VMT 11 • november 2020
VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
45
Niels Mangnus, QA-manager bij ME-AT
Hoe ga je om met verschillende belangen in een organisatie? Jonge kwaliteitsprofessionals stellen in deze rubriek een vraag aan een ervaren vakgenoot. Dit keer is dat Niels Mangnus van ME-AT: “Een QA-afdeling heeft verschillende belangen. Bovenaan staat uiteraard het belang van de afdeling zelf om de kwaliteit van processen en producten te borgen. Maar daarnaast is ook het aan je binden van klanten erg belangrijk en bijvoorbeeld de productie die zoveel mogelijk wil produceren. Daarnaast zijn er nog vele andere belangen waar je als QA-manager rekening mee moet houden. Hoe ga je om met deze verschillende belangen en hoe zorg je dat dit niet botst?” Margreet Roelen van DeJong Cheese geeft antwoord.
“Voor een gezonde bedrijfsvoering is het belangrijk dat er voldoende winst gemaakt wordt. Voor de afdeling sales betekent dit zoveel mogelijk klanten en orders binnenhalen, voor de productie zo efficiënt mogelijk produceren. Als voedingsmiddelenproducent ben je verantwoordelijk voor de kwaliteit en voedselveiligheid van de geleverde producten. Daarvoor moet je als QA’er wel eens beslissingen nemen waardoor de productie de efficiencytargets niet kan halen of waardoor sales producten niet met de gewenste houdbaarheidsdatum kan verkopen. In dit speelveld is het de taak van de QA-afdeling om erop toe te zien dat de voedselveiligheid gegarandeerd blijft. Communiceren, een goed opgezet kwaliteitssysteem en een cultuur waarin iedereen zich bewust is van het belang van voedselveiligheid, zijn hierbij belangrijk. Beslissingen die de QA-afdeling neemt, hebben vaak tot gevolg dat het geld kost; het kortetermijneffect. Wat je vaak niet ziet, is dat zonder die beslissing de kosten vele malen hoger kunnen uitpakken. Wat is de consequentie als je bespaart op schoonmaak? Of als je producten laat doorgaan die niet voldoen aan de normen? Uiteindelijk kost het geld als je door klachten het vertrouwen van de klanten verliest. Consequent en helder handelen is prettig voor iedereen. Mijn ervaring is dat men keuzes accepteert wanneer je uitlegt waarom iets niet kan. Er zijn wettelijke kaders en eisen uit kwaliteitsstandaarden waarbinnen gewerkt moet worden. Daarnaast zijn onze beslissingen meestal ge-
baseerd op metingen en analyses. Je kunt hierdoor je besluit doorgaans goed onderbouwen. Luisteren naar andermans beweegredenen en in gesprek blijven is belangrijk, maar blijf binnen de gestelde grenzen opereren en zorg voor duidelijkheid. Het helpt uiteraard als je afspraken goed hebt vastgelegd in je kwaliteitssysteem, en iedereen hiervan op de hoogte is. Informeer betrokkenen als er wijzigingen zijn in procedures, en houd het systeem actueel. Het helpt daarbij heel erg als je binnen je bedrijf een goede voedselveiligheidscultuur hebt. Door medewerkers van andere afdelingen te betrekken bij ontwikkelingen creeer je meer draagvlak. Deel informatie over behaalde resultaten met iedereen, vooral ook positieve trends. Investeer in trainingen op alle afdelingen. Hoe beter de kennis over voedselveiligheid, hoe meer het belang hiervan wordt ingezien. Je ziet dan dat andere afdelingen meer gaan meedenken. Hierdoor kun je als QA-afdeling steeds meer opereren vanuit de ondersteunende rol. Het klinkt makkelijk, maar dit is een proces dat elke QA’er zich door ervaring uiteindelijk eigen maakt.”
Margreet Roelen QA-manager bij DeJong Cheese