Miet Warlop op de Biënnale van Venetië

De laatste week van Audi Vorst
Anima programmeert Oscar-kandidaten

Miet Warlop op de Biënnale van Venetië
De laatste week van Audi Vorst
Anima programmeert Oscar-kandidaten
Althans, dat vinden wij.
Althans, dat vinden wij. Maar wat vind jij van BRUZZ?
Maar wat vind jij van BRUZZ?
BRUZZ belicht Brussel in al zijn facetten. We zetten onze schijnwerpers op de mooie en de minder mooie kanten van onze hoofdstad. Dat doen we via verschillende media en kanalen. BRUZZ is een website, een app, een radiozender, een magazine en een televisiezender. We zijn ook actief op verschillende sociale media, we maken podcasts en hebben een jongerenwebsite, BRUZZ Ket.
BRUZZ belicht Brussel in al zijn facetten. We zetten onze schijnwerpers op de mooie en de minder mooie kanten van onze hoofdstad. Dat doen we via verschillende media en kanalen. BRUZZ is een website, een app, een radiozender, een magazine en een televisiezender. We zijn ook actief op verschillende sociale media, we maken podcasts en hebben een jongerenwebsite, BRUZZ Ket.
Vandaag vragen we graag jouw mening. Welke van onze media volg je? Ben je tevreden, wat vind je goed en wat minder goed?
Vandaag vragen we graag jouw mening. Welke van onze media volg je? Ben je tevreden, wat vind je goed en wat minder goed?
Ga naar bruzz.be/enquete en WIN een Museumpass of AB concertcheques.
Ga naar bruzz.be/enquete en WIN een Museumpass of AB concertcheques.
bruzz.be/enquete
bruzz.be/enquete
Version française disponible English version available
Version française disponible
English version available
En zo zijn we nog maar eens terug bij af. De Brusselse regeringsvorming staat weer waar ze stond net na de verkiezingen van 9 juni.
Niet alleen is er acht maanden lang zeer veel kostbare tijd verloren, het water tussen de partijen die een meerderheid moeten vormen, is alleen maar dieper geworden. Konden MR en PS eind juli met een beetje moeite nog een meerderheid vinden, dan staan beide partijen elkaar vandaag ei zo na naar het leven.
Dus was alleen nog een reset mogelijk. Die moet sereniteit geven. Het informateursduo Elke Van den Brandt en Christophe De Beukelaer zal ook op zoek moeten naar een nieuwe methode, want de vorige heeft gefaald.
De schade die Brussel intussen heeft opgelopen, is immens. In eerste instantie naar de kiezer. Die verwacht verantwoordelijkheidszin.
In een parlementaire democratie gaat men na de verkiezingen aan tafel om te onderhandelen over een regeerakkoord, hoe moeilijk dat ook is. Niet zo in het Brussel van vandaag. Daar wordt van op de zijlijn gefoeterd. Sommige politici lijken meer bezig met de eigen partijstrategie dan met de gigantische uitdagingen waar de hoofdstad voor staat. Mocht politiek een bedrijf zijn, je zou voor minder ontslagen worden.
gaf ook communautaire vrede na vele woelige jaren, waarin het anti-Vlaamse discours van het FDF alomtegenwoordig was.
Dat Brusselse model riskeert opgebroken te worden. Misschien niet vandaag, maar als er in 2029 over een nieuwe staatshervorming wordt gesproken. Daar zal N-VA zeker op aandringen. Brussel komt daarbij ongetwijfeld in het vizier. Als ze zo verder doen, hebben de Brusselaars niet veel argumenten meer over om hier neen tegen te zeggen, laat staan om de belangen van de Brusselaars te verdedigen.
“Mocht politiek een bedrijf zijn, je zou voor minder ontslagen worden”
Ook naar de buitenwacht is de schade enorm. Door niet tot akkoorden te kunnen komen, wordt het Brusselse model te grabbel gegooid. Nochtans heeft het meer dan 35 jaar lang zijn nut bewezen. Het Brussels Gewest vormde in 1989 het sluitstuk van de federale staatshervorming van België. Het gaf de Brusselaars een eigen autonomie, waar ze zo naar snakten, na mismeestering door het nationale niveau. Het
Al acht maanden staat Brussel stil, terwijl de wereld doordraait. De schuldenberg groeit aan. Er zijn dringend verregaande hervormingen nodig om het jaarlijkse deficit weg te werken. Er is tegen eind dit jaar een grondige hertekening van het regionale arbeidsmarktbeleid nodig, om de beperking van de werkloosheid in de tijd op te vangen. De OCMW’s zullen overspoeld worden met werkzoekenden. Daar is dringend een plan van aanpak voor nodig. En dan is er de veiligheid. Drugsbendes lijken delen van de stad te hebben overgenomen. De Brusselse partijen staan erbij en kijken ernaar. Nog een geluk dat de federale regering het heft in handen heeft genomen, want van de Brusselse politiek valt klaarblijkelijk niets te verwachten.
En dus moeten de onderhandelaars onbevooroordeeld weer aan tafel. Zoals de kiezer van hen verwacht. Liefst zonder zich te laten opjagen door oekazes vanuit de nationale partijhoofdkwartieren. Als Brusselaars, met de Brusselse uitdagingen voor ogen. En vanuit het nu, en niet met 2029 in het achterhoofd, wanneer er nieuwe verkiezingen zijn.
Steven Van Garsse
Senior politiek analist
In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.
Lees meer Nieuw duo, dezelfde obstakels: de klippen die het nieuwe informateursduo moet omzeilen op p.6
Fri 07/03/25
Sat 08/03/25 Kaaistudios
Thu 13/03/25 —Sat 15/03/25
15/03/25
Wed 19/03/25
Thu 20/03/25 Kaaistudios
Wed 26/03/25
Thu 27/03/25 La Raffinerie
Sat 29/03/25 Beursshouw burg
Sat 29/03/25
Sat 01/03/25 KVS BOX The Rise
A Day is a Hundred Years
Jozef Wouters
Wed 02/04/25
Marieke&Sophia ≈ Kristien De Proost
Sun 30/03/25 Zinnema Fairy Tales Tibaldus
Fri 04/04/25
Fri 04/04/25
Sat 05/04/25 De Kriekelaar basis for being Sina Saberi
Lize Spit ≈ Daan Borrel ≈ Lotte Houwink ten Cate
Michiel Vandevelde ≈ Ictus ≈ Eva Reiter
Thu 03/04/25 Kaaistudios The Cloud
Arkadi Zaides ≈ laGeste
Sat 05/04/25 NTGent Motherbaby
Stops
Sat 05/04/25 Minnemeers How to be many mothers? A day of encounters
Lovísa Ósk Gunnarsdóttir
Op vrijdag 28 februari valt het doek definitief over Audi Vorst. Een klap voor de werknemers, maar ook voor de handelaars in de buurt.
14 Een ex-dealer getuigt over drugshandel in Brussel
03Vooraan Geen tijd meer te verliezen
06Politiek Nieuw duo, dezelfde obstakels
12Fenomeen van de week Vier Brusselse gemeenten verhogen de belastingen
13Cartoon Kim Duchateau
20Schietpartijen Groot deel daders van incidenten in 2024 nog op vrije voeten
22Opinie Tijd voor een Brussels stadsklooster
23Debatteer mee Moeten honden overal in Brussel aan de leiband?
26Economie De laatste week van Audi Vorst
34Beeldende kunst De Brusselse Miet Warlop vertegenwoordigt België op de Biënnale van Venetië 2026
10In beeld Sophie Soukias: Venetiaans bal
22 Stadsleven Mary Poppins
25Beestig Brussel De hoofdluis, een vervelende parasiet
30 Sporting Flagey ‘Hockey is veel meer een ploegsport dan voetbal’
31Big City Wie was Isabelle Gatti de Gamond?
31Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
32Hang-out Anas
38Column ‘Instemming is essentieel’
39 Codirectrice Karin Vandenrydt neemt afscheid van Anima
43Klein onderhoud Elen Sylla Grollimund
45Eat & Drink Correspondance
46Inzichten Ambroos De Schepper
COLOFON
BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Michaël Bellon, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Emilia De Feyter, Andy Furniere, La Morrigasme, Tom Peeters, Niels Ruëll, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.
BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Met het ontslag van David Leisterh (MR) als formateur voor een nieuwe Brusselse regering breekt een nieuwe fase aan. Elke Van den Brandt (Groen) en Christophe De Beukelaer (Les Engagés) nemen het stokje over en moeten als informateurs het pad effenen voor een volgende formatieopdracht. Omzeilen zij wél de obstakels onderweg, waar Leisterh tegenaan botste?
door Johan Baeten en Steven Van Garsse
Kon David Leisterh nog meer zijn onmacht tonen dan afgelopen vrijdag toen hij de handdoek in de ring gooide als formateur voor een Brusselse regering? Hij had zichzelf een harde deadline opgelegd om de volledig vastgelopen formatie vlot te trekken, maar het mocht niet baten. Er kwam zelfs geen persconferentie. Het werd een droog perscommuniqué.
Wat volgde, was een perfect een-tweetje. Leisterh vond dat het aan de PS was om de fakkel over te nemen, omdat de PS, in de ogen van de MR, de grote boeman is in deze formatie. Maar Ahmed Laaouej (PS) antwoordde ogenblikkelijk dat hij momenteel niet de geschikte figuur is. Luttele minuten later namen Van den Brandt en De Beukelaer de handdoek op.
Het duo is een logische keuze als er weer sereniteit moet komen. Groen en Les Engagés lijken het minst van alle partijen verwikkeld in een belangenoorlog en kunnen zo het makkelijkst boven de menigte staan. Ze gaan uit van een volledige reset. Alle partijen in het Brussels parlement, op Vlaams Belang na, worden uitgenodigd.
Dat Van den Brandt en De Beukelaer van een volledig wit blad beginnen, wil echter niet zeggen dat alle opties open liggen. Er blijven een aantal klippen om te omzeilen.
Een van de meer intrigerende vraagstukken op dat vlak is: waarom wil Open VLD de N-VA niet lossen? Afgelopen weken was er voor het eerst sinds lang een echte
opening. CD&V-parlementslid Benjamin Dalle toonde zich bereid om met Groen, Open VLD en Vooruit aan tafel te gaan. Dat de N-VA dan uit de Nederlandstalige meerderheid zou worden gezet, leek geen onoverkomelijk probleem meer. Een doorbraak kwam een stukje dichterbij, want PS wil van geen N-VA weten, maar een dag later gooide Open VLD die deur keihard dicht.
Open VLD-onderhandelaar Frédéric De Gucht heeft altijd gezegd dat de piste met CD&V lang genoeg geprobeerd is, en dat de Nederlandstalige meerderheid van Groen, Open VLD, Vooruit en CD&V, waar de PS op aanstuurt, niet stabiel genoeg is. Dat zijn maar negen zetels op zeventien. De Nederlandstalige meerderheid van Groen, N-VA, Open VLD en Vooruit is bovendien al
gevormd, zo klinkt het, en daar valt daar niet meer aan te tornen, en al zeker niet op vraag van de PS.
Met de reset van de formatie na het ontslag van David Leisterh vallen die argumenten grotendeels weg. Toch rest de vraag of Open VLD nu wel de N-VA zal lossen. Die kans is niet zo groot. Iedereen die dicht bij de formatie staat, voelt dat Open VLD en de N-VA zich aan elkaar hebben vastgeklikt. Sommigen spreken zelfs van een deal tussen Bart De Wever en Open VLD-voorzitter Eva De Bleeker, vorig jaar in november gesmeed.
Er is toen even een federale regering met Open VLD onderzocht, in plaats van Vooruit. Dat bracht Open VLD en de N-VA al dichter bij elkaar. Tegelijk was er bij Open VLD de vrees voor een Brusselse Arizona+-
meerderheid met Groen, N-VA, Vooruit en CD&V. Zonder Open VLD dus. Om dat scenario te vermijden, deed Open VLD een belangrijk offer: vrede nemen met een regeringscommissaris, in plaats van een staatssecretaris.
De meeste waarnemers gaan er echter van uit dat er nog andere redenen zijn voor de entente tussen Open VLD en de N-VA dan louter “het redden van de formatie”. En dan is het kijken naar de partijstrategie enerzijds en de persoonlijke carrièreplanning anderzijds.
De formule met een regeringscommissaris levert een handig strategisch voordeel op, zo gaat de redenering. Open VLD staat dan met een been in en een been buiten de regering. Frédéric De Gucht zou zich als voorzitter van de Brusselse Open VLD
volop op rechts kunnen profileren, zonder dat Open VLD zichtbaar deel uitmaakt van de regering. Zo kan hij Open VLD weer op de kaart zetten, in de hoop dat de partij opnieuw de nummer één kan worden aan Nederlandstalige kant.
Maar er is ook de persoonlijke carrièreplanning. De Gucht is momenteel CEO van Sprimoglass. Hij kan daar niet zomaar weg om minister te worden. De formule met een regeringscommissaris geeft De Gucht de tijd om zich klaar te stomen om in 2029 lijsttrekker te worden van Open VLD.
Er is ook aan ontslagnemend minister Sven Gatz (Open VLD) gedacht. In de deal met de regeringscommissaris staat ook dat Open VLD het ondervoorzitterschap van het Brussels parlement of van de Raad van de VGC zou krijgen. Dat is de perfecte
uitbolbaan voor Gatz. En zo is de puzzel voor Open VLD gelegd, een puzzel die helemaal moet worden omgegooid wanneer CD&V aan boord komt, en N-VA wordt gelost.
Bemoeienissen van buitenaf
Wat de opdracht van Leisterh als formateur zeker bemoeilijkt heeft, zijn de bemoeienissen van buitenaf. Het meest in het oog springend waren wel die van GeorgesLouis Bouchez, voorzitter van de MR. Die draaide er zijn hand niet voor om om Leisterh voor de bus te gooien. Toen de Brusselse kopman aankondigde dat hij aan zijn onderhandelingen van de “laatste kans” zou beginnen, was Bouchez er als de kippen bij om te zeggen dat het allemaal geen zin heeft: Leisterh had al in zomer moeten beseffen dat er met de PS niet te praten valt, zo zei hij.
Los van de figuur Bouchez speelt ook de ruime invloed van het federale niveau en zelfs van de deelstaten, waar de regeringen al zijn gevormd. Dat zet druk op de Brusselse formatie. Dat is een volstrekt nieuw gegeven. Vroeger werd er onder Brusselaars, met een zekere gezapigheid weliswaar, een regeerakkoord gesloten. Maar het werkte. De regering was binnen de twee maanden beklonken.
Vandaag duwt de Arizonacoalitie heel hard op de aanwezigheid van N-VA binnen die toekomstige Brusselse regering. Er lijkt een akkoord te zijn tussen Bouchez en De Wever om de N-VA niet te laten vallen in Brussel. Premier Bart De Wever laat ook niet na om zijn coalitiepartners Vooruit en CD&V onder druk te zetten. Hij zou, midden in de “onderhandelingen van de laatste kans”, Vooruit én CD&V gewaarschuwd hebben dat ze N-VA onder geen beding mogen laten vallen. Dat zet onderhandelaar Benjamin Dalle onder druk, die al heeft toegegeven dat wat hem betreft de N-VA er niet bij moet zijn.
Politoloog Pascal Delwit (ULB) gelooft dan ook dat de formatie aan sereniteit kan winnen als de Brusselaars zelf weer het heft in handen nemen. Ook kandidaatvoorzitter van Les Engagés Yvan Verougstraete zit op die piste. De vraag is hoe vrij Van den Brandt en De Beukelaer zullen zijn om de informatieopdracht uit die invloedssfeer te houden, zeker op een moment dat iedereen met een vergrootglas naar de hoofdstad kijkt
En dan is er David Leisterh zelf. Iedereen zag na de verkiezingen al dat de formatie veel weg had van de kwadratuur
Brusselse regering
van een cirkel. Niet geholpen door een volledig versnipperde Vlaamse vertegenwoordiging in het Brussels parlement, en een PS die in Wallonië zwaar is afgestraft en voor de oppositie kiest. Leisterh moest vaak water en vuur verzoenen en had ook weinig hefbomen om akkoorden in de goede richting te duwen.
Toch is er ook wel kritiek op de methode-Leisterh. Zo werden geregeld de wenkbrauwen gefronst over de manier waarop hij de media inzette om zijn punt te maken. Dan werd bijvoorbeeld een brief aan de onderhandelende partijen gelekt in een krant. Dat zette meer kwaad bloed dan dat het vertrouwen wekte. Er was ook de ‘disruptieve’ persconferentie die Leisterh aankondigde, maar die een sof bleek. Hij en Bouchez dreigden er toen mee om de nationale partijleiders in te schakelen om de formatie weer op de sporen te krijgen. Dat maakte niet alleen weinig indruk, het heeft ook niets uitgehaald.
Dat de formatie volledig is vastgelopen, heeft ook zeker met die tactiek te maken. Het welslagen van een moeilijke formatie hangt ook af van de juiste methode. Een
David Leisterh (MR) moest vaak water en vuur verzoenen en had ook weinig hefbomen om akkoorden in de goede richting te duwen.
enkel Open VLD formeel vasthoudt aan een formule met de N-VA enerzijds en dat er anderzijds meer draagvlak bestaat voor een coalitie met CD&V.
Pen vasthouden
Zo zou de druk weer volop op de liberale familie vallen: niet enkel vanuit de PS, maar ook vanuit het nieuwe blok Groen-Les Engagés, mogelijk geruggensteund door Vooruit, al regeert die partij natuurlijk wel samen met de N-VA op Vlaams en federaal niveau. Open VLD wordt dan voor het blok gezet, terwijl er met een alternatieve meerderheid op links gezwaaid zou kunnen worden. Dat Les Engagés bijvoorbeeld wil praten met Team Fouad Ahidar, een nieuw gegeven, wekt de indruk dat een piste met CD&V, maar zonder de N-VA straks in de weegschaal gelegd zou kunnen worden met een linkse meerderheid.
De Brusselse PS schreef vrijdag bij het ontslag van Leisterh dat een nieuw initiatief “het vertrouwen van iedereen moet genieten”, onder meer door “de extreme polarisatie die tegen de PS is ontstaan”.
meerderheid maken is een combinatie van vertrouwen winnen én op het juiste moment de forcing voeren. Daar heeft Leisterh zeker gefaald. De nieuwe informateurs, of de toekomstige formateurs, zullen het dus over een andere boeg moeten gooien.
De schaduw van de PS
Maar finaal blijft de vraag: wat wil de PS? Wanneer zijn de Franstalige socialisten tevreden?
Dat Groen en Les Engagés het roer overnemen, komt Ahmed Laaouej alvast goed uit. De partij was door haar veto tegen de N-VA te verbrand om zelf het initiatief te nemen: Laaouej wist dat het leven hem in dat scenario erg zuur gemaakt zou worden. Meer nog: wellicht zou de Vlaamse meerderheid, Open VLD en de N-VA voorop, zich dan nog nadrukkelijker aan elkaar vastklikken.
Dat is anders nu Van den Brandt en De Beukelaer aan de knoppen zitten. Het duo begint van nul en wekt de indruk dat een reset de enige manier is om de formatie weer aan de praat te krijgen.
Beiden beroeren de gemoederen niet echt en lijken te zeggen: alle taboes overboord.
Voor de PS klinkt dat als muziek in de oren: omdat ook Team Fouad Ahidar en de PTB/PVDA uitgenodigd zijn, hopen de Franstalige socialisten dat hun veto tegen de N-VA op dezelfde hoogte komt als de exclusieven die andere partijen stellen.
Tegelijkertijd hoopt de PS dat de informateurs tot de conclusie komen dat
De PS positioneert zich zo even in de luwte in een slachtofferrol waar Elke Van den Brandt en Christophe De Beukelaer beducht voor zullen zijn. Als zij zich straks immers zo manoeuvreren dat de plek van de N-VA in de Nederlandstalige coalitie op de helling komt te staan, zal de schaduw van de PS onvermijdelijk aan het duo kleven.
Dat zowel de PS als Vooruit na het ontslag van Leisterh als eerste met een reactie kwam, voordat Van den Brandt en De Beukelaer hun informatieronde wereldkundig maakten, doet alvast vermoeden dat de PS de pen van dit nieuwe hoofdstuk mee zou hebben vastgehouden.
FR Avec la démission de David Leisterh (MR) comme formateur du nouveau gouvernement bruxellois, une nouvelle phase débute. Elke Van den Brandt (Groen) et Christophe De Beukelaer (Les Engagés) prennent désormais le relais et, en qualité d’informateurs, doivent préparer le terrain pour une future mission de formation. Réussiront-ils là où Leisterh a échoué ? Question intrigante : pourquoi l’Open VLD refuse-t-il de se séparer de la N-VA ?
EN David Leisterh’s (MR) resignation as the formateur of a new Brussels government marks the start of a new phase. Elke Van den Brandt (Groen) and Christophe De Beukelaer (Les Engagés) will take over and, as informateurs, will have to pave the way for the next formation assignment. Will they manage to get around the obstacles that stopped Leisterh? An intriguing question is: why won’t Open VLD give up on N-VA?
Ontspanningsmomentje na twee uur dansen onder de kroonluchters van de Caryatidenzaal in de zeer exclusieve Cercle Gaulois, de privéclub in het Warandepark. Het Venetiaanse bal, dat afgelopen weekend plaatsvond tijdens het FestiVita!-festival, wekt de illusie van een onderdompeling in de Italiaanse aristocratie van de baroktijd. Achter het masker wordt men iemand anders, veranderen de codes en vervagen sociale barrières voor één avond. SOS
Vier Brusselse gemeenten verhogen dit jaar de aanvullende gemeentebelasting en/of de opcentiemen op de onroerende voorheffing.
“We moeten dit jaar 6,5 miljoen euro vinden.”
Een van de belangrijkste inkomstenbronnen voor gemeenten zijn de belastingen op het inkomen (de aanvullende gemeentebelasting) en die op onroerend goed (de opcentiemen, die deel uitmaken van de onroerende voorheffing). Samen zijn die goed voor circa 80 procent van alle belastingen die de gemeentekas spijzen.
Verschillende Brusselse gemeenten verhogen hun tarieven nu. In Anderlecht maakt de aanvullende gemeentebelasting een forse sprong, van 5,5 naar 7 procent. In Jette gaat het voor diezelfde belasting om een stijging van 6,4 tot 7,4 procent. In heel België zijn er verder maar tien andere gemeenten die de aanvullende gemeentebelasting laten stijgen. Jette wordt zo de op een na duurste Brusselse gemeente voor de belasting op inkomen. Enkel in Elsene is het tarief met 7,5 procent nog iets hoger.
In drie Belgische gemeenten daalt diezelfde belasting trouwens. Met Sint-PietersWoluwe is daar ook een Brusselse gemeente bij (van 6 naar 5,7 procent), blijkt uit een overzicht van L’Echo
Ook de gemeentebelasting op onroerend goed stijgt in verschillende gemeenten. Het gaat om de zogenaamde opcentiemen op de onroerende voorheffing, een belasting die gebaseerd is op het kadastraal inkomen van een woning. Sint-Agatha-Berchem, Sint-Pieters-Woluwe en opnieuw Jette verhogen die opcentiemen. De verhoging is het meest uitgesproken in Sint-Pieters-Woluwe, waar de opcentiemen stijgen van 2.200 naar 2.700. De welstellende gemeente in het oosten van het gewest blijft na die verhoging overigens nog steeds voordelig: enkel in Oudergem liggen de opcentiemen nog lager.
Dat gemeenten hun opcentiemen laten stijgen is niet zo gebruikelijk. In heel België doen dit jaar slechts vijf van de 565 gemeenten dat, waaronder dus drie Brusselse.
De belastingverhogingen komen er in een context waarin de Brusselse gemeenten het financieel steeds moeilijker hebben. Elf van de negentien gemeenten vallen momenteel onder een beheers-
© SASKIA VANDERSTICHELE
plan en steeds meer gemeenten hebben een structureel tekort op hun begroting, stipte Belfius enkele maanden geleden nog aan. “De Brusselse lokale besturen beleefden een bijzonder turbulente bestuursperiode die te wijten was aan covid, een galopperende inflatie, met een explosie van de loon- en bouwkosten, de energiecrisis en, ten slotte, de rentestijging.”
De Jetse schepen van Financiën Laura Vossen (LB) bevestigt dat. “We moeten dit jaar 6,5 miljoen euro vinden, omdat allerlei uitgaven sterker gestegen zijn dan onze dotatie: personeel, energie, het OCMW … Een deel van dat geld moet van de belastingverhoging komen, een ander deel van een reorganisatie van onze gemeentewerking en een derde
door beslissingen in verband met het personeel.”
Hoogleraar fiscaal recht Michel Maus (VUB) ziet nog een andere reden om de belastingen te verhogen. “Mogelijk anticiperen sommige gemeenten al op het toekomstige federale beleid. De regering-De Wever wil de belastingdruk op arbeid verminderen, maar dat betekent dat het bedrag waarop de aanvullende gemeentebelasting gebaseerd wordt ook zal krimpen.”
Op de gemeente Jette lijkt de redenering van Maus alvast niet van toepassing. “Het klopt dat het federale beleid extra dreigt te wegen, maar we hebben die beslissingen al eind 2024 genomen en Arizona is pas begin 2025 geland. We hebben dus nog geen rekening kunnen houden met die
7,4
procent wordt het nieuwe tarief voor de aanvullende gemeentebelasting in Jette. Enkel in Elsene is het tarief met 7,5 procent nog iets hoger
slechte verrassing.” In Anderlecht klinkt een gelijkaardig geluid bij schepen van Financiën Bieke Comer (Vooruit).
Immoweb
Dat sommige gemeenten eerder de belasting op inkomsten verhogen en andere eerder die op vastgoed, heeft vaak een logica, geeft professor Maus nog mee. “Een vergrijzende gemeente riskeert minder inkomsten via de belasting op inkomen, en zal dan vaak de belasting op vastgoed verhogen.” Het is de beweging die dit jaar in Sint-Pieters-Woluwe te zien is: de aanvullende gemeentebelasting daalt, de opcentiemen stijgen fors.
In het algemeen lijken de Brusselaars zich niet zo bewust van de verschillende tarieven per gemeente, merkt Maus op. “Wie koopt in een bepaalde Brusselse gemeente, vraagt zich zelden af of je er veel belasting betaalt. Op Immoweb zie je bijvoorbeeld wél het kadastraal inkomen, maar niet hoeveel opcentiemen je daar nog eens moet bijtellen of hoe het zit met de aanvullende gemeentebelasting op het inkomen.”
De hoogleraar wijst er nog op dat de aanvullende gemeentebelasting nu enkel wordt betaald door wie gedomicilieerd is in een gemeente. “Mensen die de stad gebruiken voor hun werk betalen daar momenteel niet. Dat weegt op Brusselse gemeenten.”
van de 565 gemeenten in België verhogen dit jaar de opcentiemen. Daar zijn drie Brusselse gemeenten bij
Die huidige regeling veranderen is geen sinecure. “In één scenario wordt het wel makkelijk om mensen in Brussel te belasten: voor inkomens van buitenlanders die hier werken, zelfs al zijn ze elders gedomicilieerd. Stel dat Vlaanderen ooit onafhankelijk wordt, dan geldt dat dus voor Vlaamse buitenlanders die in Brussel werken.”
KRIS HENDRICKX
Drugs Exdealer getuigt over drugshandel in Brussel
Als het over drugsoverlast gaat kennen we het verhaal van bewoners, politie, gerecht, hulporganisaties en gebruikers. Alleen de drugsdealer, die hoor je zelden. BRUZZ ontmoette ex-dealer Michel (30)*, die sinds zijn veertiende geregeld drugs verkocht. “Zonder geweld kan je je vandaag niet meer staande houden.”
door Kris Hendrickx illustraties Delphine Frantzen
Als we met de ex-dealer afspreken, weten we niet helemaal wat we moeten verwachten. Maar Michel blijkt een bedaarde jongeman, die onder zijn hoodie behoedzaam zoekt naar de juiste woorden. Beetje bij beetje ontvouwt zich zo een panorama van de drugswereld van binnenuit. Het is een wereld waarin Michel de afgelopen zestien jaar niet permanent leefde, maar wel steeds weer werd ingezogen. “Soms probeerde ik eens een normale job, maar ik vond nooit echt mijn ding.” Wat volgt, is zijn persoonlijke verhaal, maar dat relaas sluit wel opvallend vaak aan bij het beeld dat politie en gerecht de afgelopen jaren schetsten.
Michel is zeven als hij uit Afrika arriveert met zijn ouders, die er een moeilijke verhouding op na houden. Opgroeien doet hij in een buitenwijk van Brussel, waar voetbal jarenlang zijn leven domineert, op straat en in teamverband. “Ik speelde van ‘s ochtends vroeg tot er ‘s avonds geen licht meer was.”
De puber is veertien als hij stopt met voetbal in clubverband en gaat rondhangen met de oudere jongens uit de wijk. “Ik ging mee naar feestjes, er waren meisjes en je had wat geld nodig om dat leven te leiden. Ik begon stommiteiten uit te halen: dealen, geweld. Achteraf beschouwd is sport een probaat middel om je weg te houden van criminaliteit.”
“Mijn eerste veroordeling voor drugs was een voorwaardelijke gevangenisstraf, ik had liever een werkstraf gekregen, dat is een veel sterker signaal”
Het is een van de ‘grands frères’ naar wie hij opkijkt, die hem in die periode wat wiet toestopt. “Ik kreeg voor 60 euro drugs en maakte daar 60 euro winst op, waarvan nog eens de helft naar die oudere jongen ging. Het was erg eenvoudig, ik moest geen voorschot betalen en er was geen tijds-
“In de gevangenis ontmoette ik jonge delinquenten die met cocaïne veel geld hadden verdiend. Zodra ik vrij was, begon ook ik daarmee”
crescendo. “In de gevangenis ontmoette ik erg jonge delinquenten die op die manier veel geld hadden verdiend. Zodra ik vrij was, begon ook ik daarmee. De winst bleek vele malen groter dan bij wiet. In plaats van 1.600 euro per maand verdiende ik er plots 6.000. Als je weet dat veel mensen in mijn omgeving toen een minimumloon van 1.200 euro netto kregen …”
In tegenstelling tot cannabis wordt cocaïne niet op elke dealplek verkocht. “Als je ziet dat een bepaalde spot erg groot is, dan is er zonder twijfel cocaïne in het spel. Dat is niet enkel zo in Peterbos in Anderlecht, maar zeker ook aan het Bethlehemplein in Sint-Gillis of aan Clemenceau in Anderlecht, waar nu voortdurend wordt geschoten. Aan Clemenceau vind je zowat alles, tot crack toe.” Met die laatste drug liet Michel zich nooit in. “Crack is een gevaarlijke business. De klanten zijn zelden stabiele mensen, ze zijn verslaafd en missen werkelijkheidszin. Cocaïne is anders. Ik zag gewone mensen, advocaten, cipiers …”
limiet. Ik verkocht wat op school, hing wat rond in het centrum en deelde daar mijn telefoonnummer uit.”
Cocaïne als motor
Het systeem van toen – we schrijven 2010 als Michel begint met dealen – bestaat vandaag amper nog. “Ergens tussen 2013 en 2015 is er veel veranderd op de drugsmarkt,” legt de ex-dealer uit. “Ik moest in die tijd voor het eerst naar de gevangenis en toen ik weer vrijkwam, bleek de straatverkoop vooral geregeld op vaste plekken, die toebehoorden aan bepaalde bendes. Een aantal mensen had daarmee het systeem van de Franse banlieues gekopieerd. Dat heeft voordelen: klanten weten dat ze er altijd drugs kunnen vinden zonder zoeken of wachten. Voor de bendes betekent zo’n plek meer inkomsten, maar zelfstandige dealers worden er niet getolereerd.”
Er is nog een tweede gamechanger in die jaren: de verkoop van cocaïne gaat
Meer geld betekent meer geweld. Die analyse van politie en gerecht bevestigt de voormalige dealer volmondig. “Vroeger merkte ik bij de dealers een soort verantwoordelijkheidsgevoel tegenover de wijk waar ze waren opgegroeid. Dat is grotendeels verdwenen. Geweld is een basisingrediënt geworden van de drugshandel. Als je niet bereid bent om het te gebruiken of ermee te dreigen, dan kan je je niet meer handhaven. Op straat zijn er geen advocaten of gerecht, een conflict eindigt dus meestal met geweld.”
De golf van geweld is een van de redenen die Michel overtuigden om te kappen met dealen. “Ik vind het triest voor Brussel en vrees dat het al te ver is ontspoord om die spiraal nog te stoppen. Mocht ik kinderen hebben, ik zou wellicht verhuizen.”
Weinig te verliezen
Een belangrijke factor bij dat geweld: steeds meer drugscriminelen hebben maar weinig te verliezen. “De voorbije jaren zag ik vaker mensen van buiten Brussel of België verkopen, vaak jongens zonder papieren. Die mensen komen soms uit gebieden waar geweld veel gewoner is. Daarnaast respecteren ze Brussel minder, omdat ze geen band met de stad hebben. Ze kennen de ouders niet van de jongens
op wie ze schieten, ze identificeren zich niet met de buurt waar ze verkopen.”
Bendes die een dealplek proberen over te nemen, gebruiken dat type mensen. “Voor aanvallen, maar ook als verkoper op een vers veroverde plek. Je weet immers dat je daar represailles mag verwachten en dan plaats je geen vertrouweling. De leiding van een bende blijft trouwens vaak in handen van Brusselaars die een paar jaar ouder zijn.”
Een verkoopplek al schietend overnemen is één optie. Het kan efficiënter. “Kennissen namen bijvoorbeeld een dealspot over zonder een schot te lossen: het volstond om een paar keer de wapens te tonen en de lokale dealers ervan te
overtuigen dat ze bereid waren om raak te schieten. Want schieten en schieten om te doden zijn twee heel verschillende dingen. Uiteindelijk hebben de nieuwe bazen de oorspronkelijke verkopers zelfs in dienst gehouden en de chefs vervangen. Vergelijk het met een winkel overnemen en het personeel behouden. Dat is veiliger, want dan lopen er minder gefrustreerde ex-dealers rond.”
Een ander scenario bestaat erin om niet de hele dealplek over te nemen, maar de dealer te beroven, sauter des dealers. “Die overvallers observeren gewoon wie veel verkoopt en overvallen die dan later, bijvoorbeeld op weg naar huis. Dat zag je vroeger amper. Als dealer ben je daardoor
altijd op je hoede. Ik controleerde standaard of er geen tracker onder mijn auto zat.”
Het gebrek aan respect voor de stad en haar bewoners uit zich niet enkel in geweld, maar ook in vuile buurten, ziet de ex-dealer, die daar een bewuste strategie in ontwaart. “Als je een buurt vuil houdt, komen enkel de klanten er nog en zijn er minder klachten van andere mensen, waardoor er minder politie langskomt. Als je in een superverzorgde woonbuurt zou dealen, dan jaagt de politie je meteen weg. Op een verwaarloosde plek gaan de agenten hooguit af en toe eens controleren.”
“Ik vind het triest voor Brussel en vrees dat het al te ver is ontspoord om de spiraal te stoppen. Mocht ik kinderen hebben, ik zou wellicht verhuizen”
De vaste verkoopplekken zijn maar één manier om drugs te slijten. De stuff door een koerier laten bezorgen is een andere. “Vergelijk het met Uber Eats,” legt Michel uit. “In zo’n systeem speel je of callcenter of chauffeur. In de eerste rol noteer je bestellingen en geef je die door aan de chauffeur. In de tweede rij je rond en lever je op de plek van afspraak. Dat kan met de auto, maar afhankelijk van de afstand gebeurt het met steps, fietsen of motorfietsen.”
In het ‘systeem callcenter’ wordt vooral cocaïne verhandeld, een drug waarvan de winstmarges hoog genoeg zijn om op een plek van afspraak te leveren. De werkwijze heeft het voordeel dat het een stuk veiliger is dan de verkoop op vaste plekken. “Alleen mensen op een lijst met betrouwbare personen mogen immers drugs bestellen.” De rollen van callcenter en bestuurder combineren is overigens geen goed idee. “Als die multitasker wordt opgepakt, neemt de politie ook het telefoonnummer in beslag waar alle klanten naar bellen. Dan is de hele winkel meteen opgedoekt.”
Het verhaal van Michel lijkt bijwijlen zo uit een televisieserie te komen, en die link is niet helemaal toevallig. “Veel mensen in het drugsmilieu hebben series als The Wire (over drugscriminaliteit in Baltimore, red.) of Gomorra (idem in de voorsteden van Napels, red.) gezien. Zelf vind ik die twee reeksen bijzonder goed gemaakt.” Die series zijn niet enkel gebaseerd op de realiteit, ze beïnvloeden ze op hun beurt ook weer, legt Michel uit. “In The Wire beslissen de autoriteiten op een bepaald moment om alle verkoop te concentreren in enkele straten, die ze ‘Amsterdam’ noemen. Ik hoorde Brusselse dealers al discussiëren of dat misschien geen goed idee zou zijn hier.”
De voorbije jaren werden drugsgeweld en -overlast steeds meer een gespreksonderwerp in Brussel. Een zaak zit Michel daarbij dwars. “Nogal wat mensen leggen snel de link tussen dealen en moslims, maar op het terrein zag ik vaak het tegendeel. De islam bleek meermaals net een obstakel dat jongeren tegenhield om in de drugshandel te stappen. En dat zeg ik als niet-gelovige met een katholieke opvoeding.”
Justitiehuis als reddingsboei
Sinds een jaar of twee jaar helpt het justitiehuis Brussel Michel om uit het drugswereldje te raken. Een justitiehuis heeft veel taken, maar een daarvan focust op individuele begeleiding van daders, om zo de kans op recidive te verkleinen. Een keer per maand ontmoet Michel er zijn justitieassistente, die hem op weg helpt naar een opleiding, werk en permanente huisvesting. “In het justitiehuis ervaar ik veel begrip, ook als ik eens niet alles perfect doe en niet meteen reageer.” Het justitiehuis controleert daarnaast ook of Michel wel de voorwaarden vervult die het gerecht hem heeft opgelegd en rapporteert daarover.
Ondanks de vele duizenden euro’s die hij verdiende, woont Michel vandaag nog in een opvangstructuur. “Als dealer word je al snel je eigen cliché. Je hebt veel geld, dus ga je ermee pronken en het uitgeven. De laatste jaren deed ik dat veel minder, maar het gerecht heeft me bij verschillende veroordelingen in totaal voor 50.000 euro aan boetes opgelegd, voor winst die ik zou gemaakt hebben. Alleen heb ik dat geld niet en kan ik het gerecht niet zomaar betalen. Een goed systeem vind ik die boetes niet. Ik wil nu echt wel uit dat wereldje, maar een ander zou geneigd kunnen zijn om net opnieuw te gaan dealen om die schuld af te lossen.”
“Als dealer word je snel je eigen cliché. Je hebt veel geld, dus ga je ermee pronken”
Wat had hem bij de drugs kunnen weghouden? Zijn antwoord kan verrassend klinken. “Mijn eerste veroordeling voor drugs was een voorwaardelijke gevangenisstraf, waardoor er niets concreets gebeurde. Ik had liever een werkstraf gekregen, dat is een veel sterker signaal, dat me misschien nieuwe inzichten had gegeven. Een voorwaardelijke straf is enkel een zwaard van Damocles boven je hoofd en een ‘Trek je plan maar’.”
De voorbije zestien jaar belandde Michel drie keer in de gevangenis, waarvan twee keer voor drugshandel. Vandaag is hij de dealerwereld spuugzat en verlangt hij naar een rustig leventje, zonder al die heisa en het gevaar. “Je mag dan veel geld verdienen, het is echt geen makkelijk leven: stress om opgepakt te worden, druk van concurrenten, lange shifts. Als je een probleem krijgt met dealers of politie, kan je snel alles kwijt zijn, je hebt geen sociale bescherming. Geef mij maar een gewone job en in een ideaal scenario une femme bien.”
*Michel is een schuilnaam.
6 000 EUROS PAR MOIS’
FR Les témoignages de victimes de nuisances liées à la drogue sont fréquents, mais rares sont les dealers qui acceptent de se confier. Michel, 30 ans, parle anonymement. Vendeur de drogue depuis ses 14 ans, il a vu le marché évoluer. « Au début, je vendais du cannabis fourni par un ‘frère’ plus âgé. Mais avec l’essor du marché de la cocaïne, l’argent en jeu a augmenté. Je suis passé de 1 600 à 6 000 euros par mois. » Avec une violence proportionnelle à l’argent empoché. Un facteur parmi d’autres qui l’a poussé à quitter ce milieu. « On a beau avoir beaucoup d’argent, ce n’est vraiment pas une vie facile. »
‘I MADE 6,000 EURO A MONTH DEALING COKE’
EN We know what residents, the police, the courts, aid organisations, and users think about drugs. But we rarely hear from dealers. BRUZZ met Michel (30), who anonymously told us about his career selling drugs from the age of 14 and how he saw the drug market change dramatically over the last few years. “I started by selling weed. But once the cocaine market started growing, there was suddenly a lot more money involved. Rather than 1,600 euro, I was earning 6,000 a month.” The money also came with violence, one of the reasons why he left the world. “You may make a lot of money but it is a hard life.”
Het Brusselse parket heeft voor driekwart van de 92 schietpartijen in 2024 nog geen dader kunnen vinden. In de resterende gevallen zijn er 63 vermoedelijke daders of medeplichtigen geïdentificeerd. Dat blijkt uit cijfers die BRUZZ opvroeg.
door Koen Cypers en Jasmijn Post
derde (66 procent) duidelijk gelinkt aan het drugsmilieu, veertien procent heeft niets met drugs te maken en de context van de overige twintig procent moet nog bepaald worden.
36 daders aangehouden
Verder zijn er in slechts 23 van de 90 dossiers – een kwart van alle schietpartijen in 2024 – verdachten geïdentificeerd, goed voor 63 vermoedelijke daders of medeplichtigen. Van hen is ruim de helft, 36 daders in totaal, aangehouden. Twee daders zijn intussen veroordeeld.
Met al elf schietpartijen en twee dodelijke slachtoffers tikt de teller van het vuurwapengeweld in Brussel ook dit jaar verder aan. Vorig jaar telde de politie in onze hoofdstad 92 schietpartijen, een absoluut record. Daarmee schopte de stad het volgens het Vlaams Vredesinstituut samen met Marseille en Napels tot de top drie van de steden in Europa met het meeste vuurwapengeweld. Ter vergelijking: in 2023 vonden in onze hoofdstad 62 schietincidenten plaats met 28 gewonden en vier doden. In 2022 waren er dat 56 met 26 gewonden en twee doden. Bij de 92 schietincidenten van vorig jaar kwamen negen mensen om het leven en raakten 48 personen gewond.
Voor het eerst heeft het Brusselse parket een balans opgemaakt van alle onderzoeken naar de schietpartijen van 2024. Van de negentig dossiers die bij het Brusselse parket zijn geopend, is minstens twee
“36 daders zijn voor de onderzoeksrechter geleid en aangehouden. Zij zitten ofwel in voorlopige hechtenis in de gevangenis, ofwel staan zij onder elektronisch toezicht, ofwel zijn ze vrij onder voorwaarden. Daar beslist de raadkamer elke maand geval per geval over,” klinkt het bij het Brusselse parket.
Voor de overige 67 dossiers (75 procent) hebben de politie en het parket voorlopig nog niemand kunnen identificeren. Die onderzoeken lopen nog.
De nieuwe procureur des Konings Julien Moinil maakte zich vorige week in de hoorzitting van het Brussels parlement nog sterk dat alle onderzoeken naar de dodelijke schietpartijen ‘opgelost’ zijn. Aan BRUZZ bevestigde Moinil dat alle daders van de dodelijke schietpartijen van 2024 bekend zijn. “Dat betekent niet noodzakelijk dat we van elk dodelijk incident de daders en medeplichtigen ook effectief aangehouden hebben. Sommige daders kunnen zich in het buitenland bevinden, maar we weten wel wie het zijn. Dat is een belangrijke stap.”
“Van alle dodelijke schietpartijen in 2024 hebben we de daders geïdentificeerd. We weten wie het zijn en dat is een belangrijke stap”
Julien Moinil
Procureur des Konings
dodelijke schietpartijen in 2024 bekend zijn. “Ze zijn niet noodzakelijk aangehouden, sommigen kunnen zich in het buitenland bevinden.”
De onderzoeken naar de recente dodelijke schietpartijen van 7 en 15 februari van dit jaar lopen nog. Eerder liet het Brusselse parket wel al weten twee verdachten opgepakt te hebben in het onderzoek naar de schietpartij aan metrostation Clemenceau op 5 februari. Korpschef Jurgen De Landsheer bevestigde zondag in De Zevende Dag dat er voor de schietpartijen dit jaar al twee mensen zijn aangehouden. “Hoewel we hier weinig over kunnen communiceren, gebeurt er wel degelijk veel achter de schermen,” zei hij.
Volgens De Landsheer ligt er – behalve de aanwezigheid van agenten op straat –een belangrijke oplossing in het aanpakken van illegale geldstromen. Een Brusselse taskforce zou zich hiermee bezig moeten houden. “Vastgoed, luxewagens en cash
11
schietpartijen waren er al in Brussel in 2025. Daarbij vielen twee doden en vier gewonden
67
dossiers rond schietpartijen in 2024 zijn nog in onderzoek. Voor 23 dossiers uit 2024 zijn intussen verdachten geïdentificeerd
onderscheppen die naar het buitenland gaan, is essentieel. Als we de geldstromen aanpakken, raken we criminelen het hardst.”
De Landsheer erkent de ernst van de situatie, maar verwacht veel van het gerechtelijk onderzoek, dat al resultaten boekte en het milieu onder druk zet. Hij verwijst naar een uitspraak van voormalig minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD): “Het zal eerst slechter worden voordat het beter wordt.” De korpschef hoopt dat nu het dieptepunt is bereikt, al beseft hij dat het een kwestie van lange adem is.
Politiewerk alleen is niet voldoende om het geweld achter ons te laten. “Drie cruciale zaken zijn noodzakelijk,” benadrukt De Landsheer: “Veiligheid creëren door agenten op straat, gerechtelijk onderzoek naar criminele netwerken en de sociale cohesie versterken.”
Op dit moment beschikt de politiezone over voldoende wapens en manschappen, maar langdurige inzet zal extra middelen en personeel vergen. “Daarom werken we nauw samen met de federale politie en collega-korpschefs om mensen optimaal in te zetten,” zegt De Landsheer.
“We hebben dagelijks ongeveer zestig mensen op straat, met steun van de federale politie en andere zones, waaronder Brussel Stad. Dit wordt prioritair aangepakt. Daarnaast hebben we patrouilles en een speciaal bijstandsteam dat actief criminelen opspoort en arresteert.”
Binnenlandminister Bernard Quintin (MR) stelde eerder voor om het leger bepaalde politietaken te laten overnemen. Ook de regering is er voorstander van om private bewakers in te zetten, om zo de ‘kerntaken’ van de politie te vrijwaren. Zo schreef Knack eerder deze week.
De Landsheer reageert daar positief op. “We willen het takenpakket van de lokale politie herbekijken. Doen wij niet te veel taken die anderen kunnen overnemen? Bijvoorbeeld de bewaking van Joodse instellingen in Anderlecht, Sint-Gillis en Vorst. Die bewaking is belangrijk, maar kan ook worden uitgevoerd door het leger, private bewaking of de federale politie.”
Daardoor zouden dagelijks zo’n acht agenten vrijkomen. “Zo kunnen wij ons richten op het aanpakken van illegale economie, die gelinkt is aan de drugshandel,” zegt De Landsheer.
‘Ik wil een stadsklooster oprichten, te midden van de Brusselse hectiek’
Samen met religieus gelijkgezinden richt Tim Brys momenteel een Brussels stadsklooster op. In een boek over het onderwerp, dat volgende week verschijnt, pleit hij voor meer “geestelijke verdieping, als antwoord op de uitdagingen van onze grootstad”.
Tim Brys
• Schreef ‘Hoe maak je een stadsklooster?
Een persoonlijke zoektocht’, dat op 3 maart bij Otheo verschijnt.
• Doctor in artificiële intelligentie (VUB), master in Midden-Oostenstudies (Beiroet)
In Libanon woonde ik met mijn gezin tussen Syrische vluchtelingen. Zij waren hun hechte dorpsgemeenschappen ontvlucht vanwege dictator Bashar al-Assad en jihadisten van IS. Ondanks hun armoede bedreven ze, net als veel Libanezen, nog steeds de legendarische Arabische gastvrijheid en mochten we hun gemeenschapsleven delen. Meermaals per week dronken we thee of aten we bij buren. Bij de kruidenier om de hoek bleven we vaak plakken voor een babbel. En een oude weduwe kwam te pas en te onpas langs voor koffie (hoewel we, toegegeven, soms schuilden op ons balkon wanneer ze alweer op de voordeur hamerde –“Shhhht, kindjes.”).
Ons leven speelde zich af op een vierkante kilometer en, ja, er was sociale controle en minder privacy en niet alle buren waren even tof. Die
Stadsleven Mary Poppins door Jasper Fonteyn
Het vriest. Het kraakt. Het is zo een dag dat je met tegenzin je jas en muts aantrekt om tijdens je middagpauze op zoek te gaan naar een broodje. Het moet, want deze ochtend was er geen brood in huis en drukte ik ook net iets te veel op die vervelende snoozeknop van mijn wekkerradio. Het Flagey-
hechte gemeenschap leek soms echter zoveel betekenisvoller dan het individualistische leven dat we voordien als Vlamingen in Brussel leidden, waar we onze buren niet kenden en vrijblijvende vriendschappen onderhielden met gelijkgezinden ver weg. Als je jong, gezond en niet arm bent, dan werkt dat misschien,
maar de epidemie van eenzaamheid, angsten en depressies in België doet vragen of iedereen even wel vaart bij dat individualisme.
“In Stadsklooster Brussel zullen we met enkele huishoudens samen leven, samen bidden, en samen de buurt dienen”
plein is leeg, op de bank zit een oud vrouwtje met wat maïs. De duiven vliegen af en aan. Drie worden er al snel vijftig. Het doet me denken aan mijn eigen kippen, maar vooral ook aan die scène uit Mary Poppins.
In mijn hoofd speelt het liedje uit die film, ‘Feed the
Wanneer vrienden berichtten dat ze in Brussel een ‘stadsklooster’ wilden opstarten, om samen te leven, sprak dat ons dus aan. Net zoals cohousing bij vele Brusselaars aanslaat. Stadsklooster Brussel werd een van onze redenen om terug naar België te verhuizen. Niet alleen het idee van gemeenschap was daarin een drijvende factor, net zoals individualisme niet de enige oorzaak is van de huidige psychologische crisis. Zingeving speelt in beide ook een grote rol.
birds’. Het is eigenlijk een prachtig tafereel. Ik kijk nog even, glimlach, wandel door.
Het vrouwtje heb ik niet meer teruggezien, maar iedere keer als ik voorbij haar lege plekje op de bank loop, hoop ik dat de duiven haar hebben meegenomen naar een andere, mooie
Mary Poppins-wereld. Mijn kippen brengen me dan weer naar de achtertuin, waar het kraakt en vriest.
In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be
Betekenisvol verhaal
Tienjaargeleden,tijdensmijn doctoraatinAIaandeVUB,ismijn leven overhoopgehaalddoor het lezen van deBijbel.Enkelegeestelijke ervaringenmaaktenGods aanwezigheiduitermatereëelen
Jezus’radicaleonderwijsleiddemij ertoeomdaklozenenvluchtelingen te ontmoeten, wat onsuiteindelijk naarLibanonbracht.Mijn leven was plotsnietmeereenaaneenschakeling van egocentrischepleziertjes, maardeel van eengroot,betekenisvol verhaal, met onbaatzuchtige liefdevooranderenenGodcentraal. Stadskloosterzal,zoalsdenaam verraadt,dusnietgewooneen
cohousingzijn,maar ten grondeeen spirituelegemeenschap. Het brengt voormijmeerderelevensstromen samendieeengepastantwoord lijken te vormenopenkeleuitdagingen van onzegrootstad:gemeenschapsleven te midden van eenzaamheidenmentaleproblemen,geestelijkeverdiepingvoor gejaagdestedelingenopzoeknaar zingeving,gastvrijheidvoor kwetsbarenineenverpauperende stad.
InStadskloosterBrusselzullen we met enkelehuishoudenssamen leven,samenbidden,ensamende buurtdienen.‘Zullen,’ want het iser nogniet,tweejaarnaonze ‘remigratie’. Een van deobstakelsis deenormdurevastgoedmarktin Brussel, wat zorgt dat we uitkijken naaralternatieveformules,zoals erfpacht.Momenteelzijn we in gesprek met patersdiehun gebouwinKoekelbergverlaten, maar het is te vroegomal te zeggen of dat eenreëleoptiewordt. Op het plattelandzouden we vermoedelijksnellerengoedkoper aaneen‘klooster’raken,maar we voelenonsgeroepen tot Brussel, met zijnhectiek,rijkediversiteiten zwareproblematieken.Als we ergenseenverschilwillenmaken, danisergeenbetereplaatsdan Brussel,lijktmij.
Reageren of zelfeenopiniestuk insturen?Mailnaarredactie@bruzz.be
Als de PS de communautaire afspraken in Brussel blijft schenden, moeten we misschien ook de faciliteiten afschaffen en de beschermingsmechanismen op federaal niveau afbouwen”
Moeten honden overal in Brussel aan de leiband?
Resultatenonlinebevraging,op20februari2025viaRhetoric (66 reacties)
Ja
Een hondisonvoorspelbaar,zekervooriemanddie het diernietkent.Ikvind het moeilijkomin te schatten of het baasjedehondaldannietonder controleheeft.Voordeveiligheid van iedereen zou het beterzijn dat het gebruik van deleibandoveral gehandhaafdwordt. JeroenB.
Mensenmoetenaanvaardendannietiedereen van hondenhoudt.Jedeeltdeopenbareruimte,mijn vrijheideindigtwaardie van iemandandersbegint. Jeroen V.
Ikhebzelfeenhonddiezeerrustigis,maarerzijn situatieswaarophijuitzonderlijkentotaal onverwachtreageert,zoalsbijeenaantalreuen, eenskatebord,eenvoorbijrijdendelektronische scooter… met allegevolgen van dienwanneerhij nietaandeleibandis. Marc D.
Nee
Hoewelgedomesticeerdhebbenhondennog steedsbehoefteaanvoldoendebewegingen vrijheid. Bram V.
Goedgetraindehondenveroorzakengeenoverlast. Een verplichtetrainingvoorbaasjeslijktme wenselijker. CélineS.
Hondenzijn(indienjuistgetraindengesocialiseerd)minderreactiefals ze loslopen. Een hond aandeleibandheeftjuistmeerrisicoopangstig gedrag zowel naarmensenalsnaarandere honden.Hondeneigenaarszoudenbeterverplicht hondenschoolmoetenvolgen. LiesbethC.
BART FIERENS, voorzitter van het AlgemeenNederlands Zangverbond,hekeltde van de Franstaligesocialistenin deBrusselseregerings‘tPallieterke, 20februari2025
Je woont al in Brussel? Of je wil in Brussel komen wonen?
Ga mee op woontour en ontdek je (volgende) favoriete buurt!
30.03.2025 Kanaal: noord
Fiets mee door de wijken in het noordelijke deel van het kanaal
27.04.2025 Noordwest-Brussel
Jette, Laken, Ganshoren
10.05.2025 Cohousing
Ontdek cohousing projecten in Anderlecht, Vorst en Sint-Gillis
25.05.2025 Zuidoost-Brussel
Europese wijk, Etterbeek, Elsene, St-Gillis
Schrijf je in via www.woneninbrussel.be.
In koude winterperiodes zetten veel scholen zich schrap voor luizenplagen. Dat wil niet zeggen dat het gevaar geweken is nu de temperaturen weer stijgen. door Andy Furniere
Nog niet zo lang geleden, toen het kwik nog flirtte met het vriespunt, kwamen op de redactie enkele reacties van bezorgde ouders binnen. Bezorgd, omdat er op de school van hun kinderen hinderlijke beestjes de ronde deden: hoofdluizen. Kleine, zespotige insecten die zich thuis voelen op de menselijke hoofdhuid – vooral van kinderen tussen drie en twaalf jaar met langer haar – waar ze zich voeden door bloed op te zuigen. Met vaak vervelende jeuk tot gevolg. Voor de rest zijn de parasieten onschadelijk: ze brengen geen ziektes over, zoals soms wordt gedacht.
Luizen worden met zekerheid overgedragen door direct haarcontact, bijvoorbeeld bij een knuffel. Recente inzichten lijken andere vormen van ‘besmetting’ tegen te spreken, toch leeft bij velen nog altijd het idee dat de beestjes zich via kleding kunnen verplaatsen. Tijdens koude weken zouden luizen zich dan op scholen vlotter verspreiden via winterjassen, mutsen en sjaals. “Daarom voorzien sommige scholen voor de zekerheid in aparte zakken en bakjes, waar ieder kind zijn kledij in moet steken,” zegt apothekeres Laurence van Apotheek Place Saint Denis in Vorst.
Luizen hebben geen probleem met lagere temperaturen en het gevaar op besmettingen is dus zeker niet geweken zodra het warmer wordt. “De voorbije weken zag ik geen stijging in de vraag naar antiluizenproducten,” zegt Laurence. “Al kan het ook dat veel ouders goed voorbereid zijn en al bij het start van het schooljaar middeltjes inslaan. In die periode na de zomervakantie, begin september, zie ik altijd een piek in de verkoop van die producten.”
• Eenvolwassenhoofdluisis ongeveer zo grootalseen sesamzaadjeengrijsblauw of, nadathijbloedopgezogen heeft,roodbruin van kleur
• Ze kunnensnelkruipen,maar nietspringen of vliegenzoals vaakgedachtwordt
De in het verleden populaire shampoos met insecticiden zijn intussen uit den boze. “Omdat die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid van kinderen en omdat luizen in de loop der tijd bovendien een resistentie hebben ontwikkeld tegen die stoffen,” vertelt de apotheekuitbaatster. “De nu gebruikte producten trachten de beestjes eerder te verstikken.” Er bestaan ook middeltjes die preventief gebruikt kunnen worden, zoals shampoos met rozemarijn en lavendel, maar het effect ervan is niet duidelijk. De apothekeres moet regelmatig misverstanden over de insecten ophelderen. “Sommige ouders denken dat ze met azijn, of zelfs mayonaise luizen effectief kunnen bestrijden. Klopt niet. En er is natuurlijk het vooroordeel dat het iets met hygiëne te maken heeft, wat absoluut niet het geval is.” Sommige kinderen zijn ook van nature vatbaarder voor de beestjes.
Een klassieke bestrijdingsmethode die geen speciale producten vergt, blijft de natkammethode. Eerst het haar wassen met gewone shampoo, daarna inwrijven met conditioner, om ten slotte met een luizenkam de luizen en neten – de eitjes – te verwijderen.
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel
Economie Autofabriek sluit deze week definitief de poorten
Deze week rolt de laatste wagen van de band bij Audi in Vorst. Daarmee komt er een eind aan 75 jaar automobielgeschiedenis in de gemeente. De relatie met de omwonenden en de lokale politiek ging niet altijd over rozen. Voor de horeca van de Sint-Denijswijk was de autofabriek wel een zegen. “We leverden frieten en durums aan de poort.”
door Bettina Hubo foto’s Saskia Vanderstichele
Ik heb het allemaal zien groeien,” vertelt Annie Richard, die ruim zestig jaar in de buurt van de fabriek woont en voorzitster is van de Historische Kring van Vorst. “Vroeger waren de terreinen langs het spoor een moerassige woestenij. Omdat de grond goedkoop was en er een spoorlijn liep, vestigden zich vorige eeuw in Laag-Vorst allerlei industriële bedrijven.”
Ook D’Ieteren bouwde eind jaren veertig van de vorige eeuw op deze plek een autofabriek, vlak bij het stationnetje Vorst-Zuid. Aanvankelijk werden er Studebakers uit Amerika geassembleerd, daarna de Kevers van het Duitse Volkswagen-concern. In 1970 kocht VW de site over en moderniseerde de werkplaats. “De drie ploegen, ochtend, middag en nacht, bepaalden het ritme van de buurt,” herinnert Richard zich. “Veel arbeiders kwamen met de wagen en parkeerden in de straten. Afgaande op het gerij bij de wissel van ploegen wist je precies hoe laat het was.”
Toen VW Vorst er in 2006 de brui aan gaf, nam Audi, een dochter van VW, de site over, samen met de helft van de ongeveer zesduizend werknemers. Bij de herstructurering werd de nachtploeg afgeschaft.
In de jaren nadien bouwde Audi de site in Vorst verder uit. Het resultaat is een mastodont van 2,5 kilometer lang en 54 hectare groot langs de Britse Tweede Legerlaan. “Spuuglelijk,” vindt Richard de fabriek met de bekende gevel in beige metaalplaat, “maar wel rigoureus onderhouden en smetteloos.”
Smetteloos zijn de gebouwen al enkele maanden niet meer. De gevel en het bekende logo met de vier ringen zijn besmeurd door verfbommetjes. Voor de hoofdingang staan slordige vakbondstentjes. Eromheen in het gras liggen stoelen en zetels, en achtergelaten, boze
spandoeken. Het zijn de restanten van maandenlang verhit actievoeren nadat het Duitse concern vorig jaar duidelijk had gemaakt dat het zijn nieuwe Q8 e-tron niet meer in Vorst zou maken, maar in Mexico. Eerst werd nog naar een overnemer gezocht, maar toen dat niet lukte, besliste de Audi-directie om op 28 februari de productie definitief stop te zetten. Drieduizend mensen komen daarmee zonder werk te zitten.
Woensdagmiddag, anderhalve week voor het einde. In de vrijwel lege Bar du Bempt, vlak bij de Audi-uitgang, zitten twee mannen en een vrouw aan de koffie, arbeiders van de fabriek. “Het is voorbij,” zegt een van de mannen, 44 jaar oud en 17 jaar in dienst van Audi. “Ik ben vandaag nog een laatste keer naar binnen geweest om mijn kluisje leeg te maken.” Al een paar maanden zit hij betaald thuis, net als het gros van zijn collega’s. De laatste weken is er wel opnieuw gewerkt in het bedrijf, maar enkel door een kleine ochtendploeg die de allerlaatste wagens afmaakt.
De mannen vinden de sluiting vooral sneu voor hun vrouwelijke collega. “Wij deden alle drie exact hetzelfde werk, maar zij is in dienst van een toeleverancier en krijgt dus niet de extra vertrekpremies die de vakbonden voor ons wisten te bedingen.”
De Bar du Bempt is een van de vele kroegen in de buurt van de fabriek waar de arbeiders jarenlang verzamelden. “Vroeger nog veel vaker dan de jongste jaren,” zegt Annie Richard. “De arbeiders mochten vorige eeuw buiten tijdens hun pauze. Ze gingen dan snel pinten pakken, bijvoorbeeld in La Barrière, een café aan het spoor dat inmiddels is afgebroken.” Naar verluidt stond het bier al klaar op de toog als de pauze begon.
Vandaag ogen stamcafés als Le Moulin, La Cox en de Kiosque stil en verlaten. Het ooit erg populaire Mon P’tit Lou staat al een tijd te koop. In Le Break, in de Stationstraat, zitten alleen achterin nog twee werknemers van de Audi-fabriek, elk met een pint bier voor zich. “Het was hier ooit veel drukker rond deze tijd,” zegt Ben, de Albanese patron van het café. “Telkens wanneer de ploegen wisselden, liep het vol, zeker op vrijdag. En twintig jaar geleden, toen we nog vierentwintig uur per dag open waren, kwamen ze om vijf uur ’s morgens al binnen.”
Aan een tafeltje bij het raam zit ook buurtbewoner Didier. Hij werkt niet voor de Duitse autobouwer, maar is croquemort – lijkdrager – bij een lokale begrafenisondernemer. Als trouwe stamgast van Le Break komt hij elke middag zijn glaasje drinken. De klanten van Audi zijn ondertussen maten geworden. “Ik zal hen missen.”
Volgens hem zal de hele horeca van de Sint-Denijswijk het voelen, niet alleen de cafés, ook de snacks, pizzeria’s en broodjeszaken en de Delhaize aan de Neerstalsesteenweg. “Audi liet de handel van de hele buurt draaien.”
Hij stuurt ons naar Le Saint-Denis, een met roze neon verlichte snackbar op het Sint-Denijsplein, waar Hakan Caglak, al 26 jaar eigenaar van de zaak, frieten staat te bakken. “Ik ben dertig procent van mijn cliënteel kwijt door de sluiting van Audi,” zucht hij. “Veel werknemers kwamen voor of na hun shift langs. Maar wij gingen zelf ook heel vaak tegen zes uur naar de poorten van de fabriek met een reeks bestellingen van friet en durums. Iemand wipte dan tijdens de pauze snel even naar buiten om alles in ontvangst te nemen.” Ook de uitbater van sandwicherie Shahineze, iets verderop, kreeg regelmatig
telefoon vanuit Audi. “Vanaf ’s morgens belden ze, met de bestelling en het nummer van de poort waar we moesten leveren.”
Op het Sint-Denijsplein, met een goed zicht op de fabriek, lijken voorbijgangers en buurtbewoners niet echt aangeslagen door de nakende sluiting van Audi. Jonathan, die vlakbij woont en in de biowinkel op het plein werkt, heeft niet de indruk dat het vertrek van Audi een heel grote impact heeft op de lokale gemeenschap, al is het volgens hem wel wat minder levendig in de buurt. “De manier waarop drieduizend mensen hun werk verliezen is natuurlijk heel triest,” zegt hij. “Maar de meesten wonen niet in de buurt.”
Van de drieduizend werknemers van Audi was inderdaad slechts tien procent Brusselaar. En er werkten hooguit vijftig à zestig Vorstenaren.
Dat de autobouwer niet meer moeite deed om de lokale bevolking aan werk te helpen, steekt nog altijd bij Annie Richard. “In deze wijk is de werkloosheid hoog, vooral onder jongeren. Maar Audi vond dat ze niet het juiste profiel hadden.” Of ze toch met enige trots kan terugblikken op de Duitse autobouwer, die Vorst bekendheid gaf tot ver over de landsgrenzen?
“Vorig jaar mochten we met de Historische Kring op bezoek in de fabriek,” zegt ze. “Ik geef toe, ik was zwaar onder de indruk van de toptechnologie en de efficiëntie. Op zo’n onderneming zou je trots kunnen zijn, ware het niet dat ze nu delokaliseert om elders meer geld te gaan verdienen.”
Weinig cadeaus
Tussen het gemeentebestuur van Vorst en Audi liep het niet altijd even soepel, vertelt PS’er Marc-Jean Ghyssels, schepen in
“De politie van Vorst kreeg ooit twee VW-Golfs, niet helemaal geschikt voor de verkoop, maar wel in prima staat”
Marc-Jean Ghyssels (PS) Oud-burgemeester van Vorst
Vorst vanaf 1990 en burgemeester tussen 2012 en 2018. In die tijdspanne van bijna dertig jaar had hij veel te maken met de Duitse autofabriek, die tien procent van het grondgebied van de gemeente besloeg. “Toen ik 1990 als schepen van Stedenbouw begon, bouwde VW er maar op los, hier een hangar, daar een doorgang die afgesloten werd, terwijl ze vaak nog geen bouwvergunning hadden aangevraagd. Ik heb hen meteen te verstaan gegeven dat ze de regels moesten respecteren.”
Na dit moeizame begin verliep de samenwerking volgens Ghyssels redelijk goed, al was het duidelijk dat de directeuren in Vorst altijd naar de pijpen van het hoofdkwartier in Duitsland dansten en hun fabriek liefst zonder veel lokale bemoeienis bestuurden.
In de VW-periode ging het er wel gemoedelijker aan toe dan later onder het ‘pretentieuzere’ Audi. “Vroeger nam het bedrijf deel aan het leven in de gemeente. Ik herinner me dat onze gemeentepolitie twee Golfs van VW kreeg, niet helemaal geschikt voor de verkoop, maar in prima staat. Ook schonken ze mooie prijzen voor de tombola van de handelaarsvereniging.”
Voor de rest deed de automaker weinig cadeaus aan de gemeente. Ghyssels: “Het was altijd ‘voor wat hoort wat’. Als het ook in hun belang was, werkten ze mee.”
De gevel en het bekende logo met de vier ringen zijn besmeurd. werknemers. “Vanaf ’s morwe moesten leveren.”
Zo renoveerde VW op eigen kosten het ‘kasteel’, een deel van de vlakbij gelegen Abdij van Vorst, die eigendom is van de gemeente. In ruil mocht het bedrijf het gebouw 25 jaar lang gratis gebruiken. “Als de Duitse bestuurders overkwamen, werd er in de chique salons vergaderd.”
Aanvankelijk verzette het concern zich ook tegen de aanleg van een stormbekken op hun gebetonneerde site. Dat was nodig om de overstromingen in de Sint-Denijswijk tegen te gaan. “Ten langen leste werkten ze toch mee, omdat de fabriek zelf ook af en toe onder water stond,” zegt Ghyssels.
Audi deed wel moeilijk toen de gemeente betaald parkeren invoerde in de Sint-Denijswijk. “Het bedrijf wilde een voorkeurtarief, maar dat hebben we geweigerd. In zulke gevallen gebruikten ze altijd dezelfde chantage: ‘Als jullie het ons te moeilijk maken zijn we hier weg.’”
Zeker bij het Gewest kregen ze op die manier veel gedaan, zegt Ghyssels. “Zo ontvingen ze een compensatie voor bepaalde lokale belastingen en ook andere financiële steun. Ik vond dat niet eerlijk. Waarom kreeg deze multinational een voordeel en de kmo’s van Vorst niet? En uiteindelijk gaan ze nu toch weg.”
Wat met de toekomst van de site? Het is een vraag die Ghyssels en vele andere
Vorstenaren bezighoudt. Losse ideetjes zijn er genoeg: een logistieke hub, een voetbalstadion, een oorlogsfabriek. Voorlopig zijn de terreinen en de gebouwen nog altijd in het bezit van Audi Brussels. Een team van driehonderd man zal er tegen eind van dit jaar de laatste personeels- en administratieve kwesties afhandelen en de fabriek leegmaken.
Daarna zal de site naar alle waarschijnlijkheid worden verkocht, aan een overheid of een privé-investeerder. Sowieso zal de reconversie pas kunnen beginnen na een grondige sanering van de
terreinen. “De herontwikkeling wordt een heel groot en complex dossier, meent Ghyssels. “Gezien de traagheid van de procedures in dit land is de kans groot dat we er over vijftien jaar nog over aan het palaveren zijn.”
In de buurt doemt dan ook het schrikbeeld van een reuzegrote stadskanker op. “Nu is de fabriek beveiligd door bewakingsploegen en camera’s,” zegt Annie Richard. “Als de site straks leegstaat en er geen beveiliging is, vrees ik dat het een nogozone wordt, waar allerlei ongure types vrij spel krijgen.”
‘NOUS
FR Cette semaine, la dernière voiture quittait la ligne de production d’Audi Forest, marquant la fin de 75 ans d’histoire automobile dans la commune. Les relations avec les riverains et les politiques locaux étaient parfois tendues. « Les directeurs suivaient scrupuleusement les instructions de la maison mère en Allemagne, cherchant à gérer l’usine sans trop d’interventions locales », témoigne un ancien bourgmestre. Pour les établissements horeca du quartier Saint-Denis, la fermeture d’Audi est un coup dur. « Nous avons perdu 30 % de notre clientèle. »
‘A THIRD OF OUR CUSTOMERS ARE GONE’
EN This week, the last car rolls off the assembly line at Audi in Vorst/Forest marking the end of 75 years of automotive history in the municipality. The relationship with local residents and local politics was not always smooth. “It was clear that the directors danced to the tune of the headquarters in Germany and preferred to run the factory in Vorst/ Forest without much local input,” one former mayor says. For the cafes and bars in the Sint-Denijs/ Saint-Denis district, the closure of Audi is a major snub. “We have lost a third of our clientele.”
voetbal’
Het Growing by Hockey-project wil het imago van elitesport afpoetsen dat nog steeds aan hockey kleeft. Voor haar activiteiten rekent ze op jonge animatoren, die op die manier ook hun eerste werkervaring opdoen.
door Andy Furniere
Growing by Hockey werd in 2022 opgericht door Pierre-Emmanuel van Hoorebeke uit Sint-Genesius-Rode. Hij had de bedoeling om hockey toegankelijk te maken voor iedereen, maar ook om Brusselse jongeren een springplank naar werk te bieden. Daarvoor biedt de vzw niet alleen een opleiding tot hockeyanimator, maar ook onder meer Nederlandse lessen, advies bij studiekeuzes en steun bij de zoektocht naar werk. Dat gaat van tips om een goed cv op te maken tot hoe een sollicitatiegesprek aanpakken en voorbereiden.
Als animator geven de jongeren na hun opleiding tegen vergoeding trainingen voor kinderen op verschillende plekken, op pleintjes en in scholen bijvoorbeeld. Een van die plekken is de turnzaal van de school Sint-Ursula in Laken, waar Idriss op woensdag een van de twee animatoren is. De hoog opgeschoten jongeman met Marokkaanse achtergrond uit Sint-Gillis ziet er fysiek een stuk ouder uit dan zijn zestien jaar en klinkt ook al behoorlijk matuur voor zijn leeftijd.
Beter leren plannen
“Behalve de lessen in Laken, geef ik tijdens de week ook trainingen in Schaarbeek en Vorst,” legt hij uit. “Dat vergt best wat planning, daardoor ben ik veel beter geworden in het organiseren van mijn tijd. Dat helpt me bij mijn studies.”
Hij heeft al concrete toekomstplannen, al liggen die uiteraard nog verre van vast.
“Misschien studeer ik voor boekhouder, maar ik word in het bijzonder aangetrokken door het domein van cyberveiligheid. Van kennissen hoor ik dat de studies bijzonder interessant zijn.” De zelfstandigheid en leiderschapskwaliteiten die hij aanscherpt als hockeyanimator, zouden hem later weleens goed van pas kunnen komen. “Eerst zou ik in een bedrijf ervaring op willen doen, maar op langere termijn droom ik van mijn eigen cyberbeveiligingszaak.”
“Ik hou van de mentaliteit van de hockeyspelers, ze zijn niet zo zelfzuchtig op het veld”
sporten die in mijn vriendengroep populair zijn.” Hoe ligt hockey in die groep? “Ik krijg weleens te horen dat hockey toch een sport is voor rijke, witte jongeren. Toegegeven, dat dacht ik vroeger zelf ook. ‘Dat is onzin,’ antwoord ik nu. Het is een sport zoals andere, die iedereen kan doen.”
Zelf heeft hij de sport leren waarderen, al zal hij zich niet meteen bij een club aansluiten. “Ik speel het graag en volg de nationale ploegen wel een beetje. Ik hou van de mentaliteit van de hockeyspelers, die anders is dan bij voetballers. Ze zijn minder zelfzuchtig op het veld, ze voelen minder de drang om per se zelf te scoren, het is echt een ploegspel.”
Eerdere ervaring met hockey, had Idriss nog niet. “Ik heb wel gevoetbald en probeerde al een aantal gevechtssporten uit, zoals Thais boksen en Braziliaans jiujitsu, de
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.
Big City
zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Nadia uit Sint-Joost.
door Maya Callizaya
Vraag Vandaag krijgen jongens en meisjes in ons land hetzelfde onderwijs, maar dat was niet altijd het geval. De Brusselse Isabelle Gatti de Gamond wou daar iets aan veranderen en richtte de eerste seculiere middelbare school voor meisjes in België op. Nadia uit SintJoost wil graag weten wat over haar leven geweten is.
Antwoord Isabelle Gatti de Gamond werd in 1839 in Parijs geboren, maar haar familie verhuisde naar Brussel toen ze vijf jaar oud was. Het gezin woonde niet altijd in België, maar Isabelle keerde op 22-jarige leeftijd terug naar Brussel, om als privélerares en vertaalster te werken.
Tussen 1862 en 1864 stuurde Gatti de Gamond het tijdschrift L’Education de la Femme aan.
Daarin ontwikkelde ze de basis van haar nieuwe onderwijsproject om vrouwen te emanciperen. Ze wou daarmee alle niveaus van onderwijs én alle vrouwen bereiken, ongeacht hun toestand of afkomst. Haar project stond haaks op het onderwijs dat tot dan toe beschikbaar was voor meisjes. Na de basisschool kon de bourgeoisie naar particuliere en dure scholen, om hen voor te bereiden op hun toekomstige rol als moeder en echtgenote. Van intellectuele ontwikkeling was geen sprake. Vakken als naaien, zingen, dansen en religie waren wel essentieel.
wijsprogramma te realiseren. Haar instelling bood geen religieus onderwijs, maar richtte zich op wetenschap, wiskunde, moderne en klassieke talen, maar ook op lichamelijke opvoeding. Die ‘Cours d’éducation A’ opende de deuren in de Broekstraat en werd een groot succes.
Tot vandaag leeft haar project nog voort als het Franstalige Koninklijk Atheneum Isabelle Gatti de Gamond. Door het succes werden er in Brussel vrij snel nog twee andere scholen geopend, eentje in de Strostraat en eentje in de Grevelingenstraat.
Het onderwijsmodel verspreidde zich ook in andere Belgische gemeenten. Isabelle Gatti de Gamond effende zo het pad voor heel wat ambitieuze vrouwen, onder wie bijvoorbeeld Marie Popelin, de eerste vrouwelijke advocate.
In 1864 kreeg Isabelle Gatti de Gamond van de gemeenteraad van de Stad Brussel de toestemming om een middelbare school voor meisjes op te richten, om op die manier haar onder-
Ook Marie Spaak-Janson, de eerste vrouwelijke senator was een gatticienne
In 1899 ging Gatti de Gamond na een loopbaan van 35 jaar als lerares met pensioen. Ze stierf in 1905 in Ukkel.
Conclusie
Isabelle Gatti de Gamond ontpopte zich tijdens haar leven tot een feministisch boegbeeld en door de oprichting van een eigen school tot een symbool voor het Brusselse onderwijs. Ze wordt weleens de moeder der Belgische feministen genoemd.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
Bestaat er een geheime tunnel onder de Grote Markt? BRUZZKet zoekt het samen met de leerlingen van ‘t Regenboogje uit in een nieuwe KetCity.
Bekijk de video op BRUZZKet.be
EEN WEG NAAR BUITEN
BRUZZ belicht in de nieuwe reeks ‘Een weg naar buiten’ hoe een meer persoonlijke aanpak gevangenen helpt om beter voorbereid te zijn op het leven na hun vrijlating.
Dinsdag na BRUZZ 24 en op BRUZZ.be
In ons maandelijks cultuurmagazine lees je interviews met onder anderen Romy Louise Lauwers, Iliona en Miwako Van Weyenberg, en auteur Jeanette Winterson. Neem een abonnement via BRUZZ.be/abo
Naam: Anas
Leeftijd: 15 jaar
Woont samen met: ouders, broer en een van zijn zussen
Gemeente: Schaarbeek
Hobby’s: Basketbal en acteren
The hang-out
Elke week deelt een straffe Ket zijn of haar favoriete plek in Brussel. Deze week: Anas (15), die meespeelt in de film BXL. Je vindt hem bijna dagelijks in en rond het Gaucheretpark in Schaarbeek, waar hij kind aan huis is. Hij lijkt wel een kleine burgemeester wanneer leeftijdsgenoten hem enthousiast begroeten en de hand schudden.
door Emilia De Feyter foto Saskia Vanderstichele
Met wie kom je hier basketten?
Met mijn vrienden, maar ook met andere kinderen die hier spelen. Vaak kom ik buiten en zie ik dat ze al aan het spelen zijn. We doen ook mee aan de activiteiten van het buurthuis, dat op de hoek van het park ligt.
Wat doe je in het buurthuis?
Het is open op woensdag en zaterdag. We spelen er bijvoorbeeld voetbal, pingpong of op de PlayStation. Tijdens de vakanties kunnen we er de hele week terecht en doen we soms uitstapjes, zoals naar de zee. Mijn broer en zussen zijn hier ook opgegroeid.
Hoe is het om in de Noordwijk te wonen?
Ik vind het een gezellige wijk en ik zou hier niet weg willen. Dit is mijn thuis. Mensen hebben een bepaald beeld van de Noordwijk, en ja, dat beeld is deels realiteit. Maar je moet hier wonen om echt te begrijpen hoe het is. Ik begrijp dat de wijk een slechte reputatie heeft, maar ik zie dat niet zo. Ik voel me hier veilig.
Wat kan beter in de wijk?
Er zijn te veel wegenwerken, waardoor het verkeer vastloopt. Daarnaast mogen er meer speelterreinen komen, zodat jongeren meer ruimte hebben om te spelen.
Hoe ben je bij de film BXL terechtgekomen van Ish en Mounir Ait Hamou?
Ish zag me in een kortfilm op het System D-filmfestival. Ik deed mee aan de casting en werd geselecteerd. Mijn zus heeft me geïntroduceerd in de filmwereld.
Vroeger maakte ik thuis veel grapjes en zij filmde me altijd. Op de basisschool, Klavertje Vier, was ik altijd het kind dat de sfeer maakte.
Hoe was het om mee te spelen in de film? Het was een geweldig project, en ik zou het zo opnieuw doen. We waren één familie op de set. Ik ben trots op het resultaat. De film laat zien wat er écht gebeurt in Brussel, en dat moet iedereen zien.
Wat is je droom?
Een grote acteur worden in Hollywood en mijn eigen ster krijgen op de ‘Walk of Fame’. Ik wil bewijzen dat ik het kan. Sommige kinderen willen voetballer worden zonder echt te weten waarom –dat geldt ook voor mij. Ik wil gewoon een superster worden.
Met acteren kan je emoties overbrengen en tonen wat er speelt in Brussel, zonder dat het echt gebeurd is. Veel mensen waren ontroerd door BXL, omdat het een realistisch beeld geeft van de stad.
Wat is je boodschap?
Trek je niets aan van wat anderen zeggen en vertrouw altijd op jezelf. Mijn broer en mijn zus hebben dat altijd tegen me gezegd. Dankzij hen sta waar ik nu sta.
Wil jij ook je favoriete plek tonen? Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.
Lievelingsfilm:
Harry Potter
Ik hou van films met magie. Vroeger wilde ik tovenaar worden. De eerste en laatste film vind ik het best, omdat je de evolutie van een kind naar een man ziet.
Beste acteur:
Dwayne Johnson
Ik hou van zijn personages in alle films. Bijvoorbeeld in Jumanji. Mensen zeggen dat ik op hem lijk. Hij is gewoon echt een voorbeeld voor mij.
Als mijn huis in brand staat, neem ik mee: de Koran
De Koran is een groot deel van mijn geloof en heel belangrijk voor mijn familie. Ik probeer er elke dag in te lezen en iets bij te leren. We hebben één exemplaar voor het hele gezin, maar ik luister ook online.
• MietWarlop(1978)isafkomstig uitTorhout,studeerdebeeldende kunstaan het KASKinGent,en woontinBrussel
• Instukkenals Springville, Mystery Magnet en Big bears cry too combineert ze beeldendekunst enperformance tot stage art
• Haarperformance Delirium isinmei te zienop het Kunstenfestivaldesarts; IT NEVER SSST staatin 2026 opdeBiënnale van Venetiëenin2027inKANAL –CentrePompidou
Miet Warlop: “Ik zie mijn selectie voor Venetië als een mooie erkenning als beeldend kunstenaar. Ik ben nooit een regisseur of choreograaf geweest.”
Beeldende kunst
Brusselse Miet Warlop brengt leven op de Biënnale van Venetië
Het is nooit echt ssstil rond Miet Warlop, en daar zal ook niet snel verandering in komen. Zopas raakte bekend dat de Brusselse beeldend kunstenaar in mei haar nieuwe performance Delirium presenteert op het Kunstenfestivaldesarts én dat ze volgend jaar België zal
vertegenwoordigen op de Biënnale van Venetië met IT NEVER SSST. door Michaël Bellon foto’s Saskia Vanderstichele
De Vlaamse gemeenschap stuurt in 2026 Miet Warlop en curatrice Caroline Dumalin naar de Europese hoogmis van de hedendaagse beeldende kunst: de 61e Biënnale van Venetië. Dat is opmerkelijk nieuws, omdat de Brusselse beeldend kunstenaar de adviserende jury overtuigde om uit de 21 inzendingen net dat werk te kiezen dat beeldende kunst combineert met performance. Haar IT NEVER SSST wil verbindend zijn, en zal het publiek van het Belgische paviljoen verwelkomen in een chant room, waar een groep performers zeven maanden lang dagelijks in de weer zal zijn met sculpturen, tekst, beweging en zang.
In de lange geschiedenis van de Biënnale van Venetië – dat sinds 1895 de toon zet in de beeldende kunsten – en het
Belgische paviljoen – dat al sinds 1907 bestaat – is het de eerste keer dat dansland België er performance binnenbrengt. Voor Warlop is die kruisbestuiving al twintig jaar dagelijkse kost. Ze studeerde beeldende kunst aan het KASK in Gent, maar maakte als afstudeerproject al een bewoonde installatie met tableaux vivants. In haar recentste succesperformance One song rennen twaalf performers een uur lang in een soort kruising van een fanatieke sportwedstrijd en een concert als het ware voor hun leven. Warlop trok in 2022 met de voorstelling naar het Festival van Avignon en reisde er daarna zowat de hele wereld mee rond. The New York Times noemde One song als een van de beste voorstellingen van 2022. Straks staat Warlop eerst nog met de opvolger Delirium op het Kunstenfestival-
desarts. Daarna krijgen eerst Venetië en daarna KANAL – Centre Pompidou IT NEVER SSST te zien.
Klopt het dat je net voor de bekendmaking van je nominatie voor Venetië op een stuk papier aan het droedelen was?
MIET WARLOP: Ik heb nog maar zelden zo vol spanning op een telefoontje zitten wachten. Omdat het op de duur haast ondraaglijk werd, ben ik fanatiek oppeppende zinnetjes beginnen op te schrijven. Ik moest toch iets doen ... (Lacht)
Het zegt wel iets over hoe graag je dit wilde. WARLOP: Ik had me eigenlijk kandidaat gesteld om een signaal te geven. Zonder er daarbij meteen van uit te gaan dat ik de Belgische kandidatuur ook echt zou binnenhalen. In mijn planning had ik er
ook nog niet per se rekening mee gehouden. Maar toen ik op die shortlist bleek te staan, begon het geloof natuurlijk te groeien. Je dekt je wel wat in om niet al te ontgoocheld te zijn, maar op de duur wil je het gewoon heel graag. Ook al waren de andere kandidaten (de Brusselse beeldend kunstenaars Kasper Bosmans en Hana Miletić, red.) een even legitieme keuze geweest.
Je had het over een signaal. Welk signaal?
WARLOP: Als je bekijkt wat er op verschillende plaatsen in de wereld gebeurt op het vlak van performance, vind ik dat België trots mag zijn op wat het op dat vlak te bieden heeft. Ik heb het dan niet over mijzelf, maar wel over alles wat de scholen en theaters, de vele kunstenaars en initiatieven allemaal voortbrengen, zeker ook in Brussel. Intussen was ook bekend geraakt dat Florentina Holzinger het Oostenrijkse paviljoen mag invullen en Eglė Budvytytė dat van Litouwen (allebei performancekunstenaars, red.). Dan zou het jammer zijn als wij ook niet eens performance een plaats zouden geven binnen de beeldende kunst. Zeker met wat er nu allemaal in de wereld gebeurt, hebben sociale sculpturen en verbindende rituelen de potentie om iets wezenlijks te vertellen. Zonder van alles te pretenderen, denk ik wel dat mijn werk veel energie genereert. Bij de groep die eraan meewerkt, maar ook bij het publiek. Ik zie mezelf niet als dé artiest die nu ‘de shit’ is, maar meer als een platform waar ook anderen – muzikanten, dansers, schrijvers en andere mensen die steun geven – samen hun grenzen kunnen verleggen. Het lijkt me mooi om dat eens te kunnen doen op een plek met die uitstraling. Samen met Caroline Dumoulin (voormalig curator bij WIELS en huidig artistiek directeur bij de Antwerpse artiestenresidentie MORPHO, red.), die er als curator mee over zal waken dat het project ook inhoudelijk goed zit en dat de dingen die ik in mijn hoofd heb ook op een
realistische manier kunnen worden gerealiseerd.
Wat is er belangrijk wanneer je je kandidaat stelt met een project dat nog moet worden gerealiseerd?
WARLOP: Dat KANAL – Centre Pompidou mij gevraagd had om een performance te maken voor hun opening en ook mee was met het Venetië-verhaal, was voor de aanvraag heel belangrijk. Je hebt zo’n institutionele trekker nodig. Dat die goede samenwerking al op zo’n natuurlijke manier tot stand was gekomen, was zeker een pluspunt. En ik vind het natuurlijk ook mooi dat het werk na Venetië zo nog een weg kan afleggen.
Je gaat natuurlijk nog lang door, maar voor jou is dit toch ook een bekroning voor het feit dat je al zo lang aan je weg timmert?
WARLOP: Zo zie ik het absoluut. Voor mij is dit alles zelfs emotioneel. Van buitenaf lijkt het misschien niet zo, maar een parcours als dit kost je echt bloed, zweet en tranen. Soms is het als kunstenaar echt overleven. Ik ontvang nu wel structurele subsidies, maar wat ik met die middelen doe, overstijgt echt wat normaal gangbaar zou zijn. Soms is het echt de eindjes aan elkaar knopen, met gammele touwtjes, om toch aan de gang te kunnen blijven.
Daarnaast zie ik het als een mooie erkenning dat ik deze plek krijg binnen de context van de beeldende kunst. Want ik ben nooit een regisseur of een choreograaf geweest. Ik ben voor mijn performances altijd vertrokken van objecten, materialen of installaties, waar ik een performatieve dynamiek rond creëer. Dat is de kern van wat ik doe als kunstenaar.
Ook met je vorige performance One song reisde je al de wereld rond.
WARLOP: Dat stuk kwam tot stand in een stadstheater (het NTGent, red.), waar ik voordien nog nooit had gewerkt. Maar de
“Mensen zijn vandaag meer gericht op ervaringen, op lichamelijkheid en betrokkenheid. Omdat we elkaar zoeken”
uitnodiging van Milo Rau (voor een plaats in de reeks Histoire(s) du Théâtre, die ervaren kunstenaars laat reflecteren op hun parcours, red.) was wel gebaseerd op wat ik al had gemaakt, en op het idee dat dat misschien ook al op een groter platform hadden kunnen staan. Het zijn allemaal reuzestappen, maar in wezen is mijn werk de afgelopen twintig jaar niet fundamenteel veranderd.
Heeft het publiek ernaar leren kijken?
WARLOP: Ik denk dat mensen vandaag gewoon meer op ervaringen gericht zijn. De nieuwe generatie is meer bezig met lichamelijkheid, en niet alleen in de contexten en de vakjes die daarvoor gebouwd zijn. Ik denk echt dat dat komt omdat we naar elkaar aan het zoeken zijn. We kunnen natuurlijk ook nog altijd stilstaan en gewoon kijken naar kunst die een bepaalde schoonheid uitstraalt en die door een kunstenaar, museum of theater is gedefinieerd. Maar mensen zijn ook op zoek naar aansluiting en betrokkenheid.
Wordt IT NEVER SSST participatief?
WARLOP: We zullen niemand tegenhouden, maar het is niet de bedoeling dat het publiek meedoet. Wel kan je midden in de performance gaan staan, of je kan tien meter van een performer zitten. Er zal
Miet Warlop: “Zeker met wat er nu allemaal in de wereld gebeurt, hebben sociale sculpturen en verbindende rituelen de potentie om iets wezenlijks te vertellen.”
Het aanbod op de Biënnale van Venetië is zo groot dat verstilling niet altijd aanwezig is. Dan lijkt het haast paradoxaal dat jouw werk, dat niet stil is, wél de potentie heeft om de aandacht langer vast te houden.
WARLOP: Je zal bij ons ook gewoon kunnen neerzitten, hoor. En de taal kan je naar je binnenkant leiden. Het gaat niet van slap it in your face until you understand. Ook na One song zeiden mensen dat ik zo rock-’n-roll ben, maar er is altijd een balans. Ook in IT NEVER SSST heb je een evenwicht tussen eb en vloed. Er is een reveal, een reset en een climax, en dan een periode van feedback naar het einde van de dag toe. Ieder deel heeft zijn eigen beeldende, energetische kwaliteiten en zijn eigen sound.
Die sound komt van DEEWEE, het label van broers Stephen en David Dewaele van Soulwax en 2manydjs, die ook meewerken aan Delirium, dat in mei in première gaat op het Kunstenfestivaldesarts.
ook niets staan dat je niet mag aanraken. De sculpturen die er worden getoond zijn plakkaten met woorden in zeven verschillende talen. Als je in Brussel of Venetië tot een connectie wilt komen, kan je je niet gewoon tot het Nederlands, Frans, Duits of Engels beperken. Met die woorden maken we beweging en gezang, vormen we een shapeshifting en language-shifting song
Is er nog een verband met One song, waarin één lied de machinerie van de met performers bezette installatie in gang hield?
WARLOP: Mijn werken eindigen al twintig jaar met het begin van het nieuwe stuk. Aan het einde van de ene performance wordt het tipje van de sluier gelicht van wat je in de volgende kan verwachten. Daarom koester ik de droom om ooit eens alles na elkaar te spelen.
Maar eigenlijk maken we van het paviljoen een chant room, een kamer waar je samenkomt om mentale ruimte te maken voor verbinding. Met jezelf, met elkaar, of met het hogere als een vorm van exorcisme. Alle woorden in al die talen zijn het transportmiddel naar een bepaalde trance. Ze stuwen je naar een bepaald punt, naar een oplossing, een bevestiging of een erkenning. Ze zorgen ervoor dat je van een verhaal dat niet beschreven staat, je eigen verhaal kan maken.
Maar goed, het werk is nog niet af. Het is nog een jaar en ik werk met een halve cast uit Brussel en een halve cast uit Italië. Ik kijk ernaar uit om die mensen uit hun kot te halen en samen tot iets te komen. De Biënnale duurt zeven maanden. Het idee is dat IT NEVER SSST in die tijd ook evolueert, accumuleert en eventueel escaleert. Dat het een plek wordt waar je regelmatig in terechtkan. We zullen werken met vier verschillende groepen performers. Er zit een uitputtende kant aan, maar er is ook iets schoons aan het vertrouwen om met andere mensen te bouwen.
WARLOP: We hebben in het verleden nog samengewerkt, maar toen was ik eerder op zoek naar een nummer voor het stuk. Ondertussen heb ik zoveel geleerd van muzikanten dat muziek een andere rol speelt in mijn werk en helemaal deel uitmaakt van het concept. Delirium zou een stuk moeten worden waarin we rust proberen te vinden. Het gaat over de hygiëne in ons hoofd in een tijd waarin er veel mentale onrust is, en weinig tijd en ruimte om alles wat er iedere dag weer bij komt te verwerken. Maar rust is ook geladen. Samen zoeken we naar de tunes om dat uit te drukken.
FR En2026,laBruxelloiseMietWarlopreprésentera laBelgiqueàlaBiennaledeVenise avec sonprojetIT NEVERSSST. Le pavillonbelgedelaBiennaleexiste depuis1907, et ce seralapremièrefoisquenotre pays mettraen avant uneperformance.«Pourmoi, c’estunevéritablereconnaissanceentantqu’artiste plasticienne », confieWarlop.«Je n’ai jamais été metteuseenscènenichorégraphe.Dansmesperformances,jeparstoujoursd’objets,dematériauxou d’installations,autourdesquelsjecréeunedynamiqueperformative.C’estaucœurdemadémarche artistique.»
EN Bodytekstsamenvatting
EN With IT NEVER SSST,Brussels-basedMiet WarlopwillbetheBelgianrepresentative at the 2026 VeniceBiennale.Inthelonghistory of the Biennale,whichhas set thetoneinvisualartssince 1895,andtheBelgianpavilion,whichhasexisted since1907,thisisthefirsttimethatourcountryhas selectedaperformanceasitscontribution.“Iseeit asagreatrecognition for my workasavisualartist,” Warlop says. “I have neverbeenadirectororachoreographer,and have always startedfromobjects, materials,orinstallations for my performances.That isthe core of whatIdoasanartist.”
Een wijdverbreid misverstand over mijn beroep is dat we voor elke privédans of lapdance rustig met de klant bespreken wat onze grenzen, verwachtingen en behoeften zijn. Dat gebeurt wel altijd voor een dominasessie: dan bakenen we heel precies af wat er gaat gebeuren, zodat we niet te ver gaan. In een stripclub gebeurt dat vrijwel nooit. Alles moet snel gaan, er speelt luide muziek en tegen het einde van de avond is de klant soms zo dronken dat hij amper nog kan praten. Toch is instemming altijd en overal essentieel, ook voor de klanten. Het concept van een lapdance verschilt per club: ik heb clubs gekend met volledige naaktheid, andere zonder, met veel lichamelijk contact of helemaal niet. In elk geval is lapdance een inbreuk op de intimiteit, en dat is nooit onbeduidend.
Instemming is geen ‘contract’. Het is geen lijst met clausules die je aan de ander geeft, waarna die het zelf maar moet uitzoeken. Dat werkt alleen als de klant precies weet wat hij wil en waar zijn grenzen liggen, en daarvoor is ervaring nodig. De meeste klanten kunnen hun verwachtingen en grenzen totaal niet verwoorden. Misschien hebben ze zich die vraag zelfs nooit gesteld. Het is dan aan de stripteaseuse om de situatie te analyseren, de signalen te ontcijferen en ernaar te handelen.
Persoonlijk benader ik instemming bij lapdances op dezelfde manier als bij seks: ik beschouw elke dienst als een ontmoeting en een verkenning met z’n tweeën. Bij elke stap check ik via lichaamstaal of de persoon zich prettig voelt bij wat er gebeurt, en bij de minste twijfel vraag ik het.
“Ik zou nooit een lapdance opdringen aan een klant die dat niet wil”
La Morrigasme
is een erotisch performer, paaldansdocent en in hun vrije tijd ook domina. Hen treedt op in burlesque- en dragcabarets, op culturele festivals, undergroundraves en privéfeesten, in nachtclubs en stripclubs, en dat zowel in België, Brussel als het buitenland. Hun is altijd geëngageerd, fel feministisch en fier queer, met als slogan ‘Le cul au service de l’ARTivisme’. Instagram: la.morrigasme
Het gebeurt dat een man een lapdance krijgt opgedrongen door zijn vriendengroep, die ervoor betaald heeft. De dans is betaald, dus ik ben verplicht die uit te voeren. Ik vraag me af of ook kappers en masseurs te maken krijgen met klanten die tegen hun wil in hun zaak belanden en die huiveren bij het idee van een behandeling. Als stripteaseuse maak ik dat vaak genoeg mee om er vraagtekens bij te zetten. In zulke gevallen probeer ik een uitweg te vinden door voor te stellen de dans aan een andere vrijwilliger te geven, maar dat valt meestal niet in goede aarde. Sommigen gebruiken zelfs dit excuus: “Hij heeft ons nooit een vriendin voorgesteld. We zijn bang dat hij homo is.” Schertsend bedoeld, maar alsof dat een geldige reden zou zijn om hem een halfnaakte vrouw op te dringen. Vanuit mijn positie als stripteaseuse zie ik in één oogopslag de machtsdynamiek binnen mannengroepen: wie de leiders zijn en wie de volgers, en hoe de eersten zich de macht toe-eigenen om intieme diensten op te dringen aan de laatsten, die hun mannelijkheid binnen de groep moeten bewijzen.
Dan hebben we het nog niet eens over het aantal mannen dat lapdances betaalt voor hun partner omdat ze “fantaseren over het zien van hun vrouw met een andere vrouw”, tegen haar wil in. We zien ze, die vrouwen die de ‘coole vriendin’ spelen, maar hun verkrampte glimlach en stijve houding verraden alles. Mijn antwoord op dit soort situaties? Ik zou nooit een lapdance opdringen aan een klant die dat niet wil. Als alternatief stel ik een gewoon gesprek voor. Uiteindelijk betaalt men niet voor de dienst op zich, maar voor mijn tijd. De instemming respecteren is de wet, en geen enkel bedrag kan daar iets aan veranderen.
Reeks nalezen? Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op bruzz.be/column
Uw gids door de culturele agenda 28/2 > 6/3
‘België
Codirectrice Karin Vandenrydt neemt na 25 jaar afscheid van Anima. Ze loodst BRUZZ een laatste keer door het programma van de 44e editie, dat nog maar eens aantoont dat het Brusselse animatiefilmfestival de vinger aan de pols heeft. “Drie van de vijf kortfilms die nu in de running zijn voor een Oscar vielen vorig jaar al in de prijzen op Anima.”
door Niels Ruëll
Anima heeft al 44 edities lang de vinger aan de pols. Dit jaar opent het internationale animatiefilmfestival van Brussel op 28 februari met Memoir of a snail, een Australische kleianimatiefilm, die niet meteen voer is voor kinderen, maar twee dagen later, op 2 maart, wel in de running is voor een Oscar. “Memoir of a snail is grappig, onderhoudend en goed verteld, maar bovenal is het een film die je diep raakt,” vertelt codirectrice Karin Vandenrydt. “Scenarist en regisseur Adam Elliot is een meester in het scheppen van personages, in zijn handen worden het mensen van vlees en bloed, gebaseerd op figuren uit zijn jeugd. Het zijn underdogs, bijna marginale figuren die uit de boot zijn gevallen of geduwd, maar hij zet hen met zo ontzettend veel mededogen en liefde neer dat je niet anders kan dan meevoelen met mensen die je in het gewone leven waarschijnlijk zou mijden. Dat is Elliots grootste kracht, en de reden waarom we hem al heel lang volgen.”
Om de Oscar te winnen moet Memoir of a snail onder meer voorbij Pixars Inside Out 2, Wallace & Gromit: vengeance most fowl van de Britse studio Aardman en het fenomeen Flow. In die adembenemende, woordloze fabel moet een kat een wankel bootje delen met andere dieren na een zondvloed die de mensheid lijkt te hebben weggespoeld. De Letse regisseur Gints Zilbalodis viel voor de productie deels terug op het Brusselse bedrijf Take Five. Hoewel de film eerder dit jaar al in de bioscopen uitkwam, loopt de voorverkoop als een trein. “Blijkbaar willen mensen hem bij ons zien, dat is fijn om vast te stellen,” lacht Vandenrydt. “Ik kan er de vinger niet op leggen waarom die film zo succesvol is. Technisch bestaan er veel straffere animatiefilms, soms zie je dat Flow met beperkte middelen is gemaakt, en er wordt
Van Netflix-hit Arcane toont Anima een kijk achter de schermen bij de Franse studio Fortiche. Vandenrydt: “Die samenwerking is de vrucht van jaren overal je nieuwsgierige neus in steken.”
ook nog eens geen woord in gesproken. Maar iedereen is wel van de eerste tot de laatste seconde helemaal mee. We vertoonden ook Zilbalodis’ vorige film al, die hij bijna helemaal alleen maakte – hij is heel introvert. Deze keer heeft hij toch een kleine productieploeg rond zich kunnen scharen, mede dankzij Take Five. Wie wil weten wat er achter het fenomeen zit, mag onze making-of van Flow niet missen.”
Brave Belgen
Vandenrydt zwaait straks, na 25 jaar bij Anima, af als codirectrice. In die kwarteeuw zag ze de Brusselse animatiesector enorm professionaliseren. “Toen ik in 2000 begon, werd er nog op initiatieven gebroed om animatoren in België te houden. Vandaag is er een volwassen industrie. Vooral als coproducent zijn Belgische bedrijven graag gezien. Aanvankelijk was het taxsheltersysteem een belangrijke reden, maar nu pakken veel landen uit met belastingvoordelen. En toch blijven we gegeerd. Door onze uitstekende reputatie: we zijn brave, betrouwbare, hardwerkende mensen, die kwaliteit aanleveren en goed om kunnen met de bazaar die er altijd bij komt kijken. Zoals omgaan met ego’s ...”
“Toen ik in 2000 begon, werd er nog op initiatieven gebroed om animatoren in België te houden. Vandaag is er een volwassen industrie”
Karin Vandenrydt
Afscheidnemend codirectrice Anima
Als je kijkt naar de genomineerden voor de Oscar voor beste korte animatiefilm valt nog meer op dat Anima weet waar de klepel hangt. Drie van de vijf genomineerde kortfilms vielen vorig jaar al in de prijzen op het Brusselse festival. “Wander to wonder van Nina Gantz won de prijs voor beste internationale kortfilm, Yuck! van Loïc Espuche werd beste kortfilm voor kinderen, en Beautiful men van Nicolas Keppens won de Belgische kortfilmcompetitie.” Die kortfilmprogramma’s zijn een belangrijke pijler van het festival. “En terecht, België heeft talent zat. Animatieregisseurs als Nicolas Keppens of Emma De Swaef zijn wereldklasse, en ik zeg dat écht niet snel.”
Bij de langspeelfilms voor kinderen tipt Vandenrydt Hola Frida, “een supertoffe film over de jeugd van Frida Kahlo. Ik heb er met mijn kleindochter naar gekeken en die was helemaal in de ban.” Bij de langspeelfilms voor volwassenen raadt ze Pelikan blue van de Hongaar László Csáki aan. “Heel grappig, heel menselijk, heel tof verteld. Een groep jongeren wil na de val van het IJzeren Gordijn maar één ding: door Europa reizen. Ze vervalsen treintickets, maar raken zo via een malafide gast betrokken bij een grote illegale handel.” Ook dat domein van geanimeerde langspeelfilms is enorm veranderd in de voorbije kwarteeuw. “Vroeger werden er bij wijze van spreken vijf lange animatiefilms gemaakt, die we alle vijf vertoonden. Vandaag kunnen, en moeten, we elk jaar kiezen uit 120 films. Dat is nieuw voor ons. Mijn hart bloedt als ik zie wat we allemaal niet kunnen tonen.”
Nog een in het oog springende langspeelfilm is Red de jungle van Claude Barras, die in 2016 harten veroverde met Ma vie de Courgette. “Met Red de jungle gaat Barras op
de ecologische toer. Het verhaal hangt een beetje met haken en ogen aan elkaar, maar erg vind ik dat niet, omdat het er zo goed uitziet en echt tot het kind in ons spreekt.” De poppen kan je bewonderen in een kleine Red de jungle-expo in Flagey, het kloppende hart van het festival.
“Het is een droom van ons om meer te doen met het vaak fantastische artwork dat aan een animatiefilm voorafgaat. Veel animatoren zijn geweldige tekenaars. Het artistieke werk achter een film is vaak de max. Het kriebelt om daar meer mee te doen, maar daar hebben we de middelen niet voor.” Wel organiseert Grafik in Marni een tentoonstelling over de raakvlakken tussen animatie en illustratie.
Virtual reality is dan weer terug van weggeweest. Net als animelegende Shinichirō Watanabe, bekend van Cowboy Bebop, die met Lazarus van Adult Swim terugkeert naar het scifigenre. Anima toont exclusief de eerste afleveringen van de
FR La codirectrice Karin Vandenrydt s’apprête à quitter Anima après 25 ans de collaboration. « Quand j’ai commencé en 2000, on cherchait encore des solutions pour retenir les animateurs en Belgique. Aujourd’hui, il s’agit d’une industrie bien établie. » Ou encore : « À l’époque, on produisait cinq longs métrages d’animation, que nous projetions tous. Aujourd’hui, nous avons le choix chaque année parmi 120 films. » Elle nous invite à découvrir le programme de la 44e édition, qui confirme une fois de plus qu’Anima est à la pointe de l’animation au niveau international.
serie, die later op HBO Max wordt gestreamd. Van Netflix-hit Arcane toont het festival dan weer een kijk achter de schermen bij de Franse studio Fortiche. “Onze ploeg is heel wat verjongd,” vertelt Vandenrydt, “en heel wat collega’s zijn zot van Arcane. Voor ons was het maar een telefoontje om samen te werken voor een behind the scenes. Dat is de vrucht van vele jaren overal je nieuwsgierige, geïnteresseerde neus in steken. Ons programma is altijd erg eclectisch, net omdat we de enige speler zijn en een heel veld moeten coveren. Uiteraard proberen we daarbij zo breed mogelijk te gaan.”
“Door onze geschiedenis van 44 edities zijn we een beetje een inktvis geworden. Overal hebben we tentakels. Fortiche kennen we, net als Aardman, van voor het grote succes. Er is een legendarische foto waarop Philippe Moins (oprichter van Anima, red.) staat te keuvelen met Tim Burton en John Lasseter (medeoprichter van Pixar, red.). Uiteraard moet je dat met een korrel zout nemen, maar Burton heeft gezegd dat hij dankzij de aandacht van Anima voor zijn kortfilm Vincent het zelfvertrouwen kreeg om voort te doen.”
Met Karin Vandenrydt zwaait straks een van de laatste pioniers van het festival af. Het is aan de jongere generatie die de leiding overneemt om de Tim Burton of Aardman van morgen te ontdekken, en het Brusselse feest in de eredivisie van de animatiefestivals te houden.
Anima, het internationale animatiefilmfestival van Brussel, loopt van 28/2 tot en met 9/3 in Flagey, Marni en Cinematek, animafestival.be
EN After 25 years, codirector Karin Vandenrydt is about to leave Anima. She has seen a lot of changes in that quarter-century. “When I started in 2000, we were coming up with ways to keep animators in Belgium. Today, this is a mature industry.” And: “Back then, there were about five feature-length animation films every year and we screened all five of them. Today we can choose from 120 films every year.” She guides BRUZZ through the 44th edition’s programme, which once again shows that the Brussels festival has its finger on the pulse of the world of animated films.
Oklou spreek je uit als ‘Okay Lou’. Weet je dat ook weer wanneer je bij je muziekliefhebbende vrienden wilt uitpakken met de nieuwste hype uit Popland. Vertel dan ook dat de 31-jarige Française (eigenlijk heet ze Marylou Vanina Mayniel) geen novice is. Dat haar mix van glimmende hyperpop en dromerige elektronica al een snaar raakte bij andere hipperds als Caroline Polachek, Oneohtrix Point Never en Mura Masa. En dat ze op haar officiële debuut, Choke enough, met een minimaal palet maximale pret levert. OKLOU 2/3, Botanique, botanique.be
Gracie Abrams wordt makkelijk afgedaan als doorslagje van Taylor Swift. Toegegeven, de dagboekachtige ontboezemingen en de gepolijste melodieën van de Californische verraden dat ze een volleerde Swiftie is. Maar wie goed luistert, hoort in haar zachte stem en broze slaapkamersongs ook echo’s van songsmeden als Joni Mitchell en Elliott Smith. Benieuwd of Abrams die breekbaarheid in de bunker van Vorst kan handhaven.
GRACIE ABRAMS 28/2, Vorst Nationaal, vorst-nationaal.be
“I feel the hardest thing to do is to make something profound and artistic with something so simple,” vertelde Michael Kiwanuka afgelopen september aan The New York Times. Niemand die eenvoudige melodieën zo groots kan doen klinken als de Britse zanger, die op zijn nieuwe album Small changes met kleine gebaren (en zijn soulvolle, in honing gedoopte stem) warme hoop brengt in koude dagen. (TZ)
MICHAEL KIWANUKA 1/3, Vorst Nationaal, vorst-nationaal.be
De zelfverklaarde ‘anarcho-barokke’ meesterschilder Jan Van Imschoot laat even het canvas voor wat het is en duikt voor zijn nieuwe tentoonstelling bij Templon in de papierwaren. Middels 45 tekeningen betuigt hij eer aan twee leidende figuren uit de Franse literatuur: Marcel Proust en Albert Camus. De Gentenaar, die al ruim tien jaar in Frankrijk woont, combineert dat nieuwe werk met de nooit eerder tentoongestelde reeks C’est beau c’est belge uit 1999.
JAN VAN IMSCHOOT: THE HAPHAZARDNESS OF OPINIONS 6/3 > 19/4, Templon, templon.com
Eind november vorig jaar kroonden Thierry Neuville en zijn copiloot Martijn Wydaeghe zich als eerste Belgen ooit tot wereldkampioen rally. Op 28 februari komt Neuville met zijn Hyundai i20 WRC de tentoonstelling Rally legends – From dust to glory in Autoworld openen. De expo richt met een unieke verzameling winnende wagens en getuigenissen van rijders en copiloten de spotlights op het World Rally Championship.
RALLY LEGENDS – FROM DUST TO GLORY 28/2 > 21/4, Autoworld, autoworld.be
Wie tijdens de krokusvakantie het kleine grut zoet wil houden vindt in het programma van het Anima-filmfestival een ware suikershock. Om tussen de films door weer bij positieven te komen, heeft Anima een aantal tentoonstellingen in de aanbieding. In Flagey kan je zo achter de schermen van de kleien stop-motionfilm Red de jungle van Claude Barras gluren of de hut van het Zandmannetje bezoeken; bij Grafik verken je de intieme band tussen illustratie en animatie. (KS)
ANIMA 28 > 9/3, Flagey & Grafik, animafestival.be
Twintig jaar geleden was Walter Salles de chouchou van de arthousebezoeker met prachtige geëngageerde, melancholische films als Central do Brasil en The motorcycle diaries. Na de Kerouac-adaptatie On the road verdween hij van de radar. Maar hij is er nog, en hoe. In I’m still here, dat op 2 maart drie Oscars kan winnen, reconstrueert hij hoe het gezin van ex-parlementslid Rubens Paiva omging met zijn verdwijning op aansturen van Braziliës militaire dictatuur (1964-1985).
I’M STILL HERE BR, dir.: Walter Salles, act.: Fernanda Torres, Selton Mello
Drie verpleegsters hebben elk hun zorgen, dromen en alledaagse shit. Maar met wat vriendschap, tederheid en respect sta je sterker, toch? De boodschap doet er maar half toe. Het in Cannes met de Grand Prix bekroonde All we imagine as light is een wonder van een film: een bloedmooie, empathische en aangrijpende grootstadssymfonie, die van het schier onbevattelijke Mumbai een vertrouwde plek maakt.
ALL WE IMAGINE AS LIGHT IN, dir.: Payal Kapadia, act.: Kani Kusruti, Divya Prabha, Chhaya Kadam
Ook al zijn het Maradona, Usain Bolt en Muhammad Ali, in het voetbal, de atletiek en het boksen kan je nog debatteren over wie nu de GOAT is. In het wielrennen niet. Eddy Merckx won de verschillende soorten koersen zo vaak en zo fanatiek dat hij een kannibaal werd genoemd en ook afgunst opwekte. In juni wordt de grootste wielrenner aller tijden 80. Een vroeg verjaardagsgeschenk is deze liefdevolle documentaire met een schat aan uniek archiefmateriaal. (NR) MERCKX BE, dir.: Christophe Hermans, Boris Tilquin
‘Ik ken beide kanten van de kolonisatie’
In haar korte documentaire Villa Madjo belicht de Brusselse filmmaker Elen Sylla Grollimund hoe haar familiehistorie verweven is met de Franse koloniale geschiedenis. Centraal staat haar ouderlijke huis, waar ze haar jeugd doorbracht tussen koloniale geesten.
“Al mijn hele leven word ik geconfronteerd met de moeilijkheid van vragen omtrent mijn afkomst, met deze film geef ik een duidelijk antwoord,” zegt Sylla Grollimund. Dat antwoord is inderdaad ingewikkeld, met een witte vader die in Ivoorkust werd geboren en een zwarte moeder die in Frankrijk ter wereld kwam. Terwijl haar grootvader van vaderskant betrokken was bij de Franse koloniale onderneming in Afrika, verliet de andere Senegal om geneeskunde te studeren in Frankrijk, waar hij met racisme te maken kreeg.
“Anderzijds voelt dat ook als een rijkdom aan, omdat het me helpt om zowel het perspectief van de kolonisator als van de gekoloniseerde te begrijpen.” In haar ouderlijke huis, Villa Madjo in het Franse Évian-les-Bains, kreeg ze eerst te maken met de witte blik op Afrika. “Er lagen overal foto’s en films van mijn opa, en er hingen verschillende koloniale voorwerpen die me als kind angst inboezemden, zoals een enorm Afrikaans masker.”
Die foto’s en films combineert ze met animatiebeelden in haar eigen documentaire, gemaakt met de steun van het Brusselse Atelier Graphoui, waar ze ook werkt. De koloniale objecten gingen na het overlijden van haar grootmoeder naar de verbrandingsoven.
“Ik had lange tijd behoefte om afstand te nemen van Villa Madjo, maar het maken van deze film heeft me geholpen om in het reine te komen met de geschiedenis. Het huis voelt als een familielid dat ik beter moest leren begrijpen. Mijn ouders wonen er nog altijd en mijn eigen kinderen voelen er zich helemaal thuis.” Een van haar zussen, een muzikante, koos Madjo als artiestennaam.
De film is opgedragen aan haar Senegalese grootvader Ibrahim, die hem helaas net niet heeft kunnen bekijken. “Hij is enkele dagen nadat ik hem de film had gestuurd gestorven.” Sylla Grollimund heeft wel sterke banden met haar familieleden in Senegal en gaf er zelfs al workshops in een kunst- en ambachtsschool gesticht door haar opa. “Mijn moeder daarentegen is pas anderhalf jaar geleden voor de eerste keer in vijftig jaar naar het land gereisd. Door het racisme in Frankrijk voelde ze lange tijd de nood om haar Afrikaanse roots toe te dekken.” ANDY FURNIERE
Villa Madjo wordt op 1 en 2/3 vertoond in Bozar, bozar.be
t.r.a.n.s.i.t.s.c.a.p.e / Pierre Larauza & Emmanuelle Vincent 5 > 7.03.25
Halles de Schaerbeek|22a, rue Royale Ste-Marie 1030 BXL|reservation@halles.be|+32 (0)2 218 21 07
Select Aanraders van de week
Boekvoorstelling:
Sinds hij in 2009 Humo’s Comedy Cup won, heeft stand-upcomedian Arnout Van den Bossche zich al ontpopt als een relatiefluisteraar, een burn-outspecialist en een lifecoach. Van den Bossche staat niet alleen met zijn Nederlandstalige show Coach in het Koninklijk Circus, hij heeft nu ook een Franstalige dubbelganger, Arnaud Dubois, die een tweetalige en een Franstalige versie van Burn-out pour les débutants speelt – op 8/5 in Théâtre de la Toison d’Or.
ARNOUT VAN DEN BOSSCHE: COACH 28/2, Koninklijk Circus, cirque-royal-bruxelles.be
“SPAfrica legt de problematische werking en het verborgen racisme van empathie bloot.” Dat is nog eens een statement om een theatervoorstelling mee te pitchen. Julian Hetzel – die je kan kennen van producties als All inclusive, Mount Average ... – en de Zuid-Afrikaans-Zwitserse performer Ntando Cele verkennen de beperkingen van empathie als gamechanger in ongelijkheidskwesties.
STUDIO JULIAN HETZEL & NTANDO CELE: SPAFRICA 6/3, KVS BOX, kvs.be
Choreografe Paula Almiron werd geboren in Buenos Aires, Argentinië, maar woont en werkt vandaag in Brussel. Sinds enige tijd focust ze zich op geologisch onderzoek en verhalen over de sociale impact van water. Zoals de geschiedenis van de uitgedroogde en door kolonisten ‘gedemoniseerde’ rivier Desaguadero op het Boliviaanse Andesplateau. Welke verhalen laat deze verdwenen rivier na? (MB)
PAULA ALMIRON: THE RIVER AND THE DEVIL 27 & 28/2, Beursschouwburg, beursschouwburg.be
Tien jaar na een liefdesbreuk kroop de Brugse Elke Leenhouwers opnieuw in haar eigen oude huid om de slepende haakjes aan de dagen, weken en maanden na het gedwongen afscheid voelbaar te maken, terwijl haar tweelingzus, de Brusselse Frauke, die kleine, geacteerde bewegingen in potloodtekeningen vatte. Het stille beeldverhaal dat daaruit voortvloeide, verbeeldt de traagheid, leegte en herhaling van het breken, vallen en ook weer opstaan ‘na jou’.
BOEKVOORSTELLING: NA JOU 1/3, GC Kontakt, gckontakt.be
Een leven als gitarist van JAKOMO heeft Wout Vermijs al, maar vandaag gloort aan de horizon ook een toekomst als grafisch kunstenaar. De Brusselaar werd onlangs door de opleiding Beeldverhaal aan LUCA School of Arts uitgezwaaid, en stelt nu zijn geboetseerde objecten én zijn boek Werveling voor bij Spasss, de nieuwe studio/ galerie die door een kunstenaarscollectief uit de grond werd gestampt in Sint-Gillis.
BOOK LAUNCH WOUT VERMIJS: WERVELING 27/2 > 6/3, Spasss, Instagram: spasss_bxl
Als Amerikaans burgerrechtenboegbeeld Angela Davis toekomst ziet in je poëzie, verbeeldt je poëzie wellicht de juiste toekomst. Het werk van de Amerikaanse Aja Monet ligt op het snijvlak van jazz, poëzie en hiphop, en puurt uit een heden dat soms overloopt van onrecht, verdriet, ontheemding en exclusie momenten van liefde, empowerment en sociale rechtvaardigheid. (KS)
AFROPOLITAN FESTIVAL: AJA MONET – SOFA SESSION #2 28/2 MEET THE WRITER 1/3 CONCERT (+ ESINAM) 2/3, Bozar, bozar.be
Picardstraat 9, Brussel, correspondance.brussels
Chef San Degeimbre opent een door reizen geïnspireerde brasserie in Thurn & Taxis. Het adres is veelbelovend, maar moet zijn draai nog vinden.
De laatste maanden zijn er in Brussel verschillende brasserieën geopend, elk met een eigen invalshoek, denk maar aan Le Petit Bon Bon van Christophe Hardiquest in het Corinthia Grand Hotel Astoria. San Degeimbre heeft dan weer besloten om zijn gasten mee te voeren naar andere oorden. Met Correspondance, gevestigd in de Gare Maritime van Thurn & Taxis, laat hij de traditie flirten met verre horizonten, via een keuken die streeft naar een dialoog tussen lokale producten en invloeden van elders.
Al bij binnenkomst intrigeert Correspondance. Vanuit de food market stuit je op een glazen zaal met een strak en uitgespro-
ken design. Gepolijst beton, zichtbare leidingen, koel licht: de esthetiek doet resoluut modern aan. Enkele planten verzachten het geheel, maar de sfeer blijft functioneel. Verderop bevindt zich een grotere, warmere ruimte die uitkijkt op de keuken. Jammer genoeg was die op de dag van ons bezoek gesloten tijdens de lunch.
De aftrap, een yukhoe (18 euro), zet meteen de toon. Deze Koreaanse rundertartaar speelt met contrasten: tussen de malsheid van het vlees, de subtiel pikante kruiding en het vleugje geroosterd sesamzaad, dat het geheel omhult met een geroosterde zoetheid. Een precies, evenwichtig gerecht dat niet streeft naar spektakel, maar overtuigt door vakmanschap en een ongedwongen eenvoud.
De op het vel gegrilde zalmforel (32 euro), geserveerd met gekruide pompoen-
Animatiefilmfestival Anima heeft tickets te geef voor Totto-Chan (5x2 tickets, Flagey, 2/3, mail ‘Totto’), Pelikan blue (2x2 tickets, Marni, 4/3, mail ‘Pelikan’),
Flow (3x2 tickets, Flagey, 4/3, mail ‘Flow’), Memoir of a snail (5x2 tickets, Flagey, 5/3, mail ‘Snail’) en A boat in the garden (5x2 tickets, 7/3, Flagey, mail ‘Boat’).
Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be
puree, zuringcrème en chips van zoete aardappel, volgt dezelfde lijn. De nauwkeurige bereiding geeft het vel de gewenste knapperigheid, terwijl het vlees mals blijft. Het garnituur balanceert tussen zoet en zuur, al had de zuringcrème wat uitgesprokener mogen zijn om het geheel echt tot leven te brengen. Een doordacht bord, trouw aan de geest van de zaak.
De met zorg samengestelde wijnkaart – met onder meer een Foillard, Pignier, Dard & Ribo ... – nodigt uit om langer te blijven. De ontvangst is warm en hartelijk maar nog niet helemaal op dreef, en wisselt tussen oprechte aandacht en geaarzel. Correspondance is een project in ontwikkeling, dat we blijven volgen om te zien of het zijn definitieve vorm zal vinden.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
5x2 tickets, KVS BOX, 6/3
Professioneel provocateur Julian Hetzel en performer Ntando Cele verkennen de grenzen van de empathie. Mail ‘SPAfrica’
Wat weet muzikant Ambroos De Schepper van het leven?
‘Een
Welke fout maak je keer op keer tijdens het creatieve proces?
Mij verliezen in technische obstakels of in random improvisaties, en dus afdwalen van het oorspronkelijke doel.
Wat helpt jou als je creatief droog staat?
Reizen en de natuur intrekken, staren naar een berglandschap en wildkamperen.
Welk nutteloos weetje kan jij ons vertellen?
De bassist en de drummer van Bandler Ching, Federico en Olivier, kunnen geen look uitstaan. Ik hou van look.
Wat kan jij dat de meeste andere mensen niet kunnen?
Zeggen in welk jaar wat gebeurd is, maar dan van banale gebeurtenissen. Zo weet ik dat de nazomer van 2011 echt schitterend was, en dat ik in 2006 mijn eerste mp3speler had.
In welk ander vak of beroep zou je ook top zijn?
Boomverzorger, sowieso.
Wat helpt je er weer bovenop als je down bent?
Een knuffel van mijn vriendin Lou, of repeteren met een van de bands. En ook mijn familie.
Doe je iets bijzonders op je naamdag of verjaardag?
Op mijn naamdag denk ik aan mijn opa, die mij daar jaarlijks aan herinnerde. Op mijn verjaardag verdwijn ik vaak in de bergen.
Wat had jij pas op erg late leeftijd door dat iedereen allang wist?
Een ‘septische’ put is geen ‘sceptische’ put.
Welk vreemd voorwerp slingert er rond in je huis?
Allerlei vreemde fluiten en blaasinstru-
•Ambroos De Schepper (1994) groeide op in Nieuwpoort, begon saxofoon te spelen op zijn 9e, en studeerde jazzsax in Oostende, in Gent en aan het conservatorium van Brussel, waar hij woont
•In 2006 richtte hij met zijn broer Florian al de folkband Bogus op
•De Schepper speelt bij Kosmo Sound en Whoman, maar zijn hoofdproject is de eclectische jazztronicaband Bandler Ching, met bassist Federico Pecoraro en drummer Olivier Penu
•Na debuutplaat Coaxial verschijnt nu bij het Gentse label Sdban Ultra hun tweede plaat: Mercurial
mentjes, die ik heb verzameld op verschillende reizen.
Waar kijk je naar uit in de nabije toekomst?
Concerten spelen met schatten van mensen, tijd spenderen met familie en vrienden, samen lachen en huilen. En ook naar de lente.
Bij welke historische gebeurtenis was je graag aanwezig geweest?
Woodstock.
Doe eens een toekomstvoorspelling. Empathie, liefde en eerlijkheid worden plots hip, en zelfs de machtige witte mannen in hun strakke pakken kunnen er niet omheen. En alhoewel de planeet zucht onder onze aanwezigheid en ons langzaamaan uitdrijft, gaan wij ten onder met een warm gevoel van vrede.
Wat was er vroeger beter?
De winter.
Welke nog niet bestaande app ontbreekt er nog in je leven?
Een app die mijn dromen omzet in leuke kortfilms, die ik dan kan bijhouden als een dagboek.
Kan je Brussel omschrijven in drie woorden?
Bruisend. Bipolair. Broke.
Wanneer verbaasde Brussel jou?
Het Brussels Jazz Weekend blijft een heerlijke tijd in de stad en blijft mijn ogen openen.
MICHAËL BELLON
Op 4/3 stellen Ambroos De Schepper en zijn band Bandler Ching hun nieuwe album Mercurial voor in de Ancienne Belgique, abconcerts.be
Stijlvolle appartementen met 1-4 slpk.
Indrukwekkende daktuin
Strategische locatie in het hart van Europa
Schrijf je nu in op de wachtlijst thegardenbrussels.be/nl 02 307 44 44
is onbeperkt Blozen
Elkaar terugvinden
is onbeperkt Blozen
Elkaar terugvinden
Naar de film gaan vanaf
Naar de film
gaan vanaf
€ 18,50 / maand* cinevillepass.be
€ 18,50 / maand* cinevillepass.be
*Een persoonlijk Cineville-lidmaatschap biedt onbeperkte bioscoopbezoeken vanaf € 18-, per maand (<26 jaar) en € 21-, per maand (>26 jaar) in de partnercinema’s in België. *Een persoonlijk Cineville-lidmaatschap biedt onbeperkte bioscoopbezoeken vanaf € 18,50 per maand (<26 jaar) en € 22,50, per maand (>26 jaar) in de partnercinema’s in België.