Nummer 17, 164ste jaargang, donderdag 22 mei 2025


Uitzondering op de regel: RWS sluit A12 volledig af voor groot onderhoud



Peter Boelhouwer is helemaal klaar met dit kabinet
Interview Pagina 3



Project Pagina 8/9


















Nummer 17, 164ste jaargang, donderdag 22 mei 2025
Uitzondering op de regel: RWS sluit A12 volledig af voor groot onderhoud
Peter Boelhouwer is helemaal klaar met dit kabinet
Interview Pagina 3
Project Pagina 8/9
De bouw van tijdelijke woningen heeft vorig jaar een flinke sprong gemaakt, blijkt uit cijfers van het CBS. Maar de ambitieuze streefcijfers van dit en vorige kabinetten blijven nog ver uit zicht. Het aantal verleende vergunningen voor tijdelijke woningen in heel Nederland steeg vorig jaar met 47 procent naar zo’n 6.200. Het gaat daarbij in 85 procent van de gevallen om nieuwbouw. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Tijdelijke woningen zijn niet alleen nieuwe flexwoningen. Het kan ook gaan om de verbouw van kantoorpanden en andere utiliteitsbouw in tijdelijke woonappartementen. Maar in veruit de meeste gevallen gaat het om nieuwe, tijdelijke units die snel kunnen worden gebouwd en aan minder strenge omgevingsregels moeten voldoen.
De meeste tijdelijke woningen worden gebouwd door woningcorporaties, ziet het CBS. De volkshuisvesters namen met 3.400 woningen meer dan helft van de vergunningen voor hun rekening. Daarnaast zijn overheden (gemeentes) de grootste afnemer van tijdelijke woningen. Commerciële opdrachtgevers, die een paar jaar geleden nog een groter aandeel hadden in flexwonen, lijken minder enthousiast. Ook in absolute aantallen nam het aantal vergunningen van de private markt af.
De verschillen tussen de provincies zijn groot. In de afgelopen jaren steeg het aantal jaarlijkse vergunningen
voor tijdelijke woningen in geen enkele provincie boven de duizend, maar in zowel Noord-Brabant (1.593) en Noord-Holland (1.415) lukt dat dit jaar wel. Andere provincies, ook randstadprovincies zoals Zuid-Holland en Utrecht, blijven daar nog ver onder.
De weg omhoog lijkt ingezet. Toch is het aantal gerealiseerde flexwoningen nog steeds aanzienlijk minder dan deze en vorige ministers graag zouden zien. Al onder minister Ollongren werd een ambitieus programma opgetuigd om flexwonen een substantieel onderdeel te maken van de jaarlijkse nieuwbouwopgave. Bestuurders zagen de tijdelijke woning als een goede oplossing voor huisvesting van groepen als studenten, alleenstaanden, statushouders, jongeren en arbeidsmigranten.
Maar de tientallen miljoenen die werden gereserveerd voor stimuleringsprogramma’s bleven ongebruikt op de plank liggen: corporaties stonden aanvankelijk niet te springen om hun huurders een tijdelijke – en relatief kleine – woning aan te bieden. En veel gemeentes hadden moeite met het vinden van locaties die tijdelijk, maar wel voor langere tijd, gebruikt konden worden. Onder de vorige minister De Jonge en sinds vorig jaar minister Keijzer, nam het enthousiasme voor flexbouw weliswaar toe, maar het aantal verleende vergunningen voor flexwoningen in de periode 2020-2024 is volgens het CBS met 18.078 woningen nog niet de helft van de beoogde 37.500.
De verschillen van het aantal vergunningen per gemeente is overigens erg groot. Flexwoningen zijn vaak een onderdeel van de afspraken die gemeentes maken met de regionale corporaties, maar in veel gevallen blijven de cijfers flink achter bij de gemaakte afspraken. Zelfs de gemeente Tilburg, met 1.244 vergunningen van 2020 tot 2024 de absolute flexwoningkampioen, haalt het eigen streefcijfer van 1.500 woningen niet. Volgens Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarktsystemen aan de TU Delft, is tijdelijk wonen nog steeds een enorm onbenut potentieel. “We kunnen snel op plekken die toch niet worden gebruikt tijdelijke, goede woningen neerzetten,” zegt hij in de Cobouw-podcast Doorzagen. “In Rijnenburg moeten over tien jaar 30.000 woningen worden gebouwd. Begin daar nu al met voorzieningen aanleggen en tijdelijke woningen bouwen. Laat de fabrieken draaien!”
jaar voor Kuijpers: ‘Breder kijken dan het gebouw alleen’
Jaarcijfers - Technisch dienstverlener Kuijpers laat opnieuw goede cijfers zien. Het bedrijf houdt de winstgevendheid op peil door specifieke keuzes te maken. Want de markt blijft grillig, ziet directeur Aukje Kuypers.
DOOR MICHIEL MAAS
Vooral de winstgevendheid van Kuijpers nam in 2024 toe, van 14,1 miljoen euro nettoresultaat in 2023 naar 19 miljoen euro vorig jaar. Bij een vrijwel gelijke omzet van 365 miljoen euro in 2024 ten opzichte van 2023 (379 miljoen) is die hogere winstmarge volgens het bedrijf zelf vooral toe te schrijven aan een strakkere sturing op het rendement van projecten.
“We zijn specifiek in de keuzes die we maken en de opdrachten die we aannemen”, stelt directeur Aukje Kuypers. Voor ons zijn de langetermijnrelaties met onze partners en opdrachtgevers heel belangrijk.” Maar, vervolgt ze, de markt voor utiliteitsbouw en -vastgoed blijkt
grillig. “Er blijft veel onzekerheid. Besluiten worden regelmatig uitgesteld.” Dat verklaart ook het achterblijven van de omzet: een grote opdracht werd vorig jaar in de ijskast gezet. “Dat heeft wel effect; je hebt dan toch al een heel team klaarstaan.”
Het inmiddels 104 jaar oude familiebedrijf richt zich tegenwoordig steeds meer op energieneutrale en circulaire systemen. “De maatschappelijke doelen en de weten regelgeving spelen daar een grote rol in. Maar het wordt steeds belangrijker hoe we omgaan met andere factoren, zoals bijvoorbeeld netcongestie. Dat kan betekenen dat we breder moeten gaan kijken dan het gebouw alleen. Bijvoorbeeld door het samenwerken van verschillende bedrijven in het delen van energie tussen verschillende gebouwen en bedrijven. Kan het opwekken van energie op het dak van het ene gebouw gebruikt worden in het gebouw ernaast? Technisch kan er al heel veel, maar de regelgeving werkt hier soms nog tegen.”
Ook in het gebouw wordt circulariteit belangrijker. “We vragen ons nu vaak af: kan het ook kleiner, kunnen we minder materiaal gebruiken? Door het gebruik van een gebouw beter in kaart te brengen, kunnen we zien of bepaalde zones minder streng geklimatiseerd moeten worden.’’
‘Maak tempo met waterbesparende nieuwbouw’
Klimaat - Nieuwe woningen moeten op zijn vroegst in 2028 zijn uitgerust met een regen- of huishoudwatersysteem. ‘Veel te laat’, waarschuwt de Algemene Rekenkamer.
DOOR THOMAS VAN BELZEN
Het is onzeker of Nederland de doelen voor besparing van drinkwater gaat halen. Maatregelen komen te traag op gang of missen doel, waarschuwt de Algemene Rekenkamer aan verantwoordelijk minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) in de publicatie ‘Drinkwater onder druk’. Een van politieke beloften waar de Algemene Rekenkamer zich over bekommert, is het verplichtstellen van regen- of huishoudwatersystemen in nieuwe woningen. De besparingspotentie daarvan is volgens het rekengeweten fors, maar het punt is dat die norm veel te lang op zich laat wachten. In het huidige tempo gelden er op zijn vroegst in 2028 duurzame waterregels voor woningen, signaleert de rekenkamer. Dat heeft te maken met allerlei discussies en lopende onderzoeken over de kosten, baten en mogelijke nadelige effecten op de volksgezondheid ervan. “Maar het niet doen, is een gemiste kans”, zegt Rard van Kollenburg, namens de Algemene Rekenkamer. “We moeten hiermee tempo maken. Juist nu, omdat er veel huizen worden gebouwd. Iedere dag dat we met deze norm wachten, besparen we geen water.”
De wens om huizen drinkwatervriendelijk te bouwen, bestaat al langer. Afgelopen oktober drong de Unie van Waterschappen daar nog eens op aan bij minister Mona Keijzer. Volgens de Unie dreigt er binnen afzienbare tijd een tekort aan drinkwater, als de regering niet snel ingrijpt.
De waterschappen doelden op systemen die regenwater opvangen of waarmee grijs water kan worden hergebruikt. De waterschapsunie schat de kosten ervan op 4.000 tot 7.000 euro per woning. Het RIVM waarschuwt ook al langer voor toekomstige problemen met drinkwater. Door de bevolkingsgroei en economische activiteiten en klimaatverandering neemt het (drink)watergebruik toe in Nederland. Echter door toenemende perioden van droogte neemt de beschikbaarheid van zoetwater juist af.
Bouwers en ontwikkelaars kunnen in toenemende mate last krijgen van het drinkwaterprobleem. Zo kunnen drinkwaterbedrijven nieuwe aansluitingen weigeren. Sinds 2022 zou dat tientallen keren zijn gebeurd. De exacte omvang van het probleem is echter onduidelijk, want hoeveel woningbouwprojecten door niet afgegeven drinkwaterafsluitingen vertraging oplopen of niet kunnen doorgaan, is bij minister Madlener niet bekend. Onbegrijpelijk, vindt de Rekenkamer. Wil de minister problemen aanpakken, dan is daar ook inzicht voor nodig. Ze vindt dan ook dat de minister de problemen in kaart moet brengen. Niet in de laatste plaats, omdat de vereniging van drinkwaterbedrijven Vewin in 2022 rapporteerde dat woningbouw voor een groot deel gepland is in gebieden waar de drinkwatervoorziening onder druk staat.
Woningbouw - Ministers die van toeten noch blazen weten, oplossingen die uitblijven en volstrekt verkeerd beleid op de woningmarkt. Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft, hoopt dat het kabinet eerdaags valt. “Het is om te huilen.”
DOOR THOMAS VAN BELZEN
Dat zegt hij in een interview met Cobouw naar aanleiding van de huurbevriezing die de onderhandelaars van de voorjaarsnota twee weken geleden geheel onverwacht en buiten minister Keijzer om bekokstoofden. Boelhouwer spreekt over “amateurisme” en “bestuurlijke vandalisme”.
De gevolgen ervan voor de woningbouwproductie noemt hij “catastrofaal.” Tweehonderd woedende corporaties stelden minister Mona Keijzer vorige week een ultimatum: als de bewindspersoon de afgeblazen huurverhoging van 4,5 procent niet compenseert, spannen ze een kort geding aan.
“Dat zou een historische stap zijn”, meent de hoogleraar housing systems aan de TU Delft. Hij geeft de sociale volkshuisvesters die zich belazerd voelen groot gelijk.
Als hij de minister was zou hij zelfs overwegen om af te treden, zei hij al in andere gremia. In de Cobouw-podcast Doorzagen vertelt hij dat Keijzer hem heeft laten weten dat niet van plan te zijn. “Ze is niet van opgeven, gaf ze aan. Ook prima. Als zij met oplossingen komt, zou ik dat beter vinden.”
Geloofwaardigheid
Ze moet dan wel van goede huize komen, meent Boelhouwer. “Tijdens de Woontop, waarbij het halve kabinet aanwezig was en waarvoor ze hele pers optrommelde, maakte ze afspraken met de hele bouw. Vier maanden later gooit ze die afspraken gewoon eenzijdig in de papierversnipperaar. Haar geloofwaardigheid is volkomen weg.” De hele regering krijgt ervan langs: “Ik dacht dat dit kabinet voor goed bestuur stond, maar dit is het tegenovergestelde daarvan.”
Toch komt de hoogleraar ook op voor Keijzer. Hij meent dat zij gepiepeld is door de onderhandelaars van de voorjaarsnota. “Men heeft de enorme fout gemaakt om na twee lange nachten van onderhandelen, tot ze er doodmoe van waren, maatregelen te nemen zonder die te toetsen bij vakministers en ambtenaren. Ja, dan kunnen er ontsporingen ontstaan. Dat is hier duidelijk gebeurd. Amateurisme ten top. Bestuurlijk vandalisme.”
De effecten voor de woningmarkt zijn volgens hem catastrofaal. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) denkt daar iets genuanceerder over en rapporteerde vorige week dat corporaties de komende jaren sowieso al minder zouden bouwen. Bovendien zouden de meeste uitwassen pas na 2029 zichtbaar zijn.
Boelhouwer: “Iedereen snapt dat woningbouwplanprocedures jaren duren, dat neemt niet weg dat dit heel ernstig is. Richt je je puur op de nieuwbouw, dan gaat het over de bouw van 180.000 sociale huurwoningen minder in de komende tien jaar. Op een totaal van 300.000 is dat meer dan de helft. Dat haal je later niet meer in.”
69.000 woningen
De huurbevriezing raakt ook de bouw van marktwoningen, volgens Boelhouwer. Dat heeft te maken met de Wet versterking regie op volkshuisvesting, die momenteel bij de Tweede Kamer ligt ter behandeling. “Die wet schrijft voor dat twee derde van de woningbouw betaalbaar moet zijn en dat kan nu eigenlijk niet doorgaan. Aannemers hebben al problemen om in projecten voldoende sociale woningbouw te realiseren.”
De hoogleraar schat in dat de bouwproductie ook dit jaar zal blijven steken bij 69.000 woningen en daarmee bij lange na niet in de buurt komt van het politiek gewenste aantal van 100.000. Intussen stevent het tekort aan huizen af op
In 2023 schreef Peter Boelhouwer een essay in opdracht voor de toen nog kersverse politieke partij NSC van Pieter Omtzigt. De ‘eenvoudige wetenschapper’, zoals hij zichzelf noemt, drong daarin onder meer aan op flink extra geld (jaarlijks tussen de 3 en 5 miljard euro) erbij voor de woningmarkt en verschillende systeemwijzigingen. Anderhalf jaar later ziet hij het kabinet, ondanks een veelbelovend begin van minister Mona Keijzer, stuntelen op de woningmarkt en heeft Omtzigt, de man die staat voor goed bestuur, de politieke arena verlaten.
een historisch dieptepunt. “Sinds de Tweede Wereldoorlog was het woningtekort niet zo groot, we gaan zelfs richting de 5 procent.”
Ook de huurbevriezing schiet zijn doel voorbij, zegt Boelhouwer. “In feite is dit populisme. Men wil de laagste inkomensgroepen ondersteunen, maar doet dat met een maatregel waarvan alle deskundigen zeggen dat het niet werkt. Het scheelt huurders misschien 8 á 9 euro op maandbasis, maar levert het ministerie van Financiën een half miljard euro op.” Boelhouwer heeft Keijzer best hoog zitten, maar geeft het huidige woningmarktsysteem “een 3.” “Het is om te huilen. Op alle sectoren wordt verkeerd beleid gevoerd. De corporatie- en de particuliere sector knijpen we af, terwijl we de koopsector niet aanpakken. Deskundigen roepen al 20 jaar dat kabinetten iets moeten doen aan de hypotheekrenteaftrek, maar dat durven ze niet.”
Dat regeringen kritiek krijgen op hun woningmarktbeleid is niet van gisteren. Oud-ministers Spies, Blok en De Jonge kunnen er allemaal over meepraten. “Wie de beste minister van Volkshuisvesting was? Ik ga geen cijfers geven”, kruipt Boelhouwer in zijn schulp. “Het is geen Songfestival.” Ondanks zijn kritische noten, ziet hij licht aan het eind van de tunnel. “Iedereen ziet gewoon dat dit foute boel is en dat dit kabinet vroeg of laat zal vallen. Er zitten ministers in die van toeten noch blazen weten, die geen enkel besluit nemen of probleem oplossen. Wanneer? Het ligt aan de VVD wanneer die de stekker eruit trekt, maar hier kun je niet nog eens drie jaar mee doorgaan.”
Dit artikel is gebaseerd op een interview met Peter Boelhouwer in de Cobouw-podcast Doorzagen.
BAM werkt op A12 volgens systeem van vierkant afsluiten, en dat bevalt goed
Infra - AM Infra neemt negen dagen lang de A12 van Veenendaal naar Utrecht onder handen, en in augustus weer. Wegenbouwers prijzen de veiligheid van het werken tijdens de langdurige afsluiting. Voor Rijkswaterstaat is het vierkant afsluiten vaker een optie. DOOR
NOUSKA DU SAAR
Een ambulance schiet precies tussen de machines door die frezen, schrapen en borstelen. Even later wordt de bouwkeet van BAM Infra snel uit de weg gesleept, zodat een vrachtwagen met asfaltgranulaat erlangs kan. Zomaar oversteken is geen optie. Het is krap in het werkvak, ook al is de hele rijbaan van de A12 tussen Veenendaal en knooppunt Lunetten voor groot onderhoud leeggeruimd.
Stel je al deze werkzaamheden maar eens voor op slechts twee banen terwijl de andere twee nog open zijn voor het verkeer, zeggen medewerkers van het project. Want dat is nog vaak de realiteit voor wegwerkers die de snelwegen onderhouden. De uitzondering op de regel is de A12, die potdicht is voor verkeer
tijdens de afsluiting van 9 tot 19 mei. De rit vanaf de afzetting naar dit werkvak van 30 kilometer duurt al snel tien minuten. De auto’s van uitvoerders, vrachtwagens en veegwagens kunnen elkaar riant passeren op de lege snelweg, met twee banen ertussen. Iemand steekt een koffiepot uit zijn raampje ter begroeting. Dan verschijnen de eerste stroken waar is gefreesd en een grove kleeflaag ligt te wachten op het nieuwe, geluidsreducerende asfalt.
Zoab
Rutger van der Meij, technisch manager bij BAM Infra Nederland, staat midden op de lege snelweg. BAM Infra ontwierp en bouwde de huidige A12 Utrecht-Veenendaal al zo’n dertien jaar geleden. Van der Meij: “We dachten in 2012 al na over hoe we de Zoab-asfaltverharding gingen vervangen.” Ze zijn namelijk ook twintig
jaar lang verantwoordelijk voor het onderhoud vanwege het DBFM-contract met Rijkswaterstaat.
De grootschalige ingreep om de snelweg volledig hiervoor af te sluiten, kwam in 2012 nog niet bij hen op. Van
‘‘Hier geen auto’s die te hard of vlak langs pijlauto’s of botsabsorbers rijden”
der Meij: “Pas in 2019 kwam dat voor het eerst voorbij in gesprekken met Rijkswaterstaat. We hadden uitgerekend dat we wel tweehonderd nachten nodig hebben voor dit onderhoud.” Samen met Rijkswaterstaat zochten ze naar een alternatief en werkten uit hoe een rijbaanbrede, of ‘vierkante’ afsluiting, eruit zou kunnen zien qua werkwijzen en
Tijdens het groot onderhoud aan de A12 in mei krijgen alle rijbanen in een keer nieuw en stiller asfalt. Foto’s: APA/Sjef Prins
de rigoureuze omleidingen voor het verkeer. Eind 2022 was er groen licht en begon het plannen van de operatie.
Duurder
Gevraagd naar de voordelen van deze werkwijze strekt Van der Meij zijn armen uit. “Kijk om je heen. Veiligheid! Rust! Dat werkt lekkerder. Je hoeft alleen maar op de kwaliteit van het werk te letten.” Hier is geen aanrijdingsgevaar door automobilisten, waar wegwerkers normaal rekening mee moeten houden, geen auto’s die te hard of vlak langs pijlauto’s of botsabsorbers rijden (en soms ertegenaan). BAM kan nu naar hartenlust ook andere zaken onderhouden, zoals signaalborden, verlichting en de geluidswal. “We kunnen er nu makkelijk bij, dus waarom zouden we het niet doen?”
Onder de streep is een meerdaagse vierkante afsluiting – of het nou doordeweeks is of in het weekend –wel duurder dan werken in losse nachten en weekenden. Van der Meij: “Je hebt meer communicatie naar de omgeving, verkeersregelingen en veel meer afzettingen.” En doordeweekse afsluitingen hebben veel impact op de transportbranche. De operatie moest al een jaar van tevoren uitgestippeld en gecommuniceerd zijn.
BAM Infra werkt in twee perioden in 2025 aan de A12 om in totaal 30 kilometer asfalt te vervangen met stiller asfalt. Van 9 mei tot maandagochtend 19 mei is de 15 kilometer asfalt vanaf het ecoduct Mollenbos naar Lunetten aan de beurt. Van 22 augustus tot 1 september volgt de 15 kilometer tussen dit ecoduct en Veenendaal. Er wordt ook gewerkt aan de vluchtstrook, vangrails, bermen, wegbewijzering en verlichting.
Toch verwacht hij vaker langdurige, volledige wegafsluitingen te zien in Nederland. “Opdrachtnemers én opdrachtgevers willen dit graag vanwege de veiligheid. Die overstap zal waarschijnlijk alleen lang duren.” In de vaak jarenlange onderhoudscontracten met aannemers staat veel van tevoren vast. Dat maakt het lastig om zaken zoals de toegestane hinder grondig aan te passen.
Ook Rijkswaterstaat erkent de voordelen. Vooral de extra veiligheid van het werken op een geheel afgesloten snelweg, maar ook de extra beschikbaarheid van asfaltcentrales en freesmachines doordeweeks. “En het personeel is makkelijker te vinden. Ook in het wegonderhoud is een tekort aan mensen, vooral die nachtdiensten willen werken”, zegt Jasper Meershoek, projectmanager van Rijkswaterstaat in midden-Nederland.
Mindset
Volgens Meershoek is de mindset langzaam aan het kenteren. De (bijna-)ongevallen in het werkvak nemen toe. “Kun je de veiligheid van mensen dan wel garanderen? Voorheen was doorstroming van verkeer het belangrijkst. Nu speelt veiligheid een grotere rol.” Bij elk nieuw werk weegt Rijkswaterstaat daarom de vierkante afsluiting nu als optie af. Ook binnen de vastgeklonken twintigjarige onderhoudscontracten.
Het is alweer een tijdje terug, maar in 2021 mocht de A12 tussen Oudenrijn en Nieuwerbrug ook negen dagen dicht, voor onderhoud door Heijmans. Sindsdien zijn er nog weinig grote afsluitingen geweest, tot dit jaar: de A1 tussen Diemen en Watergraafsmeer is wel zeventien dagen in mei potdicht. En in augus-
tus sluiten de hekken weer negen dagen lang voor de A12.
Toch verliest de vierkante afsluiting het vaak nog van weekend- en nachtafsluitingen. Nota bene het onderhoud aan de overkant, van Utrecht naar Veenendaal, zal volgend jaar waarschijnlijk niet in een meerdaagse afsluiting plaatsvinden. Van der Meij: “De verkeersdrukte is daar hoger dan hier en het zou doordeweeks 180 minuten hinder opleveren. Het onderhoud zal waarschijnlijk in veertien weekenden moeten gebeuren.”
Nu rijden aan die kant nog automobilisten. Zullen ze mopperend in een van de files staan? Of zitten er ook mensen tussen die denken: ‘Wat fijn dat de bouwers nu veilig kunnen werken’?
Meershoek: “We merken dat verkeershinder langzaamaan meer wordt geaccepteerd. Ook vanuit de politiek. We hebben nu bijvoorbeeld een minister (Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat, red) die meer geld uittrekt voor goed begaanbare wegen. En het is duidelijk dat we vanwege alle opgaven niet meer uitkomen met alleen werken in de nachten en weekenden.”
‘Dit is echt de toekomst van metselwerk’
Ruim anderhalf jaar geleden werd het aangekondigd als een nieuwe belofte: CO2-negatieve gevelstenen. Baksteenproducent Vandersanden heeft het waargemaakt. De Pirrouet-fabriek is vorig jaar geopend en de eerste projecten in Nederland en België zijn in uitvoering. De hoogste tijd om nader te bekijken hoe de stenen het in de praktijk doen.
Pirrouet® is de eerste CO2-negatieve én circulaire gevelsteen in de bouwsector. Tijdens het productieproces wordt per ton Pirrouet®-gevelstenen maar liefst 60 kg CO2 opgenomen. Deze verbindt zich tijdens de uitharding van de stenen en transformeert tot calciumcarbonaat (CaCO3). De gevormde carbonaten zorgen voor een harde kalksteenachtige binding van het geheel. De gevelsteen bestaat daarnaast tot maar liefst 80 procent uit gezuiverde minerale reststromen (carbinox en stinox) uit de staalindustrie. Inmiddels zijn er diverse kleuren en formaten beschikbaar en wordt dit jaar, rond de zomer, een verdere uitbreiding van het gamma verwacht. De eerste projecten zijn inmiddels ook gerealiseerd.
Project Cultureel centrum
In het Belgische plaatsje Neeroeteren wordt een cultureel centrum gerealiseerd, waarbij publieke opdrachtgevers, architecten, aannemers en leveranciers samenwerken aan duurzame innovaties. De architecten van BureauBR tekenden voor het ontwerp en kwamen al snel met het idee hier de gele CO2-negatieve gevelsteen Pirrouet toe te passen. Voor het gevelmetselwerk bij dit project betekent dat een CO2-opname van maar liefst 11,4 ton. “Het duurzaamheidsaspect is de laatste jaren verder ontwikkeld in onze sector. Dit project is eigenlijk voor ons één van de eerste waar we een stapje verder zijn gegaan. Tijdens een evenement van Vandersanden kwamen we in aanraking met de gevelsteen Pirrouet en die hebben
we uiteindelijk toegepast in dit project, omdat het gewoon een ecologisch interessant materiaal is. We vinden het ook inventief en we kregen de belofte dat de steen economisch even interessant is dan een normale baksteen”, aldus architect Pieter Vandekerkhof van BureauBR. “Het voormalig gemeentehuis stond op dezelfde plek en was voorzien van gele gevelstenen. We willen de ‘geest’ van die plek behouden, door wederom te kiezen voor een gele gevelsteen.”
Johan Tollenaere, burgemeester van de stad Maaseik, herinnert zich nog als gisteren dat de architecten een doos bij zich hadden met stenen: “We waren met het college onmiddellijk dol enthousiast over het idee om extra aandacht voor duurzaamheid te hebben.” Pieter vandekerkhof: “We hebben de Pirrouetsteen inmiddels in een paar andere bestekken staan.” Aannemer Jan Baillien is open en glashelder: “Als aannemer staan we open voor sustainability. Dat vind ik belangrijk naar de toekomst toe en voor onze kinderen. Aan het begin hadden we toch een beetje schrik, aangezien het een nieuw product is. Maar bij het daadwerkelijk verwerken, blijkt dat geheel ongegrond te zijn. De steen verwerkt heel fijn.” Daarnaast draagt de mortelkeuze bij aan een stuk duurzaamheid: “We hebben voor dit project gekozen voor een kalkmortel, in plaats van een cementmortel. Mocht het gebouw na 100 jaar worden afgebroken, kunnen de stenen makkelijk worden ‘gekuist en gerecupereerd’.” Écht duurzaam dus. “Handig is ook dat de stenen in halve pakken worden geleverd, die zo op de steiger zijn te plaatsen. Dat werkt veel sneller.”
Project Groen Nobelhorst
In ons eigen land staat het eerste grotere project in Almere, waar in totaal zestig natuurinclusieve woningen worden gebouwd. Dat betekent veel groen, zoals groene daken en
biobased materialen. Voor dit project worden 320.000 CO2-negatieve én circulaire Pirrouet gevelstenen gebruikt. Voor de productie van deze hoeveelheid stenen, wordt maar liefst 42.500 kg CO2 permanent gebruikt om te stenen uit te harden. Dat is ongeveer evenveel als zestig bomen zouden opslaan in 28 jaar tijd, bijna de volledige looptijd van je hypotheek. “Vandersanden heeft deze ontwikkeling aangejaagd”, zegt architect Merijn de Jong van heren 5 architecten. “We hebben vier jaar geleden een contract met Vandersanden ondertekend dat we deze steen als eerste mochten toepassen. Met dit project is het moment gekomen om met die steen een echt duurzaam en groen project te maken. Wij moeten gewoon met elkaar veel duurzamere projecten gaan maken. Dat betekent projecten met een zo laag mogelijke CO2-footprint.” Ook bij project Groen Nobelhorst in Almere is samenwerking de sleutel voor succes. Het resultaat is meer dan alleen een bouwproject: Het is een stap richting een duurzame toekomst. “Ik geloof dat dit de toekomst van metselwerk is”, zegt Arjan van Herk, Directeur Bouw van Heutink Groep. “We verwerken de Pirrouet® stenen met een doorstrijkmortel, zoals bij gewone metselstenen”, legt Arjan uit. “Het enige verschil is dat de stenen eenvoudig losmaakbaar moeten zijn. Dat draagt bij aan circulariteit in de bouw. Daar is de mortel op aangepast, maar verder werkt het zoals elke andere metselsteen.” Metselaar Adrie Bos van Heutink Groep, werkte als eerste met de steen. Hij vindt het een eer om deel uit te maken van dit pionierende project: “Het is wat zwaarder en anders qua formaat, maar de consistentie in maatvoering en kwaliteit zijn goed, wat het werken ermee gemakkelijker maakt. Zo zie je veel lengteverschillen bij normale stenen, maar bij deze is dat niet zo. Dus dat is goed. Ik ben positief verrast.”
Dit artikel is gesponsord door Vandersanden.
Utiliteitsbouw - Een reusachtige roestvaststalen wokkel heeft een plek veroverd aan de skyline van Rotterdam. De glimmende Tornado voert naar een spectaculair uitkijkplatform en vertelt het verhaal van de landverhuizers die begin twintigste eeuw de overtocht waagden naar de Verenigde Staten. Het is ook een technisch huzarenstukje.
De blikvanger is een dubbel gedraaide trap die vanaf de begane grond omhoog wervelt naar een panoramadak, 24 meter boven de grond. De constructie in het hart van het voormalige Fenix Pakhuis (1923) is bekleed met roestvrijstalen panelen die met de hand zijn gepolijst. Daardoor reflecteert het hele oppervlak ervan als een spiegel.
“Je ziet jezelf en je metgezellen wanneer je ernaar kijkt”, vertelt de Chinese architect Ma Yansong van Mad Architects, terwijl hij zijn creatie met welgevallen bekijkt. “De wokkelvorm bestaat uit twee trappen die in elkaar grijpen en mensen de kans bieden verschillende routes te kiezen om elkaar te ontmoeten. Het is een metafoor voor de reizen van landverhuizers.”
De benaming ‘tornado’ klopt wat hem betreft niet, want de wind was niet zijn inspiratie. Vanaf de eerste kennismaking met de locatie was hem duidelijk dat alles op deze havenkade draait om beweging. Ooit werden hier goederen overgeslagen in en uit het Fenix pakhuis en stapten, even verderop, migranten bij de Holland-Amerika Lijn op een oceaanstomer richting de Nieuwe Wereld. Die beweging wilde Yansong in beeld brengen in een dynamische constructie die lijkt te zweven, en die een scherp contrast vormt met de horizontale betonconstructie van het bestaande pakhuis. Kolommen en andere ondersteuningen mochten nadrukkelijk niet zichtbaar zijn; de Tornado staat volledig los van het monumentale pakhuis. Dat
maakt het een razend complexe staalconstructie, waaraan ruim tweehonderd mensen werkten.
Om maar even wat cijfers op een rij te zetten: de wokkel bevat zo’n 3 kilometer aan buismateriaal, afkomstig van staalbouwer CSM Steelstructures. Staalbuigerij Van Rijsoort Bending had er een flinke kluif aan om al die stukken precies in de juiste vorm te krijgen. De staalconstructie is bekleed met 297 roestvrijstalen panelen, die elk een unieke vorm hebben. Op basis van een 3D-model
werden ze stuk voor stuk machinaal gebogen. Het polijsten van deze 4.000 vierkante meter staaloppervlak kostte meer dan honderd uur per paneel. “Het buigwerk van het staal is complex, maar het rekenwerk aan de kolomvrije opzet overtreft dat”, zegt Yansong. “Alles moest becijferd worden – de wind, het gewicht, temperatuurverschillen. Misschien was dat wel de lastigste puzzel aan dit project.”
Toch steekt hij zijn hand ervoor in het vuur dat de constructie zelfs overeind blijft als bezoekers massaal via één kant de vervaarlijk uitkragende bochten van de wokkel beklimmen. Een kijkje over de railing biedt een weids uitzicht over de onderliggende rivier de Maas. “Net zoals een landverhuizer aan boord van een schip het zou ervaren.”
Voor de wandeling omhoog is de Tornado uitgerust met een 550 meter lange, dubbel gedraaide houten trap, met 336 treden. De bekleding van de treden en de zijkanten bestaat uit 12.500 unieke planken van Kebony gemodificeerd hout uit Noorwegen. De Rotterdamse meubelmaker Woodwave ontwikkelde een speciaal computerprogramma om ze stuk voor stuk tot op de millimeter nauwkeurig uit te frezen. De diepbruine trap komt uit op een 17 meter lang panoramadak, dat ook bekleed is met glimmend RVS.
De wokkel vormt de verbinding tussen de grote museumzalen, verspreid over twee verdiepingen. De opzet van het geheel is uitermate licht en ruimtelijk: het
Fenix Kunstmuseum
Koningin Máxima opende het Fenix kunstmuseum over migratie op 15 mei. De monumentale loods geeft ruimte aan meer dan honderd kunstenaars uit de hele wereld, die laten zien dat migratie tijdloos en universeel is. Naast een internationale kunstcollectie is er een ‘Kofferdoolhof’ en een documentaire fototentoonstelling ‘The Family of Migrants’ te zien, met foto’s van 136 fotografen uit 55 landen.
dak boven het centrale atrium is van glas en ook via opengewerkte delen van de gemetselde gevel valt overdadig licht binnen.
Chinatown
Helemaal toeval is het niet dat Wim Pijbes, directeur van de stichting Droom en Daad, een Chinese architect vroeg voor de prestigieuze opdracht. Katendrecht was begin vorige eeuw een van de eerste ‘Chinatowns’ in Europa.
De 172 meter lange gevel en de kozijnen van het bestaande pakhuis ondergingen enkele jaren geleden al een grondige opknapbeurt. De zuidgevel is schoongespoten en opnieuw voorzien van cementstucwerk. De karakteristieke schuifdeuren op straatniveau zijn in hun originele, vooroorlogse staat hersteld. Deuren en kozijnen kregen hun oorspronkelijke groene kleur terug. Het dak van de loods werd uitgerust met sedumplantjes en ernaast kwam een thermisch energiesysteem, dat overtollige warmte van het gebouw opslaat in de bodem. Dit dient als voeding voor de warmtepomp.
Expo-paviljoen Osaka bestand tegen aardbevingen en tyfoons en tóch demontabel
Circulariteit - Met vijfduizend bezoekers per dag in het warme vochtige klimaat van Osaka krijgt het Nederlands paviljoen op de wereldtentoonstelling het flink voor de kiezen. En dan liggen er ook nog aardbevingen op de loer en tyfoons.
Hij is in betrekkelijke stilte geopend. Druk met een voorjaarsnota en Amerikaanse heffingen ontging het veel Nederlanders dat in het Japanse Osaka begin april een wereldtentoonstelling opende. Een evenement waar landen zich van hun beste kant laten zien en tonen waar ze goed in zijn.
Vaak begint dat al bij de gebouwen waarvoor kosten noch moeite worden gespaard. Eerdere edities leverden iconen op als de Eiffeltoren, het Atomium en het Crystal Palace. De Japanners koesteren het idee dat ze met een 2 kilometer lange en ruim 15 meter hoge wandelpromenade rondom het expoterrein de grootste houtconstructie ter wereld hebben neergezet. Die kan in de boekjes. In elk geval in het Guinness book of records. Dicht tegen die imposante Grand Ring aan staat in Osaka ook het Nederlands paviljoen. Wat Paul van Bergen van ingenieursbureau DGMR betreft is er alle reden om ook dat een plekje in de geschiedenisboekjes te gunnen.
Liever geen bunker
Want het mag dan ontworpen zijn voor een levensduur van een half jaar; met vijfduizend bezoekers per dag moet het gebouw aan strenge eisen voldoen. Het risico dat een aardbeving zich voordoet is bovendien te groot om er op te gokken dat die voor de duur van de expositie uitblijft. En de kans dat een tyfoon het expoterrein
dit najaar treft is sowieso bijna 100 procent. En dan is er ook nog de verzengde hitte ter plekke, gecombineerd met een hoge luchtvochtigheid. “Dat stelt allemaal bijzondere eisen aan een gebouw. Als je tenminste mensen over de vloer wilt en geen bunker wil neerzetten.”
Het tegendeel is het geval. Het Nederlands paviljoen is volgens Van Bergen een transparant en elegant bouwwerk geworden. Demontabel en circulair bovendien. Natuurlijk is hij bevooroordeeld. Hij heeft er met collega’s van DGMR, samen met Rau Architects, studio Tellart en aannemer Asanuma twee jaar lang keihard aan gewerkt. Maar toch.
‘‘De stalen hoofddraagconstructie was een onderdeel dat intensieve afstemming vergde’’
De bouwfysicus die bijna 25 jaar leiding gaf aan ingenieursbureau DGMR heeft iets met expo’s. Hij bezocht er al heel wat en zag gefascineerd hoe deelnemende landen zich stretchen en de technische grenzen opzoeken om zich in de kijker te spelen.
Met DGMR was hij rond het jaar 2000 betrokken bij de expositie in Hannover, waar MVRDV haar spectaculaire gestapelde landschap neerzette. Dat wordt nu na 25 jaar leegstand omgebouwd tot een studentencomplex. Voor de editie in Dubai vier jaar terug diende Van Bergen, ook toen samen met Thomas Rau, een plan in.
Paul van Bergen van DGMR.
Helaas visten ze achter het net. De editie in Osaka betekent in dat opzicht hun revanche.
Niet alles lukt via teams
Voor Van Bergen zelf school het stretchen in de uitdaging om de circulaire principes van het ontwerp uitgevoerd te krijgen door de Japanse aannemer. Daarom was hij afgelopen jaar een keer of zes ter plekke.
“Want je kunt veel doen via teams, maar lang niet alles. En voor de Japanse aannemer waren een aantal dingen die voor ons vanzelfsprekend zijn best even wennen. Omgekeerd gold dat natuurlijk net zo goed. Asanuma zou het gebouw niet alleen realiseren, maar verzorgde ook de detail-engineering. Bovendien moest de aannemer de lokale autoriteiten overtuigen dat al-
les aan de regels voldeed, en zorgen dat we alle vergunningen op tijd binnen hadden.”
Een onderdeel dat intensieve afstemming vergde, was de stalen hoofddraagconstructie van het twee lagen tellende paviljoen. Dat soort constructies wordt door Japanse aannemers steevast solide gelast om te voldoen aan de strenge normen op het gebied van aardbevingsbestendigheid. “Maar wij wilden een compleet demontabele constructie die hopelijk later nog ergens een bestemming zou vinden. Dat bleek goed te kunnen met boutverbindingen in de neutrale zone, zonder dat het staalwerk meteen veel zwaarder zou worden. Het vroeg wel veel van onze overtuigingskracht, want dat zijn ze in Japan niet gewend. De ingenieurs niet, de aannemers niet en de autoriteiten ook niet.”
Golvende lamellen
Ook de lamellen voor de gevels vroegen speciale aandacht van het bouwteam. Ze golven langs de voor- en zijgevels en symboliseren stromend water en de zee. Het bureau van Rau wist ze zo te detailleren dat met zeven verschillende lamellen de complete gevel bekleed kon worden zonder dat het golfpatroon zich herhaalt. En dan moest alles ook nog tyfoonbestendig bevestigd worden aan de achterconstructie terwijl het niet lomp en zwaar mocht worden.
‘‘Hoe modern het land ook is, er worden nog steeds gebouwen opgeleverd met enkel glas’’
De lamellen spelen nadrukkelijk een rol in het buitenhouden van zonlicht en warmte. In combinatie met het dubbelglas dat van zon- en warmtewerende coatings is voorzien. “Nogal wiedes, zouden Nederlandse bouwers zeggen”, maar Van Bergen leerde afgelopen tijd dat dat in Japan helemaal niet zo vanzelfsprekend is. “Hoe modern het land in veel opzichten ook is en hoe streng de bouwregels: er worden bijvoorbeeld ook nog steeds gebouwen opgeleverd met enkel glas.”
Dat was alleen niet wat het bouwteam voor ogen stond. Ook niet voor een gebouw met een beperkte levensduur. Niet alleen moeten de afzonderlijke bouwdelen, na afloop van de wereldexpo moeiteloos een nieuwe bestemming kunnen vinden; stiekem hopen de ontwikkelpartners het gebouw in zijn geheel nog een keer ergens anders te kunnen opbouwen waar het
Impressie van het Nederlands paviljoen ‘s avonds. De hoge omloop van het Expoterrein is goed zichtbaar. Die wordt uitgevoerd in hout. Foto: Rau Architects
misschien wel een langer leven beschoren is. Dat is in de jaren ’90 ook al eens gelukt met het paviljoen in Sevilla. Met dit demontabele, circulaire ontwerp is die ambitie er nog veel sterker.
Koning
In gesprek met Cobouw hint Van Bergen er zelfs op dat die nieuwe bestemming vrijwel rond is. Meer wil hij er nog niet over zeggen. “Hopelijk is alles definitief als koning Willem-Alexander het paviljoen bezoekt. Dan kan hij dat misschien als heuglijk nieuws naar buiten brengen. En mocht het onverhoopt niet lukken: de hergebruikmogelijkheden van een partij hoogwaardig dubbel glas is een stuk hoger dan die van enkele glasplaten. Dus daarom hebben we die investering gedaan.”
De glasplaten zijn, net als alle bouwdelen en installaties opgenomen in het Madaster. Ook dat verraadt de hand van architect Thomas Rau, die immers geestelijk vader is van die systematiek om hergebruik van materialen te bevorderen. Elk bouwdeel van het paviljoen is voorzien van een QR-code die toegang geeft tot het materialenpaspoort.
Integraal ontwerpen
Dat je bij je installatie-ontwerp rekening houdt met het effect van zo’n gevel met lamellen is ook al zoiets wat voor Japanners ongebruikelijk is merkte Van Bergen. Omdat ze ontwerpen minder integraal benaderen zijn installaties vaak nogal overgedimensioneerd. Daar komt nog eens bij dat ze verwarming, koeling en ventilatie meestal decentraal oplossen. Het gevolg is dat er overal ontsierende fan-coil units tegen de gevels hangen. “Met onze geïntegreerde aanpak konden we de luchtbehandelingskasten en andere componenten juist fraai integreren in de gevels en het dak. Dat was des te belangrijker omdat zelfs het dak zichtwerk is. De grote bol in het hart van het paviljoen die er half bovenuitsteekt, reflecteert in het dak. Zo ziet het publiek dat over de verhoogde promenade wandelt toch een volledige bol.”
Van Bergen vindt het een goede keuze van de expo-organisatie dat de energieneutraliteit niet is nagestreefd op het niveau van ieder individueel gebouw, maar op het niveau van de hele expo. In de buurt zijn enkele grote zonneweiden en windmolens gebouwd die de duurzame stroom leveren. Elk deelnemend land krijgt voor haar paviljoen een energie-budget toegekend. Daar moeten ze het mee doen.
Nederland kreeg een aansluitvermogen van 160 kW. “Dat is echt niet veel”, verzekert de DGMR-adviseur. “Het betekent dat we dus scherpe keuzes moesten maken en niet op ieder moment alles mogelijk is.” De keuken is in een gebouw als dit, waar voortdurend delegaties langskomen en onthaald worden op diners, de grootste stroomverbruiker. Die kan dus niet op volle kracht draaien als tegelijkertijd in de bol in het hart van het paviljoen een multimediapresentatie plaatsvindt. Zo zijn er meer lastige combinaties. Het goed aansturen van de installaties en afstemmen op de gebruikerswensen door de dag heen vergt veel van het gebouwbeheerssysteem.
Binnenkort gaat Van Bergen zelf weer naar Osaka, tegelijk met het Nederlandse ontwerpteam dat dan de wereldtentoonstelling bezoekt. Dan zal hij eindelijk de reis ervaren die het publiek door het paviljoen maakt. Terwijl ze omhoog lopen door het paviljoen passeren ze presentaties over tien Nederlandse innovaties die natuurkrachten benutten, bijvoorbeeld die van stromend water om energie te winnen.”
Bij de entree krijgen bezoekers een bol overhandigd, een klein exemplaar van de grote bol in het hart van het gebouw, die verwijst naar de rijzende zon uit de Japanse vlag. Tijdens hun tocht langs innovaties licht de bol geregeld op en gaat interactie aan met de opstellingen. Uiteindelijk eindigen de bezoekers in de grote bol waar een multimediapresentatie plaatsvindt. Behalve de innovaties staan daarin de lange handelsbetrekkingen tussen Nederland en Japan centraal. Die gaan al meer dan vierhonderd jaar terug.
Die bezoekerservaring, vormgegeven door studio Tellart, is waarschijnlijk het meest bijzondere aan het hele paviljoen, realiseert Van Bergen zich. “De architectuur, de constructie, de gevel en de installaties zijn daar allemaal aan ondergeschikt.”
De bol waar de tocht eindigt, herbergt een bijzonder staaltje installatie- en bouwtechniek. Van Bergen zou er gemakkelijk uren over kunnen uitweiden. Maar dat doet hij dus niet. “Het gaat echt om die indringende ervaring voor de bezoekers. Misschien is dat wel het aspect waarop Nederland zich deze editie van de wereldexpo het verst heeft gestretcht.”
LEES MEER OVER DIT ONDERWERP OP COBOUW.NL
Infra - Met een mengeling van staal-, beton, en voorspantechnieken bouwen BAM en Rijnstaal een brug voor een tijdelijke bypass van het spoor in Vught. Bedoeld voor een levensduur van vijf jaar, maar de eisen zijn er niet minder om. “Stiekem is het een heel complexe constructie.”
Hij is nog maar net begonnen aan zijn verhaal of constructeur Joost Slingerland van BAM Infraconsult loopt even weg. Als hij een minuut later terugkomt, heeft hij een schaalmodel in zijn handen. Door hemzelf in elkaar gefröbeld van ruitjespapier, lijm en plakband. Dat doet hij wel vaker. “Het kost een paar vrije avonden, maar het is de beste manier om gevoel te krijgen voor een constructie.”
Want het lijkt wel zo’n dertien-in-eendozijn-brug die hij met zijn collega’s ontwierp voor de tijdelijke bypass van het spoor in Vught; een soort zwaar uitgevoerde Bailey-brug, “maar dat is het dus niet”, verzekert de coördinerend constructeur. “Stiekem is het een heel complexe constructie.”
In de ongeveer vijf jaar die hij dienst moet doen krijgt de brug het flink voor de kiezen. Dag en nacht zullen er in twee richtingen reizigers- en goederentreinen overheen gaan. Op een iets lagere snelheid weliswaar dan normaal, 80 kilometer per uur, maar dan nog. Het is een zwaar belaste brug. Omdat er weinig ruimte is op de bouwlocatie maakt BAM Infra handig gebruik van een combinatie van technieken. De brug heeft iets van een stalen vakwerkbrug, maar óók van een staalbetonbrug. Én van een voorgespannen brug.
Duwen, trekken, draaien En om te ervaren hoe al die technieken op elkaar inwerken, knutselde Slingerland dus eigenhandig dat schaalmodel in elkaar. Niet met de 3D-printer, want er was op dat moment nog geen 3D-model om de printer mee aan te sturen.
“Bovendien breekt dat printplastic te snel als je aan een onderdeeltje trekt. En daar is het nou juist om te doen. Je moet kunnen trekken, duwen en draaien aan het model om te voelen hoe de constructie reageert, zonder dat ie meteen kapot gaat.”
De constructeur weet best dat er wel eens wordt gegniffeld in de bouwkeet als hij weer eens met een modelletje komt aanzetten. “Heb je Joost weer met zijn modelletjes”, klinkt het dan. En hij weet natuurlijk ook dat het digitale 3D-coördinatiemodel de basis is. Daar komen alle raakvlakken bij elkaar. Dat is cruciaal voor hemzelf in zijn rol als coördinerend constructeur en voor ieder ander in het proces.
Maar toch. Hij merkt dat zijn collega’s zijn nijvere fröbelwerk eigenlijk wel op prijs stellen. Stuk voor stuk komen ze even langs zijn bureau om zelf te ervaren hoe belangrijk de dwarsvoorspanning is waarmee het betonnen dek is verankerd aan de onderliggers. Of hoe een diagonaal uitbuikt wanneer je aan de bovenkant op de vakwerkconstructie drukt. “Het vergroot gewoon je inzicht, zo’n tastbaar schaalmodel. Het voorkomt dat je blijft steken in de digitale werkelijkheid.”
De fysieke werkelijkheid krijgt inmiddels aardig gestalte op de bouwplaats, een paar kilometer van het kantoor waar hij net zijn verhaal heeft afgestoken. Daar ligt een robuuste blauw-groene vakwerkconstructie. Pal naast het bestaande spoor en over de N65. De brug maakt deel uit van de tijdelijke bypass die nodig is om het spoor over een lengte van 1,6 kilometer verdiept aan te kunnen leggen. Daarmee verdwijnen enkele gevaarlijke spoorovergangen en het vermindert ook de geluidshinder voor de bewoners van Vught. Dat is des te belangrijker omdat het spoor Den Bosch-Eindhoven intensiever gebruikt gaat worden als onderdeel van het programma hoogfrequent spoor van ProRail. Over een paar jaar wordt er spoorboekloos gereden en komt er elke tien minuten een trein in beide richtingen.
Over de weg
Samen met omgevingsmanager Clementine Roest geeft de hoofdconstructeur een rondleiding over de bouwplaats. Het duo wijst op de zware profielen, dikke flensconstructies en vooral de hoofdliggers met forse verstijvingsschotten en dikke deuvels voor de verbinding met het beton.
De brug is bij Rijnstaal in Nieuwegein voorgeproduceerd en daarna in delen over de weg naar Vught vervoerd. Daar wordt alles nu met lassen en bouten verbonden. De lassers doen hun werk buiten het zicht in lastenten. Hun collega’s klauteren over de constructie en draaien de bouten aan volgens een strak protocol. Daarbij zetten ze beurtelings twee tegenover elkaar liggende bouten op 75 procent van de spanning. Zodat de krachten goed over de hele doorsnede worden verdeeld. Als alle bouten op hun plek zitten worden ze, in dezelfde volgorde, op eindspanning gebracht. Het is een arbeidsintensief karwei waarmee twee man al snel een paar uur bezig zijn. Per flens. Slingerland, die één á twee keer per week langskomt op het werk, heeft vorige week nog een afgekeurde bout mee naar kantoor genomen. Zodat de modelleurs en tekenaars hem ook even in hun handen kunnen houden. “Ook weer om ze te laten ontsnappen aan die dwingende digitale werkelijkheid. Zodat ze beseffen waar dat figuurtje op hun beeldscherm in de praktijk voor staat. Eén bout weegt zomaar twee kilo. Daar kun je in de sportschool leuke cardio-oefeningen mee doen.”
‘‘Kijk nou eens naar die prachtige brug, daar is weinig virtueels aan, toch?’’
De tijdelijke spoorbrug in Vught wordt dit najaar in gebruik genomen en zal zeker vijf
De constructie is vorige week in zijn geheel een meter omhoog gevijzeld om ruimte te maken om de bekisting voor het betonnen dek aan te brengen. Dat wordt 50 centimeter dik in het midden. Ter hoogte van de liggers nog een stuk hoger. In dwarsrichting krijgt het voorspanning. De uitsparingen voor de ankerkoppen, 74 in beide onderliggers, zijn niet te missen. De omhullingbuizen van Dywidag liggen ook al klaar langs de kant. Die moeten verwerkt worden in de wapeningsnetten, die ook geen misselijke afmetingen krijgen. Wapeningsstaven van rond 32 millimeter zijn geen uitzondering.
Hergebruik
Dat zware in het werk gestorte betonnen dek beperkt de mogelijkheden tot hergebruik van de brug, realiseert het BAM-duo zich. Maar het kan niet anders, want de belastingen van de treinen zijn te groot om met prefab-betonplaten en droge verbindingen te werken. Het profiel van vrije ruimte was ook te klein voor zo’n oplossing. Niet voor niets wordt het dek uitgerust met ingegoten spoor. Een ongebruikelijke en dure oplossing voor een tijdelijke brug. “De brug past volledig binnen de MKI-eisen uit het contract”, benadrukt
omgevingsmanager Roest. “Hergebruik was geen eis bij de aanbesteding. Maar we zouden het wel leuk vinden als het de aannemer die de brug over vijf jaar weer weghaalt toch zou lukken. We zien daar ook serieuze mogelijkheden voor. Een tweede leven als fietsbrug is natuurlijk geen enkel probleem, maar gezien de dimensies van het staalwerk is een autobrug ook een reële optie.” Daarvoor moet wel het betonnen dek netjes losgemaakt kunnen worden van die stalen liggers. Constructeur Slingerland vermoedt dat dat met waterstralen zou moeten kunnen. In oktober ligt ie daar dus en gaan er de eerste treinen overheen. Een bijzonder idee vindt het duo. Het is een tijdelijke brug, dus goedkeuring van welstand was niet nodig. Er is zelfs geen architect aan te pas gekomen. De aannemers hebben alles zelf bedacht en ook maar gelijk de kleurstelling bepaald: het groen van BAM en het blauw van Rijnstaal.
Heel even overwoog Slingerland om voor te stellen de brug in de Ikea-kleuren te verven: geel/blauw. De brug is immers helemaal gebouwd volgens de bouwpakketprincipes van de Zweedse meubelgigant. Maar dan was het uitgerekend de huiskleur van zijn eigen werkgever, het
BAM-groen, gesneuveld. Dat leek hem dan weer niet zo’n goed idee. In groen/blauw zal hij daar dus zeker vijf jaar prominent liggen over de N65, op een steenworp afstand van het oude station van Vught dat 15 meter verplaatst zal worden. Slingerland vindt het wel een intrigerend idee. “Want zeg nou zelf: hoe vaak ontwerp je als constructeur in Nederland een brug met een overspanning van 50 meter, waar bijna zeventig keer per dag een zware trein over rijdt? En het contract gaf ons alle ruimte om zelfstandig het ontwerp te realiseren.”
Interne checks
Opdrachtgever ProRail had Movares ingeschakeld voor toetsing van het ontwerp. Het ingenieursbureau ziet ook toe op de uitvoering. Daarnaast voeren BAM en Rijnstaal hun eigen interne checks uit en huren ze externe experts en specialisten in. Ook onderaannemers brengen specialistische kennis in. “Maar al met al was het een extreem compact ontwerp- en bouwtraject waarin we veel vrijheid hadden.”
Terwijl hij het zegt, steekt hij het vulpotlood in zijn borstzak waarmee hij een tijdje gedachteloos door zijn han-
den speelde. Een heuse Pentel, met vullingen van 0,7 millimeter; hardheid HB. Onmisbaar gereedschap voor generaties ingenieurs, maar met de opkomst van cad-systemen en tekenprogramma’s in de vergetelheid geraakt.
Klassiek vakmanschap
Slingerland heeft er altijd één binnen handbereik. “Het is net als met die modelletjes. Je moet even snel iets kunnen schetsen om te zien hoe onderdelen samenkomen. Of het wel kan wat je in je hoofd hebt. Ook bij een technische discussie met collega’s kan een schetsje snel duidelijkheid brengen. Niet alleen in de ontwerpfase, maar ook tijdens de uitvoering”.
“Natuurlijk zijn digitale middelen, zoals het 3D coördinatiemodel, niet meer weg te denken”, besluit hij. ‘’Ze zijn essentieel om raakvlakken inzichtelijk te maken en risico’s goed in te schatten. Maar ze mogen klassiek vakmanschap natuurlijk nooit in de weg staan. Kijk nou eens naar die prachtige brug: daar is weinig virtueels aan, toch?”
FLYING HOLLAND/JOHN GUNDLACH
De nieuwbouw van waterstoffabriek
De Holland Hydrogen 1 op de Tweede Maasvlakte in Rotterdam is in volle
gang. Shell bouwt de eerste grote fabriek voor hernieuwbare waterstof in Europa met een vermogen van 200 Mega Watt en verrijst achter de duinen
van de Nederlandse kust. De Holland Hydrogen 1 gaat onder andere de fabrieken van Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam (Pernis) helpen verduurzamen. Een speciale waterstofleiding verbindt de waterstoffabriek met de haven van Rotterdam. De planning is dat de fabriek in de eerste helft van 2026 operationeel is.
Duurzaamheid - Schaarse grondstoffen uit China of Zuid-Amerika zijn niet nodig voor een innovatief batterijsysteem dat sinds kort operationeel is in Delft. De milieuvriendelijke ‘Aquabattery’ draait op water en keukenzout. Het huidige pilotproject is de opmaat naar marktintroductie.
De zeecontainer vol techniek op het terrein van Deltares bevat inmiddels twee ‘stacks’: stapels geschakelde membranen. Dat moeten er aan het einde van dit jaar tien zijn. Samen zorgen ze voor de opslag van elektriciteit uit het zonnedak van het Delftse waterkennisinstituut. De zonnestroom komt via kabels de container binnen. De zoutwaterbatterij zet het om door middel van elektrodialyse. “Dat is een proces waarbij actief zouttransport plaatsvindt,” vertelt Emil Goosen, medeoprichter van Aquabattery. “We transporteren ionen door membranen, die selectief bepaalde ionen doorlaten. Daardoor kunnen we energie opslaan en later weer afgeven.”
Zoutwaterbatterijen gelden als een opslagmedium met een lage energiedichtheid, maar de Delftse innovatie staat wat dat betreft zijn mannetje. Als de container eind dit jaar vol is, zit er zo’n 12 kuub water in en 240 kilogram zout. “Dat is voldoende voor de opslag van zo’n 50 kWh aan energie”, schat Goosen. “Vergelijkbaar dus met de batterij van een auto.”
Een auto zul je niet zien rondrijden met een zoutwaterbatterij, daarvoor is het systeem veel te volumineus en de energiedichtheid te laag. De innovatie is puur bedoeld voor stationaire toepassingen. Bijvoorbeeld bij zonne- of windenergieparken, grote kantoorgebouwen of op bedrijventerreinen, waar pieken in de elektriciteitsvraag opgevangen moeten worden.
Duurzamer +De Aquabattery kan de energie tien uur of meer opslaan. Daardoor wordt flexibel gebruik van zelfopgewekte stroom mogelijk. Je kunt bijvoorbeeld zonne-energie ’s avonds benutten op eigen terrein. Dat biedt een oplossing
voor mkb-bedrijven die hun elektriciteitsaansluiting niet kunnen verzwaren wegens de netcongestie.
Een ander voordeel is dat het systeem beduidend duurzamer is dan doorsnee batterijsystemen. Waar lithium-ionbatterijen afhankelijk zijn van schaarse grondstoffen als kobalt en lithium, kan dit systeem volledig draaien op materialen van dicht bij huis. Water en keukenzout zijn spotgoedkoop en overal voorradig. Goosen: “Dit is één van de weinige batterijtechnologieën die met een volledig Europese toeleveringsketen kan worden gebouwd.” Opsteker is verder dat er geen brandrisico is en dat de batterijcapaciteit veel minder snel achteruitloopt dan bij lithium-ion.
Verschillende membranen
De bouw van de ‘scale-up’ bij Deltares is een stap in een proces dat een jaar of tien geleden begon. Een paar kersverse afstudeerders knutselden toen een prototype van een zoutwaterbatterij in elkaar. Op proeftuin The Green Village van de TU Delft bouwden ze vier jaar later al een eerste testopstelling. Deze was beduidend minder geavanceerd dan het huidige exemplaar.
De Aquabattery op het Deltares-terrein kan semiautonoom opereren en is modulair opgezet. Het systeem gebruikt drie verschillende membranen. Deze lijken wat op drinkwatermembranen en zijn gevormd uit polymeren. Eén membraan laat enkel natrium (Na ) door, een tweede chloride (Cl ) en een derde
membraan is in staat om water (H2O) te splitsen in een H -ion en een OH -ion. “Toen we ontdekten dat we water konden splitsen binnen ons systeem, ging er een wereld open”, vertelt Goosen enthousiast. “Het geeft namelijk een veel hogere energiedichtheid.”
Prestaties opkrikken Een ‘stack’ slaat nu energie op in drie soorten vloeistoffen: zout water, zuur water en basisch water. Tijdens het laden worden de ionen eruit gehaald en opgeslagen in de verschillende compartimenten van het systeem. Tijdens het ontladen worden ze weer samengevoegd, waarbij de opgeslagen energie vrijkomt. Speciale sensoren zorgen voor voortdurende metingen van het energieniveau. Zout en water zijn goedkoop, maar de membraantechnologie is voorlopig prijzig. Ook is de efficiëntie – Aquabattery mikt op 70 procent – lager dan bij lithium-ion (95 procent onder ideale omstandigheden). Maar de makers verwachten de prestaties nog flink te
kunnen opkrikken, met zuiniger pompen en betere vermogenselektronica. De prijs kan ook nog flink naar beneden. “Logisch, zonnepanelen deden er ook tientallen jaren over om betaalbaar te worden”, zegt Goosen. “Wij denken dat we rond 2027 op kleine schaal commercieel kunnen draaien, tegen concurrerende kosten.” Alle reden voor optimisme, nergens op aarde is het eerder gelukt de technologie voorbij de onderzoeksfase te krijgen.
Een standaardbatterij zou een ontlaadvermogen moeten krijgen van 100 kW. Uitbreiding is eenvoudig door de modulaire opzet: je zet er gewoon een paar stacks bij.
Dat er een markt is voor zoutwaterbatterijen, staat volgens hem vast. De energietransitie is immers gebaat bij diversiteit. “Het huidige energiesysteem is kwetsbaar door de grote afhankelijkheid van zon en wind. Een robuust energiesysteem vereist diversificatie. Ons systeem kan daarin een waardevolle rol spelen.”
Het pilotproject van startup Aquabattery op de Deltares Campus in Delft wordt ondersteund door partners Statkraft, Verbund, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en Deltares. De proefinstallatie kan duurzame elektriciteit tot 10 uur opslaan. Het één jaar durende project moet meer inzichten opleveren over de schaalbaarheid van de technologie en de werking van de batterij. Aquabattery werkt tevens aan validatie van business cases voor toepassingen op het stroomnet én achter de meter. Doel is marktgereedheid in 2027. Deltares ziet de zoutwaterbatterij als een stap op weg naar een Paris proof campus in 2040.
Regio-indeling
West
Noord-Holland, Zuid-Holland
Zuid Zeeland, Noord-Brabant, Limburg
Noord Friesland, Groningen, Drenthe
Oost Utrecht, Overijssel, Gelderland, Flevoland
Gebouwtypen en soorten werk
a Gezondheidszorg
b Grond-, Weg-, en Waterbouw en energie c Wonen
d Onderwijs e Cultuur en religie f Bedrijven en logistiek
g Horeca, sport en recreatie h Winkels en parkeren
Ramingsgroepen
Op deze pagina's vindt u een selectie uit Cobouw Bouwberichten.
Meer zien?
www.cobouw.nl/bouwberichten
ONTWERP
HAARLEM
c 0
Herontwikkelen kantoorgebouw tot 429 appartementen / woonstudio’s (huur / koop verdeling n.n.b.) t.b.v. starters verdeeld over 2 woontorens / ontmoetingsruimte / café / kantoorwerkplekken / fitnessruimte / wasserette / daktuinen / ondergrondse parkeergarage (300 parkeerplaatsen) / fietsenstalling aan de Richard Holkade. Plan ‘Blauwe Wetering’. Startdatum is nog onbekend.
Geplande Start 03-2026
Projectontwikkelaar: Cobraspen Vastgoedontwikkeling BV, Elswoutslaan 20, 2051 AE Overveen, 023-5264949
Architect: Common Affairs, KNSM-laan 75, 1019 LB Amsterdam, 020-7192355
Projectontwikkelaar: Veduta Vastgoed BV, Elswoutslaan 20, 2051 AE Overveen, 023-5264949
AMSTERDAM f 9
Bouwen 2 aaneengesloten torens met kantoorruimte (ca. 20.100m2) / 102 huurappartementen / ondergrondse parkeergarage (5000 m2) / restaurant / koffiebar aan de Hullenbergweg / Hondsrugweg / Bullewijkpad. Project ‘Ruby Gardens’. De startdatum is n.n.b.
Geplande Start 10-2025
Opdrachtgever: Vastint Netherlands B.V., Hettenheuvelweg 51, 1101 BM Amsterdam, 020-5840600
Architect: Architekten Cie, Klaprozenweg 75A, 1033 NN Amsterdam, 020-5309300
HEERHUGOWAARD c 9
Bouwen ca. 60 appartementen (koop/huur n.n.b.) met in de plint een medisch centrum aan het Middenwaard naast het winkelcentrum ‘Middenwaard’. Planvorming voor dit project is gaande. Start bouw n.n.b. Acquisitie n.a.v. deze publicatie wordt bij de ontwikkelaar niet op prijs gesteld.
Geplande Start 02-2026
Projectontwikkelaar: Bot Bouw B.V., K.P.C. de Bazelweg 2, 1703 DJ Heerhugowaard, 072-5752700
AMSTELVEEN
c 9
Bouwen hout-hybride woontoren ‘Amstelwood’ met 131 appartementen (72 koop / 59 huur t.b.v. Aham Vastgoed) / ruimte van circa 90 m2 op de begane grond, voor bijvoorbeeld een sportstudio of kleine supermarkt, na sloop bestaande Esso-tankstation en de voormalige autogarage aan de Ouderkerkerlaan. Omgevingsvergunning is onherroepelijk.
Geplande Start 11-2025
Architect: Team V architectuur B.V., Jacob Bontiusplaats 9, 1018 LL Amsterdam, 020-3449500
Projectontwikkelaar: Being Development, Modemstraat 2, 1033 RW Amsterdam, 020-8202181
GEGUND
STELLENDAM
c 6
Bouwen 8 grondgebonden koopwoningen aan de Eendrachtsdijk.
Geplande Start 08-2025
Projectontwikkelaar: Bouwbedrijf P. van den Boogert en Zn. B.V, Enkele Ring 53, 3245 AH SOMMELSDIJK, 0187-485181
Hoofdaannemer: Waal Bouw, Schiedamsedijk 22, 3134 KK Vlaardingen, 010-2482828
Architect: Architectenbureau Born BV BNA, Oudelandsedijk 13, 3245 LG Sommelsdijk, 0187-482466
DELFT
h 9
Bouwen, na sloop bestaande bedrijfspanden, 20 huurappartementen / 100 koopappartementen verdeeld over 4 gebouwen op een half verdiepte stallingsgarage aan de Abtswoudseweg / Zuideinde. Plan ‘De Brugwachters’. De woningen zijn in verkoop. De sloop start medio 2025 en wordt uitgevoerd door Jan Knijnenburg B.V. Geplande Start 09-2025
Projectontwikkelaar: Van Mierlo Bouw & Ontwikkeling, Aartsdijkweg 1, 2676 LE Maasdijk, 0174-522300
Architect: DP6 Architectuurstudio, Doelenplein 6, 2611 BP Delft, 015-2120110
Hoofdaannemer: Van Mierlo Bouw & Ontwikkeling, Aartsdijkweg 1, 2676 LE Maasdijk, 0174-522300
STAD AAN ‘T HARINGVLIET
c 9
vertraging op vanwege bezwaren. Startdatum is n.n.b.
Geplande Start 03-2026
Architect: Urban Symbiose, Kastrupstraat 11 A, 1043 CR Amsterdam, 0208208698 286
Bouwen 125 koop- en huurwoningen en appartementen (30% sociale huur / rest koop) nabij de Vrouwtjesweg. Plan: ‘Engeltjes Kreek’. Het project loopt
ADVERTENTIE
Architect: Architectenbureau Born BV BNA, Oudelandsedijk 13, 3245 LG Sommelsdijk, 0187-482466
Hoofdaannemer: Bouwonderneming Stout BV, Stationspark 1100, 3364 DA Sliedrecht, 088-4401000
Projectontwikkelaar: Hylife Innovations B.V., Molenweg 15, 3253 AM Ouddorp, 0187-206800
NIEUW-VENNEP c 9
Verbouwen / transformeren vml. Bolscomplex tot 98 koopappartementen voor starters en young professionals aan de Lucas Bolsstraat. Plan: ‘Bolspark, deelplan Bolstoren’. De aanvraag vergunningen is gaande.
Geplande Start 08-2025
Projectontwikkelaar: De Raad Bouwontwikkeling, Sandtlaan 36, 2223 GG Katwijk, 071-4051414
Architect: Tordoir van den Berg Architecten, Prins Bernhardstraat 2, 2131 XJ HOOFDDORP, 023-5616738
Hoofdaannemer: De Raad Bouw
B.V., Sandtlaan 36, 2223 GG Katwijk, 071-4051414
UITVOERING
‘S-GRAVENHAGE
c 0
Bouwen 98 koopappartementen / parkeergarage / gym / wellness op de kop van de Derde Haven op het vml. Norfolkterrein aan de Houtrustweg in Scheveningen. Plan: ‘Mares’. Het project is onderdeel van gebiedsontwikkeling De Zuid. Copijn is de landschapsarchitect.
Geplande Start 05-2025
Projectontwikkelaar: MRP Development, Koningin Wilhelminaplein 1, 1062 HG Amsterdam, 085-0170031
Projectontwikkelaar: VORM Ontwikkeling B.V., Schiehaven 13, 3024 EC Rotterdam, 010-6421300
Architect: 3XN Copenhagen A/S, Kanonbadsvej 8, 1427 Copenhagen K, 00457026 2648
Hoofdaannemer: VORM Bouw B.V, Schiehaven 13, 3024 EC Rotterdam, 010-6421300
ALPHEN AAN DEN RIJN c 9
Transformeren / verbouwen winkelcentrum Ridderhof. Werk omvat: gedeeltelijke sloop (2000m2) / bouwen woontoren ca. 60 appartementen (verdeling n.n.b) / renoveren winkels / parkeergarage aan de Troubadourweg / Ridderhof. Het winkelcentrum is in bezit van 30 eigenaren. Objectief Management vertegenwoordigt de VVE Winkelcentrum Ridderhof. Het winkelcentrum is opgeleverd. Het kan nog een aantal jaren duren voordat de woontoren gebouwd wordt.
Geplande Start 03-2023
Opdrachtgever: VVE Winkelcentrum De Ridderhof, Ridderhof 1, 2402 EN Alphen aan den Rijn,
Architect: SUM Architecten B.V., Utrechtseweg 8a, 1213 TS Hilversum, 035-6232425
Hoofdaannemer: Lowik Bouw, Bedrijvenpark Twente 429, 7602 KM Almelo, 0546-861465
kinderdagverbijven hebben binnen 4 jaar nieuwe plek
Hoofdaannemer: CNSTRCT B.V., Ruwekampweg 2, 5222 AT ‘s-Hertogenbosch, 0184-602400
Opdrachtgever: Hoogvliet Beheer B.V, Rijndijk 127, 2394 AG Hazerswoude Rijndijk, 071-3421020
E-Installateur: Jaritech Elektro- en Besturingstechniek B.V., Dirk Verheulweg 12, 2742 JR Waddinxveen, 0180-712507
W-Installateur: Huurman Loodgieterbedrijf, Ambachtstraat 28, 2751 GP Moerkapelle, 079-5932023
ONTWERP
HENGELO b 8
Bouwen 41 woningen bestaan uit 11 sociale huurwoningen (soort n.n.b.) / 15 koopwoningen / 8 koopappartementen / gemeenschappelijke ruimte / gemeenschappelijke tuin / 55 parkeerplaatsen / verbouwen hoofdgebouw tot 7 woonstudio’s (huur/koop n.n.b) na de sloop zijvleugels van het vml. schoolgebouw Rijkskweekschool op de hoek Oldenzaalsestraat aan de Paul Krugerstraat. Plan: ‘Noaberhof De Rijkskweek’. Voorheen ook bekend onder ID 524359. Geplande Start 03-2026
Projectontwikkelaar: Domain Vastgoed BV, Deldenerstraat 360, 7555 AR HENGELO, 074-2917131
Architect: IAA Architecten, De Coöperatie 15, 7514 JK Enschede, 053-4804444
NIEUWEGEIN c 6
Bouwen 6 vrijstaande koopwoningen aan de Kelvinbaan e.o. Project ‘De Griend’, onderdeel plan ‘Rijndael’ (totaal ca 208 woningen). LAP Landscape & Urban Design is betrokken als landschapsarchitect. Geplande Start 09-2025
Projectontwikkelaar: BPD regio NoordWest, IJsbaanpad 1, 1076 CV Amsterdam, 020-3049999
Projectontwikkelaar: Kondor Wessels
Projecten B.V., Straatweg 2a, 3604 BB Maarssen, 088-1861500
Architect: EVE Architecten BV, Ernst Machstraat 2, 7442 DL Nijverdal, 0548-656950
GEGUND
UTRECHT c 7
Bouwen 6 eengezinswoningen / 8 beneden- / bovenwoningen (allen koop), na sloop bedrijfspanden, op vml. terrein Van
Miltenburg tussen Schouwweteringstaat en Hogenoord.
Geplande Start 01-2026
Projectontwikkelaar: CRA Vastgoed, Elzentlaan 29, 5611 LH Eindhoven, 040-2135122
Architect: MONK architecten BNA, Tractieweg 41, 3534 AP Utrecht, 030-2304227
Hoofdaannemer: Van Miltenburg Bouw & Onderhoud B.V., Hogenoord 20, 3513 GX Utrecht, 030-2322824
VARSSEVELD
c 5
Bouwen 2 geschakelde koopwoningen aan de Leeuwerikstraat. Opdrachtgever is particulier.
Geplande Start 08-2025
Architect: Architektengroep Gelderland BV, Hummeloseweg 16, 7021 AE ZELHEM, 0314-624348
Hoofdaannemer: Boerstal Bouw B.V, Majoraan 7, 6942 SB DIDAM, 0316-296510
UITVOERING
DOORWERTH
c 9
Bouwen woontoren ‘Dunoveste’ met 75 koopappartementen / parkeergarage aan de van der Molenallee / Houtsniplaan. Project ‘Dunoveste’. Geplande Start 04-2025
Projectontwikkelaar: Blink Regio Oost v/h Janssen De Jong Projectontwikkeling, Zutpehnsestraat 6E, 7418 AJ Deventer, 088-3559500
Architect: Peters & Lammerink Architecten, Paul Krugerstraat 43, 7551 GW Hengelo, 074-2501696
Hoofdaannemer: Janssen de Jong Bouw Oost B.V., Alfred Marshallstraat 1, 7559 SE Hengelo, 088-3559700
NIJMEGEN
a 9
Bouwen kleine groepjes huizen t.b.v. 200 ouderen met complexe zorgvraag aan de Groesbeekseweg. Gefaseerde uitvoering. Fases 1 en 2 zijn inmiddels opgeleverd. Fase 3 wordt in eind mei 2025 opgeleverd. Geplande Start 10-2020
Opdrachtgever: Stichting De Waalboog, Groesbeekseweg 327, 6523 PA NIJMEGEN, 024-3228264
Architect: Oostwest architectenbureau, Van Oldenbarneveldtstraat 92, 6827 AN Arnhem, 026-3779797
Hoofdaannemer: Giesbers Ontwikkelen en Bouwen, Nieuweweg 184, 6603 BT Wijchen, 024-6492811
E-Installateur: Unica Installatietechniek, Science Park Eindhoven 5204, 5692 EG SON EN BREUGEL, 040-2911310
W-Installateur: Unica Installatietechniek, Science Park Eindhoven 5204, 5692 EG SON EN BREUGEL, 040-2911310
TIEL
c 8
Bouwen 16 sociale huurappartementen
t.b.v. Thius / 5 herenhuizen (koop) / 7 stadswoningen (koop) aan de Spinhuisstraat. Plan: ‘De Waterlinnen’. Geplande Start 05-2025
Projectontwikkelaar: Slokker Vastgoed
B.V. vestiging Huizen, Lindenlaan 75, 1271 AW HUIZEN, 035-5284400
Architect: Mulleners + Mulleners
Architecten, Kenaupark 25, 2011 MR
Haarlem, 023-3035600
Hoofdaannemer: Bouwbedrijf Gebr. van Herpen BV, Bosschebaan 84, 5384 VZ Heesch, 0412-451208
W-Installateur: Ago Technische Installaties B.V., Industriepark 11a--b, 5374 CM Schaijk, 0486-414400
E-Installateur: Van Olm Elektrotechniek, Alanenweg 19, 5342 PV Oss, 0412-820200
UTRECHT f 9
Transformeren / verduurzamen / uitbreiden / bouwen kantoorgebouw / commerciële voorzieningen in de plint / parkeergarage met 57 parkeerplaatsen aan de Croeselaan. Plan ‘Central Plaza’ voorheen bekend als ‘Hojel City Center II’. Het gebouw is Paris
Proof / Breeam Excellent / Well Gold. Geplande Start 04-2025
Architect: Atelier Pro Architecten BV, Kerkhoflaan 11/a, 2585 JB ‘s-Gravenhage, 070-3506900
Projectontwikkelaar: Ten Brinke Oost, Twentepoort Oost 14, 7609 RG Almelo, 088-8485100
Hoofdaannemer: Ten Brinke B.V., Ravenswade 4, 3439 LD Nieuwegein, 088-3741300
Projectontwikkelaar: RED Company B.V., Westerlaan 17, 3016 CK Rotterdam, 010-3037533
E-Installateur: Van den Pol Elektrotechniek B.V., Aardvletterweg 14, 3417 XL MONTFOORT, 0348-473434
W-Installateur: Klimaatservice Holland BV, Nijverheidsstraat 31, 3371 XE Hardinxveld-Giessendam, 0184-613911
ZUTPHEN f 7
Bouwen ambulancepost / opleidingscentrum aan de Boggelderenk / Holtmede 29. Geplande Start 04-2025
Architect: Hurenkamp Architecten & Adviseurs BV, Kerkallee 43, 6882 AM Velp, 026-3613812
Hoofdaannemer: Aannemersbedrijf
Peters BV, Hoge Balver 3, 7207 BR Zutphen, 0575-514404
E-Installateur: Bakker Technisch Installatie Buro, Industrieweg 32, 7944 HS MEPPEL, 0522-253250
W-Installateur: Heluto Installatietechniek, Dieverbrug 8, 7981 AE DIEVER, 0521-591999
Opdrachtgever: Witte Kruis Holding B.V., Stationsplein 13, 1211 EX Hilversum, Opdrachtgever: Transdev Connexxion Holding, Stationsplein 13, 1211 EX Hilversum, 088-625 6667
WESTERVOORT c 7
Bouwen 4 half-vrijstaande villa’s / 4 vrijstaande villa’s aan de Pals. Installateurs worden niet vrijgegeven. Architect is bekend bij de projectontwikkelaar. Project: ‘De Pals’. Project voorheen bekend onder ID 562850.
Geplande Start 03-2025
Hoofdaannemer: Aannemersbedrijf Jan Oosterhout BV, Bijsterhuizen 5115, 6604 LX Wijchen, 024-6413268
Projectontwikkelaar: Jan Jansen Bouwkundig Adviseurs, Het Vergun 24, 6931 KD Westervoort, 026-3115990
Hoofdaannemer: Bume BV Aannemingsbedrijf, Reinaldstraat 20a, 6883 HN Velp, 026-3646271
ONTWERP
OOSTERHOUT
c 9
Bouwen 75 sociale huurappartementen / activiteitencentrum (begane grond) ‘De Bunthoef’ aan de Bloemenhof. Selecteren aannemer is gaande.
Geplande Start 10-2025
Projectontwikkelaar: Thuisvester, Mathildastraat 52, 4901 HC OOSTERHOUT NB, 0162-491100
Architect: Oomen Architecten BV, Ulvenhoutselaan 79, 4834 MD Breda, 076-5602255
BAKEL
e 7
Bouwen gemeenschapshuis ‘Huiskamer van Bakel’ of MFA Bakel naast café ‘t Viltje op de hoek van de Viltstraat / Dorpsstraat. Geplande Start 02-2026
Architect: KOW, Torenallee 20, 5617 BC Eindhoven, 040-2503232
Opdrachtgever: Gemeente Gemert-Bakel, Ridderplein 1, 5421 CV GEMERT, 0492-378500
HERPT
c 7
Bouwen 7 woningen (verdeling huur/koop n.n.b) aan de Heusdenseweg 1. (Zie ook ID 563996).
Geplande Start 10-2025
Opdrachtgever: Gemeente Heusden, Julianastraat 34, 5251 ED VLIJMEN, 073-5131789
Architect: Marquart Architecten BV, Kiezersdijk 55b, 4941 GD Raamsdonkveer, 0162-518098
WESTKAPELLE
e 9
Bouwen multifunctionele accommodatie (MFA) met basisschool ‘Lichtboei’ / basisschool ‘De Lichtstraal’ / kinderopvang / sporthal / fysiotherapie aan de Molenwal. Plan ‘MFA Westkapelle’. Vml. Europese aanbesteding t.b.v. bouwwerkzaamheden. Procedure: niet openbaar. Inschrijvingen zijn gesloten en de selectieprocedure is gaande
Geplande Start 08-2025
Opdrachtgever: Gemeente Veere, Traverse 1, 4357 ET DOMBURG, 0118-555444
Architect: Geurst & Schulze Architecten BV, Kranenburgweg 136, 2583 ER ‘s-Gravenhage, 070-3650948
ESCH d 8
Bouwen basisschool Willibrordus / gymzaal / kinderopvang, na sloop huidige school aan de Postelstraat. Europees niet-openbare aanbesteding t.b.v. bouwkundige werkzaamheden / e-installatie / w-installaties (let op: dit zijn 3 aparte aanbestedingen).
Procedure: niet-openbaar. Geplande Start 11-2025
Opdrachtgever: Bestuurskantoor Cadans Primair, Schildershof 1 a, 5271 BM Sint-Michielsgestel, 073-5944328
Opdrachtgever: Gemeente Boxtel, Markt 1, 5281 AT BOXTEL, 0411-655911
Architect: Thomas Architecten, Hennequinstraat 1, 5212 NZ ‘S-HERTOGENBOSCH, 073-7515859
Opdrachtgever: Bestuurskantoor Cadans Primair, Schildershof 1 a, 5271 BM Sint-Michielsgestel, 073-5944328
HERPT
c 8
Bouwen 9 woningen / 15 appartementen ( allen koop) voor ouderen / starters, na sloop vml. paardenhouderij, aan de Heusdenseweg 4. (zie ook ID 563994). Plan: ‘Landgoed Mommeren’. De verkoop start zomer 2025. Geplande Start 10-2025
Architect: Marquart Architecten BV, Kiezersdijk 55b, 4941 GD Raamsdonkveer, 0162-518098
Opdrachtgever: Gemeente Heusden, Julianastraat 34, 5251 ED VLIJMEN, 073-5131789
GEGUND
YERSEKE
h 7
Bouwen commerciële ruimte / 14 koopappartementen aan de Dreef. Plan ‘De Parel’. De appartementen zijn in verkoop. Start bouw is afhankelijk van verkoop. Startdatum is n.n.b.
Geplande Start 09-2025
Projectontwikkelaar: Schrijver Vastgoedontwikkeling B.V., Spoorstraat 16/A, 4431 NK ‘S-GRAVENPOLDER, 0113-311527
Architect: BuroSALT, Houtkade 7, 4463 AC Goes, 0113-226190
Hoofdaannemer: Bouwbedrijf Schrijver B.V, Spoorstraat 16a, 4431 NK ‘s-Gravenpolder, 0113-311527
WEERT
c 7
Transformeren / verbouwen vml. gemeenschapshuis ‘De Paol’ tot 10 bebo-koopwoningen (5 starters- / 5 levensloopbestendige woningen) / bouwen 10 koopwoningen (6 levensloopbestendige woningen / 4 starterswoningen) aan de Bocholterweg. Duurzaam project vanwege aanleggen wadi. Geplande Start 11-2025
Architect: Keeris Architecten, Dijk 14, 5521 AX Eersel, 0497-514480
Opdrachtgever: Eli b.v., Nieuwstraat 61, 5521 CB Eersel, Hoofdaannemer: Borrenbergs Bouwbedrijf BV, Dorpstraat 104, 5575 AE LUYKSGESTEL, 0497-541478
WAALRE c 9
Bouwen 50 koopwoningen (11 vrijstaande woningen / 18 twee-onder-een-kapwoningen / 21 eengezinswoningen) aan de
ADVERTENTIE
Betonmortel in Friesland en randgebieden, stampbeton en stelspecie Betonplaten o.a. 200x200 cm en 325x250 cm voor bouwwegen Megablokken in diverse afmetingen Voorgespannen heipalen in
Heistraat. Plan ‘Heijde Park’.
Geplande Start 11-2025
Architect: CIER Architecten, Bolkensteeg 25, 5103 AA Dongen, 0162-372220
Projectontwikkelaar: Van Grunsven Ontwikkeling, Hoogstraat 21, 5469 EL ERP, 0413-211310
Hoofdaannemer: Bouwbedrijf Van Grunsven BV, Hoogstraat 21, 5469 EL Erp, 088-4786783
BREDA
c 9
Bouwen 28 koopappartementen / 62 middeldure huurappartementen / 36 huurappartementen aan de Otterwiel / Diaconessenstraat. Plan ‘Park Langendijk’, fase 1, onderdeel van totaalproject ID 182459.
Geplande Start 06-2025
Projectontwikkelaar: BPD, regio Zuid, Kronehoefstraat 72, 5622 AC Eindhoven, 040-2659859
Architect: diederendirrix architectuur & stedenbouw, Dommelstraat 11, 5611 CJ Eindhoven, 040-2606740
Architect: HP Architecten, Keilestraat 9F, 3029 BP Rotterdam, 010-4764060
Hoofdaannemer: Bouwbedrijf Aan de
Stegge Roosendaal B.V, Elementweg 2, 4706 NN Roosendaal, 0165-560602
BREDA c 7
Bouwen 14 hoek- en rijwoningen / 2 twee-onder-een-kapwoningen aan de Otterwiel / Verpleegsterstraat / Diaconessenstraat. Plan ‘Park Langendijk’, fase 1, deelplan ‘Zusterhof’, onderdeel van totaalproject ID 182459. Geplande Start 06-2025
Projectontwikkelaar: BPD, regio Zuid, Kronehoefstraat 72, 5622 AC Eindhoven, 040-2659859
Architect: HP Architecten, Keilestraat 9F, 3029 BP Rotterdam, 010-4764060
Architect: diederendirrix architectuur & stedenbouw, Dommelstraat 11, 5611 CJ Eindhoven, 040-2606740
Hoofdaannemer: Janssen de Jong Bouw Zuid B.V. (Hoofdkantoor), Science Park Eindhoven 5049, 5692 EB Son en Breugel, 088-3559355
KAPELLE
c 8
Bouwen 22 koopappartementen aan het Jufferswegje. De woningen zijn in verkoop.
Op de plek van het intussen gesloopte GGZ-gebouw aan de Noorderkeerkring in Alphen aan den Rijn verrijzen binnenkort 173 nieuwe huurwoningen. Hiervan zijn 47 appartementen beschikbaar voor zorginstellingen
Prodeba en GGZ Rivierduinen.
DOOR JEROEN KREULE
Bro Prodeba – dat 32 appartementen krijgt met vier gemeenschappelijke ruimtenbiedt beschermd wonen en begeleid wonen voor (jong) volwassenen met autisme of aanverwante problematiek binnen de GGZ (psychiatrie). Rivierduinen krijgt er vijftien. De overige 126 woningen gaat woningcorporatie Woonforte verhuren. Woonforte heeft ruim 10.000 woningen in bezit in Alphen aan den Rijn, Aarlanderveen, Boskoop en Zwammerdam. Bij dit project gaat het om studio’s en twee-, drie- en vierkamerwoningen. De woningen komen in vijf gebouwen die deels aan elkaar verbonden zijn. Naar verwachting is de oplevering eind 2026, begin 2027.
Met de voorbereidingen van de bouw is intussen begonnen. Plegt-Vos is aan-
Geplande Start 08-2025
Architect: BuroSALT, Houtkade 7, 4463
AC Goes, 0113-226190
Opdrachtgever: Mulder Onroerend Goed B.V., Lekdijk 171, 2957 CG Nieuw-Lekkerland, 06-11001527
Hoofdaannemer: Bouwbedrijf Rijk BV, Daniëlsweg 1, 4451 HP Heinkenszand, 0113-561593
HELVOIRT c 5
Bouwen 4 huurwoningen (bebo’s) aan de Jorisakkerstraat.
Geplande Start 08-2025
Hoofdaannemer: Tankens Andel B.V, Hoofdgraaf 69 a, 4281 NN Andel, 0183-441841
Architect: Marquart Architecten BV, Kiezersdijk 55b, 4941 GD Raamsdonkveer, 0162-518098
ZIERIKZEE c 7
Bouwen 12 patiowoningen (koop) op de locatie van de voormalige LnO drukkerij aan de Jannewekken. Plan ‘Janneveste’.
Geplande Start 06-2025
Projectontwikkelaar: Bogor
Projectontwikkeling BV, Spijksedijk 20L, 4207 GN GORINCHEM, 0183-640034
Projectontwikkelaar: tB Projects B.V., Prins Alexanderstraat 4, 7051 BA Varsseveld, 0315-200300
Architect: EVE Architecten BV, Ernst Machstraat 2, 7442 DL Nijverdal, 0548-656950
Hoofdaannemer: Bouwbedrijf Boogert BV, Manteling 8, 4307 CJ Oosterland, 0111-641596
NISTELRODE c 7
Bouwen 13 koopwoningen (8 twee-onder-een-kapwoningen / 2 hoekwoningen / 3 tussenwoningen) aan de Achterstraat.
Plan: ‘Achterstraat’.
Geplande Start 08-2025
Projectontwikkelaar: Jansen Bouwontwikkeling BV, Bijsterhuizen 3161, 6604 LV Wijchen, 024-6421746
Architect: Ariëns CS Architecten & Ingenieurs, Boterstraat 1A, 5341 GH Oss, 0412-692031
Hoofdaannemer: Bouwbedrijf Gebr. van Herpen BV, Bosschebaan 84, 5384 VZ Heesch, 0412-451208
getrokken als hoofdaannemer, Architekten Cie is verantwoordelijk voor het ontwerp. Het project, dat de naam Noorderkeerkring heeft gekregen, is volgens het architectenbureau dusdanig ontworpen dat verschillende groepen bewoners op een slimme manier met elkaar kunnen samenleven, terwijl de privacy van iedere bewoner wordt gerespecteerd. Het complex bestaat uit laagbouw met twee torens. Tussen de woongebouwen komt op het parkeerdek een ruime daktuin voor gezamenlijk gebruik.
Urban Mining Game
New Horizon – dat als doel heeft om een circulaire economie tot stand te brengen - heeft het GGZ-pand gesloopt. Spe-
ciaal voor medewerkers van Woonforte, de gemeente, Architecten Cie en installateurs heeft New Horizon een zogenaamde Urban Mining Game op poten gezet, waarbij alle deelnemers op zoek gingen naar herbruikbare materialen. Intussen heeft het bedrijf alle bruikbare materialen zorgvuldig uit het gebouw gehaald om weer te hergebruiken. Het beton is afgevoerd naar een betonfabriek, waar het wordt terugge-
Plaats: Alphen aan den Rijn
Opdrachtgever: Woonforte
Ramingsgroep: 40 miljoen euro Nummer: 530763
Wil je meer informatie over dit en andere projecten zien, inclusief alle contactpersonen en marktpartijen? Probeer Bouwberichten dan 14 dagen gratis. Zonder verplichting. Heb je een inhoudelijke vraag of opmerking, neem dan contact op met het redactieteam van Cobouw Bouwberichten: content@vmnmedia.nl
bracht tot de oorspronkelijke grondstoffen (zuiver zand, grind en cement). Verder ging het onder meer om deuren, deurklinken, deurdrangers, raamkozijnen, hang- en sluitwerk, kabelgoten en ventilatie units. Van de traptreden worden tafels gemaakt. Ook de keukenblokken krijgen een tweede leven: ze zijn naar een firma gebracht die er weer nieuwe keukens van maakt.
Onlangs zat ik weer aan tafel bij ons halfjaarlijks Gemeentelijk Bouw- en Infraoverleg (GBIO), een overleg dat in steeds meer gemeenten door Bouwend Nederland wordt georganiseerd. Aan tafel: wethouders, ambtenaren, aannemers groot en klein en infraspecialisten.
In plaats van elkaar van een afstand te becommentariëren, kijken we elkaar hier in de ogen en spreken we uit wat beter kan. En dat is nodig ook. Ik raad dit periodieke overleg iedereen dan ook aan.
Wat steeds terugkomt is de frustratie over de vergunningprocedures. En nee, dat gaat niet meer over de Wet Kwaliteitsborging of de Omgevingswet, die zijn inmiddels redelijk ingedaald bij de gemeenten. Waar het stokt, is bij de omgevingsdiensten. Die moeten complexe onderdelen toetsen zoals de milieueffecten, de watertoets en flora- en faunawetgeving. En daar stapelt het werk zich op. Tekort aan mensen, oplopende wachttijden, en dus maanden vertraging voor we met de bouw kunnen beginnen.
Wat opvallend is: niemand aan die tafel verdedigt dat. Integendeel, ook de gemeentelijke diensten en wethouders erkennen de knelpunten. Iedereen wil bouwen. Iedereen zoekt naar oplossingen om tempo te maken.
Mijn voorstel? Leg die verantwoordelijkheid terug waar hij ook volgens de geest van de nieuwe wet thuishoort: bij de initiatiefnemer. Laat de aanvrager verklaren dat de aanvraag voldoet aan alle wettelijke eisen, van milieutoets tot soortenbescherming. En laat de omgevingsdienst vooral toezicht houden en steekproefsgewijs toetsen, een soort APK. Wie de regels aan zijn laars lapt, mag met zijn project achter aansluiten. Voor rotte appels bestaat handhaving. Als bouwpartij zorg je echt dat je je zaakjes goed voor elkaar hebt.
Het scheelt honderden uren werk bij overbelaste diensten, haalt maanden van de doorlooptijd en brengt tempo. Ik zou het een verademing vinden als Bouwend Nederland dit idee met het ministerie bespreekt. Want blijven doormodderen met een vastgelopen systeem is geen optie. Laten we het lef hebben om verantwoordelijkheid te geven aan degene die hem ook kan dragen. Alleen zo krijgen we weer vaart in de bouw.
Arjo Riedijk, Algemeen directeur bouwbedrijf Weboma
Infra - De nieuwe directeur-generaal van Rijkswaterstaat wil vanwege de grote opgave slimmer en beter werken met zijn uitvoeringsorganisatie. Het areaal veroudert, juist waar de belasting toeneemt. De productie moet omhoog. De kunstwerken moeten sneller worden vervangen of versterkt. Dat dient ook nog eens circulair, klimaatadaptief en met oog voor de leefomgeving te worden gerealiseerd.
Er komt dus een goed gemotiveerde reorganisatie met als motto “meer doen met minder mensen”, waarmee Rijkswaterstaat (RWS) voortaan zal sturen op kwaliteit en vakmanschap. Het huidige, tekortschietende primaire proces moet via een “systeemsprong” leiden tot “asset management” als nieuw primair proces.
Een systeemsprong naar professioneel assetmanagement als primair proces lijkt op het eerste gezicht logisch. De vraag is alleen of assetmanagement wel voldoende is als primair proces voor een moderne netwerkbeheerder. Eigenlijk is RWS nu toch ook al assetmanager. Naar mijn gevoel moet RWS zijn primaire proces veel meer richten op de te leveren prestaties van de netwerken in onze steeds sneller veranderende wereld.
Dat volgt uit het gegeven dat de prestatie van een complex systeem – zoals een netwerk met zijn assets – gelijk is aan de som van de prestaties van de individuele assets plus de relaties tussen die assets (de structuur). Die structuur is bepalend voor het gedrag van het netwerk als geheel. RWS is de enige die in de gegeven netwerkstructuur kan en mag werken. Het lijkt mij verstandig om de systeemsprong wat hoger in te zetten.
Het is goed dat RWS zijn primaire proces voortaan gaat sturen op kwaliteit en vakmanschap. De kwaliteit heeft uiteraard betrekking op de staat van de assets en het vakmanschap zal moeten zitten in de ketens die de gewenste
kwaliteit bewerkstelligen. Lastig is dat kwaliteit en vakmanschap geen absolute waarden zijn. Er zijn dus referentiewaarden nodig. RWS kan die het beste ontlenen aan zijn eigen langjarige en overwegend roemrijke geschiedenis.
Stormvloedkering
Naar mijn idee waren de kwaliteit en het vakmanschap van RWS met zijn gespecialiseerde diensten, zoals de dienst Sluizen en Stuwen, de dienst Bruggen en de Deltadienst, tijdens de bouw van de Stormvloedkering in de Oosterschelde (1975–1986) op hun hoogtepunt. Niet alleen in technische bekwaamheid, maar ook in het uiterst vakkundig selecteren en contracteren van bouwbedrijven die in staat waren specifiek materieel te ontwikkelen.
Voor dit moeilijkste werk van het Deltaplan moest de benodigde technologie op het werk worden ontwikkeld, vooral voor het maken van de fundering van de pijlers. Het project was een – door RWS gestuurd en betaald – gezamenlijk R&D-proces met een cost+ contract, waarna het realiseren van de aldus ontwikkelde delen afzonderlijk tegen overeengekomen prijzen werd gecontracteerd. De R&D werd wetenschappelijk ondersteund door het Waterloopkundig Laboratorium en het Laboratorium voor Grondmechanica. Deze aanpak was zeer professioneel en nog nooit elders vertoond. Het is bijzonder dat het project op tijd werd opgeleverd met zo’n 15 procent overschrijding van het initiële budget van 3 miljard gulden.
Op grond van bovenstaande kan in de bouw de kwaliteit van een product als voldoende worden beoordeeld indien het product aantoonbaar als geheel de gewenste prestatie levert en gevalideerd is op de – voor dat product geldende –normen en voorschriften.
Vakmanschap is nastrevenswaardig maar moeilijk te definiëren, laat staan te meten. Je zou kunnen zeggen dat vakmanschap in de bouw voldoende is als een gerealiseerd product niet alleen de gewenste kwaliteit heeft maar ook ontwikkeld wordt binnen de gestelde tijd en voor het beschikbare budget.
Het belangrijkste inzicht op de Oosterschelde was dat de gewenste prestatie van een ingewikkeld nieuw bouwwerk uitsluitend bottom-up kan worden ontwikkeld. Daarbij wordt een initieel concept als een complex systeem gemodelleerd, waardoor het evolutionair kan worden ontwikkeld door een voortdurende verbetering van de elementen die in een relatief vaste structuur van dat systeem zitten. De ontwikkeling stopt als het gewenste gedrag bereikt is. Met uitzondering van de bouw werkt de hele industriële wereld op deze manier. In vakkundige organisaties wordt meestal bottom-up evolutionair gewerkt.
Markt
De vraag is nu hoe RWS ervoor zorgt dat het zelf, alsmede zijn toeleverende bouwbedrijven, bottom-up evolutionair werkt aan zijn assets. Het antwoord hierop kan worden ontleend aan de ontwikkeling van de Maeslantkering in de toen nog druk bevaren Nieuwe Water-
weg. Ook daarvoor moest de technologie nog worden ontwikkeld voor de cruciale onderdelen (scharnier en drempel). Interessant was dat de Oosterschelde-aanpak op dat project in het destijds beginnende neoliberale tijdperk niet meer kon, omdat opeens alles naar de markt moest. RWS moest aldus een bottom-up evolutionair R&D-proces uitbesteden aan een bouwbedrijf.
Daartoe verzon RWS een unieke competitie. De uitvraag was een context die op een half A4’tje paste: twee wensen waarop gescoord kon worden, vier randvoorwaarden waarbinnen gebleven moest worden en zeven eisen waaraan voldaan moest worden. De aanbieder die met zijn eigen concept het hoogste scoorde op de wensen (grootste quotiënt van prestatie en prijs) kreeg het werk.
Wereldprimeur
Deze competitie was toen een wereldprimeur om een te ontwikkelen bouwwerk op prestatie/prijs in te kopen en daarvoor de beste marktspeler op vakmanschap te selecteren. Het was een zogenaamd Design & Construct & Maintenance-contract waarbij de “D” stond voor R&D. Een succes, want de Maeslantkering werd voor slechts 70 procent van de kostenraming en binnen de gestelde tijd opgeleverd.
Dit alles overziend komen we dertig jaar later bij de huidige ambities van RWS. Wat betreft het sturen op kwaliteit gaat het uiteindelijk om de effectiviteit en efficiëntie van het netwerk. Dat betekent vooral dat de netwerken van RWS veel makkelijker
moeten kunnen meebewegen in een steeds sneller veranderende wereld. Dat is niet alleen aanpassen, vervangen en slopen, maar vooral ook hergebruiken. Dat is nu nog nauwelijks het geval. De netwerken bevatten een te groot aantal onveranderbare, top-down ontwikkelde, grote kunstwerken. Dat “klein (lokaal) denken en groot doen met je kunstwerk” zou eigenlijk moeten worden omgedraaid. Het gaat er straks om de ingrepen zo klein mogelijk te houden met “groot denken en klein doen”. Evolutionair dus, en vooral onmerkbaar en doorlopend.
Kwaliteit en vakmanschap moeten door RWS en zijn bouwondernemingen/ leveranciers worden geleerd. Dat zal bij RWS waarschijnlijk goed gaan met deze voorgenomen reorganisatie, maar bouwondernemingen leren alleen als ze op een andere manier in competitie worden gezet. Bouwbedrijven worden alleen specialist op een productfamilie als: (1) er een behoorlijk volume op de markt komt en (2) de vrager gunt op prestatie/prijs-quotiënt.
Een professionele netwerkbeheerder zorgt er dus voor dat hij bouw, verbouw en onderhoud van zijn kunstwerken “op soort” clustert, waardoor specialistische aanbieders kunnen worden ontwikkeld.
Voor minimaal tien kunstwerken van een cluster selecteert hij minstens drie bouwbedrijven. Die worden voor elk individueel te behandelen kunstwerk in een minicompetitie gezet met contexten (wensen, uitgangspunten en minimumeisen). Alle deelnemers krijgen na elke competitieronde hun relatieve score op
de verschillende selectiecriteria ten opzichte van de hoogste scores. Daarmee kunnen ze zich gericht verbeteren. Als de tien werken zijn afgerond, maakt de slechtste aannemer plaats voor de winnaar van een toetredingscompetitie, waaraan de slechtste ook mag meedoen. De Gemeente Amsterdam doet dit nu met succes bij scholenbouw.
Spannender en leuker
Samenvattend: het netwerkbeheer kan spannender en vooral leuker worden. Dat begint bij iedere ingreep met het veranderen van de huidige gecompliceerde systemen met raakvlakoplossingen tussen de elementen in complexe systemen met relaties tussen de elementen, die daardoor evolutionair kunnen veranderen. Dat geldt voor netwerken, kunstwerken, hoofdonderdelen van kunstwerken en elementen van kunstwerken. Zet dit alles in scherpe en vooral eerlijke competities. Met deze manier van werken komen kwaliteit en vakmanschap vanzelf boven, met parametrische kennismodellen en variabele prototypes. Kortom, er is werk aan de winkel. Er klinkt ook een fris geluid in Utrecht. We gaan het zien en vooral merken. Tot slot: dit is geen blauwdruk, maar een opinie. Een die pleit voor denken van onderaf, omdat dat bij RWS al eerder tot groot succes leidde.
We hebben er als sector naar uitgekeken: het advies van de commissie ‘STOER’ over de vereenvoudiging van de bouwregels. Opnieuw staat de complexiteit van de bouwregels in het centrum van de belangstelling. En dat is goed. Want zoals met alle Nederlandse regelgeving heeft het de neiging om steeds ingewikkelder te worden. Snoeien doet groeien, is het adagium in het voorjaar in de tuin en dat geldt zeker ook bij regelgeving. Ik ga ook zeker niets zeggen over dat deel van het advies waar ik zelf nauw bij betrokken ben, zoals de BENG. Als je geschoren wordt, moet je stilzitten, heb ik geleerd. Maar ik struikel bijna letterlijk over een ander deel van het advies: het versoberen van de basiskwaliteit.
Is men er nu echt van overtuigd dat de woningproductie met sprongen stijgt als we weer steile trappen, lage plafonds en korte deuren gaan toestaan? Serieus? Stap eens een woning van voor 1992 binnen en je merkt het verschil direct. Het verlagen van het kwaliteitsniveau zal alleen maar woningen opleveren waar we jarenlang spijt van hebben. Heeft iemand nog nagedacht over het waarom van die regels? Veiliger trappen, minder valgevaar. Niet alleen voor ouderen, maar voor iedereen. Maar de grootste grap is het opnieuw laten vervallen van de 20 millimeter-eis bij deuren. Ik schreef eerder over het gejojo, juist met die toegankelijkheidseis. Het is het gejojo waar de sector het allermeeste last van heeft. Ik voorspel dat we gaan struikelen over die ‘stoere’ woningen. Letterlijk.
Kan er dan niets anders? Natuurlijk. Herschrijf de regels, zodat ze begrijpelijk zijn. Dat vereenvoudigt de toepassing en de handhaving. Scheelt misschien nog wel meer in adviesen voorbereidingskosten dan wat die steile trap oplevert. En het levert heel veel minder struikelgevaar op. Niet sjoemelen met kwaliteit; dat is pas stoer.
Valk, Senior adviseur
Constructieve veiligheid - Hoewel de juridische strijd met aannemer Aan de Stegge nog niet is gestreden, laat Rijn en IJssel de bollenvloeren van haar hoofdkantoor alvast versterken. Er worden koolstofstrips verlijmd, want vanwege alle ingestorte leidingen is boren uit den boze.
Rijn en IJssel verwacht zo’n 17 miljoen euro kwijt te zijn aan de versterking van het pand in Doetinchem. Daar zitten ook de kosten bij voor uitgesteld onderhoud. “Aangezien de kwestie al zo lang speelt en het pand niet voldoet aan het Bouwbesluit hebben we een aantal werkzaamheden die we wilden doen afgelopen tijd on hold gezet”, laat heemraad Floor Wissing weten. “Die pakken we nu mee.”
De problemen zijn het grootst op twee plekken op de tweede en derde verdieping van het pand. Die zijn sinds het uitbreken van de bollen- en breedplaatvloerdiscussie in 2017 buiten gebruik genomen. Daardoor kan Rijn en IJssel al jaren geen gebruikmaken van veertig van de in totaal driehonderd werkplekken van het pand. Maar Wissing benadrukt dat op veel meer plekken de vloeren niet aan het Bouwbesluit voldoen.
Door het hele pand zijn versterkingsmaatregelen nodig.
Niet boren
Bijkomend probleem is dat er eigenlijk niet geboord mag worden in de vloeren, vanwege de vele ingestorte leidingen, onder andere voor verwarming en koeling. Daardoor vallen veel gangbare versterkingsmogelijkheden af. Eigenlijk is alleen de verlijming van koolstof strips aan de onderkant van de vloer een reële optie. Ingenieursbureau ABT, dat het waterschap al vanaf het begin bijstaat, ontwikkelde een speciale variant van de techniek. Deze techniek is bekend uit de bruggenbouw om de zwakke voegen van de bollen- en breedplaatvloeren te versterken. Op sommige plekken komen volgens de waterschapsbestuurder hele dichte rasters van koolstofstrips.
Om aan de brandveiligheidseisen te voldoen, moeten de strips worden bekleed met brandwerend materiaal. “Er wordt een soort koofjes omheen getim-
merd”, verwoordt Wissing het. “Probleem is dat het plafond dan op veel plekken wat lager uitvalt, waardoor de tussenwanden niet meer passen. Die moeten dus worden aangepast, voordat ze na de versterkingsoperatie weer kunnen worden teruggeplaatst.”
De brandveilige beplating beperkt bovendien de overdracht van warmte en koude vanuit de vloeren. Dat betekent dat er extra koel- en warmtecapaciteit nodig is. Die moet van extra klimaatplafonds komen, waarin meteen de energiezuinige ledverlichting wordt ondergebracht. Deze verbetering wordt doorgevoerd nu het gebouw toch op de schop gaat.
Al met al wordt het een stevige operatie waarvoor het waterschap zo’n 17 miljoen euro opzij heeft gezet. Een groot deel van de kosten hoopt het nog altijd te verhalen op bouwer Aan de Stegge Goor die het pand in 2008 opleverde. Vanaf het moment van uitbreken van de bollen- en breedplaatvloerenkwestie ligt het waterschap daarmee in de clinch. Vlak voor het aflopen van de tienjarige garantie in 2018 stelde Rijn en IJssel de aannemer aansprakelijk. Die stelde zich echter op het standpunt dat het gebouw ten tijde van de oplevering voldeed aan alle geldende bouwregels. Dat die regels toen geen rekening hielden met een gebrek, dat pas na de instorting van de parkeergarage in Eindhoven in 2017 aan het licht zou komen, kon de
bouwer niet worden verweten. De rechter ging daar deels in mee, maar deels ook niet. Een tussenvonnis waartegen Aan de Stegge in beroep ging, viel daarna in het voordeel uit van de aannemer. Voor een groot deel van de bodemprocedure moet echter nog een definitief vonnis worden geveld. Tegen het arrest van hoger beroep besloot Rijn en IJssel bovendien al in cassatie te gaan.
“Vooral het feit dat de rechters geen rekening hielden met het effect van alle ingestorte leidingen en installaties, maakt dat onze juristen kansen zien voor een succesvolle cassatieprocedure.” Verder kan en wil heemraad Wissing niet op de juridische en technische details ingaan. “Het is nu aan de Hoge Raad. En deels nog aan de rechter in de bodemprocedure.”
‘‘Het wordt een stevige operatie waarvoor het waterschap zo’n 17 miljoen euro opzij heeft gezet’’
Voor de aanbesteding neemt het waterschap royaal de tijd. In principe heeft ABT de plannen al ver uitgewerkt en geengineerd. Maar in bouwteamverband moet er nog wel een en ander worden afgestemd voor de uitvoering en inpassing. “Bovendien gaat het om een Europese aanbesteding met bijbehorende stappen en termijnen en die willen we zorgvuldig doorlopen.” De stukken verschijnen 9 mei op aanbestedingsplatform Mercell. Het waterschap verwacht in de loop van volgend jaar te kunnen gunnen, zodat de aannemer na de bouwvak van 2026 aan de slag kan.
Zonnepanelen
Het gebouw kan tijdens de verbouwing gedeeltelijk in gebruik blijven, al zullen de medewerkers wat vaker thuis moeten werken. Het waterschap verwacht dat de aannemers eind 2028 klaar zijn met de werkzaamheden. Of de Hoge Raad dan al uitspraak heeft gedaan en of Aan de Stegge de portemonnee moet trekken, daar durft Wissing niet op vooruit te lopen. “De wachttermijnen voor cassatieprocedures zijn lang.” Wat ze wel weet is dat Rijn en IJssel dan eindelijk het pand in gebruik kan nemen zoals het is bedoeld. Zo bestaat al langer de wens om telefooncellen en concentratie-werkplekken op de verdiepingen te plaatsen. Dat was tot nu toe niet verantwoord. Ook zijn er plannen om zonnepanelen te leggen op het dak van het hoofdkantoor. Zelfs die waren niet toegestaan vanwege de zwakke voegen van de vloerconstructie.
Cobouw, de onafhankelijke nieuwsbron voor de bouw, verschijnt 1x per week en biedt nieuws en achtergronden over thema’s als duurzaamheid, veiligheid, innovatie, aanbesteden, marktontwikkelingen en bouwkwaliteit.
Hoofdredactie
Eric Verweij, hoofdredacteur ericverweij@vmnmedia.nl
Joost Zwaga, adjunct-hoofdredacteur joostzwaga@vmnmedia.nl
Jorge Groen adjunct-hoofdredacteur data en kennis
Redactie
Thomas van Belzen thomasvanbelzen@vmnmedia.nl
Marc Doodeman
marcdoodeman@vmnmedia.nl
Stijn van Gils
stijnvangils@vmnmedia.nl
Nouska du Saar
nouskadusaar@vmnmedia.nl
Ad Tissink adtissink@vmnmedia.nl
Eindredactie
Hendrik-Jan Huurdeman
hendrikhuurdeman@vmnmedia.nl
Esther Gotink
esthergotink@vmnmedia.nl
Ingrid de Zwart-Schaap ingriddezwart-schaap@vmnmedia.nl
Persberichten Cobouw@vmnmedia.nl
Redactie Cobouw
Utrechtseweg 44 3704 HD Zeist
Redactie Bouwberichten bouwberichten@vmnmedia.nl
Vormgeving colorscan bv, www.colorscan.nl
Freelancemedewerkers
Edo Beerda, Yvonne Ton, Jan Smit, Ton Verheijen, Rob Hendriks, Johan Nebbeling
Fotografen
APA, Suzanne van de Kerk, Christiaan Krouwels, Eran Oppenheimer.
Uitgever
Mieke Luisman-Stikkelorum miekestikkelorum@vmnmedia.nl
Advertenties
Jesse Weideman
Tel: 06 22023724
Email: jesseweideman@vmnmedia.nl
Abonnementen
• Online abonnement met onbeperkt toegang tot cobouw.nl en de Cobouw-app: € 21,00/mnd
• Krant (1x per week), incl. themaspecials en onbeperkt toegang tot cobouw.nl, de Cobouw-app en de digitale krant: € 75,00,-/ mnd
Klantenservice
VMN media
Telefoon: (088) 58 40 888 klantenservice@vmnmedia.nl
Op alle artikelen in Cobouw en op Cobouw.nl rust auteursrecht. Auteursrechtelijk beschermde werken mogen niet elders openbaar worden gemaakt, gearchiveerd of verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur of de uitgever. Indien bij gebruik van artikelen van Cobouw en/of Cobouw.nl niet is voldaan aan bovenstaande, is Cobouw gerechtigd hiervoor schadevergoeding te claimen.
Bouwbedrijf Vrolijk, onderdeel van de Vrolijk Groep, heeft Sven Green benoemd tot Directeur Utiliteit. Met deze nieuwe functie verstevigt het bouwbedrijf zijn focus op de ontwikkeling en realisatie van werkruimtes. Sven Green brengt jarenlange ervaring in de bouwsector mee. Met een pragmatische en ondernemende houding wist hij eerder organisaties succesvol te laten groeien. Zijn toekomstgerichte visie en verbindende karakter sluiten naadloos aan bij de ambities van Vrolijk. Vanuit zijn rol zal hij ook nauw samenwerken met andere businessunits binnen de Vrolijk Groep, waaronder Leven (ontwikkeling), Wonen (woningbouw), Bouwservice (verbetering) en Vrolijk Staalconcepten.
Gebiedsontwikkelaar
VanWonen heeft Jan Ruitenberg per 1 juni benoemd in de functie van Directeur Ontwikkelingsmanagement. In deze functie wordt hij lid van het VanWonen managementteam, waar hij op termijn André ten Vergert zal opvolgen. Jan Ruitenberg werkte ruim 17 jaar in verschillende (directie-)functies bij gebiedsontwikkelaar AM. Hij was er verantwoordelijk voor mixed use-projecten en commercieel vastgoed. En deed ruime ervaring op met de acquisitie van gebiedsontwikkelingen in combinatie met retail.
Mourik heeft Jolinda Wissink benoemd tot HR-directeur. Met deze nieuwe functie onderstreept het familiebedrijf het belang van een organisatiebreed
HR-beleid en een sterke employer branding-strategie. Wissink is geen onbekende binnen Mourik. De afgelopen 18 jaar was zij als HR-manager werkzaam bij Mourik Industry in de Rotterdamse Botlek. In die rol droeg zij al bij aan strategische HR-initiatieven, zoals een nieuw leiderschapsprogramma en het HR-duurzaamheidsbeleid. Daarnaast is zij bestuurslid bij SITO, de werkgeversvereniging voor zo’n 60 bedrijven in de industriële reiniging, conservering en asbestsanering.
Toine Verschuur is per 1 april 2025 aangesteld als directeur van de divisie Industrial & Construction binnen Prysmian. De divisie is onderdeel van de vernieuwde Europese Electrification-organisatie. Dit bedrijfsonderdeel wil de elektrificatie in de sectoren bouw en industrie op Europees niveau versnellen. Verschuur zal zich in zijn nieuwe rol inzetten voor een betere afstemming tussen productiecapaciteit en klantbehoefte, een intensievere samenwerking met distributiepartners en installateurs én het aanjagen van innovatieve en duurzame oplossingen in de regio. Hij blijft daarnaast verantwoordelijk voor de activiteiten van Prysmian in Nederland, waaronder het bekende merk Draka, dat dit jaar 115 jaar bestaat. Toine Verschuur is al sinds 2009 werkzaam bij Prysmian.
Heembouw heeft
Françoise Dechesne [1964] benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. Zij volgt in deze rol Jaap Blokhuis op, die na verstrijken van zijn tweede termijn als commissaris bij Heembouw is teruggetreden uit
Een tip voor deze rubriek? Mail je tekst en foto naar cobouw@vmnmedia.nl
de Raad. De RvC van Heembouw bestaat nu, naast mevrouw Dechesne, uit Gerrit Witzel (voorzitter), Peter Lammertink en Marlon Huysmans. Dechesne beschikt over een uitgebreide achtergrond in de vastgoedsector en projectontwikkeling in het bijzonder en was onder meer CEO bij MAB Development en Managing Director bij Multi Corporation voor Nederland en België. Zij bekleedt sinds een aantal jaren verschillende toezichthoudende functies. Haar deskundigheid op het gebied van vastgoed, financiën, risicomanagement en governance vormt een waardevolle aanvulling op de bestaande expertise binnen de Raad van Commissarissen.
Edge, Europa’s toonaangevende vastgoedontwikkelaar en investment manager, betreedt een nieuw hoofdstuk in zijn internationale groei. Nu het bedrijf zich verder ontwikkelt van puur ontwikkelaar naar wereldwijde investment manager, wordt het leiderschapsteam versterkt om deze ambitie te realiseren. Per 1 september treedt Marian Herman aan als CEO van Edge, na een overgangsperiode die start in mei. Marian brengt brede internationale ervaring mee, onder meer in zijn eerdere rol als Group CEO van HB Reavis. In de komende maanden werkt hij nauw samen met oprichter en huidig CEO Coen van Oostrom om een soepele overdracht te waarborgen. Coen zal een nieuwe rol vervullen als Executive Chair. In deze functie blijft hij nauw betrokken bij het bedrijf en richt hij zich op klantrelaties, strategische transacties, internationale positionering en het versterken van de unieke cultuur die Edge sinds de oprichting kenmerkt.
MEI
22 mei
Dreamhûs Day
In 2019 begonnen we met DreamHûs. Dé plek waar dromen, durven en doen resulteren in praktische innovaties waarmee we bestaande woningen verduurzamen. Hoe we dat doen en hoe jij kunt bijdragen aan deze versnelling, ontdek je tijdens ons kennis- en netwerkevent DreamHûs Day. Vorig jaar bestond DreamHûs exact vijf jaar. Vol vertrouwen verlengden we ons succesvolle lustrum met nog eens vijf jaar. En dat vieren we op donderdag 22 mei tijdens een interactief kennis- en netwerkevent van circa 10.00 tot 13.30 uur.in The Green Village in Delft.
JUNI
5 juni
Spr yg Real Estate
Academy. Congres over Houtbouwkansen Houtbouw is hot! Het staat centraal als dé duurzame oplossing voor o.a. de woningbouwopgave en circulaire overheidsdoel (50procent circulair in vijf jaar tijd). Met voordelen zoals de CO₂-opslag (embodied carbon), snelle bouwtijd, stikstofreductie en het modulaire, circulaire karakter. Wat zijn de opschaalkansen? Welke kansen biedt het voor betaalbare woningbouw, kantoren, winkels en zelfs warehouses? Waar liggen de aandachtspunten en kansen? Daarover organiseert SPRYG Real Estate Acade-
my op 5 juni de actuele studiedag Kansen in Houtbouw 2025 in New Babylon Den Haag. Op deze 6e editie nemen houtbouwexperts van o.a. Alba Concepts, Woonwaard, Local, NarrativA architecten, Sweco en TU Delft deelnemers mee in de wereld van houtbouw.
12 t/m 14 juni Technische Kontakt Dagen 2025 Het bestuur van de Technische Kontakt Dagen (TKD) heeft de inschrijving van de grootste buitenbeurs van West-Europa geopend. De TKD brengt grote en kleine spelers op het gebied van grondverzet-, recyclingmaterieel en aanverwante specialismen bij elkaar, waarbij de
beurs gericht is aan alle professionals uit de bouw & infra en de industrie. Daarnaast staat de TKD in het teken van nieuwe trends en ontwikkelingen. Stichting TKD bestaat uit een afvaardiging van de drie brancheorganisaties BMWT, Bouwend Nederland en Cumela. Met een oppervlakte van 118.000 m² en 200 exposanten was vorig jaar de TKD de grootste in de geschiedenis van het evenement. Locatie en data TKD: Meierijstad, donderdag 12 tm zaterdag 14 juni. Inschrijven kan via website tkd.nl 17/18/19 juni
Provada 2025 Provada is bekend van de grootste vastgoedbeurs van Nederland. Met ruim 200 exposanten uit de
vastgoedsector - van projectontwikkelaars, beleggers, bouwers, architecten tot aan financiers, adviseurs, makelaars en woningcorporaties – en meer dan 70 gemeenten, provincies en het Rijk is de publieke sector goed vertegenwoordigd op deze vastgoedbeurs waar de publiek-private verbinding centraal staat in de programmering.
17-19 juni: Provada