Gawalo nr. 7 2024

Page 1


Klimaatneutraal of labelsprong? p. 08 De gasprijs is te laag p. 10

Natuurlijke circulatie en warmtepompen p. 1 2 Waterstof paneel p. 16 Ga-Duurzaam p 26

Diameter bepalen warmtepompleidingen p. 32 Wat is Matter? p. 3 4 Stille PVT-warmtepomp p. 36

MARKT Wijziging ISDE subsidie p. 18

KENNIS

Ontgasser: nut en noodzaak p. 21

MARKT Slimme thermostaten p. 30

Remeha installateurs krijgen extra warmtevoordeel.

NIEUW

NATURAL

Priority to Fresh Air

DucoBox RenoDucoBox Silent ConnectDucoBox Focus Meet the Natural Family

100% SERVICE voor élke installateur

DucoFlex

→ Compleet luchtkanalensysteem voor systeem C en D

→ Handig ‘Click & Go’ principe

→ Beperkt aantal benodigde hulpstukken

Ontdek meer over DucoFlex!

→ Snel en eenvoudig inregelen van het DucoBox ventilatiesysteem (handige installatiewizard)

→ Parameters uitlezen en wijzigen en eeninterventieverslaggenereren

→ Kant-en-klaar ventilatieverslag genereren - 100% WKB-proof

Ontdek alles over de Duco Installation App

Lekker buiten spelen Echt waar, je doet mij geen groter plezier dan me uitnodigen om in de praktijk te komen kijken hoe dingen werken. Strak daar achteraan komt praten met mensen uit de praktijk, die helder kunnen uitleggen hoe de werktuigkundige vork in de steel zit. Over ontgassers en ontluchters, bijvoorbeeld (p 21. ). Heel blij word ik ook van mensen die zelf op onderzoek uitgaan en een fenomeen in kaart weten te brengen dat bij grotere leidingdiameters echt van belang is: natuurlijke circulatie (p. 12). Nieuwe bronnen aanboren, of dat nu een warmtewingevel (p. 38) is of een waterstofopwekkend paneel (p. 16), is ook inspirerend. Ook eens een hartig woordje met me wisselen? Neem dan gerust contact op!

Margo van Voskuilen margovanvoskuilen@vmnmedia.nl @gawalo

Op de voorpagina

De warmtewingevel maakt gebruik van een coating die warmte absorbeert

08

Klimaatneutraal of labelsprong?

Het artikel ‘Klimaatambities bouw onhaalbaar volgens EIB’ dat op Gawalo verscheen, riep veel vragen op. In gesprek met Jorrit Jouwsma, directeur/eigenaar van De Duurzame Oplossing en Taco van Hoek, directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw.

gen hoe de werkters, bijvoorbeeld oek uitgaan ngdiameters nnen

aterr een

10

‘De gasprijs is te laag’

De discussie of de toepassing van warmtepompen technisch mogelijk is, hoef je met Elbert Stoffer, operationeel directeur (COO) bij Itho Daalderop, niet te voeren. “Het kan, technisch,” zegt hij stellig, “financieel is alleen een heel andere discussie.”

12

Natuurlijke circulatie spelbederver in warmtepompinstallaties

De warmtepomp van Hein-Jan van Veldhoven functioneerde prima: een warm huis en voldoende warm tapwater. Maar tijdens een vakantie bleek de installatie onverwacht veel elektriciteit te verbruiken. Techneut Van Veldhoven ging met zijn installateur op jacht naar de oorzaak.

16

Waterstofopwekkend paneel

Solhyd produceert panelen die zonne-energie direct omzetten in waterstof. Het bedrijf haalde vorig jaar een investeringskapitaal op. “Wanneer we op massa kunnen gaan produceren, daalt de kostprijs sterk.”

18 30

‘Slim algoritme in thermostaat reageert als irritante puber’

Het regelen van de cv-installatie gebeurt de afgelopen jaren steeds geavanceerder. Slimme thermostaten zorgen enerzijds dat de gebruiker steeds meer bediengemak ervaart, maar anderzijds maken deze regelaars de installatie ook steeds zuiniger en comfortabeler.

Wijziging ISDE subsidie warmtepomp

De ISDE subsidie blijft in stand tot 2030, al wordt het beschikbare budget de komende jaren telkens lager.

21 Techniek

Ontgasser: nut en noodzaak

Bij nieuwe cv-installaties en warmtepompinstallaties staat op de offerte, behalve een vuilafscheider, vaak ook een luchtafscheider of ontgasser. Niet alleen bij grotere installaties, maar ook bij woonhuisinstallaties. Waarom is dat, en hoe leg je het je klanten uit?

Diameter bepalen van warmtepompleidingen

PVT-warmtepomp

De Qube is een nieuwe innovatieve plug-and-play PVT-warmtepomp op klein formaat.

Testen waterstofketels

Om waterstofketels te kunnen duurtesten, neemt Bosch Thermotechniek vanaf 2025 jaarlijks 100 ton groene waterstof af van Essent.

Essent en Bosch Thermotechniek tekenden een overeenkomst voor de levering van honderd ton groene waterstof per jaar. Vanaf februari 2025

levert Essent de eerste groene waterstof. Bosch Thermotechniek zet de groene waterstof in voor het duurtesten met waterstofketels in het nieuwe testcentrum van Bosch in Deventer. De overeenkomst loopt voor een periode van twee jaar. Het is de eerste keer dat Essent op een dergelijke schaal groene waterstof levert aan een industriële partner. Een hoeveelheid van

Gasketelwet: te duur en niet veilig

Techniek Nederland heeft onderzoek laten doen naar de ervaringen met CO-certificering onder woningeigenaren, installateurs en woningcorporaties. De uitkomsten zijn niet echt verrassend: te duur, te ingewikkeld en onvoldoende veilig.

Vooruitlopend op de evaluatie van de Gasketelwet presenteert Techniek Nederland een eigen onderzoek. USP Marketing Consultancy legde een enquête voor aan 747 installateurs en 307 woningeigenaren. Daarnaast voerde het bureau gesprekken met tien installatiebedrijven en vier woningcorporaties. De conclusies zijn niet mals, maar ook niet onverwacht.

De verplichte certificering heeft gezorgd voor een gemiddelde stijging van de kosten van een onderhoudsbeurt met 25 procent. De hoge certificeringskosten werken oneerlijke concurrentie in de hand. Vooral kleinere bedrijven en zzp’ers hebben

moeite om deze kosten door te berekenen aan klanten en laten in een aantal gevallen de CO-certificering achterwege. Voor kleinere installateurs en zzp’ers moet het mogelijk worden onder een vorm van koepelcertificering, zoals CO-Keur, te werken. Daardoor gaan de kosten omlaag en kost de certificering minder tijd terwijl dit hetzelfde veiligheidsen kwaliteitsniveau oplevert als rechtstreekse certificering.

Volgens bijna negentig procent van de ondervraagde installateurs zou niet de certificering, maar de ervaring en kennis van installateurs het belangrijkste moeten zijn. Erkende installateurs zouden op basis van die erkenning gewoon aan gasverbrandingsinstallaties moeten kunnen werken, vindt 66 procent. Uit de gesprekken die USP voerde, blijkt dat sommige installateurs de CO-certificering ervaren als een diskwalificatie van hun werkervaring en eerder behaalde diploma’s.

100.000 kg waterstof is vergelijkbaar met circa 400.000 m 3 aardgas of 4.000 MWh elektriciteit. Productie van de waterstof via elektrolyse vindt in eerste instantie plaats in Duitsland. Als transport is gekozen voor tubetrailers (vrachtwagens met gascilinders, red.) die de waterstof afleveren in Deventer.

In een latere fase van de samenwerking zal Bosch Thermotechniek de groene waterstof lokaal produceren. Hiervoor werkt Essent aan de ontwikkeling van een 2,5 MW elektrolyser op het terrein van Bosch Thermotechniek in Deventer. In het najaar van 2024 start Essent met de bouw van het waterstofstation, dat naar verwachting in januari 2025 wordt opgeleverd. Na een laatste controle kan vanaf februari de groene waterstof geleverd worden.

“De ondertekening van deze overeenkomst is de start van een samenwerking aan de ontwikkeling van een lokaal waterstofdistributienetwerk,” zo vertelt Maarten Moolhuysen van Essent. “Om onze waterstofambities waar te maken, is op langere termijn een stabiel en rendabel waterstofdistributienetwerk heel belangrijk,” benadrukt ook Markus Baumeister van de Bosch Home Group.

Naar aanleiding van het onderzoek doet Techniek Nederland een aantal aanbevelingen:

• De handhaving op CO-certificering moet beter;

• De kosten van CO-certificering moeten omlaag;

• Het onderhoud aan gasverbrandingsinstallaties zou verplicht moeten zijn;

• Verkoop van cv-ketels aan niet gecertificeerde personen en bedrijven zou verboden moeten worden;

• En de voorlichting van consumenten moet beter.

Markus Baumeister, Director Engineering Deventer, Bosch Home Group (links) en Maarten Moolhuysen, directeur Waterstof Esssent (rechts).

Geluid buitendeel warmtepomp nauwelijks issue voor warmtepompbezitters

Overlast van het geluid van het buitendeel van een warmtepomp is er nauwelijks, zo blijkt uit een enquête met als thema: ervaringen met een warmtepomp waaraan 1.649 warmtepompeigenaren (1.175 hybride, 449 all electric) deelnamen. De enquête maakt deel uit van het onderzoek Installatiemonitor*.

89,4% van de eigenaren met een warmtepomp met buitendeel ervaart zelf in de winter geen overlast. 5,4% ervaart wel geluidshinder van het buitendeel. Bij 2,0% lieten ook de buren weten overlast te ervaren. Samengevat is er dus slechts een klein deel van de warmtepompbezitters dat last heeft van het geluid.

Bij hybride warmtepompen is het aandeel dat overlast ervaart groter (6,3%) dan bij all-electric warmtepompen (2,6%), zo blijkt uit de enquête. Zoom je in op de groep die wél overlast heeft - de 5,4% - dan blijkt dat die overlast vooral in de winter plaatsvindt (in 94% van de gevallen). Ongeveer een op de tien deelnemers binnen deze groep ervaart het hele jaar door overlast van hun eigen buitendeel.

Slechts 2% van de buren ervaart geluidsoverlast van de warmtepomp. Gelukkig is dit in veel gevallen op te lossen, bijvoorbeeld door het later opstarten van de warmtepomp, het plaatsen van trillingsdempers, een omkasting of een trilmat.

De overgrote meerderheid van de enquêtedeelnemers (90 procent) is tevreden over de aangeschafte warmtepomp en raadt deze ook aan anderen aan.

De grootste pluspunten voor de deelnemers zijn een duurzamer huis en besparing op de maandelijkse kosten. Geluidsoverlast, storingen en tegenvallende prestaties zijn de voornaamste redenen voor minder positieve beoordelingen.

*Installatiemonitor

Het onderzoek Installatiemonitor, uitgevoerd door adviesbureau BDH, is een initiatief van RVO samen met Netbeheer Nederland en Techniek Nederland. Het is het eerste grootschalige Europese onderzoek naar de prestaties van warmtepompen in Nederlandse woningen en telt inmiddels bijna zesduizend deelnemers.

Wasco breidt assortiment uit

Wasco kondigt een nieuwe samenwerking met Nathan Systems aan. Daarmee breidt de groothandel haar assortiment met vier belangrijke merken uit.

Het volledige assortiment van Uponor, alpha innotec, Metro Therm en Komfort is vanaf 1 oktober bij Wasco beschikbaar via de webshop en op voorraad in het distributiecentrum. Vanaf 1 november hebben ook alle 36 Wasco-vestigingen de producten van Uponor op voorraad. Wasco is verheugd over de samenwerking. De groothandel kan hiermee installateurs nog beter bedienen met hoogwaardige producten, aldus het persbericht. De kracht van Nathan ligt in de hoogwaardige kwaliteitsproducten, slimme energieconcepten en aanvullende services. Zo heeft Nathan Systems een eigen serviceorganisatie die 24/7 bereikbaar is voor technische ondersteuning en een landelijk team van servicemonteurs.

Onrendabel - Investeringen - Energiebelasting

Klimaatneutraal of labelsprong?

Het artikel ‘Klimaatambities bouw onhaalbaar volgens EIB’ dat op Gawalo verscheen, riep vragen op bij Jorrit Jouwsma, directeur/eigenaar van De Duurzame Oplossing. Na het lezen van het volledige rapport ‘Klimaatambities in de gebouwde omgeving’ van het EIB kwamen daar nog extra vragen bij. Taco van Hoek, directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw, bleek bereid tot een gesprek, waarbij ook Gawalo aanwezig was.

De Duurzame Oplossing is een adviesbureau, dat met behulp van advies, software en rekenmethodieken partijen helpt met verduurzamingsvraagstukken. Jouwsma heeft de indruk, dat het rapport van het EIB de verduurzaming in de bouw eerder tegenwerkt dan stimuleert. Hij wil daarover graag met Van Hoek in gesprek. Het EIB is een stichting, die kwantitatief economisch onderzoek doet op het gebied van bouw. Verduurzaming is daarbij een belangrijk onderwerp, aldus Van Hoek: “Duurzaamheid is eigenlijk de grote groeisector van de afgelopen jaren, vooral in de bestaande voorraden.” Tegelijkertijd benadrukt hij, dat het EIB geen promotor van duurzaamheid is, en ook geen tegenstander. “Wij proberen gewoon te kijken wat de feiten zijn, en wat je daaraan kan afleiden.”

Wat is onrendabel?

In het rapport stelt het EIB, dat zestig procent van de investeringen in het klimaatneutraal maken van de gebouwde omgeving onrendabel zullen zijn. Over de term ‘onrendabel’ verbaast Jouwsma zich. Van Hoek verklaart dat het EIB bij het gebruik van de term redeneert vanuit het perspectief van de particulier: “We kijken naar de investeringen die nodig zijn om een woning klimaatneutraal te maken, en wat de

opbrengsten voor de bewoner daarvan zijn in termen van de energierekening.”

Volgens het EIB gaat het bij de onrendabele kosten vooral om de stap van A naar A+++. Jouwsma is van mening dat het misschien wel waar is dat deze laatste stappen het meeste geld kosten. “Maar als je begint bij een hoger label zoals C of B, zijn de meerkosten naar A+++ niet heel veel meer dan naar A+,” aldus Jouwsma. Dit is in verhouding erg duur, maar Jouwsma gelooft dat de door EIB genoemde zestig procent aan de hoge kant is.

Investeringen

Er is een groot verschil tussen de investeringen die nodig zijn voor volledig klimaatneutraal, en wat nodig is voor een flinke verbetering van het energielabel. Daarbij is een labelstap vaak wel rendabel in relatie tot de energierekening van de bewoner, maar het volledig klimaatneutraal maken van een woning niet. “Bepaalde labelstappen zijn onder bepaalde omstandigheden wel rendabel, zeker als je ook wat subsidies meerekent,” aldus Van Hoek. “Voor het volledig klimaatneutraal maken van woningen zijn forsere investeringen nodig. Als je kijkt wat je dan op je energierekening terughaalt, dan is dat niet langer rendabel.” Wat er op de energiere-

kening te besparen valt, is bovendien afhankelijk van de uitgangssituatie.

Waar blijft de woningwaarde?

“Maar dan kijk je alleen naar de energierekening,” onderbreekt Jouwsma. “Elke stap die je energielabel omhooggaat, verhoogt de waarde van je woning met 1,6 procent, dat zie in dit onderzoek niet terug.”

Van Hoek reageert daarop: “Het probleem is, dat je dan verschillende soorten woningen met elkaar moet vergelijken. Daarvoor hebben we in ons onderzoek niet alle benodigde gegevens van alle woningen. Bijvoorbeeld de onderhoudsstaat van woningen, die hebben we niet.”

Ook welke verduurzamingsmaatregelen getroffen zijn, is niet altijd duidelijk. Jouwsma betoogt, dat bijvoorbeeld het vervangen van enkel glas door HR++-glas wel degelijk een meerwaarde van de woning geeft bij verkoop.

Subsidies

“De waarde van de woning is natuurlijk ook gekoppeld aan de energetische prestaties,” bevestigt Van Hoek, maar daar zit volgens hem wel een beperking aan. “Stel nou, dat de woning veel meer in waarde stijgt dan ik op mijn energierekening zou terughalen? Waarom

zou ik die investering dan nog doen?” En daar zit gelijk de link naar subsidies, legt Van Hoek uit: “Wanneer het allemaal rendabel was, zouden er geen subsidies nodig zijn.” Jouwsma vindt, dat ook zonder subsidies het klimaatneutraal maken van woningen rendabel is. Alleen hanteert hij daarbij een andere berekeningsmethode dan het EIB. Het EIB kijkt alleen naar de energierekening en de investering en niet naar de woningwaarde en de woonlasten.

Economisch voordeel of comfort

Het EIB kijkt dus alleen naar het economische aspect, concludeert Jouwsma. Maar hoe zit het dan met de verbetering in wooncomfort? “Hoe je het wendt of keert, als jij je woning gaat isoleren, gaat je wooncomfort ook omhoog. En dat heeft ook een bepaalde waarde, die je niet in geld kan uitdrukken,” stelt Jouwsma. Natuurlijk zijn dubbel glas, vloerisolatie en andere maatregelen ook comfort verhogend, geeft Van Hoek hem gelijk. “Maar we hebben het hier over volledig klimaatneutraal maken, en dat gaat verder dan een labelstap.”

Het rapport van het EIB gaat niet over de winst van tussenliggende labelstappen, betoogt Van Hoek. Een volledig klimaatneutrale woning is

zijns inziens niet zoveel meer comfortabel dan een woning die met wat enkelvoudige maatregelen tochtdicht is gemaakt. Maar de kosten van klimaatneutraal maken zijn wel veel hoger. Het EIB baseert zich daarbij op de uitkomsten van de pilots Programma Aardgasvrije Wijken.

Wie zal dat betalen?

De kosten voor het klimaatneutraal maken zullen voor een groot deel gedragen worden door de overheid, in de vorm van subsidies. Maar er is nog een component, die volgens Van Hoek meestal onderbelicht blijft. “Tot hier hebben we alles beredeneerd vanuit de particulier. Maar één van de dingen waarop die bespaart, is de energiebelasting.” Die energiebelasting, of eigenlijk de verwachte afname van inkomsten daaruit voor de overheid, vormt volgens Van Hoek ook een belangrijk deel van de kosten. “Het rijk zal veel minder opbrengsten uit energiebelasting krijgen, wanneer consumenten veel minder aardgas gaan verbruiken.”

Elektriciteit duurder dan gas?

Momenteel is gas per kWh nog altijd goedkoper dan elektriciteit. Dat zit volgens Jouwsma voor een belangrijk deel in de energiebelasting. Per

kWh energie uit gas, er van uitgaande dat in 1 m 3 gas ongeveer 10 kWh energie zit, betaalt de consument bijna 6 cent per kWh energiebelasting. De energiebelasting op aardgas bedraagt afgerond namelijk € 0,58 per m 3 . Per kWh elektriciteit betaalt een consument in 2024 bijna 11 eurocent energiebelasting. Zo bezien is elektriciteit zwaarder belast dan gas. Daar staat echter tegenover, dat elk huishouden een vermindering op de energiebelasting op elektriciteit van € 631,39 per jaar krijgt (2024). Daarmee is het verschil in belasting tussen kWh energie uit gas of elektriciteit tot een verbruik van ruim 10.000 kWh elektriciteit weer vereffend. De overige kosten per kWh zijn afhankelijk van het leveringscontract dat de consument met een energieleverancier heeft. Wanneer de totaalprijs per kWh elektriciteit hoger is dan 1/10 van de totaalprijs per m 3 aardgas, klopt de stelling van Jouwsma wel. In dat geval is het voor consumenten economisch minder aantrekkelijk om de cv-ketel in te ruilen voor een warmtepomp. In mei 2024 is de gemiddelde prijs voor een kuub aardgas ongeveer € 1,30, dus grof omgerekend 13 cent per kWh. De gemiddelde elektriciteitsprijs is op dit moment ongeveer 32 cent per kWh (mei 2024).

‘De

gasprijs is te laag’

De

discussie of de toepassing van warmtepompen technisch mogelijk is, hoef je met Elbert Stoffer, operationeel directeur (COO) bij Itho Daalderop, niet te voeren.

“Het kan, technisch,” zegt hij stellig, “financieel is alleen een heel andere discussie.”

“Voor een oudere, slecht geïsoleerde, woning, met een wat ouder afgiftesysteem is de huidige gasprijs te laag om een warmtepomp aantrekkelijk te maken,” stelt Elberrt Stoffer. oordat hij COO werd, was hij innovatiemanager bij Itho Daalderop, en als zodanig betrokken bij de ontwikkeling van de diverse warmtepompen. “Met een lage gasprijs - of een te hoge elektriciteitsprijs - is het installeren van een warmtepomp in dergelijke woningen financieel niet interessant. Om met het bestaande afgiftesysteem de woning op temperatuur te krijgen, is een wat hogere aanvoertemperatuur nodig.”

Het kan wel Stoffer neemt graag zijn eigen woning als voorbeeld dat het wél kan. Hij heeft een woning uit 1951, waar het aardgasverbruik toen hij er in trok 4.000 kuub per jaar was. Inmiddels verwarmt hij het huis alleen nog met een all-electric warmtepomp en verbruikt daarmee maar tussen de 1.500 en 1.600 kilowattuur per jaar. Die besparing op het energieverbruik is niet alleen te danken aan een warmtepomp. “Je moet eerst zorgen dat de warmte niet de woning uitgaat.” Pas dan komt de warmtepomp in beeld, volgens Stoffer: “Eerst isolatie, WTW

en douche-WTW. Om dan vervolgens de opwekking zo zuinig mogelijk te doen. En dan kun je echt hele grote stappen maken, heb ik in mijn oude huis gemerkt.”

Warmtepomp is niet het doel Een belangrijk deel van de markt voor Itho Daalderop zijn de woningcorporaties. Ook daar raadt Itho Daalderop aan om eerst te isoleren. “Natuurlijk willen we graag warmtepompen verkopen,” haakt Henriëtte Davids, corporate brand manager bij Itho Daalderop, aan. “Maar we weten ook, als je een warmtepomp plaatst in een huis dat niet goed geïsoleerd is, dan krijg je toch vaak ontevreden bewoners.”

Maar niet alle woningen zijn even makkelijk zo goed te isoleren dat een all-electric warmtepomp toepasbaar is. Stoffer: “Daarom is er een heel grote markt voor hybride. Een hybride warmtepomp is daar een goede tussenoplossing. Maar als je all-electric zou kunnen gaan, waarom zou je dat dan niet doen? Dat is wel de filosofie die wij hebben.”

Bodem als bron

Voor all-electric warmtepompoplossingen voert Itho Daalderop al langere tijd bodemwarmtepompen in het assortiment. Deze water-waterwarmtepompen zijn er zowel voor individuele bronnen, als voor collectieve bronnen. Daarbij maakt Itho Daalderop onderscheid in klein collectief en collectieve bron. Klein collectief gaat tot vier huishoudens op één bron, collectief tot

Tekst Margo van Voskuilen
Een warmtepomp moet lekker vrij kunnen ademen. Hij moet voldoende flow hebben, voldoende vermogen kwijt kunnen.

mogelijk een heel complex van appartementen op één net van bronnen. Davids: “Als je gebruik maakt van een goed geëngineerde WPU warmtepomp (bodemlus met schoon leidingwater en woning gebouwd vanuit Trias Energetica) dan is het rendement onder alle omstandigheden stabiel en heb je bijvoorbeeld ook geen elektrisch element nodig. In de nieuwbouw kun je op die manier netcongestie-arm bouwen met warmtepompen.” Daarmee springt Davids in op het vaak geuite bezwaar tegen warmtepompen, dat die netcongestie alleen maar verergeren.

Zonering niet altijd gunstig

Om een warmtepomp zo efficiënt mogelijk te laten draaien, heeft hij bepaalde voorwaarden nodig. “Een warmtepomp draait het lekkerst bij bepaalde omstandigheden. En dat is typisch niet: ‘ik wil alleen de studeerkamer warm maken’”, begint Stoffer. “Een warmtepomp moet lekker vrij kunnen ademen. Hij moet voldoende flow hebben, voldoende vermogen kwijt kunnen.” Stoffer trekt een vergelijking met

een Toyota hybride auto, die met variabele transmissie eigenlijk altijd op het juiste toerental draait. “Een warmtepomp met zonering waarvan maar één zone open staat, is als rijden met de handrem erop. Daarom hebben we een samenwerking tussen zoneregeling en warmtepomp. Daardoor zorgt de zoneregeling ervoor, dat de warmtepomp kan draaien op een werkpunt waarbij hij zich lekker voelt. Dat is continu een beetje balanceren, tussen ‘wat vraagt de gebruiker’ en ‘wat vindt de warmtepomp fijn’.”

‘Veroordeeld tot een buffer’

Een bodemwarmtepomp heeft eigenlijk altijd dezelfde brontemperatuur. Daarom heeft Stoffer zelf een sterke voorkeur voor bodemwarmtepompen. Hij neemt een lucht-water warmtepomp in een bestaande woning als voorbeeld. “Bij buitentemperatuur van 15 graden moet je meestal nog wat stoken. Dan gaat het minimale vermogen van de warmtepomp ook omhoog, en dat moet hij kwijtkunnen. Maar de hoeveelheid warmte die je bij een buitentemperatuur in

de woning nodig hebt, is juist lager dan wanneer het buiten kouder is. Dan ben je als bewoner eigenlijk veroordeeld tot een buffer.”

Bij de grondgebonden systemen in nieuwbouw gaat Itho Daalderop uit van alleen vloerverwarming. Daarbij is het mogelijk om zonder buffers te werken, dankzij de zoneregeling.

Buffer kost geld en ruimte

“Een buffer doet voor de gebruiker primair helemaal niets,” stelt Stoffer. “Hij zorgt alleen voor wat minder start-stops.” Bovendien zorgt de buffer ervoor dat bij een defrost de warmtepomp het buitendeel kan ontdooien zonder dat er gelijk koude de woning inkomt. Wanneer je met de lucht-water-warmtepomp ook wilt gaan koelen, moet de buffer echter nog groter zijn, beargumenteert Stoffer. “Wanneer je gaat rekenen hoe groot een buffer zou moeten zijn om echt nuttig te zijn, dan wordt zo’n buffer heel groot. Zeker wanneer je wilt gaan koelen. Dan zou de buffer, als je het goed doet, nog drie keer zo groot uitvallen.”

Duurzame vloerverwarming voor iedere renovatie.

Renovaties vereisen systemen die zonder verregaande ingrepen (zoals freeswerk) kunnen worden toegepast. Deze systemen hebben een geringe installatiehoogte waardoor ze op een bestaande vloer en in sommige gevallen zelfs in de muur kunnen worden verwerkt.

Wij produceren en leveren diverse watergedragen en elektrische verwarmingsoplossingen voor renovatie, nieuw- en droogbouw, inclusief geschikte isolatie, verdelers en WiFi thermostaten.

Kijk voor informatie en andere systemen op magnumheating.nl

MAGNUM Mat

Natuurlijke circulatie spelbederver in warmtepompinstallaties

De warmtepomp van Hein-Jan van Veldhoven functioneerde prima: een warm huis en voldoende warm tapwater. Maar tijdens een vakantie bleek de installatie onverwacht veel elektriciteit te verbruiken. Techneut Van Veldhoven ging met zijn installateur op jacht naar de oorzaak.

Tijdens een weekje herfstvakantie monitorde Hein-Jan van Veldhoven, van oorsprong werktuigbouwkundige en projectmanager bij DAF Trucks, zuiver uit nieuwsgierigheid, zijn warmtepompinstallatie met warmtapwaterboiler. Terwijl hij genoot van een weekje in de zon, bleek zijn installatie nog steeds veel energie voor warm tapwater te gebruiken, terwijl er geen druppel warm water werd verbruikt. Onnodige

verspilling dus, en de oorzaak daarvan wilde Van Veldhoven tot op de bodem uitzoeken. Die nieuwsgierigheid en de bereidheid tot diepgravend onderzoek zijn kenmerkend voor de vriendelijke techneut uit Nuenen. Daarnaast haast hij zich te benadrukken, dat hij absoluut niet zijn installateur ‘te drogen wil hangen’. “Er zat een stuk verspilling in die installatie die er niet in hoeft te zitten.” Eén van de opleidingen

die Van Veldhoven bij DAF Trucks volgde, was de Six Sigma opleiding. Dat is een kwaliteitsprogramma dat sterkt leunt op statistiek, maar ook op het voorkomen van verspilling. En het voorkomen van verspilling blijkt een belangrijke drijfveer voor dit onderzoekstraject.

Korte cyclus

In de specificaties van zijn boiler las Van Veldhoven, dat de duur van het afkoeltraject circa 35-40 uur zou moeten zijn. De boiler in zijn eigen installatie vertoonde echter een afkoeltraject van slechts 8 uur en 37 minuten - aanzienlijk korter. Het afkoeltraject omvat de periode vanaf het moment dat de tapwatervoorraad in zijn geheel op de ingestelde temperatuur is gekomen totdat de boiler opnieuw moet gaan opwarmen omdat een onderwaarde is bereikt. De volledige cyclus van het afkoeltraject en het opwarmen duurde 9 uur en 23 minuten.

Overleg met de installateur

Van Veldhoven legde zijn bevindingen voor aan zijn installateur. Die vroeg om foto’s van de installatie. Op basis van de foto’s concludeerde de installateur, dat er sprake kon zijn van thermische trek door een niet perfect sluitende driewegklep. Een keerklep zou die thermische

Tekst Margo van Voskuilen

trek verhelpen. Van Veldhoven was niet gelijk overtuigd en wilde de zaak verder onderzoeken. “Volgens mij verklaarde thermische trek een deel van het probleem, maar niet alles.”

Van Veldhoven bevestigde vijf sensoren op de aan- en afvoerleidingen van de warmtepomp en het warmtapwatervat en combineerde die met een microcontroller, zodat hij de gegevens in zijn Home Assistant kon loggen en bestuderen.

Driewegklep houdt zijn klep

Uit deze tweede ronde monitoring haalde Van Veldhoven als eerste een serie meetwaarden die de theorie van de installateur lijkt te bewijzen. Er lijkt warm water uit de bovenkant van de spiraal in het voorraadvat naar de cv-installatie te stromen, wanneer de pomp stil staat. Maar wanneer hij naar de meetwaarden van sensor het dichtst bij de onderkant van de spiraal door het boilervat kijkt, valt op dat daar op hetzelfde moment geen koud water de spiraal in gaat. De driewegklep is dus perfect dicht.

Nog gekker

Vervolgens ziet Van Veldhoven nog een ander fenomeen in zijn meetgegevens. Niet alleen lijkt er warm water uit de tapwaterspiraal in zijn cv te stromen, er lijkt tegelijkertijd uit de cvinstallatie koud water de tapwaterspiraal in te stromen. Dat gaat regelrecht in tegen de theorie van thermische trek. “Hoe dan?!” denkt Van Veldhoven, en duikt de vakliteratuur in. In Duitse uitgaven over zonneboilers komt hij het fenomeen Einrohrzirkulation tegen, oftewel een-buis-circulatie.

Om dat te kunnen staven, verplaatst hij een aantal van zijn sensoren, en meet daarmee de temperatuur aan de boven- en onderkant van de bovenste leiding tussen boilervat en warmtepomp. De meetresultaten tonen aan, wat Van Veldhoven al vermoedde: er is een temperatuurverschil tussen de bovenkant en de onderkant van de leiding. Er treedt in deze leiding EinRohrZirkulation op!

Tweede probleem

Niet alleen in de verwarmingsspiraal van het boilervat blijkt warmteverlies op te treden. Op aanraden van een monteur monitort Van Veldhoven ook welke temperatuur water zijn cv-circuit ingaat, wanneer het voorraadvat opwarmt. Daar blijkt een tweede verspiller te zitten. Het cv-circuit van de bovenverdieping warmt tijdens het opwarmen van het voorraadvat plaat-

selijk op naar 60 °C. Dit gebeurt ondanks het feit dat de driewegklep in een stand staat, waarbij alleen de retour van de spiraal in het tapwatervat zijn water kwijt kan. Ook verder naar boven, bij de verdeler van de vloerverwarming meet Van Veldhoven een hogere temperatuur op de aanvoer - én op de retour.

‘Van Veldhoven was niet gelijk overtuigd en wilde de zaak verder onderzoeken.’

vloerverwarming dus om, ten gevolge van de ongewenste toevoer van te heet water in het cv-circuit op de bovenverdieping.

Technisch detective

Terwijl de pomp zorgt voor gedwongen circulatie in de warmtapwater kringloop, treedt er kennelijk tegelijkertijd (ongewenste) natuurlijke circulatie op in de cv-kringloop. Dat is eigenlijk ook het geval bij de EinrohrZirkulation tijdens cvbedrijf. De circulatiepomp zorgt voor gedwongen circulatie in het cv-circuit, maar ondertussen treedt er natuurlijke circulatie (ERZ) op in het boiler circuit. Beide natuurlijke circulaties bederven het rendement van de installatie.

Stromingsrichting

Verder meetwerk wijst uit, dat het ten onrechte opgewarmde water uit de retour van de bovenverdieping door de vloerverwarming op de begane grond gaat. En daarna blijkt dit koude retourwater bij te mengen bij het door de warmtepomp opgewarmde water dat het voorraadvat moet verwarmen. In de hele benedenverdieping draait de stromingsrichting van de

Tijdens zijn onderzoek voelde Van Veldhoven zich een beetje een Sherlock Holmes. Die beroemde detective had het motto: “When you have eliminated all which is impossible, then whatever remains, however improbable, must be the truth.” Losjes vertaald: als je alles hebt kunnen afstrepen wat onmogelijk is, is het enige wat overblijft de waarheid, hoe onwaarschijnlijk die ook lijkt. En dat is precies wat Van Veldhoven deed: onderzoeken en elimineren, tot een even onwaarschijnlijke als elementaire boosdoener overbleef: Einrohrzirkulation, of in goed Nederlands, natuurlijke circulatie.

Eenvoudige oplossing

De oplossing voor natuurlijke circulatie in leidingen is het toepassen van een thermosifon. Dat is een u-bocht, die de thermische trek effectief onderbreekt. Vo lgens de Duitse vakliteratuur, die Van Veldhoven raadpleegde, moet de lengte van die thermosifon, uitgevoerd in koper, ten minste 13 x de diameter van de leiding zijn. In zijn geval levert dat een lengte van 13 * 35 = 455 mm op. Als een dergelijke sifon niet mogelijk is, raadt het informatieblad aan om leidingen op afschot aan te leggen. In alle gevallen is leidingisolatie van groot belang. Voor het tegengaan van de ongewenste doorstroming die ontstaat bij het verhitten van het voorraadvat is zowel een t-splitsing van de aan-

voer dicht bij de warmtepomp nodig, als een warmtesifon. Alle drie de oplossingen zijn door de installateur aangebracht, waarna van Veldhoven tevreden bewees dat zijn installatie nu een afkoel- en opwarmcyclustijd van zo’n 30 uur heeft.

Een atypische consument

De extra investeringen in onderzoek die Van Veldhoven in zijn installatie deed, doet lang niet iedere huiseigenaar. Het aanschaffen van een domoticasysteem is niet zo uitzonderlijk, maar de aanpassingen die Van Veldhoven deed gaan verder dan wat de gemiddelde bewoner presteert. Zo programmeerde hij zijn Home Assistent zo, dat hij gegevens vanuit de Luxtronic besturing van de warmtepomp beschikbaar kon maken in de Home Assistant en overzichten kon genereren van de tapwatertemperatuur in zijn boilervat.

Gewoon zonde

Van Veldhoven vermoedt dat zijn warmtepompinstallatie niet de enige installatie is met een dergelijk energielek. “Aan de hand van mijn berekeningen bespaar ik nu 15 euro per maand

AANPASSINGEN ISSO-PUBLICATIES

In de ISSO-publicatie 72 Ontwerpen van bodem gebonden water/water-warmtepompen in woningen, datum 05-06-2024 en ISSO-publicatie 98 Lucht/water-warmtepompen in woningen, datum 23-05-2024, is natuurlijke circulatie als aandachtspunt opgenomen. Daarin is het als volgt verwoord:

‘Ontwerp de leidingen zodanig dat natuurlijke circulatie van warmte voorkomen wordt (warm water is lichter dan koud water). Hierdoor kan bij een stijgende of horizontale leiding natuurlijke circulatie optreden. Pas een warmteslot toe om deze natuurlijke circulatie tegen te gaan. De mate van natuurlijke circulatie wordt vooral bepaald door de diameter van de aansluitleiding, de watertemperatuur in de boiler en de warmtegeleiding van het toegepaste leidingmateriaal. Een sifonhoogte van 25 cm is voldoende om, bij een boilertemperatuur van 55°C, de natuurlijke circulatie tegen te gaan.

Uitgangspunt […] is dat de spiraal door loopt tot onderin de boiler. Indien een spiraal hoger in een boiler gemonteerd zit, geldt dit ook voor de retourleiding.

Natuurlijke circulatie treedt niet alleen op in de aansluiting van de spiraal maar ook bij de warmwateraansluiting op de boiler. Om op de warmwateraansluiting warmteverlies te voorkomen dient ook hier een warmteslot geplaatst te worden.

Het warmteverlies door deze thermosifon werking kan significant zijn (1 kWh per dag).’

Bij de installaties voor de utiliteit was dit fenomeen wel bekend en als bijlage I opgenomen in ISSO-publicatie 44 uit 1998: Ongewenste stroming ten gevolge van thermische drukverschillen.

op mijn elektriciteitskosten. Die 15 euro vind ik niet spannend. Maar het feit is dat ik 1.200 kWh elektriciteit op jaarbasis verspilde - en dat was dan alleen nog maar bij mij. Als dat bij nog honderd of duizend installaties in Nederland ook gebeurt, dan is dat gewoon zonde.”

Opleidingen

Om meer bekendheid te geven aan het fenomeen Einrohrzirkulation oftewel natuurlijke circulatie zocht Van Veldhoven de publiciteit. Zo sprak hij al op Nationaal Congres Sanitaire Technieken van de TVVL, werd hij geïnterviewd voor E&W en verspreide hij zijn bevindingen via LinkedIn. Ook ISSO besteedde aandacht aan het fenomeen in de update van twee publicaties. Uiteindelijk hoopt Van Veldhoven, dat natuurlijke circulatie ook in opleidingen weer een aandachtspunt zal worden. Bij warmtepompen worden steeds meer voorraadvaten en buffervaten geïnstalleerd waarbij de aansluitingen aan de zijkant zitten, in plaats van aan de onderkant. Daardoor zal het fenomeen natuurlijke circulatie steeds vaker (ongewild) optreden. Tenzij vaklieden zich ervan bewust zijn, en passende maatregelen nemen.

Onnodige verspillingen tegengaan “Het zou toch jammer zijn,” betoogt Van Veldhoven, “wanneer er duizenden eigenaren van dure warmtepompinstallaties onnodig te veel energie verbruiken? Niet alleen is dat onnodig, het beschadigt ook de reputatie van de warmtepomp.” Hij legt een deel van de verantwoordelijkheid voor het signaleren van dit probleem bij de fabrikanten en importeurs. “Zij kunnen door middel van monitoring gewoon zien of warmtepompinstallaties naar behoren draaien. Daar moeten ze dan ook actie op ondernemen, wanneer een installatie zo achterblijft op de verwachte prestaties.”

Natuurlijke circulatie opgelost d.m.v. thermosifons op drie plaatsen in de installatie - afbeelding ©Gawalo

Netaansluiting - Zonnepark - Zekerheid

Het waterstofpaneel: groene energie zonder net(congestie)

Solhyd produceert panelen die zonne-energie direct omzetten in waterstof. Het bedrijf haalde vorig jaar een investeringskapitaal op. “Wanneer we op massa kunnen gaan produceren, daalt de kostprijs sterk. Het is nu van belang om die productiecapaciteit omhoog te krijgen”, vertelt Jan Rongé, medeoprichter van Solhyd.

“We maken gebruik van een commercieel klassiek zonnepaneel dat met ons product de groene stroom in combinatie met waterdamp rechtstreeks in waterstof omzet”, legt Jan Rongé uit. Volgens de conventionele manier om dat te doen maak je gebruik van twee projecten: één met zonnepanelen voor de elektrische energie en één voor de elektrolyse om waterstof te maken. Die aanpak brengt meer kosten en gebruik van groene stroom met zich mee en zorgt vanwege de omzetting voor meer energieverlies. “In ons toestel gaat dat proces direct, zonder omwegen, en zonder het elektriciteitsnet nodig te hebben en te belasten.” Mogelijk dat de vinding daarom een oplossing kan bieden voor bijvoorbeeld zonneparken die geen netaansluiting kunnen krijgen.

Waterstof is een kleur- en geurloos gas en kan zeer veel energie bevatten, meer dan iedere andere stof. Bij verbranding of elektrochemische omzetting geeft de waterstof haar energie vrij en kan deze worden gebruikt. Waterstof wordt niet alleen als energiedrager gebruikt, maar ook als bouwsteen in de industrie. Het gas wordt dan gebruikt om andere stoffen mee te maken, zoals ammoniak, waarmee vervolgens kunstmest wordt gemaakt. Aangezien circa tachtig procent van de in Nederland verbruikte waterstof wordt geproduceerd uit aardgas, biedt het waterstofpaneel een mogelijkheid tot vergroening van de H2-productie.

Zakelijke markt

Het paneel is niet bedoeld voor particulieren.

“Waterstof in het algemeen kent weinig toepassingen in huizen. Plan A voor het verwarmen van woningen loopt via elektrificatie. Wij richten ons initieel op de middelgrote bedrijven en op termijn de grote industrieën die het meest baat hebben bij groene waterstof. Het gaat dan om flinke aantallen panelen in bijvoorbeeld een veldopstelling. Bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de betreffende onderneming maar transport via pijpleidingen is ook goed mogelijk.”

Transport

Uit alle panelen wordt het gas via buizen afgevoerd naar een plastic leiding, waar de waterstof onder lage druk - vergelijkbaar met de druk in een fietsband - honderden meters kan worden getransporteerd naar een centraal punt. Waterstof kent een klein molecuul dat onder hoge druk door de wand wordt geperst, wat betekent dat het gas lekt, wanneer leidingen niet geschikt zijn. In dit geval is de druk dusdanig laag dat de hoeveelheid lekkage verwaarloosbaar is. “Heel vaak wordt het gas op het centrale punt gecomprimeerd tot een hoge druk voor opslag, een chemisch proces of voor verder transport”, vertelt Rongé. Het transport of de opslag gaat dan in leidingen of vaten van niet lekkend staal. Het transport van gas maakt steeds meer plaats voor dat van waterstof in de oorspronkelijk voor gas aangelegde hogedrukleidingen.

2.0

Rongé: “We werken ook aan een grotere zeker-

Tekst Niels van der Horst

heid over het product zelf. Hiertoe ontwikkelen we een nieuwe generatie van het paneel. Die nieuwe versie willen we grootschalig gaan produceren, waarna de kostprijs zal gaan zakken.” De geheimen van versie 2.0 kan hij nog niet prijsgeven. De praktijk leverde een aantal verbeterpunten op. Naast een aantal verbeterpunten die Solhyd uit de praktijk en van klanten leerde, kende het bedrijf al een aantal facetten van de eerste versie die beter konden. Deze waren om pragmatische redenen nog niet toegepast. “Al die zaken hebben we nu geïmplementeerd.”

Solhyd kijkt in de volgende versie of eentje daarna, ook naar mogelijkheden om al geïnstalleerde zonnepanelen van hun module te voorzien en zo om te bouwen naar een waterstofpaneel.

Alternatief voor opslag

Wat Rongé nog wel kwijt wil over het verbeterde paneel, is dat het de mogelijkheid biedt om extra elektriciteit toe te voegen. “In onze contreien zijn er veel verschillen in de seizoenen en de meeste klanten hebben het hele jaar door waterstof nodig. In de zomer H2 opslaan voor

winters gebruik is heel kostbaar. Een betere oplossing is om bijvoorbeeld in de winter ’s nachts een beetje extra waterstof te maken met energie van windparken. Zo kan nog steeds groene waterstof worden geproduceerd op het moment dat de elektriciteit goedkoop is.” Op die manier zou worden voorkomen dat er veel opslag nodig is. Ook opgeslagen elektriciteit in batterijen zou desgewenst op soortgelijke wijze kunnen worden benut.

Perspectieven

“Enerzijds schalen we op via projecten in ver-

De juiste producten én advies bij technische vraagstukken

Meer info op wildkamp.nl/installatie

Ruim assortiment voor installateurs Altijd & overal online bestellen

schillende sectoren die we nu aan het voorbereiden zijn en in 2025 operationeel worden. Die projecten zijn nog niet enorm maar omvangrijk genoeg om grote klanten te tonen dat onze oplossing werkt. Anderzijds moeten we onze productielijn uitbreiden om meer panelen te kunnen produceren en in staat zijn grotere opdrachten uit te voeren. Onze technologie is te moduleren en vrij makkelijk te automatiseren, zodat massaproductie haalbaar is. De eerstvolgende stap daartoe is een grote investering. Deze hangt samen met meer zekerheid over klanten.”

Ondersteuning op maat bij projecten

Direct iets nodig? Altijd een vestiging in de buurt

Insteek - Prijzen - Consultatie

Wijziging ISDE subsidie warmtepomp

Het goede nieuws is, dat de ISDE subsidie in stand blijft tot 2030, al wordt het beschikbare budget de komende jaren telkens lager. Voor 2025 zijn wel enkele voorgenomen wijzigingen. De belangrijkste voor de installatiebranche is de subsidie op warmtepompen: de overheid is voornemens die aan te passen.

In de apparatenlijst of ISDE Meldcodelijst Warmtepompen vallen momenteel de subsidies voor sommige lucht-water-warmtepompen hoger uit dan dertig procent van de aanschafwaarde van het apparaat. Dat is vooral het geval bij hybride warmtepompen met een laag vermogen. De overheid wil de subsidie daarom aanpassen.

Voorgestelde wijzigingen verdekt opgesteld

De status van deze aanpassing is nog niet definitief, benadrukt de RVO. Pas wanneer de gewijzigde ISDE regeling in de Staatscourant is gepubliceerd, is deze definitief. Het voornemen van de wijziging was enigszins verdekt opgesteld, in een internetconsultatie over de Wijzigingsregeling SVVE 2025.

Daarin staat het volgende te lezen: ‘Subsidiehoogte warmtepompen: om te voorkomen dat de subsidie voor lucht-water warmtepompen met een thermisch vermogen van 1 t/m 70 kW meer bedraagt dan dertig procent van de gemiddelde investeringskosten zijn de subsidiebedragen aangepast. Voor deze categorie is het startbedrag verlaagd van € 2.100,naar € 1.250,-. Het bedrag per kW is verhoogd van € 150,- naar € 225,- en de bonus voor warmtepompen met energielabel A+++ is verlaagd van € 225,- naar € 200,-. Deze wijziging wordt ook in de subsidieregelingen ISDE en SVOH doorgevoerd.’

Warmtepompboilers uitgezonderd

In het wijzigingsvoorstel is specifiek sprake van warmtepompen met een thermisch vermogen van 1 t/m 70 kW. Dat betekent, dat het subsidie-

bedrag voor alle warmtepompboilers die in lijst staan, niet zal wijzigen. De warmtepompboilers hebben namelijk volgens de meldcodelijst een vermogen van 0 kW. De bijbehorende subsidiebedragen variëren van 500 tot 950 euro.

Uitgangspunt

Het oorspronkelijke uitgangspunt was dat de ISDE subsidie voor warmtepompen dertig procent van de aanschafwaarde en installatiekosten van de warmtepomp zou bedragen. Die insteek blijft hetzelfde. Maar doordat de prijzen van warmtepompen onder druk staan, komen de bedragen in de apparatenlijst niet altijd meer overeen met die dertig procent. Ook in de installatietijd zijn stappen gemaakt, waardoor de installatiekosten inmiddels lager kunnen uitvallen. Hierbij gaat het vooral om lucht-water-warmtepompen met lagere vermogens. Die vinden vooral hun toepassing in hybride opstellingen met hr-ketels.

‘Indicatief’ subsidiebedrag

Bij het subsidiebedrag in de ISDE Meldcodelijst Warmtepompen staat dat het bedrag indicatief is. Daarmee houdt de overheid het recht om het subsidiebedrag in volgende jaren te wijzigen. Voor de subsidie is de datum van plaatsing van de warmtepomp leidend. Voor warmtepompen die geïnstalleerd zijn in de periode van 1 januari 2024 t/m 31 december 2024 geldt het subsidiebedrag uit de kolom ‘Indicatief subsidiebedrag vanaf 1-1-2024’. Is de warmtepomp nog in 2023 geplaatst, dan geldt het bedrag uit de kolom ‘Indicatief subsidiebedrag tot en met 31-12-2023’. Een subsidieaanvraag onder de ISDE-regeling is mogelijk bin-

nen 24 maanden na installatie van de warmtepomp.

Het beschikbare budget voor 2025 voor de ISDE regeling is 578,3 miljoen euro. In de komende jaren zal dat budget dalen, zoals het er nu uitziet. Voor 2026 tot en met 2029 is respectievelijk 534 miljoen, 180 miljoen, 166 miljoen en 174 miljoen euro voor de ISDE regeling geraamd.

Voorwaarden

Aan de subsidieverlening zijn en blijven strikte voorwaarden verbonden. Het installeren moet gebeuren door een installatiebedrijf - doe-hetzelven is niet toegestaan. De woning waarin de warmtepomp komt, moet gebouwd zijn vóór 1 januari 2019.

Is de woning wel ná 1 januari 2019 gebouwd, maar is de omgevingsvergunning voor 1 juli 2018 aangevraagd, dan is ook subsidie mogelijk. De subsidieaanvraag kan pas worden ingediend na installatie van de warmtepomp. Nieuw in 2024 was, dat de warmtepomp een energielabel van ten minste A++ moet hebben. Die voorwaarden zullen in 2025 hoogstwaarschijnlijk niet wijzigen.

Per saldo

De verwachting van de overheid is dat de prijzen van warmtepompen en installatiekosten verder zullen dalen. Voor de consument hoeft de verlaging van de subsidiebedragen voor warmtepompen dan geen nadelige gevolgen te hebben. Ten eerste blijft het principe van dertig procent subsidie wel overeind, al zijn de subsidiebedragen in de apparatenlijst straks lager. Ten tweede pakken de subsidies met name voor

Tekst Margo van Voskuilen

*: cijfers 2025 onder voorbehoud

de grotere warmtepompen gunstiger uit. Het omslagpunt ligt bij warmtepompen met een vermogen van 13 kW volgens de meldcodelijst. Dat is voor eigenaren van eengezinswoningen niet zo gunstig, maar voor eigenaren van grotere woningen wel. En voor Verenigingen van Eigenaren met een centraal gestookte verwarmingsinstallatie kan het voordelig uitpakken.

Daar staat tegenover, dat het subsidiebedrag voor de warmtepompen tot en met 12 kW in 2025 wel lager uitvalt.

Met name bij de lagere vermogens tot en met 6 kW zijn de verschillen aanzienlijk. In de bovenstaande tabel hebben we de subsidiebedragen voor 2025 berekend met de getallen uit de internetconsultatie. Het subsidiebedrag is in 2024 en 2025 afhankelijk het vermogen en van het energielabel van de warmtepomp. Aan deze tabel kunnen geen rechten worden ontleend, hij is puur ter indicatie van de mogelijke verschillen in subsidiebedragen, wanneer het voorstel tot wijziging van de ISDE-regeling in deze vorm doorgang vindt. Voor het overzicht is de tabel boven de 15 kW beperkt tot tientallen.

Andere maatregelen

Voor andere energiebesparingsmaatregelen zijn de voorgenomen wijzigingen in de subsidieregels voor 2025 juist soepeler. Zo is het minimale glasoppervlak dat nodig is om subsidie aan te vragen verlaagd van acht naar drie vierkante meter. Ook gaan de subsidiebedragen voor HR++- en triple-glas omhoog. Dat heeft echter alles te maken met de gestegen prijzen voor isolatieglas. De verhoging van de subsidiebedragen voor spouwmuur-, gevel- en dakisolatie is vooral bedoeld als compensatie voor de kosten van natuurvriendelijk isoleren. Een voor woningeigenaren gunstige wijziging is de mogelijkheid om binnen 24 maanden na toekenning van de eerste ISDE-beschikking opnieuw ISDE aan te vragen. Deze wijziging is ontstaan uit de constatering dat woningeigenaren er vaak voor kiezen om de isolatiewerkzaamheden in verschillende fasen uit te laten voeren. Enerzijds is dat vanwege de hoogte van de benodigde investeringen. Anderzijds ook vaak omdat een deel van de aanpassingen al eerder gedaan is, of om minder lang ‘in de rom-

mel te zitten’. Nog onduidelijk is of er in 2025 een subsidieregeling voor thuisbatterijen of ventilatievoorzieningen komt.

Beperkte respons

Voor wat betreft de subsidie op warmtepompen heeft de internetconsultatie maar beperkte respons opgeleverd. Alleen de Vereniging Eigen Huis (VEH) benoemt het feit dat er geen aparte internetconsultatie is geweest voor wijzigingen in de ISDE. Daarbij gaat de VEH er (onterecht, volgens de RVO) vanuit dat woningeigenaren die in 2025 subsidie aanvragen voor een warmtepomp die in 2024 is geïnstalleerd, een lager bedrag zullen ontvangen dan in 2024. De VEH vindt daarom een overgangsregeling voor warmtepompen op zijn plaats.

Naar aanleiding van de voorgestelde wijziging maant al tenminste één leverancier van warmtepompen woningeigenaren aan nog dit jaar een warmtepomp te laten installeren. Het is de vraag, of de orderboeken van installateurs ruimte bieden voor een eindsprint in warmtepompinstallaties in 2024. 202320242025*

Nederlands Warmtepomp Congres 2024

Wo 18 dec 2024 | Van der Valk Veenendaal

Warmtepompen spelen een belangrijke rol in het behalen van de klimaatdoelen. Doelen die de overheid moet halen, maar met recente beleidsaanpassingen laat de regering het nu afweten. Tijd om als sector de koppen bij elkaar te steken met als centrale vraag: hoe houden we de vaart er toch in. Experts laten vanuit verschillende disciplines hierover hun licht schijnen.

Voor wie?

Het Nederlands Warmtepomp Congres richt zich op projectontwikkelaars, aannemers, installateurs, adviseurs en technici, werkzaam bij of voor woningcorporaties, gemeenten, installatiebedrijven, architecten-, adviseursen ingenieursbureaus, VvE’s, leveranciers en fabrikanten.

Een greep uit het programma:

• Netcongestie, het probleem voor netbeheerders of voor ons allen?

• Uitdagingen om woningen te verduurzamen, de oplossingen en de resultaten.

• TNO over onderzoeksresultaten die hout snijden.

• Wensenlijst voor warmtepompfabrikanten.

• Prikkels om woningen te verduurzamen vallen weg. Hoe verder?

• Wat kunnen we leren van Noorwegen of Duitsland?

Meld je snel (met korting) aan

Abonnees van Installatie Journaal, Gawalo, RCC en Vakblad Warmtepompen ontvangen € 25 korting en betalen maar € 150.

Meld je aan:

Lucht - Systeemdruk - Leidingwerk

Ontgasser: nut en noodzaak

Bij nieuwe cv-installaties en warmtepompinstallaties staat op de offerte, behalve een vuilafscheider, vaak ook een luchtafscheider of ontgasser. Niet alleen bij grotere installaties, maar ook bij woonhuisinstallaties. Waarom is dat, en hoe leg je het je klanten uit?

In de meeste bestaande huis-tuin-en-keuken cv-installaties zit geen aparte luchtafscheider/ ontgasser. Deze is niet te verwarren met een vlotteronluchter, die vaak standaard op de cvketels zit, of op het hoogste punt van de installatie is gemonteerd. Bij vervanging van de cvketel door een nieuwe cv-ketel of (hybride) warmtepomp, staan de luchtafscheider/ontgasser tegenwoordig wel vaak op de offerte. Het meest genoemde argument daarvoor is,

dat het ter bescherming is van de nieuwe apparatuur. Maar waartegen beschermt die luchtafscheider/ontgasser nou precies? En zijn nieuwe toestellen dan zoveel gevoeliger?

Afscheider of ontgasser

De term luchtafscheider gebruiken we zowel voor een vlotterontluchter als voor een microbellen afscheider. De microbellen afscheider wordt ook wel ontgasser genoemd. Een vlotterontluch-

ter haalt alleen de vrijgekomen lucht uit een installatie, vaak in het hoogste punt. Een microbellen ontluchter ofwel ontgasser zit altijd in het warmste punt van de installatie. Hoe warmer het water, hoe meer microbellen er vrijkomen.

Lucht, lucht en lucht

Lucht of gas kan in drie verschijningsvormen in het systeemwater zitten. De meest zichtbare/ hoorbare variant zijn luchtbellen of luchtzak-

Tekst Margo van Voskuilen

DE WET VAN

De wet van Henry verklaart het evenwicht dat in een gesloten ruimte ontstaat, tussen een vloeistof waarin gas is opgelost, en een hoeveelheid van datzelfde gas boven de vloeistof. Bijvoorbeeld: in een fles frisdrank zit in de gesloten fles zowel koolzuurgas boven de frisdrank, als (onzichtbaar) opgelost in de frisdrank. Pas wanneer je de fles opent, zie je het koolzuur in de frisdrank. Zolang de fles gesloten blijft, wisselen de koolzuurmoleculen van plaats, maar blijft er altijd een evenwicht tussen de hoeveelheid koolzuur in de vloeistof en het koolzuur in de ruimte onder de dop. Als je het evenwicht verstoort door de dop van de fles te draaien, komen er plotseling bubbels in de frisdrank. De Engelse wetenschapper William Henry (1775-1836) omschreef dit evenwicht met een formule C = H · Pg. Daarbij is C de concentratie van gasmoleculen in de vloeistof, H is de Henry-constante en Pg is de partiële druk van het gas. De concentratie van de opgeloste stof is bij zo’n evenwicht recht evenredig met de concentratie van het gas, die weer evenredig is met de partiële druk van het gas. Hoe kouder de vloeistof is, hoe hoger de Henry-constante en hoe groter de hoeveelheid gas die opgelost kan zijn in de vloeistof. Door de steeds lagere systeemtemperaturen speelt het zuurstofgehalte in systeemwater een steeds grotere rol.

ken. Die noemen we ook wel ‘vrije lucht’. Vrije lucht in de installatie kunnen we door handmatig ontluchten laten ontsnappen. De automatische vlotterontluchter laat alleen vrije lucht ontsnappen die naar het hoogste punt in het systeem stijgt. Vrije lucht op andere plekken in het circuit vraagt dus om aangepaste maatregelen. Daarom is goed om meerdere locaties in de installatie te creëren waar automatisch dan wel handmatig ontlucht kan worden. Naast vrije lucht zitten in water ook heel kleine belletjes lucht, de microbellen die vrijkomen bij het opwarmen van water. Die belletjes zijn bijna niet zichtbaar, maar bevatten ook zuurstof. De minst zichtbare verschijningsvorm van gas in het systeemwater zijn opgeloste gassen. In water zitten opgeloste gassen zoals stikstof, zuurstof en koolzuurgas (CO2). Microbellen en opgeloste gassen zijn met de automatische vlotterontluchter en handmatige ontluchting niet uit het systeemwater te halen.

Zuurstof is de vijand

Het belangrijkste gas dat luchtafscheiders/ ontgassers aanpakken, is zuurstof. Wanneer je een installatie vult met vers koud leidingwater (+/- 10 °C), bevat het relatief veel opgeloste gassen, waaronder zuurstof. Dat zuurstof reageert met metalen in het verwarmingscircuit, waarbij corrosie ontstaat. Water bevat bij een lage temperatuur meer opgesloten zuurstofgas dan water met een hoge temperatuur (tot het uitkoken).

Lucht bestaat uit een mengsel van meerdere gassen, waaronder stikstof, zuurstof en kooldioxide. ‘Vrije’ lucht kan in een installatie komen door het vullen van de installatie, en door lucht die al in het systeem aanwezig is. Door het samenkomen van kleine luchtbelletjes vormen zich grotere lucht. Dit heet het uittreden van de lucht. Deze vrije lucht kan door ontluchten ontsnappen, mits de lucht zich niet in een dode hoek bevindt.

Open deur voor zuurstoftoetreding Zuurstof kan op verschillende manieren binnenkomen in een gesloten systeem. De eerste hoeveelheid zuurstof komt over het algemeen binnen bij het vullen van het systeem met leidingwater. Daarmee komen zowel vrije lucht als opgeloste gassen in het systeem. De hoeveelheid zuurstof die daarmee het systeem binnenkomt is relatief beperkt. Het zuurstof gaat een reactie aan met metaal. Wanneer er voldoende mogelijkheid voor corrosie binnen het systeem is, zal het zuurstofgehalte vanzelf lager worden. Daarbij offert het metaal zich als het ware op. Dit noemt men het zuurstofbindend vermogen van het systeem. Het incidenteel bijvullen van het systeem met leidingwater hoeft geen probleem te zijn, mits de het zuurstofbindend vermogen groot genoeg is.

Echte problemen ontstaan door ‘lekken’, plaatsen waar zuurstof onbedoeld en vrijwel continu het systeem kan binnendringen. Is het systeemwater eenmaal zuurstofarm, dan zal dat water zuurstof aantrekken wanneer de installatie niet diffusiedicht is. Water heeft namelijk altijd de eigenschap om snel gassen in zich op te willen nemen, ook wanneer deze op druk staat. (Zie kader: De wet van Henry.)

In ISSO-publicatie 13 heet een zuurstofdichte installatie ‘corrosietechnisch gesloten’. Zuurstoftoetreding kan plaatsvinden via verbindingen en materialen die niet diffusiedicht zijn. Door kunststofleidingen zonder zuurstofbarrière, maar ook door rubberslangen en verbindingen met rubber dichtingen, kan zuurstof toetreden. Dit gebeurt dan permanent en ongemerkt. Dat kan veel grotere gevolgen hebben dan incidenteel toevoegen van vers water. Ook door het rubberen membraan van een expansievat kan zuurstof toetreden. Door een expansievat met een membraan met een lagere permeabiliteit toe te passen, vermindert de doortreding.

Let op: goed vakmanschap betekent wel dat een installatie lekdicht is, maar niet per definitie dat een installatie diffusiedicht is. Door elke koppeling of verbinding kan lucht toetreden in het systeem.

Aanzuigende

werking

Ook een te lage systeemdruk kan voor zuurstoftoetreding zorgen. Wanneer de systeemdruk te laag is, kan op het hoogste punt van de installatie onderdruk ontstaan. Daardoor kan bijvoorbeeld een automatische ontluchter

lucht uit de omgeving aanzuigen. Een deel van de zuurstof uit die lucht kan het zuurstofarme systeemwater dan opnemen. Maar ook door koppelingen, verbindingen en leidingen die niet diffusiedicht zijn, treedt zuurstof toe. Door de combinatie van onderdruk en niet-zuurstofdichte materialen is de toetreding van zuurstof bij een te lage systeemdruk vele malen groter.

Problemen door zuurstof

Zuurstofgas komt op twee manieren voor in het systeemwater van een verwarmingsinstallatie.

Het zit zowel in vrije lucht, als opgelost in water. Wanneer zuurstof, al dan niet opgesloten in water, een reactie aangaat met metaal, ontstaat er gas en metaaloxide.

De reactie tussen zuurstof en metaal noemen we corrosie. Door deze corrosie ontstaat magnetiet. Dat zijn kleine staaldeeltjes die loskomen vanuit het corrosieproces. De kleine deeltjes blijven zweven in het water. Dit verklaart waarom de kleur van het systeemwater vaak donker is. Grotere deeltjes kunnen bezinken, vooral op plaatsen waar minder stroming is.

Vaak zie je deze deeltjes daarom als bezinksel onder in een radiator. Magnetiet kan verstoppingen veroorzaken in leidingen, inregelventielen, wisselaars etc. Dat kan de doorstroming belemmeren. Als het zuurstofgehalte in het systeemwater te hoog blijft, kan dit leiden tot lekkage in het systeem.

Magneet voor vuil

Sinds 2015 moeten in nieuwe verwarmingstoestellen en -installaties a-label circulatiepompen zitten. In een a-label circulatiepomp werkt de elektromotor met permanente magneten. Daardoor zijn er geen koolborstels nodig. Er is ook geen as nodig om de rotor te laten draaien. De rotor in een permanent magneet motor (pm-motor) heeft meestal de vorm van een halve bol, die in een kom draait. Over hoe schadelijk magnetiet voor pompen met pm-motor is, zijn de meningen verdeeld. Het is wel een feit, dat de magneet in een pm-motor magnetiet aantrekt. Om het magnetiet uit het systeemwater te halen, is een (magneet) vuilafscheider aan te raden.

Kunststof versus metaal

Bij bestaande installaties is het leidingwerk vaak nog van metaal, en voor een belangrijk deel van gewoon staal. In nieuwe verwarmingsinstallaties is het leidingwerk vaak van kunst-

stof. Kunststof is, in tegenstelling tot metaal, niet gevoelig voor corrosie door zuurstof. Toch zijn kunststof leidingen niet altijd een oplossing voor het probleem van corrosie. Vaak is zelfs het tegendeel waar. Wanneer er zuurstof in het systeemwater zit, tast dat de kunststofleidingen niet aan. Daar staat tegenover, dat de corrosie zich dan juist concentreert in de metalen delen van het circuit. Het gevolg daarvan is, dat er niet over een grotere oppervlakte een klein beetje corrosie plaatsvindt, maar op een klein oppervlak diepere corrosie. Dat noemen we ook wel een hogere corrosiedruk. Een installatie met vooral kunststofleidingen heeft een veel kleiner zuurstofbindend vermogen dan een installatie met vooral stalen leidingen. Daardoor is het voorkomen van zuurstoftoetreding in systemen met kunststofleidingen nog belangrijker. Niet alleen gewoon staal, maar alle metalen zijn gevoelig voor corrosie. Bijvoorbeeld aluminium, rvs, messing en koper.

ZUURSTOF ZICHTBAAR MAKEN

Stoom en kokend water

In bestaande cv-installaties is de temperatuur van het systeemwater vaak tamelijk hoog. Aanvoertemperaturen tussen 70 en 90 graden Celsius waren in het verleden heel gebruikelijk. Zoals het voorbeeld met water koken al aantoont (zie kader), komt gas vrij uit het water bij hogere temperaturen. Een automatische ontluchter op het hoogste punt in de installatie voert dan het grootste deel van de vrijgekomen lucht af.

Automatisch of handmatig?

Een (automatische) ontluchter laat vrije lucht ontsnappen uit het verwarmingscircuit. De ontluchters op verwarmingslichamen zijn vaak handmatige ontluchters. Veel cv-ketels hebben een automatische ontluchter. Cv-ketels zonder automatische ontluchter moet je wel handmatig ontluchten. Het grootste nadeel van handmatig ontluchten, is dat de gebruiker er zelf aan moet denken en actie moet ondernemen.

Een makkelijke manier om aan te tonen dat kraanwater opgeloste gassen bevat, is het koken van water. Wanneer je in een pan water aan de kook brengt, ontstaan er vlak voordat het kookt bellen op de bodem van de pan. Die borrelen omhoog naar de oppervlakte. Dit zijn opgeloste gassen, waaronder zuurstof, die vrijkomen uit het kraanwater door de temperatuur te verhogen. Een andere manier om dit te laten zien is door de druk te verlagen, bijvoorbeeld met een vacuümpomp voor wijn.

Lage temperatuur verwarming

Tegenwoordig stelt men de aanvoertemperatuur van cv-ketels vaak lager in, bijvoorbeeld 50 of 60 graden. De meeste warmtepompen leveren optimale prestaties bij een lagere aanvoertemperatuur, van bijvoorbeeld 35 graden Celsius. Bij deze lagere temperaturen komt het gas niet zo makkelijk vrij uit het systeemwater (Wet van Henry). Hierdoor is de werking van een vlotterontluchter minder effectief bij lagere temperaturen. Ook bij het handmatig ontluchten zul je merken dat er minder gas vrijkomt. Dat betekent, dat het gevaar van corrosie bij lagere systeemtemperaturen groter is, dan bij hoge.

De automatische vlotterontluchter zit meestal op het hoogste punt van de cv-installatie, of op de cv-ketel zelf. Deze ontluchter verwijdert automatisch vrije lucht uit de installatie. De automatische ontluchters werken met een vlotter, die een ventiel opent om de lucht te laten ontsnappen. SpiroTop en FlexVent zijn voorbeelden van automatische ontluchters, evenals Minical en Robocal.

Luchtafscheider

Luchtafscheiders halen microbellen uit het systeemwater. In tegenstelling tot de automati-

ISSO 13 VOORKOMEN VAN CORROSIE EN VERVUILING

sche ontluchter hoeft een luchtafscheider niet op het hoogste punt te zitten, maar moet deze juist op het warmste punt van de installatie zitten. Voorbeelden van luchtafscheiders zijn de Flamco Xtream Vent, Discalslim en SpiroVent. Een luchtafscheider zal ook veel van de circulerende vrije lucht uit het systeem halen.

Werking luchtafscheider

Een luchtafscheider is een appendage dat je op de warmste plek in het cv-circuit is aanbrengt. Het cv-water loopt door de luchtafscheider. In de kamer van de Spirovent luchtafscheider

Deze ISSO-publicatie biedt richtlijnen voor gesloten watervoerende systemen. De publicatie omschrijft vooral grote installatiesystemen voor industrie en utiliteitsbouw. ISSO 13 behandelt niet alleen corrosie door zuurstoftoetreding, maar ook aanslag door calcium en magnesium. In installaties met hoge temperaturen kan dat zorgen voor ‘ketelsteen’, maar in systemen met lagere temperaturen kunnen deze stoffen neerslaan als slib. Ook de vorming van biofilm kan bij lagere systeemtemperaturen een probleem vormen. In de inleiding van ISSO 13 stellen de makers echter, dat dezelfde problematiek zich ook voordoet in kleinere systemen, zoals in woningen. Ook in de woningbouw veranderen de installaties. Lage temperatuurverwarming is steeds gebruikelijker, en de toegepaste apparatuur steeds complexer. Enerzijds ligt dus ook daar corrosie en ook vervuiling door biofilm op de loer. Anderzijds is de meer complexe installatieapparatuur ook gevoeliger voor storingen en vervuiling.

komen de microbellen door turbulentie bij elkaar en stijgen op. In de kamer van de Discalslim zorgen microwervelingen voor hetzelfde effect. In de Flamco Xtream Vent loopt het water door een (relatief) rustige zone. De Xtream Vent heeft twee standen: bij de Eco stand loopt een deel van de stroom door de luchtafscheider, in de Max stand is het de volledige stroom. In de rustige zone van de Xtream Vent komt het gas vrij door een geringe drukval. Dat gas ontsnapt dan naar de bovengelegen kamer. Boven in de kamer verzamelt de lucht zich, totdat de vlotter het ventiel opent. Dan ontsnapt de lucht uit het circuit. Onder in de luchtafscheider stroomt het ontluchte cvwater door naar het cv-circuit. Een luchtafscheider werkt continu. Behalve het verwijderen van microbellen, haalt de luchtafscheider ook circulerende vrije lucht uit het systeem.

Ontgassers voor opgeloste gassen

Ontgassers halen de opgeloste gassen uit het systeemwater (Wet van Henry). Daarbij kun je zowel de term drukstap ontgasser en vacuüm ontgasser tegenkomen. Voor woonhuisinstallaties zijn drukstap of vacuüm ontgassers nog geen gemeengoed. Dit komt omdat het meren-

deel van deze ontgassers alleen goed functioneren bij utiliteit installaties of installaties met een relatief groot watervolume.

Hoe werkt een ontgasser?

Een drukstap ontgasser of vacuüm ontgasser haalt gassen uit het systeemwater. Stapsgewijs zorgt de pomp van de ontgasser voor een onderdruk in de afgesloten fles waardoor gas vrijkomt en wordt afgegeven aan de atmosfeer. Het ontgaste water wordt toegevoegd aan het systeemwater. De volgende portie ‘gasrijk’ systeemwater komt in de kamer van de ontgasser.

Drukstap en vacuüm

Naast het ontgassen door het creëren van een vacuüm, kun je ook ontgassen door simpelweg de druk te verlagen naar atmosferische druk (Colafles). Dit noemen we een drukstap ontgasser. Een voorbeeld hiervan zijn de zogenoemde Pomp Expansie Automaten, die deze gecombineerde functionaliteit hebben.

Een drukstap ontgasser verlaagt de dus druk ten opzichte van de systeemdruk, maar gaat niet lager dan atmosferische druk. Een vacuüm ontgasser verlaagt de druk in de ontgasser naar minder dan atmosferische druk. De vacuüm ontgasser gaat dus nog een stapje verder dan de drukstap ontgasser, door de luchtdruk boven het systeemwater naar (bijna) vacuüm te verlagen. Vacuüm ontgassers zijn dus ook drukstap ontgassers, maar niet iedere drukstap ontgasser is een vacuüm ontgasser. Flamco heeft een compacte vacuüm ontgasser ontwikkeld, die ook voor woonhuisinstallaties interessant is.

Vooral bij lagere systeemtemperaturen is deze VacuStream effectief tegen opgeloste gassen. Daardoor zorgt hij voor een efficiëntere installatie, met een lager energieverbruik en minder storingen door vervuiling of corrosie. De compacte VacuStream vacuüm ontgasser van Flamco is te combineren met de Xstream vuilafscheider, die onder andere magnetiet uit het cv-water afscheidt met een magneet.

Combinatie vuil- en luchtafscheider

Zowel Flamco, Caleffi als Spirotech leveren ook producten, waarin vuilafscheider en luchtafscheider gecombineerd zijn. Daarbij adviseert Flamco om liever een afzonderlijke vuilafscheider en luchtafscheider te installeren. De beste plek voor een luchtafscheider is namelijk de warmste plek, terwijl de vuilafscheider ter bescherming van kritische delen is. Meestal plaatst men die in de retour. Toepassing van de gecombineerde XStream Vent-Clean is vooral bedoeld voor situaties waarin geen ruimte is voor twee afzonderlijke afscheiders. Spirotech levert gecombineerde vuil- en luchtafscheiders onder de naam Spirocombi. Caleffi heeft de vuil- en luchtafscheiders DiscalDirtMag en Discaldirt in het assortiment.

Stop lekkende toiletten in publieke ruimten dankzij het DELABIE direct spoelsysteem zonder reservoir

Waterbesparing: antileksysteem, « intelligente » automatische spoeling (het spoelvolume past zich aan in functie van het gebruik)

Doeltreffendheid: krachtige spoeling steeds beschikbaar

Hygiëne: bacteriegroei voorkomen door afwezigheid van stilstaand water, automatische spoeling zonder manueel contact, periodieke spoeling elke 24h na het laatste gebruik

Gemakkelijke installatie: voorgemonteerd zelfdragend voorwandsysteem met aanpasbare en moduleerbare waterdichte inbouwdoos (spoelsysteem ook beschikbaar zonder voorwandsysteem)

Comfort: gevraagde spoeling (drukknop) of automatische spoeling na vertrek van de gebruiker (zonder manueel contact)

Verduurzaming - Gedrag - Rapport

Nieuw adviesplatform vertelt ‘het complete verhaal’

Duurzaamheidsadviseur Martijn Geurts legt de laatste hand aan het platform

Ga-Duurzaam waarmee hij consumenten online onafhankelijk advies geeft over de verduurzaming van hun woning. Belangrijkste troef is een uitgebreide calculator waarmee hij informatiezoekers ‘het complete verhaal’ wil vertellen.

“Dit platform en de tool zijn eigenlijk ontstaan uit mijn frustratie over de slechte adviezen die je als consument krijgt op de sites van verkopers van duurzame technologie. Het internet staat bol van calculatortjes waar je een handvol velden moet invullen en die je jaarlijks honderden euro’s besparing beloven als je hun warmtepomp of zonnepanelen koopt. Ik wil niet zeggen dat het nooit waar is, maar op basis van zo weinig gegevens is een juiste berekening hooguit een toevalstreffer.”

Proefdraaien

Ik spreek Martijn Geurts als de website www. ga-duurzaam.nl nog niet af is en de links doorverwijzen naar de voorganger GaDuurzaamWonen. Daarop staan drie simpele calculators die de toets van zijn eigen kritiek eigenlijk niet kunnen doorstaan.

“Je hebt gelijk, maar met de uitgebreide tool zijn we al aan het proefdraaien bij verschillende types woningen. Ik zal je laten zien wat consumenten in de komende maanden online kunnen laten berekenen. Moet nu nog even op aanvraag via het contactformulier op de website. Je krijgt dan een Excel-sheet met zo’n veertig invulvelden. De belangrijkste gaan over gedrag: Hoe hoog staat de thermostaat? Hoe lang douche je?”

“Gedrag voorspelt namelijk veel meer over de energievraag van een woning dan energielabels. Die zeggen sowieso weinig, omdat er in de afgelopen jaren minstens drie rekenmetho-

den zijn gebruikt, die allemaal zeer gevoelig zijn voor interpretatie, waardoor de uitkomsten sterk variëren. Maar zelfs dan: iemand die het breed laat hangen in zijn A-label woning kan een hogere energierekening hebben dan de bewust sober levende bewoners van een G-label stulpje.”

Van het gas af niet rendabel

Na twintig minuten invulwerk, stuurt Geurts per kerende post een adviesrapport van dertig pagina’s. Het oordeel: de optelsom van mijn gedrag en verbruik in een hoekwoning van 100 m2 uit 1998 (B-label) is ‘Paris Proof’. “Komt door je bescheiden verbruik en sobere gedrag. Met 400 m³ voor verwarming en tapwater is van-het- gas af paradoxaal genoeg op dit moment financieel geen aanbevolen investering.”

Lange terugverdientijd

De terugverdientijden van de methode-Geurts bedragen 14 jaar voor een airco, 19 jaar voor een (hybride)lucht/water-warmtepomp en een symbolische 999 jaar voor een elektrische ketel. Inderdaad aanmerkelijk langer dan de gemiddelde online calculator me voorrekent. Waar zit dat verschil?

“Bijvoorbeeld doordat online calculators vaak uitgaan van dure energiecontracten. Maar mensen die jaarlijks overstappen en goed kijken naar de totale kosten onder de streep, kunnen mede dankzij een royale welkomstbonus

tot drie keer goedkoper uit zijn dan zittenblijvers. Voor die koopjesjagers is de terugverdientijd aanmerkelijk langer. Ook bij het berekenen van het rendement van een warmtepomp wordt vaak wordt vaak dezelfde COP-waarde voor verwarming én tapwater gebruikt. Maar de COP voor tapwater is dertig tot veertig procent lager, omdat je daar een hogere temperatuur

‘Gedrag voorspelt veel meer over de energievraag van een woning dan energie-labels’

voor nodig hebt dan voor verwarming. Zit je in een goed geïsoleerde woning met een kleine ruimteverwarmingsvraag, kan het maar zo zijn dat het aandeel tapwaterverwarming vijftig procent is. Tel dan maar vijf jaar bij de terugverdientijd op.”

Boiler of batterij?

Toch kent de gelaagde bèta-versie van de methode Geurts nog enkele starre elementen. Zo is de rekensom voor gasloze techniek gebaseerd op een vaste gemiddelde prijs per apparaat, terwijl er maar zo € 5.000,- verschil kan zitten tussen een budgetwarmtepomp met een bescheiden vermogen of een krachtpatser waarmee een villa kan worden warm gehouden.

Ook de elektrische boiler en chemische batterij ontbreken nog in de alternatieve opties. Geurts ontvangt de kritiek met open vizier. “We werken aan een versie waar je zelf de prijs van de warmtepomp uit een offerte kan invullen. De terugverdientijd past zich dan automatisch aan.”

Geurts: “De thuisaccu stond nog even in de wachtkamer omdat er zeker over de handelsbatterijen als die van Zonneplan het nodige te doen is. Oplossingen die de netcongestie versterken, moeten we niet willen. Daarnaast was de thuisaccu tot voor kort een hele prijzige oplossing, waar ik geen goed businessmodel in zag. Maar met het dalen van de prijzen per kW opslag en het stijgen van de terugleververgoedingen is de potentie sterk verbeterd.”

Ook bij de elektrische boiler is een verandering van denken gaande. “Als je puur vanuit de warmwatervraag kijkt is een COP1 apparaat geen wenselijke keuze. Maar als je er onbenut overschot van je zonnepanelen in kwijt kan, liggen de kaarten en de afwegingen anders. De boiler als batterij verdient wellicht een plek in het model, al was het maar als tussenoplossing of voor consumenten voor wie hightech investeringen economisch niet te onderbouwen zijn.”

Dilemma’s oplossen

Geurts hoopt met zijn tool consumenten goed beslagen ten ijs te laten komen in een gesprek met de installateur, het online rapport gaat tussen de € 50,- en € 70,- kosten en kan eventueel worden aangevuld met een vervolginspectie aan huis. “Het dilemma voor consument is dat onafhankelijke adviseurs schaars zijn en een bezoek aan huis kostbaar. Je hebt het gauw over honderden euro’s. Met deze onlinevoorronde is de inventarisatie voor tachtig à negentig procent klaar en is in een huisbezoek vooral bedoeld voor het maken van bijvoorbeeld een nauwkeurige warmteverliesberekening.”

Het lost ook het dilemma van de installateur op, denkt Geurts. “Die neemt nu de gok om een paar uur te investeren in een consument die misschien niks bij hem gaat kopen. Sommige bedrijven slaan die informatiefase aan huis maar helemaal over en richten zich puur op het verkopen van producten. Andere hengelen eerst naar een duidelijke koopintentie voordat ze de rekensommen willen maken. Dat is voor beide partijen onbevredigend. Deze tool is ook voor de installatiewereld zeer geschikt. Het is een kleine investering met een uitkomst die

zowel de consument als installateur heldere startpunten oplevert.”

Stammenstrijd

In hoeverre is een objectief advies mogelijk in een wereld waar er diverse stammenstrijden zijn over duurzame oplossingen? Er zijn bijvoorbeeld genoeg onderbouwde twijfels over het rendement van radiatorfolie, het instellen van de ketel op zestig graden of het al dan niet plaatsen van een buffervat in een warmtepompopstelling.

“Om met dat laatste te beginnen: plaats altijd een buffervat bij een warmtepomp. Hoe kleiner de warmtevraag, hoe belangrijker het buffervat is om de installatie rustig te laten stoken. Dat verlengt de levensduur aanmerkelijk. Ja, het kost een paar honderd euro meer, maar goedkoop is hier echt duurkoop.”

“Dat sommige vakgenoten een oplossing met een klein rendement de moeite niet waard vinden of hardop twijfelen aan de claims over dat rendement, ga ik niet oplossen. Ik spreek alleen de hoop uit dat we het eens worden en blijven over de onderliggende formules. Daar moeten we geen discussie over hebben.”

Iemand die het breed laat hangen in zijn A-label woning kan een hogere energierekening hebben dan de bewust sober levende bewoners van een G-label stulpje.”

Croonwolter&dros maakt eenvoudig complexe calculaties, zonder uitstapjes naar Excel

InslechtsnegenmaandenheeftCroonwolter&dros,eenvandegrootstetechnische dienstverleners van Nederland,zijn calculatiesoftware volledig herzien.Het bedrijf koos voor de calculatiesoftware van Compano in aansluiting op haar nieuwe ERPsysteem.“Compano voorziet ons van een perfect functionerend calculatiesysteem,”aldus Hendrik-Jan Sepers,directievoorzitter van de divisie Industrie. “Onze mensen hebben nu het juiste gereedschap dat precies aansluit op wat ze nodig hebben.”

Croonwolter&dros stond voor een grote uitdaging: het verouderde ERP+Calculatie pakket voldeed niet meer aan de eisen die ze stelden voor de toekomst. Sepers: “We wilden ons met nieuwe software klaarmaken voor de toekomst en waren onder andere toe aan een nieuw ERP-pakket en hebben gekozen voor SAP”. Directeur Eugène De Roodt legt de keuze uit: “SAP kan heel veel dingen goed, maar calculeren binnen SAP is niet mogelijk. Daarom gingen we voor een best-of-breed oplossing en kwamen zo uit bij de calculatiesoftware van Compano, specialist in de installatiebranche. Het werkt perfect samen met ons ERP-systeem en dit heeft veel voordelen.”

Afvinken

Hoofd calculatie Freddie Scholtens heeft het hele traject met Compano begeleid. Voorafgaand aan de implementatie werd er een pakket van eisen opgesteld. Scholtens kan het rijtje nog zo noemen: “Het programma moest breed toepasbaar zijn, organisch en laagdrempelig, snel te leren en voor alle divisies geschikt. En heel belangrijk: we wilden geen uitstapjes meer maken naar bijvoorbeeld Excel. Deze

punten konden we allemaal afvinken bij Compano.”

Calculatiesoftware is in de basis gemaakt om een overzicht te maken van de kosten van een project en de opbrengsten. Maar de software van Compano is speciaal ontwikkeld voor de installatiebranche en heeft veel slimmigheden aan boord. “Denk daarbij aan het gebruik van tijdnormen, actuele artikeldata, het gebruik van recepten en functies om grote hoeveelheden data te kunnen manipuleren. En uiteindelijk wordt alles samengevat in een overzichtelijk eindblad, zodat de vastlegging helder blijft en je makkelijk besluiten kunt nemen,” aldus Scholtens.

Intern eindblad

Croonwolter&dros werkt aan zeer grote projecten, maar tegelijkertijd is er ook een brede stroom van kleine projecten met een zeer snelle doorlooptijd. Voor beiden is Compano geschikt vertelt Freddie Scholtens: “We kunnen nu kleine projecten snel calculeren omdat we een moederbegroting in Compano hebben staan. Hierdoor kun je op een snelle manier je kostprijs én je verkoopprijs bepalen. Van grote projecten vraagt de directie meer. Het is in dat geval ook essentieel

Vlnr: Eugene de Roodt, Jurgen Immink, Mathieu Koomans – Van den DriesHoofd calculatie - Freddie Scholtens

om bijvoorbeeld het risicoprofiel, de engineerings-uren, verzekeringen en garantie in kaart te brengen.” Vroeger maakten ze hiervoor bij Croonwolter&dros uitstapjes naar Excel. “Dit was zeer foutgevoelig omdat er handmatige acties aan te pas kwamen. Maar nu kan dat op een perfecte manier in Compano met een intern eindblad. De directie besluit namelijk op basis van die informatie over de verkoopprijs.”

Maar Freddie wil graag nog een voordeel benoemen: “Als de kostprijs is vastgesteld, kunnen we deze op een geautomatiseerde manier doorzetten naar ons ERP-pakket. Dan volgt verder alles wat nodig is in het proces vanzelf, van bestellen tot facturen.”

En voor de calculatoren levert het werken met Compano meer autonomie op: “Wij kunnen nu diverse aanpassingen en optimalisaties zelf configureren in het systeem. Vroeger moesten we daarvoor een ticket indienen bij de softwarepartij en wachten totdat het gedaan was. Nu kunnen we veel zelf aanpassen waarmee we veel sneller zijn,” vertelt calculator Arnold de Vlieger.

Artikelbeheer

Naast de calculatie software heeft Croonwolter&dros ook gekozen voor MDM (Master Data Management) van Compano voor haar artikelbeheer. Artikeldata, inkoopprijzen en condities komen vanuit verschillende bronnen terecht in de MDM-omgeving. Daar wordt de data beheerd. Die data gaat daarna door naar het ERP en naar de calculatiesoftware, zodat overal dezelfde actuele data en prijzen worden gebruikt. “Dat we het artikelbeheer ook kunnen onderbrengen in Compano is van grote meerwaarde. De calculator moet erop kunnen vertrouwen dat de prijzen die hij uit het pakket haalt gewoon kloppen,” aldus

Mathieu Koomans-Van den Dries, Manager Inkoop & Logistiek: “Met MDM van Compano weten we zeker dat dit het geval is en dat de prijzen en data actueel zijn.”

Iedereen in de branche weet dat het niet eenvoudig is om een nieuw

softwarepakket zonder problemen te implementeren. Hendrik-Jan Sepers vertelt over de de Croonwolter&dros-aanpak: “We hebben ervoor gekozen om onze eigen mensen de implementatie te laten begeleiden. We hebben naast een kernteam ook key-users aangesteld die vooropliepen, in samenwerking met Compano. Zij weten het beste wat er nodig is om de software optimaal in te zetten, in plaats van een externe consultant.”

Professionaliteit

en teamwork

Ook Compano zelf kijkt met grote tevredenheid terug op het traject. Directeur Jurgen Immink: “Wat ik bij Croonwolter&dros zie, zijn kernwaarden als passie, professionaliteit en teamwork. Dit is zichtbaar in alle lagen van de organisatie, van de calculatoren tot de directie. Het werkt ontzettend prettig samen met zo’n betrokken en gedreven team. Dit heeft er zeker toe bijgedragen dat we deze implementatie samen in 9 maanden met succes hebben kunnen realiseren.”

Dit artikel is gesponsord door Compano.

Woningautomatisering - Connectiviteit - Uitwisseling

‘Slim algoritme in thermostaat reageert als irritante puber’

Het regelen van de cv-installatie gebeurt de afgelopen jaren steeds geavanceerder. Slimme thermostaten zorgen enerzijds dat de gebruiker steeds meer bediengemak ervaart, maar anderzijds maken deze regelaars de installatie ook steeds zuiniger en comfortabeler. Maar hoe werkt dat eigenlijk?

Zorgt de opkomst van slimme thermostaten ervoor dat het cv-systeem tegenwoordig veel efficiënter werkt? Als we die vraag voorleggen aan Arnold Bakker, applicatie specialist bij

Resideo, is zijn wedervraag direct: wat is slim, en slim voor wie? Gelukkig beantwoordt hij die vraag ook zelf. “De meeste mensen, ook installateurs, denken bij een slimme thermostaat

meestal aan een apparaat dat je via een app op afstand kunt bedienen. Uit onderzoek blijkt dat installateurs daar juist een weerstand tegen hebben. Om deze functie van thermostaten te kunnen koppelen, inregelen en uitleggen moeten ze verstand van IT hebben.”

Dat kost tijd en kennis die ze vaak niet hebben. En wat als de wifi niet of niet goed werkt? Misschien moeten ze nog routers aanpassen en instellen? “Er zijn ongetwijfeld consumenten die deze slimmigheid erg waarderen en soms ook verlangen. Wij zorgen daarom dat installateurs de systemen regeltechnisch zonder internetconnectie kunnen installeren. Vervolgens kan de gebruiker zelf de koppeling met internet, app-bediening en desgewenst de integratie met woningautomatisering maken.”

Tweede vorm van ‘slim’

Volgens Bakker zijn er inmiddels vele thermostaten die qua connectiviteit ‘slim en koppelbaar’ zijn. Maar die ‘slimheid’ wordt in zijn beleving pas echt interessant als de regeling van verwarming en koeling via een woningautomatisering ook zelfstandig het optimale regelgedrag ontwikkelt. “Die functionaliteit is voor de verwarmings- of klimaatinstallateur zo vanzelfsprekend dat ze er niet bij stil staan”, zegt Bakker. “Er is namelijk een tweede vorm van ‘slim’ en die ontstaat door het slimme algoritme dat wij als fabrikanten in moderne thermostaten

inbouwen”, gaat Bakker verder. “Dat algoritme maakt dat de thermostaat zelflerend is. In feite reageert het algoritme als een irritante puber, die steeds kijkt hoe ver hij kan gaan, om vervolgens - als hij weet waar de grens ligt - zijn gedrag aan te passen.” Bakker maakt het concreet met een paar voorbeelden.

Fuzzy Logic algoritme

“De thermostaat of zoneregelaar gebruikt het zelflerende Fuzzy Logic algoritme om de installatie snel te laten reageren op een verandering van de buitentemperatuur, maar bijvoorbeeld ook om het doorschieten van de ruimtetemperatuur te voorkomen tijdens het aanwarmen van een ruimte. Stel je hebt een relatief kleine ruimte die je naar 21 o C wilt opwarmen. De thermostaat stuurt de installatie aan - dat kan een hybride warmtepompsysteem zijn, maar ook een cv-ketel of stadverwarming - en die gaat vermogen leveren. Bij het opwarmen blijkt al snel dat je te veel energie toevoert. De eerste keer gaat de temperatuur dus iets te ver. Maar daardoor leert de thermostaat voor een volgende keer hoeveel capaciteit er echt nodig is om die ruimte te verwarmen. Dat wordt in het algoritme vastgelegd en gebruikt zodra hij de volgende keer moet verwarmen. Zo kunnen onze thermostaten dat bij alle ruimtes doen; het maakt niet uit welke van onze thermostaten je daarvoor gebruikt. Dit algoritme zit bij ons in elke elektronische thermostaat en zoneregelaar. Het mooie is dat het ook bij een warmtepomp werkt, of deze nu via Aan/Uit of OpenTherm wordt aangestuurd.”

Zelflerende functie

“De thermostaat compenseert ook op slimme wijze wisselende weersinvloeden en leert daarvoor zelfstandig de opwarm- en afkoeltijden van ruimtes. Als jij later jouw huis isoleert, en die aanwarm- en afkoeltijden veranderen, leert het algoritme dat gewoon weer opnieuw en past de regeling daarop aan.”

Volgens Bakker is het algoritme Fuzzy Logic niet bijzonder of specifiek voor Resideo. Ook andere toepassingen gebruiken dit algoritme.

“De manier waarop wij hem inzetten is wel onze eigen ontwikkeling. Zo is de afgifteafstemming, zoals zojuist beschreven, een zelflerende functie die onze ontwikkelaars erin zetten. Deze kan volautomatisch het opwarmgedrag van elke zone of ruimte beoordelen en de aansturing van een hybride warmtepomp-

systeem daarop aanpassen. Juist door dit algoritme kunnen onze thermostaten met bijna alle warmtepompsystemen, hybride of niet, samenwerken.”

In specifieke gevallen beter en efficiënter dan thermostaten die warmtepompleveranciers zelf leveren. “Met bijkomende klantbehoeften voor bediengemak adviseren sommige warmtepompfabrikanten om onze zone- of ruimteafhankelijke regelingen te gebruiken.”

Slim weersafhankelijk regelen

Het voordeel is dat je met algoritmes energie kunt besparen, maar ook het comfort verbetert. Bakker illustreert dit met een voorbeeld van een systeem met en zonder de zogeheten specifieke afgifte-afstemming van evohome. “Als een werkkamer 73 procent warmtevraag heeft, zal de regelaar zonder specifieke afstemming de cv-ketel voor 73 procent inschakelen. Maar mét de zelflerende, specifieke afstemming brengt het algoritme de inschakelduur van de ketel naar bijvoorbeeld 40 procent terug. De evohome regeling weet dat dit toereikend is om die kamer op de gewenste temperatuur te krijgen.”

Volgens Bakker helpt weer een ander algoritme bij het slim weersafhankelijk aanpassen van de gewenste ruimtetemperatuur. “Afhankelijk van de ingestelde wens voor meer comfort wordt de binnentemperatuur bij winterse condities automatisch iets verhoogd. Maar bij hogere buitentemperaturen blijft, bij een kleine warmtevraag, de opwekking uitgeschakeld om zo energie te besparen.”

Info over functioneren van systeem

Bij Remeha vertelt Gijsbert Fransen, productmanager warmtepompen, dat hun hybride warmtepompsysteem het beste werkt met hun eigen eTwist slimme thermostaat. Al werkt het hybride systeem ook prima met andere thermostaten van Remeha of derden. “Het grote voordeel van de eTwist is dat deze extra informatie uit het toestel terugkoppelt aan zowel gebruiker als installateur. Op die manier hebben zij extra informatie over het functioneren het systeem.”

Daarmee laat ook Fransen blijken dat hij impliciet als eerst aan de connectiviteit denkt, als we het over ‘slim’ hebben. “Via onze eTwist ziet men zowel in de eTwist als in de bijbehorende Home app wat de belangrijkste instellingen zijn, zoals stooklijn, buitentemperatuur, water-

druk, aanwarmtijd, comfort en/of eco-instellingen. Dit is informatie die je via een thermostaat van een andere leverancier niet krijgt. De informatie-uitwisseling naar de app gebeurt via de wifi-verbinding tussen eTwist en app.”

Ruimtegecompenseerde regeling

De intelligentie voor het slim inregelen en aansturen van het hybride warmtepompsysteem zit, zo vertelt Fransen, niet in de thermostaat maar in de warmtepomp. “In al onze warmtepompen zit een printplaat die de sturing van het (hybride) systeem optimaliseert. Tijdens installatie kun je kiezen welke thermostaat je wenst: OpenTherm, Aan/Uit of 0-10 volt. Gebruik je een Remeha thermostaat dan loopt de communicatie via het Remeha protocol dat meer mogelijkheden biedt. Dat is onder meer de optie om het toestel ruimtetemperatuur gecompenseerd aan te sturen. Via de Remeha Smart Start app is dat eenvoudig in te stellen. Bij een ruimtetemperatuur gecompenseerde regeling zal de installatie zelf ‘nadenken’ en het opwarmen van de ruimte afstemmen op het verschil tussen huidige en gevraagde temperatuur, als ook de snelheid waarmee een ruimte in temperatuur stijgt.”

Volgens Fransen is dit een eigen algoritme dat in de Remeha toestellen zit. “Bij ons zit de intelligentie dus niet in de eTwist, maar wordt het ‘sommetje’ op de printplaat in het toestel gemaakt.”

Warmtepomp is leidend

In een hybride situatie is de warmtepomp altijd leidend, vertelt Fransen. “De thermostaat wordt aangesloten op het binnendeel van de warmtepomp. De warmtepomp stuurt vervolgens de ketel aan, en bepaalt de inzet van de cv-ketel. Voor woningbouw kun je, afhankelijk van het type warmtepomp, maximaal twee zones apart aansturen, omdat je twee stooklijnen - eventueel drie - kunt instellen. Maar voor woningbouw is dat voldoende.”

“De toegevoegde waarde van onze slimme thermostaat”, zo besluit Fransen, “zit echt in de communicatie met ons toestel. Zo kun je zelf kiezen of je een systeem aanstuurt op laagste kosten, op kleinste CO2-footprint of het type primaire energie. Koppel je een ander merk ketel aan de Elga dan beperkt dat wel de werking, de informatie en het energiegebruik die we -vanuit de ketel - via de thermostaat en de app kunnen tonen.”

Weestand - Debiet - Compenseren

Warmtepomp worstelingen

Deel 2: Diameter bepalen van warmtepompleidingen

Het bepalen van de diameter voor de leidingen van een warmtepompinstallatie lijkt in eerste instantie simpel. In de praktijk blijkt dit toch aardige toer. Gawalo

gaat in gesprek met twee experts uit het vak: Rick Bruins van Remeha, en Patrick Schimmel van Schimmel Techniek.

Doorgaans stroomt een brede rivier lekker rustig, terwijl een smalle rivier supersnel kan stromen. Bij te smalle leidingen wordt het water, net als bij smalle snelstromende rivieren, met hoge snelheid door de leidingen geperst. Hierdoor draait de pomp ‘overuren’. Bij te brede leidingen stroomt het water traag als een brede rivier. In beide gevallen is de warmteoverdracht minder efficiënt. Een correct gedimensioneerde warmtepompinstallatie zorgt voor een optimale doorstroming. En vloeit als de ideale rivier: niet te snel, of te langzaam.

Impact tot op de millimeter

Een warmtepomp verwarmt met behulp van relatief lage temperaturen. Dit stelt eisen aan de radiatoren, maar óók aan de leidingen. Als de leidingen niet de juiste diameter hebben, kan de ruimte niet voldoende worden verwarmd. Het stroomverbruik gaat omhoog. Een combinatie van beide is ook mogelijk. En daar worden klanten niet vrolijk van.

Schimmel: “Een cv-ketel is geen warmtepomp en andersom. Het installeren en bepalen van de leidingdiameter vergt - tot op de millimeter - meer rekenwerk. En kennis over temperatu-

ren bijvoorbeeld. Deze kennis zit er nog niet bij iedereen even goed in.” Het systeem werkt op een lagere temperatuur dan een cv-ketel. Om dezelfde hoeveelheid warmte af te kunnen geven, moet er meer water door de leidingen stromen. Waar bij een cv-ketel vaak is afgesteld op een temperatuurverschil van 90/70°C of 80/60°C, is dat bij een warmtepomp met omstreeks 35/30°C veel lager.

Ideale diameter

In de praktijk blijkt voor veel vaklieden de overstap van cv-ketel naar warmtepompen een ‘leidingsweg’. Een warmtepomp vraagt vaak om grotere leidingdiameters. Een kleinere delta T heeft om dezelfde warmte over te dragen, immers een groter debiet nodig. Te kleine leidingen kunnen te veel weerstand geven, waardoor de circulatiepomp moeite heeft om voldoende water te verplaatsen. Dus welke diameter is dan ideaal?

Schimmel licht toe. “Een exacte diameter is vooraf lastig te zeggen. Deze is afhankelijk van verschillende factoren. De juiste diameter draait vooral om de snelheid van het water. Hoe dunner de leidingen, des te sneller het water stroomt. De flow van het water (of waterstroom) is inderdaad maatgevend.” Welke problemen ontstaan er bij de verkeerde diameter? Schimmel: “Bij een te kleine diameter

m oet d e pomp te h ard wer ken om h et water te verplaatsen. De pomp gaat als het ware tegens p utteren. Bij te dunne leidin gen wordt het tem p eratuurversc h il in d e l ei d in gen te g root. Vaak krijg je dan gelijk een foutmelding. Maar a chteraf p roblemen o p lossen, is natuurli j k ti jdroven d er d an voor komen.”

Fout ieve keuze sch iet doel voorbij

“A ls de leidingen te klein zijn, zal de installatie overmati g com p enseren. De p om p sli j t sneller e n g aat h ierd oor min d er l an g mee d an b eoo gd D at komt b oven op d e b enoem d e warmteoverd racht. Als de leidin gen te g root zi j n, en het water te l an g zaam stroom word t d e o pwarmtijd l anger. D aarnaast kunnen grotere l ei d ingen grotere temperatuurverschillen in het systeem veroorzaken. Hij schiet zij n doel van verwa rm en of koelen dan een beetje voorbij. En dat komt uiteindelijk de klant duur te staan.”

Welke d i ameters z ijn gesch i kt ?

B ruins: “B ij d e insta ll atie is h et b e l angrij k d at

d e l ei d ingen een d iameter h e bb en d ie past b ij de lage temperatuurwerking van het s ysteem.”

Wat is een goede indicatie? Voor trans p ortle idingen in huis wordt een diameter van 2 8 tot 35 mm aanbevolen. Leidingen naar radiatoren of vl oerverwarmin g verd e l ers moeten oo k g roter zijn d an b ij tra d itione l e cv-kete l s, met d iameters van 20 mm tot 35 mm. Maar dat is per situatie nader te be p alen

Hulpmiddelen: raad en daad

Zi j n er tools om de j uiste diameter te be p alen?

B ruins: “Vroe ger werd voor h et b e p a l en van d e j uiste diameter een (schuif ) liniaal gebruikt, maar tegenwoordig zijn er verschillende apps, v an f abrikanten bi j voorbeeld. Hiermee kun j e per type en mo d e l d e i d ea l e l ei d ingd iameter berekenen. Dat is nauwkeuriger dan de ouderwetse liniaa l

Tip s

Tabellen voor leidingdiameter: Er bestaan t a b e ll en d ie een in d icatie geven van d e gesc h i k-

Kennismiddag Toekomstbestendige meterruimte

te l ei d in gd iameter. Vaa k o p b asis van d e gewenste stromingssne lh ei d: m eer op: www.warmtepompweetjes.nl

H an d boe ken en norme n

• N e n-n o rm e n e n and e re tec hnis c h e n o rm e n:

H an d i ge ric h tli j nen voor d e d imensionerin g van l ei d ingen in verwarmingssystemen. I n d it soort naslagwerken staan vaak tabellen en s c h e ma’s voo r installateu rs e n m o nteu rs

• Installatiehandleidingen van fabrikanten: Veel fabrikanten van warmtepompen en leidingsystemen bieden gedetailleerde handleidingen die help en bij het kiezen van de juiste diameter.

• Van warmtepompworste ling naar op l ossing. Zorg ervoor dat j e de j uiste diameter kiest en voor kom p ro bl emen zoa l s onno d i g h o ge e nergie kosten en een ine ffi ciënte wer k ing van j e warmte p om p

I n deel 3 , 4 en 5 van deze serie komen tal van andere issues aan bod. Bekijk de artikelen op Gawalo.nl

14 november 2024 | Van der Valk Veenendaal

Alles over de laatste ontwikkelingen en relevante normen

Ontwikkelingen op het gebied van laadpalen, opslagsystemen, zonnepanelen en warmtepompen stellen steeds meer eisen aan elektrische installaties. Om te blijven functioneren bij het elektriciteitsgebruik van de nabije toekomst moet ook de meterruimte hierop voorbereid zijn. Met deze kennismiddag ben je weer helemaal op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en relevante normen! Abonnees van Installatie Journaal, Gawalo, RCC en Vakblad Warmtepompen ontvangen € 50 korting en betalen maar € 175.

www.installatiejournaal.nl/kennismiddag

Domotica - API - Boodschap

‘Matter en Thread steeds belangrijker’

Matter moet de nieuwe standaard worden op het gebied van smart home. Het zorgt ervoor dat alle slimme apparaten, voor verschillende toepassingen en van verschillende merken, met elkaar kunnen communiceren. De standaard ‘Matter over Thread’ biedt voordelen voor gebruikers en installateurs.

Veel smarthome-apparaten van verschillende merken kunnen niet met elkaar samenwerken, omdat ze verschillende communicatiestandaarden en -protocollen gebruiken. Een nieuwe gemeenschappelijke smarthome-communicatietaal moet hier verandering in brengen. Dit communicatieprotocol heet Matter. Het is een nieuwe standaard voor smarthome-apparaten. Matter is specifiek ontworpen om te zorgen dat de smarthome-apparaten van verschillende fabrikanten met elkaar kunnen communiceren. Op dit moment gaat het al om een breed scala aan apparaten, zoals lampen, stekkers, deursloten, thermostaten, zonweringen en huisbeveiligingssensoren.

Om met elkaar te communiceren zonder internetverbinding, maken de apparaten gebruik van het zogeheten Thread-protocol, vertelt productmanager Kai Stevens van thermostaatfabrikant tado°. “Je kunt Thread beschouwen als de geleider van de boodschap, net zoals wifi en bluetooth ook geleiders van een boodschap zijn. Matter is de boodschap zelf. Dus als een gebruiker de temperatuur in zijn woning wil veranderen via bijvoorbeeld Apple Home, dan zal zijn Apple Homepod het Thread-protocol

gebruiken om dat Matter-bericht naar de slimme thermostaat te krijgen.”

Overstap

Zo’n twee jaar besloot tado° om haar nieuwe producten geschikt te maken voor Matter en Thread. Zo beschikt de nieuwe slimme thermostaat X van tado° over de mogelijkheid om het apparaat dankzij de Matter-technologie aan een smarthome-netwerk toe te voegen. Ook andere fabrikanten werken eraan om hun smarthome-apparaten met de standaard ‘Matter over Thread’ compatibel te maken. Zo werkt Resideo sinds begin vorig jaar samen met de smarthome-hub Homey, waardoor evohomethermostaten van Honeywell klaar zijn voor deze communicatiestandaard. “Als tado° wilden we zo’n twee jaar geleden onze eindgebruikers meer gemak en gebruiksvriendelijkheid geven”, legt Stevens uit. “We wisten dat grote technologiebedrijven als Amazon, Apple en Google zich ook die kant op aan het bewegen waren.”

In de afgelopen twee jaar zijn Matter en Thread al flink doorontwikkeld. “Het integreren van bijvoorbeeld thermostaten op het smarthome-

platform is veel eenvoudiger geworden”, geeft hij aan. “Voorheen was zogeheten voor iedere integratie van een apparaat binnen dit platform een API-koppeling - een koppeling waarmee computerprogramma’s met elkaar kunnen communiceren via de cloud - nodig. Nu hoeft de eindgebruiker de Matter-code van een apparaat alleen nog maar in de app van een smarthome-platform, zoals Google Home of Apple Home, te scannen. Daarnaast maakt Thread gebruik van de zogeheten mesh-technologie. Dit betekent dat elk Thread-apparaat dat is aangesloten op het elektriciteitsnet fungeert als een versterker van het signaal om een sterke netwerkdekking te bouwen. Dit maakt het voor gebruikers mogelijk om overal in hun woning apparaten toe te voegen.”

Voordelen installateur

Niet alleen de eindgebruiker beleeft voordelen aan ‘Matter over Thread’, maar dit geldt ook voor de installateur. “Matter is wel vooral gericht op de eindgebruiker, maar een installateur wil bereiks- en verbindingsproblemen voor de eindgebruikers voorkomen”, vindt Stevens. “Dit kan eenvoudig met Thread. Dat zorgt voor

Tekst Tim van Dorsten

een betere netwerkstabiliteit en -bereik waardoor het installeren van een nieuwe thermostaat veel sneller en eenvoudiger verloopt. En mochten de apparaten het signaal niet genoeg versterken, dan is het mogelijk om zogeheten Thread border routers toe te voegen. De border routers dienen als verbinding tussen het Thread-netwerk en andere netwerken, zoals wifi of ethernet, om het bereik van het netwerk uit te breiden.”

Ondanks dat ‘Matter over Thread’ het installatieproces vereenvoudigt, hoeft een installateur niet te vrezen dat hij in de toekomst niet meer nodig zal zijn. “Uiteindelijk moet een apparaat worden aangesloten op een cv-ketel. Dat laat een deel van de consumenten nog steeds liever over aan een installateur”, verwacht hij. “Dit zal in de toekomst niet veranderen. En in vergelijking met een cv-ketel beschikt een warmtepomp over een complexer systeem om een thermostaat op aan te sluiten.”

Kinderschoenen

Matter en Thread staan volgens Stevens voorlopig nog wel in de kinderschoenen. “We zitten pas in versie 1.3. Dat betekent dat het pas gaat

om de eerste hoofdversie, de zogeheten major, bijgewerkt met drie kleinere softwareupdates”, legt hij uit. “Partijen als Apple, Amazon en Google zijn al wel sinds 2003 bezig met ontwikkelingen om de standaard op te kunnen zetten.” Deze partijen zijn onderdeel van het internationale Connectivity Standards Alliance (CSA), dat universele en open communicatiestandaarden creëert, ontwikkelt en promoot. Deze alliantie is in 2003 begonnen met het Zigbee-protocol. Dat regelt hoe apparaten in een netwerk met elkaar communiceren en signalen uitzenden. In 2019 stapte het CSA over op Matter. Bij de ontwikkeling van Matter bouwt het CSA voort op de ervaringen die ze met het Zigbee-protocol heeft opgedaan.

Daarnaast houden vele CSA-werkgroepen zich bezig hoe de standaard zich verder moet gaan ontwikkelen. Naast Amazon, Apple en Google maken ook bedrijven als Resideo, Samsung en tado° maken deel uit van deze werkgroepen. “De groepen bespreken hoe Matter naar warmtepompen kan worden gebracht om communicatie mogelijk te maken tussen Matter-thermostaten en Matter-warmtepompen”, zegt Stevens. “Een ander onderwerp dat in de groe-

pen aan bod zou kunnen komen, is of Matter en Thread OpenTherm gaat vervangen. OpenTherms is het communicatieprotocol dat wordt toegepast in een centrale verwarmingsinstallatie tussen een cv-ketel en een thermostaat. De werkgroep bepaalt steeds zelf het belang om een onderwerp aan de orde te laten komen. Ik verwacht dat Matter en Thread de komende jaren steeds belangrijker gaan worden.”

Voor professionals

Het is dan ook niet vreemd dat de nieuwe productlijn van tado°, te weten ‘tado° X for Professionals’, beschikt over de ‘Matter over Thread’standaard. Zo kunnen de producten in het assortiment van deze lijn eenvoudig met andere smarthome-producten communiceren. Met tado°’s eerste professionele lijn wil het bedrijf voor het eerst installateurs direct gaan benaderen. Speciaal voor de installateur bestaat de lijn niet alleen uit een productassortiment. Ze kunnen ook voor trainingen en telefonische ondersteuning bij de fabrikant terecht. Daarnaast heeft tado° gezorgd voor een apart platform voor installateurs, waar ze diverse installatievideo’s kunnen vinden.

Matras - Glycol - Knelfitting

PVT-warmtepomp verkrijgbaar in formaat van kleine koelkast

De Qube is een nieuwe innovatieve plug-and-play PVT-warmtepomp op klein formaat. Jeroen Prinsen, Business Development Manager, en Robbert van Diemen, CEO van HR energy, zijn trots op hun nieuwste product dat volledig zelf ontworpen en ontwikkeld is in De Lier, Westland.

“We hebben niet alleen de eindgebruiker, maar ook de installateurs meegenomen bij het ontwerp,” zegt Van Diemen. “Door het installatieconcept te vereenvoudigen, kunnen we het aantal benodigde arbeidsuren en dus kosten verminderen”, vervolgt van Diemen. Deze aanpak is nodig, omdat de installatiesector een tekort heeft van twintigduizend installateurs voor de energietransitie.

Productie

HR energy produceert veel componenten zelf, waardoor de PVT-oplossingen kostenefficiënter zijn dan die van concurrenten. “De Qube leveren we als een complete set inclusief kleppen, pompen, expansievaten en vulunit, waardoor de installatie eenvoudig, snel en voorspelbaar is. Dit compacte systeem is dan ook ideaal voor woningen met weinig installatieruimte,” aldus Van Diemen.

Stille warmtepomp

De Qube warmtepomp is niet alleen compact en licht, maar ook stil dankzij zeer goede geluidsdemping en het isolatiemateriaal is gemaakt van gerecyclede matrassen. “De Qube is bij de lancering eind vorig jaar zo goed ontvangen, dat hij direct het predicaat product van het jaar heeft ontvangen tijdens het Duurzaamheidsgala”, zegt een trotse Prinsen. Echt vernieuwend is de vervanging van het gebruikelijke, niet-duurzame ethyleen glycol in een biologisch afbreekbare antivries bronvloeistof. “Deze Qfluid bestaat uit minerale zouten en zorgt ook voor betere warmtegeleiding bij lage temperaturen, wat het rendement nog verder verhoogt,” legt Prinsen uit.

Het bedrijf biedt uitgebreide ondersteuning en opleidingen aan installateurs voor alle oplossingen. Van Diemen legt uit: “We leveren echt waardevolle support, dat gaat verder dan

De Qube is ideaal voor woningen met weinig installatieruimte,

alleen serviceverlening. Voor de lokale kleinere installateurs die willen beginnen met PVT bieden we een snelle opstart om samen te werken met GetGreener, een bedrijf dat gelieerd is aan HR energy. Niet alle goede installateurs zijn ook goede verkopers. GetGreener verwerkt de aanvragen van particulieren en sluit deals en haalt bij de installateurs dat deel van het commerciele werk uit handen.” Zo kunnen installateurs doen waar ze goed in zijn: warmtepompsystemen installeren.

Concurrentie

HR energy is niet bang voor de concurrentie. “Wij zijn concurrerend op prijs en ontwikkelen onze producten zelf, waarbij duurzaamheid voorop staat,” zegt Van Diemen. “De meeste concurrenten zijn gestart vanuit de pv discipline en wij vanuit de thermische. Het anders denken en vooruitkijken zit echt in het DNA van HR ener-

gy. In 2018 al waren wij de eerste fabrikant ter wereld die zonnecollectoren op zonnepaneelformaat produceerde. De traditionele zonnewarmtebranche verklaarde ons voor gek, maar het is achteraf een hele goede keuze geweest”, vervolgt hij. “Ook nu weer anticiperen we met de doorontwikkeling van ons Qpanel, een thermisch warmtepomppaneel, op marktwijzigingen. Met een losse thermische wisselaar die achter de meeste pv-panelen past, bieden we flexibiliteit en installatiegemak”, vervolgt hij. Het paneel is licht in tilgewicht en past bij nagenoeg elk merk en type zonnepanelen.

Toch is HR energy nog niet zo bekend als Triple Solar, bijvoorbeeld. “Die heeft wel de weg vrijgemaakt voor PVT. We werken met respect samen om de PVT-markt verder te vergroten.

Onze echte concurrent is de lucht-water warmtepomp. De taart vergroten doe je met elkaar en de stukjes verdelen doen we ieder voor zich. Wij hebben een flexibele organisatie die snel kan inspelen op nieuwe ontwikkelingen”, zegt Van Diemen. Prinsen voegt toe: “Onze time-to-

market is kort, wat ons in staat stelt snel te testen en op de markt te brengen.”

Toekomst

HR energy onderscheidt zich door continue innovatie. “We blijven zoeken naar verbeteringen en robuuste plug-and-play koppelingen. We vermijden knelfittingen”, zegt Van Diemen. “Onze installateurs leveren waardevolle feedback die we gebruiken om onze producten nog robuuster en gebruiksvriendelijker te maken.”

Het bedrijf ziet een belangrijke rol voor software in de toekomst, vooral voor het optimaliseren van energieverbruik. “Met ons nieuwe platform, LinQ kunnen we op afstand problemen oplossen voordat ze zich voordoen. Op afstand kunnen we bijvoorbeeld vermogens regelen en het de klant gemakkelijk maken. Die wil vooral comfort en optimaal genieten tegen lage kosten.” Prinsen: “We kunnen ook verkoeling bijschakelen en schakelen op CO2-uitstoot, COP of kWh prijs, het is allemaal mogelijk. We zijn nog lang niet uitgespeeld.”

Autolakspuiter

HR energy begon meer dan twintig jaar geleden op een zolderkamer van het schadeherstelbedrijf. Oprichter Ronald van der Ende, oorspronkelijk autolakspuiter, schakelde over op zonnecollectoren om de energiekosten van zijn lakstraten te verlagen. “Hij kocht een exemplaar, haalde hem uit elkaar en ontwikkelde daarna de eerste versies van de zonnecollectoren zelf,” vertelt Van Diemen. Het bedrijf groeide en specialiseert zich nu in de productie van duurzame energieoplossingen. “We hebben de installatie van collectoren in het verleden afgestoten en zijn ons gaan richten op ontwikkeling en productie. Onze producten zijn voor diverse sectoren, van woningbouw, tot glastuinbouw en grote zwembaden,” zegt Van Diemen. Het bedrijf blijft bezig met het bedenken van innovatieve en duurzame oplossingen. “Onze organisatie blijft plat en wendbaar om snel op ontwikkelingen in te spelen, zelfs met de groei van de afgelopen jaren,” besluit Van Diemen.

Coating - Warmtepomp - Kleurvrijheid

‘Warmtewingevel’ klaar voor de markt

Na een aantal pilotprojecten, waarbij de warmtewingevel als prototype werd ingezet, is het product nu klaar voor de markt. Een eerste project met het product staat al op de planning voor 2025: de renovatie van theater De Kring in Roosendaal.

Op 18 september vond een presentatie voor pers en publiek plaats bij Aldowa in Rotterdam. Deze fabrikant van aluminium gevelbekleding verzorgt de productie van de gevelbeplating van de warmtewingevel. Bij de presentatie was een werkende opstelling van de gevel te zien. In deze opstelling werken de gevelpanelen samen met een water/water warmtepomp van Itho Daalderop. Gawalo sprak met drie hoofdrolspelers.

Hoofdschuldige

Het idee achter de warmtewingevel is afkomstig van Bart Erich, technisch directeur van Calosol en onderzoeker duurzame materialen en systemen voor warmte winning en opslag bij TNO. Daarnaast is Bart Erich wetenschappelijk medewerker en universitair hoofddocent (deel-

tijd) bij de groep transport in permeabele media aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Calosol is een spin-off van TNO, net als Cellcius.

Erich vertelt, hoe een losse opmerking tegen Akzo Nobel het balletje aan het rollen bracht. “Akzo Nobel presenteerde zo’n tien jaar geleden op de Bouwbeurs coatings die het zonlicht maximaal reflecteren. Donkere coatings, waarbij bijvoorbeeld auto’s van binnen toch koel kunnen blijven. En toen zei ik: ‘hartstikke mooie ontwikkeling, maar kunnen we het niet andersom doen?’” Lachend vervolgt hij: “Ze hadden net ‘tien jaar onderzoek naar maximaal reflecteren gedaan, dus ze waren even niet zo blij met me. Maar als we een coating kunnen gebruiken om warmte te absorberen, dan kunnen we daarmee gebouwen verwarmen.”

Gevel als bron voor warmtepomp

“Tien jaar geleden was het aandeel warmtepompen nog niet zo groot”, vervolgt Erich.

“Maar ik dacht: ‘Er komt een warmtepomprevolutie aan.’ Wanneer we gevelpanelen met een warmte absorberende coating koppelen aan een warmtepomp, gebruiken we de grootste energiebron op de aarde als bron.”

Erich begon met één proefpaneeltje, dat tegenwoordig nog te zien is in testopstelling in theater De Kring in Roosendaal. Van daaruit volgden een aantal pilotprojecten. Een daarvan is een gymzaal in Almere, waar aan de gevel niet te zien is, dat het zo’n innovatief gebouw is. De warmtewingevel is ook toegepast in woningbouw, onder andere in Helmond, Eindhoven en Stadskanaal.

Op die eerste panelen was de coating nog aangebracht door middel van spraycoating. Voor grotere productievolumes is dat niet haalbaar. Vandaar dat inmiddels is overgestapt naar coilcoating en poedercoaten.

Kleurig en minder kleurig

Erich toont foto’s van de verschillende pilotprojecten. De sportzaal in Almere is daarvan de meest kleurrijke. Het pand is bekleed met een gevelbekleding van verticale banen in verschillende tinten groen. De stroken, in verschillende breedtes, verspringen ook in diepte, wat een gevarieerd gevelbeeld geeft. Ook de pilot in

Tekst Margo van Voskuilen
Zelfs uit rijp op de gevel kan de warmtewingevel nog extra energie halen.

Stadskanaal, waarbij de gevelbekleding opvallend rood is, springt eruit. Daarbij vergeleken steekt de lichtgrijze gevelbekleding die is toegepast in de andere pilots op woningbouw bleek af. Met een reden, zo blijkt. “Architecten willen ook lichte kleuren kunnen toepassen”, licht Erich toe. “Maar een gewone witte gevel reflecteert 98 procent van de zon. Dat betekent dat je niets meer overhoudt voor warmtewinning. Gelukkig zijn we als mens hartstikke blind. Wij zien alleen het zichtbare licht, en dat is maar een klein deel van het spectrum. Behalve het uv-deel is ook het infrarode deel van het spectrum nog over. Samen met Akzo Nobel hebben we dus gezorgd dat de coatings het infrarode deel van het zonspectrum absorberen.”

Daardoor kan de coating 40 tot 98 procent van de energie uit het zonlicht absorberen, afhankelijk van de gekozen kleur. De witte coating absorbeert 40 procent. Zwarte coating absorbeert 98 procent. Alle andere kleuren zitten daar tussenin.

Rijp op de schuur

Voor de pilots in woningbouwprojecten kozen de ontwikkelaars voor een heel neutrale lichtgrijze tint, waarvan de vorm nog het meest aan rabatdelen doet denken. Deze bekleding bedekte bij een aantal woningen een kopgevel, of een borstwering op de eerste verdieping. Bij twee

woningen in Eindhoven zat de bekleding niet op de woning zelf, maar op een vrijstaande schuur. De warmtepomp stond in dat geval ook niet in de woning, maar ook in de prefab schuur. Als het buiten koud is en de woning verwarmd wordt, kan op de warmtewinpanelen rijp ontstaan. “Een bewoonster stapte op een koude dag naar buiten en zag rijp op haar auto. Toen ze omkeek, zag ze ook rijp op haar gevel zitten”, vertelt Erich. “Zij haalde haar schouders erover op, ze vond het heel normaal.” Kan die rijp dan geen kwaad, is een veel gestelde vraag. “Nee”, antwoordt Erich, “daaruit kan de warmtewingevel zelfs nog extra energie halen.”

Om warmte te winnen, hebben de gevelpanelen niet per se zon nodig. De opbrengst is wel vele malen hoger wanneer de zon wel schijnt. Wanneer er geen zoninstraling of licht is, kunnen de panelen ook energie opnemen uit lucht, wind, regen of condens. Omgekeerd zijn de panelen ook in staat om warmte af te staan, waardoor koeling ook tot de mogelijkheden behoort.

Vormvrijheid en kleurvrijheid

De vrijheid om kleuren te kiezen is voor architecten natuurlijk een feestje, bevestigt Hans van Houtum, architect en oprichter/partner van NBArchitecten. Ook vormvrijheid is - binnen grenzen - mogelijk. Aan de hand van het gevelontwerp voor Theater De Kring in Roosendaal laat Van Houtum zien wat hij bedoelt. Het

theater grenst aan een stadspark. Om het gebouw meer in de omgeving op te laten gaan, is in het ontwerp van NBArchitecten de toneeltoren bekleed in verticale panelen in groen en bruin. De panelen zijn verschillend in lengte, breedte en diepte, waardoor er ook hier reliëf in het geveloppervlak komt.

De kleurvrijheid is relatief. Alle kleuren zijn mogelijk, bevestigt Akzo Nobel, maar vanwege de productiemethode voor coil een minimum vijfhonderd vierkante meter per kleur noodzakelijk. NBArchitecten heeft daarom voor het theater in Roosendaal driekleuren uitgekozen. Twee tinten groen, en een bruine tint. “En er ligt nog een restje wit bij Calosol”, lacht Van Houtum, “dus dat gebruiken we ook.”

De vormvrijheid beperkt zich niet tot horizontale en verticale lijnen die de sportzaal, de corporatiewoningen en het theater laten zien. In de proefopstelling toont Aldowa, dat ook allerlei andere vormen mogelijk zijn. Daar zijn wel enige beperkingen aan, door de maximale breedte van een rol aluminium. Maar binnen die bandbreedte is van alles mogelijk.

Installatietechnisch

Een deel van de proefopstelling absorbeert warmte uit de omgeving, waardoor condens en zelfs rijp op die platen komt. Aan de andere kant van de opstelling geven de platen warmte af, waarmee de warmtewingevel aantoont ook

De lancering van de warmtewingevel bij Aldowa in Rotterdam.

bruikbaar te zijn voor koeling. In de praktijk zal de warmtewingevel niet tegelijkertijd (op een gevelvlak) koelen en verwarmen, maar voor het demonstratiemodel is het contrast leuk. “Bij warmte- én koelvraag gebruiken we liever een 4-pijps warmtepomp met waterbuffer, dat is efficiënter dan via de buitenlucht”, voegt Roy Goorden toe.

Een blik in het binnenste van de proefopstelling toont een opzet zoals we die van pvt-panelen kennen. Koperen buizen lopen in een meanderpatroon achter de gevelpanelen langs en zijn aangesloten op een WPU water/water warmtepomp van Itho Daalderop. In de pilots is gebruik gemaakt van verschillende warmtepompen, van verschillende leveranciers, vertelt Goorden. Goorden is adviseur bij Klictet Advies, een installatietechnische en bouwfysisch adviesbureau in Oisterwijk. “In de demo-opstelling is het een WPU van Itho Daalderop, maar bij de pilots gebruiken we daarnaast ook warmtepompen van NIBE en Ecoforest.”

Energie-optimalisatie

“Kijk voorbij de businesscase, voorbij de terugverdientijd”, zegt Goorden. Duurzaamheid zit niet alleen in de investering die je doet bij het bouwen, maar vooral ook in het gebruik. Goorden hamert op het belang van energie-optimalisatie. “Juist

niet extra veel opwekken, maar precies genoegen dan ook precies genoeg verbruiken.”

Daarom zouden architecten en adviseurs bij het gebouwontwerp niet alleen rekening moeten houden met de duurzame energie die beschikbaar is, maar de vraag zoveel mogelijk moeten beperken. Vervolgens kan het aanbod, zoals pv of thermische energie, afgestemd worden op de vraag.

“De technische levensduur van een lucht/ water warmtepomp is vijftien jaar, tegenover dertig jaar voor de thermische panelen van de warmtewingevel”, stelt Goorden. Met andere woorden: de investering voor de warmtewingevel is dan wel hoger, maar hij gaat ook langer mee. En dat zonder geluidsoverlast. “De waterwater warmtepomp voor de Calosol gevel gaat twintig jaar mee”, voegt Goorden nog toe.

De gevel en daarbuiten

Klictet en NBArchitecten werken samen aan het installatietechnisch ontwerp van theater De Kring. Dat beperkt zich overigens niet tot alleen het theater. Ook nabijgelegen gebouwen van dezelfde eigenaar worden in het plan betrokken. De oude Sint-Jan kerk en het rijks monumentale Museum Tongerlohuys hebben geen mogelijkheden voor pv-panelen of warmtepompen. “Omdat we met het theater meer dan voldoende

warmte op te wekken en de energieverbruikspatronen elkaar goed aanvullen, is een klein warmtenet bedacht waarmee ook deze gebouwen van duurzame warmte worden voorzien. We noemen dit de EnergieKring. Hierbij wordt een grote waterbuffer onder het theater aangelegd voor een écht duurzaam energiesysteem zonder te moeten wachten op ruimte op het net.”

Opslag is een noodzakelijk onderdeel van energieoptimalisatie. “Bufferen is het opvangen van energie voor een optimaal gebruik”, legt Goorden uit. Met batterijen kun je overtollige energie opslaan voor eigen gebruik. Dat kan elektrisch en thermisch. “De e-batterij kun je gebruiken om alles binnen de grenzen van je project te houden maar is te nog te duur (in kosten en milieubelasting) om energie voor een langere termijn dan een halve dag op te slaan.”

Daarmee slaat Goorden een mooi bruggetje naar Cellcius, dat met de ontwikkeling van een zout-batterij bij zal gaan dragen aan de warmte-opslagmogelijkheden.

Eerst Brabant, dan de wereld

Opvallend in de samenstelling van het gezelschap, is het hoge aandeel aan Brabant verbonden personen. Erich is verbonden aan TNO en de TU/E in Eindhoven. NBArchitecten Van Houtum is gevestigd in Best, en Klictet Advies zit in Oisterwijk. Dat is niet geheel toevallig, want juist in Noord-Brabant zijn de mogelijkheden voor bodemwarmte en aansluiting op het elektriciteitsnet beperkt. Een alternatieve geruisloze bron voor warmtepompen, zoals de warmtewingevel, is daar daarom zeer welkom. Voor de toekomst richt Calosol zich op het ontwikkelen van renovatieconcepten voor woningbouw en utiliteit. Voor De Kring en de EnergieKring werkt Erich daarbij samen met Klictet en NBArchitecten. Voor dit E-RENOVA concept is ook een MOOI-subsidie gehonoreerd door de RVO.

Dat zuidelijk Nederland als kraamkamer dient voor de warmtewingevel is dus niet toevallig. Maar de warmtewingevel is op veel meer plekken inzetbaar. “Het wordt steeds voller in de ondergrond”, benoemt Goorden, “en lucht/ water warmtepompen zijn ook niet overal mogelijk of wenselijk. Daarnaast zorgt netcongestie voor een aanzienlijk probleem. Wanneer je dan met een warmtewingevel en een buffer een project zoveel mogelijk onafhankelijk kunt maken van het elektriciteitsnet, dan heb je een prima businesscase.”

Warmtepomp bij de warmtewingevel.

Home Energy Storage System

Mhelios by Midea heeft een AI-gestuurd energieopslagsysteem ontwikkeld dat is afgestemd op de Nederlandse markt. Het multifunctionele storage system is zowel met als zonder zonnepanelen te gebruiken en te koppelen met andere energieverbruikers in huis, zoals warmtepomp, aircosysteem of autolaadpaal. De LFPthuisbatterij heeft een capaciteit van 5 tot 40 kWh. De intelligente smarthome app geeft overzicht van het energieverbruik en de status van de apparaten, en maakt, door de weersvoorspelling mee te nemen, een inschatting van de opbrengst van zonne-energie. Op basis van deze data kan er met een dynamisch energiecontact innovatief worden gehandeld op het energienet.

MHELIOS BY MIDEA https://mheliosbymidea.nl

Energiebeheer

Stadsverwarming

Het installeren van leidingen voor st adsverwarmingsaansluitingen in gebouwen vergt de nodige personeelscapaciteit. Gewoonlijk worden hier dikke stalen buizen gelast. Een methode die ervaren lassers vereist én lang duurt. Het Megapress S-systeem van Viega biedt een installatiemethode die tot zestig procent sneller is. Met het -perssysteem zijn gebouwaansluitingen voor warmtenetten veilig te realiseren met dikwandige stalen buizen in de afmetingen 3/8 inch tot en met 2 inch. Ook zijn er XL-maten leverbaar 2½ - 4 inch. De persverbindingen zijn betrouwbaar dicht, mede dankzij het FKMdichtelement dat bestand is tot +140 °C en in de Megapress S-fittingen is geïntegreerd. Het sluit af op het oppervlak van de buis. Een snijring draagt bij aan de mechanische sterkte door zich stevig met de buis te verbinden tijdens het persen.

VIEGA NEDERLAND www.viega.nl

De LinQ is het centrale punt voor klimaatcontrole en energieverbruik in huis, geschikt voor systemen met PVT-panelen en warmtepompen. Met de LinQ van HR Energy heeft de gebruiker inzicht in de werking van het systeem voor warm water en verwarming. Dankzij de mogelijkheid om eenvoudig instellingen aan te passen op basis van dagelijkse routine en voorkeuren, zorgt de LinQ voor een efficiënt energiebeheer. De LinQ bestaat uit de LinQ Up, een slimme thermostaat, en de HR Energy LinQ app voor eindgebruikers. Samen bieden ze een compleet overzicht van het systeem, met gedetailleerde temperatuurmetingen en realtime gegevens over verwarming en warm water. HR ENERGY www.hr-energy.com

Drukregelventielen

Emerson introduceert de nieuwe Series 625 Sentronic proportionele drukregelingsventielen van AventicsTM. Met een regelafwijking van minder dan 0,5 procent zijn de ventielen ontworpen om druk, debiet, vermogen, snelheid, afstand en hoekposities nauwkeurig te regelen. De data-acquisitiesoftware (DaS) die bij de Sentronic-ventielen wordt meegeleverd, maakt het ook mogelijk om rechtstreeks vanaf een pc de ventielen te starten, te bewaken en aan te sturen. Vier ventielgroottes van 1 millimeter tot 20 mm ondersteunen een compleet arsenaal debieten, van 55 liter per minuut tot 4.700 l/min. De drukmogelijkheden variëren van vacuümniveaus tot 50 bar, wat het totaal aantal benodigde ventielen voor een machineontwerp kan beperken. EMERSON www.emerson.com

COLOFON & SERVICE

Jaargang 36, nummer 72,november 2024 Verschijnt 8x per jaar www.gawalo.nl

Redactie

Utrechtseweg 44 3704 HD Zeist gawalo@vmnmedia.nl

Marjolein Eilander (marjoleineilander@vmnmedia.nl)

Maarten Legius (maartenlegius@vmnmedia.nl)

Uko Reinders (ukoreinders@vmnmedia.nl)

Margo van Voskuilen (margovanvoskuilen@vmnmedia.nl) Gerard Vos (gerardvos@vmnmedia.nl)

Medewerkers

Harry van Dooren, Tim van Dorsten, Evi Husson, Elske Koopman, Maarten LEgius, Rob van Mil, Niels den Ouden, Laura Weenink

Uitgever VMN media, Davey Cobben (daveycobben@vmnmedia.nl) https://vmnmedia.nl/

Algemeen hoofdredacteur

Maarten Legius (maartenlegius@vmnmedia.nl) T: 088-5840772

Vormgeving colorscan bv, www.colorscan.nl

Basisontwerp

Motif Concept & Design, Naarden

Abonnementen en administratie

Vakblad en online: € 300,Digimagazine en online: € 180,Alle prijzen exclusief 9% btw. Prijswijzigingen voorbehouden.

Een abonnement kan op ieder gewenst tijdstip ingaan en geldt tot wederopzegging, tenzij anders overeengekomen. De minimumlooptijd van een abonnement is één jaar.

Partijen kunnen ieder schriftelijk opzeggen tegen het einde van de abonnementsperiode, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Vanwege de aard van de uitgave, gaat Vakmedianet uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht.

Abonnementen kunnen worden opgegeven en opgezegd bij: VMN media Klantenservice, Utrechtseweg 44, 3704 HD Zeist. Telefoon 088-5840888, klantenservice@vmnmedia.nl

Wij verwerken uw gegevens voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over VMN media bv en zorgvuldig geselecteerde andere bedrijven. Als u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij VMN media bv, Utrechtseweg 44, 3704 HD Zeist. Voor informatie over onze leveringsvoorwaarden kunt u terecht op www.vmnmedia.nl

Druk

Wilco BV, Amersfoort

ISSN 1385-3112

© 2024 VMN media bv, Zeist

Alle rechten voorbehouden.

Behoudens de door de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

De bij toepassing van art. 16b en 17 Auteurswet wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 10. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken op grond van art. 16 Auteurswet dient men zich te wenden tot de Stichting PRO, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 09. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de afwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden.

Adverteerdersindex

Bosch Thermotechniek Omslag 4

Delabie p. 25

Duco Ventilation & Sun Control p. 3

Geberit p. 14 Intergas omslag 3 Magnum Heating p. 11 Remeha Omslag 2

Advertentie-exploitatie

Media-adviseur

Rchard van Dijk 06 - 33 03 14 74

e-mail: Richardvandijk@vmnmedia.nl

Wildkamp p. 17

IN DE KOMENDE NUMMERS

Verschijningsdata

Nr. 1

Verschijningsdatum: 13 februari

Nr. 2

Verschijningsdatum: 12 maart

Nr. 3

Verschijningsdatum: 7 mei

Nr. 4

Verschijningsdatum: 11 juni

Nr. 5

Verschijningsdatum: 3 september

Nr. 6

Verschijningsdatum: 1 oktober

Nr. 7

Verschijningsdatum: 5 november

Nr. 8

Verschijningsdatum: 10 december

Bespaar tot 80% op uw gasverbruik

Ontdek het slimme hybride verwarmen

De Xtore is de nieuwste toevoeging aan de Xtend-serie. Met dit warmwatervat kan je als Xtend-gebruiker water duurzamer opwarmen.

De Xtore maakt hier gebruik van overtollige capaciteit om water op te warmen. Door dit te combineren met zonnepanelen bespaar je op je terugleverkosten en verlaag je je energierekening.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.