20
DUURZAAMHEID & MVO
De visie van Fevia...
Ann Nachtergaele Sinds de Europese Commissie vorig jaar de Green Deal lanceerde, en daarvoor de Circular Economy Package van 2015, is de circulaire economie meer dan ooit het nieuwe normaal. Moeten voedingsbedrijven het roer daarom radicaal omgooien en mee op de kar springen? Nee hoor.
Tekst Ann Nachtergaele Beeld Fevia
Ann Nachtergaele is directeur energie en milieu bij Fevia, de federatie van de Belgische voedingsindustrie. Zij volgt vooral de dossiers op die een directe impact hebben op de competitiviteit van de voedingsbedrijven. Ze coördineert ook de dossiers rond duurzaamheid binnen Fevia en is verantwoordelijk voor het opstellen van het duurzaamheidsverslag van de Belgische voedingsindustrie.
We durven gerust te stellen dat we als sector voorlopers waren, voordat “circulaire economie” modewoorden werden. Zelf spreken we van circulair ondernemen. Zowel op het vlak van organisch materiaal, de basis van onze voeding zeg maar, als op het vlak van noodzakelijke hulpbronnen, zoals water en energie, nam Fevia jaren geleden al initiatieven om hergebruik en efficiëntie te stimuleren. De vraag is natuurlijk wat een circulaire economie exact inhoudt en hoe je als voedingsbedrijf daaraan invulling kunt geven. De Europese Commissie (EC) zelf definieert “circulaire economie” als een systeem dat de waarde van producten, materialen en middelen zo lang mogelijk behoudt en dat het ontstaan van afval tot een minimum beperkt. Met de Circular Economy Package wil de EC materiaalkringlopen sluiten, door recyclage en hergebruik van producten te stimuleren. Bedoeling is om de afhankelijkheid van nieuwe grondstoffen te verminderen en om de druk op het milieu te verlagen. Duurzamer voedselsysteem Voor ons is circulair ondernemen een middel om het voedselsysteem duurzamer te maken, een breder concept dat ook rekening houdt met voedings- en sociale aspecten. Laten we beginnen met de voeding zelf, datgene waar het tenslotte om draait in onze sector. De voeding die onze bedrijven produceren, verdwijnt per definitie, weliswaar als bron van leven en genot voor ons allemaal. Dat lijkt op zich haaks te staan op het streven de waarde van het product niet
te verliezen door het in de kringloop te houden via recycling en hergebruik. En toch gaan we zeker met het organisch materiaal dat onze basisgrondstof is zo efficiënt mogelijk om. Ketenroadmap Voedselverlies In het kader van de Vlaamse Ketenroadmap Voedselverlies en van de Waalse tegenhanger Plan Regal is de voedingsindustrie in ons land al jaren voortrekker in de strijd tegen voedselverlies. Onze bedrijven doen dat zowel in de eigen productie als via ondersteuning van consumenten, te beginnen met een correcte etikettering van de houdbaarheidsdatum. Op Europees niveau wordt er overigens nagedacht over een systeem om die data beter begrijpbaar te maken. Om consumenten te helpen, zorgden veel bedrijven bijvoorbeeld ook voor kleinere porties en hersluitbare verpakkingen.
‘Producten op basis van reststromen zijn een trend’ In de voedingsproductie zelf gaat amper 1,5% verloren en worden niet-eetbare nevenstromen bijna volledig hergebruikt. Daarmee is de voedingsindustrie één van de meest efficiënte schakels in de keten. Voedingsbedrijven zorgen ervoor dat hun organische reststromen, die voor 90% bestaan uit niet-eetbare









