1 minute read

13.5 Cassatie

Voorbeeld

Een ondernemingsraad is niet op tijd om advies gevraagd over een overname van het bedrijf. Ook heeft de ondernemer andere verplichtingen uit de WOR geschonden. De Ondernemingskamer verklaart dat de ondernemer in redelijkheid, bij afweging van de betrokken belangen, niet tot het besluit tot verkoop kon komen. De ondernemer moet het besluit intrekken, en mag het besluit niet uitvoeren.

De ondernemingsraad kan ook verzoeken om voorlopige voorzieningen in kort geding als de zaak spoedeisend is, bijvoorbeeld omdat de ondernemer al bezig is met de uitvoering van het besluit. De Ondernemingskamer doet dan snel uitspraak over de voorlopige voorzieningen. Als het nodig is, vindt de zitting binnen een week plaats.

De bestuurder mag een uitspraak van de Ondernemingskamer niet naast zich neerleggen. Overtreding van die uitspraak is een economisch delict en dus strafbaar. Voorzieningen van de Ondernemingskamer kunnen rechten van derden niet aantasten.

13.5 cassatie

Binnen drie maanden kunnen de ondernemingsraad en/of de ondernemer in cassatie tegen de uitspraak van de Ondernemingskamer. De Hoge Raad beoordeelt dan of het recht juist is toegepast en voert dus geen feitelijke beoordeling meer uit.

This article is from: