
5 minute read
ZEILSCHIP EcoClipper begint met een (vracht) lijndienst over de Noordzee
Oude tijden herleven als Jorne Langelaan zijn dromen waar kan maken. En daar begint het op te lijken met de aankoop van een schip voor een duurzame, zeilende lijndienst.
Daar zeilde op de Noordzee – een vrachtschip fier en uitstootvrij
Al dit jaar zou EcoClipper in staat moeten zijn om vracht en passagiers de Noordzee over te zetten. Jorne Langelaan, CEO en oprichter van EcoClipper Coöperatie U.A., heeft onlangs de aanschaf van het zeilschip ‘De Tukker’ weten af te ronden. Na een grondige verbouwing zal het schip de komende maanden beginnen met het uitvoeren van deze transportservice. Aan vracht kan ongeveer 80 kubieke meter, of een equivalent van 50-70 ton – dat is vergelijkbaar met twee vrachtwagens – worden vervoerd. Verder is er accommodatie voor maximaal twaalf betalende gasten.
VASTE, DUURZAME LIJNDIENST
Sinds 2018 is Langelaan bezig om dit initiatief in de vaart te krijgen. “Tot nu toe zijn er op deze route geen schepen actief die zich speciaal toeleggen op een vaste lijndienst voor duurzame scheepvaart. Met deze aankoop kunnen we op zeer korte termijn een milieuvriendelijke lijndienst tussen de havens rond de Noordzee aanbieden. We zijn al benaderd door verschillende bedrijven die hun producten op deze duurzame wijze willen laten vervoeren.”
RELATIEF GROOT LAADVERMOGEN
De Tukker is gebouwd in 1912 als schoeneraak en heeft jarenlang als kustvaarder vracht gevaren. In de jaren tachtig voer de boot als zeilcharterschip. De noodzaak van groot onderhoud maakte hier in 2012 een einde aan. Het schip is een platbodem en heeft daardoor een relatief groot laadvermogen.


CV JAN DEN OTTER (57)
Is: director of sales bij NRI Was: VP Global Business Development bij Rhenus (2011-2020), business developer bij Penske Logistics (1999-2010), regional manager bij TLN (1994-1999) Opleiding: Logistics aan Fontys Venlo University of Applied Sciences (1987-1991) Buiten werk: hiken, skiën, reizen en ik ben voetbal-jeugdcoach
INTERVIEW Als je een uitdaging wilt, ondernemend bent en een flinke dosis geduld hebt, raadt Jan den Otter iedereen aan om naar Amerika te gaan. “We hebben veel te brengen”, zegt de Nederlander die er ruim twintig jaar woont. Maar ook: “Je komt niet in een gespreid bedje.”
TEKST DIANE ESSENBURG FOTO DAVE ZERBE
Eind jaren negentig werkte Jan den Otter voor Penske in Europa. Het Amerikaanse bedrijf wilde zich hier vestigen en kocht bedrijven op. Binnen een jaar kwam de vraag of Den Otter naar het hoofdkantoor wilde komen. “Het ging om een driejarig expatcontract om de wereldwijde business development op te richten. Ik ging er met mijn jonge gezin heen en na twee jaren besloten we te blijven.”
WAT BEVIEL JE ZO AAN AMERIKA?
Den Otter: “Qua werk had ik in Amerika de uitdaging die ik zocht. Uitdaging met hoofdletters, want je komt niet in een gespreid bedje. Absoluut niet. Eigen ondernemerschap past bij mij, ik wil elke dag iets nieuws doen. Ook de woonsituatie beviel goed. We hadden ruimte, goed weer en veel vrijheid. Uiteindelijk heb ik tien jaar voor Penske in Amerika gewerkt. In 2011 maakte ik de overstap naar Rhenus. Een Duits bedrijf, maar ik was vooral gelinkt aan de Nederlandse vestiging.”
HOE IS HET OM VOOR EEN EUROPEES BEDRIJF IN AMERIKA TE WERKEN?
“Dat is anders dan voor een Amerikaans bedrijf in Amerika, ja. Ik had te maken met Amerikaanse klanten die gingen werken met een Europees bedrijf. Dan raak je lost in translation. In een eerste gesprek begrijp je elkaar, maar vervolgens worden de details anders uitgewerkt. Je werkt met verschillende tijdzones, hebt het over inches of centimeters, andere valuta. En volgens welke wet stel je de contracten op? Ik vond dat heel interessant, heel fascinerend.” “Nu werk ik voor een Canadees bedrijf. NRI zit in de e-commerce en is in de markt van kleding en schoenen een van de snelstgroeiende 3PL’ers. Het bedrijf is uniek in drie dingen: er is een enorme focus op wat ze kunnen bijdragen aan het environment en NRI heeft een sterke partnership met de kledingmerken. Ten derde is er de focus op social inclusion.”
ZEKER IN AMERIKA WORDT DAT VEEL GEROEPEN, MAAR LEVERT HET CONCREET WAT OP?
“De meeste warehousemanagers bij NRI zijn vrouw. Verder richten we ons op minderheden door advertenties in diverse talen op te stellen en ieders werkschema aan te passen aan festiviteiten per cultuur. We doen daar veel aan. Ik denk dat dit makkelijker gaat omdat we een Canadese bedrijfscultuur hebben.” “Wat ik merk, is dat iedereen vanuit zijn eigen referentiekader naar dingen kijkt. In Nederland kijk je Nederlands nieuws, ben je gewend aan Nederlandse klimaten, de Nederlandse nuchterheid en logica. We spreken vier talen. Terwijl je in Amerika al een bijzonderheid bent als je één extra taal spreekt. Daartegenover: 80 procent van mijn wijkgenoten heeft geen paspoort, omdat we binnen één land kunnen skiën, diepzeeduiken én grote steden kunnen bezoeken.”
WAT HEB JE TWINTIG JAAR GELEDEN VANUIT NEDERLAND MEEGENOMEN NAAR AMERIKA?
“Wij als logistiekeling hebben veel te brengen in de wereld. De logistieke opleidingen in Nederland staan hoog aangeschreven. En door de spaarzame ruimte zijn we heel innovatief in hoe we ruimte gebruiken. Ook is de worldview in Nederland verder ontwikkeld, omdat we al snel gebruiksaanwijzingen in meerdere talen moeten aanbieden als je bedrijf begint te groeien. Door mijn rol in Business Development heb ik veel wisselende contacten en ik ben 50 tot 70 procent van mijn tijd bezig met het bij elkaar brengen van culturen. Ik laat mensen open minded naar cultuurverschillen kijken. Dingen zijn niet raar, maar anders.”
HEB JE TIPS VOOR LOGISTIEKE PROFESSIONALS DIE EEN BUITENLANDERVARING OVERWEGEN?
“Zoek niet naar de best of both worlds. Zo heeft Amerika flexibele winkelopeningstijden, maar is er geen kroeg voor de vrijdagmiddagborrel. Je kunt van alles laten thuisbezorgen, maar je kunt geen frietje halen. Als je daar heel negatief over wordt, kun je beter weer naar huis. Geniet van waar je bent. Daarnaast moet je flexibel zijn en heel veel geduld hebben. In Amerika begin je weer als nobody. Rijexamens moeten opnieuw, het is lastig een bankrekening te openen, een creditcard aan te vragen. Dat maakt deel uit van het avontuur.”