petit couloir de verdure. Mais le projet a fait face à pas mal de critiques car il tient très peu compte de la biodiversité, risque d’engendrer des problèmes de mobilité et se base sur des prévisions de croissance démographique dépassées. La Région a décidé de revoir le projet, mais des groupes d’action exigent un projet tout autre. FR

Sauvons La Friche Josaphat, Josaph’Aire, Natagora Bruxelles, IEB, ARAU, collectief ‘Bas les PAD’ en bewoners toe behoren. Tegelijk is er bij Bral het besef dat het niet echt realistisch is om van de site één groot natuurreservaat te maken. “We pleiten ervoor om te verdichten waar nu al bebouwing is, in het smalle deel van de peer, waar ook al het station van Evere ligt. Als je dat doet kan je van een groot deel van de brede groene zone in het zuiden een natuurreservaat maken dat publiek toegankelijk kan zijn. De overgang tussen die twee kan geleidelijk gaan, via een park.”

GAZON VAN GISTEREN Dat actiegroepen graag ingrijpende aanpassingen willen, is niet zo verwonderlijk. Maar als we architect, voormalig Vlaams bouwmeester en Brusselaar Leo Van Broeck bellen, zit die grotendeels op dezelfde golflengte als Bral. “We hebben vandaag een klimaatprobleem, maar de crash van onze ecosystemen is nog ernstiger. We moeten dringend ruimte aan de natuur geven, ook in de steden.” Hoe zou Van Broeck dat dan

aanpakken? “Helemaal volbouwen of van alles een reservaat maken is veel te zwart-wit. Ik zou maximaal een derde bebouwen, in de noordelijke smalle zone. Dan kan je nog ruim een derde als natuurreservaat inrichten en wat minder dan een derde als park bij de woningen. En maak daar dan meteen een wild park van, afgereden gras, dat is van gisteren. In die woonzone zorg je vervolgens voor appartementen met grote balkons met plaats voor kruiden, dakterrassen met stadslandbouw en vogelkasten. Maak er een pretmachine van, we leven verdorie in 2020!” De keuze voor een veel grotere groene zone, hoeft voor Van Broeck niet eens ten koste te gaan van veel woonoppervlakte. “Je mag in de woonzone best wel wat verdichten en het mag er ook wat hoger. Als je dat toelaat kan je een veel serener debat voeren. Zodra een ontwikkelaar – hier de overheid – weet dat ze een bepaald aantal vierkante meter kan bouwen, zal ze veel opener staan tegenover wijzigingen aan het project. Maar mocht ik de Brusselse regering zijn, zou ik dat

debat wél eens echt voeren. En niet pas op de overlegcommissie, als het hele project al in kannen en kruiken is.” Onze hobbygids op de Josaphatsite, blijft ondertussen hopen op een echt natuurreservaat. “Elk seizoen is hier wel iets nieuws te zien. Tijdens de vogeltrek heb ik hier al formaties van honderd ooievaars zien overvliegen. En in de zomer zit het vol met boomkrekels. Die horen eigenlijk in Zuid-Europa thuis, maar de spoorlijn brengt ook veel migranten mee. Als je hier ’s avonds je ogen sluit, waan je je echt aan de Middellandse Zee. ” Dat je toch moeilijk zo’n immens terrein in de stad kan laten liggen, werpen we op. “Waarom niet?” repliceert Daems. “De mens heeft al op zoveel plekken zijn stempel gedrukt.” Bij het afscheid krijgen we nog wat huisvlijt van de actiegroepen mee: een fotocollage met opmerkelijke waarnemingen op de site en een sticker met een afbeelding van de zwartpootwolbij. De begeleidende tekst laat geen twijfel over de ambitie van de natuurliefhebbers: “Let the friche bee.”

WHAT DOES THE FUTURE HOLD FOR THE JOSAPHAT SITE? What do you do with an immense stretch of wasteland in the city, a site which over the years has become a paradise for insects, birds, and foxes? This is the question facing the Brussels government with respect to the Josaphat Site. We joined a nature expert to explore the area. To walk around the grounds of the former Josaphat freight station is to birdwatch, discover foxholes, and when the weather is warmer, to see an enormous number of sometimes very rare insects. No surprise then that nature observers want to turn the 25-hectare piece of land into a nature reserve. The government of Brussels has other plans and until last month wanted to build 1400 housing units on the site, in addition to a school, crèche, sports hall, and a small green zone. The plans have come under severe criticism because they barely take account of the biodiversity, because they made lead to traffic congestion, and especially because the demographic growth predictions upon which they are based are out of date. The Region is now reconsidering the plans, but action groups are demanding a completely new plan. EN

2 DECEMBER 2020

I 21


P U B L I R E P O R TA G E

talent.brussels

Een geweldige job in én voor onze hoofdstad Nieuwsgierig naar een job binnen de Brusselse gewestelijke overheidsdiensten, maar je weet niet waar te beginnen? talent.brussels to the rescue. Wij vertegenwoordigen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als werkgever. Wij maken dus een brug tussen de kandidaten en de gewestelijke werkgevers van de openbare sector. Ons team van experten staat voor je klaar: tijdens en na de sollicitatieprocedure. Onze missie? Een gemeenschappelijke gewestelijke cultuur opbouwen die bruist van talent!

MET OF ZONDER DIPLOMA Een vooroordeel dat we de wereld willen uithelpen: ook zonder diploma kan je terecht bij Het klopt dat je instaploon wordt bepaald aan de hand van het hoogst behaalde diploma, maar we zetten hard in op interne opleidingen een topfunctie, mét bijhorend toploon. .

WERKZEKERHEID, DIGITALISERING EN TELEWERK Zekerheid voor de werknemer, dat kunnen we in deze coronatijden wel gebruiken, toch? Vacatures worden niet zomaar gepubliceerd, alles is ingeschreven in een zorgvuldig opgestelde personeelsplanning die voor jou als kandidaat garanties op lange termijn biedt. In deze coronatijden zijn de overheidsdiensten

talent.brussels

in een versneld proces van digitalisering terechtgekomen. Innovatief nadenken over de optimale work-life balance.

WORK-LIFE BALANCE Het evenwicht bewaren tussen privéleven en werk is een prioriteit. Tijd voor jezelf hebben, is immers een vorm van rijkdom. Wacht je kind op aan de schoolpoort en werk nadien gewoon verder. Wij geloven in zélf autonome keuzes maken.

INCLUSIVITEIT EN DIVERSITEIT overheidsdienst. talent.brussels kijkt – what’s in a name? - naar de talenten van een toekomstige weknemer, ongeacht geslacht of werkomgeving, ook dat is talent.brussels.

‘Werken in het Brusselse Gewest betekent kiezen voor een zinvolle en boeiende carrière.’ Isabelle Meulemans, algemeen directeur talent.brussels

TWEETALIGHEID IS EEN TROEF Tweetaligheid is géén must om aan de slag te gaan bij een overheidsdienst. Natuurlijk wordt taalkennis gemotiveerd om de sfeer op de opleidingen op maat en taalpremies die kunnen oplopen tot wel 400 euro bruto per maand.

‘Op onze vernieuwde jobsite talent.brussels vind je meer dan 200 vacatures, Elise Beyst, directeur Talent Acquisition talent.brussels

Write your job in Capitals


Train Hostel wordt opvangtehuis Leger des Heils Het Train Hostel, gelegen aan het station van Schaarbeek, is failliet. In het gebouw opent het Leger des Heils nu een opvangtehuis voor dakloze vrouwen en kinderen. De organisatie blij er voorlopig een jaar. — BETTINA HUBO

H

et Train Hostel, een jeugdherberg met tweehonderd bedden, ging in september 2015 open. Initiatiefnemer Nicolas Kervyn had kosten noch moeite gespaard om het gebouw aan de Georges Rodenbachlaan om te vormen tot een jeugdherberg die helemaal in het teken stond van oude treinen en het Belgische spoorwegverleden. Voor de inrichting werd samengewerkt met tekenaar François Schuiten, die ook het decor van het vlakbij gelegen Train World-museum ontwierp. Overal in het gebouw hingen en stonden er spoorwegattributen zoals oude stationsklokken, miniatuurtreintjes, opklapbare tafeltjes en vintage posters. Je kon er slapen in zowel normale kamers en slaapzalen als in originele treincoupés met smalle couchetten. Of, iets chiquer, in de suite ingericht in het blauwe treinrijtuig dat boven op het dak was getakeld. Het hostel opende niet onder een heel erg gunstig gesternte. In november 2015, amper twee maanden na de start, gebeurden de aanslagen in Parijs. “Brussels ging in lockdown en alle reserveringen werden geannuleerd,” vertelt Kervyn. “Na de aanslagen in Brussel, in maart 2016, hetzelfde liedje, honderd procent annulaties.” Het Train Hostel was bezig aan een mooie remonte, toen corona uitbrak, een nieuwe tegenvaller voor Kervyns vennootschap Eurhostel, die al verliezen opstapelde. In juli was de bezettingsgraad tot onder de één procent gezakt. “Als je van vierduizend naar vier reserveringen per maand gaat, dan weet je hoe laat het is.” Toen begin augustus de tweede golf aanspoelde, trok Kervyn de stekker eruit. In september werd het faillissement van Eurhostel aangevraagd.

gebruiken voor de opvang van veertig dakloze vrouwen en kinderen. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) betaalt alle kosten van het opvangproject. Het Leger des Heils moet de vrouwen begeleiden naar een stabiele situatie. “We zullen proberen hun administratieve problemen, hun financiën en huisvesting in orde te krijgen,” zegt directeur Martin Lievens. Op 10 december moet het tehuis opengaan. “We zijn nog volop bezig met de aanwerving van sociaal assistenten en opvoeders. De kok nemen we over van het hostel.”

De nieuwe bewoners zullen niet in de treincoupés slapen. Die zitten niet in de deal. Ook haalde Kervyn alle decorstukken weg. “Het zijn vaak heel fragiele en unieke stukken, ontwerptekeningen van locomotieven uit 1890 bijvoorbeeld. Ook kunnen we de kinderen niet laten spelen met de miniatuurtreintjes. Ze beseffen wellicht niet dat de treintjes honderd jaar of ouder zijn.” Al bij al is hij tevreden met deze oplossing. “Ik had natuurlijk niet veel keuze, maar ik vind het ook goed dat het gebouw nu gebruikt wordt voor mensen in moeilijkheden. We hebben immers een sociale rol. Met het hostel boden we een overnachtingsmogelijkheid voor jongeren, families en groepen aan tegen democratische prijzen, nu gaan we een stap verder. Bovendien levert deze regeling ons ook nog wat geld op.” De afspraak geldt voor één jaar. “Wat we nu beleven is een storm en stormen gaan liggen, de toeristen zullen terugkomen,” zegt Kervyn. Hij heeft zijn oude droom dan ook niet volledig opgeborgen. “Ik hoop het hostel ooit weer te kunnen openen. We hebben er zoveel tijd en energie in gestoken, ons hele hart zelfs. Het was ook een enorme investering, zo moest het hele gebouw versterkt worden om een rijtuig van 35 ton op het dak te kunnen dragen. We zagen hoe blij de bezoekers ervan werden, het was dan ook iets radicaal nieuws voor Brussel.”

“Als je van vierduizend naar vier reserveringen per maand gaat, dan weet je hoe laat het is”

BRUZZ | ECONOMIE

JEUGDHERBERG VIJF JAAR NA OPENING FAILLIET

NICOLAS KERVYN Initiatiefnemer Train Hostel

DECORSTUKKEN Het gebouw bleef buiten dat faillissement omdat het eigendom is van de nv Sake, een andere vennootschap van Kervyn. Sake nam het handelsfonds van Eurhostel over en besloot het gebouw te benutten voor ‘sociale accommodatie’. Met het Leger des Heils werd een overeenkomst van terbeschikking getekend. De organisatie mag tegen een kleine vergoeding een deel van de kamers plus de gemeenschappelijke delen

In juli trok Train Hostel nog deze toeristen, maar de verliezen werden te groot.

© SASKIA VANDERSTICHELE

2 DECEMBER 2020

I 23


OUD-JOURNALIST GERRIT SIX

‘Ik zie de stad veranderen, maar kom nog weinig buiten Ukkel’ BRUZZ | PORTRET

Oud-journalist Gerrit Six schreef ooit columns en kronieken voor onze krant. Daarvoor had hij wel eerst de stiel moeten leren tijdens een verblijf van zeventien jaar bij het weekblad Knack. Nu doet de vrolijke pensionaris een boekje open over die glorieperiode van de journalistiek omgeven door whiskyen sigarettenwalmen, en gedomineerd door giganten als Verleyen, Anthierens, De Bock en De Stoop. — MICHAËL BELLON, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

J

e schrijft ‘Uit de Knack’, maar leest ‘Uit de nek.’ In Uit de Knack gesproken. Kroniek van een verstekeling doet oud-Knackjournalist Gerrit Six dus iets tussen eerbiedig uit de biecht klappen en stijlvol uit de nek kletsen. En dat betreffende het illustere weekblad dat over twee maanden exact vijftig jaar oud zal zijn. Als fly on the wall in vaste dienst levert hij zo een sappig docudrama af van de Vlaamse glamourjournalistiek in de jaren zeventig en tachtig. “Op de vraag waarom ik dit boek heb geschreven is het antwoord: ‘Om even het vergeten de pas af te snijden.’ Want qui de nous se souviendra? Van alle geweldige journalisten die in het boek vernoemd worden zal dra niemand meer weten wie ze ook alweer waren.” Ruggengraat van de honderd mooi vormgegeven bladzijden Uit de Knack gesproken zijn derhalve columns met rake typeringen van illustere Knack-redacteurs als Johan en Karel Anthierens, Walter De Bock, Frank De Moor, Johan Struye, Hugo Gijsels, Chris De Stoop, Patrick Duynslaegher of Fons de Haes. Die worden aangevuld met een chronologie die in zeer grote lijnen de eerste twintig jaar omspant, gelardeerd met links en rechts opgesnorde foto’s

24

I

2 DECEMBER 2020

en kaderstukjes met anekdotes, en soms onderbroken door bochtige uitweidingen over oude journalistieke faits divers van Six die ooit een eigen leven zijn beginnen te leiden. Geen braaf en exhaustief naslagwerk dus, maar een luchtige, kluchtige, soms ontuchtige inkijk in de redactielokalen.

ONTSLAG MET ONDERSCHEIDING Het is ook in het gebouw waar die redactie huishield dat ons interview plaatsheeft: een statig, uit trapzalen, moulures en glas-in-lood opgetrokken herenhuis aan de Tervurenlaan 153 bij de Montgomeryrotonde. Six heeft de huidige huurder Maastricht University Campus eerder diets gemaakt in wat voor historisch pand ze terechtgekomen zijn. Dat heeft hij ook alvast afgehuurd om op 17 februari 2021 (op 18 februari 1971 verscheen de allereerste Knack) een reünie met oud-redacteurs te organiseren. Alleen jammer dat het Joegoslavische restaurant om de hoek, waar eertijds de dinsdagse redactievergaderingen werden verteerd, zo opgedoekt is als Joegoslavië zelf. Weer aanknopen met de slivovitsj had de herinneringsarbeid vast kunnen verlichten. Al is het ook geen straf om even onderuit te zakken

in het voormalige bureau van Frans ‘Sus’ Verleyen, de legendarische Knack-hoofdredacteur met de baard tot in de keel. “Het is in dit bureau dat ik in 1993 van Verleyen de zak heb gekregen,” grinnikt Six, uitkijkend op de eeuwige verkeerscarrousel van Montgomery. “Verleyen zat hier (imiteert diens bariton) ‘Six … zoveel tikfouten in die teksten … je hebt toch een radiofonische stem … zou je niet eens een reboot overwegen?’ Verleyen slaagde er altijd in een ontslag als een promotie voor te stellen. Ik stapte stralend weer naar buiten.” Op een verblijf van een paar jaar in het Internationaal Perscentrum IPC na, verbleef de


BRUZZ | PORTRET

“Dan kom je in Anderlecht uit de metro en roept er een groepje jongeren: ‘Hé Monsieur Six, de koekjes zi en in de koekjesdoos’” GERRIT SIX Oud-Knackjournalist

elkaar houden was niet evident. Maar het was een glorieperiode voor de journalistiek. Je kon zelf onderwerpen aanbrengen, er waren budgetten, en je moest als journalist nog niet zelf de foto’s nemen.”

TAKELDIENST Six is in zijn boek lovend voor ex-collega’s als de ‘tirannieke taalvirtuoos’ Johan Anthierens (‘al zouden die lange kronieken van drie, vier bladzijden nu niet meer aanslaan’), de dossiervretende onderzoeksjournalist Walter De Bock (‘je voelde je meteen verdacht als je in zijn buurt kwam’), Chris De Stoop (‘de meest integere ▼

oerredactie van Knack hier tussen 1971 en 1999. Hoewel Six de Knackers pas in 1977 vervoegde, doet hij ook zijn best om die beginperiode wat bij te lichten. “Wikipedia vermeldt over de periode ’71-’72 alleen de naam van BRT-coryfee Jan Schodts. Maar hij was maar één van de drie hoofdredacteurs in dat chaotische anderhalf jaar, naast Jos Deman en Henri Schoup. De enige constante was pater-journalist Jan Moriaux die door de familie De Nolf van Roularta was uitgestuurd om de redactie in Brussel samen te stellen, en daarvoor nog elk jaar met Kerst een fruitmand krijgt van de familie. Ook daarna is het verloop altijd groot geweest. Al die talenten bij

2 DECEMBER 2020

I 25


OUD-JOURNALIST GERRIT SIX

BRUZZ | PORTRET

journalist die ooit voet heeft gezet bij Knack’) en redactiesecretaris Karel Anthierens (‘een imposant taalpurist en stylist die zei waar het op stond, maar ook een echte bladenmaker aan wie Knack veel aan te danken heeft’). Verleyen noemt hij ‘een briljante hoofdredacteur en een slechte mens’. Six: “Het enige wat tot nu toe over Knack verscheen, zijn deskundige hagiografieën van Verleyen. Chapeau voor zijn schrijverstalent en politieke inzicht. Maar hij heeft ook onterechte ontslagen op zijn geweten, en evolueerde van een hoofdredacteur met wie we konden fraterniseren tot een logebroeder en directeur die zich liever omringde met Hugo Claus en Gerard Bodifée dan met onze kindertuin, en dermate investeerde in da joenk (de jonge Guy Verhofstadt, red.) dat het een beetje gênant werd. In de bar van het IPC zaten journalisten, persfotografen, lobbyisten, studenten en drankorgels. Maar vooral op maandagen, wanneer Sus zijn ‘Woord vooraf’ schreef, ook Patrick Dewael en Guy Verhofstadt. Journalistieke wegenwachters kunnen niet altijd de pech van politici verhelpen, maar Verleyen is toch een aardige takeldienst geweest voor Verhofstadt, die anders gewoon een fantastische voorzitter van de PVV zou geweest zijn.”

CEMENT EN EEN HIJSKRAAN Six arriveerde zelf in 1977 bij Knack. “Ik had drie maanden als ‘soirist’ (gatenvullende avondredacteur, red.) bij De Nieuwe Gazet gewerkt, maar was opnieuw werkloos. Ik had het idee opgevat om Johan Anthierens te interviewen in de Aula Piet De Somer in Leuven, en Roularta het programmablaadje te laten drukken bij wijze van sponsoring. Omdat ik geen centen had om de trein te nemen, fietste ik daarvoor naar hier. Ik moet mijn mentor en goede vriend Karel Anthierens nog altijd vragen wat hij toen in mij gezien heeft dat hij mij daarop een vakantiejob aanbood, maar ik durf niet goed. Die vakantiejob werd mijn wildcard. Vandaar de ondertitel ‘Kroniek van een verstekeling’: ik was uit een West-Vlaamse werkbroek geschud, totaal nog niet belezen, klaar om ergens

rekken te vullen. Ik zou nooit voor een examen van Knack geslaagd zijn.” Daarna was het zaak om op de redactie te blijven. “Dat kon door mee te gaan in de consensus en die bestond uit het nuttigen van alcohol en koffie, en het achterna zitten van vrouwen.” “Wat misogynie betreft, had alleen de Wiener Symphoniker een nog hardleerser reputatie dan de Knackredactie,” schrijft Six daarover. Maar als ‘vastbenoemd jobstudent’ die fiches voor het archief moest aanmaken, kende ook hij zijn plaats. “In dat eerste anderhalf jaar ging ik boodschappen doen. Voor Verleyen een fles Glenfiddich, voor secretaresse Denise pakjes Belga, voor Anthierens haalde ik kopij op die hij in Dilbeek was vergeten, en voor Johan Struye tien zakken cement en een hijskraan voor zijn verbouwingen.” Tot Six uiteindelijk een paar comfortabele rubrieken te pakken kreeg, en meer en meer op reportage kon. “De andere journalisten moesten op de redactievergadering hun ideeën verdedigen. Bij mij was het: ‘Gerrit, de ‘Verzameld Werk’ en de ‘Feiten en mensen’ zoals gewoonlijk?’ Ik ging dan in de Ardennen op zoek naar de bron van het water dat hier in de badkuip stroomde, of naar de uitvinder van de passe-vite. Developpez votre étrangeté, schreef René Char al.” Six schreef ook over architectuur, theater, dans en opera. De klaarblijkelijk gecharmeerde Munt-directeur Gerard Mortier haalde hem met de Concorde naar New York om daar Mark Morris te interviewen, Mortiers beoogde opvolger voor Maurice Béjart. “Maar het best lag mij de column, en daarvan heb ik de beste pas na Knack geschreven. Knack was mijn universiteit, waar ik Johan Anthierens als epigoon probeerde te kopiëren. Ik vraag me soms af hoe het komt dat er na vijf jaar niet iemand aan mijn bureau is komen staan om te zeggen ‘Gerrit, je bent hier van alles aan het doen, maar dat trekt op geen kl*ten’. Toch kan ik nu nog met terugwerkende kracht in paniek slaan dat ik die fietstocht van dertig kilometer toen niet zou ondernomen hebben. Knackredacteur was het mooiste dat je kon zijn in de jaren zeventig en tachtig.”

In 1985 werd Six zelf heel even een schermgezicht in het panel van het populaire televisieprogramma Namen noemen, gepresenteerd door Kurt Van Eeghem. Een van de onthullingen in Uit de Knack gesproken is dat BRT-journalist Pol Arias hem stiekem antwoorden van Jessie De Caluwe uit het concurrerende vrouwenpanel doorspeelde. “Het was niet dat dat hele spel daar doorgestoken kaart was, maar toen Jessie een uitleg over ‘hete kolen’ begon, moest ik mij inderdaad inhouden om niet meteen ‘Assepoester’ te roepen.”

KOEKJESDOOS

Gerrit Six vandaag in het herenhuis waar de Knackredactie werkte.

26

I

2 DECEMBER 2020

Na Knack was Six nog tot 2001 freelancejournalist. Er volgden nog guerilla-acties met een kandidatuur voor de politieke partij Pro Bruxsel, stadsperformances als de High Fives in de metro of Bedelaar-voor-één-dag. Six zette ooit België op eBay toen dat nog origineel en opzienbarend was, en lanceerde in 2016 een petitie voor een eengemaakte Brusselse politiezone.” Het is niet zo dat hij de stad nog voortdurend doorkruist. “Ik zie ze voortdurend veranderen, maar ik hou het niet meer bij. Ooit schreef ik gidsen over Brussel, maar ik kom nog weinig buiten Ukkel. Ik heb me ingebunkerd als een soort kluizenaar. L’aventure est au coin de la rue. Bij Gemeenschapscentrum Het Huys zorg ik nog voor food and beverage als de artiesten komen. Ik doe wat vrijwilligerswerk voor


LES SIX VIES DE GERRIT SIX

Gerrit Six Gerrit Six werd als West-Vlaming geboren in 1955 In 1977 organiseerde hij op eigen initiatief een gespreksavond met Johan Anthierens in de Aula Piet De Somer in Leuven Zo kwam hij bij Knack terecht waar hij redacteur was tot 1993 Hij maakte in 1985 een aantal keren zijn opwachting in het amusementsprogramma Namen Noemen Na zijn periode bij Knack werkte hij als freelancer voor De Tijd, De Standaard, Radio Contact, Radio 1 en Brussel Deze Week (nu BRUZZ) In 2003 begon hij aan een late carrière als leerkracht, terwijl hij ondertussen België op eBay zette, kandidaat was voor politieke partij Pro Bruxsel, en de blog sixlog.net onderhield

Jadis, l’ancien journaliste Gerrit Six écrivait des articles et des chroniques pour Bruzz. Pour ce faire, il a d’abord appris le métier pendant dix-sept ans au magazine Knack. L’heureux retraité a maintenant publié un petit livre intitulé Uit de Knack gesproken. Kroniek van een verstekeling retraçant un certain âge d’or du journalisme, imbibé de whisky et de fumée de cigarettes et dominé par des géants comme Verleyen, Anthierens, De Bock et De Stoop. Six a travaillé au Knack de 1977 à 1993, et ensuite pour De Tijd, De Standaard, Radio Contact, Radio 1 et Brussel Deze Week (devenu Bruzz). Par la suite, il a participé à des actions guérilla, dont une candidature pour le parti politique Pro Bruxsel, des performances urbaines comme High Fives dans le métro, ou l’action Mendiant d’un jour (Bedelaar-vooréén-dag). Six a même mis la Belgique sur eBay et il a lancé une pétition en 2016 pour l’unification des zones de police bruxelloises. FR

THE SIX LIVES OF GERRIT SIX

“Sus Verleyen slaagde er altijd in een ontslag als een promotie voor te stellen. Ik stapte stralend weer naar buiten” GERRIT SIX Oud-Knackjournalist

bejaarden. En op sixlog.net ben ik altijd blijven schrijven om de solfège niet te verleren.” Met de hulp van ex-collega’s, hun weduwen en wezen, zijn zoon, Photonews, Geert Gielen en Graphius is er nu dit boek. “Zodat mensen nog eens iets kunnen lezen van mij, en zeggen ‘daar is hij weer, die aansteller’.” Waarom is dat ego zo groot ‘dat het af en toe moet afgeblust worden?’ “A bad youth is a writer’s goldmine. Ik kom uit zo’n moeilijke, bijna clausiaanse West-Vlaamse familie dat ik heb gezworen het anders te doen. Ik heb prachtkinderen, ik ben het knuffelcontact van mijn ex, maar velen zullen zich mij herinneren als een aanmatigende jongen.” Daarvoor heeft hij naar eigen zeggen “boete gedaan” met twintig jaar onderwijs. “Grotendeels in het Franstalig onderwijs, waar niemand wist

wie ik was. Ik viel in bij ziekte- en zwangerschapsverloven en deed vooral korte periodes, omdat ik geen klastitularis wilde worden met alle rompslomp van dien. Ik vroeg dan aan de leerlingen wie er al eens van een school was gevlogen en antwoordde zelf dat ik minstens 25 scholen heb gedaan in die twintig jaar. Zo zijn er in Brussel 15 à 20.000 leerlingen die mij kennen. Dan kom je in Anderlecht uit de metro en roept er een groepje jongeren: ‘Hé monsieur Six, de koekjes zitten in de koekjesdoos.’ Want in het Frans is het ‘je suis’ of ‘il y a’, maar in het Nederlands zijn de werkwoorden van plaatsbepaling ‘staan’, ‘liggen’, ‘zitten’ of ‘hangen’. Dus de koekjes ‘zitten’ in de koekjesdoos, behalve de Russische sigaren, die rechtstaan. Dat ze dat dan toch hebben onthouden, kleurt mijn dag. Want voor de rest heb ik ook bij al die directeurs de reputatie dat ik het programma niet volgde en altijd de populaire wilde zijn.”

Boek

The Huys Sessions: boekvoorstelling “Uit de Knack gesproken – Kroniek van een verstekeling” van Gerrit Six met Gui Polspoel en artiesten, 16/12, 19 uur (online) Het boek is te koop via Standaard Boekhandel en www.uitdeknack.be

The former journalist Gerrit Six used to write columns and reviews for BRUZZ, but before that he had honed his skill for seventeen years with the weekly current affairs magazine Knack, which in two months will celebrate its fiftieth anniversary. The happy retiree is now publishing Uit de Knack gesproken. Kroniek van een verstekeling, a history of those glory days of journalism, enveloped in whisky and cigarette fumes, and dominated by giants like Frans Verleyen, Johan Anthierens, Walter De Bock, and Chris De Stoop. Six himself started working at Knack in 1977 and worked there until 1993. After Knack he was a freelance journalist for De Tijd, De Standaard, Radio Contact, Radio 1, and Brussel Deze Week (now BRUZZ) until 2001. After retiring, he focused on guerrilla initiatives, becoming a candidate for the political party Pro Bruxsel, city performances like the High Fives in the metro, or Beggar-for-one-Day. Six once put Belgium up for sale on eBay, when that was still original and sensational, and in 2016 he launched a petition to create a unified police district in Brussels. EN

2 DECEMBER 2020

I 27


G N I T C E N CON USSELS BR

publireportage

verbinding als beste vaccin tegen eenzaamheid © Hilde Peeters

Nicky en Michel genieten van een ritje in de tuktuk. Vrijwilliger Floris oefent om soep rond te brengen.

Soep, sociaal contact en een ritje met de tuktuk Nicky en Michel genoten van een ritje met de tuktuk van Labolobo. “C’était très agréable, amusant. We zijn vooral wandelaars, nog niet op de leeftijd dat we ons moeten laten rondrijden”, lacht Nicky, “maar we hebben er toch veel plezier aan gehad.” Hoe beleven zij deze coronatijden? “We zien de kleinkinderen niet meer vaak door corona, het zou tof zijn om samen met hen in de tuktuk te rijden in plaats van te wandelen in de zomer.” Nicky draagt ook zelf haar steentje bij. Ze schrijft brieven of stuurt chocolade naar rusthuisbewoners in de buurt. Deze zomer organiseerde ze met de buren een speelstraat voor de kinderen in de wijk.

“De tuktuk is zo’n bijzonder voertuig, het brengt gesprekken op gang en mensen willen vaak gewoon even meerijden.” Kevin – sociaal-cultureel werker

Kevin, sociaal-cultureel werker bij Labolobo in Jette, volgt het TUKTUK-project op. “In normale omstandigheden gebruiken we de tuktuk voor intergenerationele projecten in de Jetse wijken, maar dat is vandaag minder evident. Daarom gaan we nu met de tuktuk naar senioren thuis die zich eenzaam of geïsoleerd voelen. Vrijwilligers brengen soep aan huis en doen een praatje met de mensen”, legt hij uit. “Dit weekend gaf ik Floris rijles zodat hij vanaf volgende week soep kan rondbrengen met de tuktuk. In het Boudewijnpark ontmoetten we het vrolijke duo Nicky en Michel. Ze wilden wel even meerijden, een kleine verstrooiing in het dagelijkse leven. Morgen hang ik de kerstverlichting aan de tuktuk, om helemaal in de sfeer te komen.” TUKTUK Jette is een sociaal mobiliteitsproject voor de ouderen van onze stad. Vrijwilligers bieden een vervoersdienst op maat aan met een elektrische tuktuk. Op die manier kunnen ouderen een nieuw sociaal netwerk uitbouwen en samen buiten zijn. www.tuktukjette.eu


publireportage Vrijwilligerswerk als mooiste kerstcadeau

www.kenniscentrumwwz.be/toopzoekt-chauffeurs-om-jongeren-naarde-dagopvang-te-brengen TOOP zoekt chauffeurs om kinderen met een verstandelijke beperking naar activiteiten te brengen. © Toop

Ronald is een ervaren vrijwilliger. Nu zet hij zich in als chauffeur bij TOOP, de Brusselse werking van het Medisch Pedagogisch Centrum Sint-Franciscus. Het vrijwilligerswerk doet hem in deze donkere coronaperiode extra deugd. “Bij TOOP vervoerde ik vorige week voor het eerst een 13-jarige jongen met een ernstig verstandelijke beperking. Ik merkte dat het zowel hem als zijn familie plezierde om even een dagje alle zorgen aan de kant te zetten, en het deed mij ook veel deugd om iets te kunnen betekenen voor hen. Het is alsof je vitamines inneemt die je een boost geven. Ik kan het iedereen aanraden als kerstcadeau: je geeft iemand anders vreugde en je krijgt het dubbel en dik terug. Dat is het allermooiste geschenk. Ik doe nu al 30 jaar vrijwilligerswerk en ik krijg daar ontzettend veel energie van. Deze zomer hielp ik een handje bij het festival Park Poétik van Supervlieg/Supermouche en kon ik samen met ijsberen door de straten wandelen (lacht), dat heeft mij door deze coronaperiode heen geholpen.”

zelf een auto. Zo’n vrijwillige chauffeur kan dan echt het verschil maken voor een jongere om een dagje te genieten van leuke activiteiten. Deze herfstvakantie ging onze eerste vrijwilliger Ronald al aan de slag en zo konden de kinderen overdag genieten: springen op het springkasteel, marshmallows roosteren op een kampvuur of accordeon spelen. Het zijn die kleine dingen die het verschil maken! We zoeken nog steeds mensen die zich willen engageren dus neem gerust contact met ons op!”

“Je geeft iemand anders vreugde en je krijgt het dubbel en dik terug. Dat is het allermooiste geschenk.” Ronald – vrijwilliger bij TOOP

TOOP leidt kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking toe naar een aanbod op hun maat. Annelies, medewerker bij TOOP, is heel blij met de hulp van Ronald: “Via Connecting Brussels zoeken we vrijwilligers die chauffeur willen zijn. Daar is vandaag extra nood aan omdat het niet evident is voor onze jongeren om het openbaar vervoer te nemen. Weinig van onze Brusselse ouders hebben

FR Connecting Brussels :

Le lien social comme meilleur vaccin contre l’isolement

Le bénévolat donne de l’énergie Floris, bénévole, a appris à conduire un tuk-tuk pour apporter de la soupe aux personnes âgées. Nicky et Michel passaient par là par hasard et ont été intéressés, ils ont pu embarquer pour une agréable promenade. Roland fait du bénévolat depuis des années. Il est maintenant chauffeur au TOOP pour emmener les enfants handicapés mentaux à des activités ludiques. “ Je peux le recommander à tout le monde comme cadeau de Noël : vous donnez de la joie à quelqu’un d’autre et vous la récupérez deux fois. C’est le plus beau cadeau de tous”.

Connecting Brussels rapproche les gens La VGC, la COCOF, Muntpunt, le Steunpunt Vrijwilligerswerk Brussel, la Plateforme francophone du Volontariat et Bruzz s’associent dans la plateforme trilingue “Connecting Brussels”. L’objectif ? Combattre l’isolement et la solitude en créant du lien. Serrons-nous les coudes Vous avez besoin de contacts sociaux, d’une aide pratique ou simplement d’un remontant ? Vous souhaitez aider d’autres Bruxellois ? Vous avez une bonne idée pour une initiative qui tisse des liens à Bruxelles ? Être là pour les autres ? Surfez rapidement sur connectingbrussels.be. Avez-vous une belle photo ou une vidéo de vos propres engagements, aussi modestes soient-ils ? Envoyez-la nous. Ensemble, nous ferons de Bruxelles un endroit chaleureux.

Connecting Brussels brengt mensen samen VGC, COCOF, Muntpunt, Steunpunt Vrijwilligerswerk Brussel, la Platforme francophone du Volontariat en Bruzz bundelen hun krachten in het drietalige platform ‘Connecting Brussels’. Het doel? Er zijn voor elkaar! Tijdens het voorjaar werkten deze partners al samen onder de noemer ‘Brussels helps’. Nog meer dan toen, ligt de focus dit najaar op veerkracht en solidariteit om sociaal isolement en eenzaamheid tegen te gaan.

“We kunnen veel voor elkaar betekenen als de juiste verbindingen worden gelegd.” medewerker Connecting Brussels

Laat elkaar niet los Heb je nood aan sociaal contact, praktische hulp of gewoon zin in een oppepper? Kan je net als Roland een energieboost gebruiken en wil je andere Brusselaars helpen? Heb je een goed idee voor een verbindend initiatief in Brussel? Om er te zijn voor elkaar? Surf dan snel naar connectingbrussels.be. Heb je zelf een leuke foto of video van je eigen engagement, hoe klein ook? Stuur het ons via een bericht op Facebook of per e-mail naar info@connectingbrussels.be. Zo maken we samen van Brussel een warme plek.

www.connectingbrussels.be/ info@connectingbrussels.be www.facebook.com/connectingbrussels tel: 02 278 11 00 (maandag tot vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur, niet op feestdagen)

EN Connecting Brussels :

Connection as the best vaccine against loneliness

Volunteering gives energy Volunteer Floris learned to drive the tuk-tuk to bring soup to the elderly. Coincidental passers-by Nicky and Michel were interested and were allowed to ride along for a pleasant ride. Roland has been volunteering for years. He is now a driver at TOOP to take children with an intellectual disability to fun activities. “ I can recommend it to everyone as a Christmas present: you give someone else joy and you get it back twice over. That’s the best gift of all.”

Connecting Brussels brings people together VGC, COCOF, Muntpunt, Steunpunt Vrijwilligerswerk Brussel, la Platforme francophone du Volontariat and Bruzz join forces in the trilingual platform ‘Connecting Brussels’. The goal? To combat isolation and loneliness by stimulating connection. Don’t let go of each other Are you in need of social contact, practical help or do you just want a positive boost? Would you like to help other inhabitants of Brussels? Do you have a good idea for a connecting initiative in Brussels? To be there for each other? Surf quickly to connectingbrussels.be. Do you have a nice photo or video of your own engagement, no matter how small? Send it to us. Together we’ll make Brussels a warm place.


Big City

BRUZZ | BIG CITY

Het is stil in de straatjes rond de Grote Markt. De steegjes waar het in andere tijden over de koppen lopen is, liggen er nu verlaten bij. Manneken Pis kan dan wel eindelijk op zijn gemakje plassen, de winkels vol chocolade en Brusselse magneten krijgen het hard te verduren. Maar zodra het toerisme weer op gang komt, is er een Brussels souvenir waar vakantiegangers thuis echt mee kunnen scoren: Brusselse kant. Het kan zelfs een interessante investering zijn, want een stuk Brusselse kant wordt met de tijd kostbaarder en zeldzamer. Dat was ooit anders. Kant ontstond in Europa in de zestiende eeuw. Of dat in onze contreien was, daar bestaat discussie over, maar het staat wel vast dat wij er door de eeuwen heen goed in zijn geworden. Verschillende Belgische steden hadden elk hun eigen specialiteit, waarvan de Brugse kant en de Brusselse kant de bekendste zijn. Het verschil zit in de techniek: Brusselse kant wordt voornamelijk genaaid en Brugse kant geklost. De kantnijverheid kende in Brussel haar hoogtepunt in de zeventiende en de achttiende eeuw. Hoewel het een luxeproduct was, was de vraag hoog, ook in andere landen. In 1662 zag het Britse parlement zich zelfs genoodzaakt om in te grijpen. Er werd zoveel geld uitgegeven aan Brusselse kant dat de Britse textieleconomie en kantfabrikanten eronder leden. De invoer van Brusselse kant werd verboden. De belangstelling bleef echter

STEL ZELF JE VRAAG EN STEM OP BRUZZ.BE

Wat is de geschiedenis van de Brusselse kant? PIET UIT GRONSVELD ( NEDERLAND )

toonstellingen kenden die nog hoogdagen, maar gaandeweg kregen ze het moeilijker. Momenteel is er maar een handvol over in het centrum, zoals de winkel van Nicole Toebac en haar dochter. “Door de jaren heen hebben we onze collega’s zien verdwijnen uit het centrum,” vertelt dochter Natacha Cleti. “De belangrijkste reden is dat er steeds minder mensen zijn met kennis van het vak, en vooral bijna geen mensen meer die Brusselse kant kunnen klossen.”

GEEN OPVOLGING

© SHUTTERSTOCK

groot en Belgische kant werd onder de schuilnaam Point D’Angleterre naar Groot-Brittannië gesmokkeld. Ook in Frankrijk werd

onze kant verkocht onder die naam, vooral de dames aan het Franse hof waren erg geïnteresseerd in de Belgische kant.

Met de jaren nam de kantnijverheid af in Brussel, maar de stad telde nog altijd heel wat kantwinkels. Zeker tijdens de wereldten-

De familie Toebac werkt samen met kantklossers uit Aalst en Aalter die nog precies weten hoe Brusselse kant gemaakt wordt. Maar de opvolging blijft uit en dat is een probleem, want volgens Cleti is de vraag naar Brusselse kant nog altijd groot. “Vooral in het buitenland is deze vorm van kant heel bekend. In Zuid-Amerika zijn bruidssluiers in kant populair, in Amerika en Engeland dan weer eerder tafellinnen en in Japan kanten zakdoeken. Het zijn vooral de aanvragen op maat die de handel nog goed doen draaien. Al wordt het steeds moeilijker om op alle aanvragen in te gaan.” Vooral de stijl prinsessenkant, waarvoor heel nauwkeurig moet worden gewerkt, wordt stilaan zeldzaam. Omdat er heel veel tijd in kruipt, is een stuk tafellinnen in prinsessenkant niet goedkoop. Maar anders dan bij een magneetje, neemt de koper misschien wel een stuk erfgoed mee naar huis.

VOLGENDE WEEK Lees en bekijk de antwoorden op de Big-Cityvragen via bruzz.be/bigcity 30

I

2 DECEMBER 2020

Check ook onze Instagrampagina, elke donderdagnamiddag vertelt Luana Difficile een nieuw Big City-verhaal.

Wat is het verhaal van de zaak-Peltzer, de moord in de Wetstraat?


Culture. NL | FR | EN A HEART FOR THE ARTS, ALSO DURING THE LOCKDOWN

NICHOLAS LENS MAAKTE SAMEN MET NICK CAVE DE KAMEROPERA ‘LITANIES’

‘Ik wilde de coronastilte vertalen in muziek’

CABIN FEVER FRED ARENDS

Le manuel cinéphile de survie au confinement

INTERVIEW ENZO SMITS EERT KUNSTENAAR WARD ZWART

‘Onze samenwerking was uniek, onze vriendschap enorm’


Culture. Cabin Fever

‘Sharon Stone n’a pas fait de chirurgie et elle est magnifique’ FR

Le festival Pink Screens reporté, la Cinematek temporairement fermée ... Fred Arends, le programmateur derrière le cycle d’archives du cinéma queer Our Story, se charge de vous remonter le moral avec une sélection toute personnalisée de bons plans pour traverser l’hiver confiné. — SOPHIE SOUKIAS En plus d’être un vétéran de l’équipe de programmation de Pink Screens, le festival bruxellois du cinéma queer le plus attendu de l’automne, Fred Arends est aussi à l’origine du cycle Our Story, attaché à Pink Screens, qui enrichit depuis 2017 la programmation de la Cinematek. Le pitch ? Une séance par mois destinée à revisiter les films LGBTQI+, queer et féministes qui ont jalonné l’histoire du septième art. Entre films phares (Mort à Venise de Visconti, Pink Flamingos de John Waters, …) et perles rares à redécouvrir (Je, tu, il, elle de Chantal Akerman, Michael de Carl Theodor Dreyer, …), la sélection, intensément cinéphile, explore le passé du cinéma dans sa diversité, en dehors des sentiers battus et rebattus par les normes de genre. « Il ne faut pas oublier d’où l’on vient », dit Fred Arends. « L’Histoire du cinéma est marquée par la censure et les interdits. Il est important de savoir comment les cinéastes les ont contournés, comment les représentations des personnages homosexuels et trans, par exemple, ont évolué au cinéma. » Rembobiner l’Histoire avec un nouveau regard, c’est aussi ce que fait Black-out une BD sortie il y a quelques mois, chaleureusement conseillée par Fred Arends. Dans ce coup de génie en noir et blanc, Loo Hui Phang et Hugues Micol se proposent de narrer le destin (fictif ? Le doute est soigneusement entretenu) de Maximus Wyld, un acteur métis des années cinquante pris dans le rouleau compresseur hollywoodien, raciste et ségrégationniste. Descendant d’un chef comanche, d’esclaves affranchis et d’ouvriers chinois, Wyld n’en peut plus de devoir jouer

32

esthétique pour rentrer dans les canons de la beauté hollywoodienne », dit Fred Arends. « Le code Hays du cinéma américain interdisait la représentation du sexe, de la prostitution et de l’homosexualité. Les réalisateurs et les réalisatrices ont dû se réinventer pour échapper à la censure. Dans un film de Hitchcock, par exemple, l’acte sexuel est représenté par un train qui entre dans un tunnel. »

L’APPEL DE NETFLIX Le voyage au pays du cinéma se poursuit avec une recommandation qui promet d’occuper plus d’une de vos soirées confinées: le lancement récent de LaCinetek en Belgique. Soit la mise en ligne des 50 films de chevet de réalisateurs du monde entier. De Jacques Audiard à Agnès Varda en passant par Damien Chazelle, Naomi Kawase ou encore Fred Arends est à l’origine du cycle Our Story, attaché à Pink Screens, qui Céline Sciamma. Parmi les enrichit depuis 2017 la programmation de la Cinematek © IVAN PUT films listés, beaucoup sont disponibles à la location. « C’est une superbe les domestiques ou les indigènes assoiffés de initiative qui permet de sang. Au fur et à mesure qu’il tente de gravir voyager un peu partout les échelons du star-system, c’est tout le dans le cinéma. Un mythe de l’âge d’or d’Hollywood qui s’efréalisateur comme Alain fondre. « Et ça n’est pas brillant. À l’époque, Guiraudie vous balade la vie des acteurs et des actrices était des Aventures de réinventée par les studios, on teignait leurs Pinocchio à La Nuit des cheveux et on leur imposait de la chirurgie morts-vivants en passant La Nuit des morts-vivants par du Bergman et du Tarkovski. » Derrière chaque cinéphile, se cache un accro à Netflix. Voilà pourquoi Fred Arends vous encourage à craquer pour la nouvelle série signée Ryan Murphy (Hollywood, American Horror Story). Ratched invente un passé mouvementé à Mildred Ratched, l’infirmière glaçante du film culte de Miloš Forman Vol au-dessus d’un nid de coucou. « La série a une tout autre couleur que le film », Ratched dit Arends. « Elle est assez baroque, avec un côté gore et suspens sur le ton de la BD et des couleurs bien criardes. Les personnages sont


Quarantoon NOÉMIE MARSILY extravagants, délirants, comme le cinéma les représente (trop) souvent quand il décrit un asile psychiatrique ». Et puis le casting est réjouissant. Sarah Paulson dans le rôle de Ratched mais aussi une Sharon Stone génialissime en vieille perverse milliardaire. Contrairement à d’autres, elle n’a pas fait de chirurgie, elle a le visage d’une femme de soixante ans et elle est magnifique. Je ne sais pas si on peut dire ça dans le Bruzz mais elle est vraiment bitch. »

PLEIN SOLEIL Pour soulager vos yeux de ces intenses séances de binge-watching, place au son disco-house de Róisín Machine, le nouvel album de la chanteuse irlandaise Róisín Murphy. « Ça plane, ça vibre, ça souffle et ça met de bonne humeur. En cas de petit down, si vous êtes en télétravail et que vous n’en pouvez plus, ça vaut une balade d’une demi-heure au soleil ». Les bons plans du confinement de Fred Arends se clôturent par la sortie du livre du sociologue franco-belge Laurent Gaissad, Hommes en chasse: Chroniques territoriales d’une sexualité secrète. Une enquête de terrain passionnante au cœur des lieux de drague masculins dans les espaces publics de Marseille, Toulouse et Barcelone. Des lieux qui malgré les politiques répressives et l’évolution des mœurs continuent d’exister.

Dans son dernier livre, le sociologue Laurent Gaissad enquête sur les lieux de drague masculins dans les espaces publics.

« Ce sont des parcs, des aires d’autoroutes, des parkings, des sous-bois. Des espaces où les gens peuvent exprimer une sexualité avec une grande liberté et sans conversation spécialement. Il peut y avoir beaucoup de tendresse et d’amour. Ces espaces sont tabous et assez mal vus, je trouve ça chouette qu’une étude universitaire puisse en livrer un point de vue plutôt positif. » En cette période de pandémie, le livre se dote d’une résonance toute particulière. « Il invite à se poser des questions sur la drague au temps du Covid. Les parallèles avec l’épidémie du Sida il y a quarante ans sont assez frappants. » 33


Culture. Opera

DE MUZIKALE SMEEKBEDEN VAN NICHOLAS LENS EN NICK CAVE

Mediteren met goddelijke makers “Kunst is de hoogste vorm van hoop,” zei de Duitse beeldend kunstenaar Gerhard Richter ooit. De voorbije maanden klonken we ons meer dan ooit vast aan die hoop, en deze week komt ze in de vorm van een album van Nicholas Lens en Nick Cave. De Brusselse componist en de Australische rockgod bedachten samen Litanies, een intimistische kameropera die geboren werd in de louterende luwte van de lockdown. — TOM ZONDERMAN, FOTO SASKIA VANDERSTICHELE

Z

es jaar geleden blendden de Nicholas’en Lens en Cave, die buiten hun voornaam ook het geboortejaar 1957 delen, al een keer hun breinen. Cave schreef toen het libretto voor Lens’ opera Shell shock, een dramatisch maar niet van hoop verstoken relaas over de vergeten stemmen van de Groote Oorlog. Een majestueus, door de Antwerpse choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui van een choreografie voorzien werkstuk dat toen in première ging in De Munt en later ook werd opgevoerd in Parijs. Die samenwerking moet Cave, een koele minnaar van opera nochtans, goed bevallen zijn, want toen Lens hem dit voorjaar opnieuw contacteerde om voor hem twaalf poëtische litanieën te schrijven, zei hij meteen ja. Ook al moest hij na het telefoontje van Lens even googelen wat litanieën eigenlijk zijn. Om dan snel tot het besef te komen dat hij al zijn hele leven wijdt aan zulke smeekbeden. “Nicks gebruikelijke eerlijkheid,” lacht Nicholas Lens terwijl hij ons per video call een blik gunt in zijn stek in de Dansaertwijk. “Toen wist ik dat het opnieuw goed zat. Na Shell shock wilde Nick al meteen iets nieuws maken, maar toen was er de tragedie in zijn gezin en brak er een heel

34

andere periode in zijn leven aan. We zagen elkaar nog wel, maar dan niet professioneel.” Cave, een workaholic die zich met een gecancelde wereldtournee verzand zag in de vreemde malaise tussen Apocalyps en stierlijk verveling, zag een lichtpunt in het aanbod van Lens. “Toen ik begin maart in een lamgelegd Brussel arriveerde na een trip naar Laos, dacht ik zelf ook: wat nu? Twee opera’s van mij werden voorlopig aan de kant geschoven. Ik had niets omhanden.” Lens herontdekte zijn eigen stad, waar hij als vijftienjarige knul uit Ieper terechtkwam en die hij intussen deelt met Venetië. “Ik ben beginnen rond te rijden met de fiets. Het weer was bijzonder aangenaam, de temperaturen abnormaal warm voor de tijd van het jaar.” Zo verzeilde hij onder meer in de Jardins du Fleuriste, aan de voet van het Koninklijk Paleis in Laken. “Ik zit vaak in het buitenland, en dan vind ik hier zo’n prachtig park, op een paar kilometer van mijn deur. Met een adembenemend uitzicht over Brussel. En het was er heel stil, dat vind ik altijd erg aangenaam.” Die stilte voerde Lens in gedachten terug naar de tijd die hij de voorbije jaren in Japan doorbracht. “Ik ging er net zoals zoveel Europeanen op

zoek naar het oude Japan, zoals we dat kennen van de landschappen van Hiroshige en Hokusai. Kunstenaars die ik had leren kennen door Kuifje te lezen, Hergé had voor zijn klare lijn goed naar hen gekeken. Die tableaus van Hiroshige waar figuren voorovergebogen met hun grote hoeden door de zwarte, striemende regen slenteren, zijn er helaas niet meer, alles is volgebouwd.” Maar Lens verloor er wel zijn hart aan de oude tempels in de Kanagawa-prefectuur, ten zuiden van Tokio. Hij sloot er aan bij de monniken die om vijf uur ’s ochtends hun dag op gang bidden. “Ik heb niets met georganiseerde religies, maar ik hou wel van die vorm van verhoogd bewustzijn. Dat hoeft niet door gebed of meditatie, een bakker die in de stilte van de nacht aan zijn brood begint, kan dat net zo goed bereiken. Het fijne is dat die tempels ginds sober zijn, ze hebben niet het protserige van sommige goud geschilderde tempels in Kyoto. Dat komt omdat de oorspronkelijke bevolking sterk verbonden was met de samoerai, die tempels waren vaak de laatste etappe voor de dood. Het zijn plekken die je nopen tot verstilling.”

EEN STUK DAT ZICHZELF SCHRIJFT Hoe inspirerend de stilte in Brussel ook was, uiteindelijk was ze heel anders. “Ginds heerst al eeuwenlang een natuurlijke stilte, niemand doet daar moeite voor,” verduidelijkt Lens. “Hier voelde die stilte geforceerd, maar daarom niet minder verrassend of prettig.” Met zijn andere schrijfpartner, de Zuid-Afrikaanse auteur J.M. Coetzee, heeft hij het er vaak over: hier in het Westen word je om de haverklap geconfronteerd met geluid waarom je niet gevraagd hebt. “Audio pollution noemen wij dat. Dan heb ik het niet over het verkeer, maar over muziek die je overal hoort, vaak in slechte kwaliteit. Ik hoor de hele tijd muziek in mijn hoofd, en op plekken waar ik die kan afzetten krijg ik geluid van buitenaf over me heen. Zeer storend. En nu was er plots die stilte. Zeker ook nu, met de curfew, hoor je ’s avonds niets meer. Dat triggerde mijn muzikale herinne-

NL


Nicholas Lens Geboren in 1957, groeit op in Ieper Volgt humanoria in Etterbeek en studeert aan het conservatorium van Brussel Overweegt midden jaren 1980 onder zijn eigen naam een carrière als Nederlandstalige popzanger met de single ‘Eva’ Zet in 1994 geroutineerde operastemmen naast het vrouwenkoor van Le Mystère des Voix Bulgares in Flamma flamma Regisseert en schrijft in 2005 de kunstfilm Love is the only master I’ll serve Werkt in 2012 samen met de Zuid-Afrikaanse auteur J.M. Coetzee voor de opera Slow man Gooit in 2014 hoge ogen met de opera Shell shock, Nick Cave schrijft het libretto Componeert dit voorjaar de ‘lockdownopera’ Litanies, Nick Cave levert opnieuw de teksten

Nicholas Lens over de stilte die hij in Brussel vond tijdens de lockdown: “Het voelde geforceerd, maar daarom niet minder prettig.”


BRUZZ

| INTERVIEW

DE MUZIKALE SMEEKBEDEN VAN NICHOLAS LENS EN NICK CAVE

ring – ik denk niet in woorden, maar in muziek – aan Japan: ik wilde die stilte vertalen in muziek.” Het idee voor Litanies werd in Japan verwekt, het resultaat in Brussel gebaard. “Zonder de lockdown was die muziek wellicht in mijn hoofd blijven zitten,” krabt Lens zich door de krullen. “Voor schrijvers en mensen die van niets iets maken, is de lockdown bijna een zegen. De confrontatie met jezelf die je sowieso hebt als je in een schrijfperiode bent, is veel langer en veel groter. Een tijd als deze nodigt je uit om een werk dat je allang wou maken, eindelijk te maken.” Litanies is voor Lens dan ook een buitenbeentje. “Ik wilde het heel eenvoudig houden, zonder de complexe ritmiek en tonaliteit van mijn andere werken. Een opera als Shell shock of Slow man schrijf je als een theaterstuk. De dramaturgie is groots, er werken tot wel 120 mensen aan mee. Litanies is veel intiemer, bijna letterlijk een opera da camera, aangezien hij in één kamer is opgenomen. Noodgedwongen, ook. Omdat de studio’s dicht waren, heb ik bijna alles hier bij mij thuis ingeblikt. Dat was intens, omdat je tegelijkertijd componist, producer en engineer bent. Met de beperkte muzikale bezetting die ik hanteerde, kreeg je haast vanzelf dat intimistische, bijna familiale karakter, zonder dat ik daar naar op zoek was. Een project schrijft soms zichzelf.” Dat is handig. En dan schuift nog eens een van de beste songschrijvers van de voorbije veertig jaar bij aan tafel! “Nick zegt altijd dat ik hem instructies moeten geven, maar dat doe ik niet,” zegt Lens. “Hij had goed geluisterd naar wat ik wilde vertellen. Nick is heel goed in het aanbrengen van structuur in chaos. Hij heeft daar veel ervaring mee, zijn eigen leven is bij momenten ontzettend chaotisch geweest. Die orde had hij simpelweg nodig om te overleven.”

ZO VADER, ZO DOCHTER In een week tijd werkte Cave de basis en de structuur uit voor twaalf teksten die lezen als gedichten over de geboorte, bloei, neergang en wedergeboorte van een mens. “Smeekbeden aan een goddelijke maker die een soort kosmische erkenning eisen,” zoals hij het zelf verwoordt. “Nick heeft zijn teksten heel abstract gehouden, zodat mensen hun eigen narratief erin kunnen leggen. Gedurfd simpel ook. Met vragen als ‘Where are you?’, die ogenschijnlijk heel eenvoudig zijn, maar inhoudelijk voor iedereen een andere betekenis hebben.” De teksten en de muziek vormen elkaars echo, en resulteren in een soort gesofisticeerde simpelheid met eenvoudige melodieën en heel veel herhaling. “I went down / To the quarantined city / And found / And found a piece of me,” klinkt het in ‘Litany of gathering up’, “When I saw the crystal river I was no longer me.” Je kan er een wedergeboorte in lezen na een groot trauma, zoals Nick Cave er één beleefd heeft toen zijn vijftienjarige zoon Arthur in 2015 van een klif stortte in Brighton. Of de nieuwe mens die we geworden zijn na de cesuur genaamd corona. “Ik wil niemand sturen in zijn interpretatie,” benadrukt 36

Lens nog een keer. “Er zijn altijd belangrijke periodes in je leven, waarbij je niet per se iemand anders wordt, maar wel dingen anders gaat doen of anders gaat denken. Noem het aanvaarding. Elke dag creëer je een nieuwe versie van jezelf.” De tekstregels hierboven worden tussen gong, fluit en strijkers troostend fluistergezongen door de dochter van Nicholas Lens, de 23-jarige Brussels-Berlijnse schilder Clara-Lane Lens. “Dat was helemaal niet de bedoeling,” wuift haar vader bijna verontschuldigend. “In het begin van de crisis was er nog veel onzekerheid over hoe gevaarlijk dat virus nu precies was. Clara-Lane is toen met een van de laatste vliegtuigen terug naar Brussel gevlogen. Ik legde haar uit dat ik aan een

“Nick Cave is goed in het aanbrengen van orde in chaos, dat is voor hem bij momenten levensnoodzakelijk geweest” NICHOLAS LENS Componist

opera aan het werken was en dat ik een vrouwenstem nodig had, maar dat ik geen zangers naar de studio kon halen. Dus vroeg ik haar om te zingen. Ze heeft een ongelofelijk muzikaal talent, maar ze heeft dat nooit willen uitspelen. Toen ze zestien was, heb ik wat dingen met haar opgenomen. Platenfirma’s wilden dat uitbrengen, maar zij paste. Voor Clara-Lane is opera ook iets heel gewoons, ik ging al naar De Munt met haar toen ze nog maar drie, vier jaar was. Goed, ‘Je gaat het niet gebruiken?’ vroeg ze. ‘Nee, echt niet. Het is een demo.’ Maar zoals dat gaat met die vloek van de demo: de magie van de eerste opname krijg je vaak niet meer terug wanneer je het ‘voor echt’ inblikt. Ik heb pro’s laten komen, grote namen die ik niet ga noemen, maar die bereikten dat naturel niet meer. Ze zongen misschien technisch beter, maar ze maakten er een rol van, ze interpreteerden. Ik heb dagen geprobeerd, het heeft me een fortuin gekost, maar uiteindelijk heb ik de oorspronkelijke opnames behouden. Wat je nu hoort, zijn eerste takes, de pure essentie.” De drie andere stemmen die Caves smeekbeden tot leven wekken zijn die van operazanger Denzil Delaere, de Amerikaanse sopraan Claron McFadden en... Nicholas Lens zelf. Maar daar wil de componist, die zichzelf graag als ‘shadow player’ omschrijft, het liever niet over hebben. “Ik verdwijn in het niets naast Denzil, met zijn uitzonderlijke tenore di grazia, die nog aan geloofwaardigheid wint door de tegenstelling met de jongemeisjesstem van Clara-Lane, en naast


Claron.” Dat is overdreven, Lens hij heeft een mooi, rijp en tegelijk broos timbre dat enigszins aanleunt bij dat van zijn bloedbroeder, Nick Cave. In de jaren 1980 ambieerde Lens zelfs een carrière als Nederlandstalige popzanger. “Dat was 35 jaar geleden, ik wist toen nog niet wie ik was,” schampert hij daar vandaag over. “Ik vond die commerciële wereld beangstigend. De akkoordenstructuren die ik schreef voor sessiemuzikanten waren blijkbaar ook te weird. Ik heb dat snel voor bekeken gehouden, maar ik blijf daar aan herinnerd worden.” (Lacht)

JIMI HENDRIX Lens keerde terug naar zijn roots, de hedendaagse klassieke muziek. Zelfs als twaalf-, dertienjarige was hij gek op Gustav Mahler. Kindertotenlieder en Lieder eines fahrenden Gesellen, gezongen door de Duitse überbariton Dietrich Fischer-Dieskau, kende hij vanbuiten. “Op een dag had ik iets mispeuterd. Ik moest thuisblijven terwijl mijn broer en drie zussen met mijn ouders op uitstap gingen. In onze woonkamer stond zo’n platendraaiermeubel van Telefunken in van dat lelijk nephout. De speakers waren heel beperkt, maar als je jong bent, wil je de geluidstrillingen vóélen. Ik opende die klankkast en stak mijn hoofd erin, omdat het volume dan verdrievoudigde. Zo zat ik te luisteren, poep omhoog, Mahler loeihard. Tot de muziek stopte en er een onwezenlijke stilte neerdaalde. Ik haalde mijn hoofd uit dat ding en zag mijn familie met open mond in de deurope-

ning staan. (Lacht) Er heeft daarna nooit iemand over dat voorval gerept.” Lens’ muzieksmaak was anders dan die van zijn leeftijdsgenoten, maar hij was ook een kind van zijn tijd. “Thuis luisterden we enkel klassiek, maar bij vrienden ontdekte ik Jimi Hendrix, Black Sabbath en David Bowie. Die invloeden heb ik altijd laten spelen, zelfs in mijn operatieve werk. Misschien is dat ook de reden waarom ik het idee had om iemand als Nick te betrekken in mijn wereld, voor mij voelt dat heel natuurlijk aan.” Met wat verbeelding zou je Litanies Lens’ popalbum kunnen noemen, met zijn intimistische eenvoud sluit het werk aan bij het postminimalisme dat vandaag van nieuwe klassieke musici bijna popsterren maakt. “Bij Shell shock heeft Nick een grote pas in mijn richting gezet, nu heb ik het omgekeerde gedaan,” zegt Lens. “Ondanks de lockdown was de wisselwerking ook veel groter. Nick vond het prettig om aan een thema-album te werken, zoals dat in de jaren 1970 onbeschaamd werd gemaakt. Een reis die we de luisteraar bieden. Litanies is er in de eerste plaats om zichzelf. Het is de bescheiden betrachting dat de luisteraar net als die Japanse monniken in een soort van trance komt, een soort van menselijke verhevenheid waarbij je vergeet wie de makers zijn. Dat je erin onderduikt en je laat gaan. Als dat gebeurt, is dit werkstuk geslaagd.” Litanies verschijnt op 4 december bij Deutsche Grammophon.

FR

« L’art est l’ultime forme de

l’espoir », disait l’artiste allemand Gerhard Richter. Ces derniers mois, nous nous sommes plus que jamais raccrochés à cet espoir, qui nous est parvenu cette semaine sous la forme d’un album signé Nicholas Lens et Nick Cave. Le compositeur bruxellois et le dieu du rock australien ont imaginé Litanies, un opéra de chambre intimiste né dans l’ombre cathartique du confinement. La capitale, assombrie par la pandémie, a rappelé à Lens le silence sacré qu’il avait connu dans les anciens temples japonais. Il a écrit la musique qu’il avait en tête et a demandé à Cave, qui avait collaboré au livret de l’opéra Shell Shock de Lens en 2014, d’écrire des litanies. Cave, oscillant entre apocalypse et ennui mortel, a accepté l’offre avec empressement. Il s’est tout de suite mis à chercher sur Google la signification des litanies, pour se rendre compte qu’il en avait écrit toute sa vie. En résultent douze « chansons » qui prouvent que nous sommes tous connectés dans notre isolement.

BRUZZ | INTERVIEW

© SÉBASTIEN FORTHOMME / LA MONNAIE DE MUNT

De Nicholas’en Cave en Lens bij het bundelen van hun breinen voor de opera Shell shock in 2014.

LES PRIÈRES DE DIVINS CRÉATEURS

LITANIES FROM DIVINE CREATORS “Art is the highest form of hope,” German visual artist Gerhard Richter once said. Over the past few months, we have clung to that hope more than ever, and this week it is manifested in the form of an album by Nicholas Lens and Nick Cave. The Brussels-based composer and the Australian rock god worked together and came up with Litanies, an intimate chamber opera than was born in the chastening quiet of the lockdown. The capital, hushed by corona, reminded Lens of the sacred silence he had experienced between ancient Japanese temples. He wrote down the music he heard in his head and asked Cave, who wrote the libretto for Lens’s opera Shell Shock in 2014, to think of accompanying litanies. Cave, reeling between the apocalypse and deathly boredom, eagerly accepted the offer, though he did have to google what litanies are, only to realize that he has spent his whole life writing entreaties. The result is twelve “songs” that prove in our isolation, we are all connected. EN

37


Culture. Photo book

The big and friendly giants EN

Brussels-based photographer David Nollet spent five years following processions of giants in the bri le, clu ered country called Belgium. The photos have now been brought together in Time of the Giants, a book that pays tribute to the magic of folklore. — HELEEN RODIERS

38

“A tale that becomes folklore is one that is passed down and whispered around. Sometimes even sung about,” Taylor Swift writes on her Instagram about her lockdown album Folklore. The pop princess who sells out stadiums has made an album of bedroom pop music that harks back to old traditions and proves that folklore is not dying out. On the contrary, these corona times have breathed new life into old habits. Time of the Giants by David Nollet is not a lockdown project but it is

immersed in the same deep reverence for heritage and tradition. “The giants are representatives of ancient popular wisdom,” David Nollet says. “The processions are more poetic and experiencing them touches you far more deeply than carnival, for example, a festival that has become far more commercialized. The procession of giants is real folklore.” For five years (from 2014 to 2019), Nollet followed the processions everywhere from big cities to tiny villages and on both sides of the

language border. From Aalst and the Brussels Marolles to LangemarkPoelkapelle and Wodecq. “You also see giants in Spain and Portugal, but the processions with big puppets is a typically Belgian tradition. The processions are conducted in precisely the same way in Brussels, Flanders, and Wallonia. As soon as the band begins to play and the giants start dancing, a sense of unity washes over the community. It is simply magical.” Giants have been carried in procession since the fifteenth century, often depicting religious figures. One famous example is Goliath, the giant who was slain by David. Saint


These photographs were taken in the Marolles. But photographer David Nollet went to visit processions of giants all over the country.

Christopher was also quite a popular figure. This custom evolved over the centuries; the Catholic Church gradually lost its power over the processions, and the giants became profane symbols. Some giants were linked to a guild or depicted a local legend or popular figure. In the Marolles, Jacques Brel was given this honour, for example.

CONNECTION “Time of the Giants was not intended to be an encyclopaedic work about the giants. The focus is on the sense of connection and solidarity. That is why there are more photos of the participants than the giants them-

selves. I was inspired to make this book back in 2004, at the Kunstenfestivaldesarts. The video installation Looking at Ta’ziyè (The Spectators) by the Iranian director Abbas Kiarostami made a big impression on me. He filmed onlookers taking part in a procession to commemorate the death of the son of Ali, a warrior imam. You can see the sense of involvement and connection on the people’s faces. That is what I have tried to show here too.” Over the past year, Nollet went back to all the towns and villages where he photographed giant processions. “The contrast between everyday life and the festive proces-

sion offers an insight into the community of giant-bearers. These photos of cobbled streets and little labourers’ cottages are not nostalgic. That is just what small villages look like.” Life goes on in the Marolles too. A taxi driver picks up a customer, at the laundrette the machines are all running at full speed. And we wait for the band to play, the procession to parade past, and the giants to dance.

LAND VAN REUZEN Vijf jaar volgde de Brusselse fotograaf David Nollet reuzenstoeten in het brokkelige, rommelige land België. De foto’s zijn nu gebundeld in Time of the giants, een boek als eerbetoon aan de magie van folklore. NL

LE PAYS DES GÉANTS Le photographe bruxellois David Nollet a suivi pendant cinq ans des processions de géants dans ce pays fragile et bordélique qu’est la Belgique. Les photos sont rassemblées dans Time of the Giants, un livre en hommage à la magie du folklore. FR

Time of the Giants has been published by Cape of Good Hope. With text by the journalist Pascal Verbeken. www.cape.ag

39


Culture. Art book

PARTY AT THE MAGRITTE MUSEUM

‘If you want to play, enjoy playing’ EN

In 2018, when a number of works were moved from the Magritte Museum to the San Francisco Museum of Modern Art for an exhibition focused on the iconic Brussels surrealist, Nicolas Party was invited to fill in the empty spots. In a new book, the Swiss artist who currently divides his time between New York and Brussels, reflects on that “intimate little moment” with the master. — KURT SNOEKX

40

W

ell, the way to approach it is never to compare yourself to those artists, whether it’s Magritte, Picasso, or even Zidane,” Nicolas Party advises us with a smile. “You’re only going to get depressed if you do. You can’t enter such a project thinking: ‘I hope my painting is going to be as good as Magritte’s.’ Of course it won’t be – he is one the most important artists of the twentieth century. It is not a competition. To me, this whole experience was like a little experiment. You come into the museum, you fill in the empty spots discretely, ensuring that you don’t disturb the 99% of visitors who aren’t even aware that you’re part of the exhibition, and after a few months, you’re out again. You’re putting on a show, it’s visual art, not something where you have a very real impact on the actual lives of people. If you realize that, you don’t feel nervous or stressed at all. If you want to play, just enjoy playing.” Playful is precisely the word to describe the approach that the Swiss-born artist, who is currently living between Brussels and New York, took in “this unique and unreal project”. “It started with Michel (Draguet, director of the Royal Museums of Fine Arts and driving force behind the Magritte Museum, ed.) saying that he had all of these different Magritte paintings leaving for the San Francisco Museum of Modern Art, and suggested that I fill in the blanks they left. I took it very literally. (Laughs) I did versions of the missing

paintings, like the Thomson and Thompson one, referencing Magritte’s Fifth Season. Sometimes I went so far as to make blatant copies, adding an extra touch of surrealism to my work, putting a ball on top of a head, adding an owl, or creating a marble-like mural. There are a lot of things that I hadn’t done before.”

THE SEVEN YEAR ITCH And yet it is undeniably Nicolas Party you’re looking at, the artist who uses pastels, long-forgotten in the rest of the art world, to create delightfully efflorescent, sweet, sensuous, and unusual, utterly artificial and yet strangely spirited portraits, landscapes, and still lives. Whose head concocts luscious and mysterious 3D objects, and transforms the white walls of museums and galleries into powerful and brightly coloured backdrops, turning every exhibition into a real experience. And who after utterly unique solo shows at Xavier Hufkens, the Hirshhorn Museum in Washington, the Hammer Museum in Los Angeles, the Dallas Museum of Art, The Modern Institute in Glasgow, and the Flag Art Foundation in New York has been catapulted far beyond the epithet of “rising star of the contemporary art world”. Last year, he found a permanent home at the prestigious Hauser & Wirth gallery. That same year, Nicolas Party became the top-performing artist under 40 at auction, and last summer was the first time that he sold a

“Art is raising questions that can’t be answered, creating objects that can’t be resolved. Magritte is a master at that.”


| INTERVIEW BRUZZ

canvas, Still Life from 2015, for more than one million dollars during Christie’s online sale “One: A Global Sale of the 20th Century”. All this attention and recognition does not appear to affect him. The man who speaks to us via a trans-Atlantic telephone connection from his studio in New York, is still just the kid who painted graffiti when he was twelve, who got caught doing so at 21, and then decided to go to art school in Lausanne and Glasgow, afterwards spending quite a few years doing 3D animation. “I was already doing characters and landscapes in my graffiti days. Those pieces I did back then are not so different from what I’m doing now. Even the energy is pretty much the same. The thrill of doing things on the spot, improvised. The sketch of the mural at the Magritte Museum, I did it on the stairs the day I painted it. (Laughs) It makes it very alive. Like a performance, very physical, very emotional. I also still use these very bright, graphic colours and strong contrasts, that made sure that my works popped and that they were seen… I’ve been trying to turn that down, to be less ‘loud’, but it’s inescapable.” (Laughs) His encounter with Magritte appears equally unavoidable. “That was in 1987, at the Fondation de l’Hermitage in Lausanne,” Nicolas Party laughs. “I remember it pretty well, because my mom and dad’s best friends were the people taking care of the building, and they lived just

“Never compare yourself to Magri e, Picasso, or Zidane, you’re only going to get depressed” NICOLAS PARTY

next door. The museum is not that big, but it’s a beautiful place, located on top of a hill, in a huge park. As a child, I was always going there because it was such a great place to play. Obviously, I almost never missed a show, and in 1987 they did a Magritte exhibition there. For a long time, my parents had the poster hanging in their apartment. I was only seven years old and I don’t remember everything I saw back then, but I do know that his work, his language, and this strange world that I discovered immediately spoke to me.” Twenty-five years later, after a game of push – because Magritte’s iconic oeuvre echoed too loudly – and pull – by seeing the 2008 exhibition at the Schirn Kunsthalle in Frankfurt, “focusing on these crazy, energetic works from Magritte’s ‘période vache’” – Nicolas Party moved to Brussels. “The same place he used to live! 41


PARTY AT THE MAGRITTE MUSEUM

PARTY IN HET MAGRITTE MUSEUM Toen in 2018 enkele werken uit het Magritte Museum naar het San Francisco Museum of Modern Art verhuisden voor een tentoonstelling rond de iconische Brusselse surrealist, werd Nicolas Party uitgenodigd om de lege plekken in te vullen. Met het boek Magritte parti blikt de Zwitserse kunstenaar, die vandaag pendelt tussen New York en Brussel, terug op dat “kleine, intieme moment” met de meester. “Vergelijk jezelf nooit met dat soort kunstenaars, daar word je alleen maar depressief van,” adviseert Nicolas Party met de glimlach. “Ik heb dit project benaderd als een experiment, een spel. En als je wilt spelen, geniet er dan ook van.” Dat doet hij. Met uitbundige pastels, en zinnelijke en bevreemdende, onwerkelijke en bizar bezielde portretten, landschappen en stillevens creëert hij een elektrische spanning. “Kunst werpt vragen en problemen op zonder antwoorden, zonder oplossingen. Dat is een magnetische ruimte om in te toeven. En Magritte is er heer en meester.”

BRUZZ

Nicolas Party: “In contrast to Magritte’s, my characters aren’t based in reality. I like the idea that there is no bridge from what is in the painting to something outside of the frame.” ▼

| INTERVIEW

NL

I started to see Magritte paintings on a regular basis, visiting the Magritte Museum fairly often and seeing his work in other places.” This was very fertile soil for what would become his “intimate little moment” with the master in 2018.

NO SOUND BUT THE ECHO That moment in 2018 electrified the Magritte Museum, as is evident from the recently published book – aptly and playfully titled Magritte Parti (“Magritte gone”) – that looks back at the unique rendez-vous between dream and reality. And yet there is a major difference between René Magritte and Nicolas Party: while the first turns reality upside down by injecting it with the stuff that dreams are made of, the second needs no such foundation. “Exactly. In Magritte’s work there are actual people, you see his wife, his house, all sorts of objects taken from reality, and he puts them in another world. While my work has no actual connection to reality. Sure, you see these long lines with a circle on top, and your brain tells you that that’s a tree. But it’s not. It’s more like the symbol of a tree. The same goes for my portraits. These people only exist within the painting. Or take all the fruits that I paint. Their shape, their size, their colours...they don’t look like anything you know from reality, but you cannot but think they’re fruits and vegetables. I like the idea that there is no bridge from what is in the painting to something outside of the frame, and that it is just the language or the signs that engender a connection, not the actual objects.” Nicolas Party’s work is an overwhelming paradox. A bizarre twilight zone, between here 42

and nowhere, within reach and out of time. Like the echo of a sound that never existed. “That’s a beautiful way to put it! And it totally makes sense. I do like the idea of making images that are extremely understandable and readable – that’s what I always loved about Hergé, the line that makes it very clear what is happening – but at the same time there is this confusion about what you’re actually looking at.” The more you look, the more seductive and problematic that tension becomes. Until the painting goes beyond the frame and settles under your skin. “That’s precisely what art does, I guess. Humans have always been trying to resolve problems and questions – from the scientific to the emotional to the technical… We want to understand everything, even though we know that we’re bound to fail. Art is basically embracing that feeling and energy of needing to raise questions but only capturing that, and trying to create objects that can’t be resolved. Magritte is a master at that: he creates this very clear enigma, but there are no answers. That to me is a successful artwork. If you want to be visually entertained, don’t look at a painting. (Laughs) Of course art offers visual attraction, but that’s just a strategy to get people into the painting. The one thing I look for in art is to be unsettled by those unanswerable questions. It’s very energizing to be in that space, you know. When you create art, that’s the spot, the moment you try be in. That kind of energy lives on.” MAGRITTE PARTI

Royal Museums of Fine Arts, 80 p., €30

PARTY AU MUSÉE MAGRITTE Lorsqu’en 2018, certaines œuvres du musée Magritte ont voyagé au musée d’art moderne de San Francisco pour une exposition autour du plus grand peintre surréaliste bruxellois, Nicolas Party fut invité à remplir les espaces vides. Dans le livre Magritte parti, l’artiste suisse, qui transite aujourd’hui entre New York et Bruxelles, revient sur ce « petit moment d’intimité » avec le maître. « Ne vous comparez jamais à des artistes comme ça, ça ne peut que vous déprimer », conseille Nicolas Party en souriant. « J’ai abordé ce projet comme une expérience, un jeu. Et quand on a envie de jouer, alors on en profite. » C’est ce qu’il fait. Avec de riches pastels et des portraits, des natures mortes et des paysages voluptueux, étranges et irréels, il crée une tension électrique. « L’art pose des questions sans réponses, et des problèmes sans solutions. C’est un espace magnétique. Et Magritte en est l’empereur. » FR


GEZOCHT: BOEKHOUDER

Solliciteer nu via www.vrijzinnigbrussel.be/vacature

Duizenden kerstbomen liggen op u te wachten op La Ferme Nos Pilifs. Of bestel online en wij leveren de boom bij u thuis!


Culture. Literatuur

‘De Belgische realisten zijn van een duizelingwekkende schoonheid’

BRUZZ | INTERVIEW

NL

44

Het Brussel van de negentiende eeuw was er een van een ziekmakende, kolkende Zenne, maar ook een van riante wijken in de hoge stad met een groeiende bourgeoisie die opkeek naar Parijs. Joseph Van Wassenhove schreef er een indringend boek over. “Ja, dit boek is ook een ode aan de Franse taal.” — STEVEN VAN GARSSE, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE Joseph Van Wassenhove (83) kan terugkijken op een mooi gevuld leven, al was zijn prille jeugd mee bepaald door de twee wereldoorlogen die de twintigste eeuw teisterden. Hij is afkomstig uit Ieper maar ging aan het begin van de Tweede Wereldoorlog op de boerderij van zijn grootouders wonen in de buurt van Auxerre in Frankrijk. Ze waren uit Langemark weggegaan en naar Frankrijk getrokken met paard en kar en de hele veestapel. De streek was er, verwoest door de Eerste Wereldoorlog, niet langer geschikt voor de landbouw. “Een fantastische jeugd heb ik er gehad,” zegt Van Wassenhove. “Door omstandigheden woonden we in het kasteel van Saint-Fargeau. Dat zijn prachtige herinneringen.” Van Wassenhove noemt zich “un parfait bilingue”: Frans en WestVlaams. Daarmee doet hij zichzelf oneer aan. Hij studeerde af als romanist aan de toenmalige Université Catholique de Louvain in Leuven en bouwde nadien een carrière op als docent aan de Vlekho, de tolkenschool in Antwerpen. Hij was ook tolk in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Vandaag, op zijn 83e, is hij nog altijd tolk in het Brussels Parlement. “Ik moet kunnen werken,” zegt hij, “en mensen zien.” Maar Van Wassenhove had al die tijd een oude passie, die gewekt was in zijn studententijd. Onder impuls van de befaamde romanist, professor Joseph Hanse (1902-

1992), was hij voor zijn licentiaatsthesis in de jaren 1950 de Franstalige Belgische realisten gaan lezen. Hij schreef er een omvangrijk werkstuk over waar hij hoge ogen mee gooide. Het had een doctoraat kunnen worden maar de geschiedenis besliste er anders over, en hij ging lesgeven. Pas op zijn oude dag ging hij met zijn manuscript aan de slag. “Ik ben die oude schrijvers weer gaan lezen. Zij hebben heel veel over Brussel geschreven. Dat heb ik verzameld in een boek. Het geeft een heel realistisch beeld van de stad. Want dat is wat die schrijvers deden: ver weg van de romantiek, de stad beschreven zoals ze er bijlag.”

CHRONIQUEURS Van Wassenhoves boek, getiteld La ville vue par des écrivains du XIXe siècle, meteen ook een eerbetoon aan schrijvers als Camille Lemon-

nier (1844-1913) of Marguerite Van de Wiele (1859-1941), die in de vergetelheid zijn geraakt. “Ik heb nooit begrepen waarom. Het proza dat zij gebruiken (leest enkele fragmenten voor) is van een duizelingwekkende schoonheid, met een woordenschat die fabuleus is. Ik ben af en toe in de Littré (groot woordenboek van de Franse taal, red.) moeten gaan kijken om te zien of Lemonnier bijvoorbeeld niet gewoon woorden aan het uitvinden was.” Van Wassenhove heeft wel een hypothese waarom Franstalige Belgische realisten als Camille Lemonnier nooit dezelfde renommee hebben gekregen als een Zola, een Flaubert of een Daudet. Dat was eigenlijk al zo in de periode dat ze publiceerden. “Ze kregen hun manuscripten niet aan de man, dus werden ze chroniqueur. De Franse auteurs werden wél uitgegeven. Vaak zonder auteursrechten. Maar

“De Brusselaar was in die tijd niet echt een lezer. Hij flaneerde graag en maakte zich mooi. Daarom dat de theaters floreerden” JOSEPH VAN WASSENHOVE Auteur

waarom floreerde de Franstalige Belgische literatuur niet? Misschien komt dat ook wel omdat de Brusselaar niet echt een lezer was. Wat kenmerkte de Brusselaar wel in die periode? Hij liet zich graag zien. Hij flaneerde graag in de parken, zij maakte zich graag mooi. En waar kon je meer pronken dan in de theaters? Die waren wel in volle bloei.” Het moet gezegd: de beschrijvin-


bier te brouwen, was ook de illustere schrijver Charles Baudelaire opgevallen, die toen in Brussel woonde. Al was hij in dezen iets prozaïscher: ‘La ville boit son urine!’ riep hij uit. Van Wassenhove: “Brussel was een liberale stad, waar vrijdenkers werden getolereerd. Ook een stad waar het goedkoop wonen was. Dat lokte vele Franse schrijvers: Victor Hugo, Paul Verlaine, Charles Baudelaire, Gérard de Nerval. Ze waren niet allemaal zo negatief, hoor. Ze hielden wel van Brussel. En van Baudelaire moet je weten dat hij hier wat mistroostig rondliep. Hij kreeg zijn manuscripten niet gepubliceerd en moest de boer op met conferenties, maar die trokken nauwelijks volk. Op de koop toe was hij ziek. Het verklaart wellicht zijn negatieve kijk. Alleen voor de kerken in Brussel was hij vol bewondering.”

De Brusselse schrijvers, zoals Camille Lemonnier, betreurden dan weer dat de middeleeuwse stad langs de Zenne vervangen werd door een protserige bourgeoiswijk met een amalgaam aan stijlen. Brussel probeerde het provincialisme van zich af te schudden, op zoek naar de stedelijkheid en met Parijs als voorbeeld, maar, zo getuigen de schrijvers, dat lukte maar matig. Uiteindelijk toont het boek van Van Wassenhove dat de geschiedenis zich, alle verhoudingen in acht genomen, herhaalt. De bruxellisation was er ook al in de negentiende eeuw. De stadsvlucht van toen kende soortgelijke oorzaken als vandaag. Er waren arme en rijke wijken die weinig met elkaar te maken hadden, en de spanning tussen de burgerlijkheid en het kosmopolitisme was er even sterk als vandaag.

BRUXELLISATION Maar die ziekmakende Zenne werd langzamerhand een hygiënisch schandaal. En burgemeester Jules Anspach besliste dat het genoeg geweest was: een deel van het middeleeuwse Brussel werd met de grond gelijkgemaakt om de Zenne te kunnen overwelven. Ook hier kwam Parijs weer om de hoek loeren. In ware Haussmann-stijl werden de centrale lanen aangelegd. Maar de toenmalige schrijvers vonden er niets aan. De Franse schrijvers die naar Brussel kwamen vonden dat de gevels, waarvoor tussen 1870 en 1880 nochtans wedstrijden waren uitgeschreven, getuigden van slechte smaak. Het Beursgebouw? “Je me détourne,” schreef Verlaine.

Joseph Van Wassenhove. Een groot deel van het negentiende-eeuwse Brussel moest eraan geloven met de overwelving van de Zenne in de Vijfhoek. Op sommige plekken zijn er nog restanten, zoals deze impasse.

gen die Van Wassenhove in zijn anthologie ten berde brengt, zijn van het meest treffende Franse proza dat over Brussel is geschreven. En aangezien de geciteerde auteurs nu eenmaal realisten waren, spaarden ze de lelijke kantjes van Brussel niet. Zeker niet als het over de middeleeuwse straatjes ging nog voor de Zenne was overwelfd. “Les masures de ces quartiers sont de véritables repaires de

voleurs, de receleurs... ,” schreef Caroline Gravière (1821-1878). “On n’aura pas grande peine à démolir; tout ça branle, tout ça est vermoulu, tou ça est pourri, tout ça croule; une vraie mâchoire de veille femme. Foyer de rhumatisme et typhus – demeure de rats – sépulchre de charognes – et cette eau se brasse, se vend se boit.” Dat het Zennewater gebruikt werd om het befaamde Brusselse

Joseph Van Wassenhove, Bruxelles, la ville vue par des écrivains du XIXe siècle, Edition Samsa, 2020.

BRUXELLES PAR SES ÉCRIVAINS

BRUSSELS THROUGH THE EYES OF ITS AUTHORS

Bruxelles au XIXe siècle, c’était une Senne toxique mais aussi des quartiers somptueux avec une bourgeoisie qui adulait Paris. Joseph Van Wassenhove a écrit un livre passionnant à ce sujet. Dans Bruxelles, la ville vue par des écrivains du XIXe siècle, il chante les louanges des écrivains réalistes bruxellois et leur prose d’une « beauté vertigineuse ». Seulement, leurs œuvres n’étaient pas publiées... « Pourquoi la littérature francophone ne florissait-elle pas ? Entre autres parce que les Bruxellois ne lisaient pas tellement de livres. »

The Brussels of the 19th century was one of the unsanitary Zenne but also of affluent neighbourhoods housing a bourgeoisie that looked up to Paris. Joseph Van Wassenhove has written a fascinating book about it. In Bruxelles, la ville vue par des écrivains du XIXe siècle, he sings the praises of Brussels’s realist authors who wrote prose “of dazzling beauty”. And couldn’t manage to get their works published. “Why did French-language literature not flourish here? Because the typical resident of Brussels was not an avid reader.”

FR

EN

45


Culture. Beeldverhaal

ENZO SMITS EERT ZIJN VRIEND EN WAPENBROEDER

Ward Zwart blijft nog lang NL

Drie jaar na het in tienermelancholie en inspirerend nietsdoen verzopen Wolven, komt de onontwarbare knoop van scenarist Enzo Smits en tekenaar Ward Zwart met Ik kom van ver, maar blijf niet lang. Een beeldverhaal dat na het plotse overlijden van Ward Zwart eind oktober niet louter een laatste boek mag heten, maar een poëtische en gloedvolle roes om te koesteren. — KURT SNOEKX, FOTO’S NICK GEBOERS

E

en late zomeravond in 1997, een stedelijke skyline. Op perron 18 van wat BrusselNoord zou kunnen zijn, pikken duiven een graantje mee, lezen mensen nog kranten en boeken en luistert een enkeling naar muziek, terwijl vanachter felle koplampen een trein binnenrolt. Aan boord wordt er gelezen, gekeuveld, ge-sms’t en – door een haas en zijn baasje – uit het raam getuurd. Slingerend langs velden, bruggen en bergachtige landschappen sluit je de ogen tot “Hé slaapkop… Wakker worden! Eindhalte.” Ruim twaalf woordloze pagina’s duurt de openingsscène van Ik kom van ver, maar blijf niet lang en met geen stokken ben je nog wakker te krijgen uit deze droom. “Met ‘Hij neemt de trein naar huis’ hadden we het ook verteld,” zegt Enzo Smits, “maar dan hadden we de lezer niet de kans gegeven om mee op die trein te zitten en die traagheid te ervaren. Wanneer Gus (Jensen, het hoofdpersonage, red.) wordt opgepikt door zijn broer en zegt dat hij onderweg lang heeft geslapen, heeft de lezer dat gevoeld. Er gebeurt op die eerste pagina’s zogezegd niets, maar voor mij gebeurt er in die non-momenten superveel. Ik schrijf graag op die manier en voor Ward is dat sfeervolle, trage tekenen ook wie hij is. Daar hebben we elkaar in gevonden, heel natuurlijk. We hebben nooit dit soort gesprekken, over de basis van wat we maakten, met elkaar moeten hebben. Als ik schrijf: ‘De treinrit heeft een zekere duur, Gus valt in slaap en er zit een man met een

46

haas in zijn wagon’, dan weet ik wat er bij Ward uit zal komen.” Zou komen… Op 26 oktober werd er een gat gebrand in de onontwarbare knoop van de scenarist en tekenaar. Ward Zwart was 35 toen hij overleed. “Een heftig en ingrijpend verlies” voor Enzo Smits, en vele anderen. De “melancholische rebel”, zoals LUCA-docente en medeoprichtster van het jaarlijkse Grafixx-festival Ephameron hem noemde, heeft vanuit het stille hoekje van de broeierige ondergrond een generatie in binnen- en buitenland beïnvloed met zijn fanzines, affiches, logo’s, flyers, posters en steevast gemaskerde muzikale performances. “Ik heb net de feature van The Comics Journal gelezen,” vertelt Enzo Smits, “waarvoor David Schilter van Kuš! Comics na een voorzet door (de Tasmaanse superster-stripmaker, red.) Simon Hanselmann getuigenissen over Ward heeft verzameld. Het is heel mooi om te zien hoeveel uiteenlopende mensen hij diep geraakt heeft en hoe vaak hetzelfde naar boven komt.” Dat hij stil was, bescheiden en introvert, speels, grappig, genereus, integer. “I never heard anyone say he was a cunt,” schrijft Simon Hanselmann haast ontredderd. “Veel van wat Ward was, vind je terug in zijn werk,” zegt Enzo Smits. “Niet noodzakelijk inhoudelijk, maar in de manier waarop hij ermee omging en het naar buiten bracht. Zorgzaam, met veel liefde, gul, in alle onopvallendheid… Je hoort vaak enkel spreken over de melancholie in zijn

werk, terwijl heel veel van de kleine humor en verborgen grappen in onze boeken net van hem kwamen. Hij was er vaak om de melancholische verhalen die ik schreef te verlichten. De keren dat wij signeersessies deden, had dat een hoog Beavis and Butt-Head-gehalte. Ik denk dat we ons allebei ook wel verbonden voelden in het gevoel daar nooit volledig op onze plaats te zijn. Lachen was een manier om daarmee om te gaan.”

DE POËZIE VAN HET KLEINE Ik kom van ver, maar blijf niet lang – na het imposante drieluik Wolven de tweede samenwerking tussen filmmaker en scenarist Enzo Smits en tekenaar Ward Zwart – verbindt veel van die knopen. In de nostalgische gloed van de late jaren 1990 en de “last days of summer” twijfelt een groepje skatende jongeren met muzikale ambities tussen rondhangen en doorbreken, blijven hangen en ontsnappen. Gus Jensen, de aan het Amerikaans-Kempisch aandoende dorpje ontkomen zanger van Herzog, keert na de split van zijn band en de relatiebreuk met zijn vriendin-bassiste terug naar huis als een schim van zichzelf. Niet om lang te blijven… Tot een in magnifiek licht gehulde bovennatuurlijke (?) gebeurtenis buiten- en binnenwereld doet botsen en in elkaar grijpen. Het zegt alles en niets. Ik kom van ver, maar blijf niet lang is zoveel meer dan een plot. De ruggengraat van het boek bestaat, net als in Wolven het geval was, uit een ontzagwekkend sfeervolle, poëtische nevel. Een soort roes, die


Enzo Smits Wordt geboren in Mol in 1988. Duikt op zijn veertiende in de lokale skateboardscene maar beseft snel dat hij beter is in het filmen van zijn vrienden dan in ollies en kickflips. Eigent zich de subcultuur toe en leert gaandeweg het werk van regisseurs als Harmony Korine en Spike Jonze en fotografen als Ari Marcopoulos en Ed Templeton kennen. Gaat in jeugdhuizen overal te lande naar optredens in de punken hardcorescene en leert daar tekenaar en DIY-adept Ward Zwart kennen. Studeert audiovisuele kunsten aan LUCA School of Arts - Campus Brussel en zwaait af in 2014 met All we ever wanted was everything. Maakt voor het Canvas-programma 4x7 de kortfilm It won’t be long now. Out zich in 2017 als stripscenarist met het van tienermelancholie en inspirerend nietsdoen doortrokken Wolven, een samenwerking met Ward Zwart.

Maakt, opnieuw met Ward Zwart, het wonderschone Ik kom van ver, maar blijf niet lang.

Enzo Smits plant een vlag voor Ward Zwart in het Dudenpark. “Dit voelt als het begin van een traject, voor dit nieuwe boek, maar ook als het einde van een samenwerking die zo uniek was.”


ENZO SMITS EERT ZIJN VRIEND EN WAPENBROEDER

“Al die details, die kleine momenten in het verhaal, dat is gewoon onze manier van naar de dingen te kijken. Het is wat we kunnen”

BRUZZ

| INTERVIEW

ENZO SMITS

uiterst gelaagd en doorwrocht een verhaal spint uit details. Van Sonic Youth en Lydia Lunch’ ‘Death Valley ’69’ dat door de autoradio schalt tot Kurt Cobains ziekenhuisjurk, van C’est arrivé près de chez vous en Dennis Rodman tot Unwound en Hüsker Dü, van Airwalks tot Bartman. Dat is met een reden. Er gebeurt iets wonderlijks als je oog blijft haken aan het onooglijke. De tijd vertraagt, de ruimte stolt, elke sprankel van een gebeurtenis, elke beweging, gedachte en emotie wint aan betekenis en waarde. Het is die poëzie van het kleine die, meer dan al het andere, groots ademt in het werk van Ward Zwart en Enzo Smits. “Films waar we in het maakproces veel op terugkwamen, waren films van Kelly Reichardt, die net hetzelfde doet, die echt de tijd neemt om te kijken naar mensen. In haar laatste film (First cow, red.) volg je twee gasten die melk stelen van de enige koe in het dorp om daar koekjes mee te

Ward Zwarts haas siert de pet van Enzo Smits. 48

bakken. De tijd die je wint door dat verhaal niet vol te plamuren, ruimte en ritme te creëren om echt naar die mensen te kijken, er echt iets over te zeggen, is voor ons veel betekenisvoller dan wat voor verhaal dan ook. Het bredere verloop doorheen het boek is eigenlijk een excuus om al die kleine momenten daartussen te laten gebeuren. Het houdt alles samen maar hoeft niet alles te betekenen. Dat is vaak een minder bewuste, meer organische keuze dan we denken, het is gewoon onze manier van naar de dingen te kijken. Het is wat we kunnen.” Net dat kunnen stokt nu. “Ik was heel hard voorbereid op de zwaarte van het moment dat ik ons boek in handen zou krijgen,” vertelt Enzo Smits. “Zwaar was het op één manier ook, maar het was tegelijk een veel warmer moment dan ik verwacht had, omdat Ward, door alles wat we er samen in hebben gestoken, ook heel nabij voelde. (Pauze) Het is gewoon nog heel nieuw. Te groot. Dit voelt als het begin van een traject, voor dit nieuwe boek, maar ook als het einde van een samenwerking die zo uniek was, waar zo weinig woorden voor nodig waren. Dat kan alleen als er een groot wederzijds vertrouwen is, respect, een connectie via dat referentiekader dat we deelden.”

nieuwe dingen introduceren, zit ik helemaal vast. Een scenario moet een gesprek in gang zetten waarin er een constante reactie is tussen wat er al is en wat er nog kan komen. Het zou voor mij nooit werken als alles op voorhand al vastligt.” “Maar dat maakt het ook soms moeilijk, natuurlijk. Ik herinner mij nog dat Ward – zoals altijd heel voorzichtig – na 100 pagina’s vroeg of ik al wist wat er zou volgen. (Lacht) Bij dit boek is die wisselwerking op een bepaald moment zo ver gegaan dat als er geen nieuwe pagina’s van Ward binnenkwamen, ik ook automatisch stopte met schrijven. We waren elkaars brandstof. Als een van ons twee stopte met reageren, stopte alles.” “Heel die onvergelijkbare, spontane, organische interactie valt nu weg. Net als die enorme vriendschap, die op den duur ook niet meer los te koppelen was van onze samenwerking. Weet je, als we de laatste jaren spraken met elkaar, ging dat vaak over het boek dat we aan het maken waren. Tegelijkertijd is die grens ook heel dun, omdat die momenten dat we niets aan het creëren waren en praatten over de boeken, films en muziek die we mooi vonden, allemaal wel hun weg vonden naar wat we aan het maken waren.”

HARDCORE WOLVEN

En zo trein je van Brussel-Noord plots naar een dorp in de bergen. “Het is een heel fictief collagedorp geworden, ja. Het feit dat daar bergen zijn, komt eigenlijk door een stomme inside joke. Toen wij in Angoulême waren om Wolven te promoten, hadden we daar een interview met een Franse tv-zender. Toen we dat gesprek achteraf te zien kregen, bleek dat we gedubd werden en dat er ook nog eens voortdurend naar ons verwezen werd als die twee Zweedse auteurs met hun Scandinavische landschappen. Dan hebben we gedacht: oké, dan gaan we daar in onze volgende strip volledig voor. (Lacht luid) Zo ken je ook meteen de reden waarom er in het boek een Tove en een Lars rondlopen.” “Da’s ook het fijne aan in stukjes werken: je kan heel veel in het moment zelf toelaten en zien waar het toe leidt. Dave is ontstaan toen we in Canada in een winkel iemand zagen die echt heel

Dat referentiekader kiemde in jeugdhuizen, waar Enzo Smits en Ward Zwart elkaar vaak tegenkwamen op optredens in de punk- en hardcorescene. “Dat is een heel kleine scene, waar je vaak dezelfde mensen ziet, en Ward was er daar één van. Hij tekende vaak de posters voor die optredens. Toen ik vijftien, zestien was heb ik voor het eerst werk van hem gekocht. Als ik nu rondkijk in mijn huis, is er geen hoek waar ik niet iets vind van hem. De kleinheid van zijn werk, de suggestie van een verhaal die vaak in één tekening zat, sprak me aan. De openheid ook, de ruimte die hij de lezer liet door niet vol te tekenen. Ik heb mij nooit vervreemd gevoeld van zijn tekeningen, nooit gevoeld dat ik mij daar niet mee kon identificeren. Dat is een terugkerend iets: de meest onderscheiden mensen zeggen mij nu dat ze Ward niet kenden, maar in zijn tekeningen wel veel van zichzelf terugvonden.” “Omdat ik zijn zines heel goed vond, maar ze me altijd hongerig maakten naar meer, heb ik gevraagd of hij niet eens iets langers wilde maken. Bleek dat hij vaak vastliep op het verhaal, terwijl ik heel veel interessante verhalen had die ik niet geschikt vond om te verfilmen. Een week later heb ik iets opgestuurd en kreeg ik snel vijf pagina’s terug. Zo is Wolven gekiemd, en onze samenwerking.” Dat heen en weer heeft zich doorgezet in Ik kom van ver, maar blijf niet lang. “Nog veel meer dan bij Wolven zelfs,” vertelt Enzo Smits. “We zagen elkaar ook niet als scenarist en tekenaar, maar gewoon als twee mensen die samen iets maakten. Onze samenwerking bestond niet uit een klassieke rolverdeling, zijn tekeningen waren net zo goed brandstof van het verhaal. Ik kan ook niet anders werken. Als ik niet het gevoel heb dat ik gaandeweg kan terugdraaien, afstand nemen of

KOMBUCHA EN ZWEEDSE BERGEN

“Je hoort vaak enkel spreken over de melancholie in Wards werk, terwijl heel veel van de verborgen grappen in onze boeken net van hem kwamen” ENZO SMITS


ENZO SMITS & WARD ZWART: LÀ POUR RESTER Trois ans après Wolven (Loups) qui baignait dans la mélancolie et l’oisiveté adolescentes, le duo du scénariste Enzo Smits et du dessinateur Ward Zwart revient avec Ik kom van ver, maar blijf niet lang (Je viens de loin mais je ne reste pas longtemps). Une BD qui, après la mort soudaine de Ward Zwart, ne doit pas être considérée seulement comme un dernier ouvrage. « Ce qui marquait le début d’un voyage, pour ce livre, est aussi la fin d’une collaboration qui était unique », dit Enzo Smits à propos de l’artiste qui a influencé toute une génération de l’underground. La BD rassemble beaucoup de ces qualités dans une plongée dans la fin des années nonante avec des jeunes qui hésitent entre traîner et fuir, un héros de rock qui fait une rencontre du troisième type, et un train qui roule lentement de Bruxelles-Nord vers les montagnes. « J’espère que ce livre sera lu pour ce qu’il est. C’est la meilleure façon d’honorer Ward. »

In de nostalgische gloed van de late jaren 1990 twijfelt een groepje skatende jongeren tussen rondhangen en ontsnappen.

ENZO SMITS & WARD ZWART: HERE TO STAY

BRUZZ | INTERVIEW

FR

Three years after Wolven (Wolves), which was steeped in teenaged angst and idling, the inextricable duo of screenwriter Enzo Smits and illustrator Ward Zwart has created Ik kom van ver, maar blijf niet lang (I Come from Afar, But Will Not Stay Long). It is a graphic novel that is not only a final book, following the sudden death of Ward Zwart, but is also a poetic and glowing high that ought to be cherished. “The beginning of a trajectory for this book is also the end of a unique cooperation,” Enzo Smits says about the artist who influenced a generation from the sultry underground. He was quiet, modest, playful, funny, generous, and had great integrity. Ik kom van ver, maar blijf niet lang connects many of these characteristics in an irresistible dive into the late 1990s, where youths vacillate between hanging around and escaping, a rock hero has a close encounter of the third kind, and a train slowly drives from Brussels North to the mountains. “I hope that this book is read for what it is. That is the most beautiful way to honour Ward.” EN

luid van zijn kombucha slurpte. (Lacht) De anekdote van het blauwe haar heeft Ward me ooit verteld, de zendmast die onverklaarbaar in brand schiet had hij gelezen in een krantenartikel. Al die beetjes zijn het verhaal in geslopen, omdat we dit keer meer in een context hebben gezeten dat we niet aan het boek aan het werken waren. In Frankrijk stonden ze niet bepaald in de file voor ons, en dus hadden we tijd om te observeren en praten. Dat is ook een manier van samen schrijven zonder dat concreet te moeten doen. Het heeft geleid tot het grootste moodboard ooit, denk ik. Uiteindelijk hebben we een Tumblr-pagina opgestart waar we de muziek waar we naar luisterden, de T-shirts die in het boek gedragen worden, de posters op de slaapkamers op uploadden.” Het getuigt van een ongelofelijk respect voor hun personages. Van outcast tot misfit, van idool tot devote fan, van “rare” tot held, ze worden allemaal in vlees en bloed gewikkeld. “De grotere wereld kan zijn wat je wilt, als die microwerelden van de personages maar kloppen,” vertelt Enzo Smits. “Het zou stom zou zijn om zo hard op te gaan in referenties en nostalgie, en daar dan fouten tegen te maken. De kleine leefwereld en de subculturen moeten kloppen, om je er als lezer ook in thuis te voelen.”

Dat thuis dooradert Ik kom van ver, maar blijf niet lang. Als een bijeengesprokkelde ruimte, als een metafoor voor normaliteit, als een wegbereider voor eigenzinnigheid, en als een moment, dat tegelijk heel klein en heel groot is en dat dit boek de warme gloed gunt die het verdient. “Ward en ik zijn buitenstaanders in de klassieke stripwereld. Strips zijn nooit onze referenties geweest, en het was ook nooit onze ambitie om tot de stripwereld te behoren. We hebben samen iets gemaakt dat we wilden maken. In die zin hoop ik dat dit boek wordt gelezen voor wat het is, dat mensen het een eerlijke kans geven en het niet louter als een laatste boek lezen. Dat is de mooiste manier om Ward te eren.”

WARD ZWART & ENZO SMITS: IK KOM VAN VER, MAAR BLIJF NIET LANG Bries, 352 p., €35, www.bries.be

49


Culture. Slam & poésie

Langue de feu FR

Lise e Lombé ne conçoit pas la poésie sans engagement et pas de vie sans poésie. Dans le slam, elle a trouvé un moteur d’épanouissement et une énergie à partager. Elle est l’invitée de la version virtuelle du festival Bruxelles/Africapitales. — GILLES BECHET, PHOTO SASKIA VANDERSTICHELE

Des rafales de mots, de phrases courtes qui s’emboutissent, entrechoquent leurs syllabes et percutent les sens. Lisette Lombé, enfant de la Meuse et du Kasaï, dompte et caresse les mots qu’elle lance dans un micro ou sur une page. Poétesse, slameuse, animatrice d’ateliers d’écriture, ou encore chroniqueuse à la radio et dans la presse écrite, elle est une des voix afroféministes qui compte aujourd’hui, comme en témoigne une année 2020 fort chargée avec la publication de deux recueils. Brûler, Brûler Brûler fait table rase des injustices, des oppressions et des préjugés dans un feu de joie et un feu de rage, et Venus poetica qui fait parler les corps et le désir dans la libération du sexe. Romaniste et enseignante, Lisette Lombé est venue sur le tard à l’écriture poétique après un burn-out. Invitée par le collectif Warrior Poets, à présenter un de ses textes, elle découvre l’énergie de la scène et du partage. « À 36 ans, j’ai eu la sensation que j’étais à ma juste place. » Peu après, elle (co-)fonde L-Slam, collectif de poétesses, multiculturel et intergénérationnel avec lequel elle organise des ateliers et des podiums de slam. Écrire,

c’est pour elle une manière d’être au monde et d’agir sur le monde. « Certains de mes textes sont liés à des expériences de vie, à de l’auto-fiction, alors que d’autres portent d’autres voix et d’autres combats. »

ÉMOTION BRUTE Son écriture comme son identité sont plurielles. « Avant de me consacrer à l’écriture, j’avais tendance à vivre mon identité comme quelque chose d’écartelant entre l’Afrique et l’Europe, la noire et la blanche. Maintenant je suis plus dans une troisième voie qui s’est reconstruite et enrichie au contact d’autres personnes et qui reflète toute la complexité du monde. » Lisette qui peut s’afficher dans ses textes comme une « Betty Page postcoloniale » n’est pas seulement une militante qui écrit, qui s’indigne et réagit à des sujets qui font mal. Dans son roman Venus poetica, elle écrit sur un personnage en quête de liberté qui accepte son corps, son âge et ses fantasmes en assumant de ne pas être dans les clous. Parfois, quand l’actualité est trop dure et lui reste dans l’estomac, elle préfère la pratique

Select.

50

Pieters podcast

Fris rapplaatje

Le show des journalistes

NL/ ‘Zes cosmi-komische

NL/ De Brusselse

verhalen over een eekhoorn met loodgieter-ambities.’ ‘Zeven oorsprongsverhalen met onder meer een gorilla uit Belgrado en de menselijke maat die loeihard in je oog schiet.’ Dit moet gaan over de podcast Timo die de kameleontische schrijver, film- en theatermaker Pieter De Buysser de komende maanden lost onder zijn nieuwe avatar Solta, samen met saxofonist Mattias De Craene. Over Timo de ecologist die botst met de crew van een cruise. (MB)

smaakmaker Lefto zet zijn schouders onder het nieuwe project van de Antwerpse rapper Benjamin ‘Nag’ Hertoghs en de Leuvense beatmaker Toon ‘Title’ Janssens. De debuut-ep van Nag & Title verschijnt op Lefto’s label Royale Records en telt zes tracks die hun beats lepelen in de nineties, jazzgitaartjes in het nu en blieps in de toekomst. Jango Jim zorgde voor het kleurrijke artwork van een album dat andermaal aantoont hoe fris Nederlandstalige rap tegenwoordig klinkt. (TZ)

FR/ La pandémie n’aura pas raison du traditionnel Live Magazine à Bozar. Dans ce magazine d’actualité vivant, des journalistes, photographes, dessinateurs et réalisateurs quittent leurs rédactions respectives le temps d’une soirée pour monter sur scène. Pour prendre le micro et partager avec le public un récit, une enquête, une rencontre ayant marqué leur pratique. Immersion 100% garantie, y compris pour cette édition gratuite en ligne. (SOS)

> 25/2, www.timo.earth

www.lefto.be

8/12, 20.00, www.bozar.be


« Avant de me consacrer à l’écriture, j’avais tendance à vivre mon identité comme quelque chose d’écartelant », dit la slameuse et artiste pluridisciplinaire Lisette Lombé.

du collage à celle de l’écriture. « Tout mon imaginaire vient de la photographie et des reporters de guerre. » Ces derniers jours, alors que le procès de l’affaire Mawda battait son plein, un collage réalisé en hommage à la fillette kurde, fauchée par la balle perdue d’un policier, a beaucoup circulé sur les réseaux sociaux. « C’est de l’émotion brute. Je l’ai réalisé quand j’ai appris la nouvelle. Les mots me paraissaient alors indécents » Au-delà des mots, l’essence du slam, c’est le partage. « C’est surtout un art de l’écoute. C’est une intense circulation de l’énergie où chacun prend la scène avant de redevenir le spectateur ou la spectatrice des autres. En atelier, c’est un outil puissant et simple à la fois qui permet aux gens de nommer ce qu’ils ressentent et de dire aux autres qui ils sont. » Le spectacle diffusé en streaming par les Halles dans le cadre du Programme Bruxelles/ Africapitales Goes Live, a été préenregistré, sans public. Ce qui était une expérience particulière pour Lisette. « En dessous d’une certaine énergie, le slam ne passe pas. Heureusement, on était trois avec de l’énergie à revendre. » Pour se mettre en condition, Lisette, qui n’est pas comédienne, avait son petit secret qu’elle a puisé dans son expérience sportive. « Dans ma jeunesse, j’ai fait du sprint. Avant le top départ d’un 100 mètres, il faut arriver en très peu de temps à se concentrer au maximum tout en relâchant complètement ses muscles. » C’est ce qu’elle a fait pour être prête à balancer une claque de mots.

ENTRE RAP, SLAM ET RÉVOLTES: SPITLER, JOËLLE SAMBI ET LISETTE LOMBÉ 5/12, 20.00, www.halles.be

The half-hour of the wolf

Away with the WTC EN/ If you haven’t seen WTC, A Love Story yet,

you will have another chance to see it online. The clever low-budget docu-fiction film by Lietje Bauwens and Wouter De Raeve shows the development of the site where the WTC stood, and where a complex of offices, residences, co-working spaces, sports facilities, cafés and restaurants, courtyards, and a public, green ground floor are supposed to be built. Is this an example of responsible urban development? Or is the project not as utopian and inclusive as the developers pretended? WTC, A Love Story has professional actors re-enact the discussions between key players (the owner, developers, politicians,

architects, activists, social workers) and thus reveals unanswered questions and questionable sales pitches. The screening is part of the programme “In Between Utopia and Failure” (25/11 > 9/12) organized by La Loge and Argos. (MB) 3/12, 19.00, www.eventbrite.be, www.la-loge.be

EN/ The Portuguese percussionist João Lobo stalks around his instrument like a wolf. Or at least that is how we imagine him when listening to the debut album by his new trio, in which he is joined by guitarist Norberto Lobo and bassist Soet Kempeneer. Simorgh, named after a phoenix from Persian mythology, spends half an hour buzzing, crunching, and squeaking its way around a spiritual soundscape that shirks up against free-jazz, brought to life at the studio of Les Ateliers Claus. (TZ) Release: 5/12, Les Albums Claus 51


DE WEIK VAN’T BRUSSELS ne vaccin teige Corona

VAN 28/11 TOT EN MET 6/12

De Weik 2020 goêt digital, virtuel, 2.0. quoi… Aaigentlaaik es da in Brussel al 3.0. ZOÊTERDAG 28 NOVEMBER, VAN 19U TOT 22U BUBBELSURBOUM > FACEBOOK-LIVE met DJ THIERRY, DJ PASCAL presentatie Geert Dehaes en Albert Verdeyen

VAN ZOÊTERDAG 28 NOVEMBER TOT EN MET ZONDAG 6 DECEMBER BRUSSELSFLIX

Surf naar de Facebookpagina of Facebookgroep van be.brusseleir en bouw met jouw bubbel een Bubbelsurboum ! We serveren Brusselse zwans, Brusselse leekes én dansmuzeek. Plezeer & Ambiance IN A KOT!!

De website van be.brusseleir wordt een week lang BrusselsFLIX. BrusselsFLIX laat jou genieten van performances, gesproken woord en concertjes. BRUSSELSFLIX > WWW.BEBRUSSELEIR.BE

ZONDAG 29 NOVEMBER, 12U

VAN MOINDAG 30 NOVEMBER T.E.M. VRAAIDAG 4 DESEMBER IN ET BRUZZ-JOURNAAL, BRUZZ.BE, BEBRUSSELEIR.BE EN DE FACEBOOKPAGINA’S BE.BRUSSELEIR

KOUK MEI MÈ ALBERT STOEMP > FACEBOOK LIVE Surf naar de Facebookpagina of Facebookgroep van be.brusseleir en kook samen met Albert Verdeyen een heerlijke STOEMP SCAMPI CURRY. Via chat zal je aan Albert vragen kunnen stellen die hij live zal beantwoorden.

MOINDAG 30 NOVEMBER VERKEEZING ‘BRUSSELEIR VAN’T JOÊR’ EN ‘BRUSSELEIR VÈ ET LEIVE’

‘ALLEMAN ZWANST’ ‘Alleman Zwanst’ zijn filmpjes met diverse thema’s waarin we de Brusselse zwans al dan niet met enig surrealisme en zelfspot naar voor brengen.

‘BRUSSELSQUIZ’ Bruzz-radio organiseert een quiz in’t Brussels. Luister hiervoor naar 98.8 FM.

BE.BRUSSELEIR V Z W – W W W.BEBRUSSELEIR.BE 52


Culture. Eat & Drink

Vous ne connaissez rien à la choucroute ? Pas de panique, le personnel super efficace de Maison Lanssens vous accompagne dans vos choix.

Choucroute-partie FR

L’hiver, qui approche à grands pas, est le moment consacré pour déguster une bonne choucroute. Pour se fournir, une adresse s’impose entre toutes : la Maison Lanssens. — MICHEL VERLINDEN, PHOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

MAISON LANSSENS Tongerenstraat 67 rue des Tongres, Etterbeek, 02-733.04.36, www. maisonlanssens.be, di/ma/Tu > vr/ve/Fr 9.30 > 18.30, za/sa/Sa 9 > 18.00

••••

L’idée a jailli familialement, comme si cela s’imposait : et si on mangeait une choucroute ce week-end ? Ni une, ni deux, direction rue des Tongres dans la boucherie qui se découvre comme « le » temple de cette spécialité : Lanssens. Vous ne connaissez rien à la choucroute ? Pas de panique, le personnel super efficace vous accompagne dans vos choix. Tout commence par le chou à proprement parler. Il se décline

en trois versions selon votre envie de mettre la main à la pâte : choucroute crue nature (8 euros/kg), précuite au vin blanc (11 euros/kg) ou « préparée du patron » (16 euros/kg). On a opté pour cette dernière option, aux notes subtiles de pomme et à l’acidité bien balancée, qui se réchauffe une petite demi-heure dans une cocotte. Bien vu, de petits lardons confèrent un goût fumé à l’ensemble. Notre recomman-

dation ? Se servir de saindoux pour chauffer le chou, histoire de rajouter une note ronde et beurrée au plat. Viennent ensuite les saucisses. Le choix est impressionnant. Le quatuor gagnant ? Strasbourg (25 euros/kg), saucisson polonais (24 euros/kg), Bockwurst aux graines de moutarde (24,50 euros/kg) et surtout délices de Regensburg au cumin (24,50 euros/kg). Enfin, il convient de sélectionner la viande. Impossible de passer à côté du lard braisé (28 euros/kg) que l’on cuit à la poêle avant de le parsemer en petits morceaux sur le chou (peu de temps avant de servir). Mention aussi pour les côtelettes Kasseler (27 euros/ kg) qui, elles aussi, apportent une pointe fumée au mets. On

notera que Lanssens propose également de la purée toute faite. Malgré la paresse qui était la nôtre ce jour-là, on a refusé d’en arriver là : rien de tel qu’une purée faite minute pour accompagner ce plat hivernal. Coût total de l’opération ? Avec les garnitures royales évoquées: compter quelque 12,50 euros par personne (pour 5 personnes, nous avons opté pour un ratio d’1kg de choucroute assortie de la même quantité de viande). Restait encore à régler un détail pour que l’expérience soit parfaite : le vin. On a opté pour une petite merveille du Comptoir des vins, un riesling allemand de la vigneronne Sybille Kuntz (16,50 euros). Un jus droit ponctué d’arômes de fleurs et d’agrumes. Vive le froid, vive l’hiver.

HIGH FIVE POISSONNERIE KAMO

••••

••••

ELBOW

MANGIAVINO

••••

••••

••••

Geliefde gerechten uit de kindertijd. Chers plats de mon enfance. Beloved recipes from our childhood. (www.restaurant-bon-bon.be)

Streetfood op z’n Amerikaans. La street food made in US. US style street food. (www.elbowcounter.com)

Italiaans zoals in Italië. L’Italie en V.O. Authentic Italy. (Facebook: MangiavinoAltitude100)

Sushigenie aan het werk. Envie de sushi d’auteur ? C'est ici. The place for sushi masterpieces. (www.poissonnerie-kamo.be)

De smaak van vlees, zonder vlees. Le goût de la viande... sans viande. The taste of meat, but without meat. (www.veganbutcher.be)

BON BON

THE VEGAN BUTCHER’S CHOICE

53


COLOFON

Nick Trachet

BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 25 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 30 euro per jaar.

Parmentier Nick Trachet Brusselaar die de stad en de wereld culinair ontdekt

B R U Z Z | C U LT U U R

ADVERTEREN? Marthe Paklons, 02-650 10 61 sales@bruzz.be

kan een taart zijn, maar ook een ovenschotel. De korst kan van deeg zijn of, zoals hier, van aardappel. Het is een manier om restjes te gebruiken, bijvoorbeeld wanneer u veel vlees over had. Een gebraad of rosbief kun je nu eenmaal niet in het klein klaarmaken. Maar het is zo’n onwaarschijnlijk vriendelijk gerecht: comfort food, zeggen ze vandaag. In deze moeilijke dagen is het dus een goed moment om te parmentieren. Zet aardappelen op in licht gezouten water. Als er puree wordt gemaakt, eten de disgenoten er altijd meer van! Als ze gaar zijn, haal er dan de schil af en pureer met toevoeging van geraspte muskaatnoot, room en boter. Goed glad mengen. Laat ajuin in ringetjes gesneden en kleine blokjes wortel stoven in de boter. Als de ajuin glazig is en begint te bruinen, doe er dan vlees van de vorige dag bij, gehakt (hachis!) in kleine blokjes. Ook restjes vleesjus zijn meer dan welkom en misschien resten gehakte groente? Kruid met look, tijm, zwarte peper en peterselie, laat stoven tot de wortelen zacht zijn. Vul dan een schotel of kom met het vlees/ sausmengsel en dabber daarop de puree, in één dikke laag. Niet te glad strijken en enkele nootjes boter bovenop leggen. Of u afwerkt met paneermeel en/of kaas, dat moet u zelf weten. Alles gaat dan in de oven in gedurende zowat twintig minuten. Dien bloedheet op. Welke wijn daarbij past? Restjes. Smakelijk.

54

I

2 DECEMBER 2020

ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir HOOFDREDACTIE Kristof Pitteurs (algemeen hoofdredacteur), Mathias Declercq CULTUUR & UIT Gerd Hendrickx REDACTIE Nathalie Carpentier, Eva Christiaens, Sara De Sloover, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Jasmijn Post, Kurt Snoekx, Sophie Soukias, Roan Van Eyck, Steven Van Garsse, Maarten Verdoodt, Tom Zonderman MEDEWERKERS Nicolas Alsteen, Gilles Bechet, Michaël Bellon, Patrick Jordens, Tom Peeters, Niels Ruëll, Nick Trachet, Tom Van Bogaert, Michel Verlinden EINDREDACTIE Karen De Becker, Geert Van der Hallen, Sophie Soukias VORMGEVING Heleen Rodiers, Ruth Plaizier VERTALING John Arblaster, Frédérique Beuzon, Martin McGarry, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Wauter Mannaert, Noémie Marsily, Steve Michiels, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Wide Vercnocke VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Kristof Pitteurs Flageyplein 18, 1050 Elsene. Bruzz is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt op de persen van Eco Print Center (DPG Media) en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

“In de gastronomie verwijst de naam Parmentier naar diverse bereidingen met aardappel” © PHOTONEWS

De hele reeks nalezen? bruzz.be/trachet

DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be

)

Een van mijn voedselhelden is Antoine Augustin Parmentier (1737-1813). Hij was een vriend van Antoine Lavoisier, de vader van de scheikunde. Parmentier, een winkelierszoon uit Montdidier in Picardië, werd apotheker bij het leger en deed breed onderzoek naar betrouwbaar volksvoedsel. Jarenlang experimenteerde hij met de verbetering van brood, voedselveiligheid (in die tijd vooral tegen hongersnood, maar ook tegen giftige rogge/ moederkoren) en hygiëne. Dankzij zijn bijdragen en dan vooral rond de aardappel, zou hij de revolutie bijna ongeschonden overleven, om daarna als een gevierd man te sterven. Hij werd begraven op Père-Lachaise, vroeger was er een moestuin op zijn graf aangelegd. De Fransen geloven graag dat Parmentier het gebruik van de aardappel ‘ontdekte’. Zo stond dat toch in hun canon van de geschiedenis. Dat is uiteraard niet waar. De aardappel was overal in Europa al behoorlijk ingeburgerd, maar de teelt ervan was in grote delen van Frankrijk verboden. Waarschijnlijk wegens de concurrentie met de grote graanboeren. Men maakte de staat bang voor aardappelen, ze zouden lepra verspreiden! Parmentier wist dat verbod ongedaan te maken met bijzonder creatieve acties (maar dat is voor een andere keer). Sindsdien gedenkt Frankrijk hem als en held. Zijn standbeeld in Montdidier moet niet onderdoen voor dat van grote filosofen of militaire overwinnaars. In de gastronomie verwijst de naam Parmentier naar diverse bereidingen met aardappel. Eén in het bijzonder die men op den duur gewoon parmentier is gaan noemen, zonder ‘à la’ ervoor. Hachis parmentier, bijvoorbeeld. Deze schotel is niet door hem beschreven of bedacht, het gebruik van de naam zou in Frankrijk slechts uit het begin van de twintigste eeuw dateren. In Engeland kent men dit recept al twee eeuwen langer als cottage pie. In dat geval bevat de schotel rundvlees. Heet hij shepherd’s pie, dan zit er lamsvlees in. Tenslotte is er fisherman’s pie, uiteraard met vis of zeevruchten. Bij pie denk je aan taart, maar Engelsen niet. Een pie is voor hen elke schotel met een gebakken korst erop. Dat

OPLAGE OPLAGE : 62.609 exemplaren.

MELD NIEUWS Zelf nieuws gespot? Tips zijn altijd welkom via bruzz.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be

VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.agenda.brussels

WWW.BRUZZ.BE



Een digitaal Un cadeau en ligne Sinterklaascadeau pour Saint Nicolas Ontdek op 6/12 het Train thuis voor de Toekomstpakket op:

Entraîne-toi à la maison pour la Panoplie du Futur sur :

DIMANCHE 6/12 • [6+] : Cinq exercices physiques pour

• [2+]: • [2-5j]:

• [2+] : • [2-5 ans] : Les plus petits créent

KaaiAd_BRUZZ_201202.indd 1

ILLUSTRATIE © CÉLINE DEVEUX | FOTO © SPLITTER SPLATTER

ZONDAG 6/12 • [6+]

26/11/2020 15:05


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.