BRUZZ - editie 1717

Page 1

#1717

NL

WEEKBLAD HEBDOMADAIRE WEEKLY EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW FLAGEYPLEIN 18 PLACE FLAGEY 1050 ELSENE/IXELLES

FR EN

AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X P303153

INTERVIEWS

|

A N A LY S E S

|

15 | 7 | 2020

TIPS

DE JACHTHAVEN VAN BRUSSEL

Van de stad naar de oceaan

DIRECTRICE VERLAAT JOODS MUSEUM

‘Het antisemitisme is de laatste jaren fors toegenomen’

LE VIRUS N’A PAS ARRÊTÉ LE STREET ART

Explosion de nouvelles fresques et graffitis à Bruxelles


COLOFON

Inhoud | Sommaire | Inside

BRUZZ

Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN

Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80, Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 25 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 30 euro per jaar. OPLAGE : 62.609 exemplaren. ADVERTEREN?

Marthe Paklons, 02-650 10 61 sales@bruzz.be DISTRIBUTIE

Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE

Dirk De Clippeleir HOOFDREDACTIE

Kristof Pitteurs (algemeen hoofdredacteur), Mathias Declercq

40

CULTUUR & UIT

Gerd Hendrickx

Welkom in Broksele!

REDACTIE

Geen samenlevingsproblemen en een zakdoek groot, maar wel de zusterstad van Brussel

Eva Christiaens, Sara De Sloover, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Jasmijn Post, Kurt Snoekx, Sophie Soukias, Roan Van Eyck, Steven Van Garsse, Maarten Verdoodt, Danny Vileyn, Tom Zonderman MEDEWERKERS

Nicolas Alsteen, Gilles Bechet, Michaël Bellon, Patrick Jordens, Tom Peeters, Niels Ruëll, Nick Trachet, Tom Van Bogaert, Michel Verlinden EINDREDACTIE

Karen De Becker, Geert Van der Hallen, Sophie Soukias VORMGEVING

Heleen Rodiers, Ruth Plaizier VERTALING

John Arblaster, Frédérique Beuzon, Martin McGarry, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE

Bart Dewaele, Kim, Wauter Mannaert, Noémie Marsily, Steve Michiels, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Wide Vercnocke Voer uw evenement in op Encodez votre événement sur Enter your event on www.agenda.brussels VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Kristof Pitteurs Flageyplein 18, 1050 Elsene.

12

17

Bruzz is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt op de persen van Eco Print Center (De Persgroep) en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

Reportage

Vileyne gedachten

De allerlaatste terugblik op dertig jaar Brusselse journalistiek

“Dit is mijn caravan. Als het thuis te lawaaierig is, kom ik naar hier”

Danny Vileyn wuift met ‘Een kleine politieke geschiedenis’ BRUZZ definitief uit

De Brusselse jachthaven blijkt een levendige microkosmos

Meld nieuws

Hebt u nieuws uit Brussel, dan kunt u ons dat melden via het WhatsApp-nummer 0489-988.988 Persberichten kunnen via

nieuws@bruzz.be

2

I

15 JULI 2020

WIN

BRUCATION

BRUZZ geeft tickets weg voor ‘Plein Air’, het laid backcocktailfeestje van de Fuse, en voor de ‘Fifty Summer Sessions’ in Vaux-Hall.

Ze slaan er ons mee om de oren, met de staycation-tips, maar die van BRUZZ zijn écht de allerleukste! Elke dag serveren we jou een vers idee.

15–17 juli, BRUZZ radio

Elke weekdag, BRUZZ tv


Edito 0 4 De week Nieuwsoverzicht 06 In beeld #zomerVITRINEdété 08 Spreektijd Pascale Falek 1 8 Zomerserie Fietsen langs het water 2 1 Eye-catcher Plazey 2 2 Masks Off Alex Koo 2 4 Film Été 85, Chez Jolie Coiffure, About Endlessness 2 6 Expo Paños: autour de l’art carcéral chicano 2 8 Eat & Drink Bao 3 5 Zomerserie Costa terrassa 3 6 Boek Schrijver en filosoof Bleri Lleshi 39 Zomerserie Het fotografisch geheugen 44 Nick Trachet Impepata 4 5 Big City Was Hoog-Vorst ooit een kasteelwijk?

30

Parcours urbain

« Les street-artistes doivent continuer de braver l’autorité afin de s’assurer une pérennité » Anthea Missy raconte l’explosion de nouvelles œuvres de street art à Bruxelles

PRETTIGE VAKANTIE Het BRUZZ magazine gaat er even tussenuit. Op woensdag 19 augustus verschijnt het volgende nummer. Blijf intussen op de hoogte via BRUZZ tv, BRUZZ radio, bruzz.be en de sociale media.

STAYCATION

Wanneer het weer meewil, je je ogen tot spleetjes knijpt en een beetje fantasie gebruikt, zou je je ergens aan de rand van de Middellandse Zee kunnen wanen. De Brusselse jachthaven is mijn geheime staycationtip en komt in dit magazine uitgebreid aan bod. Ze ligt gekneld tussen de verbrandingsoven en de Van Praetbrug, is bedekt onder de rookwalmen die van beide naar beneden dwarrelen en het is er nooit echt stil. En toch kom je er tot rust. Omdat een beetje romantische ziel weet dat het kanaal je via de Schelde naar de Noordzee brengt, en die Noordzee je naar de oceanen loodst. Wie wil ontsnappen, droomt ervan dat hier de sleutel ligt. Maar omdat je nooit echt hebt leren varen, beperk je je tot een gin-tonic op het terras van de Brussels yachtclub die vooral vergane glorie uitstraalt. De jachthaven is een metafoor voor Brussel. Soms knalt de schoonheid van de stad je recht in het oog, soms is het de lelijkheid en alles wat er misgaat. De volgende vier weken zult u het even zonder nieuwe edities van ons magazine moeten stellen, maar op BRUZZ.be, BRUZZ tv, BRUZZ radio én onze sociale media blijven we het nieuws op de voet volgen. Met een open blik op al het mooie en minder mooie van deze stad. Geniet van de staycation en misschien treffen we elkaar op het terras van de jachthaven.

STAYCATION

Si le temps le permet, en plissant les yeux et avec un peu d’imagination, on peut se projeter au bord de la Méditerranée. Le port de plaisance de Bruxelles est mon repère secret de staycation (« Les vacances à la maison ») et fait l’objet d’une vaste couverture dans ce magazine. Au pied de l’incinérateur et du pont Van Praet, il est balayé par les fumées émanant des deux côtés et ce n’est jamais vraiment tranquille. Et pourtant, on s’y sent bien. Parce qu’avec une petite touche de romantisme, on sait que le canal nous emmène par l’Escaut à la mer du Nord, et que la mer du Nord nous conduit à l’océan. C’est la solution rêvée pour ceux qui veulent s’évader. Mais comme vous n’avez jamais vraiment appris à naviguer, vous vous limiterez à un gin tonic sur la terrasse du Brussels Yacht Club, qui respire surtout la gloire passée. Le port de plaisance est une métaphore de Bruxelles. Parfois, c’est la beauté de la ville qui retient l’attention ; parfois, c’est la laideur et tout ce qui va mal. Le mois prochain, vous devrez vous passer de notre magazine, mais sur BRUZZ.be, BRUZZ tv, BRUZZ radio et nos réseaux sociaux, nous continuerons à suivre l’actualité de près, avec l’esprit ouvert sur tout ce qui est beau et moins beau dans cette capitale. Profitez bien de votre séjour en ville et peut-être nous croiserons-nous sur la terrasse du port.

STAYCATION

When the weather cooperates, you squint very hard, and you add in a big dose of fantasy, you might think you were on the shores of the Mediterranean. The marina in Brussels is my secret staycation tip and is covered extensively in this magazine. It lies wedged between the incinerator and the Van Praet bridge, is covered in the palls of smoke that descend from both, and it is never really quiet. And yet it is a restful place. Because it only takes a pinch of romance to know that the canal leads you to the Scheldt and then the North Sea, and that North Sea takes you out into the Oceans. Those looking to escape dream that the key is hidden here. But because you never learned to sail, you stick to a gin tonic on the terrace of the Brussels yacht club that exudes faded glory. The marina is a metaphor for Brussels. Sometimes the beauty of the city strikes the eye, but sometimes it is the ugliness and everything that goes wrong. Next month, you will have to make do without a new edition of our magazine, but you can continue to find all the news on BRUZZ.be, BRUZZ tv, BRUZZ radio, and on our social media channels; with an open perspective on all the beautiful and less beautiful things that happen in this city. Enjoy your staycation and perhaps we’ll see one another on the terrace at the marina.

KRISTOF PITTEURS, hoofdredacteur

15 JULI 2020

I 3


De week

N-VA EN CD&V HEBBEN VRAGEN BIJ OPRICHTING GROOT BRUSSELS UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS

‘Ziekenhuisfusie kan voor Stad Brussel molensteen worden’ De oprichting van een nieuw Groot Brussels Universitair Ziekenhuis doet vragen rijzen over de financiering en de toepassing van de taalwet. “Dit is een coup van de PS,” zegt gemeenteraadslid Mathias Vanden Borre (N-VA). — STEVEN VAN GARSSE De fusie is geen grote verrassing. Jaren geleden werd al beslist om New Bordet (Stad Brussel) te bouwen naast Erasmus (ULB), om zo nauwer te kunnen samenwerken. Vandaag zit de bouw in een eindfase. Gemeenteraadslid Mathias Vanden Borre (N-VA) heeft serieuze bedenkingen bij de fusieplannen. “Er is een grote onzekerheid en weinig transparantie. We weten allemaal dat de ziekenhuizen financieel niet gezond zijn. De fusie kan voor de Stad Brussel een molensteen betekenen.” Erasmus zou een schuld hebben van 200

Café de La Rue beschermd Het Molenbeekse café de La Rue wordt beschermd. Behalve het negentiendeeeuwse gebouw moet ook het interieur bewaard blijven. Volgens Brussels staatssecretaris van Erfgoed Pascal Smet wordt door de indeling van het gebouw en het meubilair bevestigd dat het erfgoed in Brussel meer is dan alleen een gevel. De kroeg in de Kolomstraat werd in 1930 geopend als café De La Colonne. 4

I

15 JULI 2020

miljoen euro en zet een nieuw gebouw neer van 300 miljoen euro.

TWEETALIGHEID Vanden Borre maakt zich ook zorgen over de tweetaligheid. De openbare ziekenhuizen zijn wettelijk tweetalig. Het universitair ziekenhuis Erasmus is wettelijk eentalig Frans. “Als ik naar de website van Erasmus ga, is daar geen woord Nederlands te bespeuren. Dat voorspelt niet veel goeds voor de toekomst.” Ook CD&V-gemeenteraadslid Bianca Debaets (CD&V) heeft vragen bij de tweetaligheid van het toekomstige ziekenhuis.

200

Een tweehonderdtal aanhangers en sans-papiers van het ‘Collectief voor de regularisatie 2019’ betogen zondag op het Simon Bolivarplein aan Brussel-Noord. De manifestanten eisen dat de federale overheid de mensen zonder papieren in de coronapandemie uit de nood helpt door hen te regulariseren en zo toegang te geven tot de gezondheidszorg.

“Nederlandstaligen hebben het al moeilijk om in hun eigen taal zorg te krijgen. Er is geen enkele garantie dat de fusie dat zal verbeteren.” Dat de taalwet een moeilijk punt wordt, blijkt nu al uit de samenwerking tussen Bordet en ULB. New Bordet telt tweehonderd bicommunautaire (tweetalige) bedden, en vijftig monocommunautaire (eentalige) bedden. Hoe dát in de praktijk zal verlopen, is ook voor insiders een groot vraagteken. Volgens burgemeester Philippe Close (PS) blijven de personeelsstatuten in de eerste fase dezelfde. Maar

het is wel de bedoeling om later naar één gelijkvormig statuut te gaan binnen het Groot Brussel Universitair Ziekenhuis. Volgens Vanden Borre speelt zich in de achtergrond een machtsspel af. “De PS heeft niet zo lang geleden Laurette Onkelinx en Mohamed Ouriaghli voorzitter gemaakt van de twee openbare ziekenhuizen van de Stad Brussel: Brugmann en Sint-Pieter. Zij moesten die twee ziekenhuizen mee in de groep krijgen. Dat is mislukt, maar het toont aan dat de oprichting van het Groot Brussels Universitair Ziekenhuis een coup is van de PS. De partij

Nieuwstraat klaar Na twee jaar en vijf miljoen euro zijn de vernieuwingen in de Nieuwstraat klaar. Pas aangelegde tegels, extra groen en een verbreding van het shopgebied moeten Brusselaars, andere Belgen en toeristen weer naar de winkelstraat lokken. Ook de zijstraten kregen een opknapbeurt. Dat zou de druk op de Nieuwstraat moeten verminderen en het aantal bezoekers verspreiden over de zijstraten.

© PHOTONEWS

BRUZZ | DE WEEK

De Stad Brussel en het universitair ziekenhuis Erasmus richten een nieuwe vzw op die een jaar de tijd krijgt voor een fusie tussen Erasmus en twee Brusselse openbare ziekenhuizen: het oncologisch ziekenhuis Bordet en het kinderziekenhuis Koningin Fabiola. Die zullen het toekomstig Groot Brussels Universitair Ziekenhuis (GBUZ) vormen. De Stad wil hiermee haar eigen ziekenhuizen versterken. Die dreigen hun universitair statuut kwijt te spelen. Door samen te gaan met Erasmus kunnen ze blijvend inzetten op onderzoek en opleiding.


De bouw van het ziekenhuis New Bordet zit in de eindfase.

wil zo haar greep op het Brusselse ziekenhuislandschap vergroten.” Bij de PS betreuren ze intussen dat Brugmann en Sint-Pieter niet mee in het GBUZ stappen. De dokters hebben zich tegen de fusie verzet, en volgens de ziekenhuiswet hebben zij hierover het laatste woord. Close hoopt dat de artsen in Brugmann en Sint-Pieter nog overtuigd kunnen worden.

SCHAALVERGROTING De fusieplannen komen er niet toevallig op een moment dat het Brusselse ziekenhuislandschap in volle beweging is. De federale overheid had

gevraagd dat er per 1 januari 2020 maximaal vier ziekenhuisnetwerken zouden overblijven in Brussel. De schaalvergroting moet de kosten in de gezondheidszorg drukken en, via zorgpaden, de kwaliteit van de medische zorg verbeteren. Niet elk ziekenhuis binnen een netwerk zal dezelfde gespecialiseerde zorg aanbieden. Het ziekenhuisnetwerk krijgt een eigen directie die op zoek moet naar efficiëntiewinst. Twee netwerken zijn al gevormd. Het UZ Brussel gaat samen met Sint-Maria (Halle), het OLV-ziekenhuis (Aalst-Asse-Ninove) en met het Stedelijk Ziekenhuis (Aalst). Het universitair ziekenhuis Saint-Luc (Woluwe) vormt dan weer een netwerk met Sint-Jan (Brussel), de Europaziekenhuizen (Ukkel) en Saint-Pierre (Ottignies). Blijven over: de openbare Irisziekenhuizen (Brugmann, Sint-Pieter, Elsene, Bracops, Bordet, Koningin Fabiolaziekenhuis), Erasmus en het privéziekenhuis Chirec. Die ziekenhuizen zijn eveneens van plan één netwerk te vormen, al zijn de gesprekken hierover nog niet afgerond.

De steden hebben te veel grond verkocht en daarmee hun mogelijkheid om pleinen of parken aan te leggen uit handen gegeven Brussels architecte OANA BOGDAN in ‘De Standaard Weekblad’

CARTOON

KIJK OP DE WEEK

KIM

Stadstuintje bis Na het stadstuintje in Schaarbeek verschijnt er nu ook in de Egmontstraat aan het EU-kwartier een groen vierkant. Bellona, een ngo die inzet op ecologische duurzaamheid, zag in het Schaarbeekse stadstuintje een mooi voorbeeld. “We willen de mensen een aangenamere plek geven om ‘s middags te eten,” zegt Jonas Helseth, directeur van Bellona. “Het is mooi om te zien hoe bewoners de straat terugnemen.”

27000

Eén op de tien vrouwen in Brussel is zelfstandige in hoofdberoep. Dat blijkt uit cijfers van het platform Women in Business. Dat is het hoogste percentage in België. 27.000 vrouwen onder de 65 jaar, hetzij 10 procent van alle werkende vrouwen in Brussel, blijken onderworpen aan de sociale zekerheid voor zelfstandige ondernemers. 15 JULI 2020

I 5


In beeld

BART DEWAELE

VAKANTIEVITRINES NL/ Is het een excuus voor schaamteloos

binnenkijken of het ultieme glijmiddel voor een staycation? Een veertigtal illustratoren beweegt in opdracht van Passa Porta van papier naar publieke ruimte, en palmt tot het einde van de zomer de ramen van winkels, zwembaden, woningen, cultuurhuizen en metrostations in Anderlecht, Etterbeek, Ganshoren, Koekelberg, Schaarbeek, Molenbeek, Sint-Lambrechts-Woluwe en Oudergem in. Het doel van #zomerVITRINEdété? ‘Brussel op vakantie’ sturen via raamschilderingen groot en klein. En eenmaal terug van je trip naar verbeelde heindes en verres hoef je niet eens twee weken in quarantaine.

Gaspard Ryelandt en Marie Mahler van collectief Cuistax bij Zoniënzorg in Oudergem.

VITRINES DE VACANCES

BRUZZ | IN BEELD

FR/ Une bonne excuse pour s’adonner sans honte au voyeurisme ou l’initiative qui va donner un sens à vos vacances à la maison ? Une quarantaine d’illustrateurs sont passés de la feuille de papier à l’espace public, à la demande de Passa Porta, et envahissent les vitrines des magasins, piscines, maisons, institutions culturelles et stations de métro d’Anderlecht, Etterbeek, Ganshoren, Koekelberg, Schaerbeek, Molenbeek, Woluwe-Saint-Lambert et Auderghem jusqu’à la fin de l’été. L’objectif de zomerVITRINEdété ? Créer « Bruxelles en vacances » à l’aide de peintures en vitrine, grandes et petites. Et une fois de retour de votre voyage imaginaire, même pas besoin de passer deux semaines en quarantaine.

HOLIDAY DISPLAYS EN/ Is it an excuse to peer inside shamelessly

Mélanie Rutten in de Bibliotheek Ukkel.

or the ultimate lubricant for a staycation? Passa Porta has invited forty illustrators to move from paper to public space, and is occupying the windows of shops, swimming pools, houses, cultural centres, and metro stations in Anderlecht, Etterbeek, Ganshoren, Koekelberg, Schaarbeek/Schaerbeek, Molenbeek, Sint-Lambrechts-Woluwe/ Woluwe-Saint-Lambert, and Oudergem/ Auderghem until the end of the summer. The purpose of #zomerVITRINEdété? To send “Brussels on holiday” via window paintings both large and small. And once you’re back from your trips to imagined places far and wide, you don’t even have to go into quarantine for two weeks.

Romane Lefebvre bij Zoniënzorg in Oudergem.

6

I

15 JULI 2020


Rani De PrĂŠe aan metrostation Simonis in Koekelberg.

15 JULI 2020

I 7


Spreektijd

PASCALE FALEK NEEMT AFSCHEID VAN HET JOODS MUSEUM

8

I

15 JULI 2020


P

ascale Falek had haar handen vol tijdens de lockdown met twee jonge kinderen. Tegelijk moest ze de tijdelijke sluiting van het Joods Museum organiseren, er de laatste dossier afronden en de overdracht regelen. “Maar ik klaag niet. Ik woon dicht bij een park en heb een baan. Voor veel gezinnen die klein wonen en financiële problemen hebben is deze crisis vele malen groter. Ook kunstenaars hebben een harde tijd, zonder veel perspectief. Mijn situatie is daarmee vergeleken heel geprivilegieerd.” Dat ze nu afscheid neemt van het Joods Museum komt als een toeval. Ze vond een andere baan net voor de lockdown: ze gaat werken voor de Europese Commissie die zich sinds enkele jaren specifiek met het stijgende antisemitisme bezighoudt. Falek: “Vooral op het internet zien we joden- en moslimhaat en racisme verontrustend snel stijgen. De EU

zet de internationale socialmediaspelers aan om hate speech op hun fora te bannen. De Europese Commissie heeft hierover met de bedrijven een Code of Conduct afgesproken. De resultaten zijn bemoedigend. In 2019 kreeg negentig procent van de aanmeldingen na racismeklachten op het net een beoordeling en werd 71 procent van de aanmeldingen verwijderd.”

BRUZZ | SPREEKTIJD

FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

U bent bij het Joods museum begonnen, net na de aanslag in mei 2014 door de islamitische terrorist Mehdi Nemmouche. Dat was traumatiserend voor het museum en voor de hele Belgische joodse gemeenschap. Hoe heeft u dat aangepakt? PASCALE FALEK: Het museum moest rechtop blijven staan. Het moest blijven leven zodat we de verschrikking konden overstijgen. Niet toegeven aan het terrorisme, dat was de boodschap. Het moest tegelijk een museum blijven waar ▼

‘Elke democraat moet de racist van antwoord dienen’

Bruggen bouwen om het antisemitisme te bestrijden. Het was de kernboodschap die Pascale Falek-Alhadeff wou brengen als directrice van het Joods Museum in Brussel dat in 2014 getroffen werd door een vreselijke aanslag. Nu neemt ze na vijf jaar afscheid. Maar haar strijd is niet gedaan. “Antisemitisme is iets heel venijnigs.” — STEVEN VAN GARSSE,

15 JULI 2020

I 9


PASCALE FALEK NEEMT AFSCHEID VAN HET JOODS MUSEUM

iedereen welkom was en waar de dialoog kon primeren, zonder enig taboe. Het mocht bovendien ook geen bedevaartplek worden. Mijn uitgangspunt was: iedereen moet zijn meervoudige identiteit kunnen beleven, zonder dat dat het burgerschap in de weg staat. Dat is niet altijd makkelijk in het diverse Brussel met zijn 184 nationaliteiten, maar het is wel noodzakelijk.

Was de joodse gemeenschap zomaar bereid om zo snel opnieuw de dialoog aan te knopen met de moslims? U vond alvast van wel. FALEK: Ik heb alvast geen druk

BRUZZ | SPREEKTIJD

ervaren. Het Joods Museum kan autonoom werken. We hebben eigenlijk vooral steun gekregen om die boodschap van dialoog uit te dragen. Ik wist: c’est un cercle vertueux, het is een positieve spiraal. Hoe meer succesvolle expo’s en projecten, hoe meer steun er komt. In 2019 hadden we 31.500 bezoekers, van wie de meerderheid niet-joods was en onder wie duizenden jongeren en scholieren.

Met de expo’s over Stéphane Mandelbaum en de Superhelden heeft het museum flink wat volk kunnen lokken. Ze kregen ook veel weerklank. Zijn dat ook de expo’s waar u de beste herinneringen aan hebt? FALEK: Ik ben het meest trots op de

tentoonstelling die ik in 2017 zelf heb gecureerd (met Bruno Benvindo, red.): Gastvrij Brussel? We hebben hiermee het museum in het Brusselse culturele landschap verankerd. De expo ging over migratie en we hebben aan de hand van getuigenissen aangetoond hoe universeel die is. Als je kijkt naar de weg die mijn grootvader heeft afgelegd om vanuit Polen in 1928, via Duitsland in Luik te raken, dan zie je dat

die route niet veel verschilt van de weg die migranten vandaag nemen. De expo ging net zo goed over Paul Panda Farnana, de eerste Congolees die in België heeft gestudeerd (rond 1900, red.) of over een jonge Soedanese die gevlucht is en over het seksuele geweld dat ze in haar eigen land en in Libië moest doorstaan. Het was ook prachtig om te zien dat twee jonge Syriërs in een joods museum hun migratieverhaal wilden delen. Los van culturele, politieke of religieuze verschillen konden we tonen hoe migranten vaak heel gelijkaardige verhalen vertellen.

De expo moest het gat dichten dat er vandaag nog altijd is: er is geen groot museum van de migratie in Brussel. Daar wordt nochtans al jaren over gesproken. FALEK: Foyer heeft met MigratieMu-

seumMigration een verdienstelijke poging gedaan. Die tentoonstelling is echt de moeite waard. Daarmee is hopelijk de basis gelegd.

Vandaag staat de dekolonisatie in het centrum van het debat, met onder meer de discussie over het verwijderen van de standbeelden die refereren aan het kolonialisme. Wat vindt u? FALEK: Het is geen nieuw debat.

Wetenschappers zijn er al langer mee bezig. Het kolonialisme en de dekolonisatie komen nog niet aan bod in het onderwijs, omdat het niet in de programma’s staat. Ik ben blij dat het debat over de dekolonisatie van de openbare ruimte nu ruimer gevoerd kan worden in Brussel en dat racisme en discriminatie ernstig genomen worden. Vergeet niet dat we hier al jaren over spreken. Of het nu gaat over de racistische koren in de

“Ik ben blij dat het debat over de dekolonisatie van de openbare ruimte ruimer gevoerd kan worden en dat racisme en discriminatie ernstig genomen worden” PASCALE FALEK Afscheidnemend directrice Joods Museum 10

I

15 JULI 2020

voetbalstadions of de racistische bagger die sommigen op Twitter over zich heen krijgen. Dat is ook vandaag nog de dagelijkse werkelijkheid. Op zo’n moment moet de democraat hen van antwoord kunnen dienen. En als dat niet helpt moet Justitie in actie schieten.

In het museum hebben jullie ook rond vooroordelen gewerkt door jongeren met een jood te laten praten. FALEK: Dat is Let’s Meet A Jew, een

project waarmee we duizenden scholieren hebben bereikt. In Berlijn hadden ze een vergelijkbaar project, met een jood in een kelder. Zo provocerend wilden we het niet. Kijk, België telt slechts dertig- tot veertigduizend joden. Het is dus heel normaal dat een Belg in Namen of Brugge geen joden persoonlijk kent. Als ze joden ergens mee associëren, dan is dat vaak in het kader van het Joods-Palestijnse conflict of met de chassidische joden in Antwerpen. Met Let’s Meet A Jew hebben we dat beeld willen doorbreken en geprobeerd om de verschillende facetten van de joodse culturen en het joods-zijn onder de aandacht te brengen.

PASCALE FALEK geboren in Brussel studeert Geschiedenis aan de ULB behaalt in 2004 master in Judaic Studies (Oxford) 2005 Master of Arts (Warsaw) wordt in 2011 doctor in de filosofie (Firenze) werkt van 2011 tot 2014 in het Rijksarchief 2014-2020 Joods Museum Brussel, eerst als conservator, nadien als directrice

Pascale Falek neemt afscheid van het Joods Museum: “Het blijft een prachtig project.”

Het antisemitisme waar joden slachtoffer van zijn lijkt zich meer op een primair niveau af te spelen, met verbale agressie. Joden lijken minder last te hebben van discriminatie op de arbeidsmarkt of huisvestingsmarkt. Klopt dat? FALEK: Zou kunnen, maar er is

bijvoorbeeld wel fysiek geweld tegen joden, met soms de dood tot gevolg. Dus het valt zeker niet te minimaliseren. Het antisemitisme is de laatste jaren fors toegenomen in België, en tegelijk ook de fysieke agressie. Er is ook het banaliseren van antisemitische stereotypes zoals bij het carnaval van Aalst. Dat is niet tot Vlaanderen beperkt, hoor. Aan Franstalige kant zien we een stijgende invloed van antisemitische ideologen als Alain Soral (Frans-Zwitserse publicist, red.). Antisemitisme is venijniger in de zin dat het joden, ten onrechte, met ‘positieve’ beelden in verband brengt: joden zijn rijk, hebben veel invloed, staan dicht bij de elite, et cetera.

Vaak herken je joden niet op het eerste gezicht, omdat ze geen keppeltje of Jodenster dragen, wat paradoxaal genoeg, nog meer de verdenking en de paranoia voedt. De vooroordelen kunnen heel gewelddadig overkomen. Bij Let’s Meet A Jew vragen we de jongeren wat het beeld van een jood bij hen oproept. Het zijn nog altijd dezelfde stereotypen: de haakneus, het geld, de geniepigheid. De beste manier om dat beeld te ontkrachten, is educatie en tonen wat het joods-zijn inhoudt. Zoals vandaag iedereen weet wat de ramadan is of het Suikerfeest, dankzij de media die er aandacht aan besteden, is het ook goed om die joodse geschiedenis en tradities in de kijker te zetten.


Toch is die joodse gemeenschap nog behoorlijk actief in Brussel. FALEK: Het Brusselse verenigingsle-

ven is dynamisch en veelkleurig. Het Centre Communautaire Laïc Juif van wijlen David Susskind is de grootste joodse vereniging. Ze belijden een unieke niet-gelovige en vrijzinnige vorm van het judaïsme, met respect voor de traditie. Ze geven joden de kans om hun cultuur te beleven, zonder gelovig te zijn, zonder naar de synagoge te gaan, koosjer te eten of de sabbat te respecteren. Tegelijk kunnen ze zich heel doordrongen voelen van de joodse cultuur en die doorgeven aan hun kinderen. En dan is er ook nog de Cercle Ben Gurion, die zich politiek ter rechterzijde bevindt of de Union des Progressistes Juifs de Belgique, die in een communistische traditie wortelt. Op zich is dat wel bijzonder. Voor de Tweede Wereldoorlog had je in Brussel ook een heel sterk ontwikkeld joods verenigingsleven met een heel spectrum aan organisaties van links tot rechts.

U zwaait af als directeur van het Joods Museum op een moment dat men eindelijk de architect zal aanduiden voor de broodnodige renovatie die al lang is aangekondigd. Vindt u het jammer dat u de heropening niet kan meemaken? FALEK: Het is een prachtig project dat

Jammer genoeg krijg je dan een succesvolle serie als Unorthodox (op Netflix, over een meisje dat vlucht uit de heel gesloten chassidische gemeenschap in New York, red.) die op zichzelf wel goed gemaakt is, maar slechts een minuscuul deel van de joodse gemeenschap toont. Wat dan weer antisemitische reacties heeft uitgelokt.

Brussel kent een kleine maar levendige joodse gemeenschap, maar ze is minder zichtbaar dan in Antwerpen. Is daar een historische verklaring voor? FALEK: Er zijn wel enkele chassi-

dische families in Brussel, maar die zijn inderdaad veelal in Antwerpen te vinden. Dat komt omdat het om een andere migratie gaat. De chassidi-

sche joden zijn na de Tweede Wereldoorlog naar Antwerpen verhuisd en kwamen voornamelijk uit Hongarije. Dat is een andere migratie dan die van het interbellum, toen vele voornamelijk linkse joden uit Poolse steden als Warschau en Łódz ´ naar België zijn verhuisd. Die hadden al een deel van hun traditionele geloof laten varen toen ze in Antwerpen, Brussel en Luik aankwamen. Het is vandaag ook best moeilijk om als strikt gelovige jood in Brussel te leven. Je moet te voet naar de synagoge kunnen gaan, je moet koosjer eten kunnen kopen, de vrouwen moeten naar de mikvé (rituele badplaats, red.) kunnen gaan, kinderen moeten in een yeshiva studeren et cetera.

tussen nu en 2024 door voorzitter Philippe Blondin en de nieuwe directrice Barbara Cuglietta in goede banen wordt geleid, in samenwerking met Beliris. De curator van POLIN, het Joods Museum van Warschau, heeft me aangeraden om in die aanslepende renovatiediscussie een opportuniteit te zien. Door dingen uit te proberen, door de beleving centraal te stellen. Musea evolueren en die ervaringen kunnen helpen om het nieuwe museum vorm te geven. Neen, als ik van een ding spijt heb is het van onze laatste Museum Night Fever die jammer genoeg niet is kunnen doorgaan door corona. Ik wilde echt een toenadering tussen de museumbezoekers en het Brusselse nachtleven. Het zijn werelden die op het eerste gezicht ver van elkaar staan. Ik wou die mengen. Eerst het museumbezoek en vervolgens fuiven. Want op de dansvloer is iedereen echt gelijk.

PASCALE FALEK FAIT SES ADIEUX AU MUSÉE JUIF Pascale Falek a fait ses adieux au Musée juif, où elle a travaillé comme directrice depuis 2014. Elle a dû tourner une page difficile après l’attentat qui a coûté la vie à quatre personnes. Falek s’est principalement consacrée au dialogue et à la construction de ponts avec d’autres communautés. Elle voulait montrer ce qu’est réellement la culture juive. La compréhension de la culture juive est la première étape dans la lutte contre l’antisémitisme, qui ne cesse de croître. Elle va désormais continuer la lutte contre la haine des Juifs à la Commission européenne. FR

PASCALE FALEK SAYS GOODBYE TO THE JEWISH MUSEUM Pascale Falek is leaving her position as the director of the Jewish Museum, where she has worked since 2014. She was tasked with the difficult job of starting a new chapter after the attack in which four people were killed. Falek focused primarily on fostering dialogue and building bridges with other communities. She sought to show what Jewish culture really is. Understanding Jewish culture is the first step in the struggle against anti-Semitism, which is increasing at an alarming rate. She is now going to continue the fight against anti-Semitism at the European Commission. EN

15 JULI 2020

I 11


Reportage

VERHALEN UIT DE PLEZIERHAVEN

B R U Z Z | R E P O R TA G E

Tv-journalist Robin Ramaekers klust met plezier aan zijn motorboot. “Het is ideaal in combinatie met mijn ander werk.”

‘Ik was niet op zoek, de boot vond mij’ Al meer dan honderd jaar leidt de Brusselse jachthaven een wat verborgen bestaan aan de voet van de Van Praetburg. Bij nader toezien blijkt de plek een levendige microkosmos, bevolkt door bootliefhebbers van allerlei pluimage die komen om te genieten maar vooral om te werken. Koop een boot, werk je dood, klinkt het badinerend. — BETTINA HUBO, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE 12

I

15 JULI 2020


Aline en Damien zijn klaar voor hun trans-Atlantische zeilavontuur.

dat wensen kunnen aanschuiven, dat is traditie,” vertelt Clouwaert, die in het gewone leven zijn eigen bedrijf leidt. Tot een jaar of twintig geleden was het restaurant alleen toegankelijk voor de leden, maar de Bryc moest noodgedwongen de deuren openzetten, omdat de rendabiliteit in het gedrang kwam. Nu kan iedereen er komen eten. De club, jarenlang een Franstalig bastion, probeert ook op andere manieren te verbreden. Zo geeft de gereputeerde vaarschool, een van de pijlers van de club, sinds drie jaar de navigatiecursussen ook in het Nederlands. Op die manier hoopt de Bryc meer Vlamingen te lokken en

het ledental, dat enkele jaren geleden naar beneden dook, op peil te houden. Vandaag telt de Bryc vierhonderd leden. Ze betalen 270 euro lidgeld en als ze een boot in de haven hebben ook liggeld, gemiddeld zo’n vijf euro per dag. In de marina zijn tweehonderd ligplaatsen. Daarmee is Brussel een kleine jachthaven. In Nieuwpoort is plaats voor duizend jachten, in La Rochelle voor vier- à vijfduizend. “Maar we zijn wel een zeehaven,” vertelt de commodore met gepaste trots. “Vanaf de zee kunnen zeilboten met masten van 25 meter ongehinderd tot hier varen. Dan stopt het. Vanaf Van

Praet kunnen de bruggen niet meer omhoog.” Het bestuur van de Bryc was dan ook niet echt ongerust toen een bouwpromotor enkele jaren geleden plannen begon te maken voor een jachthaven verderop in Anderlecht. Daar zouden toch alleen wat motorboten kunnen aanmeren. Het project werd begin dit jaar geschrapt. Hoe dan ook is de zee een heel eind weg. Daarom is Brussel een winterhaven. In de zomer liggen de meeste motorjachten en zeilboten in een Nederlandse of Franse haven. Clouwaert: “Vandaar is het maar een half uurtje tot je op volle zee bent. Vanaf Brussel moeten zeilers

D

e plezierhaven wordt beheerd door de Brussels Royal Yachting Club oftewel Bryc, een eerbiedwaardige vereniging opgericht in 1906. Voorzitter Michel Clouwaert wordt er aangesproken met ‘commodore’. In zijn blauwe blazer, blauwe polo en smetteloos witte broek heeft hij ook de allures van een gezagvoerder, zeker wanneer hij leunt over de houten reling van het clubhuis, dat ontworpen is als het voorsteven van een oude mailboot. In het restaurant van de club, ingericht met delen van een echte pakketboot, heeft hij zijn vaste tafel. “Elke woensdag eet ik hier, leden die

15 JULI 2020

I 13


VERHALEN UIT DE PLEZIERHAVEN

eerst twee dagen op de motor tot aan de zee varen. Pas dan kunnen ze de zeilen hijsen.” Elk jaar in april organiseert de club Le Grand Départ. In konvooi varen de boten feestelijk de haven uit. In oktober wordt de omgekeerde beweging gemaakt, Le Grand Retour. “De winter gebruiken de botenbezitters voor onderhoud en herstellingen. Dan is het handig als de boot dicht bij huis ligt.”

xxx

Jean-Pierre werkt, geniet en woont in de haven.

VEEL ONDERHOUD NODIG

B R U Z Z | R E P O R TA G E

Want een boot heeft onderhoud nodig, veel onderhoud, een zeilschip nog meer dan een motorbootje voor de binnenvaart. “Een boot die in zout water vaart, moet elk jaar uit het water gehaald worden voor een antifouling. Die behandeling voorkomt dat algen en kleine schelpjes zich aan de romp hechten, waardoor de boot minder soepel vaart,” legt havenmeester Alain Decock uit. Hij is in vaste dienst bij de club om alle havenactiviteiten in goede banen te leiden en helpt de schippers met het hijsen van hun boot en andere vragen. “Je moet of zelf willen werken of veel geld hebben,” lacht hij. “De meesten doen het zelf,” zegt de commodore, waarmee hij ook de mythe tegenspreekt dat een jachthaven er alleen is voor mondaine, kapitaalkrachtige mensen. “We hebben hier boten van alle afmetingen en alle prijzen. Maar of ze nu een groot zeiljacht of een klein motorbootje hebben, alle eigenaren hebben hun hart verpand aan die boot. We hebben oudere leden, van ver in de tachtig, die maar geen afscheid kunnen nemen van hun vaartuig. Die affectieve band maakt dat de meeste mensen er goed zorg voor dragen.” Het komt er wel op neer dat je relatief veel werkt in verhouding tot het varen, zegt Clouwaert. Om die reden heeft hij zelf bijvoorbeeld geen eigen boot. “Dat was de afspraak met mijn gezin, anders zagen ze me nooit meer. Ik huur regelmatig een zeilschip en ben ondertussen ook de Indische Oceaan al zeilend overgestoken.” Hij neemt ons mee voor een rondleiding door de haven. Die ligt behoorlijk vol. Deze lente was er geen Grand Départ vanwege corona. Heel wat boten zijn niet of nog niet uitgevaren. De reparaties en het onderhoud zijn nog volop bezig. Op de kade ligt het oude, rode

14

I

15 JULI 2020

motorbootje dat Mia Melvær onlangs kocht en dat ze nu aan het opknappen is. De jonge Noorse kunstenares woont al een tijd in Brussel en had als kind altijd een boot. Toen ze onlangs iemand kwam helpen bij de Bryc, kreeg ze de smaak weer te pakken. De boot werd gebouwd in 1979. “Maar de structuur is stabiel,” zegt ze. “Een nieuwe motor en verflaag volstaan. Het wordt een klein juweeltje.” Haar doel? “Leuke tochtjes maken op het kanaal. Ideaal tijdens deze staycation.” Wat verderop een bekend gezicht. In een loods staat VTM-buitenlandjournalist Robin Ramaekers

op een ladder zijn motorboot Rusty te schilderen in een prachtige kleur blauw. “De boot is 55 jaar oud. Ik kocht hem vorig jaar in Leuven. Ik was niet op zoek, de boot heeft mij gevonden. Ik zag hem en was verkocht.” Nochtans had Ramaekers geen enkele ervaring, noch met varen, noch met onderhoud. “Ik heb alles dus eigenlijk in omgekeerde volgorde gedaan.” Hij stationeerde het vaartuig in de Brusselse haven, zodat hij er met de fiets vanuit zijn woonplaats Sint-Joost makkelijk naartoe kon. Hij volgde wat vaarlessen bij de Bryc en probeerde bij te leren van meer ervaren schippers. “Het gaat met vallen en

“Al die verschillende activiteiten zijn fascinerend. Er wordt hier gewerkt, geleerd, gewoond en ook genoten” MICHEL CLOUWAERT Voorzitter Bryc

opstaan. Een boot omvat heel veel. Er is het navigeren, het aanleggen, het onderhoud, er zijn de weersomstandigheden, de werking van de sluizen, de motor.” Dat een boot veel zorg vraagt, vindt hij eigenlijk nog wel fijn. “Het is rudimentaire arbeid: schuren, gaten vullen, schilderen. Ideaal in combinatie met mijn andere werk. Het verzet je gedachten compleet.” Een vaarbrevet heeft hij, gezien de beperkte afmetingen en snelheid van zijn boot, niet nodig. “Dit bootje gaat heel traag. Mijn actieradius is maar zo’n dertig kilometer per dag. Grote tochten maak ik er dan ook niet mee. Ik vaar op het kanaal, maar trek er soms ook voor een paar dagen op uit. Richting Gent en de Leie of naar de Kempen. Ik kan hier slapen. Eigenlijk is het mijn caravan. Als het thuis te lawaaierig is, kom ik naar hier.”

WERELDREIZIGERS Veel grootser zijn de ambities van de ‘jonge wereldreizigers’, zoals ze door de andere clubleden worden genoemd: twee Brusselse koppels die zich, onafhankelijk van elkaar, opmaken voor een trans-Atlantische zeilreis. Sandrine en Simon zijn dertigers, zij burgerlijk ingenieur, hij economist, beiden ervaren zeilers. Ze spaarden tien jaar om hun droom te kunnen realiseren. Vorig jaar kochten ze een tweedehandsboot.


Sandrine en Simon hebben lang gewerkt aan het zeewaardig maken van hun zeilboot. Nog een laatst onderhoud van de kiel.

Ze zegden hun banen op, verkochten hun hele hebben en houden en werkten het afgelopen half jaar onafgebroken aan het zeewaardig maken van hun jacht. Eerstdaags kiezen ze het ruime sop. Hoelang ze wegblijven? “Twee, drie jaar. Niets ligt vast.” Zelfde verhaal bij twintigers Aline en Damien. Ook zij zetten hun job als architecte en elektromechanicien on hold voor een zeiltocht van anderhalf jaar. Hun reis heeft ook een ecologische insteek. “Wij gaan voor een Zwitserse ngo stalen nemen van microplastics die ronddrijven in de zee. ‘Sea the plastic’ heet ons project,” vertelt Aline, die druk in de weer is met de laatste voorbereidingen. Te midden van de vele nijvere en bedrijvige schippers zijn er ook clubleden die gewoon genieten van zalig nietsdoen. Anna zit te zonnen op het dek van haar boot, een biertje binnen handbereik. Haar hondje Boomer keft luid naar elke voorbijganger. Anna houdt van het leven in de haven, ze kent de meeste andere botenbezitters. “We aperitieven

samen of barbecueën hier op de steiger.” Met een paar mensen heeft ze de boot van de zojuist getrouwde overburen versierd. Just married. Straks gaat ze met de hele groep roeien. Ze kan makkelijk een hele dag op de boot doorbrengen zonder uit te varen. “Het is heerlijk bij het water. Je bent helemaal weg uit de stad.” Het geraas van het verkeer op de Vilvoordselaan en de Van Praetbrug hoort ze niet meer. Ook het zicht op de verbrandingsoven aan de overkant kan de pret niet bederven. “Ik kijk wel de andere kant op.” Anna en haar partner wonen bijna constant op de boot. Dat kan, als je toestemming hebt van het bestuur. “Officieel mag het niet, want je kan in ons land je domicilie niet op een boot hebben,” zegt commodore Clouwaert. “Maar we hebben inderdaad een aantal residenten.” Onder hen ook Jean-Pierre, die alle nieuwtjes kent uit het ‘dorp’, zoals hij de jachthaven noemt. Jarenlang woonden hij en zijn vriend in hun appartement in het

centrum. “Maar na negen inbraken kon ik daar niet meer slapen. Ook de poes werd er depressief.” Dus overnachten ze al een hele tijd op het prachtige oude jacht dat ze tien jaar geleden kochten en renoveerden. Toen Jean-Pierre, als ervaren stoffeerder en gordijnenmaker, de matrassen en kussenovertrekken voor zijn eigen boot aan het maken was, kreeg hij van andere clubleden de vraag dat ook voor hen te doen. Inmiddels huurt hij een garagebox aan de kade waarin hij al zijn stoffen en materiaal heeft opgeslagen en een naaimachine heeft geïnstalleerd. Tussen het werken door vaart hij regelmatig uit. “Wij gebruiken de boot heel veel,” zegt hij. “Zelfs gewoon om in het centrum sigaretten te gaan kopen.” Commodore Clouwaert leidt ons opnieuw naar het clubhuis. Vanaf het terras kijkt hij tevreden uit over de jachthaven. “Wat zo fascinerend is aan deze plek zijn al die verschillende activiteiten,” mijmert hij. “Er wordt hier gewerkt, geleerd, gewoond en ook genoten.”

HISTOIRES DU PORT Cela fait plus de cent ans que le port de plaisance de Bruxelles vit une existence un peu cachée au pied du Pont Van Praet. Il abrite un microcosme très dynamique. « Notre public est très divers », nous explique le commodore Michel Clouwaert du Brussels Royal Yachting Club (Bryc), qui gère le petit port marin. « Les gens viennent ici pour travailler, pour apprendre, pour vivre et pour profiter. Et cela rend le port fascinant. » FR

STORIES FROM THE MARINA For more than one hundred years, the Brussels marina has led a somewhat hidden existence at the foot of the Van Praet bridge. Upon closer inspection, it turns out that the place is a lively microcosm populated by boat lovers of all different kinds. “Our visitors are very diverse,” says commodore Michel Clouwaert of the Brussels Royal Yachting Club (Bryc), which manages the little harbour. “People come to work, to learn, to live, and to enjoy. That makes the harbour fascinating.” EN

15 JULI 2020

I 15


Congo

PODCAST

Beluister en herbeluister de podcast ‘Wandelen naar Congo’ via bruzz.be/ de-podcastsvan-bruzz

Wandelen naar Congo

N

© BART DEWAELE

u het dekolonisatiedebat volop laait en de discussie over het al dan niet verwijderen van de Leopold IIstandbeelden steeds hevigere reacties losweekt, valt het op hoe erg onze stad verweven is met het koloniale

verleden. In de vierdelige podcast ‘Wandelen naar Congo’ stapt Margot Otten door Brussel om er op elke straathoek geconfronteerd te worden met Congo. Want er is veel meer dan de Leopold II-laan en de verschillende standbeelden van de omstreden koning. De kolonisatie heeft Brussel hertekend. Samen met auteur Lucas Catherine zoekt Margot Otten antwoorden op vragen als ‘Wie was Generaal Jacques?’ ‘Welk verband bestaat er tussen de schrijver Joseph Conrad en oud-burgemeester van Brussel Charles Buls, en vooral, wat heeft dat met Congo te maken?’ En ‘Wat dreef Leopold II tot het koloniseren van een land dat tientallen keren groter is dan zijn eigen land?’ Maar Lucas Catherine kijkt ook naar vandaag. En ziet daar hoe vooroordelen die hun oorsprong hebben in ons koloniale verleden, tot op de dag van vandaag voortleven. “Als ik in het centrum waar ik woon rondwandel, dan zie ik daar in de keuken veel Afrikaanse koks werken, maar de bediening in de zaal zal nooit een zwarte zijn.” Terwijl studies net uitwijzen dat, zo zegt Catherine, “de gemiddelde Congolese Belg beter opgeleid is dan de gemiddelde Belg”. Ook met parlementair medewerker Primrose Ntumba en onderzoekster Salomé Ysebaert gaat Margot Otten op stap door onze geschiedenis om met hen te bekijken wat deze episode betekent voor de kinderen van de diaspora. “Mensen vragen waarom we het nog steeds over het koloniale verleden van ons land hebben,” zegt Ntumba. “Wel die reden is duidelijk: omdat het altijd en overal rond ons aanwezig is.” En voor de kinderen van de diaspora is dat niet vanzelfsprekend, ook al zijn ze zelf in hun jeugd tientallen keren langs het standbeeld van Leopold II gelopen, zonder te beseffen wie de man eigenlijk was. Vandaag kijken ze anders tegen deze standbeelden aan. “Het doet pijn wanneer ik zie dat mensen een foto van zichzelf nemen voor dat standbeeld.”


Vileyne gedachten

TERUGBLIK OP DERTIG JAAR BRUSSELSE JOURNALISTIEK

Een kleine politieke geschiedenis

bruzz.be/vileyn

BRUZZ | VILEYNE GEDACHTEN

“Picqué is altijd op zijn hoede geweest voor communautaire geschillen binnen Brussel”

© BART DEWAELE

Brusselse regering en een antenne om te weten wat er leefde binnen de CVP. Ik herinner me een gesprek met Chabert over de herfinanciering van Brussel, in de wandelgangen van het parlement. Zijn antwoord was even eenvoudig als ontnuchterend: “In mijn partij, met zoveel plattelandsburgemeesters, krijg ik dat nooit verkocht.” Na Chabert heeft de liberaal Guy Vanhengel de rol van loyale regeringspartner overgenomen. Picqué is vier keer minister-president geweest. Eerst van 1989 tot 1999, dan van 2004 tot 2013, toen hij de fakkel doorgaf aan partijgenoot Rudi Vervoort. Picqué is een door en door stedelijk politicus en denker. Tussen 1999 en 2004 was hij in de federale regering belast met Grootstedenbeleid. Vanuit die bevoegdheid lanceerde hij tal van grootstedelijke projecten in Brussel, Vlaanderen en Wallonië. De herfinanciering van de steden was er in beperkte mate en via een omweg toch gekomen. Tijdelijk. Tot spijt van wie het benijdt is de Parti Socialiste in Brussel sinds 1989 de stabiele factor. Tussen 1989 en 2004 waren de liberalen aan zet en heeft de top van de liberale partij chaos gecreëerd. De Franstalige liberalen hadden in 1999 de verkiezingen gewonnen en kozen voor de jonge, talentvolle Jacques Simonet als minister-president. Maar de partij gaf Simonet niet de kans om zich waar te maken. Toen François-Xavier de Donnea na de verkiezingen van 2000 de burgemeesterssjerp van de stad Brussel moest afstaan aan de socialist Freddy Thielemans besliste de partijtop dat Simonet moest opkrassen ten voordele van De Donnea. De Donnea was drie jaar aan zet, tot partijvoorzitter Daniel Ducarme besliste om zelf minister-president te worden. Ducarme bleef maar twee jaar op post: toen bleek dat hij al enkele jaren was ‘vergeten’ zijn belastingaangifte in te vullen, was het voorbij. Simonet mocht de legislatuur voltooien. Toen ik hem sprak net voor de verkiezingen van 2004, zei hij me: “De kiezer gaat ons dit zeer zwaar aanrekenen.” Na de verkiezingen keerde Picqué terug als minister-president, voor de derde keer. In 2013 gaf Picqué de fakkel door aan partijgenoot Rudi Vervoort.

Met Charles Picqué zijn de Vileyne gedachten voltooid. Picqué is de man par excellence die zijn stempel gedrukt heeft op het Gewest. Tijdens de vele gesprekken die ik voor deze afscheidsreeks had, viel zijn naam bijna keer op keer. Altijd in positieve zin met als steeds terugkerend voorbeeld de creatie van de wijkcontracten. De charismatische Picqué is als sociaaldemocraat nooit de man van de strijdliederen geweest of de grote verklaringen, hij heeft zich altijd ontpopt als de man van het terrein en als pragmaticus, maar hij wist steevast wat hij wilde. De rode draad in zijn beleid is sociale rechtvaardigheid en sociale samenhang. Toen Picqué als overwinnaar van de eerste verkiezingen voor het Brussels Gewest in 1989 een regering vormde, koos hij ervoor om met de christendemocraten en de communautaire partijen te regeren. Er kwam een regering van PS, PSC en FDF aan Franstalige kant, aan Nederlandstalige kant werden dat de CVP, de SP en de Volksunie. In tegenstelling tot de N-VA vandaag was de Volksunie geen rechts-nationalistische partij, ze was weliswaar nationalistisch, maar verder pluralistisch. Vic Anciaux werd staatssecretaris voor de VU. Anciaux behoorde tot de linkervleugel. Die keuze voor FDF en VU was weloverwogen, Picqué is altijd op zijn hoede geweest voor communautaire geschillen binnen Brussel. Toch waren het de twee communautaire partijen die hem kopzorgen bezorgden. Vic Anciaux verliet eind 1997 de Brusselse regering uit onvrede over het taalhoffelijkheidsakkoord, dat afspraken vastlegde over het taalkader van de brandweer. De andere regeringspartijen vielen uit de lucht, omdat Anciaux altijd een loyale regeringspartner geweest was. Dat voedde de geruchten dat hogere partijregionen zulks beslist hadden. Vier jaar eerder had Picqué al moeten aanzien hoe regeringspartner FDF een kartel sloot met oppositiepartij PRL. Ook dat was een bevel van hogerhand. Het FDF zat tot aan de volgende verkiezingen met één been in de regering en met het andere in de oppositie. Ook de keuze voor de christendemocraten was weloverwogen, de CVP was nog de grootste partij in Vlaanderen en in Brussel, en had dus het initiatiefrecht langs Vlaamse kant. En het Brussels boegbeeld van de Franstalige christendemocraten, Jean-Louis Thys, behoorde tot de arbeidersvleugel, het tegendeel van de rechtsconservatief die altijd een grote vinger in de pap te brokken had in de PSC. Met Jos Chabert had Picqué ook een loyale Vlaamse nummer één in de

NU ZATERDAG ONLINE Dit is de laatste aflevering van Vileyne gedachten. Charles Picqué, de aartsvader van Brussel ziet om en kijkt vooruit: zaterdag via bruzz.be/vileyn. Eerder verschenen: Brussel kosmopolitische stad, Katholiek Brussel, Vrijzinnig Brussel, Prostitutie in Brussel, Misdaad in Brussel, Migratiestad Brussel, Meertalig Brussel, De heropleving van de Vijfhoek, Brussel centrum en progressieve stad.

15 JULI 2020

I 17


Zomerserie

SARA OP TWEE WIELEN DOOR DE ACHTERTUIN VAN BRUSSEL

Industrieel erfgoed en natuur langs het water BRUZZ | ZOMERSERIE

Wie kanaal en Zenne richting Mechelen volgt, ziet industrieel erfgoed geleidelijk baan ruimen voor natuur. Met water voortdurend in het vizier is de gevarieerde route niet alleen ontspannend, maar ook perfect doenbaar met kinderen of beginnende wielertoeristen.

18

— SARA DE SLOOVER, FOTO SASKIA VANDERSTICHELE

E

en makkelijk haalbare tocht is dit, ook voor wie niet over de beste fiets beschikt of zich in coronatijden voor het eerst aan een uitstap op twee wielen wil wagen. Omdat we de hele tijd langs de waterkant rijden, is de rit immers volledig plat. Wij deden de tocht met zo’n weifelende beginner. Die was na afloop erg enthousiast – “helemaal niet zo moeilijk als ik dacht” – en heeft sindsdien al moeilijkere dagtochten achter de kiezen. Starten doen we op de hoek van de Van Praetbrug en de Vilvoordsesteenweg, waar een tweerichtingsfietspad langs het kanaal doorloopt richting Vilvoorde. Wie de eerste kilometers door de voorhaven, langs verbrandingsoven, hopen schroot en zand, en de indrukwekkende silo’s van de Meunerie Bruxelloise liever overslaat, kan aan Sainctelette of Van Praet ook op de Waterbus stappen. Die pendelboot – waarop fietsen gratis meemogen – vaart precies dezelfde route, maar meedeinen op het klotsende water geeft alle industriële activiteit meteen een rustgevend vakantietintje. De Waterbus doet op aanvraag het park Drie Fonteinen aan, alvorens aan te meren aan de Steenkaai in Vilvoorde. Wie liever vaste grond onder de voeten houdt, rijdt tot aan de

I

15 JULI 2020

Budabrug in Heembeek, een sierlijke industriële hefbrug uit 1955 met een heel herkenbare metalen structuur. Met wat geluk kun je observeren hoe het brugdek tot wel 35 meter omhooggaat voor een eronderdoor varende boot, en daarna tot op de millimeter naar zijn oorspronkelijke positie terugkeert. Zodra we de overkant bereikt hebben, denderen vrachtwagens ons voorbij voor ze aan café Charlie’s Angels afslaan richting de N1. We slalommen nog even langs de vrachtwagens van een laatste afvalverwerkingsbedrijf aan de waterkant en de sfeer aan de Vaartdijk slaat om. We fietsen door een laatste deel van het havendomein, een smalle landtong geprangd tussen het kanaal en de Zenne met veel vergane industriële glorie.

WEG BEWOONDE WERELD Nadat we onder het razende verkeer op het viaduct van Vilvoorde zijn gereden en onder een stalen hijskraan zijn gefietst, passeren we langs de nieuwe woonwijk Waterzicht, met lofts en appartementen aan het kanaal, nog half in aanbouw. We fietsen langs de Kruitfabriek, op de plek waar honderd jaar geleden de echte kruitfabriek ’t Poeierke ontplofte. In het gebouw zit een bar/restaurant, buiten

coronatijd wordt er maandelijks een brocantemarkt gehouden. Na een laatste kans om de inwendige mens te versterken in brasserie Canal even verderop, verlaten we de bewoonde wereld. We blijven langs het water rijden op de Houtkaai, en al snel doemt de hangar voor ons op die de straatnaam eer aandoet. De voormalige houtopslagplaats Parmentier, de bekendste loods van Vilvoorde, is een monumentaal stuk industrieel erfgoed dat er verlaten bijligt. Tussen de sierlijke art-decopijlers fietsen, skaten, steppen of picknicken gebeurt op eigen risico, want de hangar is privéterrein. Maar je kunt er ook langs rijden, en vlak daarachter hetzelfde wegeltje terugvinden dat ons iets verderop via een houten brug over de opnieuw boven water gekomen Zenne leidt. De paadjes aan de

overkant van de rivier voeren ons over een braakliggend terrein van ruim elf hectare. Het lijkt een ongerept natuurgebied intussen, maar is eigenlijk de oudste industriële site van Vilvoorde. Tot midden jaren tachtig stond hier de cokesfabriek van steenkoolbedrijf Forges de Clabecq. De grond is intussen gesaneerd, en ingepalmd door de natuur. Even lijkt het alsof we ons op de heide bevinden, in plaats van in het centrum van Vilvoorde. Eindigen doet het weggetje op de parking van een school, waarna het in een paar snelle bochten richting de Radiatorenstraat gaat. Recht tegenover de indrukwekkende koeltorens van de gascentrale die binnenkort vervangen wordt door een nog groter exemplaar, fietsen we langs de Asiat-site. Dit voormalige militaire domein stelde de stad vorig jaar ter beschikking aan kunsten-


Langer traject via Zennegat

DE RIT

Waterpret bij de Nekker

Terugweg langs het kanaal

Waterpret bij Hofstade

Hoofdroute: met de fiets naar Mechelen

Route via Vilvoordsesteenweg naar Budabrug. Steek het kanaal daar over en baan je via Vaartdijk en Steenkaai en open terrein achter houtloods in Vilvoorde een weg naar de Zenne. Vervolgens knooppunten 14, 13, 18, 16, 75, 10, 59, 92 en 93. Via het Vrijbroekpark in Mechelen terug naar nummer 59. Een gedetailleerd plan, ook met alternatieve routes zoals tot aan het Zennegat, is online te vinden. www.bruzz.be/fietsen.

DE L’INDUSTRIE À LA NATURE Si vous suivez le canal et la Senne en direction de Malines, vous verrez le patrimoine industriel céder progressivement la place à la nature. Avec l’eau toujours à portée de vue, le parcours varié est non seulement relaxant, mais aussi tout à fait accessible aux enfants ou aux cyclistes débutants en raison de l’absence de collines. À partir du pont Van Praet, vous longez le canal vers Vilvoorde. Vous traverserez le site des anciennes Forges de Clabecq, envahi par la nature, pour rejoindre la Senne. Le long de l’eau, vous continuerez dans la verdure jusqu’à Malines. Vous trouverez un plan détaillé sur www.bruzz.be/fietsen. FR

De route volgt de hele tijd het water, met onderweg onder meer de Budabrug, een sierlijke industriële hefbrug.

iniatief Horst. Of het jaarlijkse elektronische festival begin september zal kunnen plaatsvinden, is nog altijd een vraagteken, maar in de zomer zijn er alvast restaurantclubavonden gepland – iets voor op de terugweg misschien – en twee ‘sleeping concerts’.

WEIDSE VELDEN Vanaf hier maakt industrie geleidelijk plaats voor natuur. Langs weidse velden blijven we trouw het water volgen richting Eppegem, Weerde en Zemst, waar een deel van de Zenne meanderend afsplitst en wij de stroomgeul met de verharde bedding blijven volgen. Na een paar kilometer komen de twee armen van de Zenne weer bij elkaar, en doemen wuivend riet en watervogels op. De grote Eglegemvijver in Hombeek geeft prachtige uitzichten, vooraleer we via een smalle tunnel onder de spoorweg

duiken. Even opletten hier voor tegenliggers. Verder fietsen naar fietsknooppunt 92, het verste punt op de route, kan op beide oevers. Aan het knooppunt slaan we rechts af naar de Stuivenbergbaan, om met een snelle blik op het kanaal Leuven-Dijle via het lieflijke Vrijbroekpark terug te keren naar de Zenne. Wij maakten hier rechtsomkeert, maar er zijn veel alternatieven mogelijk. De tocht is via het knooppuntennetwerk bijvoorbeeld makkelijk te verlengen tot het Zennegat. Op die plek vloeien de Zenne en de Leuvense vaart samen in de Dijle, om enkele honderden meter verder met de Nete te versmelten, en zo de Rupel te vormen. Wie na al dat water aan iets verkwikkends toe is, kan in het centrum van Mechelen in plaats daarvan de Dijle volgen en naar

provinciaal domein De Nekker fietsen, of al in Zemst afslaan voor een bezoek aan het domein van Hofstade. Liever een lusvormige route met een andere heen- als terugweg? Dan kun je in Hombeek afscheid nemen van de Zenne en via knooppunten naar Kapelle-op-denBos fietsen, waar het kanaal weer op je wacht. Een pitstop op de terugweg houden wij in Eppegem, waar een gewiekste ondernemer een reclamepaneel naast het jaagpad heeft geplaatst om zijn ijsjesbar in het honderd meter verderop gelegen stationsgebouw te promoten. De 45 kilometer zitten er bijna op, en het uitstekende artisanale ijs is het aanschuiven meer dan waard. Dit is de derde en laatste aflevering van deze reeks. U kunt ze nalezen via www.bruzz.be/fietsen

FROM INDUSTRY TO NATURE If you follow the canal and Zenne towards Mechelen, you will gradually see Brussels’ industrial heritage make way for natural landscapes. With a constant view of water, this varied route is not only relaxing but also, thanks to the lack of hills, perfect for children or inexperienced cyclists. From the Van Praet Bridge, you follow the canal to Vilvoorde, where you cross over the Zenne via the site of the former Forges de Clabecq, which has now been reclaimed by nature. Along the water you then continue to follow the leafy green route to Mechelen. You will find a detailed map online at www.bruzz.be/fietsen. EN

15 JULI 2020

I 19


VlaamseGemeenschapscommissie Gemeenschapscommissie(VGC) (VGC)als alsoverheidsbestuur overheidsbestuurininhet hetBrussels BrusselsHoofdstedelijk HoofdstedelijkGewest Gewestbevoegd bevoegdvoor voorcultuur, cultuur, DeDeVlaamse jeugd,sport, sport,onderwijs, onderwijs,vorming, vorming,welzijn, welzijn,gezondheid gezondheidenengezin gezinisisopopzoek zoeknaar naareen: een: jeugd,

Algemeendirecteur directeurwelzijn, welzijn,gezondheid gezondheiden engezin gezin Algemeen Wiljejeeen eenfundamentele fundamentelebijdrage bijdrageleveren leverenaan aanhet hetbevorderen bevorderenvan vandedegezondheid, gezondheid,dedelevenskwaliteit levenskwaliteitenenhet hetsamenleven samenleveninindiversiteit, diversiteit,enenditditinineen eengrootstedelijke grootstedelijke Wil context?Heb Hebjejezinzinom ommee meetetebouwen bouwenaan aaneen eenopen openNederlandstalig Nederlandstalignetwerk netwerkvan vandiensten dienstenenenvoorzieningen? voorzieningen? context? Benjejeopopzoek zoeknaar naareen eenjob jobwaarbij waarbijjejedeel deeluitmaakt uitmaaktvan vandededraaischijf draaischijfvoor voordedeVlaamse VlaamseGemeenschap Gemeenschapininhet hetBrussels BrusselsHoofdstedelijk HoofdstedelijkGewest? Gewest?Dan Danben benjijjijdedepersoon persoon Ben diewewezoeken! zoeken! die VOOR VLAAMSE VOOR DEDE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE ZIJN GELIJKE KANSEN ZIJN GELIJKE KANSEN BELANGRIJK. JOUW TALENT BELANGRIJK. JOUW TALENT IS BELANGRIJKER DAN IS BELANGRIJKER DAN JE JE GESLACHT, GENDER, AFKOMST, GESLACHT, GENDER, AFKOMST, LEEFTIJD, GEAARDHEID, LEEFTIJD, GEAARDHEID, HANDICAP CHRONISCHE HANDICAP OFOF CHRONISCHE ZIEKTE. ZIEKTE.

Waarkom komjejeterecht? terecht? Waar

Watverwachten verwachtenwe wevan vanjou? jou? Wat

VGCstaat staatvoor vooreen eenassertieve, assertieve,open openenenzelfverzekerde zelfverzekerdeVlaamse VlaamseGemeenschap Gemeenschap DeDeVGC dieevident evidentaanwezig aanwezigis isininhet hetBrussels BrusselsHoofdstedelijk HoofdstedelijkGewest Gewestenendie diededestad stad die meeuitbouwt. uitbouwt.DeDeVlaamse VlaamseGemeenschapscommissie Gemeenschapscommissieis isininBrussel Brusselbevoegd bevoegdvoor voor mee culturele,onderwijsonderwijs-enenpersoonsgebonden persoonsgebondenaangelegenheden. aangelegenheden. culturele,

geenspecifiek specifiekdiploma diplomavereist. vereist.Motivatie Motivatieenenervaring ervaringzijn zijnvoor voorons onsdede ErEris isgeen doorslaggevendefactoren. factoren.Jouw Jouwinhoudelijke inhoudelijkekennis kennisvan vanhet hetbeleidsdomein beleidsdomein(en (en doorslaggevende bijhorenderegelgeving, regelgeving,beleidsactoren beleidsactorenenenactoren actorenopophet hetwerkveld) werkveld)creëert creëertdede dedebijhorende nodigemeerwaarde meerwaardevoor vooronze onzeorganisatie. organisatie. nodige

Jouwfunctie functie Jouw

kanminstens minstens3 3jaar jaarleidinggevende leidinggevendeervaring ervaringvoorleggen, voorleggen,verworven verworveninindedelaatste laatste JeJekan jaarofofhebt hebtacht achtjaar jaarrelevante relevanteprofessionele professioneleervaring. ervaring. formuleerteen eenvisie visieover overhoe hoejejeeen eenmeerwaarde meerwaardekan kanbetekenen betekenenbinnen binnendede 1010jaar • •JeJeformuleert grootstedelijkecontext contextvan vanBrussel Brusselenenmeer meerspecifiek specifiekopophet hetvlak vlakvan vanwelzijn, welzijn, grootstedelijke Onderleidinggevende leidinggevendeervaring ervaringverstaan verstaanwewededeexpertise expertiseinzake inzakebeheer beheerinineen een Onder gezondheidenengezin, gezin,samenleven samenleveninindiversiteit diversiteitenenkansarmoedebestrijding. kansarmoedebestrijding. gezondheid overheidsdienst(of(ofhiermee hiermeegelijkgesteld) gelijkgesteld)ofofervaring ervaringinineen eenorganisatie organisatieuituitdedeprivéprivéoverheidsdienst sector. coördinatievan vandedebeleidsvoorbereiding, beleidsvoorbereiding,-uitvoering -uitvoeringenen-evaluatie -evaluatievan vanhet het sector. • •DeDecoördinatie strategischmeerjarenplan meerjarenplanis isbijbijjou jouinindeskundige deskundigehanden. handen.DeDebeleidsdoelbeleidsdoelstrategisch Watmag magjijjijverwachten? verwachten? Wat stellingenvan vanhet hetCollege Collegevormen vormenhierbij hierbijhet hetuitgangspunt. uitgangspunt. stellingen Eenuitdagende uitdagendefunctie functieinineen eendynamische dynamischeomgeving, omgeving,een eenmandaatfunctie mandaatfunctievoor voor Een haaltenergie energieuituithet hetvolgen volgenvan vanmaatschappelijke maatschappelijkeenentechnologische technologischeontont- dededuur duurvan van6 6jaar jaarmet metmogelijkheid mogelijkheidtottotvernieuwing vernieuwingvan vanhet hetmandaat, mandaat,een een • •JeJehaalt geïndexeerdbrutojaarsalaris brutojaarsalaris(afhankelijk (afhankelijkvan vandedeanciënniteit) anciënniteit)tussen tussen84.284 84.284enen wikkelingenenenhebt hebthierbij hierbijbijzondere bijzondereaandacht aandachtvoor voorinnovatie innovatieenendiversiteit. diversiteit. geïndexeerd wikkelingen 110.225euro euroaangevuld aangevuldmet metextralegale extralegalevoordelen. voordelen. 110.225 Metoog oogvoor voordetail detailenenviaviapermanente permanentedialoog dialoogmonitor monitorjejedederealisatie realisatievan van • •Met doelstellingenenenstuur stuurjejebijbijwaar waarnodig. nodig. doelstellingen vanhet hetmanagementcomité managementcomitében benjejemee meeverantwoordelijk verantwoordelijkvoor voorhet het • •AlsAlslidlidvan uitdragenvan vanhet hetbeleid beleidvan vandedeVGC. VGC.JeJeonderhoudt onderhoudtcontacten contactenmet metexterne externe uitdragen partnersom omeen eengoede goedeinformatiedoorstroming informatiedoorstromingteteverzekeren verzekerenenenopopdede partners hoogteteteblijven blijvenvan vandedenoden nodenvan vandedeBrusselaars Brusselaarsenenactoren actorenopophet hetterrein. terrein. hoogte

Interesse? Interesse?

weetalsalsgeen geenander anderhoe hoejejejejeteam teamopopeen eenmotiverende motiverendeenencoachende coachende • •JeJeweet manieraanstuurt aanstuurtenenorganiseert organiseertkwalitatieve kwalitatieveoverlegstructuren overlegstructurenterterbevorbevormanier deringvan vandedeinterne internesamenhang samenhangenencommunicatie communicatietussen tussendedeverschillende verschillende dering organisatieonderdelen. organisatieonderdelen.

Meerinformatie informatieover overdedefunctie functieenenhet hetcompetentieprofiel competentieprofielvind vindjejeopopwww.vgc.be www.vgc.be Meer ondervacatures. vacatures.JeJevindt vindtererook ookhet hetkandidaatstellingsformulier. kandidaatstellingsformulier.Voor Voorvragen vragenkun kunjeje onder terechtbijbijLaura LauraGeerts Geertsvan vandedeadministratie administratievan vandedeVGC VGCviavialaura.geerts@vgc.be laura.geerts@vgc.be terecht 56303030505ofof0499 0499588 588679. 679. ofof0202563

Enthousiastgeworden? geworden?Wij Wijook! ook!We Weverwachten verwachtenjejekandidatuur kandidatuuruiterlijk uiterlijkopop1616 Enthousiast augustus2020 2020viaviamail mailaan aanleidend.ambtenaar@vgc.be. leidend.ambtenaar@vgc.be.Het Hetgebruik gebruikvan vanhet het augustus kandidaatstellingsformulieris isverplicht. verplicht. kandidaatstellingsformulier


Het voorlaatste weekend van augustus zal de Dans van de Quetzalcóatl de hele buurt kleur geven.

© ERIC OSTERMANN

Bxl in the mix

PLAZEY DUIKT DE STRATEN IN

Alle windrichtingen uit NL

Met corona op de loer gooit Plazey het over een andere boeg: onder de slogan PLAZEverYwhere trekt het zomerfestival de straten in. — TOM ZONDERMAN Elk jaar helpt Plazey om de barometer van je zomer op peil te houden. Vroeger als opener van de zomervakantie, vorig jaar als afsluiter. Dit jaar ziet het zomerevent er opnieuw anders uit, met dank aan dat kleine rotvirus dat ons al een tijdje het leven zuur probeert te maken. Gelukkig is de culturele sector een creatieve sector! “Naar het voorbeeld van die andere lieflijke bewoner van het Elisabethpark, de halsbandparkiet, spreidt Plazey dit jaar de hele maand augustus zijn vleugels,” vertelt Lies Van Overschee van gemeenschapscentrum De Platoo, dat samen met De Zeyp zijn schouders onder het festival zet. “Niet enkel om social distancing te garanderen, vooral ook om de uitgestrekte buurten rond het park te laten ‘wapperen’. Vanuit ons nest rond de kiosk en het paviljoen in het park vliegen we deze zomer alle windrichtingen uit onder de slogan PLAZEverYwhere.” Onder verschillende gedaanten zal Plazey de wijken van Ganshoren en Koekelberg met elkaar verbinden. Onder meer met een mobiel podium dat door de (speel)straten trekt en halt houdt op pleintjes en in parkjes om er een uurtje de Plazey-sfeer te laten ontluiken. Daarnaast is er ook een vertrouwd luik: van vrijdag tot zondag wordt het Elisabethpark opnieuw het gezelligste lapje groen van het gewest. “We lenen gratis picknickdekens uit en voor een sympathieke prijs voorzien we er een boordevolle picknickmand bovenop,” zegt Van

Overschee. Rond je picknickbubbel cirkelen artiesten die performances doen of kleine concerten spelen, zoals de jazzklarinettist en -saxofonist Joachim Badenhorst. “We lenen ook audiospelers en koptelefoons uit, waarmee we bezoekers wapenen voor geluidswandelingen die we samen met Brussel Behoort Ons Toe orkestreerden, met verhalen van bewoners van de wijk.”

ZOMERSE VROUWENLENTE Op vrijdag cureren onder meer Piet Maris, VOLTA en Jan Ducheyne van De Sprekende Ezels concertavonden op verplaatsing. “De idyllische locatie hiervoor houden we nog geheim,” knipoogt Grietkin De Mulder van De Zeyp. “Maar we kunnen wel al verklappen dat de weg ernaartoe even muzikaal wordt als de bestemming.” Op zondag is het rond de kiosk in het Elisabethpark te doen, die de ter ziele gegane Bar Eliza moet doen vergeten. Op 9 augustus kan je er naar NiXiE en het Fujinn Open Orchestra, een openluchtorkest waarbij iedereen samen kan spelen, communiceren, creëren en componeren. Een week later vermengen Octavio Amos en Daniel Dzidzonu afrobeat, jazz, soul en funk tot een swingende cocktail. Het voorlaatste weekend van augustus zal de Dans van de Quetzalcóatl, een project van MetX, de hele buurt kleur geven. Waarna het jazztrio Schroothoop met zijn ‘junkjazz’ de avond mag afsluiten. “Het laatste Plazey-weekend nemen de vrouwen van Vrouwenlente het over,” vertelt De Mulder. “Dat is een samenwerking tussen de 22 Brusselse gemeenschapscentra waaruit een programma met muziek, dans en debatten is voortgevloeid.” Plazey, avontuurlijk, kleurrijk en divers.

PLAZEVERYWHERE 3 > 30/8, www.plazey.be 15 JULI 2020

I 21


Masks off

PIANIST ALEX KOO REVEALS HIS TAKE ON THE CORONA CRISIS

‘I have never been more productive’ Every week, a Brussels-based artist shares their insights from the corona crisis. Pianist Alex Koo secretly hopes that the social lockdown gives people a renewed desire for real sensory experiences. — TOM PEETERS, FOTO SASKIA VANDERSTICHELE

EN

How many mouth masks do you have, do you iron them, and do you like wearing them? It feels strange to breathe in your own breath, it is physically exhausting, and when I walk into the refrigerated section of Colruyt with my glasses on, they steam up completely. But I always wear a mask when I am in public space. I considered it my civic responsibility even before they became obligatory. My wife Lorena and I now own seven masks, some of which we got free from the municipality of Etterbeek and the schools where we teach. We wash them at 60° once per week, but we don’t iron them. It’s crazy when I think that my mother used to iron everything. One day that will be a lost art because whenever I do iron anything – the odd shirt in the backstage of a performance – it usually makes me zen.

The past few months have led people to question many of their routines. How did you cope with the responsibility of reorganizing and rescheduling your life?

22

I

Very easily. I hadn’t had seven “free” days in a row for years. So I had a readymade to-do list and it structured my day. When you suddenly have a lot of time, your priorities change. It is only now that I have finally managed to finish my album Kimono Garden. The melancholy “I Know, You Know, We Know” (Koo’s debut as a singer, red.), a duet that I recorded with Lorena, exudes the lockdown. I wrote new pieces for IFO and for a project with pianist Craig Taborn, and I tinkered with my études. I have never been more productive. I have learned that by not biting off more than I can chew, I can get more done.

What has the crisis made clear to you?

Have you started doing things that you never did before?

I secretly hope that people have become so sick of social media that when normal life resumes, they will discover how much fun it is to do real things. Sensory experiences, like smelling books, having a drink, and attending live concerts. Perhaps corona will become the saviour of live music after all.

I am an indoor footballer, but when it was even forbidden to juggle a ball in the park by yourself, I started jogging. That helped to lose the kilos that I had gained from the extra glasses of wine that I drank in the evenings. But I still think it’s incredibly boring. (Laughs)

A number of the shortcomings of our society have been magnified. It has become much clearer who you can depend on. To policymakers, culture was always at the bottom of the list of priorities. The picture of people packed together in an aeroplane beside a half-empty concert hall in which everyone is socially distancing was pure Monty Python. We’ve lost our sense of proportion and logic, while the cultural sector does much more for the local economy than airlines do.

Was it a major adjustment to wake up in the social distancing society?

Entrez dans la danse

Summer stopovers

K(a)na(a)leffect

FR/ Le virus n’aura pas eu raison des Detours Cyphers, l’escale estivale du Detours Festival. L’événement promet de réunir dans la capitale les pointures de la danse urbaine sous le signe du freestyle et du partage. Ouverts à tous les styles confondus (house, krump, afro dance, popping, locking, waacking, ...), les cyphers animeront la place du Musée à Bruxelles, au-dessus du Mont des Arts, tous les mercredis à 18 heures. L’été sera chaud, l’été sera urbain. (SOS)

EN/ Social distancing?

NL/ Zoek je nog een

Limited audience? It’s not a problem for the cultural centre Escale du Nord, which has been organizing intimate summer concerts called Les Escales Estivales over the past few years. For its third edition, the cultural centre in Anderlecht is inviting the Liège-based Latin lovers Los Cubanistos, the Brussels-based psych-jazz freaks Yokaï, the riotous pack of animals Echoes Of Zoo led by saxophonist Nathan Daems, and the Antwerp funkateer DTM Funk. The concerts are free, but advance booking is required. (TZ)

knaleffect voor je zomer? Trek naar Hangar du Kanaal aan de Vaartdijk in Anderlecht. In dat stedelijke laboratorium kan je opleidingen volgen over upcycling en tiny houses, leren lassen en timmeren, composteren op z’n Japans, gratis skate-initiaties krijgen van Byrrrh & Skate of je maag spijzen aan de guinguette La Mouette. Zaterdag wordt Saison du Kanaal gelanceerd, een nieuw bier van Brasserie La Jungle, de Brusselse microbrouwerij die er zijn intrek heeft genomen. Santé! (TZ)

> 26/8, place du Musée, www.detoursfestival.be

> 27/8, Escale du Nord, escaledunord.brussels

18/7, 14.00, Hangar du Kanaal, Facebook: hangardukanaal

15 JULI 2020


Soundtrack for the summer

ALEX KOO • Born in Waregem in 1990 as the son of a Belgian father and Japanese mother • Trained to become a classical orchestra pianist, but opted for jazz • After graduating with a Master’s in New York, he immediately recorded his debut Appleblueseagreen • Will release Kimono Garden on 22 July, a spacy solo album of soundscapes that is also his singing debut

Met de single ‘Steentje’ en zijn album Casco brak Boudy Verleye alias BRIHANG vorig jaar helemaal door. Deze zomer lag voor de Brusselse rapper met West-Vlaamse poëzie in zijn bloed geplaveid met festivals, tot corona daar een kruis over maakte. Gelukkig kan hij nog aan de bak in de Rock Werchter Zomerbar en op de Dranouter Zomersessies. Zijn soundtrack brengt je alvast op temperatuur.

1. ‘Nog hier’

6. ‘Alleen’

“Sticks ken je van de legendarische Nederlandse hiphopgroep Opgezwolle. Hij is nu al een tijdje elke week nieuwe nummers aan het releasen alsof het broodjes zijn. Hij is gewoon de beste rapper van Nederland, punt.”

“Kersverse Brusselse r&b-ster die op aandringen van mij bij hetzelfde label tekende. Ze zingt vaak over mentale gezondheid en doet dat op een erg pure manier, zonder blad voor de mond.”

Sticks

Ikraaan

7. ‘Sur le sol’

2. ‘Bang babies’

Lomepal

Zeroh

“Zeroh heb ik leren kennen op de albums van de Amerikaanse rapper Jonwayne. Hij experimenteert met het hiphopgenre, wat maffe gebroken sounds en flows oplevert.”

Marc Melià

“Marc Melià is een Brusselaar die mooie muziek maakt op synthesizers. Het leuke aan deze en andere songs is dat hij geen teksten gebruikt, enkel fonetische klanken. Wat een vrijheid! ‘Fata fou’ betekent dus helemaal niets.”

4. ‘A_X’

Dean Blunt

NL/ Op 18 september opent het KBR

museum de deuren en kan ook Filip Fransen, slowfoodkok en bezieler van cateringsuccesverhaal Witlof, zijn neus voor lokaal, duurzaam en gezond bovenhalen in restaurant Albert op de vijfde verdieping. Tot die tijd slaat Albert de handen in elkaar met partyconcept Catclub en Play Label Records om het dakterras van de KBR om te toveren tot Albert Summer Rooftop. Van woensdag tot en met zaterdag worden u en 300 anderen daar vergast op dj-sets, concerten, films, drankjes en hapjes. (KS) Facebook: albertlovesbrussels

8. ‘Sinkies’ Hot Sugar

3. ‘Fata fou’

Ga dat dak op!

“Mijn favoriete Franse rapper. Zijn songs zijn heel goed opgebouwd en zijn refreinen zijn altijd heel erg meezingbaar, maar toch niet goedkoop.”

“De sound van Dean Blunt is uniek, heel warm, melancholisch en zweverig. Een paar jaar geleden speelde hij in de Beursschouwburg, maar daar kon ik helaas geen kaartje voor bemachtigen.”

“Hot Sugar is een beatmaker uit New York die vooral gebruikmaakt van field recordings voor zijn beats. Ik ben grote fan van tekst, maar die beats van hem spreken zonder woorden te gebruiken.”

9. ‘Hoelang nog’ Ramzi

“Een nummer van de Antwerpse rapper Ramzi, met onder meer ook Zwangere Guy. Schone protestsong die inspeelt op de Black Lives Matter-marsen.”

10. ‘Synargis Chaonia: ogen wennen altijd aan het donker’ S10

5. ‘Lotus Europa’ Spinvis

“Spinvis is mijn held, mijn redder. Ik kan huilen, lachen en verdwalen in zijn teksten. Ik lees ze ook voor aan mijn pasgeboren dochter. Vooral deze track, een elf minuten lange existentiële rit.”

“S10 is een opkomend talent uit Nederland. Ik ontdekte haar via Discover Weekly van Spotify. Kort erna tekende ze bij Noah’s Ark. Muziek is haar therapie. Ze zou de Nederlandse Ikraaan kunnen zijn. Hopelijk doen die twee ooit eens iets samen!” (TZ)

Listen on Spotify Open

Search

Scan 15 JULI 2020

I 23


Film reviews

Été 65, le pendant français de Call Me by Your Name ? Affirmer cela serait réducteur.

Danse sur ma tombe FR

L’événement idéal pour escorter les salles d’art et d’essai à travers cet été difficile est Été 85, le nouveau film de François Ozon. — NIELS RUËLL ÉTÉ 85 FR, dir.: François Ozon, act.: Benjamin Voisin, Félix Lefebvre, Melvil Poupaud

•••

24

I 15 J U L I 2 0 2 0

Soleil, mer, boutique de plage, premier baiser et dernière danse : tels sont les ingrédients du dernier film de François Ozon. Depuis deux décennies maintenant, ce Français sort presque chaque année un bon film, parfois même un très bon. Les titres les plus populaires sont Huit Femmes, Potiche, Swimming Pool et Grâce à Dieu. Été 85 ressemble à un best of en raison de nombreuses scènes et thèmes qui rappellent ses œuvres précédentes, mais c’est en réalité l’adaptation cinématographique de La Danse du coucou, un livre culte du Britannique Aidan Chambers qu’a dévoré Ozon à l’adolescence. Au milieu des années quatre-vingt, un fils de la classe ouvrière, doué pour l’écriture, passe l’été de sa vie dans une ville du bord de mer. Il tombe fou amoureux d’un orphelin de père qui tient un magasin sur la plage avec sa mère excentrique, et qui aime faire la fête, l’amour et les excès de vitesse. Jusqu’à ce que le destin frappe.

Bien que les jeunes acteurs soient aussi charismatiques que Timothée Chalamet et que le premier grand amour bénéficie du lyrisme nécessaire, ce serait un peu réducteur de considérer Été 85 comme le pendant français de Call me by your name. Ou de My Own Private Idaho. C’est avant tout un Ozon : ludique, virulent et sans tabous comme les obsessions sombres qui font surface. Lumineux et sexy jusqu’à ce que la mort entre dans la danse. Ce n’est pas un hasard si ce film de vacances commence et se termine avec une chanson de The Cure, les spécialistes anglais du romantisme sombre. Moins heureux est le choix de donner à Sailing de Rod Stewart un rôle important dans ce film pour adolescents qui rappelle en passant les vêtements bizarres qui étaient à la mode dans les années quatre-vingt. Une scène grotesque dans une morgue fait un peu boire la tasse mais cela n’a pas empêché le Festival de Cannes de décerner à Été 85 le label Cannes 2020. En l’absence de toute compétition, c’est résolument un film estival, mais cet Ozon aurait aussi eu sa place au soleil en temps normal.

Eté 85 is de verfilming van Dance on my grave, een cultboek van de Brit Aidan Chambers. In het midden van de jaren 1980 beleeft een arbeiderszoon met schrijftalent de zomer van zijn leven in een badstad. Hij wordt tot over zijn oren verliefd op een halfwees die samen met zijn excentrieke moeder een winkel uitbaat en met volle teugen geniet van geneugten als feesten, vrijen en te snel rijden. Eté 85 is vintage François Ozon: speels, vinnig en zonder taboes als donkere obsessies de kop boven water steken. Zonnig en sexy tot de dood ineens meedanst. NL

Eté 85 is the film adaptation of Dance on My Grave, a cult book by British author Aidan Chambers. In the mid-1980s, a labourer’s son with literary talent spends the summer of his life in a seaside town. He falls head over heels in love with a half-orphan who runs a shop with his eccentric mother and enjoys pleasures like partying, sex, and fast driving with complete abandon. Eté 85 is vintage François Ozon: playful, sharp, and taboo-breaking when dark obsessions emerge. Sunny and sexy until death joins the dance. EN


Haar en wijsheid

Like life itself

CHEZ JOLIE COIFFURE

ABOUT ENDLESSNESS

BE, dir.: Rosine Mbakam

SE, dir.: Roy Andersson, act.: Bengt Bergius, Anja Broms, Marie Burman

••••

••••

EN VILLE ! 25/7 > 7/8, www.festivalenville.be

De wereld, een dorp? De wereld, een kapsalon in Matonge. Dat van de Kameroense Sabine om precies te zijn. Een rots in de branding, ook al heeft ze na een jaar of acht nog altijd de juiste ‘papieren’ niet, ook al was het een helletocht om van Kameroen in Brussel te raken en stelt ze gelaten vast dat waarschuwingen over slavernij in Libanon in de wind worden geslagen. De camera verlaat haar petieterige kapsalon niet, maar dat blijkt ook helemaal niet nodig om een waaier aan actuele thema’s en zowel de grote NL

wereldproblemen als de nog grotere individuele problemen bij de kraag te vatten. Schaamrood op de wangen als u dacht dat het in zo’n kapsalon enkel over schoonheidsproducten of haarextensies ging. Deze emanciperende en instruerende documentaire van Rosine Mbakam is onmisbaar om Brussel te begrijpen. Ze wordt vertoond tijdens En ville !, een veelbelovend festival voor documentaires dat drie maanden vervroegd werd. Welgekomen nieuws voor wie doorheeft hoe belangrijk het is om jezelf te onderwijzen. (NR)

There are many films that make you cry and laugh at the same time, but how many films simultaneously show both the disconsolateness of existence and console you? We can think of four: Songs from the Second Floor (2000), You, the Living (2007), A Pigeon Sat on a Branch Reflecting on Existence (2014), and About Endlessness (2019). All four were directed by Roy Andersson, a Swede who made his living making advertisements but earned eternal fame for his studio films. They consist of a series of tableaux vivants inspired by everyday life EN

and history. He stages them in ways that are inspired by painters and in a studio so that he can control every detail. A father gets drenched in the rain so that he can tie his daughter’s shoelaces. The daughter just takes it for granted. A priest who lost his faith is all but ignored by a psychologist who wants to catch his bus. Sometimes About Endlessness is funny, sometimes poetic, sometimes mournful, sometimes cruel. Sometimes everything all at once. Like life itself. It lacks colour, but makes up for it with heaps of compassion and beauty. (NR)

Le monde est un salon de coiffure à Matonge. Celui de Sabine, la Camerounaise. La caméra ne quitte pas son petit salon de coiffure, et cela ne s’avère pas du tout nécessaire pour appréhender toute une série de thèmes d’actualité, les grands problèmes du monde et les problèmes individuels, d’autant plus importants. Ce documentaire émancipateur et instructif de Rosine Mbakam est indispensable pour comprendre Bruxelles. Il sera projeté dans le cadre d’En ville !, un festival de documentaires très prometteur qui a été avancé de trois mois.

De films van de Zweed Roy Andersson bestaan uit een reeks door het dagelijkse leven en de geschiedenis geïnspireerde tableaux vivants, geënsceneerd in een studio zodat hij controle heeft over elke detail en een beeld kan herleiden tot zijn essentie. Een vader laat zich zeiknat regenen om de veters van zijn dochter te strikken. De dochter vindt het maar normaal. Een priester die zijn geloof verloor, vindt amper gehoor bij een psycholoog die de bus wil halen. Soms is het grappig, soms poëtisch, soms droefgeestig, soms wreed. Soms alles tegelijk.

Is the world a village? Or is it a hairdresser’s in Matonge? The one run by Sabine from Cameroon to be precise. The camera never leaves her tiny salon, but it doesn’t need to in order to tackle a range of topical issues and both the world’s great problems and even more pressing personal problems. This emancipating and instructive documentary by Rosine Mbakam is essential to understanding Brussels. It is being screened during En ville !, a promising documentary film festival that was moved forward by three months.

Les films du Suédois Roy Andersson consistent en une série de tableaux vivants inspirés de la vie quotidienne et de l’histoire, mis en scène en studio afin de contrôler chaque détail et de réduire l’image à l’essentiel. Dans About Endlessness, un père se fait tremper en nouant les lacets de sa fille. La fille trouve cela tout à fait normal. Un prêtre, qui a perdu la foi, peine à trouver une écoute attentive en la personne d’un psychologue qui veut prendre le bus. C’est parfois drôle, parfois poétique, parfois triste, parfois cruel. Et parfois, tout en même temps.

FR

EN

NL

FR

HIGH FIVE •••••

••••

MONOS

ÉTÉ 85

•••

•••

•••

De Cronenberg-classic is terug. Le classique de Cronenberg de retour. The Cronenberg classic is back.

Een koortsdroom in de jungle. Délire fiévreux dans la jungle. A fever dream in the jungle.

Zonnige duisternis van Ozon. Ozon ou les ténèbres sous le soleil. Sunny darkness from Ozon.

Garrone doet Disney vergeten. Garrone fait de l'ombre à Disney. Garrone puts Disney in the shade.

Black Lives Matter, de videoclip. Black Lives Matter, le clip vidéo. Black Lives Matter, the music video.

CRASH

PINOCCHIO

QUEEN & SLIM

15 JULI 2020

I 25


Expo review

Préparez vos mouchoirs La galerie E2 vous embarque dans l’univers des Paños, ces petits carrés de coton dessinés que les prisonniers chicanos envoient à leurs proches. Leurs œuvres sont complétées par celles de jeunes artistes belges qui se sont emparés de ces supports. — GILLES BECHET

FR

PAÑOS : AUTOUR DE L’ART CARCÉRAL CHICANO > 16/8, Sterput, galerie-e2.org

••••

26

I

15 JULI 2020

« Pour moi, c’est une exposition politique », avance Reno Leplat-Torti. « J’ai envie de faire changer le regard du public sur ces hommes enfermés. Je ne me préoccupe pas des raisons qui les ont conduits en prison. Ce qui m’intéresse, c’est ce qu’ils dessinent. » Ce qu’on voit ce sont des dizaines de carrés de coton débordant d’images, souvent dessinées au bic, où les grosses voitures se mêlent aux divinités aztèques et à l’imagerie catholique. On y trouve aussi des pin-up, des scènes de violence, et des images symboliques ou cryptées comme des masques de clown et des boules de billard. Le rendu est proche de l’iconogra-

phie du tatouage. Il faut dire que beaucoup de ces détenus enfermés dans les prisons du sud-ouest des États-Unis n’avaient jamais dessiné avant. Ils ont vu dans ce passe-temps minutieux une échelle de secours vers un monde extérieur idéalisé, lieu de libertés, de rédemption et de toutes les tentations. Si les plus anciens paños remontent aux années quarante, ils sont devenus plus populaires à la fin des années septante et dans les années quatre-vingt quand les autorités pénitentiaires ont mis à la disposition des détenus des stylos à bille et des mouchoirs plus petits au tissage plus serré. À l’origine, la plupart de ces

œuvres d’art n’étaient pas destinées à être vues en dehors du cercle intime de leur créateur. L’intérêt pour l’art outsider, et pour l’art des prisons en particulier, a fait sortir les paños de l’histoire intime vers le circuit des musées, des galeries d’art et des collectionneurs comme Reno Leplat-Torti qui expose une sélection de ses 400 pièces à Bruxelles.

CLIN D’ŒIL BELGE Loin du Rio Grande et de la vida loca des barrios de Los Angeles, la galerie a eu la bonne idée de demander à des artistes bruxellois ou belges de se réapproprier la technique et le support pour d’autres expériences artistiques. Question thématique, on quitte l’imaginaire carcéral d’outre-Atlantique et dans la technique aussi, le stylo-bille peut faire place à la peinture, à la sérigraphie ou à la broderie. Pour Silio Durt, c’était l’occasion d’observer les débordements de la gouache et de l’aquarelle quand on les pose sur un tissu de coton. « C’était mon


Quarantoon WIDE VERCNOCKE

À VOIR AUSSI? MARINA PINSKY

••••

L’artiste convoque sculpture, dessin et photographie pour une représentation du temps et de l’espace depuis l’Âge du bronze jusqu’à celui des satellites. (> 1/8, C L E A R I N G)

PIERRE TOUSSAINT

••••

Dans des images d’un noir et blanc cotonneux et charbonneux, le photographe capte la trouble beauté du rien. (> 6/9, Contretype)

RONNY DELRUE

•••

L’artiste expose plus de vingt années de travaux sur papier. Une archive de pensées, d’émotions et d’intuitions. Comme un portrait de son monde intérieur. (> 31/8, MLF )

journal de confinement et ça m’a servi de tremplin pour autre chose. » Mathieu Van Assche a emprunté quelques mouchoirs de sa grand-mère. « Avec un clin d’œil à l’univers des calaveras mexicains, j’ai construit mes compositions autour de la thématique du masque. » François Houssiaux qui anime un atelier d’art plastique à la prison de Marche-en-Famenne avec le tatoueur Piet du Congo (qui participe également à l’exposition) a proposé la technique du paños aux détenus qui fréquentent son atelier. « La réponse a été assez positive. On s’est demandé si ça venait de l’identification à l’univers carcéral des créateurs de paños, mais je crois surtout que ça vient de la technique du dessin au bic. Elle prend plus de temps et on n’a pas le droit à l’erreur. Ce qui m’a surpris, c’est que certains ont passé près de cinq mois, à raison d’une séance de deux heures par semaine, alors que d’habitude, on change de proposition après deux ou trois semaines. »

Welkom in het universum van de paños, zakdoeken van katoen die chicano-gevangenen hun naasten en geliefden sturen, als brieven zonder woorden waarin ze hun dromen en diepste gedachten uitdrukken. Jonge Belgische kunstenaars lieten zich inspireren door hun werken en leerden de technieken aan om hun creatieve universum te verrijken. NL

Welcome to the universe of the paños, cotton handkerchiefs that Chicano prisoners send to their friends and loved ones, like letters without words through which they express their dreams and deepest thoughts. Young Belgian artists have been inspired by their works and have acquired the techniques to enrich their creative universe. EN

15 JULI 2020

I 27


Eat & drink

Van streetfood tot haute cuisine Het Aziatische broodje bao wordt steeds hipper in onze contreien. Zijn geheim? De garnituur, waarin een goeie chef zich helemaal kan laten gaan.

NL

— MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

De bao of baozi – Mandarijn voor ‘zakje’ – maakt al een tijdje furore in foodiekringen. Nochtans is deze kleine gestoomde brioche, waarvan er oneindig veel variaties bestaan, gewoon een typische streetfoodsnack in China. Vanwaar dan de hype? Omdat heel wat chefs, ook sterrenkoks, er potentieel in zien. In Parijs leverde Adeline Grattard (chef-kok van Yam’Tcha) een zeer geslaagde versie af, en in New York heeft David Chang (Momofuku) het broodje gepopulariseerd. Het moet gezegd: zijn steamed bun pork belly heeft deze van oorsprong Koreaanse chef terecht mee wereldberoemd gemaakt. Wat is er dan zo aantrekkelijk aan de bao? De zinnenprikkelende textuur. Lichtheid, dat is de sleutel tot het succes van de bao. In tegenstelling tot de Amerikaanse buns die een gemiddelde hamburger samenhouden, staat de bao (gemaakt van tarwebloem, gist en water) voor finesse, met een veelvoud aan mogelijke garnituren. Waar de burger verstikt, accentueert het kleine Chinese broodje. Deze delicatesse kon Brussel beslist niet onverschillig laten. Dat vond alvast topchef Yves Mattagne, die voor de zomer een pop-up-

ZIN IN MEER BAO? BOBBI BAO

Waar de burger verstikt, staat de Aziatische streetfood-snack bao voor finesse.

I

15 JULI 2020

Brussel/Bruxelles, www.bobbibao.be

OLD BOY concept lanceerde in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten. Deze getalenteerde kok, die zijn fameuze Sea Grill-restaurant binnenkort in de Villa Lorraine installeert, bedacht een tafel met deelgerechten en liet zich daarvoor inspireren door de vele reizen die hij maakte naar Japan, Korea en China. De onuitputtelijke texturen en oogverblindende creaties die je daar vindt, koppelt hij aan de producten en het meesterschap waarmee hij zijn reputatie vestigde.

Een hoogtepunt bij Art Club by Yves Mattagne: een heerlijk zachte bao (€18) gevuld met knapperige varkensrug, gebakken à la robata (een Japanse manier van grillen), maar ook met stukjes pinda en komkommerpickles. Het geheel is afgewerkt met de beroemde hoisin-saus. Het resultaat bevindt zich tussen David Chang – zijn versie gebruikt varkensborst met komkommer en lente-uitjes – en de beroemde Taiwanese gua bao met gelakte eend.

ART CLUB BY YVES MATTAGNE Koningsplein 3 place Royale, Brussel/Bruxelles, 02-212.08.00, www.art-club.be, > 22/8, di/ma/Tu > za/sa/Sa 12 > 14.00 & 19 > 22.00 28

De steengoede ChineesThaise kok Yoth Ondara zorgt elke dag voor kakelverse bereidingen. Zijn veggieversie (€6) met burrata, basilicum, gegrilde groenten en rucola is de moeite.

Nog zo’n adres dat je niet wilt missen. Hier hebben ze een variant met gerookt varkensvlees en mosterd, in een zevengangenmenu voor 35 euro. Elsene/Ixelles, www.oldboyrestaurant.be

DAM SUM Dit adres brengt land en zee samen in een heerlijke mix van noordzeekrab en varkensvlees. Brussel/Bruxelles, www.damsum.com



Parcours urbain

LE POINT SUR LES NOUVELLES FRESQUES ET GRAFFITIS AVEC ANTHEA MISSY

Ça dégouline de street art ! B R U Z Z | PA R C O U R S U R B A I N

FR

30

Aussi virulent soit-il, ça n’était pas un virus qui allait arrêter le street art. Depuis le confinement, les fresques murales et graffitis se sont multipliés dans la capitale. Le phénomène n’a pas échappé à l’artiste urbaine Anthea Missy qui a elle-même pris part au mouvement. Elle nous raconte les œuvres les plus emblématiques de cette première moitié d’année 2020. Le mot d’ordre? « L’amour vaincra ». — TEXTE ET PHOTO : SOPHIE SOUKIAS

C

«

’est pour Instagram? », s’enquiert un jeune passant alors qu’Anthea Missy se balance cheveux au vent autour de la glace géante commandée par le BRONKS à la street-artiste Katrien Vanderlinden. L’installation rose bonbon, mêlant habilement saveurs estivales et urgence climatique, égaye l’entrée du théâtre jeune public depuis quelques semaines. Rien de plus naturel pour Anthea Missy que de se mettre en scène devant des œuvres d’art urbain. Son compte Instagram déborde de photos d’elle posant, de Paris à New York, en passant par Londres ou Priština, devant ses propres fresques murales dont les traits faussement naïfs et les couleurs pures dégagent une intense chaleur humaine. Si les œuvres de la Bruxelloise sont disséminées un peu partout dans la capitale, c’est sans doute à sa fresque en hommage à Ihsane Jarfi, jeune Liégeois assassiné en 2012 parce qu’homosexuel, que l’on associe le plus souvent le travail engagé d’Anthea Missy. Entre force et douceur, perte et amour, le portrait géant piloté par la Rainbow House orne de ses couleurs pastel une façade du quartier des Riches Claires depuis 2018. « J’ai besoin que mes œuvres portent un message, d’avoir quelque chose à raconter », dit Anthea Missy. « Il n’y a pas que l’œuvre qui participe à raconter l’histoire », poursuit la street-artiste. « Je fais énormément de stories pour créer une expérience de communication. » Un dialogue virtuel enclenché avec plus de 8300 followers qui trouve son prolongement dans le réel dès que l’occasion se présente. Il ne nous faut pas

I

15 JULI 2020

dix minutes de shooting photo avant qu’une admiratrice demande à profiter d’un selfie avec celle qu’elle « suit de près sur les réseaux ». Anthea Missy, son caractère solaire et sa personnalité à fleur de peau, ses jupes courtes et son rouge à lèvres assumé, font partie intégrante de sa signature. Pas question pour la street-artiste et artiste peintre de se cacher derrière les façades et les murs qu’elle fait siens. Et le principe vaut autant pour ses fresques commandées par des ONG et associations de quartier que ses graffitis, réalisés dans la clandestinité des petites heures et clamant, entre autres cris du cœur, « L’amour vaincra ».

LA BAL MASQUÉ « Peu importent les déceptions, l’adversité et les incertitudes qu’on a dans la vie, il faut s’accrocher. L’amour finira par l’emporter », promet Anthea Missy. Lorsque le confinement s’abat sur la ville au mois de mars, la street-artiste imagine The Mascarade Ball: le baiser de deux amoureux au masque coloré sous le regard malicieux d’un

« Le graffiti I Can’t Breathe tagué sur un train belge est peutêtre plus fort que n’importe quelle autre œuvre »

funeste virus. L’image se matérialise sous la forme d’un collage sur un panneau de bois de la place du Châtelain. « L’ambiance était un peu inerte, il ne se passait rien. Je me suis dit qu’au lieu d’attendre que la crise passe, je pouvais faire une œuvre peu coûteuse dont le caractère illégal restait raisonnable », dit la street-artiste. «Parce que pour les street-artistes, la répression est dure.» «La Ville peut faire l’apologie d’un artiste et trouver ses fresques géniales tout en lui infligeant une amende pour ses graffitis », déplore Anthea Missy. « Quand un artiste a quelque chose à exprimer qui n’est pas de l’ordre de la destruction, il faudrait pouvoir prendre son intention en compte et ne pas sanctionner. Le graffiti est une forme libre et affranchie qui se démarque du street art, administrativement encadré et commandé.»

LE SOUFFLE COUPÉ Si Anthea Missy accueille avec beaucoup d’enthousiasme les nombreuses nouvelles réalisations colorant Bruxelles depuis le déconfinement, l’hommage par Novadead à George Floyd commandé par la Ville de Bruxelles, la fresque d’Amandine Lesay remerciant le personnel soignant soutenue par la commune d’Ixelles, la nouvelle œuvre au sol d’Oli B pilotée par la STIB dans le cadre de la construction du Métro 3, ce sont les œuvres sauvages et ancrées dans la culture urbaine qui sont allées droit au cœur de l’artiste. « Le graffiti I Can’t Breathe tagué sur un train belge est peut-être plus fort que n’importe quelle autre œuvre », s’enthousiasme Anthea Missy. « C’est


énorme, c’est inédit, c’est anonyme.» La street-artiste salue également la fresque de l’artiste Parole en collaboration avec Keym, ayant pris ses quartiers sur une palissade délabrée de la rue Godefroid Devresse à Schaerbeek. On y observe un mélange, dominé par le rouge, de texte, signalétique et dessins, tous placés sous la bannière du coronavirus et ses injonctions confinées. La légende urbaine raconte que plusieurs patrouilles de police se sont arrêtées devant l’œuvre en construction, non pas pour dégainer des PV mais bien des smartphones en mode photo. Autre coup de cœur de l’artiste urbaine: la campagne de collages féministe inspirée du mouvement initié par Marguerite Stern à Paris. Apparus depuis plusieurs mois à Bruxelles, les messages sur fond de feuilles A4 placardées à la sauvette dans les rues de la capitale se sont adaptés à la quarantaine. Comme en témoigne la composition, toujours visible, sur le mur d’une ruelle dissimulée du quartier Sainte-Catherine: « Harceleur, reste confiné ».

Rien de plus naturel pour la street-artiste Anthea Missy que de poser devant des œuvres urbaines, sont compte Instagram regorge de ces mises en scène.

« Il s’agit de simples feuilles blanches, c’est extrêmement basique et c’est ce qui en fait un travail génial », dit la street-artiste. « On retrouve de plus en plus d’œuvres collées de ce genre. Il ne faut pas sous-estimer l’importance du texte. Pour moi, ce genre d’œuvres a la même valeur artistique qu’une fresque, par le sens des mots et les revendications qui sont claires. À Paris, beaucoup de ces collages ont été arrachés. Ça veut dire qu’ils dérangent et ça les rend d’autant plus légitimes.» «J’aime ces collages parce qu’ils échappent aux tentatives grandissantes d’encadrer l’art urbain. Si le street art s’institutionnalise à des fins d’embellissement du territoire, ou pour servir des messages plus politiques comme la préservation de l’environnement, il ne faut pas perdre de vue que le street art sert aussi de politique anti-graffiti », dit Anthea Missy. «L’institutionnalisation impose aussi à l’artiste de s’assurer une résonance universelle, de faire en sorte que les gens en rue se reconnaissent dans l’œuvre, or un street-artiste ne devrait pas avoir à justifier son travail. S’il est nécessaire pour les street-artistes de faire des compromis, ils doivent à tout prix continuer de braver l’autorité afin de s’assurer une pérennité. » De son côté, Anthea Missy a trouvé son équilibre entre pratique de l’ombre et commandes pour des causes qui lui tiennent à cœur: écologie, empowerment féminin, cause LGBTQI, solidarité et autres formes de réconfort. Pendant le mois d’août, la street-artiste mettra son talent au profit de l’asbl Zij-Kant pour réaliser Women Bike the City, une fresque géante au bord du Canal, destinée à encourager les femmes à rouler davantage à vélo en ville. «Je veux faire des œuvres qui incitent les gens à être plus sensibles. Et, pourquoi pas, à passer à l’action.» 15 JULI 2020

DE SIMPLES FEUILLES BLANCHES

I 31


© ÉRIC BEAUME

© PHOTONEWS

LE POINT SUR LES NOUVELLES FRESQUES ET GRAFFITIS AVEC ANTHEA MISSY

Œuvre signée Novadead, commandée par la Ville de Bruxelles en hommage à George Floyd.

L’artiste Jaune continue de rendre un hommage humoristique aux agents de la propreté urbaine.

Rue des Palais OutrePonts, Laeken

© BRONKS

Place Cardinal Mercier, Jette

Cette glace géante signée Katrien Vanderlinden a été réalisée dans le cadre d’un appel à projet annuel lancé par le théâtre pour la jeunesse BRONKS.

B R U Z Z | PA R C O U R S U R B A I N

15 rue du Marché aux Porcs, Bruxelles

Inspirés de la campagne menée par la Parisienne Marguerite Stern, des collages féministes ont envahi les rues de Bruxelles depuis plus de six mois.

© SPEARART & URBANA ASBL

Rue du Pays de Liège, Bruxelles

Réalisée fin 2019 et pilotée par l’asbl Urbana dans le cadre de Mixity, l’œuvre Exodus de Spear aborde le thème de la migration.

© ROSE DELHAYE

32

I

15 JULI 2020

La street-artiste Rose Delhaye se bat pour la protection des renards à Bruxelles en les peignant sur les murs et cabines électriques de la ville. 75, avenue Brugmann, Forest

© ANTHEA MISSY

Au coin de la place Morichar et du parc Paulus, Saint-Gilles.

Pendant le confinement, Anthea Missy réalisait un collage sur panneau de bois intitulé The Mascarade Ball. Place du Châtelain, Ixelles, Instagram: antheamissy


© JULES CÉSURE

En partenariat avec la Stib, Oli-B signe une marelle au sol qui invite à découvrir la nouvelle ligne de métro 3.

STREETART IN OVERDRIVE

Avenue Stalingrad, Bruxelles

Sinds de corona-afzondering is het aantal fresco’s en graffiti vermenigvuldigd in de hoofdstad. Het fenomeen is niet ontsnapt aan de aandacht van streetartkunstenaar Anthea Missy, die zelf deel uitmaakt van de beweging. Ze is erg enthousiast over de hommage aan George Floyd van de hand van Novadead, op vraag van de Stad Brussel, het fresco van Amandine Lesay ter ere van het zorgpersoneel op initiatief van de gemeente Elsene, en het nieuwe vloerwerk van Oli-B voor de MIVB, maar het zijn vooral de ‘wilde’ werken die de kunstenaar midscheeps hebben geraakt. “De graffiti ‘I Can’t Breathe’ op een Belgische trein is misschien wel het allerbelangrijkste werk.” De streetartkunstenaar is ook vol lof over het fresco over corona dat de kunstenaar Parole samen met Keym maakte, en over de feministische collagecampagne geïnspireerd op de Parijse beweging van Marguerite Stern. “Ook al moeten street artists soms compromissen sluiten, ze moeten de autoriteiten blijven trotseren om hun voortbestaan te verzekeren.”

© STEVEN VAN GARSSE

NL

Parole et Keym signent ensemble une composition sauvage sur la thématique du confinement et les injonctions qui en découlent. Rue Godefroid Devreese, Schaerbeek

© ANTHEA MISSY

STREET ART IN OVERDRIVE

Cet été, la street-artiste Anthea Missy réalisera, en collaboration avec l’asbl Zij-Kant, une nouvelle fresque intitulée Women Bike The City (ici, une simulation). L’inauguration est prévue le 13 septembre.

© SEE U

Rue du Marché aux Herbes, Bruxelles. Facebook: Women Bike The City

Visible du ciel seulement, l’œuvre monumentale de l’Atelier Louves & Tavu est une réflexion sur la 5G mixée à une revendication féministe : ‘plus de point G, moins de 5G!’

Soutenue par la commune d’Ixelles, cette fresque d’Amandine Lesay rend hommage au personnel soignant ayant risqué sa vie pour sauver les malades du coronavirus.

See You, rue Fritz Toussaint 8, Ixelles

En face de l’hôpital d’Etterbeek-Ixelles, rue Jean Paquot 63, Ixelles

Since the corona lockdown, the number of murals and amount of graffiti in the capital has increased significantly. The phenomenon did not escape the notice of street art artist Anthea Missy, who is herself part of the movement. She is very enthusiastic about the tribute to George Floyd by Novadead, which was commissioned by the City of Brussels, the fresco by Amandine Lesay in honour of healthcare workers that was commissioned by the municipality of Elsene, and the new floor painting by Oli-B for the MIVB/STIB, but she was particularly moved by “wild” works. “The graffiti ‘I Can’t Breathe’ on a Belgian train is perhaps the most important work.” The street artist is also laudatory about the fresco about corona that the artist Parole made with Keym, and about the feminist collage campaign inspired by Marguerite Stern’s Parisian movement. “Even though street artists have to make compromises, they must not stop challenging the authorities to guarantee their own survival.” EN

15 JULI 2020

I 33


HIER STOND NORMAAL GEZIEN DE AGENDA VOOR ALLES WAT ER DEZE ZOMER TE DOEN IS IN BRUSSEL. INCLUSIEF 32 SPONSORLOGO’S ERGENS ONDERAAN. Maar er is een Plan B. Een website van Brusselse plantrekkers voor Brusselaars en Brussel-lovers. Van muziek tot theater tot food tot alles wat de moeite is om veilig uit ons kot te komen.

Check wat er nog allemaal gebeurt deze zomer op planbrussel.be en trek uw Plan B.

Een initiatief van UiTinBrussel, Muntpunt en de Vlaamse Overheid.

PLAN B advertentie ZG + Algemeen.indd 2

22/06/2020 11:52


Zomerserie COSTA TERRASSA Ze liggen verborgen tussen de huizen of hoog boven de grond, maar redacteur Jasmijn Post weet ze te vinden: knusse, zomerse terrassen die het stadsleven net dat tikje meer geven. bruzz.be/terras

Ingrid Van den Broeck is kleuteronderwijzeres, Salvatore Difficile informaticus. Samen kregen ze dochter Luana, journaliste. Ze ontmoetten elkaar ooit tijdens het uitgaan in Vlaanderen. Zij woonde in Antwerpen, hij in La Louvière. Ze gingen op zoek naar een huis in het midden, het liefst met een tuin. Dat bleek duur indertijd, maar ze vonden wel een mooi appartement in Laken. Het dakterras was toen niet meer dan een kaal platform, maar bleek, zodra het omgebouwd was, de beste tuin die het koppel zich kon wensen. Béter dan een tuin was zelfs. “Op het terras hoef je het gras niet te maaien,” lacht Van den Broeck. Dochter Luana kon er ‘s zomers in het plonsbadje en maakte er ‘s winters een sneeuwman. Haar vader hing zelfgemaakte vogelhuisjes op, en elk jaar zaten er koolmeesjes. “In de winter geven we ze te eten, ze kennen ons. Dit voorjaar hadden we zelfs twee nestjes,” zegt Van den Broeck. De vogels voelen zich ongetwijfeld thuis in de stadskwekerij die Van den

‘We hoeven niet eens het gras te maaien’ — JASMIJN POST, FOTO SASKIA VANDERSTICHELE

Broeck gecreëerd heeft. Ze oogst vijgen, amandelen en pruimen op het dakterras en plukt er rucola, basilicum en munt. De vele planten, waaronder oleanders en klimplanten, moeten wel regelmatig besproeid worden. Tijdens de vakantieperiodes komt er dan ook altijd een plantsitter. Gelukkig hangt de tuinslang in het berghok om het werk te verlichten. Als de planten geen aandacht nodig hebben, is het terras ook ideaal om tot rust te komen en

een boek te lezen. Bij mooi weer kun je er zonnen. “Er is niemand die je hier ziet, behalve de vliegtuigen,” lacht Van den Broeck. Het is echt ideaal: je wordt hier door niemand gezien, maar hebt zelf wel een mooi uitzicht. De zilveren bollen van het Atomium schitteren prachtig in de verte. ‘s Zomers, in non-coronatijden, is er iedere zaterdag vuurwerk in miniEuropa. En ook met oudejaarsavond is het dakterras een ideale plek om naar vuurwerk te kijken. Van den Broeck heeft mooie

herinneringen aan de keer dat ze met dertig man het nieuwe jaar inluidden op het dakterras. Net aan haar vijftigste verjaardag. Het was een ladies night met haar beste vriendinnen. De dochter hielp met de drankjes en de hapjes, de man was het huis uit. Maar aan alles komt een eind. Binnenkort wachten nieuwe avonturen op Van den Broeck en Difficile. Zij gaat weer in Antwerpen wonen, in een appartement met aan weerszijden een balkon. Ook hij verhuist naar een ander huis. Het dakterras zullen ze na 33 jaar overdragen aan iemand die er hopelijk evenveel van zal houden als zij dat gedaan hebben. “De fijne herinneringen pakken ze niet meer af,” zegt Van den Broeck. Zo is dat.

B R U Z Z | C O S TA T E R R A S S A

Ingrid Van den Broeck maakte van een kaal platform een prachtige tuin, waarin er zich zelfs koolmeesjes kwamen nestelen.

HET TERRAS Gelegen in Laken 25 vierkante meter groot Windrichting oost Oogst van vijgen, pruimen, amandelen Uitzicht op het Atomium

15 JULI 2020

I 35


Boek

FILOSOOF EN SCHRIJVER BLERI LLESHI

‘Wie geen strijd voert, zal niets veranderen’ BRUZZ | BOEK

Filosoof en schrijver Bleri Lleshi balanceert in zijn nieuw boek ‘Wat na corona’ tussen boosheid en hoop. Kwaad is hij op de regeringen in dit land, omdat ze de coronacrisis niet goed hebben aangepakt. Hoopvol is hij, zeker in Brussel, over de burgers en burgerbewegingen. Want zij kunnen de echte verandering teweegbrengen. — STEVEN VAN GARSSE, FOTO’S IVAN PUT

H

et nieuwe boek van Bleri Lleshi Wat na corona? Brief aan Vlaanderen is een vlot geschreven, goed gedocumenteerd boek waarin Lleshi onder meer de Belgische gezondheidszorg onder de loep neemt en bekijkt wat de coronacrisis doet met de machtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal. Zijn analyse is, zonder enige verrassing, stevig links, met veel empathie voor wie het meest te lijden heeft in deze crisis. Maar we willen het eerst over de stad hebben waar hij woont en over de groep waar hij het meest mee begaan is: de jongeren. Lleshi reed zelf een opvallend parcours. Als achttienjarige zonder kennis van het Nederlands kwam hij hier aan en behaalde twee universitaire diploma’s aan een Vlaamse universiteit.

36

I

15 JULI 2020

“Weet je, toen ik ben beginnen te studeren in België, was ik helemaal niet zo begaan met de stad,” zegt Lleshi. “Ik maakte plezier, ging veel uit. Op een bepaald moment heb ik de switch gemaakt. Toen heb ik de problemen gezien in de stad. Het onrecht. Daar was ik als adolescent, toen ik nog in Albanië woonde, ook gevoelig voor. Ik dacht toen ook: ik wil de wereld veranderen. Dat appel kwam terug toen ik afstudeerde. Ik wou iets betekenen. Ik had een grote onderscheiding in politieke wetenschappen en grootste onderscheiding in de filosofie. Maar toch ben ik jongerenwerker geworden.”

Wat wou u dan precies voor die jongeren betekenen? BLERI LLESHI: Ik zag de cijfers van de schooluitval, de kinderarmoede, de jongerenwerkloosheid. En ik zag hoe PS en Ecolo daar wel een verhaal

rond hadden, maar dat alles bij het oude bleef. Ik ben dan één-op-éénbegeleiding gaan doen met jongeren die in aanraking waren geweest met het gerecht bijvoorbeeld. Daaruit heb ik veel geleerd. Vandaag doceer ik filosofie aan studenten sociaal werk in Leuven. Ik probeer hen zoveel mogelijk warm te maken voor Brussel, voor de diversiteit in de grootstad. Voor veel van die studenten is dat onontgonnen terrein.

Veel jongeren in Brussel raken op het verkeerde pad. Wat loopt er mis? LLESHI: Ik heb altijd op twee sporen gewerkt. Er is de individuele verantwoordelijkheid. Ook wie uit een instelling komt, moet zijn eigen leven in handen nemen. Ik ben geen voorstander van een soort paternalisme: ‘wij zullen het wel voor u fiksen’. Anderzijds stoor ik mij aan het geldende discours dat de verantwoordelijkheid volledig bij de jongeren legt, of bij de ouders. ‘Waar zijn de ouders?’ hoor je dan. Wie de cijfers bekijkt, ziet natuurlijk dat dat niet klopt. De armoede, de slechte

huisvesting, de schooluitval, de werkloosheid, die zijn structureel. Op beide sporen is nog heel veel werk.

Wil u daarin een rolmodel zijn? U bent zelf vanuit de Albanese bergen in België terechtgekomen en heeft het kunnen maken. LLESHI: Rolmodellen zijn nodig. Het is goed dat jongeren naar iemand kunnen opkijken. Ik heb zelf bijvoorbeeld jongeren de kans gegeven om via een blog de eerste stappen te zetten als journalist of schrijver. Aya Sabi is daar bijvoorbeeld uitgekomen, of Danira Boukhriss. Maar rolmodellen kunnen ook misbruikt worden. Als iemand zegt: ‘Bleri heeft het gekund, dus jij moet het ook kunnen,’ dan pas ik, want dat legt de verantwoordelijkheid weer helemaal bij de jongeren. Of we falen of slagen hangt grotendeels af van de omgevingsfactoren. Als ik bijvoorbeeld geen studiebeurs had gekregen, dan had ik nooit kunnen studeren.

U trekt intussen heel Vlaanderen rond met uw verhaal over het diverse


geboren in 1981 studeert politieke wetenschappen en filosofie (VUB) tot 2018 Jongerenwerker bij onder andere Alba en Timeout Brussel momenteel voltijds docent aan de University Colleges Leuven-Limburg (UCLL) in 2014 in de lijst met meest invloedrijke allochtonen van Knack schrijft onder meer ‘De neoliberale strafstaat’ en ‘Inaya. Brief aan mijn kind’

Brussel. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. LLESHI: Ik ga altijd in gesprek. Ik sprak enkele jaren geleden voor een honderdtal landbouwers. De racistische reacties waren onvoorstelbaar. Nadien kreeg ik van de organisatoren wel te horen dat de grote meerderheid de lezing zeer geapprecieerd had, zelfs al waren ze het niet altijd met mij eens. Om maar te zeggen: het gaat vaak over enkelingen. De grote meerderheid zwijgt. Het is een van de grote problemen in Vlaanderen. Die zwijgende meerderheid is heel beïnvloedbaar. Dat verklaart ook waarom er zo massaal op rechtse partijen wordt gestemd in Vlaanderen.

Onlangs verscheen een academische studie van onderzoekster Léonie de Jonge met de vraag: waarom is extreemrechts zo groot in Vlaanderen en onbestaande in Wallonië? Het antwoord is simpel: het scheefgetrokken partijlandschap in Vlaanderen en de omgang van de media met extreemrechts. Het heeft niets met de aard van de Vlaming te maken. Racisme zit niet in het DNA van de Vlaming. Vlamingen laten het zich aanpraten.

De coronacrisis zet de overheid weer helemaal in het middelpunt. Zowel voor de beheersing van de pandemie, als voor de organisatie van de

“Wie had ooit gedacht dat er in de straten van Schaarbeek een snelheidslimiet zou komen van 30 kilometer per uur?” BLERI LLESHI

Filosoof en schrijver

gezondheidszorg. Is dit een momentum voor links? LLESHI: Alle politieke partijen, van SP.A tot Vlaams Belang, zeggen al dertig jaar dat de overheid afgeslankt moet worden. Op alle mogelijke manieren. Het is een fundament van de neoliberale overheid: zoveel mogelijk in handen leggen van de vrije markt. Ook de sociaaldemocratie zit op dat pad, zij het in mindere mate. Het verklaart waarom de coronacrisis zo hard toeslaat. Het is toch overduidelijk dat een sterke overheid beter gewapend is tegen dit soort crisissen.

Heeft België het alle verhoudingen in acht genomen dan niet goed gedaan? LLESHI: Neen. België kan niet trots zijn. Het is geen toeval dat de gezondheidswerkers hun pijlen richten op Sophie Wilmès en Maggie De Block. Er zijn miljarden bespaard in de gezondheidszorg. Een ander voorbeeld. Virologen zeggen: maak mondmaskers in de supermarkt verplicht. Ik begrijp niet dat de overheid daar niet op ingaat. Of nog: de bejaardentehuizen.

LLESHI: Beide. De overheid is veel meer bezig met de economische elite dan met de gezondheid van de mensen. En de sociaaldemocratie heeft de kans gemist om hier een punt van te maken. De SP.A applaudisseert voor een cheque van 300 euro voor het federale zorgpersoneel. Dat is toch beschamend. Zo los je geen problemen op.

Hoe moet het dan wél? LLESHI: Hoe kan je verandering mogelijk maken? Er is maar één sleutelwoord en dat is strijd. Wie geen strijd voert, zal niets veranderen. Die blijft de maatschappij voeden met valse illusies. Met strijd bedoel ik niet dat je op de barricaden moet gaan staan. Elke strijd, van klein tot groot, is belangrijk. Laagdrempelig, lokaal. De boodschap van de mensen aan de overheid moet zijn: dit is niet wat we willen. Neem bijvoorbeeld de 600 miljoen euro die de federale overheid eindelijk heeft vrijgemaakt voor de zorgverleners. Die is er gekomen dankzij de vele acties van zorgverleners.

BRUZZ | BOEK

Bleri Lleshi

Is het incompetentie of is er druk van de vrije markt om de supermarkten, de horeca en de toeristische sector niet te veel in de weg te leggen …

U hebt een zekere sympathie voor actiegroepen als Extinction Rebellion. Wat ze doen lijkt op burgerlijke ongehoorzaamheid, maar de beweging gaat ook soms echt de confrontatie aan. LLESHI: Wanneer je verandering wil, moet je op het niveau van het politieke komen. Politiek is conflict. Er zijn de laatste jaren tienduizenden jongeren op straat gekomen voor een beter klimaat. Ze waren volgzaam en beschaafd. Wat heeft dat veranderd? Als dat niet werkt, kan radicalisme een uitkomst bieden. En heeft Extinction Rebellion geweld gebruikt? Ze hebben zich vastgeketend aan superdure auto’s in het autosalon. Het geweld zat niet 15 JULI 2020

Bleri Lleshi: “Als middenveldorganisaties meer hun stem laten horen, dan kunnen ze het beleid onder druk zetten.”

Virologen zeggen: schiet in actie. De overheid doet niets en daardoor zijn vijfduizend mensen gestorven in bejaardentehuizen. Het rapport van de Vlaamse Ombudsdienst spreek over gruwelijke toestanden tijdens de lockdown in rusthuizen Dat is wat me het meeste bijblijft bij deze crisis: hoe incompetent de politici zijn.

I 37


FILOSOOF EN SCHRIJVER BLERI LLESHI

bij Extinction Rebellion, maar bij de politie. Dus ja, ze zijn radicaal, maar wat ze doen, is niet gewelddadig. Als we over geweld spreken, mogen we niet vergeten dat het meeste geweld vanuit de staat komt. Dat is altijd zo.

Bleri Lleshi: “Ik wil geen valse profeet zijn. Ik heb geen glazen bol.”

Hoe kijkt u dan naar de rellen na de Black Lives Matter-betoging? Zijn het gefrustreerde jongeren die plunderen wat ze anders nooit zullen kunnen bekomen? LLESHI: Dat soort rellen zijn niet politiek geïnspireerd. Het is vandalisme. Dat kan je niet verdedigen.

Maar het zijn wel misschien de jongeren die u aan het begin van uw carrière op het juiste pad wou krijgen.

BRUZZ | BOEK

LLESHI: Ik heb met jongeren gesproken die ooit bij rellen betrokken waren. Ik zeg hen: laat je stem horen in plaats van de auto van je buur in brand te steken. Of probeer iets positiefs voor je wijk te betekenen. Wil je per se onrecht aanklagen? Trek dan naar een gebouw van de federale overheid en laat je ongenoegen horen bij de machthebbers.

Vindt u dat Brussel op de goeie weg is? LLESHI: De vele problemen waarmee Brussel kampt zijn nog lang niet opgelost. Dus kan de Brusselse politiek zeker een tandje bijsteken. Waar ik wel positief over ben, is de vitaliteit van de burgerbewegingen. Schaarbeek bijvoorbeeld. Wie had ooit gedacht dat er in de straten een snelheidslimiet zou komen van 30 kilometer per uur. Daar heeft de beweging 1030/0 voor geijverd. Het is dus een verandering die er vanuit de burgers zélf is gekomen. In het boek heb ik het ook over Clean Air Bxl, Filter Café Filtré en andere Brusselse voorbeelden waar we trots op mogen zijn. We mogen wel niet op de lauweren rusten. We moeten scherp blijven en benadrukken dat de burgerbewegingen van vandaag hun effect niet missen. Zodat er zich hopelijk nog meer mensen bij zullen aansluiten. De boodschap in mijn boek is dubbel: wij hebben als burgers elk individueel een rol te spelen, maar we moeten ook deelnemen aan het politieke niveau. 38

I

15 JULI 2020

En neen, dan bedoel ik niet de partijpolitiek, maar het politieke.

Hebt u daar nog vertrouwen in? LLESHI: Neen. En ik sta hier niet alleen in. Ik merk het ook als ik door Vlaanderen reis om lezingen te geven. Ook Europese surveys zeggen dit: nog nooit is het vertrouwen in de politiek zo laag geweest. Ik heb wel heel veel vertrouwen in burgers, in hun expertise. Als middenveldorganisaties meer hun stem laten horen en meehelpen om de stem van de burgers bij de politici te brengen, dan kunnen ze het beleid onder druk zetten.

Kan een nieuwe vorm van burgerdemocratie soelaas brengen? LLESHI: Kijk, we leven vandaag in een neoliberaal kapitalisme en dat blijkt een heel dynamisch systeem te zijn, dat je au sérieux moet nemen. In bepaalde linkse middens is het de bon ton om te zeggen dat het neoliberale kapitalisme op zijn laatste benen loopt. Daar word ik echt boos van. Dat is niet waar. Zo’n verandering gaat niet vanzelf.

Dus ja: het huidige democratische systeem zal er ooit anders uitzien. Je hoeft geen politiek filosoof te zijn om dat te zien. De vraag is in wat. Ik wil geen valse profeet zijn. Ik heb geen glazen bol. Maar ik kan wel zeggen waar ik naartoe wil. Het mag geen economie zijn waarbij de winsten naar een kleine elite gaan. De winsten moeten naar de mensen gaan. Ik zeg niet dat mensen niet rijker mogen worden. Maar het moet op een eerlijke manier gebeuren. Met meer herverdeling. En ook: die economie zal duurzaam moeten zijn. In Scandinavië hebben ze dat begrepen en ook bondskanselier Angela Merkel zet in op een ecologische omslag.

De coronacrisis kost nu al handenvol geld. Hoe wil u die socialere en ecologische ommekeer financieren? LLESHI: Het geld is er. Vlaams

minister-president Jan Jambon (N-VA) zei enkele weken na de lockdown: de belastingbetaler zal opdraaien voor de crisis, íemand moet het betalen. Ik laat in mijn

boek zien waarom het niet aan de tijdelijke werklozen is om de crisis te betalen, of aan de mensen die met moeite hun krediet kunnen aflossen. Het zijn de rijke multinationals die met geld over de brug moeten komen. La Libre Belgique en De Tijd hebben berekend dat tussen 2016 en 2018, in drie jaar tijd 723 miljard euro van Belgische bedrijven is ondergebracht in belastingparadijzen. Nog een cijfer van De Tijd: in 2018 hebben de grote bedrijven voor 16,02 miljard euro aan fiscale cadeaus gekregen. De farmasector krijgt 2,8 miljard euro om de medicijnen goedkoper te maken en nieuwe medicijnen te ontwikkelen, maar de geneesmiddelen worden duurder. En de sociale zekerheid moet er altijd maar meer geld insteken. En wat doet Jan Jambon midden in de besparingen? Hij geeft Janssen Pharmaceutica een subsidie van 8 miljoen euro om boringen te doen voor geothermie. Vlamingen vrezen dat de bedrijven zullen vertrekken als we het hen wat te moeilijk maken. Ik hoop echt dat Vlamingen dat complex van zich kunnen afschudden, want dat is een mythe De Walen zijn hier minder gecomplexeerd over. Karel Anthonissen van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) laat in zijn boek perfect zien hoe de overheid de ontdoken belastingen van bedrijven kan recupereren. Wat blijkt? Het enige wat ontbreekt is politieke wil. Bleri Lleshi, Wat na corona? Brief aan Vlaanderen. Met een voorwoord van Marc Van Ranst. Epo 136 p.

EN AVANT LES MOUVEMENTS CITOYENS !

CIVILIAN MOVEMENTS RULE!

Avec la crise du coronavirus, Bleri Lleshi a repris la plume. Dans son nouveau livre, il fait le constat de l’échec du gouvernement et de la mise en évidence par la crise du sous-financement structurel du secteur des soins de santé. La facture du coronavirus va être salée, mais ce sont les personnes les plus vulnérables de la société qui risquent d’en être les victimes, tandis que les multinationales ne cessent de s’enrichir. Lleshi souhaite sortir du capitalisme néolibéral et place ses espoirs dans les citoyens. Ils peuvent apporter des changements et doivent faire pression sur les pouvoirs publics par le biais de mouvements citoyens, et montrer qu’ils ne sont pas d’accord avec la voie actuellement suivie.

The corona crisis inspired Bleri Lleshi to put pen to paper. In his new book, he argues that the government has failed and that the crisis has exposed the structural underfinancing of the healthcare sector. The corona bill will be high but the most vulnerable in society are likely to suffer worst, while multinationals continue to grow ever richer. Lleshi wants to find an alternative to neoliberal capitalism and has fixed his hope on the people of this country. They can ensure change must put pressure on the government via civilian movements, showing clearly that they are dissatisfied with the direction that is currently being taken.

FR

EN


Zomerserie

Tijdens de zomer bladeren we door oude albums van enkele bekende mensen, op zoek naar een fotografische herinnering aan het Brussel van hun jeugd. In de tweede aflevering gaat het over Kristien – ‘Kiki’ – Hemmerechts en Coco de papegaai op Expo 58. Sinds de moeder van Kristien Hemmerechts eind december naar een rusthuis ging, waakt de schrijfster over de fotoalbums, die haar moeder zorgvuldig bijhield. Over de datering van het fotootje dat Hemmerechts eruitpikt bestaat geen twijfel. Het is genomen tijdens Expo 1958, toen Hemmerechts bijna drie was. Ze herinnert zich alleen de verhalen erover. “Mijn vader (wijlen Karel Hemmerechts, red.) maakte toen voor de BRT dagelijks reportages van op de Expo. Mijn moeder ging elke dag met ons te voet naar de Heizel. Ik zat in de poussette, en mijn broer en mijn zus liepen links en rechts ervan en moesten de stang vasthouden. Dat was toch nog een eindje van bij ons thuis in Strombeek.” De charme van de foto bestaat voor een deel uit de handgeschreven vermelding ‘Kiki en Coco’ op het gekartelde randje. Hemmerechts: “Mijn moeder zegt soms Kristien, maar mijn broer, mijn zus en mijn vader noemden me Kiki. Het eigenaardige aan die naam was dat zodra mensen hem hoorden, ze hem gingen gebruiken. Ook bij de jeugdbeweging of onder vrienden en vriendinnen was ik altijd Kiki. Toen ik ging studeren aan de UFSAL (de intussen ter ziele gegane universiteit aan Simonis, red.) had ik het voornemen Kristien te worden, maar in mijn jaar zat iemand van mijn jeugdbeweging, waardoor ik ook daar weer Kiki werd. Die naam hoort bij die periode.” Het jurkje dat de kleine Kristien op de foto draagt heeft haar moeder gemaakt.

Redacteur Michaël Bellon haalt met Ivan De Vadder, KRISTIEN HEMMERECHTS en Oda Van Neygen drie weken lang oude foto’s van onder het stof. Ontdek de reeks via bruzz.be/vakantiefoto

‘Ik was een beetje de pop voor iedereen’

Kristien Hemmerechts op Expo 58, mét papegaai.

“Dat heeft ze lange tijd gedaan voor de drie kinderen, net als ons haar knippen. Wij noemden dat een coupe à la jatte (lacht).” Als ze door het album bladert, vindt Hemmerechts het moeilijk om zichzelf te

associëren met het kind op de foto’s. “Ik weet met mijn verstand dat ik dat ben, maar ik voel het niet. Wat mij gezegd is – maar dat klinkt zo stoeferig (lacht) – is dat ik een lief en opgewekt kind was. Wat in ieder geval waar is, en

wat ook belangrijk is voor het verdere leven, is dat ik als jongste in het gezin veel liefde heb gekregen. Ik was een beetje de pop voor iedereen. ‘Ons Kiki’ werd graag gezien. Dat gevoel heeft mijn vader zelfs een beetje overweldigd. En misschien heb ik me daar op een gegeven moment ook wel van losgemaakt, waardoor ze niet begrepen waarom ‘ons Kiki’ nu toch weer dit of dat ging doen. Zoals in het buitenland gaan wonen bijvoorbeeld.” Hemmerechts is in Brussel geboren en in het Brusselse opgegroeid. Toen ze dichter Herman de Coninck ontmoette, trok ze naar Antwerpen, een stad die ze voordien nauwelijks kende. De banden met Brussel zijn wel gebleven, want Hemmerechts gaf nog les aan de KUB – de vroegere UFSAL. “Toen ik kind was, waren wij typische randbewoners die naar de stad gingen om boodschappen te doen. Dan trokken we met grote boodschappentassen op de boerentram tot aan halte rue Georges Matheus – destijds was dat pal in de hoerenbuurt, bevreemdend genoeg – om vandaar naar de Place Rogier, de Nieuwstraat en Adolphe Max te gaan. De Heizel – toen al wat vervallen – is nog een tijdje het decor voor uitstapjes gebleven. Met mijn eerste liefje sprak ik altijd af aan de voet van het Atomium. Later begon ik af en toe uit te gaan in het centrum, bijvoorbeeld voor de Mallemuntconcerten. Of ik fietste achter ’t gat van mijn moeder naar de stad. Maar nooit naar café Le Noeud, dat zou ik niet hebben gewaagd, want daar gebeurden zogezegd allemaal slechte dingen. Destijds had de stad wel veel minder charme. Vanden Boeynants had lelijk huisgehouden. Nu is Brussel een veel aangenamere stad geworden.” 15 JULI 2020

BRUZZ | HET FOTOGRAFISCH GEHEUGEN

HET FOTOGRAFISCH GEHEUGEN

I 39


Reportage

OP NAAR BROKSELE, HET PIEPKLEINE TWEELINGZUSJE VAN ONZE HOOFDSTAD

B R U Z Z | R E P O R TA G E

Een Brusseltje in Frankrijk

40

Officieel is het geen staycation, maar trek je als Brusselaar naar het Noord-Franse dorpje Broksele, waarmee onze hoofdstad ‘gejumeleerd’ is, dan stoot je toch op een aantal vertrouwde elementen. De kleine tweelingzus heeft behalve haar etymologische achtergrond, drassige ondergrond en haar tweetalige karakter ook een Manneken Pis met Brussel gemeen. — MICHAËL BELLON, FOTO’S IVAN PUT

B

roxeele of Broksele kan u gerust ‘het Brussel van Noord-Frankrijk’ noemen. Etymologisch is de verwantschap in ieder geval evident. Zowel Brussel als Broksele betekenden oorspronkelijk ‘sele’ (huis) in een ‘broec’ (moeras). Waarom ‘broec’ en ‘sele’ in onze contreien dan taalkundig evolueerde tot ‘Brussel’ en ‘Bruxelles’, terwijl het honderdtachtig kilometer verder op dezelfde breedtegraad bij ‘Broksele’ of ‘Broxeele’ bleef, moet u zelf maar uitzoeken. Voor ons is het immers ook vakantie, en we zijn al helemaal naar het intrigerende gehucht daarginds gebold om u erop te wijzen of eraan te herinneren dat Brussel er in 1979 zustergemeente van werd. Naar aanleiding van die naamverwantschap, en het feit dat Brussel in 1979 zijn duizendjarig bestaan vierde. Broksele ligt in Frans-Vlaanderen. In het Houtland, dat aansluit op onze Westhoek en mee deel uitmaakt van het Heuvelland. Zodra je de snelweg verlaat, beland je dan ook in een herkenbare streek. Buitenmaatse kerktorens markeren het landschap. De daken van de huizen in de polders komen door het opgeschoten koren en de heuvelachtigheid der dingen dan weer nauwelijks boven het maaiveld uit. Onooglijke gehuchten krijgen ter aanmoediging toch bewegwijzering naar hun ‘centre ville’ mee. Hoewel de streek na de zeventiende eeuw definitief Frans bleef, liegen de geografische benamingen er natuurlijk niet om. De straatnamen op de gps eindigen op ‘-straete’. Op weg naar Broksele kom ik ook nog Bissezele en Bollezele

I 15 JULI 2020

tegen, maar evengoed dorpsnamen zonder een ‘B’, zoals Wormhout, Yserhoek of Zegerskapel. En vlak naast Broksele ligt Rubroek. Net zoals Ruisbroek bij Brussel een indicatie dat we bijna ter bestemming zijn.

HANDTASTELIJKHEDEN Broksele ziet er natuurlijk wel een beetje anders uit dan Brussel. Dat het precies ten tijde van die millenniumviering in het vizier kwam als zustergemeente is misschien geen toeval, want het dorpje in het Noorderdepartement lijkt, met alle respect, een beetje op het Brussel van duizend jaar geleden. Zo is een auto hier nog niet standaard een SUV, maar een gewone auto met een simpele ruit of een leeuwtje als logo. Er zijn een aantal nieuwe woningen in aanbouw, maar het aantal inwoners schommelt al decennia rond de 400, en die lijken zich ook nog eens allemaal goed te kunnen verstoppen. Het is zaterdag en de lockdown is al een tijdje voorbij, maar er is helemaal niemand op straat. Dwars over een van de straten hangt nog een gedoofde verlichtingsar-

matuur met de boodschap ‘Joyeuses fêtes’. We zitten ondertussen dan ook opnieuw dichter bij de volgende eindejaarsfeesten dan we van de vorige verwijderd zijn, dus is het niet meer de moeite het gevaarte nog te demonteren. De D211 leidt me naar de Sint-Quintinuskerk vierhonderd meter verderop, waar ik me kan parkeren. Dit kerkje heeft wel aangepaste afmetingen. Het kerkhof eromheen is ook klein, maar heeft nog plaats. Naast de kerk staat het schooltje, en ertegenover de voormalige pastorie en het voormalige dorpscafé die allebei woonhuis zijn geworden. Dan moet achter de kerk de mairie

“We hebben een goede gemeenteraad met een goede ambiance en er zijn hier weinig problemen” VINCENT PAUWELS Burgemeester van Broksele


In Broksele wonen ongeveer vierhonderd mensen, en die weten zich donders goed te verstoppen.

liggen. Er fietst net een groepje elektrisch gemotoriseerde gepensioneerden naartoe. Ik volg hun West-Vlaamse kreten van opwinding vanaf een kleine afstand en zie dat ze de hoofdattractie van Broksele al hebben gevonden – die waarvoor ik net twee uur in de auto heb gezeten. De groep vat inderdaad post rond het Manneken Pis, dat hier in deze dunbevolkte streek frank, vrij en vooral zonder omheining met zijn snikkel op een sokkel mag staan. Een van de gepensioneerden is aan de slag met de zelfontspanner. Dat lijkt te lukken, maar voor de zekerheid mag ik ook een paar foto’s nemen van het gezelschap. Het Manneken moet blijkbaar net even niet, maar geeft toch aanleiding tot een mooi groepsportret voor het charmante stadhuis in het groene parkje. Na de fotosessie volgt nog wat hilariteit wanneer een van de dames zich te buiten gaat aan enkele handtastelijkheden. Het piemeltje van het uiterst benaderbare Manneken is namelijk het uiteinde van een wit darmpje dat normaal de waterstraal aanvoert. Als je eraan trekt, kan je de fiere fluit zo lang maken als je wilt, en dat wil zo’n

elektrisch aangedreven gepensioneerde blijkbaar nog weleens meemaken. Over de minderjarigheid van het Manneken kan dan wel gediscussieerd worden, het groepje toeristen gaat zich giechelend te buiten aan enkele geestige obsceniteiten die in Brussel natuurlijk volstrekt onmogelijk zouden zijn. En die witte darm waarmee het nepbronzen ventje van anus tot penis geïntubeerd is, lokt de frivoliteiten ook enigszins uit. Misschien bestaan hier betere oplossingen voor.

GESTOLEN EN VERPLAATST Wat we eigenlijk ook missen, is een plakkaat met enige uitleg over de reden waarom het Manneken hier staat, en over de banden die Broksele met Brussel onderhoudt. Die vragen stellen we dan maar aan de burgemeester, voor wie we de toeristische vrijpostigheden met zijn beroemde burger zedig verzwijgen. De burgemeester is al sinds 2014 Vincent Pauwels, een man van 47 met drie kinderen die daarnaast ook technisch verantwoordelijke is in een ziekenhuis. Hij is net aan zijn tweede termijn van zes jaar begonnen,

want net voor de lockdown in maart kon hij al in de eerste ronde van de lokale verkiezingen 94 procent van de opgedaagde kiezers overtuigen. Er was dan ook maar één lijst waarop de Brokselenaren konden stemmen. “Er is inderdaad geen oppositie in het dorp omdat alles goed gaat,” zegt Pauwels laconiek, in een onnavolgbaar snel en noordelijk Frans. “We hebben een goede gemeenteraad met een goede ambiance en er zijn hier weinig problemen. Het grootste dossier is momenteel de verkoop van veertig nieuwe bouwpercelen omdat onze gemeente nog groeit. Het zijn vooral inwoners van het naburige stadje Saint-Omer (Sint-Omaars, red.) die hier de rust komen opzoeken.” Volgens Pauwels passeren de toeristen hier met grote regelmaat. Niet alleen per fiets, maar ook met de auto en de autocar. “Vooral veel Belgen, maar ook Engelsen en andere nationaliteiten. Ze stoppen allemaal voor het Manneken omdat hij in steeds meer gidsen vermeld staat.” Hoewel Pauwels er nog niet bij was toen het beeldje van Manneken Pis in 1979 aan Broksele 15 JULI 2020

I 41


OP NAAR BROKSELE, HET KLEINE TWEELINGZUSJE VAN ONZE HOOFDSTAD

UN MINI BRUXELLES EN FRANCE On peut dire de Broxeele ou Broksele que c’est la « Bruxelles du Nord de la France ». Étymologiquement, la parenté est en tout cas évidente. Bruxelles et Broxeele viennent du néerlandais « sele » (maison) dans un « broec » (marais). Pourquoi « broec » et « sele » ont ensuite évolué linguistiquement en « Brussel » et « Bruxelles » dans nos contrées, alors que cent quatre-vingt kilomètres plus loin à la même latitude, on a gardé « Broksele » ou « Broxeele » ? Il vous faudra découvrir cela par vous-même. Si vous vous rendez dans ce village du nord de la France, qui est jumelé avec notre capitale, vous rencontrerez un certain nombre d’éléments familiers. En plus de son origine étymologique, de son sous-sol marécageux et de son caractère bilingue, la petite sœur jumelle a également un Manneken Pis en commun avec Bruxelles. Après le vol non résolu de la statue, sa réplique fut enlevée de son piédestal devant l’église et l’école pour rejoindre la mairie. FR

B R U Z Z | R E P O R TA G E

Te zien in NoordFrankrijk: Manneken Pis van Broksele, het Musée de Flandre in Kassel, en een Nederlandstalig straatnaambord.

A MINIATURE BRUSSELS IN FRANCE werd geschonken, speelde hij wel een rol in de herlancering van de toeristische attractie. Nadat het beeld, zoals het een echt Manneken Pis betaamt, eens werd gestolen in een zaak die nooit werd opgehelderd, werd een replica in kunsthars in 2010 door Pauwels verplaatst van de oorspronkelijke sokkel voor de kerk en de school naar deze plek aan het stadhuis. “Hij stond daar vlak naast de kant van de weg, waardoor de toeristen dikwijls niet eens uitstapten. Nu staat hij rustig in een groen kader.” Omdat Pauwels destijds als schepen van feestelijkheden Manneken Pis herwaardeerde, werd hij in 2011 samen met de toenmalige burgemeester Christian Hidden ook erelid van de Orde van de Vrienden van Manneken-Pis. “Het Manneken heeft ook één kostuum dat door Brussel geschonken werd. Het stelt een Vlaamse boer voor met pet en salopette. Typisch voor de streek.”

GEHUCHT IN EEN MOERAS Met de vage belofte dat hij na lange tijd misschien nog wel eens tot in Brussel zal raken, neem ik afscheid van de onbetwiste burgemeester. Terug aan de parking merk ik nu inderdaad de sokkel op waar het standbeeld vroeger op stond. Vlakbij staat ook een plattegrond met de bezienswaardigheden en de fietsroutes van de streek. In drie talen: Frans, Nederlands en Engels. Want ook dat 42

I

15 JULI 2020

heeft dit Franse dorp met onze Brabantse stad gemeen: sporen van meertaligheid. Is het de moeite om voor Broksele alleen deze reis te maken? Dat niet. De plaatselijke camping herbergt naast stacaravans ook enkele vrije plaatsen, doch de vakantiesfeer is er eerder beperkt. Maar natuurlijk: deze streek tussen de Westhoek en de Opaalkust vaut le détour als u in de buurt bent. Andere stopplaatsen zijn het stadje Kassel op de Kasselberg, dat kan pronken met een Musée de Flandre waar ons Vlaanderen alleen nog maar van kan dromen. Er is ook de molen van Wormhout, het oorlogskerkhof in Hazebroek, of het rommelige kleine stadje Sint-Omaars, waarvan de laagste huisjes haast met hun voeten in de rivier de Aa staan. In Sint-Omaars vind je het Maison du Marais, dat ons terug bij de geboortegrond van Brussel brengt. Van hieruit kan je per boot het schitterende moerasland verkennen waar Broksele zijn naam aan dankt. Wie in de streek woont, heeft inderdaad veel kans dat zijn adres met ‘Rue du Marais’ begint, en burgemeester Pauwels is nog altijd beducht voor overstromingen. Waar de moerasgronden in Brussel op een gegeven moment verwaterden tot Zenne en kanalen, doen ze dat in Broksele trouwens tot de IJzer, waarvan de bron net buiten de gemeente ligt. Uw uitgelezen kans om tijdens uw bezoek toch nog een straaltje water te zien.

You might well describe Broxeele or Broksele as “the Brussels of northern France”. Etymologically, the connection is very clear. Both Brussels and Broksele originally meant “sele” (house) in a “broec” (swamp). We will let you figure out why “broec” and “sele” evolved linguistically to “Brussels” and “Bruxelles” in this area, while one hundred kilometres to the west on the same latitude it became “Broksele” or “Broxeele”. If, as a Brussels local, you travel to the northern French village with which our capital is “twinned”, you will find a number of familiar elements. Apart from its etymological background, marshy subsoil, and bilingual population, our smaller twin sister also has a Manneken Pis in common with Brussels. After the statue, as befits a real Manneken Pis, was once stolen – the case has never been sold – a replica made from synthetic resin was moved from its original pedestal in front of the church and the school to its current location at the town hall. EN


HET THEATERFESTIVAL 2020 Opent Het TheaterFestival steevast een nieuw seizoen, dan doet het dat dit jaar in het kwadraat. Na maanden van lock-down volgt nu eindelijk de open-up. Dit jaar landt het festival in Brussel, met het Kaaitheater als uitvalsbasis. De selectie is nu bekend. Ontdek 16 onmisbare theatermomenten op > theaterfestival.be

3>13/09/2020

KaaiAd_BRUZZ_200715.indd 1

BRUSSEL

09/07/2020 16:33


Nick Trachet

BRUSSELAAR DIE DE STAD EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Impepata

BRUZZ | NICK TRACHET

Het mosselseizoen is aangebroken. Tot eind februari, begin maart volgend jaar kunnen we onze belgitude vieren met grote kommen vol dampende weekdiertjes. Of niet? Wie in de viswereld omgaat, hoort het overal: de millennials lusten geen mosselen meer. Voor maatjes geldt hetzelfde. O ja, en wie eet er nog paling? In Brussel kende ik vroeger verschillende palingwinkels, waar ze levend voor u werden bewaard. Met de ontwikkeling van de kleinzieligheid in onze maatschappij zijn die natuurlijk verdwenen. Met de mosselen zal het zo’n vaart niet lopen. Oké, mosselen worden ook levend verkocht en gekookt, maar de aaibaarheid van zo’n zwart geschelpte bivalve is niet bijster hoog. De smakelijkheid daarentegen … Wat is er dan mis met mosselen? Ik denk dat het de macho-uitstraling van de moules casserole is. Waarom zouden we ons door een pot mosselen van anderhalve kilo moeten vreten? Zoals onze vaderen dat deden: zwetend, hijgend, en nu en dan met de vette vingers grijpend naar de koud wordende frieten ernaast. Met mayonaise, nota bene! De plaatsvervangende schaamte bekruipt je. En daarna stoer beweren dat hij best nog een portie op zou kunnen. Door de band zit er in een kilo mosselen 25 procent vis. In zo’n gargantueske casserole zit dus 375 gram ‘beest’. Eet u thuis lappen

44

I

15 JULI 2020

vlees van dat gewicht? Neen, die ‘traditionele’ porties zijn gewoon te groot. Wie bewijst daar wat mee? En in de supermarkt ben je verplicht ineens zo’n halve vrachtwagen te kopen, want de mosselen zijn er voorverpakt. Voor een gepersonaliseerde bediening moet je bij de visspecialist zijn, al heeft die vaak de moed verloren om nog mosselen te verkopen in

het aanzicht van al dat supermarktgeweld. Bij de betere visboer vind je mosselen met 30 procent vis in de schelp. Maar het is even zoeken naar zo’n food hero. Koop daar gewoon een beetje mosselen. En in plaats van de zeer Belgische ajuin, boter en selder gaan we ze klaarmaken op een adellijke Italiaanse manier: mosselen met een pedigree. Impepata di cozze was, schrijft men, de lievelingskost van Ferdinand IV, koning van Napels (1751-1825). De man, die dus het napoleontische tijdperk doorkwam, werd daarna koning Ferdi-

“Waarom zouden we ons door een pot mosselen van anderhalve kilo moeten vreten?”

nand I ‘der Beide Siciliën’. Hij ging naar verluidt zelf mosselen vissen langs het strand van Posillipo. Van armemensenkost werd de impepata zo een gerecht van de adel, voor op vastendagen. Niet het minst omdat het recept beschreven werd in het toen razend populaire kookboek van Vincenzo Corrado: Il cuoco gallante. Hier is Corrado weinig bekend: hij was eerst kloosterling, studeerde dan wiskunde, astronomie en filosofie, werd intendant aan het Napolitaanse hof, gaf les Frans en Spaans aan de adel en werd 100 jaar (17361836). Hij was de eerste die sprak van ‘mediterrane keuken’ en introduceerde in de geletterde kringen van zijn land de tomaat, de koffie en de aardappel! Zijn boek kende zes edities en meerdere vertalingen. Impepata di cozze betekent ‘gepeperde mosselen’ en de bereiding is een typisch Italiaans ‘non-recept’. Laat mosselen met een onbehoorlijke hoeveelheid vers gemalen zwarte peper opengaan in een pan en dien op in een schotel met citroenpartjes. Basta! Te eten als tapas. Warm of koud. Natuurlijk kan er look bij, en gehakte peterselie, en witte wijn, en een streepje olie, maar dat is allemaal om het moeilijk te maken. In de edele versie worden de mosselen opgediend op geroosterd brood. Dat neemt beter de saus op dan frieten. Het blijft vandaag een geliefde Napolitaanse verwennerij op zondag. Smakelijk. De hele reeks nalezen? BRUZZ.be/trachet


Big City

Hoewel het Park van Vorst er kwam op vraag van Leopold II, had de beruchte koning er geen kasteel als adellijk buitenverblijf. De buren, het bevriende koppel Wilhelm en Ottilie Duden, hadden dat wel. Ze kochten in 1869 het domein over van Eduard Mosselman. Die wijnhandelaar was de eerdere eigenaar van de gronden, die toen nog een deel waren van het Kruisbos, een voormalige uitloper van het Zoniënwoud. Het domein droeg toen de naam het ‘Mosselmanbos’, waarop de man ook de Mosselman Villa bouwde. Een huis dat je niet echt een kasteel kan noemen, maar er wel nog altijd staat en zelfs beschermd is. Door schulden die Mosselman had opgelopen, was zijn nageslacht genoodzaakt om het domein van twintig hectare na zijn dood te verkopen. En zo bleek het echtpaar Duden geïnteresseerd in dat stukje Brussel. De twee Duitsers hadden hun fortuin opgebouwd door te handelen in kant. Zo werd het heuvelachtige ‘Mosselmanbos’ omgedoopt tot ‘Campagne Duden’. Op de top van een van de hellingen bouwde het echtpaar een kasteel in neoclassicistische stijl. Het ontwerp van het Dudenkasteel is gebaseerd op een Duits landhuis in Essen. Iets verderop kwam er een gebouw voor de paardenstallen en een koetshuis. Rond de eigendommen werd een prachtig privaat landgoed aangelegd. Tussen de heuvels kwamen paadjes die leidden tot verschillende plekken in het park. Zo kon je er wandelen naar een kapel en een kleine pastorij, verschillende vijvers waar bruggen over werden gebouwd en oriëntaalse kiosken. Er was zelfs een hut geïnspireerd op het verhaal van Sneeuwwitje, die de tuinmannen gebruikten. Verder was er op de plek waar zich nu het Joseph Mariënstadion bevindt, een moestuin met aangrenzende serres. Het koppel had ook bijzondere huisdieren, want

STEL ZELF JE VRAAG EN STEM OP BRUZZ.BE

Was Hoog-Vorst ooit een kasteelwijk? Philippe uit Vorst

kan je wel nog steeds de helling op om het Dudenkasteel te bewonderen. Een jaar na de openstelling van het Dudenpark werd het kasteel een school voor tropische geneeskunde en ook in 1939 kwam er een school in huizen. ‘Institut de Radioélectricité et de cinématographie’ was de voorloper van de filmschool NARAFI en haar Franstalige tegenhanger. De filmstudenten van Luca School of Arts mogen dagelijks nog altijd de berg op, naar het optrekje van de Dudens, waar ze hun fantasie rijkelijk mogen laten vloeien.

— LUANA DIFFICILE VOLGENDE WEEK

Het Dudenkasteel in 1935.

Het volgende magazine verschijnt op woensdag 19 augustus. Daarin vindt u het antwoord op de volgende Big City-vraag.

© PHOTONEWS

op een van de groene vlaktes hield vrouw Ottilie reeën.

DUDENPARK Naast het landgoed van de Dudens werd ondertussen op initiatief van koning Leopold II, het Zuiderpark aangelegd, nu bekend als het Park van Vorst. Het echtpaar had een goede verstandhouding met de koning. Zo liet Wilhelm Duden, die geen erfgenamen had, in zijn testament zelfs neerschrijven dat hij het grondgebied na zijn overlijden schonk aan de toenmalige vorst. Aan de erfenis waren wel twee belangrijke voorwaarden verbonden. Het park moest opengesteld worden voor het publiek en het diende zijn naam te dragen. Nadat ook mevrouw Duden was gestorven, kon de Brusselaar vanaf 1912 flaneren in het fantasierijke Dudenpark. Veel elementen van het park zijn met de jaren beetje bij beetje verdwenen. Omdat ze werden verwaarloosd of omdat er andere dingen werden gebouwd. Gelukkig

Wij zoeken een geëngageerde

> MED E WER KER PR E VE NTI E & I N F R AST R U CT UU R > TAN DART S om ons multidisciplinair team te versterken Goesting om mee te bouwen aan een gezondere samenleving ? Zoek je gedreven en betrokken collega’s ? Kies je ervoor om in een multiculturele context aan de slag te gaan ? Neem onze vacature(s) erbij en

solliciteer voor 10 augustus

02 411 18 38 - july.mollin@wgcdebrug.be

www.wgcdebrug.be https://medikuregem.eu/


#zom

16.07 – 31.08

erVITRINEdé té 4 0 il

lu s t r kleu atoren g 40 il r aan br even u sse lu s t r l| c olo a te u r s r e nt bru x e ll es m et I a c u i s ve c c o l lec t tax, if pi i vo n n e g ete r fa n n arga grafi n o, e s , k, wid e marine collec t ief sc verc nock h n e i d e r, e…

reis va voya n raam t ge d e fen ot raam | être en fe nêtre

passaporta.be

DB620650H9

DB623068I9

GEMEENTE TERVUREN IS OP ZOEK NAAR EEN (M/V/X):

Een groen, modern en vooral bruisend Tervuren. Dat is de omgeving waar meer dan 400 medewerkers van de gemeente en het OCMW elke dag het beste van zichzelf geven. Een dienstverlening op maat van elke burger. Ook zin in een job in jouw buurt? Dan maak jij binnenkort misschien deel uit van onze ploeg.

Projectleider openbaar domein

Op zoek naar passende kandidaten voor je bedrijf?

Niveau B1-B3 / Voltijds / Onmiddellijke indiensttreding / Er wordt een wervingsreserve aangelegd (min. 2 jaar)

■ Functie Projectopvolging van A tot Z, verantwoordelijk voor de coördinatie, opvolging, budgetbewaking en controle van de projecten die kaderen binnen de dienst openbaar domein. De projectleider staat bovendien mee in voor de opvolging van de inspecties en reiniging van de gemeentelijke riolering.

■ Competenties Samenwerken (kerncompetentie) – Medewerkers gedifferentieerd kunnen aansturen (kerncompetentie) – Coachen – Adviseren – Effectief communiceren – Creatief denken – Objectieven stellen – Oordeelsvorming – Verantwoordelijkheid opnemen

■ Profielvereisten Je bent in het bezit van een bachelordiploma, ofwel een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs - Je bent in het bezit van een rijbewijs B Beschik je niet over het vereiste diploma? Dan kom je ook in aanmerking na het slagen voor een capaciteitstoets

Interesse? Meer info over deze vacature vind je terug op www.tervuren.be. Solliciteren kan tot en met 3 augustus 2020. DB673083G0

Wij staan voor je klaar

hallo@regiotalent.be

tel. 051 26 67 89


DB623070I9

Op zoek naar een job met pit?

Op zoek naar een job met pit? Wij zoeken voor het gemeentelijk zwembad “het Begijntjesbad”: • een zwembadmanager Je organiseert en coördineert de werking van het zwembad en geeft leiding aan de zwembadmedewerkers.

Wij zoeken: een verantwoordelijke Facilitair Beheer • Je staat in voor het beheer van de gebouwen op de zorgsites.

“Na de renovatie zal het

“We onderhouden de serviceflats en het woonzorgcentrum Mariëndal. Snel problemen kunnen oplossen hoort er ook bij, maar dat geeft een kick. Het geeft voldoening om te zorgen voor een aangename woonomgeving voor onze bewoners.” MANUEL SAMYN WERFLEIDER BEHEER EN ONDERHOUD GEBOUWEN

• Je volgt kleine en middelgrote renovatie- en onderhoudsprojecten op.

Begijntjesbad chloorarm zijn. Zo zijn er nog niet veel in België. Geen prikkende ogen meer in het water.

• Je coacht en begeleidt je team.

Ook de klimatisering en de akoestiek zullen verbeteren. Hierdoor zullen we in een gezondere omgeving kunnen werken.”

Je geeft leiding aan jouw team en bent medeverantwoordelijk voor de dagelijkse werking van het zwembad.

Vragen? Contacteer de Personeelsdienst op 02 785 33 44 of via personeelsdienst@overijse.be.

KAREN VAN DEN BROECK, REDDER BEGIJNTJESBAD

Meer info? Kijk voor de volledige job- en profielbeschrijving, de voorwaarden en de selectieprocedure op www.overijse.be/jobs. Solliciteren kan tot en met 20 juli 2020.

• redders (in opleiding) Je waakt over de veiligheid van de zwemmers, onderhoudt het zwembad en verzorgt het onthaal.

www.overijse.be/jobs

DB672321G0

• teamcoaches

Vragen? Contacteer de Personeelsdienst op 02 785 33 44 of via personeelsdienst@overijse.be. Redder worden, maar niet het juiste diploma? Wij zorgen gratis voor je opleiding.

De Haven van Brussel zoekt een

Meer info? Kijk voor de volledige job- en profielbeschrijving, de voorwaarden en de selectieprocedure op www.overijse.be/jobs. Solliciteren kan tot en met 3 augustus 2020.

Controleur der bouwwerken (M/V/X)

DB672251G0

De Controleur der bouwwerken bereidt, in samenspraak met ingenieurs, de werken voor (metingen, inspecties, verrekeningen, verslagen, …) en superviseert hun goede verloop.

www.overijse.be/jobs

Daarnaast zorg je ook voor het opmaken en de opvolging van de aanbestedingsdossiers en bestellingen. Een bachelordiploma Bouwkunde (niveau B) met minstens 3 jaar professionele ervaring in de bouwsector is vereist voor deze functie. Je bent in het bezit van een rijbewijs B. Kennis van de tweede landstaal is een troef. Maak deel uit van een collegiaal team, samenwerken aan onze missie ontwikkeling economie, mobiliteit, leefmilieu en tewerkstelling.

OCMW

Tal van voordelen, zoals work-life balance, opleidingsmogelijkheden, vergoedingen,… verbonden aan de functie!

Ervaring op het gebied van human resources en zin om uw vaardigheden in te zetten voor een dynamisch overheidsbedrijf met een maatschappelijk doel? Het OCMW van Sint-Jans-Molenbeek, een van de grootste OCMW’s in Brussel, organiseert een vergelijkend statutair aanwervingsexamen voor de functie van

DIRECTEUR VAN DE HUMAN RESOURCES (GRAAD A7) (M/V/X) Meer weten over de voorwaarden om deel te nemen aan het examen en de procedure om uw kandidatuur in te dienen, surf dan naar onze site www.ocmw-molenbeek.be, rubriek “werken bij het OCMW” en klik op de link “Solliciteer bij het OCMW” en dan “aanwervingsexamens”. De inschrijvingen worden afgesloten op 21/08/2020.

DB672943G0

Ontdek meer over deze gevarieerde functie en ons aanbod via: www.port.brussels/nl/jobs Zet jij koers richting je nieuwe carrière bij de Haven van Brussel? Solliciteer nu! Gelieve je motivatiebrief en cv vóór 31/07/2020 te verzenden naar jobs@port.brussels

DB673022G0

SINT-JANS-MOLENBEEK


FOTO: Ivan Put

GeSTRAND in Bru el? Trek er je geen BAL van aan! Haal net als Pinda je beste speurneus boven en doe mee aan de BRUZZKet-speurtochten in de stad.

BRUZZ_BRUZZket_001.indd 1

09/07/2020 16:02


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.