BRUZZ - editie 1727

Page 1

#1727

NL

WEEKBLAD HEBDOMADAIRE WEEKLY EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW

FR

+BRUZZ

EN

SELECT

INTERVIEWS

|

A N A LY S E S

|

TIPS

MELAT GEBEYAW NIGUSSIE LEIDT DE BEURSSCHOUWBURG

‘IK BEN TEGELIJK INSIDER ÉN OUTSIDER’

DEFINITELY THE BEST THINGS TO DO IN BRUSSELS

FLAGEYPLEIN 18 PLACE FLAGEY 1050 ELSENE/IXELLES AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X P303153

21 | 10 | 2020

NIET ENKEL JONGEREN BLIJVEN FEESTEN TIJDENS CORONA ‘WE HEBBEN NOOD AAN EEN NIEUWE SOCIALE ETIQUETTE’



Inhoud / Sommaire / Inside

Edito MINDER WIJ-ZIJ-RETORIEK Corona kleurt de hemel boven onze economie steeds donkerder. De Brusselse minister van Werk Bernard Clerfayt gaat ervan uit dat hij nog jaren slechte werkloosheidscijfers zal moeten aankondigen. Dat terwijl nu al tien tot vijftien procent van de jonge Brusselaars de school verlaat zonder diploma en zeventien procent van de Brusselse werklozen Frans noch Nederlands spreekt. Ze begrijpen zelfs hun Actiris-dossier niet. Daarom start Clerfayt met een talenpunt, waarbij ook het Huis van het Nederlands betrokken is. Die openheid naar het Nederlands én naar Vlaanderen is opmerkelijk voor een minister van Défi, een partij die toch ontstond uit de as van het francofone FDF. Ook verder in het gesprek steekt Clerfayt de hand uit naar Vlaanderen. Wanneer hij het over de aangekondigde stadstol heeft bijvoorbeeld – waarvan Clerfayt tussen haakjes niet vreest dat die de Brusselse economie zal schaden – wijst de minister er fijntjes op dat die ook De Lijn en de NMBS ten goede kan komen. Nu het grootste economische en maatschappelijke drama in jaren op ons af dendert, moeten we ons de vraag durven te stellen of we al die wij-zij-retoriek niet beter helemaal achter ons laten. Lees het interview met Bernard Clerfayt op p8-11 NL

Corona in Brussel INTERVIEW Minister Bernard Clerfayt: “Het zal twee jaar duren voor de arbeidsmarkt hersteld is” 8 REPORTAGE Bij de clandestiene feestjes 12, Cafés op apegapen 46 BIJGEDACHTE “Laten we ditmaal de cultuursector

niet slachtofferen” 7

INTERVIEW

“Ik word agressief van yoga. Dat is als een kat in het water duwen” Liesa Van der Aa 36

INTERVIEW

Ruby Gallery: a new beacon in the canal zone Thierry Dubois & Bjørn Van Poucke 40

DE WEEK Zoom 4, In beeld 6, COVER STORY Melat Gebeyaw Nigussie leidt de Beursschouwburg 18 BRUZZ SELECT In the mix 24, Film Victoria, Filem’On, Querelle, Adieu les Cons, Calamity 28, Expo Great Black Music 32, Eat & Drink Coin Coin 34 STEDENBOUW Vier verbeterpunten voor de voetgangerszone 16 PORTRET BePark 50, BIG CITY Voor Expo 58 waren er al eerder wereldtentoonstellingen in Brussel. Wat blij daar nog van over? 45 COLUMN Nick Trachet 52

Bedankt! Beste BRUZZ-lezer/ luisteraar/kijker Een woord van dank is hier op zijn plaats, want de afgelopen maanden lazen elke week 93.700 mensen BRUZZ-magazine (papier en digitaal). Dat blijkt uit het meest

recente onderzoek van het Centrum voor Informatie over de Media (CIM). 93.700 lezers, dat is 13 procent meer dan bij de vorige telling. Daar kunnen we alleen maar dankbaar voor zijn. Bedankt dus. De BRUZZ-redactie

MOINS DE POLARISATION Le coronavirus assombrit de plus en plus le ciel de notre économie. Le ministre bruxellois du Travail, Bernard Clerfayt, part du principe qu’il va lui falloir annoncer de très mauvais taux de chômage dans les années à venir. Et ce alors que 10 à 15% des jeunes bruxellois quittent déjà l’école sans diplôme et que 17% des chômeurs bruxellois ne parlent ni français ni néerlandais ; ils ne comprennent même pas leur dossier Actiris. C’est pourquoi Clerfayt veut créer une « cité des langues » qui implique entre autres Het Huis van het Nederlands. Cette ouverture au néerlandais et à la Flandre est remarquable de la part d’un ministre DéFI, un parti né des cendres du FDF francophone. Clerfayt tend encore une fois la main à la Flandre plus loin dans l’interview. Lorsqu’il parle du péage urbain annoncé, M. Clerfayt ne craint d’ailleurs pas qu’il nuise à l’économie bruxelloise, le ministre souligne subtilement qu’il pourrait être aussi bénéfique à De Lijn et à la SNCB. Avec la plus grande tragédie économique et sociale depuis des années qui se profile à l’horizon, il faut oser se demander si on ne devrait pas complètement abandonner cette polarisation « eux - nous ». Lisez l’interview avec Bernard Clerfayt en p8-11 FR

LESS US-THEM RHETORIC Corona is making the sky above our heads ever darker. The Brussels minister of Employment Bernard Clerfayt assumes that the unemployment figures will be very bad for years. And that in a situation in which 10 to 15% of Brussels’ kids leave school without a diploma and 17% of Brussels’ unemployed speak neither French nor Dutch; they can’t even understand their Actiris file. Clerfayt is therefore launching a language hub in which the “Huis van het Nederlands” is also involved. That openness to Dutch and to Flanders is remarkable for a DéFI minister, since that party arose from the ashes of the Francophone FDF. Clerfayt again extends his hand to Flanders later in the conversation, when talking about the city toll that has been announced, for example. Incidentally, Clerfayt is not afraid that it will hurt Brussels’s economy, and he also points out that it will benefit both De Lijn and the NMBS/SNCB. Now that the biggest economic and social drama in years is hurtling towards us, we must ask ourselves the question if it is not better to bury the us-them rhetoric for good. Read the interview with Bernard Clerfayt on p8-11 EN

KRISTOF PITTEURS, hoofdredacteur

MELD NIEUWS Zelf nieuws gespot? Jouw tip is altijd welkom via bruzz.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be 21 OKTOBER 2020

I

3


De week

HET ENE PROJECT KOST AAN DE OVERHEID, HET ANDERE BRENGT OP

Neo 2 afgeblazen, Neo 1 gaat door De Brusselse overheden hebben Neo 2, de bouw van een congrescentrum en hotel aan het Atomium, begraven. Om dit ambitieuze project te financieren, werd destijds Neo 1 bedacht, het plan voor een shoppingcenter en woningen op de Heizel. Moet dit omstreden project wel zonder meer voortgezet worden, nu Neo 2 stopt, vragen sommigen zich af. — BETTINA HUBO

BRUZZ | DE WEEK

Eind vorig jaar kwam Neo 2 al op losse schroeven te staan en nu is het definitief. Met dit plan voor een congrescentrum voor vijfduizend man en een viersterrenhotel wilden de Stad Brussel en het Gewest de positie van Brussel als organisator van grote congressen en conferenties veiligstellen. Het project werd twee jaar geleden concreet toen de Stad en het Gewest, verenigd in de vennootschap Neo, het bouwproject toekenden aan het consortium Cofinimmo-CFE met als architect de internationaal vermaarde Fransman Jean Nouvel. Maar enkele grote organisatoren van beurzen waren niet ingenomen met het project, dat meer dan 300 miljoen euro zou kosten, terwijl de Heizel-

paleizen dringend aan renovatie toe waren. Daarop werd een haalbaarheidsstudie besteld bij een Duitse consultant. Die oordeelde eind vorig jaar dat er prioriteit moest gegeven worden aan de renovatie van de beurshallen en dat een eventueel congrescentrum te midden van de paleizen zou moeten verrijzen, niet aan de voet van het Atomium. Brussels burgemeester Philippe Close (PS) besliste om het dossier een aantal maanden te laten rusten, maar vorige week, in volle coronacrisis, werd de knoop doorgehakt. “Gezien de onzekerheden gelinkt aan de wereldwijde sanitaire crisis en de crisis in de beurs- en eventsector, moeten de betrokken overheden de stekker uit Neo 2 trekken,” zo klonk het.

Kraakpand brandt opnieuw De brandweer van Brussel moet zondag voor de tweede keer in amper vier maanden tijd uitrukken voor een brand in een kraakpand op de Keizer Karellaan. Hoe de leegstaande woning in de gemeente Sint-AgathaBerchem vuur vatte, is niet duidelijk. De brandweer treft geen personen aan in het gebouw. Bij de uitslaande brand op de tweede verdieping komen de vlammen zichtbaar uit de ramen. 4

I

21 OKTOBER 2020

Velen vragen zich af hoe het nu moet met Neo 1. Dat project werd door de Stad bedacht om de dure plannen van Neo 2 te financieren. Als eigenaar van de gronden op de Heizelvlakte sloot de Stad een akkoord met projectontwikkelaar Unibail-Rodamco-Westfield plus Besix en CFE. In ruil voor een erfpachtvergoeding van ongeveer 170 miljoen euro mocht de promotor op de gronden van de Stad een megashoppingcentrum en 650 woningen neerzetten. De Stad zou die 170 miljoen aanwenden voor de financiering van Neo 2. De andere helft van het benodigde bedrag zou komen van het Gewest, dat beloofde twintig jaar lang 8 miljoen euro te betalen. Het geplande winkelcentrum kreeg de afgelopen jaren veel kritiek van

625 In Watermaal-Bosvoorde ontdekt de lokale politie donderdag een cannabisplantage tijdens een huiszoeking in een privéwoning in de omgeving van het Arcadenplein. In de woning blijkt een plantage van 625 cannabisplanten te staan. Er zijn nog geen verdachten geïdentificeerd of opgepakt.

leefmilieu- en ondernemersorganisaties. Zij vreesden dat een megashoppingcenter in de periferie nefaste gevolgen zou hebben voor de winkels in het centrum en de andere bestaande handelswijken, en ook voor het milieu en de mobiliteit.

PROCEDURESLAG Toen de promotor een bouwvergunning vroeg, volgde er dan ook een hevige procedureslag, die tot op vandaag onbeslist is. In maart vernietigde de Raad van State voor de tweede maal het Gewestelijk Bestemmingsplan dat de bouw van het winkelcentrum mogelijk moest maken. Nu proberen de Brusselse overheden Neo 1 geregeld te krijgen via het Richtplan van Aanleg Heizel, een nieuw urbanistiek instrument.

“Nu de belangrijkste bestaansreden van Neo 1 is weggevallen, moet de Stad Brussel eerlijk zijn en het shoppingcenter laten vallen,” vindt Anton Van Assche van ondernemersorganisatie Unizo. “Corona heeft nog maar eens duidelijk gemaakt dat het zinloos is om nog extra winkelruimte te creëren in Brussel. Door de crisis heeft het beleveniswinkelen klappen gekregen en scheert de e-commerce hoge toppen.” Ook Brussels gemeenteraadslid Mathias Vanden Borre (N-VA) vindt dat Neo 1 herbekeken moet worden. “Het concept voor dat winkelcentrum werd vijftien jaar geleden op tafel gelegd, ondertussen is de context grondig gewijzigd.” Maar de meerderheid in de Stad Brussel houdt vast aan

Wegverzakking in Diamantlaan Na een wegverzakking in de Diamantlaan in Schaarbeek vrijdagochtend worden een vijftiental bewoners geëvacueerd. De gemeente heeft hen aan tijdelijke huisvesting geholpen, maar zegt dat de herstellingswerken nog enkele dagen zullen duren. De wegverzakking heeft de stabiliteit van huisnummers 15, 17, 19 en 21 grondig aangetast. Dat zou komen omdat de bodem in de buurt erg zanderig is.


CARTOON De Stad Brussel, met op de foto in het midden huidig burgemeester Philippe Close, wees de bouw van Neo 1 in 2014 toe aan UnibailRodamco plus Besix en CFE.

KIJK OP DE WEEK

het project. “Neo 1 gaat gewoon door,” laat Close weten. Een bron binnen Neo verduidelijkt dat standpunt. “Neo 2 was een ambitieus project dat de overheid veel geld zou kosten. Nu duidelijk is dat het project rammelt, wordt het opgedoekt. Natuurlijk zal het iets kosten om het contract te verbreken, maar we zitten dicht bij een faire vergoeding om ervan af te raken. Logisch dat de Stad Brussel geen zin heeft om het contract voor Neo 1 ook open te breken en nog eens een schadevergoeding te betalen. Waarom zou ze ook? Neo 1 brengt de Stad geld op en het risico ligt bij de privépromotor. Als het shoppingcenter niet draait of de woningen niet verkocht raken, kost dat de belastingbetaler niets. Helemaal anders dus dan bij Neo 2.”

BRUZZ | DE WEEK

© BELGA

WAUTER

Staking bij Net Brussel

De Brusselse stadstol is een pestbelasting voor de Vlaming Vlaams minister van Financiën MATTHIAS DIEPENDAELE (N-VA) reageert gepikeerd op het plan van de Brusselse regering om het autoverkeer aan banden te leggen (op Twitter)

Door een staking bij Net Brussel is de afvalophaling vrijdag verstoord in tien gemeenten. De vakbond ACV Openbare Diensten heeft bovendien een nieuwe stakingsaanzegging ingediend voor alle medewerkers van het agentschap. Volgens de vakbond worden de veiligheidsregels tegen het coronavirus niet gevolgd. Zo zitten de personeelsleden voor hun dienst nog altijd samen in de kleedkamers.

200 Ongeveer tweehonderd mensen betogen zaterdag aan het Luxemburgplein omdat ze al jaren in België leven zonder papieren. Het is die dag Transnationale Dag van de Migrantenstrijd. De betogers vragen een versnelling van hun regularisatie. De manifestatie is georganiseerd door La Coordination des Sans Papiers de Belgique, een collectief van verschillende verenigingen. 21 OKTOBER 2020

I 5


BRUZZ | DE WEEK

In beeld

SUR LES ROTULES

OP HET TANDVLEES NL/ De gevolgen van de eerste golf waren nog lang niet verwerkt bij het ziekenhuispersoneel, of daar is al de tweede golf. Het aantal coronapatiënten in de ziekenhuizen stijgt elke dag zienderogen en dat voert de druk op het personeel op. Een honderdtal personeels6

I

21 OKTOBER 2020

leden van het Erasmusziekenhuis in Anderlecht legde maandagochtend een uurtje het werk neer, als protest tegen het personeelstekort en de hoge werkdruk. “Terwijl de overheden zeven maanden de tijd hadden om dit voor te bereiden,” luidde de kritiek.

FR/ Le personnel hospitalier ne s’est pas remis de la première vague que voici la deuxième. Le nombre de patients atteints du coronavirus augmente chaque jour et la pression sur le personnel de santé s’accroît. Une centaine de membres du

DOWN TO THE BONE personnel de l’hôpital Erasme à Anderlecht ont cessé de travailler pendant une heure lundi matin pour protester contre la pénurie de personnel et la charge de travail élevée. « Alors que les autorités avaient sept mois pour se préparer », disent-ils.

EN/ Frontline workers

were still getting over the effects of the first wave, and now the second wave is upon us. The number of corona patients in the capital’s hospitals is still rising every day, intensifying pressure on an already overworked care staff. A


Bijgedachte

REDACTIECHEF MATHIAS DECLERCQ neemt het nieuws op de korrel

© ANTHONY OSCHÉ

hundred staff members of the Erasmus hospital in Anderlecht stopped working for an hour on Monday morning, in protest against the staff shortages and high work pressure. “The government had seven months to prepare for this,” they say.

“En dehors du travail, tout sera interdit.” Wie de jongste dagen nog het lef had om eens langs de – zo goed als afgewerkte! – voetgangerszone te flaneren, werd geconfronteerd met deze slogan op een groot paneel aan de Beurs. De quote wordt door de artiest/vandaal (schrappen wat niet past) toegeschreven aan George Orwell, de Britse schrijver die met 1984 een samenleving schetste waarin de totalitaire staat de individuele creativiteit helemaal aan banden legt. Klinkt allemaal aannemelijk natuurlijk, in dit jaar van corona, en de strenge maatregelen die ons sociaal leven in de greep houden. Alleen leert een snelle speurtocht dat de quote helemaal niet uit 1984 komt, niet van George Orwell is. Sterker nog: niemand weet waar ie vandaan komt. Wel circuleert de uitspraak vlot op sociale media sinds de strenge maatregelen en de avondklok in Frankrijk. Waar ook Franse parlementsleden de quote druk deelden en die toeschreven aan George Orwell. O ironie: desinformatie en manipulatie van de (literaire) geschiedenis is dan wel weer typisch orwelliaans. Het opschrift bleef bij mij dan ook maar even hangen, tijdens de luttele meters die ik aflegde van de Beurs tot aan de ingang van de Ancienne Belgique. Ondergetekende had het er na enige twijfel toch op gewaagd om een concert bij te wonen. Eentje van de Belgische band School Is Cool, die met hun vierde langspeler – zoals Belgische bands wel vaker doen – een gewéldige plaat afleverde die niet zou misstaan op internationale podia. Alleen zag het album het licht enkele dagen voor ons land in lockdown ging in maart. Weg releaseshow, weg zomerfestivals, weg inkomsten. Intussen zijn we zeven maanden verder en zitten we dan niet in een lockdown pur sang, maar de erbarmelijke cijfers en de stijgende druk op de ziekenhuizen dwingen onze samenleving weer in een sociaal harnas. Vrijdag kwam de kersverse

regering-De Croo met de sloophamer: een avondklok en alcoholverbod over het hele land en één knuffelcontact per persoon. En ook: alle horeca dicht gedurende een maand. De cultuursector: die bleef vooralsnog gespaard van nieuwe maatregelen. Althans tot de befaamde coronabarometer van de overheid eindelijk klaar is. De hele sector wacht met een bang hart af of die ook de concerten, theatervoorstellingen en andere evenementen opnieuw in de ban zal slaan. Wel, wie al eens in de AB is geweest de laatste maanden, weet dat daar geen enkele reden toe is. Zelden heb ik mij in dit hele coronaverhaal zo veilig gevoeld als die avond in de muziektempel op de Anspachlaan. Binnenkomen in je bubbel van maximaal twee personen, volgens duidelijke looplijnen naar je zitje, géén bar noch rookpauze, een zitplaats tussen én een mondmasker op tijdens het hele concert. Dat het de meest ‘rock-’n-rolle’ avond ooit was, zal je mij niet horen zeggen. Maar veilig, dat was het absoluut wel. Het credo moet, ook in tijden van opperste crisis, dan ook blijven: als het veilig kan, moet het kunnen. Zeker als de cultuursector al sinds het begin van de pandemie de zwaarst getroffen sector is, maar tegen alle economische logica in ons toch blijft voorzien van onze broodnodige portie afleiding. Zeker in Brussel, waar cultuurbeleving dé verbindende factor is tussen de gemeenschappen die onze stad rijk is. En zeker als de aangevoerde wetenschappelijke basis voor de sluiting van de horeca in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus al dunnetjes aanvoelt, dan is die voor cultuurevenementen op dit moment onbestaande. Laten we ditmaal onze cultuurbeleving dus niet slachtofferen. Anders riskeren we echt in een samenleving te belanden waar ‘werken het enige is dat nog is toegestaan’. Zoals niet de geroemde schrijver Orwell, maar wel een of andere onbekende internaut en de Twittergemeenschap die ons voorspiegelt. We kunnen beter dan dat, véél beter.

BRUZZ | DE WEEK

‘Laten we ditmaal de cultuursector niet slachtofferen’

“Het credo moet zijn: als het veilig kan, moet het kunnen”

Lees online meer over culturele evenementen in Brussel via bruzz.be/culture 21 OKTOBER 2020

I 7


MINISTER VAN WERK BERNARD CLERFAYT

‘De stadstol is een uitgestoken hand’

I

k ben moe,” zegt Bernard Clerfayt als hij even niet uit zijn Nederlands raakt. Er zijn nachtelijke vergaderingen over de Brusselse begroting. Die verlopen uiterst moeizaam. “We moeten een begroting maken in tijden van grote onzekerheid,” zegt Clerfayt. “We moeten een relanceplan uittekenen, met investeringen, maar tegelijk ook fors besparen, want het Brussels Gewest leeft boven zijn stand. Het is niet makkelijk om knopen door te hakken.” Maar we gingen het over werkgelegenheid hebben, een portefeuille die door Covid-19 helemaal in de war is gestuurd. Clerfayt verwacht een serieuze stijging van de werkloosheid als de pandemie voorbij is. “We moeten daarom de komende twee jaar nuttig gebruiken om het competentieniveau van de werklozen op te krikken. Vorming wordt het codewoord.”

Hoe hard is Brusselse arbeidsmarkt door deze Covid-crisis beschadigd? BERNARD CLERFAYT: Er is op zich geen apart

Brussels verhaal. Iedereen in Europa maakt hetzelfde mee. Bij de financiële crisis van tien jaar geleden zagen we een ineenstorting van de economische activiteiten, van de vraag en van het aanbod. Daarop is een Keynesiaans antwoord mogelijk: investeren om de economie zuurstof te geven en de koopkracht te laten stijgen. Vandaag is een heel ander verhaal. Er wordt veel gespaard en weinig uitgegeven. Mensen consumeren niet: gaan niet op reis, kopen geen

8

I

21 OKTOBER 2020

auto of gaan niet op restaurant. Het geld is er. De eerste relancemaatregel is simpel: zorgen dat aan deze gezondheidscrisis een einde komt. Pas dan zal er weer geconsumeerd worden.

Brussel heeft wel een typisch stedelijke economie die harder getroffen lijkt. CLERFAYT: Natuurlijk. We zijn een centrumstad, waar het hinterland komt shoppen, en ’s middags een hapje komt eten. Er is het toerisme, het evenementiële, er zijn de congressen. Die economie is heel zwaar getroffen. Terwijl mensen deze zomer naar de kust of de Ardennen gingen, en het toerisme het er goed deed, was Brussel aan het zieltogen. En bovendien neemt het telewerken een hoge vlucht. Goed voor de files, maar een catastrofe voor de horeca die van de pendeleconomie leeft. De Europese wijk is akelig leeg vandaag. Dus ook hier is het einde van de gezondheidscrisis het eerste recept. Pas dan zullen de mensen terugkomen. Het probleem is het gebrek aan perspectief, en de onzekerheid. En onzekerheid is de grootste vijand van de economie.

Wat is het effect op de werkloosheid? CLERFAYT: Die stijgt in Brussel minder snel dan in de rest van het land. We zitten aan een stijging van slechts twee tot drie procent. Hoe dat komt? Er is hier meer werkgelegenheid in de overheid, en de privésector bestaat voor een groot deel uit diensteneconomie. Die heeft minder last van het

BRUZZ | INTERVIEW

“De onzekerheid en het gebrek aan perspectief zijn de grootste vijanden van onze economie,” zegt minister van Werk Bernard Clerfayt (Défi) over de coronacrisis die de stad teistert. Maar in de tussentijd zit de Brusselse regering niet stil. “De stadstol is goed voor de leefbaarheid én de economie.” — STEVEN VAN GARSSE, FOTO’S BART DEWAELE


BRUZZ | INTERVIEW Minister van Werk Bernard Clerfayt: “Er komt een hele groep jongeren op de arbeidsmarkt voor wie het door de coronacrisis moeilijk is om een job te vinden.”

21 OKTOBER 2020

I 9


MINISTER VAN WERK BERNARD CLERFAYT

virus. Mensen werken grotendeels thuis. Verder blijft door de tijdelijke werkloosheid en het overbruggingsrecht (tijdens de eerste golf goed voor 150.000 banen, red.) een deel van de inactiviteit onzichtbaar.

De jongerenwerkloosheid schiet wel opnieuw de hoogte in. Doet dat de winst teniet die de voorbije jaren op spectaculaire wijze is gemaakt?

BRUZZ | INTERVIEW

CLERFAYT: (Lacht schamper) Toen ik het kabinet van minister Didier Gosuin (Défi) overnam, was ik ervan overtuigd dat de mooie cijfers waarmee hij jaar na jaar kon uitpakken op het vlak van jeugdwerkloosheid, mij niet gegund zouden zijn. Alleen had ik niet gedacht dat het op zo’n manier zou gebeuren. Inderdaad, de jongerenwerkloosheid stijgt weer fors. Met acht procent. Dat is logisch. Er komt een hele groep jongeren uit het onderwijs op de arbeidsmarkt voor wie het nu moeilijk is om een job te vinden. Paradoxaal genoeg is het vandaag moeilijker voor wie een diploma heeft. Want er zijn wel degelijk jobs bijgekomen in deze pandemie: in de tuinsector, in het pakjesvervoer, in de distributiesector, in de gezondheidssector.

BERNARD CLERFAYT Wordt in 1961 geboren in Ukkel Studeert economie aan de UCL Is van 1984 tot 1993 onderzoeker en docent Economie (UCL, KU Leuven) Zit in Brussels parlement (1987-2007 en 2014-2019) Kamerlid van 2011 tot 2014 Is staatssecretaris voor Financiën in de regering-Leterme I en II (2008-2011) Sinds 2019 Brussels minister van Werk, Digitale transitie, Dierenwelzijn en Lokale Besturen Sinds 1985 actief in Schaarbeek bij het FDF, als tegengewicht voor Roger Nols Is van 1995 tot 2000 schepen in Schaarbeek, onder meer van Stadsvernieuwing Burgemeester van Schaarbeek sinds 2000 Van 2001-2013 vicevoorzitter van Défi

Hoe ziet de arbeidsmarkt er volgens u na de pandemie uit? CLERFAYT: Ik zal maand na maand slechte cijfers moeten aankondigen. Pas na twee jaar verwacht ik dat de werkloosheid weer op het niveau van voor de pandemie zal zitten. Als de economie aantrekt, zullen eerst de mensen in tijdelijke werkloosheid geactiveerd worden. Voor werkzoekenden is dat slecht nieuws. Daarom wil ik die tijd gebruiken om de werklozen zoveel mogelijk met vorming naar een niveau hoger te tillen, zodat hun kansen op de arbeidsmarkt ook vergroten. Tegelijk versnelt deze crisis tendenzen die er voordien al waren. Er was al de digitalisering. Die zal na de pandemie alleen maar groeien. Er waren al tekorten op de arbeidsmarkt in deze sectoren, die zullen nog groter worden.

“De eerste relancemaatregel is simpel: zorgen dat aan deze gezondheidscrisis een einde komt” BERNARD CLERFAYT Minister van Werk

Ondertussen blijft het Franstalig onderwijs jongeren zonder diploma afleveren. Is dat niet dweilen met de kraan open? CLERFAYT: Tien tot vijftien procent van de jongeren verlaat het secundair onderwijs zonder diploma. Die komen op de arbeidsmarkt, maar hoe kunnen die een baan vinden? En als je ze dan in de tuinsector tewerkstelt, dan moet die jongere wel in staat zijn om bijvoorbeeld een verslag te maken. Daar hebben we echt een groot probleem. Een ander cijfer: zeventien procent van de werklozen in Brussel begrijpt het dossier niet dat Actiris opstelt. Zeventien procent! Ze spreken geen Nederlands en geen Frans. Men vraagt mij om die in te schakelen. Ik wil wel. Een Pool kunnen we misschien nog een baan geven in de transportsector, maar iemand aan de kassa of iemand die de rekken vult, moet toch een van de landstalen spreken. Op korte termijn heb ik hier geen oplossing voor. 10

I

21 OKTOBER 2020

Het gaat hier niet langer over de klassieke tegenstelling van de Franstalige die geen Nederlands spreekt of wil spreken, maar over werklozen die geen van beide landstalen spreken, terwijl de internationale arbeidsmarkt in Brussel vandaag drietaligen vraagt.

U gaat van start met een Talenpunt. Wat verwacht u daarvan? CLERFAYT: We brengen Actiris, VDAB Brussel, Bruxelles-Formation en het Huis van het Nederlands samen op één plek om onze kennis en expertise te delen over het talenonderwijs en naar een gemeenschappelijke aanpak te gaan. Het staat in de kinderschoenen, maar het moet een belangrijk instrument worden om de talenkennis van de Brusselaars te verbeteren.

Een deel van de werklozen heeft een digitale achterstand, terwijl Actiris ook volop digitaliseert. Hoe denkt u dat op te lossen? CLERFAYT: De digitale achterstand is er op verschillende niveaus in Brussel: bij senioren, bij kansarme vrouwen, et cetera. Bij werklozen is dat wel degelijk een probleem. Ze moeten niet alleen hun mails kunnen lezen, maar ook bijvoorbeeld hun cv met foto uploaden. Heel wat werklozen hebben thuis geen computer. Vanuit mijn bevoegdheid Digitale Transitie, werk ik aan een plan met onder meer die werklozen als doelgroep. Ze zullen extra coaching krijgen. Dat is een win-win voor Actiris, dat de werkloze beter kan volgen, maar ook voor de werkzoekende die zo nieuwe vaardigheden aanleert.


De federale regering komt met een nieuw idee voor langdurig werklozen. De logica wordt omgekeerd. Eerst kijken naar de talenten van de werkzoekenden, en die vervolgens proberen te matchen in de arbeidsmarkt. Goed idee? CLERFAYT: Het is een prachtig perspectief om te

zeggen: we gaan uit van het talent van de werkzoekende, van zijn competenties en van zijn belangstelling. Iedereen heeft talenten. Ook de werkzoekende uit Eritrea die geen Nederlands of Frans kent. Het uitgangspunt is goed. Dat nieuwe idee, de ‘Territoires Zéro Chômeur de Longue Durée’, komt uit Frankrijk overgewaaid. Het bestaat daar twee jaar en is intussen geëvalueerd. Ik heb al die rapporten gelezen, want ook in het Brusselse regeerakkoord staat dat idee. Wat blijkt? Het werkt vooral goed in de rurale gebieden, minder in de stedelijke gebieden. Waarom? Omdat men in landelijke gebieden makkelijker jobs kan creëren die op het lijf geschreven zijn van mensen die al lang geen job meer hebben. In de steden bestaan die banen vaak al: sociale begeleiding, gemeenschapswachten, et cetera. Een andere vaststelling is dat de werkzoekenden vaak nog een stevige vorming nodig hebben. Dat was aanvankelijk onderschat. Het verklaart de hogere kosten, en ook het feit dat een aantal van die projecten in Frankrijk mislukt is. En voor Brussel moeten we ons afvragen of dat met minder geld meer resultaten oplevert. We hebben al Artikel 60’ers, de geco’s. Er is al de sociale economie. Uit een studie van de ULB blijkt dat de ‘Territoires Zéro Chômeur de Longue Durée’ ons wellicht méér zou kosten. Dus ja, het klinkt mooi, maar is het ook efficiënt? Dat is het echte debat.

De Brusselse regering wil een stadstol invoeren. Werkgeversorganisaties vrezen een exodus van bedrijven. Is die vrees niet terecht? CLERFAYT: Het is toch wel vreemd. De werkgevers-

organisaties Voka en Beci eisen al jaren een kilometerheffing. En nu staan ze op de rem. Het klopt dat ze voorstander waren van een kilometerheffing in het hele land, maar er moet toch één gewest de eerste stap zetten. En als dat het gewest is met de meeste files, dan is dat niet meer dan logisch. Dus ja, die kilometerheffing is nodig in Brussel: voor een vlottere economie én vooral om de leefbaarheid van de stad te verbeteren. Waarom verlaat de middenklasse nog steeds de stad? Omdat er te veel lawaai is, te veel luchtvervuiling. En zal het de Brusselse economie in negatieve zin beïnvloeden? Dat debat is gevoerd in steden die stadstol hebben ingevoerd: Londen, Stockholm. Altijd bleek het tegenovergestelde. Wie zaken wil doen in de stad, en zonder files kan rondrijden, doet betere zaken. Zo eenvoudig is dat. Met tien procent minder verkeer, zijn de files al weg. Het kost aan de gebruiker, die zijn gedrag zal aanpassen, maar hij krijgt er wel iets voor terug. De pendelaar uit Waver zal er een half uur over doen, in plaats van een uur.

Toont het felle debat vooral niet dat we nog heel erg aan onze auto gehecht zijn?

CLERFAYT: Het toont vooral aan dat elke verandering schrik inboezemt. Ik wil wel dit zeggen: wat in de pers is verschenen, is niet wat er beslist is. Alle studies zijn nog niet binnen. Het gaat om perslekken, waar we geen controle over hebben. We moeten nog over de tarieven beslissen, maar vooral over wat er met het geld zal gebeuren (volgens een artikel in L’Echo: 500 miljoen euro

“Vandaag is er geld bij de consumenten, maar ze kopen geen auto of gaan niet op restaurant. Er wordt veel gespaard en weinig uitgegeven” BERNARD CLERFAYT Minister van Werk

per jaar, red.). Dat verdwijnt niet in onze zakken. We zullen dat herinvesteren in de mobiliteit. Zodat wie de auto laat staan, makkelijker met de tram, de bus of de fiets kan gaan. En misschien moeten we hier ook afspraken maken met de NMBS, De Lijn of de TEC. Als Brussel een stadstol invoert, en de andere mobiliteitsoperatoren willen hun aanbod naar Brussel verhogen, waarom kan daar geen geld tegenover staan? De stadstol is niet Brussel dat zich afsluit, maar Brussel dat de hand uitsteekt.

Een laatste ‘moeilijk’ dossier in de regering is 5G. De Brusselse regering zou in juni 2021 willen landen. Deze week is de eerste iPhone voorgesteld met 5G. Kan Brussel nog wel achterblijven? CLERFAYT: Alle studies tonen de enorme voordelen aan voor de economie. Het is een pijler van het Europese economische beleid. Als iedereen vandaag tegelijk op zijn smartphone zit in Brussel, dan raakt het netwerk overbelast. Als we straks de stadstol invoeren, dan hebben we bandbreedte nodig.

U moet vooral Ecolo en Groen overtuigen. CLERFAYT: De criticasters zeggen: ‘5G is ongezond’, en het klopt dat Ecolo-Groen meer op die lijn zit. Daarop zeg ik: cola is ongezond, koffie is ongezond. Het ene geeft diabetes, het andere is mogelijk kankerverwekkend. Er zijn duizenden studies over de gevolgen van 5G op de gezondheid, maar op één of twee na is er geen enkele die een correlatie ziet tussen 5G en kanker. Wat niet wil zeggen dat we niet kunnen pleiten voor een zekere digitale soberheid, waarbij we minder bellen, en niet de hele tijd filmpjes zitten te bekijken in de tram of bus. Er komt dus een debat in het parlement, in volle transparantie, waarbij we de Brusselaars ervan zullen overtuigen dat 5G niet gevaarlijker is dan 4G.

‘LE PÉAGE URBAIN EST UNE MAIN TENDUE’ Bernard Clerfayt (DéFI), ministre du travail au sein du gouvernement bruxellois, craint que les répercussions de la Covid-19 soient encore à venir. Il s’attend à ce que le chômage augmente fortement au cours des deux prochaines années. Il veut utiliser ce temps pour mieux former les chômeurs, afin d’augmenter leurs chances sur le marché du travail. Ce sont les lacunes linguistiques et la fracture numérique qui posent particulièrement problème. Il est sceptique quant aux « Territoires Zéro Chômeur de Longue Durée », que le gouvernement fédéral veut expérimenter, en suivant l’exemple français. Cela sonne bien, mais est-ce aussi efficace ? Quant au péage urbain, il pense que c’est une bonne idée. Tant pour l’économie que pour la qualité de vie. Il comprend la crainte des gens face au changement, mais il estime que la taxation zonale peut profiter aux Bruxellois, aux navetteurs et au gouvernement. L’argent sera investi pour améliorer la mobilité, et pourquoi pas en coopération avec la Flandre, la Wallonie et le gouvernement fédéral. FR

‘THE CITY TOLL IS AN EXTENDED HAND’ Bernard Clerfayt (DéFI), minister of employment in the Brussels government, fears that we have not yet felt the full effects of Covid-19. He expects that unemployment will rise sharply over the next two years. He wants to use this time to provide better training for the unemployed so that their chances on the labour market improve. Languages and digital skills are particularly problematic. He is sceptical about the Territoires Zéro Chomeur de Longue Durée, which the federal government wants to try, following the French example. It sounds good, but is it also efficient? On the other hand, he does think the city toll is a good idea. Both for the economy and the liveability of the city. He understands that some people are afraid of change but believes that the zoned charge will only by beneficial for locals, commuters, and the government, which will use the money to improve mobility. And why not in cooperation with Flanders, Wallonia, and the federal government? EN

21 OKTOBER 2020

I 11


CLANDESTIENE FEESTNEUZEN

12

I

21 OKTOBER 2020


B R U Z Z | R E P O R TA G E

‘Dansen, dat is je leven weer in handen nemen’ ▼

Wim danst geregeld de nacht door in het Zoniënwoud. En Nadia organiseerde de afgelopen weken nog dansfeestjes thuis, terwijl de besmettingen piekten. Wie zijn de Brusselse feestneuzen? Wat bezielt hen om tegen alle regels in te blijven feesten? En wat kan de overheid daaraan doen? “We hebben sociale voorbeelden nodig, die tonen hoe je veilig kan vieren.” — KRIS HENDRICKX, FOTO’S SHUTTERSTOCK

21 OKTOBER 2020

I 13


CLANDESTIENE FEESTNEUZEN

Z

aterdag 26 september, namiddag. Het nieuws wordt beheerst door het aantal dagelijkse coronabesmettingen dat tegen de duizend loopt. De situatie is zo ernstig dat de gewestelijke veiligheidsraad beslist om de Brusselse cafés voortaan al om 23 uur te sluiten, tien dagen voor ook het federale niveau volgt. Diezelfde dag, rond 23 uur. Het appartement van studente Nadia (25) en haar medehuurder loopt langzaam vol. Uit de luidsprekers, voorzichtigheidshalve enkel in de middelste kamer opgesteld, schalt r&b. De meeste gasten hebben wel een fles alcohol bij, in die mate dat het aanrecht in de keuken zich langzaam kan meten met de betere cocktailbar.

B R U Z Z | R E P O R TA G E

“We hebben nood aan een langetermijnvisie. Het gebrek daaraan zorgt dat mensen nog snel snel bijtanken als er strengere maatregelen aankomen” KOEN LOWET Psycholoog

“C’était génial, we hebben uiteindelijk doorgedanst tot zeven uur ’s ochtends,” vertelt de studente bedrijfsbeheer, die vandaag nog steeds nageniet. “De weken daarvoor had ik niet zoveel mensen gezien en het was alsof we er plots dubbel zo hard van genoten. De buren hebben ons gelukkig met rust gelaten. Ik heb de gasten wel regelmatig moeten vragen om minder luid te schreeuwen. En vanaf een bepaald uur liet ik enkel nog binnen roken, want op het terras werd het ook erg luid. Daarna heb ik twee dagen verlucht.” Nadia viert die avond haar verjaardag én de verhuizing naar een nieuw appartement, samen met 25 genodigden tussen 20 en 50 jaar oud. Een masker dragen de gasten enkel tot aan de huisdeur, handen wassen doet niemand. “De risico’s? Daar heb ik wel even aan gedacht, ja, maar ik heb beslist dat het feest belangrijker was, dat ik die nieuwe levensfase wou vieren. Ik was ook gefrustreerd door de hele onzekere sfeer rond die besmettingen, ik wou mijn vrienden zien. Die zijn trouwens massaal gekomen, er waren maar twee of drie afwezigen die in quarantaine waren.” Dezelfde uitgelaten sfeer die de twintiger thuis beleefde, zag ze de voorbije weken ook op een traditioneel Marokkaans verlovingsfeest in Waals-Brabant. “De vrouwen waren echt niet te houden, op het platteland valt zo’n loeiende groep nog meer op.”

WAAR GAAN WE NAARTOE? Nadia is niet de enige die de afgelopen weken de bloemetjes bleef buiten zetten, terwijl de 14

besmettingscijfers piekten. Een blik op de nieuwsfeed op onze website en een belronde langs de politiezones levert een brede waaier van illegale bijeenkomsten. Het gaat daarbij lang niet altijd om party’s thuis. Zo werd in Sint-Joost een verloving in een feestzaal opgedoekt en telde de politie in Neder-Over-Heembeek zelfs tweehonderd genodigden in een evenementenzaal. Hoe groot de feestdrang is, blijkt ook uit het aantal bijeenkomsten dat spontaan ontstaat. Een sprekend voorbeeld daarvan is een feest dat de zone Zuid onlangs opdoekte in de verlaten showroom van een garage in Anderlecht. “Alles begon in de namiddag als een samenkomst om over economische ontwikke-

I

21 OKTOBER 2020

lingskansen te spreken,” vertelt de woordvoerster van de zone. “Maar rond 21 uur ’s avonds was het een feest geworden waar we nog steeds veertig mensen aantroffen. En dat waren dus geen jongeren.” Het valt wel vaker op als we rondbellen: ja, bij de feestneuzen zitten best wel wat twintigers en studenten, maar ze zijn zeker niet de enigen. Ook dertigers, veertigers en vijftigers lappen de regels geregeld aan hun laars. Waar de politie ingrijpt, worden ook boetes uitgedeeld. Tegelijk beseffen de korpsen ook dat het leeuwendeel van de privébijeenkomsten aan hun aandacht ontsnapt. “Tijdens de eerste golf kregen we voortdurend melding van feestjes in de buurt,” vertelt de woordvoerder van de zone Marlow, in het zuidoosten van het gewest. “Maar dat is gestopt. We zijn ervan overtuigd dat de feestjes er nog steeds zijn, maar dat mensen het veel minder snel signaleren.” Spontane huisfeestjes kregen de voorbije weken ook een ongewilde duw in de rug van de overheid, denkt Carl De Moncharline, caféuitbater en een icoon van het Brusselse nachtleven. “Als je mensen samen buiten zet om 23 uur of 1 uur, hebben ze maar één vraag: ‘En, waar gaan we nu naartoe?’” Dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan, weet ook Céline (36). Zelfs bij strikt omkaderde evenementen als Les Nuits Botanique. “Tijdens het optreden van Sages comme des sauvages werden we voortdurend aangemaand blijven zitten. Maar toen het begon te regenen en we opstonden omdat we regencapes kregen, was er

geen houden meer aan. Iedereen bleef rechtstaan en danste. De zangeres verzon ondertussen ter plekke nieuwe regels: ‘Jullie hebben het recht te dansen als je maar een masker op houdt.’”

ADEM INHOUDEN Wat bezielt iemand om zo nadrukkelijk de regels aan zijn of haar laars te lappen, terwijl corona steeds meer mensen aan hun ziekenhuisbed kluistert? “Die voorbeelden tonen vooral hoezeer we sociale wezens zijn,” zegt psycholoog Omer Van den Bergh (KU Leuven). “Daarnaast hebben we een grote behoefte aan autonomie. Als je dat afneemt, dan doen mensen een tijdje mee, maar volgt er ook vaak een hevige tegenreactie, vooral bij mensen die zich het meest ingesnoerd voelden. Vergelijk met je adem inhouden, dat lukt ook niet zo lang.” Van den Bergh wijst erop dat we allemaal ons gedrag baseren op een soort kosten-batenanalyse, vaak zonder dat te beseffen. “Als de risico’s van een feestje als klein worden beschouwd, omdat iemand jong is bijvoorbeeld, maar de voordelen ervan als belangrijk worden ervaren, is de rekening snel gemaakt.” Een bijkomend fenomeen in dat verband is wat Van den Bergh ‘onrealistisch optimisme’ noemt. “Kort door de bocht betekent die term dat de meeste mensen denken dat ze beter zijn dan de rest. Ze geloven dat ze beter autorijden, en in deze context dat ze minder besmettingsrisico lopen dan gemiddeld, dat ze voorzichtiger zijn ook. In het algemeen is die houding nuttig, omdat we daardoor risico’s durven te nemen in het leven, maar hier vertekent dat mechanisme ook die kosten-batenanalyse van daarnet. We minimaliseren de kosten al snel.”

BOSBEATS Een mooie weekendavond voor de zomer. Het is al donker als Wim (51) met een twintigtal vrienden en kennissen heeft afgesproken in het Zoniënwoud. Iedereen komt met de fiets, die ook als transportmiddel dient voor een compacte muziekinstallatie en de nodige dranken. De groep is een vast gezelschap van vooral dertigers en veertigers, dat de formule al verschillende keren toepaste: een wondermooie plek in het bos zoeken en dansen tot het ochtendgloren. “Dansen in zo’n omgeving, met je voeten op de humus geeft een fantastisch gevoel,” vertelt Wim, die kunstenaar is van beroep. “Voor mij is het meer dan plezier, het is een behoefte, ik moet voelen dat ik leef. Die hele Covidcrisis neemt onze verantwoordelijkheid af. Door dit soort dansnachten neem ik mijn leven weer zelf in de hand. Behalve een onweerstaanbare drang ziet Wim ook een opstandig kantje bij veel feestvierders. “Het is ook een reactie tegen een staat die steeds meer als een beperkende macht optreedt, en vrijheden inperkt waar we toch lang hebben voor gevochten.” Dat de feestjes – Wim was onlangs ook op verschillende indooretentjes die uitmondden in dansparty’s – een risico betekenen voor hemzelf


en zijn omgeving, beseft Wim best. “Ik ga er ook bewust mee om. Na zo’n feestje ga ik niet meteen mijn ouders opzoeken bijvoorbeeld. En niemand van het gezelschap raakte tot nog toe besmet. En ergens voelt het ook gezond. Je hoort steeds meer over mensen met een coronadepressie. Wel, dat dansen in het bos behoedt mij daarvoor.”

SUCCESVERHALEN GEVRAAGD Bewuste omgang of niet, het clandestiene gefeest blijft wel een van de redenen waarom het aantal besmettingen maar moeilijk onder controle raakt. Hoe kan de overheid de feestneuzen dan overtuigen om het over een andere boeg te gooien? “We hebben nood aan een langetermijnvisie,” denkt psycholoog Koen Lowet, gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse vereniging voor klinische psychologen. “Het gebrek eraan zorgt dat mensen nog snel snel bijtanken als er strengere maatregelen aankomen – denk aan de lockdownparty’s – en overcompenseren zodra de maatregelen gelost worden. Maar als we een coherent en sociaal perspectief bieden moet dat anders kunnen. De barometer met voorspelbare aanpassingen moet daarbij helpen. ‘Als we dit nu samen doen, dan kunnen we over X weken weer naar bijvoorbeeld de jeugdbeweging’, dan is dat een positief perspectief.” Zowel Lowet als zijn collega Omer Van den Bergh mist vandaag ook succesverhalen van

mensen die de regels volgen en zich daar wél goed bij voelen. “We denken nu vaak dat het risico de belangrijkste drijfveer is die ons gedrag stuurt,” zegt Van den Bergh. “Voor sommige groepen, zoals jongeren, zijn sociale voorbeelden veel belangrijker. We moeten tonen hoe je elkaar coronaproof kan ontmoeten, hoe een nieuwe sociale etiquette er kan uitzien in deze tijden, hoe je bijvoorbeeld een uitnodiging voor een risicovol feestje kan weigeren.” De analyse van Van den Bergh is niet helemaal nieuw, geeft hij toe. “We hebben dit in het begin van de crisis ook al gezegd, maar zeven maanden verder is er nog niet zoveel in die richting gebeurd, wellicht omdat er zoveel verschillende beleidshefbomen zijn. Eigenlijk hadden we vanaf het begin een taskforce communicatie moeten hebben, met gedragspsychologen en andere deskundigen. Momenteel wordt er wel aan zo’n motiverend project gewerkt, ik ben dus niet wanhopig.” Een ding lijkt zeker: met beperkende maatregelen alleen zullen we er niet raken. “Ik moet lachen als ik hoor over die avondklok,” wil Carl De Moncharline nog kwijt. “Wat denk je dat mensen daar gaan doen? Zorgen dat ze voor het beginuur op de feestlocatie zijn natuurlijk, om dan door te gaan tot ’s ochtends vroeg.” Nadia, Céline en Wim zijn schuilnamen. De foto’s bij dit artikel zijn stockfoto’s en tonen geen illegale feestjes.

“De risico’s? Daar heb ik wel even aan gedacht, ja, maar ik heb beslist dat het feest belangrijker was, dat ik die nieuwe levensfase wou vieren” NADIA (25) Organiseerde een feestje voor haar verjaardag

LES FÊTARDS CLANDESTINS Wim danse régulièrement jusqu’à l’aube dans la Forêt de Soignes et Nadia organise des soirées dansantes chez elle, alors que les contaminations explosent. Qui sont ces fêtards bruxellois ? Pourquoi continuent-ils à faire la fête malgré les mesures sanitaires ? Et que peuvent faire les autorités ? Des images de fêtards ignorant de façon flagrante les mesures sanitaires circulent abondamment. Les coupables sont souvent des vingtenaires, même si les groupes un peu plus âgés ne sont pas loin derrière, selon une enquête de la police. Les fêtards à qui nous avons parlé sont en général conscients des risques qu’ils courent, mais disent qu’ils préfèrent avoir leur sort entre leurs mains que de dépendre de mesures fluctuantes. Les psychologues mettent l’accent sur l’importance d’une perspective stable pour la population, avec des objectifs communs. Ils sont aussi d’accord qu’on manque d’exemples montrant à quoi peut ressembler un mode de vie en accord avec les mesures corona. FR

CLANDESTINE PARTY ANIMALS Wim regularly dances through the night in the Sonian Forest. And over the past few weeks, Nadia organized dance parties at home while infections were spiking. Who are Brussels’ party animals? What possesses them to keep partying in spite of all the rules? And what can the government do about it? There are regular reports of partygoers flagrantly contravening the corona regulations. The rulebreakers are often people in their twenties, but members of older generations are apparently not much more reliable, the police tell us. Most of the party animals we spoke to are aware of the risks they are running, but say that they prefer to take destiny into their own hands than being dependent on changeable measures. Psychologists emphasize the importance of a stable perspective for the population, with targets that we strive for together. They also agree that we currently lack social examples that show what a life that respects the corona measures might look like. EN

21 OKTOBER 2020

I 15


VIER VERBETERPUNTEN VOOR DE VOETGANGERSZONE

‘Universiteiten kunnen bemiddelen bij grote Brusselse stadsprojecten’ Wetenschappers zien vier grote uitdagingen voor de toekomst van de voetgangerszone, en bij uitbreiding het stadscentrum. Die hebben allemaal te maken met tussenscho en die weg moeten: tussen bevoegdheden, overheidsdiensten, burgers en ideeen. De universiteiten willen graag bemiddelen. Dat blijkt uit een synthesenota van het Brussels Centre Observatory. — SARA DE SLOOVER, FOTO BART DEWAELE

H

et Brussels Centre Observatory (BCO) werd in 2016 opgericht binnen het interuniversitaire Brussels Studies Institute (BSI). Vier jaar lang werkten zowat zeventig onderzoekers van vijf universiteiten – van mobiliteitsdeskundigen en stedenbouwkundigen tot sociologen, geografen en historici – mee aan een diagnose én toekomstblik op de binnenstad.

16

I

21 OKTOBER 2020

coördinator van het observatorium. “Brussel is de stad waar Koning Auto sinds Expo 58 regeerde. Doordat de banden met dat verleden werden doorgeknipt, kregen we een paradigmashift naar een meer autoluwe binnenstad, een aardverschuiving in het naoorlogse stadsbeleid.”

‘SOFTWARE’ VAN DE STAD De resultaten zijn maandag ook besproken op een studienamiddag, die georganiseerd werd vanwege de publicatie van twéé boeken – een wetenschappelijk, een voor het grote publiek – allebei aan de transformatie van het stadscentrum gewijd. “De voetgangerszone langs de Brusselse centrale lanen, die eind juni 2015 van start ging, is door haar ligging symbolisch heel belangrijk,” zegt Sofie Vermeulen,

“Maar het project veroorzaakte ook meteen veel controverse en tegenstand,” zegt Vermeulen. “Er waren een aantal zwaktes in ontwerp en beheer, maar vooral ook in de communicatie en participatie. Over alternatieven voor goederenlevering en bevoorrading van de handel is te weinig nagedacht.” “Dat komt allemaal omdat de voetgangerszone aanvankelijk politiek gezien werd als een lokaal

herinrichtingsproject. Er werd bijvoorbeeld niet nagedacht over hoe de autodruk en hinder in de wijken rondom zou vergroten.” Het Brussels Centre Observatory formuleerde daarom vier grote uitdagingen voor de toekomst. “Allereerst moet stadsplanning niet alleen focussen op de ruimtelijke, maar ook op de ‘sociale’ planning. Je moet ook de ‘software’ van de stad herinrichten. Je kunt als overheid strategisch nadenken over welke activiteiten je zal faciliteren, en wanneer, al heeft Brussel daar met alle bevoegdheidsverdelingen niet veel ervaring mee.” Daarom stelt het BCO voor om evenementen te spreiden in ruimte en tijd, en ook in ‘witruimte’ te voorzien voor rust en spontane activiteiten. Plan niet alles vol, zegt Vermeulen, en betrek sociale


De Vijfhoek Voorbij. Het metropolitane stadscentrum van Brussel. VUB Press, Brussels University Press.

organisaties en culturele instellingen in de programmatie. Ten tweede pleiten de wetenschappers voor een beleid over de bevoegdheidsschotjes heen. De voetgangerszone moet passen in een visie op territoriale ontwikkeling op meerdere schalen en niveaus. “In Brussel bestaat de neiging die nochtans cruciale visie pas te ontwikkelen nadat een project is gerealiseerd,” zegt Vermeulen. “Dat de pleinen in de voetgangerszone zulke grote verharde zones zijn, is in mijn ogen bijvoorbeeld een gemiste kans. Het is belangrijk om ze in te bedden in het gewestelijke groen-blauwe netwerk, in een politiek van ontharding en vergroening, een aanpak tegen hitte-eilanden. Maar er zijn meer voorbeelden. Er was ook een handelsplan van toenmalig schepen Marion Lemesre

UNIVERSITEIT ALS BRUGGENBOUWER Het BCO beperkte zich niet tot die observatie, maar ging ook over tot actie. “Een van onze grootste verwezenlijkingen is dat wij heel wat actoren rond twee concrete stadsprojecten hebben kunnen samenbrengen. Onze visie op het stadscentrum, wat intussen een stuk ruimer is dan enkel de historische Vijfhoek, staat daardoor nu ingeschreven in de grote toekomstvisie voor Brussel, het Gewestelijke Ontwikkelingsplan.” “Het is erg belangrijk,” zo zegt Vermeulen, “dat een dergelijke overlegstructuur blijft bestaan. Dat je proefprojecten kunt uittesten, waarna je ook kunt bijsturen en aanpassen.” In het institutionele kluwen dat Brussel is, ziet ze voor universiteiten een belangrijke bemiddelende rol weggelegd bij grote stadsprojecten en hun net zo grote politieke belangen. “Het is belangrijk dat er een vorm van onafhankelijkheid is, en die hebben wij. Maar de structuur moet flexibel zijn. We willen geen nieuw bevoegheidsniveau of beslissingsorgaan, daar zijn er soms al een beetje te veel van in Brussel.” Ten derde pleit het BCO bij overheden die instaan voor het stadshart voor duidelijkere en transparantere communicatie. “In het begin was de communicatie met de bewoners van de voetgangerszone betreurenswaardig,” oordeelt Vermeulen. “Dat is met Philippe Close (PS, red.) als burgemeester veranderd, er is meer ‘eenheid van commando’. Er wordt al beter

gecommuniceerd over te verwachten overlast van werven, wat conflicten en irritatie doet afnemen.” Er rest intussen niet zoveel werk meer aan de voetgangerszone zelf, maar het blijft belangrijk om te evalueren, zegt Vermeulen. “Er zijn in die zone trouwens ook meer dan vijftig herinrichtingsprojecten op privéterreinen, waarbij de voormalige Parking 58 en het Beursgebouw de bekendste zijn.” “We hebben voor het stadscentrum een equivalent van de bouwmeester als aanspreekpunt nodig,” concludeert mobiliteitsexpert Michel Hubert (Universités Saint-Louis), die mee aan de basis van het BCO lag. “Een persoonlijkheid met een kleine ploeg om zich heen. Die het project aanstuurt en als tussenpersoon fungeert tussen gemeente, Gewest en Beliris (federale bouwexpert voor Brussel, red.). Als dat niet gebeurt, zal het project wegdeemsteren. De burgemeester is nu officieel verantwoordelijk, maar die heeft al veel andere dingen te doen. Bovendien is er geen ploeg die vast op dit grote project werkt.”

WANDELASSEN De paradigmaverschuiving waarover Vermeulen al eerder sprak, mag volgens de wetenschappers dan al ingezet zijn, er moet tot slot nog een tandje bijgestoken worden, vinden ze. “Via proefprojecten bijvoorbeeld, rond dagelijkse voorzieningen. De Covid-19-crisis heeft duidelijk aangetoond dat essentiële sectoren cruciaal zijn voor het stadsweefsel, ook op het vlak van mentaal welzijn. Als er bijvoorbeeld te weinig buurtwinkels overblijven, zal de vereenzaming toenemen. Met stadsplanning kun je op zo’n kwalijke evolutie anticiperen.” Maak inwoners ook duidelijk hoe de voetgangerszone in een breder plaatje past, zegt Vermeulen.

“Dat de pleinen in de voetgangerszone zulke grote verharde zones zijn, is in mijn ogen een gemiste kans” SOFIE VERMEULEN Coördinator Brussels Centre Observatory

“Wij hebben bijvoorbeeld voorgesteld om vier wandelassen die er dwars doorheen lopen, te versterken. Wij starten met projecten op de wandelas tussen Molenbeek en de Europese wijk, en op een wandelnetwerk in de zuidelijke Vijfhoek. Maar in het noordelijke deel ligt er nog een heel traject open tussen Sint-Joost en Thurn & Taxis.”

VERS UNE ZONE PIÉTONNE AMÉLIORÉE Après quatre ans de recherche, les scientifiques du Brussels Center Observatory – une collaboration entre cinq universités – distinguent quatre défis majeurs pour l’avenir du piétonnier bruxellois, et par extension du centre-ville. Ils ont tous trait à la suppression de cloisons : entre les compétences, les services publics, les citoyens et les idées. Les universités sont désireuses de servir de médiatrices dans les grands projets urbains à Bruxelles, en raison de leur vision globale, de leurs connaissances et de leur indépendance. C’est ce qui ressort d’une note de synthèse fraîchement publiée. Dans le même temps, un livre a été publié à destination du grand public, avec un diagnostic et une vision de l’avenir du centreville, qui semble maintenant dépasser le territoire du Pentagone. FR

BRUZZ | STEDENBOUW

Boek

(MR, red.) dat nooit ingepast is in het grotere project.” Veel mensen in zowel politiek als administratie zijn er zich bewust van dat ze minder per sector moeten denken, zegt Vermeulen. “Dat vergt wel een gezamenlijke plek om problemen aan te kaarten, en die is er niet altijd.”

TOWARDS A BETTER PEDESTRIAN ZONE Following four years of research, the scientists at the Brussels Centre Observatory – a collaboration between five universities – see big challenges for the future of the Brussels pedestrian zone, and by extension for the whole city centre. These are all related to the removal of partitions: between powers, government services, civilians, and ideas. The universities seek to mediate in major urban projects in Brussels, given their bird’s-eye perspective, knowledge, and independence. This is apparent from a synthesis report that was published on Monday. At the same time, a book for a general readership is being published, with a diagnosis of and future perspectives on the city centre, which is now much bigger than the historical pentagon. EN

21 OKTOBER 2020

I 17


Spreektijd

MELAT GEBEYAW NIGUSSIE WIL DE BEURSSCHOUWBURG NOG INCLUSIEVER MAKEN

BRUZZ | SPREEKTIJD

Iets meer dan een maand is Melat Gebeyaw Nigussie inmiddels de nieuwe algemeen en artistiek directeur van de Beursschouwburg. Ze mikt er op het behoud van wat goed is, en een uitbreiding en verdieping van de relatie met jongeren, nieuwe publieken, en autonome artiesten en organisaties die een platform verdienen. — MICHAËL BELLON, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

M

elat Gebeyaw Nigussie komt van Bozar en volgt bij de Beursschouwburg Tom Bonte op, die directeur werd van de AB achter de hoek. Ze krijgt ook het gezelschap van financieel directeur Ellen De Bin, die Els Missotten opvolgt. Culturele duizendpoot Nigussie opereerde de afgelopen jaren al binnen én buiten instellingen die nog altijd worstelen met ware inclusiviteit. “Men heeft me moeten overtuigen om dit te doen. Maar misschien was het wel dit huis en geen ander.”

29 is nog ongelofelijk jong, maar misschien is het een goede zaak dat er niet automatisch naar een veertiger of vijftiger wordt gegrepen voor zo’n functie? MELAT GEBEYAW NIGUSSIE: Tom was ook nog jong

toen hij hier directeur werd, hoor. De Beursschouwburg heeft altijd een pioniersrol gespeeld in het geven van kansen aan jonge mensen.

Hiervoor zat je bij Bozar, maar je bent ook oprichter van organisaties als Belgian Renaissance, podcaster, en schrijver. Moet je nu verscheurende keuzes maken? NIGUSSIE: Toen ik naar Brussel verhuisde in 2013

heb ik het collectief Belgian Renaissance mee opgericht, omdat we zagen dat het culturele aanbod nergens toegespitst was op onze interes18

I

21 OKTOBER 2020

ses – en met ‘ons’ bedoel ik de Afro-Europese jeugd. We herkenden ons niet in wat er in de instellingen getoond werd, dus zijn we zelf events beginnen te organiseren rond thema’s die ons interesseerden, zoals dekolonisering of culturele toe-eigening. Zo kwamen we ook in aanraking met culturele instellingen die opeens wel geïnteresseerd werden. Dat was mijn eerste stap in de culturele wereld van Brussel. Ik ben ook beginnen te schrijven en me beginnen te mengen in het publieke debat, omdat ik vond dat bepaalde perspectieven niet aan bod kwamen. Ik denk dat mensen van bepaalde achtergronden nog altijd een grote vervreemding voelen bij wat ze zien in media en cultuur, en ik wilde die kloof een beetje dichtrijden. Mijn schrijversactiviteit wordt niet helemaal opgeborgen en ik ga me ook blijven mengen in het publieke debat. Maar nu wil ik in de eerste plaats van de Beursschouwburg een jonge, bruisende avant-gardeplek maken waar personeel, artiesten en publiek hun potentieel maximaal kunnen benutten en iederéén zich welkom kan voelen.

Kan avant-garde de kloof naar een publiek dat nog niet naar de Beursschouwburg komt niet ook vergroten? NIGUSSIE: Avant-garde verwijst voor mij naar

pionieren op het vlak van maatschappelijke en

Je kende de Beursschouwburg al. Was deze job er dan één die je absoluut wilde doen? Was het dit huis en geen ander? NIGUSSIE: Men heeft me nog moeten overtuigen

om dit te doen. Maar misschien was het wel dit huis en geen ander. Ik denk dat veel culturele instellingen op allerlei vlakken nog een hele weg te gaan hebben, en dat het soms heel traag gaat. Op een gegeven moment zat het gevoel dat we al genoeg gepraat hebben over institutionele verandering bij mij heel hoog. De Beursschouwburg is voor mij een voorbeeld van hoe het ook anders kan. Hoewel er op het vlak van dekolonisatie en inclusiviteit natuurlijk altijd nog veel kan gebeuren, vind ik wel dat de organisatie keuzes durfde te maken in programma en communicatie om bepaalde publieken op een veilige manier te betrekken. Ik voelde me ook altijd fysiek op mijn gemak als ik in de Beursschouwburg kwam. Mijn lichaam verkrampte niet, zoals ik dat bij andere huizen wel vaak had, omdat ik me niet welkom of niet thuis voelde. Als culturele instelling moeten we ook aandacht hebben voor hoe bezoekers zich fysiek en emotioneel voelen wanneer ze onze gebouwen betreden.

Waarom hebben ze je moeten overtuigen? NIGUSSIE: Als je zo’n vacature ziet passeren, denk

je als 29-jarige vrouw met een migratieachtergrond niet meteen: ja, dat is iets voor mij. Helaas ontbrak het mij aanvankelijk een beetje aan lef. Ik viel in de valkuil van het vertekende beeld dat mensen hebben van een directeur, en voelde me niet meteen geroepen voor een positie die meestal wordt ingevuld door mensen die niet op mij lijken. Dan is het belangrijk dat je mensen kent die je vertrouwen geven, in je geloven en zeggen dat je dat wel kan. Dit is dan ook een warm pleidooi voor jonge vrouwen met een migratieachtergrond om wel lef te hebben en risico’s te nemen. Het kan je mooie dingen opleveren.

Was werken voor Bozar voordien een even evidente keuze? NIGUSSIE: Bozar is natuurlijk een heel ander huis,

met een eigen dynamiek, een federale instelling ook die op een unieke manier opereert. Ik werkte er op het inclusieve participatieve programma ‘Next Generation, Please!’. Mijn opdracht was er jongeren te laten samenwerken met artiesten en beleidsmakers rond maatschappelijke thema’s, en ze zo een jaar lang aan creaties te laten werken, bekroond met een tentoonstelling. Daarin kon ik

‘Jonge vrouwen: jullie kunnen het wél’

artistieke thema’s die nog te weinig aan bod komen. De Beursschouwburg voelt volgens mij als geen ander die tijdgeest aan en heeft daarvoor al een heel divers publiek, terwijl hij ook aandacht heeft voor niet-geïnstitutionaliseerde kunstvormen zoals slampoetry, hiphop of graffiti. Maar ik wil een nog grotere rol voor onze publiekswerking, om nog andere mensen aan te spreken en hun relatie met ons te verdiepen.


BRUZZ | PORTRAIT Melat Gebeyaw Nigussie: “Een jonge vrouw met een migratieachtergrond zal niet snel denken: directeur zijn, dat is iets voor mij. Jammer.” 23 SEPTEMBER 2020

I 19


MELAT GEBEYAW NIGUSSIE WIL DE BEURSSCHOUWBURG NOG INCLUSIEVER MAKEN

mij laten gaan op het vlak van inclusiviteit, participatie en artistieke vernieuwing. En die lijn trek ik door in de Beursschouwburg.

instellingen, met het risico dat ze erdoor worden gerecupereerd, of zelf een structuur opzetten. Zitten jullie met de Beursschouwburg volgens jou op een ‘derde weg’?

Leiderschap evolueert ook in de culturele wereld. Weet je al wat voor directeur je wilt zijn?

NIGUSSIE: Dat is de grote uitdaging: een platform

NIGUSSIE: Dat zal ik nog moeten ontdekken, en ik

BRUZZ | SPREEKTIJD

zal me in ieder geval aanpassen aan de noden die er in dit huis zijn. Er wordt hier al heel horizontaal gewerkt. Iedereen heeft veel autonomie en neemt veel verantwoordelijkheid. Voor het programma hebben we in de eerste plaats onze programmatoren. Het is mijn taak om hun programmatie tot volle groei te laten komen, een dramaturgische lijn aan te houden en samen met het team een coherent verhaal te presenteren aan de buitenwereld. Ik wil de sterke lijnen uit het verleden zeker voortzetten. Een platform zijn voor jonge, beginnende, atypische, experimentele kunstenaars – ook van niet-geïnstitutionaliseerde kunstvormen die in andere huizen niet getoond worden –, een stevige verankering hebben in de stad door te luisteren naar waar de Brusselaars mee bezig zijn en wat ze nodig hebben, en een open huis zijn waar alle publieken welkom zijn. Dat zijn de kernwaarden van de Beursschouwburg, en die moeten we op een nog meer systematische wijze uitdragen. Ik ga ook nieuwe klemtonen leggen. Zo is publiekswerking voor mij heel belangrijk omdat ik denk dat de Beursschouwburg het potentieel heeft om zich op een nog diepgaandere manier te engageren in zijn publiek en de buurt. Tom had met Eric Niyibizi Cyuzuzo al een audience, city & context co-ordinator aangesteld. Dat is een nieuwe functie waarmee we aan de slag gaan om te herdefiniëren hoe we niet-gehoorde stemmen een kans kunnen geven in een stad waar zoveel noden zijn. Een andere klemtoon zijn jongeren. Hoe kunnen we hen bijvoorbeeld engageren in een betaalde vrijwilligerswerking of hen motiveren om zelf te programmeren? Voorts moeten we ons programma opengooien met shared curatorship, door meer cocreaties op te zetten, en door de perceptie van wat ‘kwaliteit’ is door elkaar te schudden. Want veel mensen vinden nog altijd dat kwaliteit en inclusiviteit niet samengaan.

Publieken en kunstvormen die niet aan bod komen hebben vaak maar twee opties: hopen dat ze opgepikt worden door de bestaande witte

bieden aan de dynamiek van spontane initiatieven en crowdsourced organisaties die buiten de instellingen ontstaan, zonder ze te instrumentaliseren. Ik ben zelf tegelijk insider en outsider. Ik weet hoe instellingen in elkaar zitten, maar zat ook in collectieven die de instellingen van buitenaf bekritiseerden. Zo heb ik zelf met Belgian Renaissance gezien hoe we op een bepaald moment ook enigszins werden aangetast door de logica van de instelling waarmee we samenwerkten. Ik wil echt vermijden dat grassrootsorganisaties de regels van de instelling moeten volgen. Initiatieven die ontstaan uit een nood, een passie of een activistische strijd, moeten hun eigen identiteit behouden.

Wat vind je van het gebouw van de Beursschouwburg? NIGUSSIE: Bij de verbouwingen tussen 2001 en

2004 zijn een paar keuzes gemaakt waar we vandaag nog altijd de gevolgen van voelen. Maar er is onder Tom Bonte al een haalbaarheidsstudie gemaakt met het oog op kleinere ingrepen die het gebouw kunnen verbeteren: bijvoorbeeld door het café naar de straatkant te halen, en extra vluchtroutes te creëren, waardoor we de capaciteit van onze ruimtes kunnen optimaliseren. Een van de uitdagingen voor onze zakelijk leider Ellen De Bin en mezelf is de uitvoering van die haalbaarheidsstudie.

En wat kan de Beursschouwburg halen uit de concrete inbedding in dat gedeelte van de stad vlak bij de voetgangerszone? NIGUSSIE: Hoe onze positie naast de voetgangers-

zone zich zal ontwikkelen, moeten we nog zien. Maar het zou wel al fijn zijn als er een oplossing gevonden kon worden voor de taxi’s voor onze deur, want dat is een gemiste kans. De Beursschouwburg bevindt zich op de verbinding tussen de kanaalzone, met zijn interessante experimentele artistieke dynamiek, en de instellingen op de Kunstberg. In de transitzone tussen experimentele en institutionele kunst kan je ook onze kunstenaars situeren. Anderzijds zitten we tussen Anneessens en de Dansaertstraat. Al die dynamieken tot uiting laten

“Ik ben zelf insider en outsider. Ik weet hoe instellingen werken, maar zat ook in collectieven die daarbuiten stonden” MELAT GEBEYAW NIGUSSIE

20

I

21 OKTOBER 2020

Melat Gebeyaw Nigussie Studeerde taal- en letterkunde aan de KU Leuven en de VUB. Is medeoprichtster van Belgian Renaissance, een platform voor Afro-Europese en Afrikaanse kunstenaars, verhalen en thema’s. Schreef als opiniemaker regelmatig over diversiteit en gender voor o.a. Knack, MO* Magazine en BRUZZ. Haar tekst Black skin, white cube werd onlangs opgenomen in de anthologie Being (imposed upon) (2020, publiekeacties), een uitgave van zeventien zwarte vrouwen. Runde als projectcoördinator voor Bozar het inclusieve en participatieve artistiekpolitieke jongerenproject ‘Next Generation, Please!’

komen doe je niet door een visie op te leggen, maar door te luisteren naar de organisaties en bewoners die op dat kruispunt wonen. Ik sta er vaak van versteld hoeveel mensen in Brussel iets tot stand kunnen brengen met weinig middelen. Door zelf het heft in handen te nemen, zelf organisaties op te zetten, zelf te zorgen voor een veilige omgeving. In die zelfredzaamheid van de mensen en de mix tussen de verschillende bubbels zit de kracht van de stad. Door de experimentele manier van leven en werken gebeuren soms magische dingen, en daar moeten we zuurstof aan geven. De superdiverse, internationale en meertalige stad omarmen, terwijl we tegelijkertijd ook de blik op Vlaanderen houden. Dat is geen evidente, maar een noodzakelijke oefening.

Heb je al nieuwe partners op het oog? NIGUSSIE: De Beursschouwburg werkt al samen

met meer dan vijftig partners, van Globe Aroma tot Passa Porta, van JES tot buurthuis Anneessens. Maar natuurlijk zijn er nog enorm veel stemmen die nog niet gehoord worden, en daar zullen we ook mee aan de slag gaan.

Corona dan. Nog een uitdaging die op je bord komt te liggen. NIGUSSIE: Onze bar is nu voor een maand

gesloten, het personeel ervan staat op tijdelijke werkloosheid. Thuiswerk is weer de norm geworden. We volgen alle maatregelen van nabij en heel nauwgezet op. De echte test zal allicht nog komen in het voorjaar van 2021, omdat we


UN NOUVEAU CHAPITRE S’OUVRE AU BEURSSCHOUWBURG Cela fait un peu plus d’un mois que Melat Gebeyaw Nigussie est la nouvelle directrice générale et artistique du Beursschouwburg. Nigussie, qui est également autrice et podcaster, a fondé en 2013 le collectif Belgian Renaissance afin de promouvoir une offre culturelle qui correspond aux intérêts de la jeunesse afro-européenne. En tant que coordinatrice de projet pour BOZAR, Nigussie a géré Next Generation, Please ! « Je suis insider et outsider en même temps. Je sais comment les institutions fonctionnent, mais j’ai aussi fait partie de collectifs indépendants qui les critiquent. Pour moi, le Beursschouwburg est un bon exemple, en offrant une plate-forme à la dynamique des initiatives spontanées et aux organisations participatives nées à l’extérieur des institutions, sans les instrumentaliser. Mon but est de parvenir à toucher encore plus de gens. Et d’engager notre jeune public à travers un volontariat rémunéré ou en les encourageant à créer leur propre programmation. » FR

Melat Gebeyaw Nigussie voor ‘haar’ Beursschouwburg. “Ik denk dat we het potentieel hebben om ons op een nog diepere manier te engageren met ons publiek en de buurt.”

niet weten wat er nog allemaal op ons afkomt, maar voorlopig hebben we de crisis het hoofd kunnen bieden en ons najaar kunnen programmeren. We kunnen het ons moreel ook niet veroorloven om de handdoek te werpen. De coronacris is niet enkel een gezondheidscrisis of een economische crisis, maar een culturele en morele crisis. Tijden van culturele verwarring kunnen bijzonder gevaarlijk zijn omdat dan allerlei samenzweringstheorieën en fundamentalische overtuigingen wortel schieten. Kunst en cultuur kunnen daar weerwerk tegen bieden door solidariteit en verbinding voorop te stellen, niet alleen in de sector maar ook ver daarbuiten. Als directie hebben we uiteraard ook de taak om het welzijn van onze medewerkers te blijven monitoren, en ook hen in onzekere tijden te ondersteunen.

Blijven jullie werken met het systeem van thematische focusprogramma’s als ‘The future is feminist’ of ‘Let me know’, waarrond telkens een multidisciplinair programma van een aantal weken wordt gebouwd? NIGUSSIE: Voor ons is dat de juiste synthese tussen

een festivalaanpak en de formule met een volledig seizoensprogramma. Het is ook een manier om met een coherent verhaal klaarheid te brengen in het aanbod. Tegelijk willen we ook genoeg witruimte overhouden voor samenwerkingen en projecten die niet binnen die thema’s vallen. Voor het voorjaar ligt er al heel wat moois op tafel, met met onder meer samenwerkingen met het Bâtard Festival, Hands Up en Bledarte. Maar we weten

natuurlijk niet wat de winter nog gaat brengen en hoe de wereld er in januari en februari zal uitzien.

Waar kunnen we de komende weken al naar komen kijken? NIGUSSIE: Onze muziekprogrammator Gilke

Vanuytsel heeft voor het project ‘On the go’ Brusselse muzikanten gevraagd om een soundscape te maken die je op je smartphone kan beluisteren bij uitgestippelde wandelingen in verschillende wijken over de hele stad. Een antwoord in de zoektocht naar nieuwe vormen van togetherness. Het nachtleven ligt stil, maar niet getreurd: er zijn nog concerten, zoals dat van de elektronicamuzikant Roméo Poirier. Onze performanceprogrammator Elisa Liepsch is ondertussen echt nieuwe esthetieken en internationale stemmen uit de Global South in huis aan het halen. Stemmen rond dekolonisatie, feminisme, gender, culturele toe-eigening. Ik kijk bijvoorbeeld heel erg uit naar wat Luanda Casella in KillJoy quiz gaat doen op basis van het Killjoy manifesto van Sara Ahmed, maar ook naar hoe Mallika Taneja haar performance Allegedly rond seksueel geweld en justitie noodgedwongen zal omzetten in een digitaal project. We halen de reading groups van Black History Month binnen, hebben een Big Conversation rond persvrijheid, het Schiev Festival is een klassieker, de expo van Guy Woueté loopt nog altijd, en eind oktober opent de Brusselse filmscreeningcommunity Recognition hier zijn seizoen met de documentaire Amazing Grace over Aretha Franklin. Kortom, er is altijd wel iets te doen.

A NEW CHAPTER FOR THE BEURSSCHOUWBURG Melat Gebeyaw Nigussie has been the new general and artistic director of the Beursschouwburg for just over a month now. Nigussie, who is also a writer and a podcaster, founded the Belgian Renaissance collective in 2013 to promote cultural initiatives focused on the interests of young Afro-Europeans. As the project coordinator for Bozar, Nigussie ran the inclusive and participative artistic-political youth project “Next Generation, Please!” “I am simultaneously an insider and an outsider. I know how institutions work but was also part of collectives that critiqued institutions from the outside. To me, the Beursschouwburg is an example of how things can be different. It can offer a platform to the dynamic and spontaneous initiatives and crowdsourced organizations that emerge outside institutions, without instrumentalizing them. I would also like our public relations to play a bigger role in appealing to other people and to strengthen our relationships with them.” EN

21 OKTOBER 2020

I 21


BRUSSELS PHILHARMONIC

MOZART Eine kleine Nachtmusik

Mozart wrote this Serenade in

1787, and since then has become

Brussels Philharmonic Stéphane Denève conductor

an absolute hit. Elegant, light,

Wolfgang Amadeus Mozart Serenade nr.13 für Streicher in G-Dur KV525 ‘Eine kleine Nachtmusik’ Toru Takemitsu Signals from heaven - Night Signal/Day Signal

cheery and a real earworm that you will encounter in the most unexpected spots.

Serenade for Winds, op.44

A unique opportunity to hear it

live in a programme based on the theme of the Night! © RAY SANGGA KUSUMA

FLAGEY fri 30.10

18:30 & 21:00

tickets: www.flagey.be

“You probably have heard this little piece of music so many times in a hotel lobby or waiting room, but never properly in a concert hall - so this is your chance!”

FA L L / W I N T E R

STÉPHANE DENÈVE

BRUSSELSPHILHARMONIC.BE

Brussels, we’re back! MET DANK AAN DE BELGISCHE TAX SHELTER & BELGA FILMS FUND


BRUZZ SELECT

D E F I N I T E LY T H E B E S T T H I N G S T O D O I N B R U S S E L S

21 — 27/10 EXHIBITION

Eleven hours of ‘Great Black Music’

REALITY BITES BX-FLOW

FOCUS VICTORIA

La danse pour dire les violences policières

Three Belgian filmmakers chasing a desert mirage


BRUZZ Select

21 — 27/10

IN THE MIX

TR AC

Taart brut NL/ De vroegste beginselen van Art et

Marges gaan terug tot 1983, maar het is pas in 2009 dat de plek zich in de huidige museale gedaante aan de wereld toont. Het museum in hartje Marollen is in tien jaar tijd uitgegroeid tot een gekoesterde en meermaals bekroonde vrijhaven voor wat gemeenzaam art brut of outsiderkunst wordt genoemd: kunst buiten de marges van het reguliere circuit. De voorbije jaren is er veel veranderd in de blik op die even eigenzinnige als fragiele kunst, denk maar aan de tentoonstellingen die kunsthuizen als het MIMA (Obsessions) of Bozar (Danser brut) wijden aan de zo lang gemarginaliseerde artiest. Art et Marges heeft mee die grenzen in vraag gesteld en verlegd. Tien jaar Art et Marges verdient dan ook een

enorme taart en een vurig feest: in de vorm van een expo, Embrasez-vous!, die een tiental gefascineerde kunstenaars in de 4.000 stuks tellende collectie dropt, en een boek dat de geschiedenis bundelt met het oog op een ongetwijfeld wonderschone toekomst. (KS) 22/10 > 25/4, Arts et marges, www.artetmarges.be

Gieren de zenuwen bij Portland dubbel zo hard bij twee concerten? NL/ Portland zag zijn momentum genekt de voor-

bije maanden, nu zijn zomer met onder meer shows in het voorprogramma van Sting op Gent Jazz en op het Britse Latitude Festival goeddeels verdampte. Maar vol goede hoop viert het indiepopkwartet rond Jente Pironet en Sarah Pepels alsnog de eerste verjaardag van zijn debuutalbum met twee concerten in de Ancienne Belgique en de nieuwe single ‘Aftermath’. En petit comité. Maar dat maakt de spanning er niet minder op. “Ik ben een halve Jacques Brel,” lacht Pironet. “Ik durf ook al eens over de nek te gaan, ja.” Hebben ze dan geen ‘lucky clover’ om wat geluk af te dwingen? “Onze talisman is onze crew, die zorgt ervoor dat we zorgeloos kunnen optreden. Een concertdag wil ik vooral zonder extra stress doorkomen, genieten van het eten, een wijntje erbij, en me niet bezighouden met bijvoorbeeld technische problemen.” Koningen van het Vlaamse levenslied als Willy Sommers doen met de vingers in de neus zes shows in een weekend, maar hoe voelt een rockband zich die twee keer na elkaar aan de bak moet? “Onbewust ga je je krachten toch wat sparen,” zegt Pironet. “Je gaat niet de hele keet slopen als je twintig minuten later alweer op moet. Daarna is het net zo gek om te doen alsof je nog helemaal fris bent.” Pironet is dankbaar dat Portland alsnog het podium van de AB op kan. “Maar ik mis het wel om zenuwachtig in de backstage te wachten terwijl de bassen door de tent dreunen, wetende dat je dadelijk voor duizenden mensen op moet. We zijn blij met elk concert, maar op dit punt in onze carrière hadden we toch graag voor een groter publiek gestaan.” (TZ) PORTLAND 27/10, 18.00 & 20.30, Ancienne Belgique, www.abconcerts.be 24

En zo zien we alweer alles voor onze neus wegsmelten DE BRUSSELSE RAPPER MET KNOKSE ROOTS BRIHANG spreekt op Instagram, likkend aan een ijsje aan de Belgische kust, zijn bezorgdheid uit over de toekomst van de muzieksector, nu dat vermaledijde virus alweer stevig om zich heen grijpt. Zijn show in Kortrijk op 18 oktober werd afgelast, maar zijn twee concerten in de Ancienne Belgique op 24 oktober, waaronder eentje op kindermaat, gaan voorlopig gelukkig wel nog door zoals gepland.

Les autres nuits FR/ Pendant alternatif des Nuits Botanique, le festival Nuits du Beau Tas propose une programmation en marge des canaux de diffusion traditionnels. Et la soirée au Brass vaut le détour. Entre les expérimentations du guitariste Xavier Dubois et les explorations sonores du compositeur bruxellois Ben Bertrand, c’est un emblème du rock national qui débarque à Forest. Ex-dEUS et voix du groupe Evil Superstars, Mauro Pawlowski (photo) vient croiser sa guitare avec celle de Jean De Lacoste. Une collaboration qui s’annonce électrique. (NAL) 27/10, 20.00, Le Brass, www.lebrass.be


Le vent nous portera

Señora Dalloway

Death in Bruges

FR/ Dans son

NL/ Mrs Dalloway toont een

EN/ With Bruges-la-Morte (1892), the Belgian

travail avec des jeunes atteints de troubles moteurs, le chorégraphe français Éric Minh Cuong Castaing a fait du geste, du toucher, du regard et de la voix des perles précieuses, pleines de grâce. Des moments de légèreté dans un monde en suspension où les chaises et les contraintes physiques se dissolvent dans un rêve éveillé. Portés et enlacés par des danseurs guides et protecteurs, ces corps dysfonctionnels explorent des sensations inédites. Entre performance et film, L’Âge d’Or (7+) est bien plus qu’une promesse. (GB)

dag in het leven van Clarissa Dalloway, zoals opgeschreven in de klassieker van Virginia Woolf, en op de planken gezet door regisseurs Carme Portaceli (Teatro Español) en Michael De Cock (KVS). Aan de hand van flashbacks en associaties deint de bewustzijnsstroom van Mrs Dalloway uit tot een overschouwing van haar hele leven, haar geliefden en vrienden, haar levenskeuzes, haar positie als vrouw, en de dunne lijn tussen levensvreugde en depressie. Woolf door een Spaanse cast, met Blanca Portillo uit Almodóvars Volver in de rol van Clarissa Dalloway. (MB)

21/10, La Raffinerie, www.charleroi-danse.be

22 & 23/10, 20.00, KVS BOL, www.kvs.be

symbolist author Georges Rodenbach wrote a darkly poetic novel about the Venice of the North. About thirty years later, the 23-year-old musical prodigy Erich Wolfgang Korngold created an extatic score to accompany the libretto written by his father, and their opera Die tote Stadt became an immense success. The director Mariusz Trelinski is now restaging Korngold’s masterpiece at the Munt/La Monnaie. 22/10 > 13/11, De Munt/La Monnaie, www.demunt.be, www.lamonnaie.be

E Y E - C ATC H E R

Benin beats in Brussels EN/ A new talent has recently appeared

on Brussels’ jazz firmament: ANGELO MOUSTAPHA. The 27-year-old drummer, percussionist, and composer is the new darling of Philip Catherine. Moved by a wonderful solo, the virtuoso guitarist immediately asked him if he would like to collaborate. That was last year at a masterclass in Cotonou, the biggest city in the West-African country Benin. Catherine had been invited by the Belgian embassy. As an alumnus of the École supérieure des Métiers d’Art et de la Culture, Moustapha was right at home. But his love of drumming on absolutely everything was obvious long before he started studying. Moustapha was the official drummer of the parish choir at a young age. He would later also accompany his mother and her Yoruba group, lead Les pionniers de Savalou, and be voted the best drummer at the Meilleur Instrumentiste d’Afrique festival. He now also runs a French and a Brussels afro-jazz orchestra, with which,

just like with Catherine, he subtly mixes his traditional African background with western jazz, which was injected by listening to Davis, Coltrane, and a selection of American drummers like Dave Weckl and Brian Blade. In a conversation with Music3, he says that he has always been a searcher. In this capacity, he also found himself in the ensemble of guitarist Lionel Loueke, his currently more famous countryman who broke through under the wings of Herbie Hancock. About his encounter with Catherine, he says that it changed his life. The concert that he performed at Flagey last summer, accompanied by Catherine, pianist Nicola Andrioli, and bassist Bart De Nolf made such a big impression that the music centre has invited him back for a solo set on African percussion. (TP) ANGELO MOUSTAPHA 22/10, 18.30, Flagey, www.flagey.be

Che en Mzee NL/ Drie dagen op een bankje in Kigali, meer had

journaliste Hilde Baele niet nodig om te beseffen dat de bejaarde tuinman Mzee Jérôme Sebasoni naast haar een imposante geschiedenis met zich meedroeg. Twaalf jaar later verschijnt met Mijn kameraad Che Guevara het door Jeroen Janssen getekende relaas van een tocht in de sporen van de vroegere kindsoldaat die Che Guevara door Congo gidste. Het Stripmuseum onthaalt het duo op een muzikale nocturne. (KS) 22/10, 18.00, Stripmuseum, www.stripmuseum.be

Beyrouth dans le cœur FR/ Le docu Khamsin entrevoit la musique alternative depuis Beyrouth. Collaborateurs de groupes comme Suuns ou The Ex, les Français d’Oiseaux-Tempête connaissent les lieux où ils ont enregistré un album. Les bénéfices de ce ciné-concert iront aux musiciens libanais touchés par la terrible explosion du mois d’août. 21/10, 19.30, Kinograph, www.kinograph.brussels 25


BRUZZ Select

21 — 27/10

ONDERTITEL IN THE MIX

RE A LI T Y BI T ES

‘Certains jeunes sont en révolte car un proche a été victime de violences’ FR

La réalité nous échappe et puis elle revient et nous mord. Les artistes répondent par leur imaginaire. Dans le Projet Bx-Flow, lancé par Mouss Sarr et sa plateforme Timiss, c’est la réalité des violences policières qui a inspiré une vingtaine de jeunes à exprimer leur révolte et leurs doutes à travers la danse et les mots. — GILLES BECHET, PHOTO: SOPHIE SOUKIAS Pendant le confinement, la télé et les réseaux sociaux étaient des fenêtres ouvertes sur le monde. Aux ÉtatsUnis et ensuite partout dans le monde, les rues vibraient des foules qui protestaient contre les discriminations raciales et les violences policières. À Bruxelles, Timiss, une plateforme dédiée à la street culture réunissait une vingtaine de jeunes pour préparer Bx-Flow, un spectacle sur les violences policières en réponse à la thématique Aux Loups ! lancé pour la Zinneke 2020. « Ça a pas mal changé notre projet. Au début, on était dans une approche plus générale. Tout à coup, ça devenait concret. Les jeunes prenaient conscience d’une réalité qu’ils avaient tendance à éviter. L’objectif était de les

Kijk eens in de doos NL/ In Kluizelaar

26

laisser parler et raconter comment ils pouvaient être affectés par ce qui se passe. Certains sont en révolte, parce qu’un de leurs proches a été directement victime de violences, d’autres ne savaient pas quoi faire, mais voulaient prendre position, » explique Mouss Sarr, un des coordinateurs de la plateforme. Les jeunes venus de Bruxelles mais aussi de Flandre et de Wallonie étaient coachés par Mouss et par la chorégraphe Justine Theizen.

LOUP GAROU « On les a accompagnés de A à Z. La plupart étaient des amateurs qui ne s’étaient jamais exprimés dans un contexte plus professionnel. Je m’attendais à ce que ce soit plus difficile que ça, mais une fois qu’ils

« Il faut aussi penser à la santé mentale de la population et le hip-hop, pour ça, est très puissant, » dit Mouss Sarr, cofondateur de la plateforme Timiss.

Wonders of the world

van Simone de Jong staat een houten doos op het podium. Een minihuis met een vreemde bewoner die almaar zegt dat hij niet thuis is. Het jonge publiek krijgt de bewoner maar mondjesmaat te zien, maar nadien komt hij uit zijn schulp. Inventief bewegingstheater voor alle leeftijden, vooral voor kleine kluizenaartjes die veel te lang niet meer naar het theater zijn geweest. (MB)

EN/ Choreographer

25/10, 11.00 & 15.00, www.bronks.be

23 & 24/10, Kaaitheater, www.kaaitheater.be

Radouan Mriziga – exP.A.R.T.S., supported by Moussem, and artist-in-residence at Kaaitheater – recently founded his own work structure, A7la5. It sounds like the name of an architecture firm, and that might not be a coincidence because a love of buildings and numbers is never far away in Mriziga’s work. 7, a group choreography with seven dancers, connects the mythology of the seven wonders of the ancient world to the wonder of the human body. (MB)

Te dire adieu FR/ Christiane, la mère de la photographe Catherine Rombouts, a décidé à 80 ans qu’elle en avait fini avec la vie devenue insupportable. Des objets, des vêtements, une fenêtre sur le jardin, la queue d’un chat et des photos familiales pour cadrer le dernier matin et le dernier réveil. Le Grand Jour est un récit en images et en texte sur une vie et son achèvement. (GB) Lancement du livre 23/10, Tipi Bookshop, www.tipi-bookshop.be


Storyboard STEVE MICHIELS sont entrés dans la bulle créative, plein de choses se sont mises en place d’elles-mêmes. Souvent, c’étaient les gens les plus timides et les plus discrets qui sortaient les meilleures choses. » On en a par exemple un qui parle de sa place dans la société en faisant des comparaisons avec les jeux de société Monopoly et Loup Garou. Une autre a écrit un texte très fort sur la beauté noire. Une autre surprise fut de voir les filles représenter plus de la moitié des interprètes et ce sont essentiellement des Krumpeuses. « Je ne m’explique pas vraiment pourquoi il y a eu plus de filles intéressées par le projet et pourquoi elles ont choisi le Krump pour s’exprimer. Sans doute est-ce lié à l’incroyable notoriété de Hendrickx et des nombreuses filles qu’elle a formées. » Le spectacle aurait dû être présenté le 24 octobre, mais dans les conditions sanitaires actuelles, c’est devenu totalement impossible. Mouss Sarr se donne quelques jours de réflexion. « Plein de choses ont changé, il va falloir trouver des alternatives. Pas un plan B, mais un plan Y ou Z. Bien sûr, on aimerait présenter Bx-Flow dans le courant du mois de novembre, mais tout est encore dans le flou. On pourrait par exemple découper le spectacle en capsules vidéo qu’on diffuserait sur les réseaux sociaux. C’est important de se soucier de la santé physique de la population, mais il faut aussi penser à la santé mentale et le hip-hop, pour ça, est très puissant. » BX-FLOW II Instagram: timiss.be & www.zinneke.org

Space is the place EN/ Until 24 October, you can visit the

Art Contest 2020 exhibition at the Vanderborght building in the centre of Brussels. In the meantime, last year’s winner of the Art Contest, Yoel Pytowski is exhibiting at Botanique. For the last five years, he has concentrated on building impressive architectural installations, and this is no different at Botanique’s exhibition space. In his in-situ work, Pytowski employs a curious dialectic to resolve seeming oppositions: what appears to be heavy and immovable turns out to be porous and as light as a feather. Grey becomes a colour of potential.

Destruction leads to re-use, and walls become curtains, portals of mental projection. (GVDH) 22/10 > 22/11, Botanique, www.botanique.be

NL/ The Radar Station, begin dit jaar nog winnaar van StuBru’s De Nieuwe

Lichting, mag in de AB een Coca-Cola Session spelen. Voor zover wij weten, mag u zelfs in coronatijden bij te veel cola wel nog steeds naar het toilet.

THE RADAR STATION 22/10, Ancienne Belgique, www.abconcerts.be 27


BRUZZ Select

21 — 27/10

FOCUS

Hijacking the western genre EN

Leave it to the Brussels-based trio Sofie Benoot, Liesbeth De Ceulaer, and Isabelle Tollenaere to turn the story of an enormous ghost town in the Southern Californian desert into a poetic, meaningful, triumphant feature-length film: Victoria. — NIELS RUÊLL VICTORIA BE, dir.: Sofie Benoot, Liesbeth De Ceulaer, Isabelle Tollenaere Release: 4/11 Avant-première: 23/10, 19.00 (sold out), Bozar, www.bozar.be

28

The Berlin Film Festival named Victoria the most innovative and inspiring film in the Forum programme, while the Leuven Docville festival awarded it Best Belgian Documentary. The avant-première at Bozar is sold out, but don’t worry because the extraordinary America film by Isabelle Tollenaere and Brussels locals Sofie Benoot and Liesbeth De Ceulaer is opening in Belgian cinemas next Wednesday. The three directors followed 25-year-old Lashay T. Warren, a young black father who uses his boundless imagination to build a

new life for himself in the remarkable desert town California City.

May I ask, by way of introduction, what you do professionally when you are not having cinematic adventures in the Mojave Desert? LIESBETH DE CEULAER: Just before

Victoria, I made Behind the Redwood Curtain. And right now, I am finishing post-production on HOLGUT. That film is about extinction and de-extinction and combines two quests in Siberia: that of a village man and his younger brother from the city and that of a scientist on the tundra.

ISABELLE TOLLENAERE: I make video

installations, directed the short film The Remembered Film, and have completed residencies in Shanghai and Paris. I am currently developing a new feature film. PARIS, PARIS is partly set in France and partly in an architectural copy of Paris in a park near Shanghai. SOFIE BENOOT: I also have my own film projects. In addition, I teach film in the Master’s programme at LUCA School of Arts. I am also pursuing doctoral research there. I research cinematic approaches to ecological themes.

In other words, you each have your own career. What inspired you to join forces and make a film together? DE CEULAER: We were already used to

working together at LUCA, and we have always continued to do so. We


work on each other’s films as assistants, photographers, or sound-recorders. It was during Sofie’s Desert Haze that the three of us found ourselves in California City. We all thought that fascinating place deserved its own film. On this film we explored new avenues by directing together instead of alone. That is always interesting. Perhaps it was a touch naïve to tackle the project with three people. You would think that having three directors would make things go faster, but it was actually more work. When you’re alone, you can go with your gut feeling, but when there are three of you, you have to convince the others of your ideas. Making decisions was hard work. But don’t worry, we’re still very good friends. (Laughs)

What is California City like? I had honestly never heard of it before.

to leave their past behind and dream about starting afresh. It is a role the city was born to play. The city was never finished, so it is still in a process of becoming. Lashay personifies the parallel between incomplete city and incomplete person because he left behind a turbulent and violent past in Los Angeles. And, which is at least as important, Lashay is a great person with tremendous charm and a phenomenally poetic power of observation.

“PERHAPS IT WAS A TOUCH NAÏVE TO TACKLE THE PROJECT WITH THREE PEOPLE” LIESBETH DE CEULAER

TOLLENAERE: That’s not surprising.

Many people in Los Angeles have never heard of California City either. On the ground, it looks just like small-town America. Nothing special. The city really comes into its own when seen from the air. When you look at satellite images on Google Maps, for example. In the 1950s, the real estate developer and professor of sociology Nat Mendelsohn wanted to build a second Los Angeles in the desert. In terms of surface area, California City is the third biggest city in California. Thousands of streets and water and electricity mains are just waiting for a massive influx that never came. Just under 12,000 people live there now. You see the occasional house that has been built amidst vacant lots on this enormous street plan. The streets were built with inferior materials and so they are gradually being swallowed up by the desert again. It is not really a ghost town because there are not many vacant buildings. It is just a very empty town with enormous untapped potential. The dream never became reality.

What makes the young Lashay the ideal guide or hero of your film? TOLLENAERE: We did not have a

predetermined plan. We just started from the place itself. What excited us here? And California City happens to attract people who want

The antics of President Trump, the Black Lives Matter movement that seeks to end police violence and racism against black people: America is going through turbulent times. How does Victoria relate to the current situation? BENOOT: Lashay’s situation is a

telling example of structural racism in the United States. As a young black person in Los Angeles, he had very few opportunities. He literally distanced himself from that situation by fleeing LA and starting a new life. But that new start is also fraught with a lack of opportunities, and yet he remains hopeful. It is through his hyper-personal story that the film connects to current debates about deeply rooted systemic racism in America. But Victoria also has a broader view. We look at several layers of American history, such as the great move West of the “pioneers”. You could say that a new myth and identity were created in the Western parts of the United States.

Your previous films also attest to a great fascination with America. Where does it come from? BENOOT: When I was sixteen, I discovered Cormac McCarthy’s books (No Country for Old Men, All the Pretty Horses) and I became fascinated with the western genre. It could be seen as

From left to right: Liesbeth De Ceulaer, Isabelle Tollenaere, and Sofie Benoot in the South Californian desert.

America’s creation myth. But the genre is problematic: it was not undiscovered territory at all because there was an indigenous population. But you can hijack the genre’s open structure and tell stories within it that look at the world in a different way, and that are inclusive. That is what we have tried to do. America is a very hard society, but it also exudes a great appeal. The film dives into that black hole. I always want to go back but I would never be able to live there. Liesbeth and I are based in Brussels. I am originally from Bruges and Liesbeth is from Diest, but once we had moved to Brussels there was no way back for us. I now identify more with Brussels than I ever identified with Bruges. Despite the small difference of letters, the mentality here is completely different. I feel more Brussels than I feel Belgian or Flemish.

Laat het aan het Brusselse trio Sofie Benoot, Liesbeth De Ceulaer en Isabelle Tollenaere om het verhaal van een spookstad in ZuidCalifornisch woestijngebied om te zetten in een poëtische, betekenisvolle bioscoopfilm: Victoria. Het filmfestival van Berlijn riep Victoria uit tot meest innovatieve en inspirerende film in het Forum-programma, het Leuvense Docville tot beste Belgische documentaire. De Amerika-film draait vanaf volgende woensdag in de bioscopen. NL

Le trio bruxellois Sofie Benoot, Liesbeth De Ceulaer et Isabelle Tollenaere transforme l’histoire d’une ville fantôme dans le désert de la Californie du Sud en un film poétique et expressif : Victoria. Le Festival du film de Berlin a décerné à Victoria le prix du film le plus innovant et le plus inspirant du programme du Forum, et le Docville de Louvain le prix du meilleur documentaire belge. Le film sera projeté dans les salles de cinéma à partir de mercredi prochain. FR

29


BRUZZ Select 2 1

— 27/10

CINEMA

SPOT LI G H T

In wijzerzin: Pullman, Acasa, my home, The house of us en Sune, best man.

Jeugdfilms voor alle leeftijden NL

Fysiek verre reizen maken zit er deze herfstvakantie niet in. Maar het is perfect mogelijk om via een jeugd-, kinder-, kleur- of peuterfilm even op te gaan in een andere realiteit. Festival Filem’On zorgt daarvoor. — NIELS RUËLL

Op de meeste filmfestivals kan je er lukraak een film uitpikken en zien wat het geeft. Dat is geen geweldig plan bij Filem’On. Tenzij je graag met een balorige puber nagaat of Ella, Bella, Bingo de film schattiger is dan Ella, Bella, Bingo de Ketnet-serie over vijfjarigen. Tenzij je je kleuter wil onderwerpen aan Acasa, my home, een hartverscheurende documentaire over een gezin met negen kinderen dat gedwongen wordt om een hut in de wildernis van de Boekarest-delta in te ruilen voor de stad. Naast de leeftijdskwesties dwingen ook de vele locaties en de gesproken taal of ondertiteling van de film tot een minimum aan vooruitplannen. Maar daar zijn websites voor uitgevonden. Het goeie nieuws: wie zoekt, vindt zeker wat. Voor élke leeftijd. De dertien FILEM’ON

28/10 > 7/11, diverse locaties, filemon.be 30

vorige edities bewees Filem’On een neus en hart te hebben voor kwaliteitsfilms uit een waaier aan landen die veel te weinig of geen enkele kans krijgen in het commerciële bioscoopcircuit.

LITOUWEN De veertiende editie focust op Litouwen, een Baltische staat met een lange en springlevende traditie in animatiefilm. Ook rond het thema ecologie is een programmaluik uitgewerkt. In Ponyo on the cliff by the sea sluit een vijfjarige dreumes vriendschap met een goudvis zonder te weten dat die de eigengereide dochter is van een zeegodin en een griezelige zeetovenaar. Die laatste wil met een apocalyptische storm de mensen wijzen op hun gebrek aan respect voor de natuur. Je kinderen

de inhoudelijk en visueel prachtige animatiefilms van Hayao Miyazaki ontzeggen, ruikt naar verwaarlozing. Randje traumatiserend is Watership down, een razend knappe bewerking uit 1978 van een populair boek van de Brit Richard Adams over enkele konijnen die op vlucht slaan voor de bouwlustige mens en na een gevaarlijke tocht door de natuur de ideale woonplek vinden… maar bedreigd worden door de militaristische kolonie van generaal Guldenroede. Uiteraard heeft Filem’On niet alleen oog voor de overlevering van klassiekers en is er een ruim en gevarieerd aanbod aan interessante nieuwe films. Het Zweedse Sune,

EEN FIJNZINNIG AANBOD KORTE EN LANGE FILMS VOOR PEUTERS, KLEUTERS EN/OF HUN OUDERS

best man is een turbulent familieverhaal over een jongen die niet kan kiezen tussen een schooluitstap en de bruiloft van zijn vader. Een ontmoeting met zijn toekomstige zelf brengt niet onmiddellijk raad. In de avontuurlijke Spaanse roadmovie Pullman ondervinden twee lokale kinderen van bescheiden komaf hoe zwaar het massatoerisme op Palma de Mallorca weegt. En als u niet gelooft dat de Koreaanse Yoon Ga-eun heerlijke, innovatieve films maakt die je volledig onderdompelen in de belevingswereld van een kind, vraagt het dan aan Bong Joon-ho, die een Oscar en Gouden Palm won met Parasite. Hij is een grote fan van Yoon Ga-eun. Na The world of us in 2015 toont Filem’on nu ook The house of us. Check niet alleen de lange films. Filem’On heeft traditioneel een fijnzinnig aanbod geclusterde kortfilms, aangepast aan peuters, kleuters of ouder. Apfelmus, How my grandmother became a chair, Parapluies, The witch and the baby: geven de titels alleen al geen zin in een uitstap met het gezin?


A pact with the devil QUERELLE DE, FR, dir.: Rainer Werner Fassbinder, act.: Brad Davis, Jeanne Moreau, Franco Nero

••••

“I’ll sleep when I’m dead.” This is the one-liner with which Rainer Werner Fassbinder put paid to any further discussion with people who wondered who he managed to make forty-four films, including the 14-hour-long TV series Berlin Alexanderplatz, between 1966 and 1982, while also spending every night and day indulging in sex, art, drink, cocaine, and other of life’s delights. The fact that he was not able to celebrate his 75th birthday this year is because that lifestyle put him in an early grave in 1982, when he was only 37 years old. As a result, the extravagant, EN

intentionally unrealistic Querelle unintentionally became his cinematic testament. The enfant terrible of post-war German cinema found his inspiration in a controversial novel that the French playwright Jean Genet had started writing while he was in gaol. In a hallucinogenic underworld of the French port city Brest, a horny, murderous, manipulative sailor (the American Brad Davis) discovers his ambiguous sexual identity. He intentionally loses at dice so that instead of sleeping with a brothel manager who yearns for passion and enjoys singing “Each man kills the thing he

phallic. The homoeroticism and promiscuity shocked the bourgeois press and audiences when it was released. It is decadent, bizarre, and bathetic, even by Fassbinder’s standards. So maybe it’s exactly what you need. NIELS RUËLL

loves” (the legendary Jeanne Moreau, oui, oui), he sleeps with her gambling-addicted, untrustworthy husband. All kinds of bodily fluids flow copiously, leather is there to be stained, and the exorbitant décor is almost hilariously

‘Brazil’ à la française

La genèse de Calamity Jane

ADIEU LES CONS

CALAMITY

FR, dir.: Albert Dupontel, act.: Virginie Efira, Albert Dupontel, Nicolas Marié

FR, dir.: Rémi Chayé

We gaan nog rapper een vaccin tegen het coronavirus vinden dan een genre of spelregister dat Virginie Efira niet aankan. De Brusselse filmster uit Sibyl van Justine Triet, het nog uit te komen Benedetta van Paul Verhoeven en publieksfavoriet Le grand bain speelt een kapster die niet lang meer heeft te leven en alles op alles zet om de zoon terug te vinden die haar meteen na de geboorte werd afgenomen. Ze krijgt de hulp van een opzijgeschoven ambtenaar die een zelfmoordpoging overleefde, en een blinde archivaris met een fobie voor politiemannen. Op het filmfestival van Namen viel geen enkele film méér in de smaak bij

Dans la mythologie du Far West, très peu de femmes se sont fait une place, mais Calamity Jane compte pour trois. La sublime série télévisée Deadwood la dépeint comme l’âme sœur gentille, qui boit et qui jure, de Wild Bill Hickok. À partir d’une imagination riche et de quelques sources historiques, un film d’animation français destiné à un jeune public se concentre plutôt sur son enfance. Lorsque son père célibataire se blesse dans un convoi vers l’Ouest, la jeune Martha Jane Cannary reprend les rênes et assume toutes les tâches masculines. Ce n’est pas évident, mais l’aventurière jouit pleinement de toutes les libertés refusées alors

•••

•••• NL

FR

het publiek dan deze doldwaze, antiautoritaire parabel. Regisseur, scenarist en acteur Albert Dupontel draagt de opvolger van het in de smaak gevallen Au revoir là-haut op aan Terry Jones, de Monty Python die begin dit jaar overleed. Maar zelfs een blinde archivaris ziet dat Adieu les cons vooral zwaar beïnvloed is door Brazil van die andere Python, Terry Gilliam. Bekijk de trailer om te weten of u zijn burleske stijl en humor lust. (NR)

aux jeunes filles. Le réalisateur Rémi Chayé ne dispose pas d’un budget suffisant pour concurrencer les studios d’animation japonais ou américains et tente d’y remédier par un dessin soigné, une utilisation judicieuse des couleurs et une histoire originale. La France est un peu trop enthousiaste, mais il est vrai que Calamity est à la hauteur du précédent film de Chayé sur une jeune héroïne : Tout en haut du monde. Et c’est une bonne nouvelle. (NR)

HIGH FIVE ••••

••••

CORPUS CHRISTI

TENET

••••

•••

•••

Doodziek en dolverliefd. Amoureuse en phase terminale. Terminally ill and madly in love.

De Vader, de Zoon en de bajesklant. Le Père, le Fils et le taulard. The Father, the Son, and the gaolbird.

Vadertje tijd doet je hoofd tollen. Quand le temps fait tourner la tête. Father Time makes your head spin.

Coppola + Murray = vuurwerk. Coppola + Murray = feux d’artifices. Coppola + Murray = fireworks.

Goedkope schrikeffecten verboden! Non aux frayeurs bon marché ! Cheap scare tactics not allowed!

BABYTEETH

ON THE ROCKS

RELIC

31


BRUZZ Select

21 — 27/10

ONDERTITEL EXHIBITION

Every colour of black EN

This vast interactive exhibition retraces the diversity of black music through different eras and continents. An epic story that is intrinsically connected to the emergence of pan-African consciousness, which is also expressed through the voices, rhythms, and spirit of that music. — GILLES BECHET GREAT BLACK MUSIC > 20/12, Les Halles, www.halles.be

•••

A strange photo from the album art for Maggot Brain by Funkadelic was chosen to promote this exhibition about “Great Black Music”. The image expresses both a cry of liberation and someone being smothered, or even an execution. Is black music in danger? Not really. You could even say that, in its globalised form, it represents a major component of popular music today. How did we get here and how do you tell the story of black

music? Of all black music, music from America, of course, but also from Africa, the Caribbean, and Europe. This exhibition, created by Marc Benaïche, was held for the first time in Dakar in 2010 and has since toured nine countries. It has been updated each time and now includes, for its Brussels phase, a reference to the Black Lives Matter movement. It’s an immersive exhibition with no display cases and no objects. Instead, it has screens

“Great Black Music” is like a huge multimedia jukebox of documentary footage and music.

32

and ports to plug your headphones into. In this huge multimedia juke box, you can experience a total of eleven hours of documentary footage and music. In other words, it is impossible to see everything, so you will have to be selective.

ABUNDANCE The exhibition features Fela Kuti and Gilberto Gil, Ray Charles and Michael Jackson, Billie Holiday (photo above) and Celia Cruz, alongside other legends of black music. The Mama Africa section takes you on a journey from the Sufis and Bantus of southern Africa to the Afro-Soul of West Africa and the rumba makossa of Central Africa. When tackling such a vast field, there are inevitably going to be some omissions. For example, the absence of Sister Rosetta Tharpe, dubbed the Godmother of rock ‘n’ roll, who performed onstage with an electric guitar in the late 1930s, is regrettable, as is the fact that Ethio-Jazz is represented by only one song by Mahmoud Ahmed. Everyone will have their opinion about what should have been included. With such an abundance of material, however, one can hardly complain.

To break the monotony of the screens, the creators designed a space devoted to sacred rhythms and rituals, where you observe a screen through a slit in a black drape. The historical theme gives you the chance to discover links between events from the rich history of Africa and major works of music and literature. A thread runs from the construction of the pyramid of Cheops to the militant Caribbean politician Edward W. Blyden’s trip to Egypt in 1866 and to the album Pyramid by the Modern Jazz Quartet. Further on, the assassination of the homosexual mayor of San Francisco Harvey Milk in 1979 is juxtaposed with sets by Frankie Knuckles, the resident DJ of the gay club The Warehouse in Chicago, the epicentre of house music. The final part is devoted to the Caribbean, Cuba, Samba, Salsa, and funk, polyrhythms that melt into the global mix of today’s music in which the powerful sounds of urban and pan-African music are mixed with electronic beats. When you hang up your headphones, you feel like you have pins and needles in your legs. How were you able to see and listen to all that music without dancing? That’s a question with no answer.


HIGH FIVE JUSTINE BOUGEROL

10 & 11 Nov. ’20

•••••

Graven in het intieme landschap der herinnering. Dans l’intime du paysage de la mémoire. Delving into the intimate landscape of memory. (> 8/11, CENTRALE.lab)

VINCENT GLOWINSKI/CHLOÉ SCHUITEN

•••••

Er ontvouwt zich een kleine mythologie in LaVallée. Une petite mythologie se déploie à LaVallée. A small mythology is brewing at LaVallée. (> 31/10, LaVallée)

Drumming

Rosas & Ictus Ensemble

ASSAF SHOSHAN

••••

Een intiem en poëtisch portret van ballingschap. Une carte intime et poétique de l’exil. An intimate and poetic portrait of exile. (> 21/2, Joods Museum/Musée juif)

DANSER BRUT

••••

PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN BRUSSEL PALAIS DES BEAUX-ARTS BRUXELLES

Info: BOZAR.BE

Rue Ravensteinstraat 23 1000 Brussels +32 2 507 82 00 / bozar.be © Anne Van Aerschot

Het dansende lichaam, tussen trance en hysterie. Le corps dansant, entre transe et hystérie. The dancing body, between trance and hysteria. (> 10/1, Bozar)

NICOLAS PROVOST

••••

New York, in de schaduw van vele torens. New York, dans l'ombre de nombreuses tours. New York, in the shadow of many towers. (> 31/10, The Agprognostic Temple)

We want more!

NL/ Last van een onstilbare culturele honger? Dan verwijzen je graag door naar bruzz.be/select, waar wij voor jou de rest van de culturele kalender uitspitten met Book Aheads, Last Calls, onze Musts én een handig overzicht per discipline. FR/ Votre appétit culturel est insatiable ? Rendez-vous sur bruzz.be/select pour encore plus d’idées de sorties et autres bons plans. Parmi lesquels Book Aheads, Last Calls, nos Musts et un aperçu pratique par discipline.

met de magistrale Derde Pianosonate van Brahms © JOHAN JACOBS

EN/ Is your cultural hunger still unstilled? We are happy to refer you to bruzz.be/select, where we offer lots more information about the cultural calendar with Book Aheads, Last Calls, our Musts, and a handy overview per discipline.

X 2018

I 33


BRUZZ Select

21 — 27/10 ONDERTITEL E AT & D R I N K

De Coin Coin jaillit une cuisine italienne tantôt créative, tantôt fidèle au classique.

Le bon coin FR Question : est-il possible de préparer des pâtes divines sans

être italien ? Réponse : aucun doute. La preuve avec Coin Coin, anguleuse adresse surdouée de la pasta. — MICHEL VERLINDEN, PHOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

COIN COIN

••••

avenue Jules de Troozlaan 13, Sint-Pieters-Woluwe/ Woluwe-Saint-Pierre, 02-567.29.02, www.coincoinresto.be wo/me/We > vr/ve/Fr, 12 > 22.30, za/sa/Sa 17.30 >22.30, zo/di/Su, 12 > 22.30, traiteur dienst/ service traiteur/ catering service > 21.30

Posé, comme son nom l’indique, à l’angle de deux artères de la tranquille commune de Woluwe-SaintPierre, Coin Coin se découvre comme un excellent « repaire à pâtes » parfaitement mis en scène. Ce qui frappe d’entrée de jeu, c’est l’extrême soin apporté au décor. On doit celui-ci à Nicolas Léonard, le frère du chef, déjà repéré pour sa collaboration avec Line Couvreur (Les Filles). L’archi-

tecte d’intérieur a imaginé un écrin à la fois décontracté et chic. La cuisine ouverte est cernée d’une imitation marbre et rythmée par un bardage boisé à claire-voie. On aime aussi les hauts tabourets qui permettent entre autres de manger face à la cuisine. De celle-ci jaillit une cuisine italienne tantôt créative, tantôt fidèle au classique. Lors de notre visite, on a fait le choix d’une entrée très justement

intitulée Calamaro (14,60 euros). Le pitch ? Quatre encornets idéalement cuits servis par un juteux accompagnement à base de fenouil, d’oignons rouges, de basilic et d’ail rose. Le petit détail qui fait la différence ? Une fraîcheur apportée par du citron venu en droite ligne de la côte amalfitaine. Redoutable. Côté plat, on aime la possibilité qui est offerte de choisir entre trois types de pâtes : les sèches, les fraîches et les fraîches maison. C’est bien sûr vers ces dernières que l’on se dirige. Sortie en droite ligne du laminoir, la version Caramelle (19,40 euros) consiste en des sortes de gros nœuds farcis à la ricotta, au jambon de Parme, à la ciboulette, au céleri vert et aux noix de pécan. Cette

préparation fonctionne d’autant mieux qu’elle est arrosée d’un beurre à la sauge et de pecorino. Le tout tapisse les papilles en conférant cette impression de rondeur moelleuse qui est la marque des plats réussis. Le dessert, même si l’on nous a recommandé la crème brûlée (7,40 euros), on le réserve pour une prochaine fois. Un dernier mot sur la carte des vins qui a le bon goût de se promener dans le vignoble français, notamment chez certains cadors du Beaujolais (Foillard, Descombes ou Métras). Mesures sanitaires obligent, il faudra patienter un peu avant de prendre une table chez Coin Coin, mais son service traiteur se charge de rendre l’attente des plus supportables.

HIGH FIVE •••••

••••

NONA PASTA

BOBBI BAO

••••

••••

••••

Streetfood op z’n Amerikaans. La street food made in US ? C’est ici. US style street food. (www.elbowcounter.com)

Sublieme pasta... en basta. Des pâtes (sublimes) et rien d’autre. Sublime pasta... and basta. (www.nonalife.com)

Vergeet de burger, hier is de bao. Oubliez le burger, voici le bao. Forget the burger, here is the bao. (www.bobbibao.com)

Streetfood, net zoals in Hanoi. Exquise street food vietnamienne. Streetfood just like in Hanoi. (www.littleapo.be)

Fancy Midden-Oosterse cuisine. La cuisine moyen-orientale fancy. Fancy Middle Eastern cuisine. (www.le-conteur.com)

ELBOW

34

LITTLE APO

LE CONTEUR


28.10 I 20:30 | kaaitheather a nouveau dans l’arène,

en conversation avec david courier

A R S M U S I C A . B E . I N T E R N AT I O N A L C O N T E M P O R A R Y M U S I C F E S T I V A L

© philippe matsas/leextra/éditions liana levi

r a g é n i d a v dja

SOLIDARS A R S M U S I C A 06 – 27 NOV 2020

encore I meer I more:

close reading I 22.10 I rile* la nuit des ecrivains I 10.11 I le 140 dead ladies show I 18.11 I beurscafé close reading I 19.11 I rile* anne-james chaton I 21.11 I les brigitinnes leesclubdelecture I 30.11 I passa porta

passaporta.be

IF YOU DON’T WANT TO MISS A NOTE, ARS MUSICA IS THERE FOR YOU. Info & tickets: arsmusica.be ars_musica_insta |

facebook.com/ars.musica | #arsmusica2020


© DAVID WILLIAMSON

BRUZZ | INTERVIEW

FANTASEREN VANUIT HET ONMOGELIJKE MET LIESA VAN DER AA

36

I

‘Ik heb lang met veelheid geworsteld’ 21 OKTOBER 2020


ok da!” gebiedt Liesa Van der Aa op haar nieuwe plaat met een tongval die een langdurig verblijf in Brussel doet vermoeden, of een liaison dangereuse met een hoofdstedelijke rapper. “Die vermoedens zijn helemaal juist,” zegt de muzikante, actrice en theatermaakster die al meer dan tien jaar in Antwerpen vertoeft. “Tenminste, ik ben opgegroeid in Brussel, mijn ouders hebben lang aan de KVS gewoond. Op een bepaald moment zijn we verhuisd naar Grimbergen, maar mijn zus en ik bleven naar school gaan in het Maria-Boodschaplyceum.” Van der Aa, klassiek geschoolde violiste en dochter van acteur en artistiek leider van kindertheater 4hoog Frans Van der Aa, ruilde Brussel in voor Antwerpen om er te studeren aan Herman Teirlinck. De liefde bond haar uiteindelijk aan de stad aan de stroom. Ze sloot er zich aan bij het Toneelhuis, schreef muziek voor theatergezelschappen als FC Bergman en Olympique Dramatique, acteerde in de intussen akelig realistisch ogende serie Cordon en bedacht een soundtrack bij de havenfilm Cargo. In de Hobokense Wolkenkammerij heeft ze een creatieve speeltuin gevonden om haar eigen muziek uit te werken. Kortom, ze is er stevig verankerd. “En toch mis ik Brussel. Ik voel dat mijn hart daar ligt. Ik ben dan ook van plan om er de komende jaren terug te keren.”

Wat trekt je terug naar hier? LIESA VAN DER AA: Mijn jeugd. Mijn

herinneringen. De schizofrenie. Brussel is de enige stad waar je nog in kan vluchten. Ze is donker en warm tegelijk, ze is een intrigerende wisselwerking tussen aantrekken en afstoten. Er beweegt zoveel. Maar ik zal vooral terugkeren omdat ik me nergens echt beter thuis voel.

Je kan je mengen in de Brusselse hiphopscene, nu je op je album Easy Alice speelt met de codes van de hiphop. VAN DER AA: Ik weet niet wat mijn scene is, dat verandert nogal eens. (Glimlacht) Het woord ‘scene’ is ook saai, omdat het eigenlijk niet relevant is. Misschien is dat iets wat uitgesproken wordt wanneer het speelveld te klein is, en de boel moet worden opengegooid. Ik heb het niet zo op grenzen. Ik heb er wel, maar ik zie vooral uitdaging in de drempel.

“An OTP musician always breaks the rules,” zeg je in het manifest van je artistieke vrijhaven One Trick Pony. Is dat je beginselverklaring? VAN DER AA: One Trick Pony is een labo. Een utopisch idee, waar kunstenaars uit verschillende disciplines samenwerken en experimenteren, met als motor muziek. Een beetje zoals The Factory van Andy Warhol. De droom is noodzakelijk, fantaseren vanuit het onmogelijke. Dat is de hoop die mensen nog hebben.

Je artistieke output lijkt inderdaad onbegrensd. Je acteert, zingt, speelt viool, schrijft theaterstukken en componeert soundtracks. Je vorige album, WOTH, was tegelijk een multimediale voorstelling. Easy Alice is naast een popplaat ook een film. VAN DER AA: En dat was niet de bedoeling. (Lacht) Ik wilde eigenlijk beeldmateriaal schieten om de plaat visueel mee vorm te geven, er clips mee te maken enzovoort, maar dan ben ik met (de Belgisch-Congolese zanger en filmmaker) Baloji beginnen te praten. Ik had hem leren kennen toen hij mij de Ensor mocht overhandigen voor de muziek die ik had gemaakt bij de film Cargo. Hij is ook zo iemand die vindt dat je als artiest voor de multi-ervaring moet

gaan. Voor hem is beeld bijvoorbeeld ook muziek en muziek ook beeld. Baloji heeft een groot oog voor vorm, kleuren, kostuums. We hebben samen veel gefilosofeerd. Hij vond dat ik meer uit die beelden moest halen. Ik ben beginnen te schrijven, vertrekkend van de teksten van de plaat. Uiteindelijk ben ik uitgekomen bij oude interviews van artiesten die mij geïnspireerd hebben, en die heb ik uit hun context gerukt om nieuwe personages te creëren.

Een van hen is David Bowie, de verpersoonlijking van het alter ego. VAN DER AA: In het interview dat ik van Bowie gebruik, praat hij over de maskers en façades waarachter hij zich verschuilt als artiest. Hoe hij zijn privéleven afschermt, terwijl hij naar buiten toe zelf de vormen kiest waarin hij zich wil presenteren. Dat is een interview uit de jaren 1970, maar nog altijd relevant. Kijk naar hoe we sociale media gebruiken als canvassen om een versie van onszelf te presenteren.

Je gaat er ver in: je zingt met vervormde stemmen op de plaat, in het Engels, Frans en Nederlands, mannelijk én vrouwelijk. VAN DER AA: Mensen bestaan uit zoveel eigenschappen, staten en fases. Ik heb het laatste anderhalf jaar een fascinatie voor (de Italiaanse filmmaker en schrijver Pier Paolo) Pasolini ontwikkeld. In zijn werk zit heel veel eclecticisme. En zijn personages schuiven tussen verschillende werelden. Hoog en laag. Die schizofrenie vind ik heel boeiend. Voor Easy Alice heb ik geput uit Olie, zijn laatste, onvoltooide roman, voor hij gruwelijk werd vermoord. Daarin splitst hij de protagonist letterlijk in twee, in een man én een vrouw. Die veelheid van maskers, strategieën, types vind ik heel hedendaags. De maat-

F

BRUZZ | INTERVIEW

In tijden van vloeibare identiteiten kan je niet om Liesa Van der Aa heen. De veelzijdigste aller artiesten stelt in de Ancienne Belgique haar nieuwe album én film voor, in de gedaante van haar aan porno, hiphop en Pasolini verslaafde alter ego Easy Alice. “Ik heb wel grenzen, maar ik zie vooral uitdaging in de drempel.” — TOM ZONDERMAN

EN

21 OKTOBER 2020

I 37


FANTASEREN VANUIT HET ONMOGELIJKE MET LIESA VAN DER AA

schappij zit vol met tegenstellingen. Dat is niet per se slecht, dat dwingt tijd af, je moet er langer naar kijken of mee praten om het te snappen. Voor mij is het allemaal één psychedelische soep, met Alice als ankerpunt.

hoogtepunt. Ik zie dat bij mezelf ook: ambitie, succes, verlangen, willen, willen, willen.

Die tegenstellingen aderen door het album. Je omschrijft jezelf als “a skeleton girl in a body building world”, maar je bijt ook van je af: “No one fucks with the man inside of me.”

VAN DER AA: Ik kijk, en ik herinterpreteer. Met One Trick Pony heb ik Play gemaakt, een stuk over het monster van de macht, met als kompas het boek Leviathan van de Engelse filosoof Thomas Hobbes. Volgens Hobbes zijn wij de macht, wij zijn allemaal Trump. Wij leiden die figuren naar die positie. Als we morgen stoppen met naar H&M te gaan, dan is die winkelketen in een week tijd failliet. Die macht hebben wij. En tegelijk worden we platgewalst. Maar dat soort gedachten hoeft er niet in te zitten, kunst mag radicaal zijn, maar ik zie mezelf eerder in een grijze zone.

Alice is wellicht een soort anagram van Liesa, maar ik lees er ook Alice in Wonderland in.

BRUZZ | INTERVIEW

VAN DER AA: Dat is zo bedoeld. In de film speel ik ook vijf personages uit Alice in Wonderland: de Mad Hatter, het konijn enzovoort. Maar eigenlijk verwijst Easy Alice naar een gelijknamige softpornofilm uit de jaren 1970. Goeie titel, slechte film. (Lacht) Voor de voorstelling Angels in America van Olympique Dramatique vroegen de regisseurs mij om geluiden uit pornofilms te samplen bij enkele seksscènes. Bij wijze van research heb ik toen een hele week naar porno gekeken. Ik vond dat ongelofelijk saai. Alles klinkt ook hetzelfde. Het geluid van plezier bleek copy paste te zijn. “Groaning and moaning, everyone sounds the same,” zing ik daarom in ‘Inhale’.

“Masturbating, it’s all about climax / I hate sustained climax,” klinkt het in diezelfde song. VAN DER AA: Dat klinkt nogal confronterend, als je het zo zegt. (Lacht) Mijn teksten zijn een balans tussen diepere gedachten en humor. Mensen mogen zo’n zin oppikken, maar het hoeft niet. Een van de oude interviews die ik heb gebruikt, was een lange monoloog van John Cage waarin hij het heeft over “sustained climax”. Het is ongelofelijk hoe relevant die betogen vandaag nog blijven.

Porno is een metafoor voor onze hedonistische maatschappij: leven van climax naar climax. VAN DER AA: We zijn altijd op zoek naar het

“Voor de soundtrack bij Angels in America heb ik een hele week naar porno gekeken. Dat was ongelofelijk saai” LIESA VAN DER AA

38

I

21 OKTOBER 20200

Liesa Van der Aa

BOEDDHISTISCH

Geboren in 1986. Groeit op in Brussel en Grimbergen, maar blijft na haar studies aan Herman Teirlinck in Antwerpen hangen.

“Off for a while. Pushed the button back,” lazen we een paar weken terug op de Facebookpagina van Liesa Van der Aa. “Facebook was gewoon even stuk en ik had geen zin om het te repareren,” verduidelijkt de zangeres. “Maar ik zat de voorbije maanden ook een tijd in een soort van aanschouwende freeze. Ik had nog dingen te doen, maar ik was een beetje bouche bée, zoals we vroeger zeiden op school. Ik wist gewoon lang niet wat ik moest zeggen.”

Werkt samen met onder meer deSingel, M HKA, Ictus, het Toneelhuis en Solistenensemble Kaleidoskop Berlin. Speelt Spacey in de Ketnetreeks Zingaburia en Jana in de virusserie Cordon. Schrijft de muziek voor All the pretty little horses van de Griekse regisseur Michalis Konstantatos en wint een Ensor voor de soundtrack van de film Cargo van Gilles Coulier.

“Het is alsof gisteren een jaar geleden is,” vertelde je me in een eerder gesprek over je onophoudelijke werkritme. Kwam de noodgedwongen rust van de voorbije maanden voor jou als een verademing?

Richt in 2017 het muzieklabo One Trick Pony op en regisseert het door Klara bekroonde theaterstuk Play.

VAN DER AA: Ja, maar na twee weken was ik het alweer beu. Ik had nog wel enkele opdrachten en ik heb tien nieuwe nummers geschreven, heel lange liedjes met héél véél tekst. Terwijl alles stilviel, kreeg ik een soort van stress. Door het gebrek aan controle, denk ik. We hebben voor onszelf allerlei systemen gecreëerd waarbinnen we functioneren. Als die wegvallen, hebben we geen structuur meer. Ik vond het confronterend om dat te beseffen. De voorbije jaren heb ik wel geprobeerd om trager te gaan leven, om ruimte te creëren. Aan de andere kant vind ik het gek dat mensen die vurig of chaotisch zijn aan yoga doen, alsof alles gekanaliseerd moet worden. Ik word agressief van yoga, dat is als een kat in water gooien. (Lacht) Mensen doen wat ze willen om rustig te worden, maar ik ga liever wandelen met vrienden in de natuur.

Debuteert in 2012 als muzikante met het album Troops, in 2014 gevolgd door het driedubbele album WOTH. Easy Alice is nu uit.

De release viel slecht. Net nadat Easy Alice uitkwam, ging de wereld op slot. VAN DER AA: Dat vond ik triest. Je werkt maanden ergens naartoe, maar de climax komt niet. (Lachje) Het doet me denken aan een scène uit House of cards waarin enkele boeddhisten maanden aan een zandschilderij werken, en wanneer het eindelijk klaar is, blazen ze het in

© DAVID WILLIAMSON

VAN DER AA: Dat is hoe het voor mij in elkaar zit. De ene minuut ben je superfragiel, de andere superstoer.

Volgens ‘IJstijd’ hebben de opgestoken duimpjes op Facebook ook een pornografisch kantje. Je hebt een scherpe, ironische blik.


Voor Easy Alice transformeert Liesa Van der Aa in de meest uiteenlopende gedaanten.

één adem weg. Helaas kan ik daar niet zo vredevol mee omgaan. (Lacht) Ik kreeg deze zomer aanbiedingen om solo-optredens te doen, maar dat wilde ik niet. Met Lander (Gyselinck), Dries (Laheye), Niels (Broos) en Elisabeth (De Loore) had ik voor het eerst echt een band rond mij geschaard, dus wilde ik die songs niet in mijn eentje gaan spelen. Ik hoop dat het allemaal lukt, dit najaar, en dat niet alles opnieuw gecanceld wordt.

Muzikaal vertoef je in geile funk en hiphopsferen. Hoe ben je daarbij terechtgekomen? VAN DER AA: Ik groeide thuis op met klassiek, jazz en opera. Maar op school luisterden wij stiekem naar dj Grazzhoppa en Starflam. Mijn eerste single was ‘Thong song’ van de Amerikaanse rapper Sisqo. In een platenwinkel in Meise kocht ik albums van Will Smith en Eminem, twee rappers die elkaar haatten. (Lacht) Van die laatste kende ik alle teksten vanbuiten. Dat waren mijn MTV-jaren. Lander en de andere funky boys van de band zijn ook allemaal kinderen van de jaren 1990. Niet dat we dezelfde soort beats wilden maken, dat waren gewoon de bouwstenen voor onze sound. Easy Alice wordt nu mijn popplaat genoemd, maar ze is best nog wel eclectisch. In de toekomst wil ik mij nog meer toeleggen op het toegankelijk maken van complexe muziek.

Je blijft stijlen met elkaar verbinden. Je noemt Easy Alice niet voor niets een “caleidoscopische ontmoeting tussen Kafka en Britney Spears, een gesprek tussen PJ Harvey en Eminem, een duet tussen Bill Withers en Missy Elliott.” VAN DER AA: Ik ben deel van een generatie die

met heel diverse smaken en stijlen is opgegroeid. Mensen die de ene dag een boek van Kafka lezen en de volgende naar een concert van Billie Eilish trekken. Dua Lipa én Stockhausen zitten in mijn telefoon. Er is een soort van grijze zone ontstaan en ik vind die heel eerlijk. Je bent niet óf dit óf dat, niet links óf rechts. Kijk naar artiesten als Lander en Femke Gyselinck of Baloji. Die zijn naar mijn mening niet bezig met ‘afbakenen’. Ik krijg van zulke types veel energie. Ze geven mij lichtheid en lucht. Ik heb zelf lang met ‘veelheid’ geworsteld, ik probeerde er een eenheid in te duwen. Maar nu besef ik dat ik me net moet concentreren op de realiteit van mijn verschillen en tegenstellingen. Ik wil dan ook vooral samenwerken met types die breeddenkend zijn. Eigenlijk zijn dit album en deze film een kantelpunt geweest voor mij. Oké, de timing kon beter en de financiële schade is er zeker. Maar ik heb veel gehad aan die periode waarin ik die dingen heb gemaakt. Om te komen waar ik nu sta, om te doen wat ik vandaag doe, en om te denken wat ik vandaag denk. Ik kan hier een paar jaar mee voort. LIESA VAN DER AA

26/10, 20.00, Ancienne Belgique, www.abconcerts.be

LES MULTIPLES VISAGES DE LIESA VAN DER AA La violoniste, compositrice, actrice et dramaturge de formation classique Liesa Van der Aa a grandi à Bruxelles, mais est restée le long de l’Escaut après des études à Anvers. On la connaît via ses apparitions dans des séries télé ou à travers sa musique dans les pièces des compagnies de théâtre Toneelhuis, FC Bergman et Olympique Dramatique. Elle a dirigé Play, une pièce de théâtre musicale sur le monstre qu’est le pouvoir. Entre-temps, elle a continué à travailler son propre répertoire musical, à commencer par Troops et le triple album WOTH. Sur son nouvel album Easy Alice, et le film du même nom, Van der Aa déconstruit notre fascination pour les façades et identités à travers des interviews avec, entre autres, David Bowie, John Cage et Pier Paolo Pasolini, le tout attisé par du funk sexy et de solides beats hip-hop, qu’elle décrit comme « une rencontre kaléidoscopique entre Kafka et Britney Spears, une discussion entre PJ Harvey et Eminem, un duo entre Bill Withers et Missy Elliott. » FR

THE MANY FACES OF LIESA VAN DER AA The classically trained violinist, composer, actress, and theatre maker Liesa Van der Aa grew up in Brussels, but stuck around in Antwerp after her studies there. Over the past few years, she has acted in TV series, composed music for theatre productions by Toneelhuis, FC Bergman, and Olympique Dramatique, and directed Play, a musical theatre piece about the monster that is power. In the meantime, she has been developing her own music repertoire, starting with Troops and the triple record WOTH. On her new album Easy Alice and in the film of the same name, Van der Aa dissects our fascination with façades and identities based on interviews with, among others, David Bowie, John Cage, and Pier Paolo Pasolini, stirred up with sultry funk and heavy hiphop beats, which she herself describes as “a kaleidoscopic encounter between Kafka and Britney Spears, a conversation between PJ Harvey and Eminem, a duet between Bill Withers and Missy Elliott.” EN

21 OKTOBER 2020

I 39


RUBY GALLERY CORONA HUGS THE BOULEVARD DE DIXMUDE

Ruby from the block BRUZZ | INTERVIEW

EN

There’s a new kid in town. On Diksmuidelaan/ boulevard de Dixmude, Thierry Dubois and Bjørn Van Poucke have opened their Ruby Gallery, a new jewel in the crown of All About Things, the company behind the popular street art festival The Crystal Ship in Ostend. Its ambition is to develop into a home for the boundless arts and people in the neighbourhood. “The fact that in corona times, hope appears in the form of art, brings joy to people.” — KURT SNOEKX, PHOTOS IVAN PUT

A “

lot of work? Now there’s an understatement,” Thierry Dubois says laughing. Over the past six months, the Brussels local and his Ghent-based companion Bjørn Van Poucke threw themselves into an obstacle course that has today resulted in Ruby Gallery, an artistic and creative hub that not only seeks to be a home for artists who in addition to expressing themselves on canvas also use walls and social media, but also for the neighbourhood around Diksmuidelaan/boulevard de Dixmude within which it operates. “We started the work in March, in the first week that Covid-19 hit Belgium, with the initial intention of opening in the summer. But the plans were delayed and then the summer began. In the end, the 1 September deadline was postponed to 15 October due to a few last-minute challenges, stuff to do with the windows, but that doesn’t matter. We’re here now. It’s ready!” “Though it was not easy in these times,” Bjørn

40

I

21 OKTOBER 2020

Van Poucke adds. “The dream was to open a summer bar in July, to enthuse the neighbourhood about the project, but due to Covid that was obviously not possible.”

What is the relationship between the two of you at Ruby Gallery? THIERRY DUBOIS: We always say that I am his

financial boss and he is my artistic boss. (Laughs) VAN POUCKE: Since June 2019, we have both been

But your dream of opening your own gallery before your fortieth birthday did come true. BJØRN VAN POUCKE: I spent twenty years reflecting on it, I think. I’ll be forty in February, so yes, I managed it right at the last minute! (Laughs) Thanks to Thierry, without him I would never have been able to fulfil this dream. But we are already thinking about what comes next. Sure, the space is here, but it will only be when the gallery becomes a hub in the neighbourhood and a home for the locals, for us as curators, and for the artists who exhibit here that the dream will really come true. We are going to invest a lot of time and energy to reach that goal. Whether we sell a lot of artworks or not, is secondary. That’s what keeps Thierry up at night. (Laughs)

the business managers of All About Things, the company through which we organize cultural projects, primarily for cities and municipalities. Up to that point, I had worked under the auspices of The Crystal Ship, our best-known project. I focus more on the artistic side and Thierry does, uh, everything else. (Laughs) We’ve known each other for about twenty years. From going out. DUBOIS: We both have a background in organizing music events and underground parties, in Brussels and Ghent. We didn’t know one another very well at the time, but we were both part of the same nightlife scene. This project is our first professional collaboration. In June last year, I joined Bjørn’s project and we rebranded The Crystal Ship as a project under the umbrella


Ruby Gallery wants to be a home for locals. “It will only be when the gallery becomes a hub in the neighbourhood, that the dream will really come true.”

Street art takes place outside the four walls of a gallery, so why did you need to open a gallery? DUBOIS: We think of the gallery as a creative home base, as our home. VAN POUCKE: And it is not only our home. There is a whole generation of artists here who specialize in different media and who can express themselves just as creatively on a canvas or Instagram or a wall. Street artists who paint canvases at home, but also contemporary artists who don’t do street art, but who do yearn to experiment with different media. They are all welcome. That multidisciplinarity is also a leitmotif in everything we do. With All About Things, we organize street art projects like The Crystal Ship, but with Ruby Gallery we can now also organize exhibitions. We have come full circle.

HIGH HOPES “It was just a unique moment,” Thierry Dubois tells us. “Perhaps it came quite early in our joint trajectory, but when you find a building like this and it feels right, you have to take the leap.” That building is one with a turbulent recent history. A year ago, Derby NV, the company behind the Ladbrokes betting shops, applied to the City of Brussels for planning permission to build a new location in the building on Diksmuidelaan/ boulevard de Dixmude, where Thierry Dubois lived. With a petition among his neighbours and the broader community – which ultimately collected 359 signatures – he was able to convince the city’s consultation board to reject the application. “The funny thing is that it was the fact that Ladbrokes wanted to open a betting office here that got the ball rolling,” Bjørn Van Poucke says. “I have lived in many different places,” Thierry Dubois continues, “but over the last eight years, I

have always stayed in the Quays District in the centre. This is just a really fun neighbourhood. But it is also an area with a precarious social balance that might have become disjointed with the arrival of a betting shop. This street is home to one of the biggest markets for people who work in the black, as a result of which there are many socially disadvantaged people in the area. Opening a betting office here is asking for trouble.”

Did you already know that you wanted to open a gallery here when you launched the petition? DUBOIS: I alluded to it, yes. The previous owner was already making plans with Ladbrokes when he sold the building to the present owner, who inherited the Ladbrokes dossier. As soon as we heard about it, we launched the petition. We were lucky enough that the owner wanted to hear my side of the story and that is when we told him about our plans for the building, which were still 21 OKTOBER 2020

organization All About Things. With The Crystal Ship and Ruby Gallery, we are making a collection of gemstones.

I 41


RUBY GALLERY CORONA HUGS THE BOULEVARD DE DIXMUDE

very vague at the time. He was immediately charmed, and ultimately even decided to support the transformation. Incidentally, he stopped by with some friends yesterday. He was happy, very proud.

Seems like Ruby Gallery was born under a lucky star. DUBOIS: Everyone remembers that it was touch and go here. The fact that here and now, in corona times, when everything seems to be going wrong and the world seems to be standing still, hope appears in the form of art, brings joy to people. We have only just opened, but we can already sense that. The neighbours and shopkeepers in the street pop in, passers-by stop in front of the window, comment on things… VAN POUCKE: …and either tell us that we are insane or that it looks really fantastic. (Laughs) DUBOIS: And one thing leads to another. We have already met other entrepreneurs who want to open a coffee shop-cum-art café in the neighbourhood. We are now helping them to get set up. The owners in the area are all supporting this project. BRUZZ | INTERVIEW

So Brussels turns out to be fertile soil? VAN POUCKE: The city is an interesting melting pot

of cultures, languages, and people. That is what attracts me to Brussels more than anything else.

A SENSE OF BELONGING You hear an echo of that in the leitmotif that runs through “Ruby & Friends”, the exhibition with which Ruby Gallery is presenting itself to the world in the Brussels microcosm. “Due to Covid,

“With All About Things, we organize street art projects like The Crystal Ship in Ostend, but with Ruby Gallery we can now also organize exhibitions. We have come full circle” BJØRN VAN POUCKE

42

Thierry already lived here so he didn’t need convincing. DUBOIS: The evolution from The Crystal Ship to Ruby Gallery, expanding our horizon from Ostend to Brussels and beyond – we are also making plans for something in Wallonia – is a breath of fresh air for Bjørn, I think. He is already thinking about moving. VAN POUCKE: I was born in Ghent and I have lived there for the past twenty years. Ghent is changing so much; the city is increasingly turning into an open-air shopping centre. All of the local uniqueness is disappearing. Brussels still has tons of character and I don’t think it will disappear so easily. As a Belgian, I have always been proud of that local, artisanal, cosy hum. And in Brussels that is still very much alive. Yesterday I went to a fabric shop here, Le Chien Vert. There is a fucking ship in the middle of the shop! (Laughs) Amazing! So who knows, perhaps I will end up here at some point. But at the moment I would miss my friends too much. And they are very valuable in times of corona.

I

21 OKTOBER 2020

we have had to analyse and evaluate our existing friendships,” Bjørn Van Poucke says. “We have had to decide who to include in our social bubble and who to exclude. You recalibrate your life. Good friends suddenly appear to have grown apart, or vice versa: acquaintances you only knew from the pub suddenly become your best friends.” It is a fine metaphor for what is happening here artistically. The international group of artists that has come together here represents very diverse, fluid practices and gets entangled in an extended experiment with bubbles, borders, and distancing. “Ruby Gallery is my attempt to remove the discrepancies that exist between artists with a street art background and artists with a contemporary background,” Bjørn Van Poucke says. “The work of the Ghent-based Joëlle Dubois, the Portuguese Instagram phenomenon Wasted Rita, or the Peruvian, Ghent-based Shirley Villavicencio Pizango has nothing to do with street art. That of the Dutch duo Telmo Miel, the once Brussels-based Galician artist Isaac Cordal, and the German artist Case Maclaim is right at home there. In America, these backgrounds don’t mean anything. You can’t walk into a museum there without seeing work by Shepard Fairey, JR, or Banksy. But those partitions are still very present here. I would like to see that change, as I would the gender inequality in the art scene. But the only way that will happen is by doing it ourselves.”

Speaking of that DIY spirit, Bjørn: you have dedicated your life to street art and singlehandedly founded The Crystal Ship, an exceptionally well-loved, internationally celebrated street art festival. What is it about street art that appeals to you so much? VAN POUCKE: To me, art is always a social thing.

Even as a teenager, when I was just starting to get interested in street art and any art, in fact. My gateway drug to art was Banksy. I was myself a Banksy hunter for a while, scouring internet forums to find out where precisely his latest works were. Narrowing the field based on the appearance of the street or the bricks. It was that atmosphere that got me started. I thought the way he dealt with social and political issues with so much humour was phenomenal. DUBOIS: What I find remarkable is how the creative process takes place in the community. It is great to see how these street artists dialogue with passers-by and how the work sort of grows before the public’s very eyes, impacting both the work and the viewer. That deepens the effect it has on the soul. VAN POUCKE: That is our unique selling point: we primarily do projects with important participatory sections, like a kind of preparatory phase with the locals of a potential new artwork. What do they like? What do they want in their neighbourhood? That’s our thing, that is what we really live and work for. DUBOIS: Art is the highest form of hope, that is especially relevant today. And art creates a sense of belonging. In Ostend, for example, residents no


UNE LUEUR D’ESPOIR EN CES TEMPS SOMBRES Dans un bâtiment du boulevard de Diksmude repris à Ladbrokes, le Bruxellois Thierry Dubois et l’expert en street art gantois Bjørn Van Poucke ont ouvert la Ruby Gallery, un nouveau joyau de All About Things, la petite société derrière le festival de street art de renommée internationale The Crystal Ship à Ostende. « Ce n’est pas seulement notre maison de la créativité », dit Bjørn Van Poucke. « Il y a toute une génération d’artistes à l’œuvre aujourd’hui, qui maîtrisent différents médias, qui s’expriment de manière créative aussi bien sur une toile que sur Instagram ou sur un mur. Nous voulons héberger cette multidisciplinarité. » Mais cela ne s’arrête pas là. « Ce n’est que lorsque la galerie sera vecteur de lien et deviendra vraiment un foyer pour les gens du quartier que le rêve deviendra réalité. » Le défi est grand, mais les choses se présentent bien. Thierry Dubois : « Le fait qu’ici et maintenant, en pleine crise du corona, l’espoir apparaisse sous forme d’art, rend les gens heureux. On le ressent déjà. » FR

Thierry Dubois (on the left) and Bjørn Van Poucke in their new home base, surrounded by works by Isaac Cordal and Telmo Miel: “Art creates a sense of belonging.”

longer refer to their street, but to “that block by Paola Delfín.”

Art grows into a geographic point of reference, a place on the map? VAN POUCKE: Precisely. I remember that seven

years ago, we made a mural near an abandoned little field in Roeselare with David Walker. That field now has a playground and a few benches, because there was so much traffic that the city eventually became ashamed of their “potato field”. Street art has changed a lot over the past few decades, you know. There is a big legal circuit, with works that no longer end up in backstreets and dirty alleys, but right in the middle of the city.

How do you bring the neighbourhood inside at Ruby Gallery? VAN POUCKE: We are planning workshops, film

screenings, artist talks… To make people feel as though they are welcome just to pop in and out. DUBOIS: Like with the summer bar, for example. The people from Dame Jeanne, a former local café, were going to take care of the catering side of things, while we made the art programmes. We would still like to create a space where people can feel at home. And we also want to involve people who are less advantaged. We have a bit of left over spray cans and thought we could take them to the Klein Kasteeltje/Petit-Château… VAN POUCKE: … so that the residents could let loose on one of the walls, along with some of our artists. That’s important.

So the area can come in here, but you must also be looking forward to going out. DUBOIS: Absolutely. I can imagine that an artist who comes to do a solo show here might cause some “collateral damage” in the neighbourhood.

(Laughs) VAN POUCKE: We have already spoken to the

neighbours about what it is we do, here and in Ostend. Geneviève, our next-door-neighbour, is completely sold on the idea. She has already given us permission to use her walls. (Laughs)

Can you imagine something like The Crystal Ship mooring in Brussels? VAN POUCKE: Well, we’re open to the idea, but I

think that the city would have to take the first step. The problem is that Brussels comprises twenty-one… DUBOIS: Nineteen! Don’t make it worse than it already is… (Laughs) VAN POUCKE: Right, nineteen municipalities, and it is very difficult to get them to cooperate together beyond their borders. But Brussels does already have a really good range of street art.

It also hosted a street art festival a few times in the past: the Kosmopolite Art Tour. VAN POUCKE: One that toured from city to city, yes.

The guys from Farm Prod organized that a few times. In 2015, they asked me if I wanted to take over the next edition. But I was working on something big in Ostend at the time… (Laughs) They don’t do it anymore, and I get that: it’s a hell of a job. All those subsidy applications, meetings… It is intensive to combine that with an artistic career. I am completely unable to draw or paint, so organising has become my thing. You know, there used to be a show on the East Flemish television with Roger the Handyman. He always said: “If you do something yourself, you do it better.” (Laughs) That has become my motto. RUBY & FRIENDS

> 31/12, Ruby Gallery, www.rubygallery.be

HOOP IN BANGE DAGEN In een aan Ladbrokes ontfutseld pand in de Diksmuidelaan heeft Brusselse local Thierry Dubois samen met de Gentse streetartexpert Bjørn Van Poucke Ruby Gallery geopend, een nieuwe edelsteen aan de kroon van All About Things, het bedrijfje achter het immens populaire, internationaal gereputeerde streetartfestival The Crystal Ship in Oostende. “Het is niet alleen onze creatieve thuis,” vertelt Bjørn Van Poucke. “Er is vandaag een hele generatie kunstenaars aan het werk, die verschillende media de baas zijn, die zich net zo goed creatief uiten op een canvas als op Instagram of een muur. Die multidisciplinariteit willen we onderdak bieden.” Maar daar stopt het niet. “De ruimte is er nu wel, maar pas wanneer de galerie verbindend werkt en ook echt een thuis wordt voor de mensen uit de buurt, is de droom werkelijkheid geworden.” De uitdaging is groot, maar het gevoel zit goed, merkt Thierry Dubois: “Dat hier nu, in coronatijd, hoop in de vorm van kunst verschijnt, dat doet de mensen deugd. We zijn nog maar net open, maar dat voelen we nu al.” FR

21 OKTOBER 2020

I 43



Big City

STEL ZELF JE VRAAG & STEM OP BRUZZ.BE/BIG CITY altijd te zien in Tervuren, als pijnlijke, maar niet te vergeten restanten van die wereldtentoonstelling.

1910 Een goeie tien jaar later is Brussel weer het toneel van een universele expo. Ook die vindt plaats in het Jubelpark met een uitbreiding in de Solbosch-wijk, de wijk waar nu een campus van de ULB ligt. Het is trouwens dankzij deze site, die na de expo vrijkwam, dat de universiteit haar plek vond in de stad. Door de expo wordt een deel van Brussel uitgebouwd en breidt de hoofdstad uit via de Louizalaan. Verder wordt l’Avenue des Nations, nu de Franklin Rooseveltlaan, de belangrijkste as van de tentoonstelling. Maar de architecturale uitschieter van de expo is toch wel de Kunstberg. Niet in de huidige vorm, maar wel met een prachtige trappengang met fonteinen middenin en daarrond perkjes met beeldhouwwerken.

1935 Het Paviljoen der Menselijke Driften, een samenwerking van Victor Horta en Jef Lambeaux, is ook vandaag nog te zien in het Jubelpark. © PHOTONEWS

Voor Expo 58 waren er al eerder wereldtentoonstellingen in Brussel. Wat blijft daar nog van over? ANDRIES UIT ZAVENTEM

1888 EN 1897 De eerste tentoonstelling vindt plaats in 1888, maar het is de editie van 1897 die als eerste officieel erkend wordt. Net zoals die van negen jaar eerder vindt deze editie plaats in het Jubelpark. Er worden verschillende paviljoenen gebouwd en een reusachtige kermis, met onder meer een luchtballon als permanente attractie. De ingang is een grote houten arcade, die later

wordt vervangen door de huidige triomfboog van het Jubelpark. In het park is nog steeds het Paviljoen der Menselijke Driften te vinden, een samenwerking van Victor Horta en Jef Lambeaux. Anders dan de recentere edities van de wereldtentoonstellingen worden tijdens de expo’s in de negentiende en twintigste eeuw de koloniale ontwikkelingen tentoon-

gesteld. Zo is er in 1897 een koloniaal gedeelte in Tervuren. Daarvoor is de Tervurenlaan aangelegd, met tramverbindingen tussen beide locaties. Er zijn materiële vondsten uit Congo-Vrijstaat te zien, maar ook worden meer dan 250 Congolezen overgebracht naar België om er in namaakdorpen rond te lopen. Zeven van hen laten er het leven. Hun graven zijn nog

BRUZZ | BIG CITY

Wanneer iemand het heeft over de wereldtentoonstelling in Brussel, legt iedereen hoogstwaarschijnlijk de link met Expo 58. Niet verwonderlijk: het is misschien wel het meest grootschalige evenement in de recente geschiedenis van de stad. Expo 58 veranderde de uitstraling van Brussel en trok zo’n 41 miljoen bezoekers. En toch zou je je kunnen vergissen. Want het was in 1958 niet de eerste keer dat Brussel de gaststad was voor de internationale expositie. Officieel vonden er in Brussel gedurende een periode van zeventig jaar vijf wereldtentoonstellingen plaats, waarvan vier officieel erkend door het BIE, het Bureau International des Expositions, dat later de exposities zal beheren. De bedoeling van zo’n tentoonstelling is om uit te pakken met architectuur, cultuur en technologie. Andere landen worden uitgenodigd om hetzelfde te doen, maar de focus ligt op het gastland. Om internationale handel aan te trekken, wordt er gepronkt met vooruitgang door nieuwe uitvindingen te etaleren, uit te pakken met kunst uit eigen land en impressionante gebouwen neer te zetten. Sommige gebouwen blijven staan en worden ook echt in gebruik genomen. Het Atomium, het Amerikaans Theater, het Chinees Paviljoen en de Japanse Toren zijn daarvan duidelijke voorbeelden uit 1958. Maar ook van de voorgaande tentoonstellingen zijn er nog restanten die ons herinneren aan de rijke geschiedenis van de Brusselse wereldtentoonstellingen.

Voor de volgende expo wordt de site van het Jubelpark ingeruild voor een grotere locatie. Het Heizelplateau wordt omgevormd tot een gigantisch expositiedorp. Het uithangbord en bekendste bouwwerk van deze editie is het Eeuwfeestpaleis, dat we nu kennen als Paleis 5. Een andere trekpleister die wordt ingehuldigd, is het Planetarium. Door de expo in dit deel van de stad te organiseren, worden de eerste stappen gezet voor de volgende en meest memorabele editie op Brussels grondgebied: Expo 58. In de aanloop daarvan wordt de stad beetje bij beetje getransformeerd, maar ook voorgaande edities hebben bijgedragen tot een gedaantewisseling van bepaalde delen van de stad. — LUANA DIFFICILE

VOLGENDE WEEK Welke sporen zijn er nog van de Joodse wijk in de Marollen?

Check ook onze Instagrampagina, elke donderdagnamiddag vertelt Luana Difficile een nieuw Big City-verhaal. 21 OKTOBER 2020

I 45


BEPARK ZOEKT NU OOK OPLOSSINGEN VOOR BAKFIETSEN EN ELEKTRISCHE WAGENS

Makelaar in lege parkeerplaatsen Brussel kampt met een hoge parkeerdruk. Tegelijkertijd staan bij bedrijfsgebouwen ontelbare parkeerplaatsen ’s nachts of overdag leeg. “Die plekken proberen wij te rentabiliseren door ze te verhuren,” zegt Julien Vandeleene, oprichter en ceo van BePark. — BETTINA HUBO, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

V BRUZZ | PORTRET

andeleene kreeg het idee voor BePark toen hij tijdens zijn studie bedrijfskunde op Erasmusuitwisseling was in Canada. “We bezochten een project in Boston waarbij particulieren ongebruikte parkeerplekken verhuurden aan andere particulieren.” Kort na zijn afstuderen zette Vandeleene iets soortgelijks op in Brussel, waar de schaarste aan parkeerplekken langs de straat steeds groter werd. Hij zocht de parkeerplaatsen niet bij particulieren – dat bleek te ingewikkeld – maar contacteerde bedrijven met de vraag of ze plekken over hadden die ze wensten te verhuren. Hij begon met parkeerterreinen van supermarkten, die ‘s nachts leegstaan, maar al snel kwamen er hotels, kantoorgebouwen, sociale woonblokken, overheidsinstellingen en scholen bij. “Velen denken nog steeds dat we alleen een parkeeroplossing voor ’s nachts hebben, maar dat is een misvatting,” zegt Vandeleene. “Wij zijn niet de airbnb van de parkeerplek, 85 procent van ons aanbod geldt de klok rond. Veel supermarkten hebben in de week ook overdag plek over, omdat hun parking berekend is op het weekendpubliek. Hotels hebben overtollige plaatsen, omdat veel reizigers tegenwoordig met het vliegtuig of de trein komen. Sommige sociale woonprojecten zitten met een overschot omdat hun parking aan bepaalde bouwnormen moet voldoen. Voorts werken we met zowat alle grote banken, KBC, ING, Belfius. En ook de Vlaamse Gemeenschapscom-

46

I

21 OKTOBER 2020

missie rentabiliseert haar vrije plekken via ons.”

EIGEN APP ONTWIKKELD BePark verhuurt de onbezette plaatsten aan bedrijven die parkeerplek voor hun personeel nodig hebben, maar ook aan individuele pendelaars en buurtbewoners die op straat geen plek meer vinden. De verhuur gebeurt via de site. De huurders krijgen geen sleutel of badge, maar kunnen de poort of slagboom van de parking openen

procent meer dan vorig jaar. Zonder corona zouden we er met 45 procent op vooruitgegaan zijn, en dat terwijl de officiële parkeerbedrijven er met twintig, dertig procent op achteruitgaan.” De snelle groei is een van de redenen waarom het bedrijf zopas genomineerd werd voor de prijs van de Scale-up van het Jaar, die begin december uitgereikt wordt. Een extra boost kreeg BePark eind vorig jaar toen een Luxemburgs fonds drie miljoen euro injecteerde het bedrijf. “Dat geld besteden we aan softwareontwikkeling en andere research. Inmiddels verkopen we onze software ook aan bedrijven die hun eigen parkeergarage efficiënter willen benutten. Voorts investeren we in expansie. We zijn al actief in andere Belgische steden en in Luxemburg en Frankrijk, maar zoeken nog nieuwe markten.” Ook het personeelsbestand groeide fors. Daar waar Vandeleene negen jaar geleden in zijn eentje begon, zitten ze ondertussen met meer dan 45 op de

“Er is tegenwoordig niet alleen vraag naar parkeerplek voor auto’s, sommige mensen zoeken een plek om hun fiets te stallen” JULIEN VANDELEENE Oprichter en ceo van BePark

met hun smartphone. Vandeleene: “We hebben daarvoor een app ontwikkeld, en daarnaast ook hardware, die ingebouwd wordt in de poort of slagboom.” In ruil voor de bemiddeling en de praktische organisatie neemt BePark een commissie op de huuropbrengst. Het duurde enige jaren vooraleer het verdienmodel helemaal op poten stond, maar inmiddels is BePark een goed draaiend bedrijf. “We zijn de afgelopen vijf jaar fors gegroeid. Dit jaar stevenen we af op een zakencijfer van zeven miljoen euro, twintig

werkvloer. Die bevindt zich boven de grote D’Ieteren-showroom in de Elsense Maliestraat. Hoe kan het dat BePark volop groeit, terwijl de grote parkeerbedrijven in de stad achteruitboeren?“Wij werken alleen met abonnementen en hebben dus maandelijks terugkerende inkomsten. Dat maakte het stabieler, ook voor de verhurende eigenaren. De klassieke parkings verhuren doorgaans voor twee uurtjes of een halve dag aan mensen die op restaurant gaan of gaan winkelen. Wij doen iets


OOK VOOR FIETSEN De 280 parkeerruimtes van BePark in Brussel zijn verspreid over de negentien gemeenten, maar in Schaarbeek, Sint-Gillis en Elsene zijn er veel meer dan bijvoorbeeld in Ganshoren of Ukkel. “Dat zijn de gemeenten met de hoogste parkeerdruk. Daar zijn we begonnen. Maar we merken dat er ook vanuit gemeenten als Jette, Molenbeek en Koekelberg steeds meer vraag komt.” Beschikbare parkeerruimte vinden is niet altijd simpel, zegt Vandeleene. “We delen folders uit in de buurt, zoeken online en staan op beurzen. Zeker in Sint-Gillis en Elsene wordt het moeilijk. Maar tot hiertoe is het altijd gelukt.” Hoe ziet Vandeleene de toekomst van zijn bedrijf nu de stedelijke mobiliteit flink aan het veranderen is en de fiets bijvoorbeeld terrein wint op de auto? “Gezien de demografische evolutie en de vermindering van het aantal parkeerplekken op straat, ten gunste van fietspaden of meer groen, zal de nood aan parkeerplek hoog blijven,”

SOLUTIONS DE PARKING

PARKING SOLUTIONS

Bruxelles souffre d’une forte demande en matière de parking alors que d’innombrables places de stationnement dans les bâtiments commerciaux et gouvernementaux sont vides. « Nous essayons de rentabiliser ces espaces en les louant », explique Julien Vandeleene, fondateur et PDG de BePark. La société, qui a démarré timidement il y a neuf ans, est devenue une entreprise technologique en pleine expansion, qui cherche maintenant aussi des solutions pour parquer les vélos cargo et recharger les voitures électriques.

Brussels suffers from an immense shortage of parking spaces. At the same time, business and government buildings boast innumerable parking spaces that stand empty both at night and often during the day. “We try to make these spaces profitable by renting them out,” says Julien Vandeleene, founder and CEO of BePark. The enterprise began tentatively nine years ago, but has since become a rapidly growing tech company, which now also focuses on finding solutions for parking cargo bikes and charging electric cars.

FR

Julien Vandeleene deed inspiratie voor BePark op in Canada. Intussen is zijn bedrijf genomineerd voor de prijs van Scale-up van het Jaar.

zegt Vandeleene. “Bovendien evolueren wij mee en breiden we onze activiteiten uit. Er is tegenwoordig niet alleen vraag naar parkeerplek voor auto’s, sommige mensen zoeken een ruimte waar ze hun elektrische wagen ook kunnen opladen, anderen een plek om hun fiets te stallen.” De nood aan beveiligde fietsenstallingen is inderdaad zeer hoog. Bij de vzw Cyclo staan ondertussen 6.700 mensen op de wachtlijst, ook wachten 165 mensen op een veilig plekje voor hun bakfiets. “Nog voor het eind van dit jaar hopen we 250 plekken te kunnen aanbieden voor fietsen en bakfietsen,” zegt Vandeleene. “Ze zullen tussen de vijf en de vijftien euro kosten.” BePark is ook een van de partners van het ambitieuze Cairgo Bike-project. Dat project wil het gebruik van cargofietsen, zowel door gezinnen als door bedrijven, in Brussel aanmoedigen en kreeg daarvoor onlangs ruim vier miljoen euro subsidies uit het Europese EFROfonds. “Onze bijdrage bestaat erin veilige en betaalbare stallingsplaatsen te vinden.” Met andere spelers werkt BePark aan Electric Avenue, dat volgend jaar operationeel moet zijn. “In dertig garages langs de Louizalaan willen we telkens 10 parkeerplaatsen uitrusten met een oplaadpaal. Dat zijn driehonderd extra offroad-oplaadpunten voor die buurt. We doen dus niet alleen aan parksharing, maar bieden ook mobiliteitsoplossingen aan aan de stad.”

BRUZZ | PORTRET

helemaal anders. Wij richten ons op mensen die ofwel dicht bij hun woning ofwel dicht bij het werk parkeerplek nodig hebben. Daarom zijn wij ook zo wijdvertakt. We hebben ondertussen 280 kleine parkings in Brussel, samen goed voor 8.500 plaatsen. Van de klassieke parkings zijn er hooguit 35. Hen kan je vergelijken met een hypermarkt van Carrefour, terwijl onze parkings meer Carrefours Express zijn.”

EN

21 OKTOBER 2020

I 47


CORONAMAATREGELEN TREFFEN HORECA ANDERMAAL

B R U Z Z | R E P O R TA G E

Cafés op apegapen Voor de tweede maal in acht maanden tijd zijn de Brusselse kroegen, bars, theehuizen en tavernes zwaar getroffen door de coronamaatregelen. Sommige zijn ondertussen al twee weken dicht, andere sinds maandag. Een zware opdoffer voor de cafébazen die hun inkomsten in rook zien opgaan. Hoe gaan zij om met deze nieuwe tegenslag? Een rondje langs drie verschillende etablissementen. — BETTINA HUBO, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

M

artine Peeters, de bazin van de Daringman, is sinds de verplichte sluiting, nu twee weken geleden, maar één keer teruggekeerd naar haar café in de Vlaamsesteenweg. Op de grond liggen papiertjes en een verdwaalde peuk. “Er is nog niet gepoetst,” zegt ze terwijl ze enkele facturen opraapt. “Daar heb ik nog genoeg tijd voor.” De eerste week van de nieuwe sluiting was ze vooral boos. “Ik vond het unfair dat de cafés dicht moesten, terwijl we volgens de regels gewerkt hadden en niemand hier ziek was geworden. Bovendien mochten de café-restaurants wel openblijven zodat iedereen daarnaartoe ging.”

48

I 21 OKTOBER 2020

Inmiddels is de volledige horeca op slot. Niet onlogisch, vindt ze. Als je de cafés dichtdoet, moet je de volledige horeca sluiten. Wel vraagt ze zich af of het zinvol is om alleen de horeca stil te leggen. “Was een complete lockdown niet beter geweest, zodat tegen het einde van het jaar alles weer voorzichtig zou kunnen opengaan? Halfslachtige maatregelen ben ik echt wel beu.” Dertig jaar zit ze ondertussen in het vak, na eerst tien jaar in een opvanghuis voor vrouwen te hebben gewerkt. Ze runde aanvankelijk een café aan het Vossenplein, tot dat pand verkocht werd. Na een intermezzo in het café van de Beurs-

T

oen op 8 oktober de Brusselse cafés dicht moesten, dacht geen haar op het weelderig grijze hoofd van Bob Charlier eraan om ook de Mokafé, zijn koffiehuis in de Koningsgalerij, te sluiten. “Er moet veel gebeuren voor wij dichtgaan. Wij zijn normaal 365 dagen per jaar open. Bij de aanslagen in 2016 waren wij ook de laatste in de stad die de tent sloten.” Omdat hij ook een eetkaart heeft, mocht hij openblijven. Dus ging hij de afgelopen week gewoon door met het serveren van koffie met gebak, een lunch of alleen koffie. “Het was niet duidelijk of dat mocht, alleen koffie. Ik heb het gewoon gedaan. Niemand heeft er iets van gezegd,” vertelt hij vanachter zijn toog in een mix van Frans en Nederlands. Maar afgelopen zondagavond moest ook de Mokafé dicht. Charlier werkt er al 43 jaar. Een hele tijd woonde hij ook in de galerij, pal boven de taverne. Zijn vader nam de

zaak, die bestaat van voor de Tweede Wereldoorlog, in de jaren zeventig over. Charlier volgde hem op. “Aanvankelijk was er alleen koffie te krijgen. Geleidelijk kwam er ook wat restauratie bij.” Al die tijd bleef het decor met de houten lambrisering onveranderd. Inmiddels is Charlier officieel met pensioen en

Martine Peeters van de Daringman, vraagt zich of een lockdown niet beter was: “Halfslachtige maatregelen ben ik echt wel beu.”


BOB CHARLIER KOFFIEHUIS Mokafé

brengt hij een groot deel van zijn tijd door in het zuiden van Frankrijk, terwijl zijn zoon en dochter het

koffiehuis runnen. Maar in woelige tijden, zoals nu, neemt hij zijn vaste positie achter de toog weer in. Om zes

schouwburg nam ze twintig jaar geleden Au Daringman in de Vlaamsesteenweg over, toen een kroeg die alleen overdag open was, heel goedkope Stella schonk en veel zware drinkebroers als klanten had. “Nu is het toch een ander soort café,” meent Peeters. “’s Middags komen mensen die in de buurt werken hier hun broodje opeten, in de namiddag is het meestal rustig, tegen vijf uur komen de klanten voor de aperitief, een heel gemengd publiek, van studenten tot artiesten. Om halfnegen zakt het weer wat in en rond tien, elf uur begint de drukte van de nacht. Dan komt er vooral veel jong volk.” De nachten doet Peeters al enkele jaren niet meer zelf. Behalve die 7de

uur ’s ochtends staat hij in de zaak, die om zeven opengaat. Niet dat er de laatste tijd zo vroeg al klanten waren. “Al maanden zijn er amper hotelgasten in Brussel. Die zie je vaak op dat vroege uur. En de toeristen zijn niet de enigen die wegblijven. Ook

oktober toen het café dicht moest. “Toen ben ik gebleven tot sluitingstijd. Ik heb nog iets gedronken met de andere barman en de deur achter mij dicht getrokken.” Deze sluiting komt harder aan dan de lockdown in de lente. “Toen was het eigenlijk heel aangenaam, het was mooi weer, ik stond vroeg op en deed allemaal dingen waar ik anders geen tijd voor heb, wandelen, lezen, fietsen. Sinds mijn humaniora

het publiek van de theaters en van De Munt komt niet meer en er zijn ook veel minder pendelaars.” Alleen de habitués bleven over. En die zijn heel erg trouw. Charlier: “De Mokafé is een groot dorp. We hebben klanten die dagelijks komen. Sommigen zaten hier

heb ik nooit zoveel tijd gehad. En neen, tot mijn verwondering maakte ik me geen grote zorgen.” Dit is nu anders. “Toen we in juni weer mochten beginnen, hoopte ik dat het, ondanks al die nieuwe veiligheidsregels, zou lukken om break-even te draaien. Het was een mooie zomer en ik mocht het terras aan de overkant van de straat gebruiken. Maar ik begin te beseffen dat het niet

“Deze keer maak ik me wel zorgen” MARTINE PEETERS BRUINE KROEG Daringman

gelukt is. Ik steek erbij in.” Van de verhuurder, AB-Inbev, moet ze ook geen grote cadeaus verwachten. “AB-Inbev is zo’n belangrijke speler, maar schold ons vorige keer maar één maand huur kwijt, terwijl sommige kleinere huiseigenaren aan winkels in de straat twee maanden schonken. Onze huur bedraagt 2.000 euro. Als die nu weer blijft doorlopen, wordt het heel moeilijk. Ik kan niet uit de reserves blijven putten.” In 2024 loopt haar huurcontract ten einde en de kans is klein dat het verlengd zal kunnen worden. “Ik had zo gehoopt in schoonheid te kunnen eindigen. Als ik nu door Covid zou moeten stoppen, zou dat echt wel heel zielig zijn.” 21 OKTOBER 2020

B R U Z Z | R E P O R TA G E

“Op het eind bleven alleen de habitués nog over”

horeca moet sluiten, terwijl de mensen in de metro op een kluitje staan. Het financiële steunpakket van de overheid is voor hem nog niet helemaal helder. In elk geval hoopt hij dat er deze keer meer rekening wordt gehouden met de grootte van het café. “Een forfaitair bedrag van 3.000 euro is mooi, maar voor een zaak als de onze is dat niet genoeg. Een kleine snackbar met een lage kostenstructuur kan met dat bedrag misschien nog winst maken, maar wij hebben een huur van 10.000 euro, plus 2.000 euro lasten. Reken daar de andere kosten nog bij.” Wat hij de komende maand gaat doen? “De Mokafé gaat helemaal dicht, take-away is voor ons niet interessant. Ik ga thuis afwachten. En een beetje uitrusten.”

Bob Charlier van koffiehuis Mokafé schakelt niet over naar take-away: “Ik ga thuis afwachten. En uitrusten.”

de afgelopen weken zelfs drie keer per dag. Zij kwamen om ons een plezier te doen en wij bleven open om hen een plezier te doen.” Dat zijn koffiehuis erg belangrijk is voor sommige mensen heeft hij tijdens de lockdown in de lente ervaren. “Enkele oudere klanten hebben het niet overleefd. Ze zijn niet gestorven door corona, maar door sociale isolatie. Ze waren hun vaste ankerpunten kwijt en konden zelfs niet meer naar hun stamcafé.” Met alleen de habitués zat de Mokafé, die in normale tijden makkelijk honderd man trekt, echter lang niet vol. “Tafels weghalen en afstand houden was dan ook geen probleem. Maar we draaiden wel maar op dertig procent van ons normale zakencijfer,” zegt Charlier, die het moeilijk te begrijpen vindt dat de

I 49


CORONAMAATREGELEN TREFFEN HORECA ANDERMAAL

“Schandalig dat vzw’s geen steunpremie krijgen” HASSAN RAHALI THEESALON Averroes

A

B R U Z Z | R E P O R TA G E

lle gordijnen zijn dicht in theehuis Averroes, gelegen op een hoek van de Leopold II-laan in Molenbeek. In normale tijden is het hier van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat een drukke bedoening. Mensen uit de buurt komen ontbijten met croissants, een omelet, Marokkaanse pannenkoekjes of iets anders van het buffet. De rest van de dag worden de tafels voornamelijk bezet door mannen van Marokkaanse origine die muntthee, koffie of een sapje drinken, discussiëren en samen naar voetbal of een andere sport op tv kijken. “Maar we krijgen ook niet-Marokkanen over de vloer en af en toe ook vrouwen, helaas te weinig,” zegt Hassan Rahali, voorzitter van Averroes, die ons het lege theesalon laat bezichtigen. Averroes is een cultuurhuis, zo staat te lezen op de ramen. “Het is een ontmoetingsruimte. Mensen komen naar hier voor thee of een

hapje, maar ook voor de gezelligheid, om gesprekken te voeren en voor onze culturele en sportieve activiteiten. We hebben een zaalvoetbalploeg en een fietsclub. En in onze kelderzaal repeteren elke avond muziekbands.” Maar nu ligt de gelagzaal met de donkere fauteuils er stil en ongezellig bij. De televisie staat uit. De koelvitrine, die normaal gesproken gevuld is met vers fruit en gebak, is leeg. “Wij zijn geen restaurant, dus moesten we twee weken geleden sluiten. Nochtans blijven we nooit tot laat ’s nachts open en schenken we geen alcohol,” vertelt Rahali, behalve medestichter van de vereniging ook ex-politicus en actief in vastgoed en media. De huidige situatie is volgens Rahali niet leefbaar. “Wij zijn een kleine vzw, onze filosofie is niet zakelijk, we hanteren vzw-prijzen, koffie en thee kosten 1,80 euro, een

flesje water 50 cent. Dat was tot begin dit jaar altijd voldoende om onze vaste kosten te dekken, de huur van 2.000 euro, gas, elektriciteit, verzekering, tv, internet. Personeelskosten hebben we gelukkig niet omdat Averroes op vrijwilligers draait.” Maar tijdens de lockdown in de lente had de vereniging drie maanden lang geen inkomsten. “In de zomer was het ook erg stil en nu vallen onze inkomsten opnieuw weg. Dat doet veel pijn. We hebben het geluk dat enkele van onze leden ook mede-eigenaar zijn van het pand. Daardoor hebben we voor de huur wat uitstel gekregen. Maar dat kan niet blijven duren.” Hoe alles bekostigd moet worden, Rahali weet het niet. “Het bestuur en enkele leden betalen nu al een en ander uit eigen zak.” Wat het nog lastiger maakt, is dat Averroes tijdens de lockdown geen financieel duwtje in de rug kreeg van de overheid, zoals de andere cafés. “Omdat we een vzw zijn,” zegt Rahali. “Ik vind dat schandalig. Wij dragen ons steentje bij op het vlak van sport en cultuur. Elke middag komen jongeren hier in de achterzaal hun huiswerk maken. De overheid zou in deze moeilijke omstandigheden ook iets moeten doen voor de vzw’s, zeker voor de niet-gesubsidieerde zoals wij.”

LES CAFÉS AU BOUT DU ROULEAU Pour la deuxième fois en huit mois, les cafés, bars, salons de thé et tavernes de Bruxelles sont sévèrement touchés par les mesures corona. Un sérieux tribut à payer pour les propriétaires de cafés qui voient leurs revenus partir en fumée. Comment font-ils face à ce nouveau revers ? BRUZZ a fait le tour de trois établissements différents. Au pub Daringman, situé rue de Flandre, la propriétaire Martine Peeters raconte qu’elle a réussi à survivre au confinement du printemps, mais que la récente fermeture lui cause de graves soucis financiers. Bob Charlier a continué à ouvrir la taverne Mokafé Galerie du Roi jusqu’au week-end dernier, mais ces dernières semaines, il a réalisé trente pour cent de son chiffre d’affaires normal. Les habitués étaient ses seuls clients. La fermeture du salon de thé Averroès à Molenbeek est également douloureuse. « Ce qui rend la situation encore plus dure, c’est que nous ne recevons pas de prime de soutien du gouvernement parce que nous sommes une asbl », explique le président Hassan Rahali. FR

CAFÉS AT THEIR LAST GASP For the second time in eight months, Brussels’s bars, cafés, taverns, and teahouses have been hit by hard corona measures. Some have been closed for two weeks already, others closed last Monday. It is a heavy blow for the café managers who are seeing their income go up in smoke. How are they dealing with this new setback? BRUZZ did a tour of three very different establishments. In the local pub Au Daringman on Vlaamsesteenweg/ rue de Flandre, the lady of the house Martine Peeters told us that she had survived the spring lockdown relatively well, but that the recent closure is a great financial concern. Bob Charlier at the tavern Mokafé in the King’s Gallery stayed open until last weekend, but over the past few weeks he has only had thirty percent of his normal turnover. Only his regulars would still come. The forced closure is also hurting at the tearoom Averroes in Molenbeek. “What makes it extra bitter for us is that we will not receive any government support because we are a non-profit organization,” manager Hassan Rahali tells us. EN

Hassan Rahali in het theehuis van de vzw Averroes: “Onze filosofie is niet zakelijk. ” 50

I

21 OKTOBER 2020


Nick Trachet

COLOFON BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65

Papier Nick Trachet Brusselaar die de stad en de wereld culinair ontdekt

OPLAGE OPLAGE : 62.609 exemplaren. ADVERTEREN? Marthe Paklons, 02-650 10 61 sales@bruzz.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be

handjevol tapijtschelpen (vongole) tot ze open zijn, bewaar het vocht en hak de diertjes fijn. Neem nu een tabloidkrant (zoals MontréalMatin, schrijft Assiniwi), liefst een weekendeditie met veel reclame, en laat die een tiental minuutjes weken in water. Drup wat uit en leg de krant open op tafel. Olie de bovenste, openliggende bladzijde. Leg dan de forel erop, die je vervolgens langs alle kanten met de tapijtschelpen en hun vocht bedruipt en insmeert. Dat dient als kruiding, schelpdieren zijn vrij zout. Doe er nog een klontje boter bovenop. Rol de krant dicht rond de vis en bind af met (natte) koordjes. Bak op een vuur van tuinafval (daar is het nu ook weer tijd voor), waarvan de vlammen zijn verdwenen. Draai de vis om de twee minuten om, gedurende acht minuten of zo. Dien op in de krant met de spekjes en met waterkers erop of ernaast. Eén pak per eter! Heb je geen tuin, steek het pak dan in de heetst mogelijke oven of bak het rechtstreeks op de vlammen van het fornuis. Dit is de bushcraft-versie van wat in de hoge kringen en papillote heet, in cartoccio voor de Italofielen. Bakken in papier is in de adellijke keuken al bekend sinds de vroege achttiende eeuw. In het hedendaagse huishouden doet men dat met alufolie, maar in mooi papier is toch heel wat meer gedistingeerd. Papillotten verraden dat de inhoud gaar is door op te zwellen van de hete stoom. Dat lukt alleen wanneer de sluiting hermetisch is. Kleef het papier dus mooi dicht met eiwit of met een zetmeelpapje. De parfums vervliegen niet. Smakelijk.

ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir HOOFDREDACTIE Kristof Pitteurs (algemeen hoofdredacteur), Mathias Declercq CULTUUR & UIT Gerd Hendrickx REDACTIE Nathalie Carpentier, Eva Christiaens, Sara De Sloover, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Jasmijn Post, Kurt Snoekx, Sophie Soukias, Roan Van Eyck, Steven Van Garsse, Maarten Verdoodt, Tom Zonderman MEDEWERKERS Nicolas Alsteen, Gilles Bechet, Michaël Bellon, Patrick Jordens, Tom Peeters, Niels Ruëll, Nick Trachet, Tom Van Bogaert, Michel Verlinden EINDREDACTIE Karen De Becker, Geert Van der Hallen, Sophie Soukias

)

We koken in metalen potten, in stenen schalen, glazen bekers. Maar papier is culinair ook al eeuwen een hulpinstrument in de keuken. Papier zoals we het nu kennen, kwam Europa binnen via Spanje tijdens de middeleeuwen. De Arabieren hadden van de Chinezen geleerd hoe ze dat moesten maken. Van het ogenblik dat papier wat goedkoper werd, kon het voor meer gebruikt worden dan alleen maar om op te schrijven. Om potten af te sluiten bijvoorbeeld, vastgezet met een koordje. Schroefdoppen waren er nog niet. Of om kruiden te verpakken. En ten slotte ook om de haard aan te steken. Er waren verschillende manieren om papier te verstevigen: door het met bijenwas of met olie te drenken, bijvoorbeeld … Zo kwamen we tot het bakpapier, waspapier en uiteindelijk zelfs aluminiumfolie. Mijn schoonvader zaliger vertelde over de tijd toen hij in een meubelatelier werkte in Vilvoorde. Een van de collega’s had een originele manier om haring te bakken. (Het herfstharingseizoen gaat weldra beginnen, gerookte haringen zoals boestring of lammekezoet worden dan bereid.) De man haalde even voor de middagpauze een boestring uit zijn ‘bazas’. Verpakt in ‘bruin papier’ (kraftpapier) legde hij die op de stoofbuis van het atelier en bond hem of haar vast met wat twijn. Na een minuut of tien kon hij het pakje dan openmaken en geurde de werkplaats warm naar gerookte haring, terwijl hij de vis op zijn boterhammen schikte. Het papier verdween in de stoof. Papier brandt behoorlijk slecht. Een blaadje vlamt wel, maar een boek? Dat gaat al een stuk moeilijker. En koks hebben daar hun voordeel uit gehaald. Zoals koken in een krant. Bernard Assiniwi was een Cree-Algonquinartiest en auteur uit Frans Canada. Hij schreef een boek over indiaanse recepten en overlevingskeuken van de trappers in het Noorden, met daarin het recept voor forel in krantenpapier: Neem een forel d’environ 14 pouces. Haal vooral de kop en de staart er niet af ! Laat spekjes uitbakken tot krokant. Kook een

ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 25 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 30 euro per jaar.

VORMGEVING Heleen Rodiers, Ruth Plaizier VERTALING John Arblaster, Frédérique Beuzon, Martin McGarry, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Wauter Mannaert, Noémie Marsily, Steve Michiels, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Wide Vercnocke VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Kristof Pitteurs Flageyplein 18, 1050 Elsene. Bruzz is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt op de persen van Eco Print Center (DPG Media) en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

“Bakken in papier is in de adellijke keuken al bekend sinds de vroege ach iende eeuw” MELD NIEUWS Zelf nieuws gespot? Tips zijn altijd welkom via bruzz.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be

VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.agenda.brussels

WWW.BRUZZ.BE

De hele reeks nalezen? bruzz.be/trachet 21 OKTOBER 2020

I 51


planten / planter

circulatie / circulation

STEM VOTEZ parade 2022

pour le thème de la / voor het thema van de vague / golf

mascarade / maskerade

trompe l’œil

WWW.ZINNEKE.ORG





MIJN IK-WIL-WEER GEWOON-NAARHET-THEATER APP STAAT AAN. CORONALERT AAN =

SAMEN CORONA VERSLAAN Download nu en zet je

Bluetooth aan.

Blijf steeds alle voorzorgsmaatregelen volgen:

CORONALERT.BE


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.