AJN Jeugdartsen Nederland JA! #53 Leven lang leren

Page 1

2021 #53

Leven lang leren

Neurochirurg Saskia Peerdeman

‘Arts moet voortouw durven nemen’ Hein Raat, hoogleraar JGZ

‘Jeugdartsen moeten allemaal arts M+G worden’ André Rouvoet, GGD GHOR

‘300 miljoen meer nodig voor JGZ’



3 - 2021 #53

COLUMN VOORZITTER

Een leven lang leren Als ik in mijn agenda kijk, zie ik komende maand veel scholingen staan. Zoals twee nascholingen voor praktijkopleiders arts M+G, een communicatietraining met het bestuur van de AJN en webinars over de vaccinatiegraad covid-19 en het RVP. Ik vind het belangrijk om me te blijven ontwikkelen. Scholingen houden me scherp en op koers. Maar blijven leren, betekent voor mij niet alleen lessen bijwonen. Samenwerken met anderen levert mij ook veel nieuwe kennis, ervaringen en inzichten op. Dat merk ik in mijn bestuurswerk voor de AJN, maar ook bij het inwerken van nieuwe collega’s en het opleiden van aiossen. Het enthousiasme en de leergierigheid van aiossen, hun eerlijkheid en frisse blik op het werk, bieden mij vaak een nieuwe kijk op de zaak. Daar geniet ik van. Het is mooi om te zien dat aiossen zich steeds meer buiten de spreekkamer begeven en zich bezighouden met beleid, advies en onderzoek. Afgelopen jaren heb ik gemerkt dat omgaan met veranderingen ook een leerproces is. Soms roept een verandering in eerste instantie weerstand op, maar blijkt die in tweede instantie goed te werken. Zo bood het loslaten van mijn leidinggevende taken bij een beleidsteam ruimte voor nieuwe inhoudelijke thema’s en samenwerking met collega’s in de publieke gezondheid. Er zijn nu veel veranderingen en vernieuwingen gaande in ons vakgebied. Zoals bijvoorbeeld de versterkte samenwerking met ouders en jongeren, het uitbreiden van de prenatale zorg en taakverschuivingen binnen ons werkveld. Dat zijn uitdagingen voor ons allemaal. Vernieuwingen bieden kansen en mogelijkheden. Laten we met elkaar de blik op de toekomst houden en er samen aan bouwen!

Astrid Nielen voorzitter AJN Jeugdartsen Nederland voorzitter@ajnjeugdartsen.nl

Op de cover

Met dochter

Verrijking

“‘Meewerken aan een

“Bijdragen aan de JA!

“Als artsen weten we

fotoshoot voor de

is iets wat ik met veel

hoe belangrijk het is om

cover?’ Dat is een

plezier doe. Dit inter-

constant te blijven leren.

vraag die niet zo vaak

view met mijn dochter

We doen nascholingen,

gesteld wordt op het

geeft gezichtspunten

lezen vakliteratuur en

consultatiebureau. Ik vond het leuk om hier-

vanuit curatie en preventie, vanuit aios en

gaan naar congressen. Ik koos ervoor om meer

aan mee te doen en daardoor een kleuterklas

opleider, en laat zien dat een leven lang leren

te leren in een ander vakgebied en zelfs een

anno 2021 te kunnen bekijken. Mooi om te

een cultuuroverstijgende ambitie kan zijn. Erg

ander land. Wat ik daar geleerd heb, was een

ervaren dat samenwerking tussen mensen

leuk om geïnterviewd te worden door mijn

enorme verrijking zowel voor mij persoonlijk

die elkaar nauwelijks kennen tot zo’n prachtig

JGZ-aios Roselin van der Torren (pagina 6).”

als voor mijn arts zijn. Volg je interesses, ook

eindresultaat kan leiden.”

Jolanda den Hertog, jeugdarts en arts M+G bij GGD Gelderland Midden

buiten de medisch wereld (pagina 19)!”

Vasanthi Iyer, arts M+G en opleider bij TNO

Ja! magazine

Meriam Broersen, jeugdarts en danseres


INHOUD

2021 #53 - 4

INHOUDSOPGAVE

6

Doktersfamilie ‘Hard werken zit in onze genen!’ Vasanthi Iyer en haar dochter Anusha van Samkar zijn beiden arts. Wat leren zij van elkaar? Waarin verschillen ze? Een tweegesprek.

12 Van arts naar danseres Meriam Broersen gaf haar baan als jeugdarts op voor een dansopleiding in Londen. Nu helpt ze kinderen met dans.

22

Allemaal arts M+G Alle artsen in de publieke gezondheid zouden de vierjarige opleiding arts M+G moeten volgen, vindt hoogleraar JGZ Hein Raat. Hij noemt het een voorwaarde voor de toekomstige JGZ: “Je bent na twee jaar geen specialist, ook niet bij andere vakken. Als arts M+G kun je je vak in de breedte uitvoeren.”

Ja! magazine

Expertise Hoe kun je als arts een leven lang blijven leren? Hoe blijf je een goede arts in een veranderende maatschappij? En hoe gebruik je je vaardigheden om de omgeving naar wens aan te passen? Neurochirurg en hoogleraar Saskia Peerdeman weet er alles van.

19


INHOUD

5 - 2021 #53

Casus

Meer geld voor JGZ

“Neem de tijd voor het hele verhaal,” zegt jeugdarts Petra de Jong. Ze werkt op meerdere opvanglocaties voor uitgeprocedeerde asielzoekers en weet ‘niet alles is altijd zoals het lijkt’. Ze vertelt het verhaal van een jonge moeder uit Ivoorkust.

“Wat door corona extra duidelijk is geworden, is dat er veel geïnvesteerd moet worden in de publieke gezondheid, zowel gezondheidsbescherming als gezondheidsbevordering. Die twee komen in de JGZ bijelkaar. Daar kan niemand meer omheen,” zegt André Rouvoet, voorzitter GGD GHOR Nederland.

28

32 Verder in dit nummer

03 20 27 38 41 42

Voorwoord: Astrid Nielen Dilemma: ‘Alle jeugdartsen moeten arts M+G worden’. Selfie: AJN-lid Rifka Efrat stelt zich voor Visie: Anneke Witt, bestuurslid AJN, vertelt over haar ‘leer en ontwikkel-loopbaan’. Recensies Markant: Elise Buiting, voorzitter van de KAMG over het gebrek aan opleidingsplaatsen 2e fase arts M+G/jeugd

Colofon

Aan dit nummer werkten mee:

Meriam Broersen, Elise Buiting, Petra de Jong, Henrike ter Horst, Eric Kampherbeek, Astrid Nielen, Anneke Witt

Marktvisie: Advertenties, advertorials en pagina’s Marktvisie vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie. Rechten: Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk

COVER: JA! magazine van de AJN

Frequentie: 3 keer per jaar ISSN: 1873-8346 EDITIE: 2021 #53

Model: Şerin Çelik, Jolanda den Hertog Fotografie: Eric Kampherbeek Met dank aan: Basisschool Kindcentrum de Werf, Arnhem ART DIRECTION/SALES:

Elma Media BV, Silvèr Snoek Salesmanager, s.snoek@elma.nl Postbus 18, 1720 AA Broek op Langedijk T: 0226 331 600, I: www.elma.nl Hoofdredacteur: Roselin van der Torren Eindredactie: Bureau Bax Redactiecoördinatie: Louise Dijkmans

ABONNEMENT: Alle AJN-leden ontvangen JA!

Niet-leden kunnen losse nummers bestellen via secretariaat@ajnjeugdartsen.nl.

Ja! magazine

worden overgenomen zonder schrif telijke toestemming en bronvermelding van de uitgever. SECRETARIAAT/CONTACT AJN: Churchillaan 11, 7e etage

3527 GV Utrecht, T: 0854 894 980 ja@ajnjeugdartsen.nl www.ajnjeugdartsen.nl www.facebook.com/jeugdartsennederland www.twitter.com/jeugdartsen www.linkedin.com/company/ajn-jeugdartsen-nederland/


ajn-lid

2021 #53 - 6

‘De nieuwe generatie artsen houdt, terecht, meer rekening met privacy’ Vasanthi

Ja! magazine


7 - 2021 #53

ajn-lid

‘Hard werken zit in onze genen!’ In het gezin van jeugdarts Vasanthi Iyer is iedereen arts. Dat betekent dat er veel dokterszaken aan tafel worden besproken. Kritische analyses en stevige discussies worden niet geschuwd. “Wat is je bron?” vragen we weleens, vertelt dochter Anusha van Samkar lachend. Een tweegesprek met Vasanthi en Anusha over opgroeien in een doktersgezin, de invloed van cultuur en verschillen tussen de generaties bij de invulling van het vak. Tekst: Roselin van der Torren Beeld: Eric Kampherbeek

Hoe ben jij opgegroeid, Vasanthi?

in India over de riksja-chauffeurs, hij zei ‘die hebben dus zevens

Vasanthi: “Ik kwam vroeger heel veel dokters tegen. Ik ben geboren en

gehaald op school’. Wat ik ook meegekregen heb van mijn ouders,

opgegroeid in India (en van mijn zesde tot mijn elfde in Zambia van-

is de liefde voor het doktersvak. Ik ben natuurlijk opgegroeid met

wege mijn vaders werk als ingenieur) en was blijkbaar niet de gezond-

twee artsen als ouders en ik heb voor mezelf eigenlijk nooit een

ste peuter en kleuter. Ik moest regelmatig naar de dokter. Ik vond dat

ander beroep overwogen.”

heel bijzonder; je ging naar iemand toe, kreeg soms medicatie of een

Vasanthi: “Anusha is een keer mee geweest naar mijn werk, toen ze

prik en dan werd je beter. Dat wilde ik ook. Ik wist dus al vroeg, rond

een jaar of zeven was. Ik werkte toen op het consultatiebureau in

een jaar of zes, zeven, dat ik arts wilde worden. Met dat doel voor ogen

Almere en ze speelde in een hoekje van de kamer terwijl ik bureau

heb ik hard gewerkt en kon ik in India geneeskunde studeren. Mijn

deed. Sommige kinderen kregen vaccinaties en een deel van de

eerste grote co-schap was in de sociale geneeskunde. Ik wilde daarin

kinderen moest hard huilen. De reactie van Anusha was echter ‘Goh

verder en zag mijzelf als een soort ‘Artsen-zonder-Grenzen’-dokter

mam, leuk!’. Ook zij was dus al op jonge leeftijd geïntrigeerd door

naar de kleine dorpjes trekken om preventieve zorg te verlenen.”

het dokterswerk.”

Het werd jeugdarts in Nederland…

Anusha, hoe is jouw carrière tot nu toe verlopen?

Vasanthi: “Haha, ja ik trouwde en verhuisde naar Nederland. Mijn

Anusha: “Ik ben geneeskunde gaan studeren aan de UvA en vond

man groeide hier op en studeerde geneeskunde in Leiden. Hij ging

de beschouwende vakken het leukst. Ik twijfelde tussen interne

in opleiding tot anesthesioloog en we maakten de keuze niet allebei

geneeskunde en neurologie, maar de co - schappen gaven de door-

nachtdiensten te willen. Ik werd fertiliteitsarts, werkte onder andere

slag. Bij mijn wetenschappelijke stage aan het eind van de basisop-

bij de Rutgersstichting en leerde veel over tienerzwangerschappen.

leiding bleek ik tot mijn eigen verbazing een goede schrijver te zijn

Na een paar jaar werd Anusha geboren en kwam ik met haar bij het

en had ik binnen zes maanden drie wetenschappelijke artikelen

consultatiebureau. Vanwege een verhuizing zocht ik toen net een

geschreven. In overleg kon ik dit voortzetten met een promotieon-

nieuwe baan en zo ben ik dit vak ingerold. Inmiddels ben ik arts M+G,

derzoek in één dag per week; in de andere vier dagen van de week

opleider bij TNO, ambassadeur Visus InZicht en doe ik wetenschap-

werkte ik veertig uur als anios neurologie in Apeldoorn. Na mijn

pelijk onderzoek. Hard werken zit in onze genen! Ik ben opgegroeid in

promotie in 2016 ben ik met de opleiding tot neuroloog begonnen

een cultuur waarbij je altijd probeert het beste uit jezelf te halen. Dat

in Nijmegen, ik zit nu in mijn vierde jaar. Daarnaast heb ik twee jaar

hebben we ook doorgegeven aan onze kinderen.”

geleden een dochter gekregen.”

Hoe was dat voor jou, Anusha?

Wat delen jullie met elkaar over je werk?

Anusha: “Ik heb dat niet als vervelend ervaren. Ik merkte soms dat

Anusha: “Het werk, het arts zijn, is best een groot deel van je identi-

er hoge eisen aan me gesteld werden, maar ik vond leren leuk. Ik

teit. Dat werkt door in de gesprekken die we met elkaar hebben. We

herinner me een uitspraak van mijn vader tijdens een vakantie

delen niet zozeer medisch-inhoudelijke informatie, daarvoor staan

Ja! magazine


ajn-lid

2021 #53 - 8

de vakgebieden toch te ver van elkaar af, maar we praten wel bijvoor-

er nog bewuster van geworden. Een ander verschil gaat over vrienden

beeld over gedrag dat een patiënt vertoont en hoe je daar zelf op

en familie helpen. Wij hadden vroeger een buurman die wij regel-

reageert. Daarnaast komen vaardigheden uit de opleiding, zoals (dif-

matig, ongevraagd, zorg boden. Onze kinderen keken daarnaar en

ferentiaal) diagnostisch denken en kritisch beschouwen, geregeld op

dachten later ‘Wil hij dat wel, is er wel een hulpvraag?’. Je merkt dat

tafel in gezellige maar pittige discussies over allerlei onderwerpen.”

de generatie van Anusha vaker aanraadt om naar de huisarts te gaan

Vasanthi: “Overigens hebben we ook een keer echt inhoudelijk

in plaats van zelf te adviseren. Heel verstandig waarschijnlijk.”

samengewerkt, want we hebben samen een wetenschappelijk

Anusha: “Ik merk dat parttime werken nu normaal is voor mijn gene-

artikel geschreven, in 2013 in het American Orthoptic Journal. Ik

ratie. Een deel van de neurologie-aios in mijn opleidingsziekenhuis

merkte toen dat Anusha’s analytische talent heel nuttig is voor het

gaat vanaf het tweede jaar parttime (vier dagen per week) werken,

schrijven. Mijn zoon is dan weer heel goed in redigeren, zo helpt

onafhankelijk van of ze kinderen hebben of niet. Vroeger was dat

iedereen mee.”

zeker voor medisch specialisten wel anders. Overigens heb ik thuis geen traditioneel rollenpatroon meegekregen; mijn moeder heeft

Waarin vraag je de ander om raad?

altijd gewerkt en mijn vader werkte parttime toen ik jong was.”

Vasanthi: “Als ik worstel met een specifieke casus, dan vraag ik Anusha om input. Zij is rustig en heeft een frisse, genuanceerde kijk

En nu is er een jongste generatie bijgekomen…

op zaken. Dat vind ik heel waardevol. Daarnaast ben ik opleider en

Anusha: “Ja, mijn dochter Fiora zet de lijn voort. Ze is pas 1 jaar, dus

is zij aios, dus we leren ook van elkaars perspectief in die setting.

ik weet nog niet precies wat voor opvoeding wij haar gaan bieden.

Zo is het bijvoorbeeld in de kliniek al langer gebruikelijk om ook de

Het interessante is dat mijn man een heel ander soort ‘leercultuur’

opleider regelmatig te evalueren; iets wat we nu bij TNO ook willen

heeft meegekregen vanuit huis. Zijn ouders zijn na de basisschool

gaan inbouwen.”

meteen gaan werken en hijzelf heeft eerst MBO2 en toen MBO3 ge-

Anusha: “Mijn moeder heeft vaak heldere tips over communicatie.

daan. Hij is nu ICT’er en vindt zijn werk leuk. Financiële onafhanke-

Dan vraag ik haar bijvoorbeeld hoe ik bepaalde onderwerpen met

lijkheid is voor hem altijd belangrijker geweest dan het leren zelf.”

een patiënt of collega kan bespreken. Daarnaast vond ik het heel

Vasanthi: “Ik herken veel eigenschappen van mijzelf en Anusha in

fijn om gebruik te maken van de kennis van mijn moeder toen

Fiora. Het is een nieuwsgierig en vlot kind, dol op boeken. Ik merk bij

mijn dochter net geboren was. Vragen over vaccinaties, krampjes,

mezelf dat ik minder prestatiedrang heb richting m’n kleindochter

voeding, opgroeien; daarvoor kan ik goed bij haar terecht en ik

dan ik bij m’n eigen kinderen had. Je wordt ouder; ik kan nu meer

waardeer haar adviezen.”

relativeren en heb vertrouwen dat ze op haar plek terecht komt.”

Zien jullie generatieverschillen in de invulling van het doktersvak?

Ook de mannen in jouw gezin zijn arts, Vasanthi. Wat doen zij

Vasanthi: “De nieuwe generatie artsen houdt, terecht, meer rekening

voor werk?

met privacy. Ze noemen echt geen namen of herleidbare karakteris-

Vasanthi: “Mijn man is anesthesioloog en heeft de laatste jaren echt

tieken. Ik merk dat ook aan mijn kinderen en mede door hen ben ik

zijn niche gevonden in de echogeleide regionale anesthesie. Hij is wetenschappelijk onderzoek gaan doen en gaat dit jaar promoveren. Ook een leven lang leren dus. Mijn zoon vond al vroeg in de geneeskunde-opleiding het werk in een verpleeghuis prachtig, echter een eerste baan als anios geriatrie beviel niet vanwege een onveilige werkcultuur. Na opnieuw oriënteren heeft hij recent

Wie zijn Vasanthi Iyer en Anusha van Samkar?

besloten voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde te gaan. Zo geven we binnen het gezin elk een eigen invulling aan het prachtige doktersvak.”

Vasanthi Iyer is arts M+G, Master of Public Health en werkt bij TNO als instituutsopleider van artsen in

Wat willen jullie jeugdartsen meegeven?

opleiding tot jeugdarts KNMG. Daarnaast maakt zij zich

Vasanthi: “Het is nooit te laat om onderzoeksvaardigheden op te

als ambassadeur Visus InZicht van de AJN hard voor

doen en gelukkig maakt dit nu ook onderdeel uit van de eerste fase

gezonde kinderogen. Ze woont met haar man in Hilver-

van de opleiding tot jeugdarts. Dat is een mooie ontwikkeling. Ik

sum en heeft twee kinderen en een kleinkind.

vind het belangrijk dat jeugdartsen nieuwsgierig blijven en hun

Vasanthi’s dochter Anusha van Samkar is aios neurolo-

passie in het vak volgen. Dit past mooi bij de visie van een leven

gie in Nijmegen en in 2016 gepromoveerd op bacteriële

lang leren.”

meningitis. Ze woont met haar man in Nijmegen en heeft een dochter.

Q

Ja! magazine


9 - 2021 #53

‘Ik heb eigenlijk nooit een ander beroep overwogen’ Anusha

Ja! magazine

ajn-lid


MARKTVISIE

Zijn alle flesvoedingen gelijk? Wat is het verschil? Borstvoeding is de beste keuze voor elk kind. Maar voor kinderen die om de één of andere reden geen borstvoeding (meer) krijgen is er een groot aanbod in kwalitatief goede flesvoeding. Wettelijk is vastgelegd wat er minimaal in flesvoeding moet zitten. Toch is niet elke voeding hetzelfde. Er is namelijk niet alleen wettelijk bepaald wat erin MOET zitten maar ook wat erin MAG zitten. En juist die laatste ingrediënten maken het verschil. BELANGRIJKE INGREDIËNTEN IN MOEDERMELK In moedermelk zitten zoveel verschillende stoffen, dat na jaren van onderzoek nog steeds niet helemaal precies duidelijk is wat er allemaal HOE MAAKT NUTRILON HET VERSCHIL?

in zit. Enkele belangrijke ingrediënten die al wel ontrafeld zijn:

Nutricia doet voortdurend onderzoek naar onder andere de HMO’S

samenstelling van moedermelk. Wij doen deze investering omdat

Human milk oligosaccharides, afgekort HMO’s, zijn unieke

we onze voedingen en onze ondersteuning steeds verder willen

prebiotische vezels die niet door het lichaam verteerd kunnen

verbeteren. Ruim 125 jaar onderzoek heeft ertoe geleid dat Nutrilon

worden. In de darm worden deze bijzondere oligosachariden

naast de wettelijk verplichte ingrediënten ook wetenschappelijk

selectief door bepaalde darmbacteriën gefermenteerd. Zo vormen

onderbouwde toevoegingen bevat. Zo bevat Nutrilon in navolging

ze een voedingsbodem voor goede bacteriën. HMO’s blijken op

van moedermelk ook:

deze manier een belangrijke rol te spelen bij de opbouw van het

immuunsysteem 2,11,21.

De prebiotische vezelmix scGOS:lcFOS 9:1 met HMO 3’GL. Deze prebiotische vezelmix benadert de hoeveelheid, diversiteit en functionaliteit van human milk oligosaccharides (HMO’s) in moedermelk 5,8,19.

POSTBIOTICA Moedermelk bevat tal van bioactieve stoffen. Denk aan korteketenvetzuren, peptiden, vitamines en enzymen. Ze ontstaan door fermentatie met behulp van bijvoorbeeld lactobacillen en worden postbiotica genoemd. Ze hebben een positieve invloed op de samenstelling en het functioneren van de darmmicrobiota en daarmee ook de ontwikkeling van het immuunsysteem2. UNIEKE VETZUURSAMENSTELLING Borstvoeding bevat zowel docosahexaeenzuur (DHA) als arachidonzuur (AA). Beide vetzuren spelen een cruciale rol bij de visuele, cognitieve en psychomotorische ontwikkeling van kinderen22,23. In borstvoeding zitten niet voor niets beide vetzuren, met van AA minimaal evenveel als van DHA22,23. Echter, momenteel is alleen DHA verplicht in zuigelingenvoeding.

Ja! magazine


Postbiotica, dankzij ons unieke fermentatieproces

SPECIAAL VOOR PROFESSIONALS

(LactofidusTM); deze zijn belangrijk voor het scheppen van de

Nutricia heeft op haar platform voor professionals een sectie

juiste omstandigheden in de darm en stimuleren de groei van

ingericht waarop veel informatie te vinden is over flesvoeding,

2,13,19

gunstige bacteriën1 •

.

de ingrediënten, de verplichte en vrijwillige samenstelling van

BRANDED CONTENT

MARKTVISIE

Naast DHA ook AA in eenzelfde ratio als in moedermelk*:

flesvoeding en de vragen die er leven bij gezondheidsprofessionals

het combineren van DHA met AA zorgt voor een betere

over flesvoeding.

neurologische ontwikkeling6,7 Deze unieke mix van ingrediënten in Nutrilon, die wordt

*Nutrilon volledige zuigelingenvoeding 1

onderbouwd door meer dan 30 studies en 90 publicaties, ondersteunen het immuunsysteem vanuit de darm van flesgevoede baby’s5,8,19. Nutrilon is veilig, resulteert in minder infecties17 en

Scan de code voor het platform

de darmmicrobiota is meer in lijn met de darmmicrobiota van borstgevoede kinderen1,2.

Referenties

1. Tims S, et al. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2018;66:884-885. 2. Rodriguez-Herrera A, et al. Nutrients. 2019;11(7), 1530. 3. Varasteh S, et al. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2019:68(S1)N-P016:1049. 4. Renes I, et al. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2018:66(S2): 69. 5. Béghin L, et al. Clinical Nutrition. 2021;40(3): 778-787. 6. Hadley K, et al. Nutrients. 2016;8: 216. 7. Brenna J. et al. Nutr Rev. 2016;74: 329-336. 8. Oozeer R, et al. Am J Clin Nutr 2013;98(suppl):561S–71S. 9. Moro G, et al. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2002;34:291–295. 10. Vandenplas, Y et al. Br J Nutr. 2015;113. 13391344. 11. Aguillar-Toala J, et al. Trends in Food Science & Technology. 2018;75:105-114. 12. Thibault H, et al. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2004;39: 147–152. 13. Indrio F, et al. Pediatr. Res. 2007; 6;98–100. 14. Collado M, et al. Beneficial Microbes. 2019: 10(7):711-719. 15. Tsilingiri K, et al. Beneficial Microbes. 2013;4(1), 101–107. 16. Tounian P, et al. Arch Pediatr. 2021;28(1):69-74. 17. Bruzzese E, et al. Clin Nutr. 2009;28(2):156–161. 18. Arslanoglu S, et al. J Nutr. 2008;138(6):1091-1095. 19. Salminen S, et al. Nutrients. 2020;12:1952; doi:10.3390/nu12071952. 20. Arslanoglu S, et al. J Nutr, 2008;138:1091–5. 21. Martin R et al. Beneficial Microbes, 2010: 1: 367–82. 22. Koletzko B, et al. Am J Clin Nutr 111(1):10-16. 23. Tounian P, et al. Arch Pediatr 28(1):69-74. 24. Collado M, et al. Gut Microbes. 2012;3(4): 352-65. 25. Meropol S, et al. Birth Defects Res C Embryo Today.2015;105(4): 228-239. 26. Wopereis H, et al. Pediatr Allergy Immunol. 2014; 25(5):428-38. 27. Li X et al. Front Immunol 8:1882 28. Knol et al (2005) J Pediatr Gastroenterol Nutr; 40:36-42 29. Campeotto et al (2011) Br J Nutr;105, 1843–51. borstvoeding is de beste voeding voor baby’s. Deze informatie is uitsluitend bestemd voor (para)medici.

Ja! magazine


RUBRIEK Expertise

2021 #53 - 12

Ja! magazine


13 - 2021 #53

Expertise

‘Iedere arts kan betekenisvolle verandering in gang zetten!’ Hoe kun je als arts een leven lang blijven leren? Hoe blijf je een goede arts in een veranderende maatschappij? En hoe gebruik je je vaardigheden om de omgeving naar wens aan te passen? Neurochirurg en hoogleraar Saskia Peerdeman denkt hierover na in haar klinisch werk, in haar twee leerstoelen en als vice-decaan onderwijs UvA van het Amsterdam UMC. Een belangrijke aanwijzing: “Durf als arts het voortouw te nemen.” Tekst: Roselin van der Torren Beeld: iStock

Welke vaardigheden kunnen artsen beter benutten?

Kun je een voorbeeld geven?

“Elke arts krijgt vanuit de basisopleiding een analytische denkhou-

“Stel, je krijgt binnen je werk te maken met nieuwe protocollen, of

ding mee. In alle vakgebieden stellen we differentiaal diagnoses

veranderende financiën. Dat is lastig natuurlijk en het is noodza-

op, maken we een behandelplan, evalueren we en sturen we bij.

kelijk om je werk daarop aan te passen. Misschien moet de admi-

Deze manier van denken kun je toepassen op meer dan de patiënt.

nistratie anders geregeld worden om aan de nieuwe protocollen te

Als je leert om je hiervan bewust te zijn, dan realiseer je je dat

voldoen, of moet je minder of andere zorg leveren om financieel uit

iedere arts de capaciteiten bezit om veranderingen te creëren,

te komen. Maar tegelijkertijd kun je ook onderzoeken wat eigenlijk

zowel op de eigen werkplek als in de maatschappij. Dit noemen we

de oorzaken zijn van, in dit voorbeeld, de nieuwe protocollen of

transformatief leren.”

veranderende financiën. Daar kun je het differentiaal-diagnostisch denken op toepassen. Misschien komen er wel creatieve oplossingen

Hoe werkt dit precies?

of nieuwe mogelijkheden uit voort. Daarmee reageer je niet alleen

“Net als bij een probleem van een patiënt, kun je starten bij de

op de veranderingen op je werk, maar creër je ze ook.”

‘symptomen’. Als je in je werk of in de maatschappij ergens tegenaan loopt, iets wat je wilt veranderen, dan identificeer je eerst waar

Het klinkt heel logisch. Maar wat heb je hiervoor nodig?

het precies schuurt. Dit breng je in kaart. Je analyseert het pro-

“Vooral leiderschap. Je moet het voortouw durven nemen en een

bleem en onderzoekt welke factoren van invloed zijn, het ‘aanvul-

gerechtvaardigd zelfvertrouwen hebben dat je het kunt! Je hoeft

lend onderzoek’. Vervolgens bepaal je alle mogelijke oorzaken, de

ook niet meteen onderdeel te zijn van hoger management binnen

‘differentiaal diagnose’, en stel je een actieplan of veranderplan op,

je organisatie of iets dergelijks, het gaat er juist om dat je dit op de

het ‘behandelplan’. Uiteraard hoort hier ook een evaluatie bij en het

eigen werkplek kunt toepassen. Je kunt ook niet alle problemen

indien nodig bijsturen van het plan. Hiermee heb je een krachtige

aanpakken; je moet jezelf eerst afvragen of het genoeg schuurt om

tool in handen om de context van je eigen werk te kunnen aanpas-

de energie erin te willen steken. Als dat zo is, doe het dan gewoon!

sen. Natuurlijk lukt de verandering niet altijd, maar daar leer je ook

Je leert gaandeweg bij, juist omdat je als arts de vaardigheid al

weer van.”

bezit om nieuwe input te verwerken en van te leren.”

Ja! magazine


Expertise

2021 #53 - 14

Waarom is het belangrijk dat artsen dit doen?

ling’ mocht ontwerpen. Vanuit hier ging ik, naast de patiëntenzorg

“Als arts en als mens werk en leef je in een steeds veranderende

die ik nog altijd bied, het werk voor het onderwijs combineren met

maatschappij. Er zijn bijvoorbeeld technologische ontwikkelingen,

wetenschappelijk onderzoek naar medisch opleiden. Zo zijn de

sociale normen verschuiven in de loop van de tijd en juridische

ideeën rondom transformatief leren in de zorg bijeengekomen.

kaders veranderen. Dit heeft een constante grote invloed op ons

Eigenlijk is het een hele logische manier van denken.”

vak. Enerzijds moet je daarop aanpassen (reactief) en anderzijds kun je daarop invloed uitoefenen (pro-actief). Professionele ont-

Welke rol ligt er voor de opleidingen en welke voor de

wikkeling gaat veelal over hoe je een goede arts blijft binnen de

werkgevers?

veranderende maatschappij. Transformatief leren gaat over in het

“Gelukkig komt er tijdens de medische basis- en vervolgopleidin-

inzetten van vaardigheden als arts om de context aan te passen.

gen steeds meer aandacht voor persoonlijk leiderschap en hoe

Daarmee geef je de veranderingen in de maatschappij juist mede

je als arts deze rol pakt. Opleidingen kunnen de mindset van trans-

vorm. Die wisselwerking kun je samenvatten als ‘Levenslang leren

formatief leren goed trainen, bijvoorbeeld met simpele opdrach-

door veranderingen in de zorg en veranderingen in de zorg door

ten als ‘Neem een probleem uit de dagelijkse praktijk en bedenk

levenslang leren.’”

mogelijke oorzaken en oplossingen’. Daardoor word je geprikkeld hierover na te denken en kun je de vaardigheid in groepsverband

Je bent ook neurochirurg, hoe ben je zelf bij dit gedachtegoed

oefenen. De rol van de werkgever vind ik lastiger te formuleren;

gekomen?

uiteraard is het goed als werkgevers dit gedachtegoed stimuleren,

“Ik ben neurochirurg geworden omdat ik dat vak het mooiste

maar er zijn mijns inziens geen duidelijke voorwaarden vanuit

vond, en vind. Maar ik heb ook altijd interesse gehad in lesgeven,

de werkgever nodig om je rol als kritisch beschouwer te kunnen

in het overdragen van kennis. Daarmee ontvang je weer nieuwe,

pakken.”

andere soort kennis. Ik realiseerde me gaandeweg hoeveel maatschappelijke impact je kunt hebben met overdracht van kennis.

Hoe kun je op je eigen werkplek beginnen met transformatief

Daarnaast vond ik organiseren en besturen leuk. Al deze dingen

leren? En hoe neem je collega’s hierin mee?

kwamen samen toen ik in 2010 voor het nieuwe curriculum van de

“Het begint met een bewustwordingsproces dat je deze kwaliteit

geneeskunde opleiding de onderwijslijn ‘professionele ontwikke-

al in handen hebt. Vervolgens moet je wat vrije ruimte creëren

Ja! magazine


15 - 2021 #53

Expertise

Wie is Saskia Peerdeman? Saskia Peerdeman is neurochirurg aan het AmsterdamUMC en sinds 2015 hoogleraar medisch onderwijs & opleiden, in het bijzonder professionele ontwikkeling, aan de VU. Daarnaast is ze sinds 2018 vice-decaan onderwijs UvA van het AmsterdamUMC en heeft ze sinds 2019 ook een leerstoel aan de UvA over ‘transformative learning in health care’. Ze woont met haar man in het midden van het land, heeft twee kinderen en een kleinkind.

om de schuurmomenten in de context van je werk te herkennen.

train teamvaardigheden. Als het gaat om teamsamenwerking, is

Het is nou eenmaal moeilijk om uit de dagelijkse praktijk los te

het nuttig om in kaart te brengen wie welke rol pakt, hoe beslis-

komen. ‘Je past je aan, maar je pakt niks aan.’ Heel praktisch kun

singen genomen worden en welke ‘onderwater-zaken’ meespelen.

je bijvoorbeeld één keer per drie maanden in je agenda een tijd

Meestal kan iemand van buiten het eigen team deze aspecten het

blocken en dit inbouwen. Je kunt ook op teamniveau aan de slag

beste analyseren en een verbeterplan helpen opstellen.

met transformatief leren, bijvoorbeeld door steeds te kijken naar

Als het gaat om situaties die in een team voorkomen, hebben we

hoe inhoudelijke samenwerking maar ook vergaderingen verbe-

trainingen ontwikkeld voor acute situaties, complexe situaties en

terd kunnen worden.”

reguliere situaties. De jeugdgezondheidszorg zal zich mogelijk wel herkennen in veelal reguliere situaties. Dit zijn situaties met een

Waarom is transformatief leren ook voor teams belangrijk?

eigen team, met meerdere reeds bekende disciplines, frequent

“Als arts werk je allang niet meer alleen. Dat kan ook niet; de

voorkomend, en daarmee een sterke focus op de inhoud. In het

hoeveelheid beschikbare kennis is enorm toegenomen, teveel

ziekenhuis hebben we als reguliere situatie het MDO onder de loep

voor één persoon om alles te kunnen bijhouden. Daarnaast zijn

gelegd. Een persoon van buiten de groep observeert het beloop

de technische mogelijkheden binnen de geneeskunde zo ontwik-

van het MDO en geeft feedback. Het gaat dan niet om evaluatie

keld dat subspecialisatie nodig is. En de maatschappelijke wensen

van de inhoud, maar van de organisatie en communicatie. Op deze

veranderen waardoor er meer behoefte is aan systemen, regels en

manier leert een team beter samenwerken, efficiënter vergaderen

protocollen. Daarom werk je altijd samen en is het essentieel om

en beter inspelen op veranderingen op teamniveau. Transfor-

naast een topspeler ook een teamspeler te zijn. Om prettig en effi-

matief leren is de methode om de context van je werk continu te

ciënt samen te werken met allerlei disciplines is het dus belangrijk

verbeteren.”

regelmatig het samenwerkingsproces te onderzoeken.” Wat wil je jeugdartsen meegeven? Je hebt onderzoek gedaan naar samenwerking in medische

“Jeugdartsen zijn soms de enige arts op locatie, of in klein groeps-

teams en teamtrainingen ontwikkeld. Kun je daar iets over

verband. Het zou mooi zijn om met transformatief leren je team

vertellen?

en je werkomgeving naar een hoger plan te kunnen tillen. Daar-

“Bij het ontwikkelen van de teamtrainingen, gebaseerd op weten-

voor heb je alle kennis al in huis. Je bent de expert, pak die rol!”

schappelijk onderzoek, waren drie uitgangspunten van belang: train de teams die samenwerken, train situaties die voorkomen, en

Q

Ja! magazine


MARKTVISIE

Nieuwe behandelmethode tegen SMA vraagt om alertheid jeugdarts Met de komst van nieuwe behandelmethoden voor kinderen met

Voor de ziekte van Pompe bestaat al een jaar of twintig een

spierziekten is het zaak dat jeugdartsen vroegtijdig mogelijke

behandelmethode, de enzym vervangingstherapie. Voor SMA

spierziekten onderkennen en het kind direct doorsturen naar

zijn sinds 2017 drie verschillende behandelmethoden op de markt

de kinderarts voor verder onderzoek. “Vroegtijdig signaleren en

gekomen: Nusinersen, Zolgensma en Risdiplam. Nusinersen moet

behandelen is belangrijk. Hoe langer je wacht, hoe beperkter het

drie maal per jaar via een ruggenprik worden toegediend. Er bestaat

resultaat”, zegt neuroloog Ludo van der Pol van UMC Utrecht.

voor dit middel sinds 2018 een vergoedingsregeling. Novartis Gene Therapy heeft daarnaast sinds 2021 Zolgensma voor een beperkte

Jeugdartsen monitoren kinderen in de eerste pakweg anderhalf

groep ter beschikking gesteld in afwachting van een besluit over

jaar van hun ontwikkeling. Van het eerste vastgrijpen tot het

vergoeding dat later dit jaar volgt. Zolgensma is een vorm van

kunnen staan en lopen. Als er iets mis gaat in die (grof-motorische)

gentherapie die eenmalig is. Er wordt gebruik gemaakt van een

ontwikkeling dan kán dat een spierziekte zijn, zoals de ziekte van

virus dat de oorzaak van SMA wegneemt door het ontbrekende

Pompe of spinale musculaire atrofie (SMA). “De crux is dat vanuit

stuk erfelijke materiaal in de zenuwcellen van de patiënt terug

het verleden de standaardaanpak is om een kind dat motorische

te brengen. Over een eventuele vergoeding van Risdiplam zal in

problemen vertoont eerst naar de kinderfysiotherapeut te sturen.

2022 een beslissing worden genomen. Het gaat om drie zeer dure

Maar dat staat haaks op de huidige ontwikkelingen met de

medicijnen. “De discussie over de vergoeding loopt; het is een veld

nieuwe behandelmethoden die vragen om zo vroeg mogelijk de

dat volop in beweging is.” Alle drie de behandelmethoden worden

behandeling te starten voor het optimale effect.”

al toegepast, Zolgensma en Risdiplam, beide geregistreerd maar

De ziekte van Pompe en SMA komen niet veel voor en dat maakt

in Nederland nog niet vergoed, kunnen in schrijnende gevallen

het lastig om de signalen tijdig te onderkennen. De tekenen die

worden toegepast.

duiden op een neuromusculaire ziekte bij hele jonge kinderen zijn ‘slappe’ baby’s. “Bijvoorbeeld een baby die na verloop van tijd zijn hoofd niet meer kan optillen in buikligging, of die in rugligging zijn ledematen niet tegen de zwaartekracht in kan optillen. Dat zijn absolute alarmtekens. Maar ook signalen van de ouders dat een kind motorisch achteruitgaat. Of als je ouders hebt met een eerste kind, dan komen die signalen soms van hún ouders.” De kinderarts kan bloedtesten laten doen om een spierziekte aan te tonen, dan wel uit te sluiten. “Wat je niet wilt, is dat de traditionele gang naar de kinderfysio ‘automatisch’ wordt ingezet met het risico op weken vertraging voordat het kind bij de kinderarts terecht komt. Als je niet oppast, verlies je twee, drie maanden en dat is gewoon te lang.” Het vraagt om alertheid bij de jeugdarts, zegt Van der Pol. “Dat als die constateert dat er iets niet klopt, dat hij dan doorpakt.” EENMALIGE BEHANDELMETHODE

Ja! magazine


het licht komen. “We zien nu ook wel kinderen die elders in

‘Ik ben heel dankbaar dat ik nu meer kan bieden dan alleen troost’

een diagnostisch proces zitten. En er zijn peuters, kleuters, adolescenten en zelfs volwassenen die SMA ontwikkelen. Maar

BRANDED CONTENT

MARKTVISIE

er zijn misschien ook mensen met deze erfelijke fout die de ziekte niet krijgen. We zijn dus wel heel benieuwd wat de hielprik ons gaat laten zien.” “Deze nieuwe behandelmethoden voor neuromusculaire ziekten

vormen een spectaculaire ontwikkeling. Lang werd gedacht dat er

voor spierziekten bij kinderen geen behandelmethode zou komen; HIELPRIK

het is simpelweg te complex was de gangbare gedachte. De

Van der Pol verwacht dat SMA in de tweede helft van volgend

behandeling van de ziekte van Pompe was een enorme mijlpaal.

jaar onderdeel gaat uitmaken van de hielprikscreening. Tot

Nu zijn er in een periode van vijf jaar drie behandelmethoden

die tijd maar ook daarna is het van belang om de alertheid

gekomen voor SMA. Ik ben dan ook heel dankbaar dat ik dit mag

op SMA en de ziekte van Pompe onder jeugdartsen en

meemaken en patiënten en hun ouders nu meer kan bieden dan

ook kinderfysiotherapeuten te vergroten. “We willen het

alleen troost. Waarbij het dus belangrijk is dat er in een vroeg

bewustzijn vergroten dat er steeds meer behandelmethoden

stadium actie wordt ondernomen. Want hoe langer je wacht, hoe

zijn voor erfelijke spierziektes.” Als SMA onderdeel wordt van

beperkter het resultaat. Dus heb je als jeugdarts het vermoeden

de hielprikscreening kan het zijn dat er meer gevallen aan

van een spierziekte, laat dan alles vallen en kom in actie.”

Ja! magazine


5 NUTRILON PEPTI 9225 =8,*(/,1*(1 0(7

KOEMELKALLERGIE ONZE MEEST VERTROUWDE INTENSIEF GEHYDROLYSEERDE DIEETVOEDING.

Pepti MCT bij ernstige verterings- en absorptie-stoornissen:

Bestel deze ietest koemelkprovocat tricia Nu uw bij s) loo (koste er ag an nm yo ray

100% intensief gehydrolyseerd wei-eiwit. (ƈHFWLHYH GLHHWEHKDQGHOLQǨ ELM NRHPHONDOOHUǨLH1

%HYDW SUHELRWLVFKH %HYDW SUHE ROLǨRVDFKDULGHQPL[ scGOS:lcFOS 9:1 die de KRHYHHOKHLG GLYHUVLWHLW HQ IXQFWLRQDOLWHLW YDQ honderden HMO’s LQ PRHGHUPHON HYHQDDUW2,3

'RRU WRHYRHǨLQǨ VF*26 OF)26 NOLQLVFK EHZH]HQ minder infecties, antibioticagebruik en koorts4-6

%HYDW 50% MCT-vetten 2RN ǨHVFKLNW ELM koemelkallergie ªQ lactose-intolerantie.

%HYDW lactose ZDW onder andere een 0¹ '3- -d darmmicrobiota VWLPXOHHUW7,8

Betere waardering van smaak ELM K\GURO\VDDW RS EDVLV YDQ ZHL HLZLW ªQ ODFWRVH

Wilt u graag meer informatie of advies? Wij zijn 24/7 bereikbaar voor ouders, en we zijn er ook voor u. 0800-0228060 %RUVWYRHGLQǨ LV GH EHVWH YRHGLQǨ YRRU EDE\šV 'H]H LQIRUPDWLH LV XLWVOXLWHQG EHVWHPG YRRU SDUD PHGLFL 1XWULORQ 3HSWL LV HHQ YRHGLQǨ YRRU PHGLVFK ǨHEUXLN 'LHHWYRHGLQǨ ELM NRHPHONDOOHUǨLH 1XWULORQ 3HSWL 0&7 LV HHQ YRHGLQǨ YRRU PHGLVFK ǨHEUXLN 'LHHWYRHGLQǨ ELM HUQVWLǨH YHUWHULQǨV HQ DEVRUSWLHVWRRUQLVVHQ HQ NRHPHONDOOHUǨLH 'H]H YRHGLQǨHQ PRHWHQ RQGHU PHGLVFK WRH]LFKW ǨHEUXLNW ZRUGHQ 5HIHUHQWLHV 1. *LDPSLHWUR 3* .MHOOPDQ 1, 2OGDHXV * HW DO 3HGLDWU $OOHUǨ\ ,PPXQRO 2. .QRO - HW DO - 3HGLDWU *DVWURHQWHURO 1XWU 3. %RHKP * HW DO $FWD 3DHGLDWU 6XSSO 4. 0RUR * HW DO $UFK 'LV &KLOG 5. $UVODQRǨOX 6 HW DO - 1XWUL 6. $UVODQRǨOX 6 HW DO - %LRO 5HǨ +RPHRVW $ǨHQWV 6 7. +H\PDQ 0% FRPPLWWHH RQ QXWULWLRQ 3HGLDWULFV 8. )UDQFDYLOOD 5 HW DO 3HGLDWU $OOHUǨ\ ,PPXQRO 9. 0DVOLQ . )R[ $7 HW DO 3HGLDWU $OOHUǨ\ ,PPXQRO Ş

NUTRILON

PEPTI


19 - 2021 #53

Column

Van arts naar artist In 2016 rondde ik de jeugdartsenopleiding af. Een paar maanden daarna deed ik auditie en werd ik aangenomen voor een dansopleiding in Londen. Inmiddels heb ik mijn jeugdartsenregistratie laten verlopen. Maar heb ik de jeugdgezondheidszorg ook helemaal los gelaten? Nee, allesbehalve! Ik heb altijd al geweten dat dans en gezondheid verbonden zijn en ik ben community dans gaan studeren om mijn artistieke kant te ontwikkelen. Nimmer had ik kunnen voorspellen hoeveel ik over gezondheid en de gezondheidszorg zou leren. De twee grootste eye-openers: het effect van sociale interactie op gezondheid en de beperkte rol die de gezondheidszorg heeft met betrekking tot gezondheid. Als jeugdarts kon ik ouders en gezinnen advies geven. Als community dance artist kan ik ze het laten zien en voelen. ‘Show, don’t tell’, zeggen schrijvers. Tijdens mijn stage bij The Magpie Project deed ik precies dat. The Magpie Project heeft inloopdagen voor moeders die dakloos zijn en in tijdelijke woonopvang wonen, met hun baby’s en peuters. Daar kunnen zij even bijkomen en hun zorgen loslaten, gratis luiers en voeding krijgen of praten met maatschappelijk werkers. Ik was daar samen met de ‘artist-in-residence’. Wij dansten twee uur lang op basis van improvisatie. Soms alleen, maar voornamelijk met de kinderen. Van de kleinste interactie met een handgebaar vanuit de andere kant van de zaal tot samen rollen en op de buik spelen. Door dans een hypertoon kind dat je niet aan z’n hoofd mag aanraken in een diepe ontspanning krijgen … waardoor het eindelijk in slaap kon komen. De woorden doen geen recht aan de werkelijke ervaring. Dat is de kracht van dans: je ervaart het met je lijf en prikkelt zo processen waar je via je hoofd niet bij kunt. Kinderen leren door beweging. Niet alleen motorisch, ook communicatief, cognitief en emotioneel. Dansen maakt ze fitter, slimmer, aardiger en bovenal veerkrachtig. Ik gebruik nu dans om kinderen hun lijf te laten voelen, zich verbonden te voelen met hun omgeving en de moed te geven om te blijven spelen en experimenteren. Allemaal vaardigheden voor een gezond, succesvol en betekenisvol leven.

Meriam Broersen Afgestudeerd als jeugdarts en werkzaam voor BEEE Creative, London

Ja! magazine


DILEMMA

Iedere jeugdarts moet arts M+G worden! Is dat een must om epidemieën op te lossen? Of willen we misschien te veel en te snel? En moeten we juist pas op de plaats maken? De redactie van JA! legde de stelling voor aan vier professionals.

2021 #53 - 20

GENOEG WERK

GEBREK AAN PERSPECTIEF

“Ik wens het iedereen toe om de tweede fase opleiding te ‘mogen’ volgen. Als jeugdarts kun je met deze opleiding zoveel meer aan preventie doen. Als arts M+G biedt ons vak de mogelijkheid tot een jarenlange carrière waarin je blijvend kunt groeien en uitdagingen kunt vinden. Een carrière zowel in als buiten de spreekkamer. Een groep binnen de JGZ zal dit niet met me eens zijn. Ik hoor vaak het argument dat er niet genoeg werk is voor artsen M+G in de JGZ. Dat gaat alleen op als je kijkt naar de situatie waarin we nu zitten. Maar we weten niet hoe het werk van de jeugdarts er over een aantal jaar uitziet. Hoeveel individuele zorg leveren wij dan nog? Welk loopbaanperspectief kan onze werkgever ons bieden? Op dit moment voeren basisartsen en jeugdartsen KNMG (soms ook artsen M+G) hetzelfde werk uit in de spreekkamer en zien ze veel kinderen. De werkgever maakt geen duidelijk onderscheid tussen opleidingsniveaus en gaat daarmee voorbij aan de meerwaarde van een goed opgeleide arts M+G. Er moet dus nog het nodige veranderen, voordat mijn wens kan uitkomen. Als je kijkt naar de aanpak van overgewicht en obesitas kan ik dit duidelijk maken. Dit is al ruim twintig jaar een hot item in de jeugdgezondheidszorg en daarbuiten. Helaas hebben we met al onze goede bedoelingen nog steeds niet het keerpunt van de epidemie bereikt. Ik denk dat artsen M+G dit probleem met een bredere blik kunnen oppakken. Met onderzoek en interventies in en buiten de spreekkamer. Waarbij we aansluiting zoeken bij de ketenpartners. De oplossing van dit probleem ligt mijns inziens in de maatschappij, dus bij de arts M+G!”

“Al tijden barst het van de vacatures voor jeugdartsen. Als je verder leest, zie je dat ook basisartsen en artsen M+G uitgenodigd worden om te reageren. Deze advertenties laten precies zien waar het mis gaat. Namelijk, al doe je opleiding na opleiding, dat wil zeggen eerst de opleiding tot jeugdarts, daarna de opleiding tot arts M&G, de werkzaamheden blijven min of meer hetzelfde. De functie blijft vooral bestaan uit het individueel beoordelen van de gezondheid van kinderen tijdens spreekuren. Jeugdartsen krijgen tijdens de opleiding de ruimte om zich buiten de spreekkamer te begeven en aansluiting te zoeken met netwerkpartners, gezien het belang van samenwerking rondom het kind. Maar al te vaak wordt die ruimte weer beperkt zodra de opleiding is voltooid. Menig jeugdarts voelt zich dan teruggezet naar de spreekkamer. Dit geldt in nog hogere mate voor artsen M+G die zich verder hebben ontwikkeld op het gebied van beleid, management en onderzoek. Ook deze artsen keren vaak na het voltooien van hun opleiding terug naar de uitvoering, een enkeling die stafarts wordt, daargelaten. Dit doet geen recht aan de competenties die ze zich eigen hebben gemaakt en leidt tot frustratie bij artsen. Je moet artsen M+G al tijdens de opleiding een toekomstperspectief kunnen bieden en dat hebben veel JGZ-organisaties op dit moment niet. Wil je alle jeugdartsen opleiden tot arts M+G, dan moet er een duidelijke visie zijn op hun rol en moet hun functie stevig verankerd zijn in de organisatie waar zij werkzaam zijn. Artsen M+G zouden bijvoorbeeld vaker een combinatierol van managerbeleidsadviseur kunnen vervullen, waarin zij ook namens de GGD met gemeenten onderhandelingen voeren over het jeugdbeleid. Ook kun je artsen M+G infectieziektenbestrijding als voorbeeld nemen voor de manier waarop een arts M+G ingezet kan worden in de organisatie.”

LINEKE DOGGER

EDITH LANGEVELD

Arts M+G en opleider/adviseur NSPOH (JGZ)

Jeugdarts en stafarts bij GGD Hollands Noorden.

Ja! magazine


21 - 2021 #53

NEE!

DE MAATSCHAPPIJ IS VERANDERD

“Wat mij betreft zou iedere jeugdarts die nu opgeleid wordt, arts M+G moeten worden. En iedere al opgeleide jeugdarts die graag arts M+G wil worden moet ook deze opleiding kunnen afronden. Dit is nodig voor een toekomstbestendige JGZ waarbij preventie ook nadrukkelijk bestaat uit public health, het vakgebied even aantrekkelijk is als of nog aantrekkelijker is dan andere specialismes, en waar professionals werken die zich makkelijk begeven op de scheidsvlakken van zorg, beleid en onderzoek. Toch zeg ik ‘nee’ tegen de stelling. Waarom? Om daar te komen heb je een meerjarenplan nodig, hoe zorgen we dat we daar over 15 jaar zijn? Op dit moment vormt een groot deel van het werk dat jeugdartsen doen de kern van het bestaansrecht van de JGZ, met veel kwaliteit en expertise die behouden moet blijven. Dit werk kan niet snel even in een paar jaar overgenomen worden door taakdelegatie en herorganisatie, dan gooi je letterlijk het kind met het badwater weg. Geef de jeugdartsen die hart hebben voor hun vak zoals zij daarvoor zijn opgeleid, een duidelijke rol in de beslissingen bij het herinrichten van de JGZ en het betrekken van andere en nieuwe disciplines. Zodat de kwaliteit overeind blijft, maar er geleidelijk steeds meer ruimte komt voor de artsen M+G om een ander pakket aan taken te krijgen. Daarbij is het belangrijk dat gemeenten en JGZ-organisaties deze toekomstvisie voor zich zien en daarin meegroeien. Kwaliteit moet leidend zijn in de snelheid van het proces. Als opleider onderzoek bij de NSPOH zie ik dat de opleiding M+G past bij de nieuwe generatie artsen, en dat er mooie kruisbestuivingen zijn tussen de expertise van hun ervaren collega’s en de M+G-blik die de aios daaraan toevoegen. Mijns inziens de juiste ingrediënten voor de JGZ van de toekomst!”

“Ja, iedere jeugdarts zou arts M+G moeten worden. Jeugdartsen hebben een centrale taak in de maatschappij. Ze bewaken en bevorderen de gezondheid van de nieuwe generatie. Dat doen ze in hun contacten met kinderen van alle leeftijden. Dat doen ze ook door verbinding te maken met en invloed uit te oefenen op de systemen om kinderen heen, van hun gezin via school en wijk tot landelijke instanties en regelingen. Dit mooie, zware en complexe takenpakket vraagt om de competenties van een arts M+G. Tijdens de opleiding leer je strategisch te denken, krachtenvelden te doorgronden, planmatig innovaties naar de praktijk te brengen en gezondheidssystemen te doorgronden. Je groeit uit tot sociaalgeneeskundig leider, je wordt een geneeskundig specialist. Een klasse apart! Zelf heb ik nog, negentien jaar geleden, als consultatiebureau-arts gewerkt na de zogenaamde applicatiecursus van twee weken. Groei, voeding, slaap, allergie, huilen, oren, huid, vaccinaties, oogmeting, heupen: we kregen de concrete onderwerpen uit de praktijk aangeleerd. Ik zag kinderen met hun ouders (vooral moeders) voor de consulten, stuurde de verpleegkundige op huisbezoek in geval van huilbaby’s en schreef nu en dan een verwijsbriefje naar de huisarts. Het werk was onvergelijkbaar met wat een jeugdarts nu doet. De maatschappij is veranderd, mensen zijn veranderd, verwachtingen over het vak zijn veranderd. Na de applicatiecursus zijn er de tweejarige opleiding en de profielregistratie tot jeugdarts gekomen. Dat zijn enorme stappen voorwaarts geweest. Nu is het tijd voor de volgende stap, om in de huidige tijd tot vakvolwassenheid te komen. Het is tijd dat iedere jeugdarts arts M+G wordt.”

ANGARATH VAN DER ZEE

KARINE VAN ’T LAND

Opleider onderzoek NSPOH

Arts M+G, jeugdarts KNMG, zorgexpert leefkracht + gezondheid Menzis

Ja! magazine

DILEMMA

Doorpraten over de stelling? Dat kan in de app van de AJN (Forum). Liever mailen? Stuur je bericht naar: ja@ajnjeugdartsen.nl


onderzoek

2021 #53 - 22

Ja! magazine


23 - 2021 #53

ONDERZOEK

‘Arts M+G is de buitenpost van de geneeskunde’ Wetenschappelijk onderzoek in de JGZ is belangrijk om de klinische praktijk te onderbouwen en te innoveren. Welke onderzoeken vinden in Nederland plaats en wat is de rol van jeugdartsen hierbij? Hein Raat, hoogleraar Jeugdgezondheidszorg bij de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC, leidt een groot aantal onderzoeken die kennis en inzicht verschaffen over gezondheid van jeugd in Nederland en daarbuiten. Hij pleit voor academisering van jeugdartsen en een sterke rol voor artsen M+G om aan de toekomst van de publieke gezondheidszorg te bouwen. Tekst: Henrike ter Horst Beeld: Shutterstock

“Alle UMC’s en ook universiteiten zoals in Twente en Tilburg, en

richtlijnen; van de totstandkoming, de inhoud en de samenwerking

instituten als TNO en Verweij-Jonkerinstituut doen wetenschap-

met vele beroepsgroepen. Het zijn echt richtlijnen van de JGZ zelf.

pelijk onderzoek. Hiervoor is er altijd contact met het werkveld.

Nu er zoveel JGZ-richtlijnen zijn, wordt er gewerkt aan nieuwe

Met jeugdartsen en andere professionals, met de AJN en met

formats om de praktijk beter te ondersteunen, bijvoorbeeld door

lokale aanbieders van JGZ, vaak via academische werkplaatsen,”

een richtlijn uit modules op te bouwen, waarbij bepaalde modules

vertelt Raat. “Dit is nodig, want informatie van JGZ-professionals

in verschillende richtlijnen kunnen terugkomen.

zorgt ervoor dat onderzoek toegespitst kan worden op de dagelijkse praktijk. Dit kan altijd beter. Zo was een predictie-model

ONDERZOEKSMETHODEN

voor overgewicht in theorie perfect, maar bleek dit in praktijk nog

In de meeste gevallen wordt gewerkt met evidence based medi-

voor verbetering vatbaar. Het laat zien hoe belangrijk het is om in

cine, gebaseerd op gerandomiseerde onderzoeken (RCT’s). “Dat

contact te staan met de uitvoerders.”

is ons gouden model, maar niet elke onderzoeksvraag is geschikt

De ideeën voor onderzoek komen ook uit het veld zelf, de sa-

voor een RCT,” vertelt Raat. Hoe kun je zonder RCT’s toch betrouw-

menwerking is intensief en voor langere tijd. Een voorbeeld is de

bare data genereren? De hoogleraar geeft een voorbeeld: “Neem

ontwikkeling van richtlijnen voor de JGZ. Dit zijn langdurige proces-

het CIKEO-project met de onderzoeksvraag ‘wat zijn effectieve

sen waarbij met alle partijen de huidige stand van kennis wordt ge-

interventies voor opvoedondersteuning?’ In dit project werd een

inventariseerd. “Soms worden hierbij lacunes vastgesteld die leiden

‘naturalistische effect evaluatie’ gedaan. Bij ruim duizend gezinnen

tot de vraag om nieuw wetenschappelijk onderzoek. Zo’n nieuwe

werd in de ‘natuurlijke situatie’ uitgevraagd welke opvoedvragen er

onderzoeksvraag kan bijvoorbeeld in een ZonMW programma

waren en welke elementen van opvoedondersteuning wel of niet

worden opgenomen, waarna het kan worden uitgevoerd; dat is een

werden gezocht en gekregen. Er werd ook onderzocht of gezinnen

zaak van ‘lange adem’,” zegt Raat. Hij is onder de indruk van de JGZ-

met bepaalde ondersteuning beter af waren dan gezinnen zonder

Ja! magazine


ONDERZOEK

2021 #53 - 24

ondersteuning. En er werden methodes gebruikt waarin experts en uitvoerders samen bespraken welke onderdelen wel of niet effectief zijn (‘effectenarena’).” MEER INVLOED UITOEFENEN Alle artsen werkzaam in de publieke gezondheid zouden de vierjarige arts M+G opleiding tot medisch specialist in de public health moeten volgen, vindt Raat. Hij noemt het een voorwaarde voor de toekomstige JGZ: “Je bent na twee jaar geen specialist, ook niet bij andere vakken. Als arts M+G, profiel jeugd, kun je na de vierjarige opleiding je vak in de breedte uitvoeren. Onderzoek, beleid, communicatie, profilering; alles komt op een hoger en wetenschappelijk gefundeerd plan te staan. De volgende belangrijke discussie is hoe de werkinhoud en de organisatie van het werk in de jeugdgezondheidszorg van de (toekomstige) artsen M+G het beste aansluiten op de competenties. “De jeugdarts heeft verschillende rollen en kan bijvoorbeeld analyses uitvoeren, waar nodig onderzoek (laten) doen, en nieuw beleid implementeren. De arts M+G is ook een advocaat voor jeugd en gezinnen in de samenleving: de problemen en misstanden blijven adresseren en op deuren blijven kloppen!” Daarvoor is het nodig om sterker te worden en effectiever te communiceren, meent Raat. “Meer invloed uitoefenen betekent ook jezelf organiseren. Niet alleen binnen de eigen discipline, maar ook samen met andere partijen door het sluiten van coalities. Het voor jezelf opkomen doe je namelijk niet alleen voor jezelf of voor je beroepsgroep, maar voor de hele maatschappij.” BETER ORGANISEREN Micha de Winter zei tijdens de AJN-dag van april 2021 dat jeugdartsen zich te weinig hebben laten horen, zich hebben laten wegzetten. Raat is het hiermee oneens: “Ik hoor de jeugdartsen wel, ze doen alles wat in hun macht ligt, maar naar mijn mening heeft de overheid de afgelopen decennia te weinig aandacht besteed aan publieke gezondheidszorg in het algemeen en aan

ligt bij degenen die de beleidskeuzes maken, dus de politiek en

jeugdgezondheidszorg in het bijzonder. De verantwoordelijkheid

ook de ambtenaren die de politiek ondersteunen. Efficiëntie alleen is niet genoeg, er is een visie nodig over goede investeringen in de public health die de samenleving en de economie sterker maken. Tekortkomingen zijn volgens mij niét de zorgprofessional aan te rekenen. Het is én-én: óok de professionals moeten zich organise-

Wie is Hein Raat?

ren. Een goed voorbeeld hiervan is de AJN. Ik vind bijvoorbeeld dat de professionalisering van de AJN organisatie, zoals de keuze om

Hein Raat studeerde geneeskunde in Amsterdam

een bedrijfsbureau op te zetten, enorm veel heeft gebracht!”

en werd arts Maatschappij + Gezondheid. Sinds 1987 woont en werkt hij in Rotterdam. Hij is

HET VAK MOET AANTREKKELIJKER

hoogleraar Jeugdgezondheidszorg bij de afdeling

“Als de coronapandemie één ding duidelijk heeft gemaakt, is

Maatschappelijke Gezondheidszorg van het

het wel dat publieke gezondheidszorg jarenlang te weinig is

Erasmus MC.

benut door de samenleving en op een waakvlam-niveau heeft gefunctioneerd. Er is te veel bezuinigd in plaats van geïnvesteerd,

Ja! magazine


25 - 2021 #53

ONDERZOEK

de rol van de professional terug op agenda. De tijd van tien jaar geleden, toen de professional enkel werknemer was die opgedragen taken moest vervullen, moet voorbij zijn. Professionele beroepsuitoefening wordt weer belangrijk, de professional gaat zich dan beter voelen. Er is een tekort aan zorgprofessionals wereldwijd, dus maak het vak weer aantrekkelijk. Niet alleen qua arbeidsvoorwaarden, maar ook qua context en inhoud. De onderlinge samenwerking tussen de verschillende profielen van arts M+G (onder andere jeugd, milieukunde, infectieziektenbestrijding) zou daarbij veel vanzelfsprekender moeten zijn. Bij veel GGD’en en JGZ-organisaties kunnen die verbindingen versterkt worden.” INVESTEREN NA CORONA Raat hoopt dat de brede motivatie om na de coronapandemie te investeren en te vernieuwen zich echt doorzet en vertaalt in een actieve, deskundige en aantrekkelijke public health die zichtbaar bijdraagt aan de samenleving. “De arts M+G heeft daarbij een centrale rol. Niet iedere professional in de public health hoeft arts te zijn, maar een public health zonder artsen is voor mij ondenkbaar. Het gaat over gezondheid en ontwikkeling van jonge mensen die allemaal nodig zijn voor een inclusieve samenleving die bouwt aan een betere en duurzame toekomst. Kennis van pathologie, determinanten van ziekte en gezondheid, en differentiaal diagnostisch en klinisch denken dragen bij aan een brede analyse van public health problemen én aan oplossingen.” Q

Generation R Hein Raat is betrokken bij Gereration R, het grote en daarmee werd innovatie tekortgedaan en verloor de sector

en langdurige onderzoek bij circa 10.000 jongeren

aantrekkingskracht voor nieuwe medewerkers.” Om dit tij te keren,

en gezinnen in Rotterdam, vanuit het Erasmus MC,

is er actie nodig, vindt de hoogleraar. “Actie ten eerste vanuit de

de gemeente en samenwerkende professionals.

politiek. Er zijn veel grote problemen die om een sterke overheid

Hieruit worden veel data gegenereerd die ook

vragen: klimaatverandering, armoede en uitsluiting, arbeidstekor-

voor de jeugdgezondheidszorg bruikbaar zijn,

ten en migratie. Deze problematiek heeft rechtstreeks invloed op

maar ook voor gemeenten bijvoorbeeld. Raat:

kinderen en jongeren en hangen samen met kansenongelijkheid.

“Een groot voordeel van Generation R is de diverse

Een sterke en gefundeerde publieke gezondheidszorg moet een

samenstelling van de bevolking in Rotterdam, en

bepalende rol spelen in de aanpak van deze kwesties.”

de aanwezigheid van veel verschillende culturen.

Raat vervolgt: “Iets wat me de laatste jaren steeds duidelijker werd

Het onderzoek vindt plaats in Rotterdam, maar

is dat professionals het werk moeten kunnen volhouden gedu-

het doel is om algemene processen te beschrijven

rende hun hele loopbaan. In de zorg is het geen sprint maar eerder

en te begrijpen, en om algemene kennis te

een marathon. Werknemers moeten enthousiast blijven, zich blij-

genereren. Bij alle onderzoeken is het van belang

ven ontwikkelen, in balans blijven, en steun kunnen vragen als dat

om de resultaten te verifiëren in andere landen of

nodig is. Om de public health in stroomversnelling te krijgen moet

in een andere context.”

Ja! magazine


Geaccrediteerd voor jeugdartsen

Gezonde voeding is belangrijk voor de groei en ontwikkeling van het jonge kind en legt een stevig fundament voor de gezondheid op latere leeftijd. Een gevarieerde voeding met hoofdzakelijk basisvoedingsmiddelen levert hiervoor de benodigde voedingsstoffen. Al op jonge leeftijd ontwikkelen kinderen voedingsgewoonten die bepalend zijn voor hun voedingspatroon later in het leven. E-learning: Jong geleerd is oud gedaan In de e-learning leer je meer over smaakontwikkeling bij kinderen, goede voeding voor kinderen, hoe om te gaan met kinderen die moeilijk eten en de rol van de ouder. • Ontwikkeld en geaccrediteerd voor (kinder)diëtisten, jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen (jeugdarts KNMG of arts Maatschappij en Gezondheid, profiel Jeugdgezondheidszorg) • Relevante onderwerpen over goede voeding voor kinderen vanaf 1 jaar • Volg de e-learning wanneer het jou uitkomt

Meer informatie en aanmelden www.fci-academy.nl

Ben je een voedings- of gezondheidsprofessional en wil je meer weten over zuivel, voeding en gezondheid? Bezoek dan onze website en schrijf je in voor onze nieuwsbrief. www.frieslandcampinainstitute.com/nl institute.nl@frieslandcampina.com Facebook: /FrieslandCampina Institute Twitter: FCInstitute_NL


27 - 2021 #53

SELFIE

Mondzorg als persoonlijke drijfveer ‘Op 1 maart 2021 begon de meteorologische lente en zo ook de eerste fase van mijn opleiding tot jeugdarts. We startten met twee hele dagen ‘zoomen’. Voordeel: ik hoef niet na te denken welke schoenen ik aantrek. Met mijn lengte (niet zo erg lang) is dat voor mij een serieus aandachtspuntje bij een kennismakingsdag. Nadeel: alleen offline lunchpauze. Gelukkig zit ik in een onwijs gezellig cohort. Regelmatig spreken we ’s morgens online af voordat de lessen beginnen. En tijdens de pauze kan ik iemand bellen vanuit mijn zonnige voortuin. Ook niet verkeerd. Tijdens de opleiding focus ik me met de moduleopdrachten op preventieve mondzorg. En waarom? Omdat goede mondzorg belangrijk is, zoals te ontdekken op de e-learning van JGZ Academie. Ik heb deze e-learning van de week gedaan en vond het erg goed. De tweede reden komt uit persoonlijkere hoek. Vanwege tandartsangst ben ik drie jaar niet naar de tandarts geweest. Inmiddels heb ik een andere tandarts gevonden waar ik al jaren heen ga. Zij is geweldig! Informed consent heeft zij in de vingers en dat begint al met het laten zien van het instrumentarium voordat ze het gebruikt. Ik gun ieder kind een aardige tandarts om halfjaarlijks heen te gaan en een gezond, stralend en compleet gebit!’ Q

Wie: Rifka Efrat (28) Werkt: via de SBOH bij GGD Amsterdam Opleiding: gestart in 2021 (Opnieuw) AJN-lid: sinds maart 2021 Ja! Ja!magazine magazine


casus

2021 #53 - 28

‘Neem de tijd voor het hele verhaal’ Iedereen in het asielzoekerscentrum heeft zijn oordeel over deze jonge moeder uit Ivoorkust al klaar. Ze is binnengekomen na een strafoverplaatsing vanuit een ander asielzoekerscentrum, vanwege een uit de hand gelopen ruzie met een medebewoner. De moeder heeft een explosief karakter, is zorgmijdend en zorgt niet goed voor haar kind dat in ontwikkeling achterloopt. Binnen een week na aankomst wordt jeugdarts Petra de Jong gebeld door het crisisinterventieteam van de GGD. Tekst: Petra de Jong Beeld: Pixabay.com

“Gezinslocatie Katwijk, één van asielopvanglocaties waar ik werk, is een locatie voor uitgeprocedeerde asielzoekers met minderjarige kinderen. Er wonen veel gezinnen en alleenstaande moeders met complexe problematiek. Vluchteling zijn is al moeilijk genoeg. Je vertrouwde moederland moeten verlaten op zoek naar een veilige plek, een vluchtreis vol risico’s. Veel vluchtelingouders kampen met PTSS, depressiviteit, angststoornissen en slaapproblemen. En als je dan na een korte of langere asielprocedure ook nog op deze locatie voor uitgeprocedeerden belandt, is er die langdurige onzekerheid over de toekomst en de voortdurende angst voor uitzetting. Daar is geen therapie tegen opgewassen. Kinderen hebben hier natuurlijk last van. Je zou kunnen zeggen dat alle kinderen in asielopvanglocaties voor uitgeprocedeerden KOPP kinderen zijn (kinderen van ouders met psychische problemen). Veel ouders zijn verminderd beschikbaar, er is vaak sprake van parentificatie en ontwikkelingsproblematiek.

De jonge moeder uit Ivoorkust heeft een aantal dagen na haar verhuizing staan razen en tieren in de gang van het woongebouw. Ze is tijdelijk onbenaderbaar en haar zoontje is getuige van dit alles. De ingeroepen crisisdienst GGZ adviseert een behandeling bij Centrum ’45 vanwege verwaarloosde PTSS. En het crisisteam GGD adviseert het COA, dat zorgdraagt voor de opvang van asielzoekers, een melding bij Veilig Thuis te doen. Het team spreekt over een mogelijke ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van het kind, omdat dit niet het eerste incident is en moeder bekend staat als zorgmijder. Een zorgelijke casus. Hoe is dit gezin het beste te helpen? Na overleg met het crisisteam GGD en Veilig Thuis, vaak nog wat onwennig met onze bewoners, wordt besloten dat de JGZ op locatie eerst een beter beeld van moeder probeert te krijgen. Er gaat veel tijd zitten in het leggen van het eerste contact. Moeder reageert niet op uitnodigingen en de deur blijft steevast dicht bij huisbezoeken. Uiteindelijk lukt het toch om contact te krijgen en samen met een Jeugd- en Gezinsteamlid wordt langzaam een vertrouwensband opgebouwd. Samen komen we erachter wat moeder nodig heeft. Geen therapie door over het verleden te praten; dat heeft ze al een keer geprobeerd, maar past niet bij haar. Ze wil hulp om al haar opgebouwde frustraties te kunnen kanaliseren. Frustraties over een langslepende asielprocedure. Frustraties over haar wens om dan maar terug te keren naar land van herkomst, maar hierbij tegen een administratieve reuzendrempel op te lopen waardoor het steeds niet lukt. Frustraties over het ontbreken van een

‘De jonge moeder staat te razen en te tieren en haar zoontje is getuige van dit alles’ Ja! magazine


29 - 2021 #53

daginvulling en intellectueel niet uitgedaagd te worden. Frustraties over het als asielzoeker niet op waarde geschat worden. Frustraties over iedereen om haar heen die oordeelt, maar niet luistert.

‘Ze wordt in haar kracht gezet door gesprekken met de maatschappelijk werker’

casus

Deze moeder heeft helemaal geen gespecialiseerde hulp nodig. Ze wordt in haar kracht gezet door laagdrempelige gesprekken met de maatschappelijk werker die samen met haar en vrijwilligers op zoek gaat naar dagbesteding en een sportactiviteit waarmee ze de opgebouwde negatieve energie in haar lichaam kan vrijmaken. Daardoor gaat het beter met moeder en staat ze open voor de peuterspeelzaal voor haar kind. Hierdoor krijgen we ook een beter beeld van haar kind en wat hij nodig heeft. Pas als je het hele verhaal kent, weet je wat een ouder nodig heeft. Dat kost tijd. Ik vind het de kracht van de JGZ om die tijd nemen. Dat moeten we behouden. Binnen en ook buiten asielzoekerscentra.” Q

Ja! magazine


* Deze congressen zijn geaccrediteerd of er is accreditatie aangevraagd bij ofwel AbSG, ofwel NVvP. Jeugdartsen komen op basis van de KNMG-brede regeling “Nascholing buiten het eigen vakgebied” ook in aanmerking voor door NVvP toegekende registerpunten, mits er op het moment van toekenning niet reeds meer dan 25% van de totaal benodigde nascholing buiten het eigen vakgebied is gevolgd.


Stimuleer ouders om te gaan voorlezen en informeer hen over het gratis BoekStartkoffertje.

Onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen die als baby worden voorgelezen, later zelf sneller een boekje pakken en meer plezier aan lezen beleven. En als ze wat ouder zijn, plukken ze daar de vruchten van. Boeken zijn een middel bij uitstek om de taalomgeving van kinderen te verrijken, want boeken geven op een vanzelfsprekende manier aanleiding tot interactie tussen ouder en kind. Veel ouders realiseren zich alleen niet dat het heel zinvol is om baby’s voor te lezen. De gratis e-learning Taalstimulering door voorlezen helpt u bij het bespreken van het belang van voorlezen met ouders. De e-learning vindt u in de JGZ academie van het NCJ.

Tips om aan ouders te geven • Laat je baby het boekje zelf ontdekken: grijpen, sabbelen, ermee zwaaien en gooien. • Kijk en volg wat je baby met het boekje doet, reageer daar enthousiast op! • Leg je baby zo neer dat je oogcontact kunt maken. Je baby kan dan zien wie er voorleest en jij kan zien wat je baby boeit. • Haal in de Bibliotheek het gratis BoekStartkoffertje met twee boekjes, in combinatie met het gratis lidmaatschap voor je baby. • Download de BoekStartapp voor boeken- en voorleestips.

Kijk op boekstartpro.nl voor informatie voor de jeugdgezondheidszorg.

1_2_liA4_fc_J.indd 1

04-10-2021 15:35

Biologische opvolgmelk op basis van geitenmelk. Verkrijgbaar bij

De opvolgmelk van Pure Goat zit bómvol biologische volle geitenmelk en extra voedingsstoffen zoals ijzer, vitamines en andere mineralen. We hebben daar nog een schepje bovenop gedaan met Biologische GOS vezels uit melk en omega-3 DHA* uit Algen. Zonder maltodextrine, plantaardige olie uit de tropen, of visolie van tonijn. Geniet, want voor je het weet zijn ze groot!

Puregoatcompany.com * Voorgeschreven door de wetgeving voor flesvoeding


INTERVIEW

2021 #53 - 32

Ja! magazine


33 - 2021 #53

INTERVIEW

‘Een jeugdarts moet overal kunnen zijn waar nodig’ Het is de hoogste tijd om te investeren in publieke gezondheid, vindt André Rouvoet, voorzitter van GGD GHOR Nederland. Jarenlange bezuinigingen hebben de sector geen goed gedaan. Dat is tijdens de coronacrisis nog eens extra duidelijk geworden. Meer geld, meer goed opgeleide medewerkers; het is voor Rouvoet een belangrijk speerpunt. “Ik zal niet rusten totdat in het regeerakkoord een duidelijke passage opgenomen wordt over de versterking van de publieke gezondheid.” Tekst: Bureau Bax Beeld: Kjell Postema (pagina 32), Derk Hol (pagina 35)

U bent nu ruim een jaar voorzitter van GGD GHOR Nederland.

Wat staat, als het gaat om JGZ, het hoogst op uw prioriteitenlijst?

Wat heeft u het meest verrast?

“Versterking van de publieke gezondheid, waaronder prominent de

“Afgelopen jaar is heel erg gekleurd door corona. GGD GHOR

JGZ. Dat hangt samen met wat er in Den Haag aan het gebeuren

Nederland is een vereniging van 25 directeuren. Zowel de directeuren

is. (Waar op het moment van schrijven nog onderhandeld wordt

als ikzelf zijn voor 95 procent alleen maar bezig geweest met corona.

over een nieuw regeerakkoord, red). Een van de lessen die we uit

Ook binnen de GGD’en zag je dat bijna alle aandacht naar corona

de coronaperiode kunnen trekken, is dat er heel erg geïnvesteerd

ging. De inzet van bestaand personeel, maar ook de instroom van

moet worden in de publieke gezondheid, zowel gezondheidsbe-

nieuwe medewerkers; allemaal ten behoeve van de pandemiebe-

scherming als gezondheidsbevordering. Die twee komen in de JGZ

strijding. Corona was geen verrassing, maar de intensiteit van wat er

bijelkaar. Daar kan niemand meer omheen.”

gevraagd werd van de GGD-medewerkers, was enorm. De sector is echt in het diepe gegooid en dan zie je waar een sector toe in staat is. Dat vond ik verrassend, of beter: indrukwekkend.” Het reguliere werk heeft een tijd stilgelegen. Hoe zorgen jullie dat dit weer de aandacht krijgt die het nodig heeft? ‘Er heeft weinig stilgelegen hoor. In begin zijn mensen tijdelijk ingezet bij testen, maar naarmate de landelijke schil werd aangevuld, keerden de meesten weer terug naar hun reguliere werk. Consultatiebureaubezoeken en het RVP kun je niet stil laten vallen. Het is

‘Corona heeft ons geleerd dat er heel erg geïnvesteerd moet worden in de publieke gezondheid’

wel een discussie geweest. In de teststraten moesten we opschalen, opschalen, opschalen, maar we wilden niet de mensen van de JGZ inschakelen. Zeker niet structureel. Er is wel weinig aandacht geweest voor het werk. En dat is soms ondankbaar. Sinds een paar

Versterking van de publieke gezondheid, hoe ziet u dat voor zich?

maanden, nu de hitte van corona er een beetje af is, zie ik het regu-

“We hebben bij de informateur, bij de politiek, een claim neerge-

liere GGD- en GHOR-werk steeds meer in mijn agenda oppoppen.”

legd van 600 miljoen euro structureel, waarvan 300 miljoen voor

Ja! magazine


INTERVIEW

2021 #53 - 34

de JGZ. Dat is niet om maar gewoon heel veel geld te vragen, dat

of traject extra hard nodig zijn. Ik ben er ook niet op uit om alles

is domweg nodig. Aan de ene kant voor infectieziektebestrijding

overal helemaal gelijk te trekken. In Assen en Rotterdam spelen

omdat we door COVID-19 hebben gezien wat daar aan tekorten

heel verschillende problemen. Publieke gezondheid is altijd lokaal

zit. Aan de andere kant voor de JGZ en voor informatievoorziening.

gekleurd. Maar we kunnen wel meer doen dan wat we nu als basis

Er moet heel veel gebeuren om goed voorbereid te zijn op een

aanbieden. Zorg dat de interventies waarvan we met elkaar heb-

volgende gezondheidscrisis.”

ben vastgesteld dat ze nodig zijn, bijvoorbeeld op het gebied van obesitas en armoede, in het hele land worden aangeboden. Zorg

Waar wilt u dat geld precies aan besteden?

dat de jeugdarts daarbij een belangrijke rol kan vervullen. En dat

“Allereerst aan personeel. Er is een heel groot tekort aan IZB-artsen,

begint bij voldoende middelen.”

maar ook in de JGZ. Daar is echt uitbreiding van jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen nodig. Bij de JGZ denk ik dat we zo’n 25

Maar is het niet belangrijker om eerst te zorgen dat de basis

procent meer personeel nodig hebben. Dat is fors, maar nodig om

goed op orde is, voordat jeugdartsen nog meer projecten op hun

alle kinderen in heel Nederland dezelfde voorzieningen te kunnen

bord krijgen?

bieden. Dat lukt nu niet. GGD’en krijgen hun geld van gemeenten,

“Je kunt die basis op verschillende manieren definiëren. Je kunt zeg-

die krijgen het geld van het Rijk via het gemeentefonds, maar dat is

gen de kern van de JGZ is het consultatiebureau plus het RVP. Dat

niet geoormerkt. Dus gemeenten zijn vrij om het geld te besteden

is zo. Maar we zijn wel een aantal jaren verder en het terrein van de

waar ze aan willen. En dat is geen verwijt, maar iedereen weet

JGZ is een stuk breder geworden. Er is een enorme professionalise-

dat gemeenten onder geweldige budgettaire druk staan en dan

ringsslag in de JGZ geweest. De jeugdgezondheidszorg ontwikkelt

maken ze niet allemaal dezelfde keuzes op het gebied van jeugdge-

mee met de bewegingen in de maatschappij. Juist de netwerk-

zondheidszorg. Natuurlijk, overal is het consultatiebureau, overal

functie, de contacten die jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen

wordt het Rijksvaccinatieprogramma uitgevoerd, maar er zijn veel

hebben met scholen, huisartsen, audiologische centra, gemeenten,

meer erkende interventies die van belang zijn voor een gezonde

verloskundigen, enzovoorts; dat is de meerwaarde van de JGZ. En

ontwikkeling van kinderen. En nu kan het zomaar zijn dat je die in

dat hoort wat mij betreft bij die basis.”

de ene gemeente wel krijgt en in de andere gemeente niet. En dat is onacceptabel.”

Hoe zorgt GGD GHOR Nederland ervoor dat ze hier in Den Haag ook van doordrongen zijn? “We hebben als vereniging van GGD-directeuren ons standpunt al behoorlijk scherp kenbaar gemaakt in Den Haag. Door corona zijn

‘Nu krijg je in de ene gemeente wel bepaalde zorg en in de andere niet. Dat is onacceptabel’

we als sector sterker samen gaan optreden. Ik hoop dat dat blijvend is. Natuurlijk gaan we niet alles centraal organiseren. De GGD’en blijven gemeentelijke diensten. Maar het feit dat we collectief gezegd hebben ‘er moet geïnvesteerd worden’ is een statement van jewelste. Ik ben niet van plan dat los te laten. We blijven tijdens de kabinetsformatie, maar ook daarna, voortdurend bij het ministerie van VWS aankloppen met onze boodschap. Frappez toujours! Ik zal niet rusten totdat in het regeerakkoord een duidelijke passage opgenomen wordt over de versterking van de publieke gezondheid.” Iedereen snapt het belang van goede JGZ, maar staat de JGZ

Dus, dwingend opleggen?

bovenaan de lijstjes bij het verdelen van de budgetten?

“Ik denk dat het van belang is om het geld dat bestemd is voor

“Nou afgelopen jaren zeker niet. Niemand ontkent het belang,

onzer aller gezondheid te labelen, zodat gemeenten niet in de ver-

maar de JGZ trekt, door gemeentelijke budgettaire onmacht, toch

leiding komen om het geld aan andere zaken te besteden. Op die

vaak aan het kortste eind. Ik las een keer een artikel waarin een

manier kan het extra geld dat via het gemeentefonds beschikbaar

wethouder schreef over dilemma’s waar zijn gemeente mee te ma-

komt, daadwerkelijk besteed worden aan interventies zoals Stevig

ken had. Hij zei ‘uiteindelijk moet je die weg wel gewoon repareren

Ouderschap, M@ZL, VoorZorg. Er wordt al jarenlang fors bezuinigd

en dan gaat dat ten koste van bijvoorbeeld jeugd en welzijn’. Toen

op de GGD en de JGZ. En ik krijg signalen dat dat tot op de dag van

heb ik gezegd ‘kun je dat ook omdraaien? Zou het niet verstandiger

vandaag doorgaat.

zijn om die investering in jeugd en welzijn sowieso door te zetten.

Natuurlijk kun je altijd kijken naar bijzondere situaties en omstan-

Dan moet die wegreparatie maar even wachten’. Die mentaliteit

digheden. In sommige gemeenten zal een bepaald programma

moet anders.”

Ja! magazine


35 - 2021 #53

INTERVIEW

Als er meer geld komt, wilt u dit voor een groot deel uitgeven

‘GGD’en zijn actief bezig om een aantrekkelijke werkgever te zijn’

aan meer medewerkers. Wat doet GGD GHOR Nederland om het vak aantrekkelijker te maken? “Dat ligt niet direct bij ons, maar meer bij de GGD’en zelf. Ik weet wel dat de GGD’en er actief mee bezig zijn om een aantrekkelijke werkgever te zijn. Zo wordt er fors geïnvesteerd in continue bijscholing. Zodat artsen zich kunnen blijven ontwikkelen. Als je kijkt naar de afgelopen jaren, heeft er een flinke professionaliseringsslag plaatsgevonden. Werkten er vroeger vooral basisartsen in de JGZ, tegenwoordig zijn het met name jeugdartsen en artsen M+G.”

Bent u zelf, als voormalig minister van Jeugd en Gezin medeverantwoordelijk voor bezuinigingen op de JGZ?

Er zijn ook artsen met ambities, die teruggefloten worden door

“Nee, de grote bezuinigingen zijn van na mijn tijd. En dat zeg ik

hun GGD. Dat werkt frustrerend…

niet om flauw te doen. Ik heb als minister het initiatief genomen

“Dat herken ik wel. Mijn indruk is dat er mooie initiatieven zijn die

om in alle gemeenten Centra voor Jeugd en Gezin in te richten

afketsen op budgettaire tekorten. Een directeur publieke gezond-

met in het hart de JGZ. In die centra, die op veel plaatsen nog

heid heeft dan de ondankbare taak om te zeggen ‘ik zou willen

steeds actief zijn, wordt de verbinding gelegd met scholen,

dat ik het kon honoreren, maar dat lukt nu niet’. Mijn ideaalbeeld

maar ook met jeugdzorg bijvoorbeeld. Ik heb daar toen een paar

is een JGZ die in staat wordt gesteld om zijn brede pakket in volle

honderd miljoen voor vrij gemaakt en dat geld heb ik in een

omvang te kunnen waarmaken. Overal te zijn waar nodig is. Het

brede doeluitkering gestopt. Dat was dus geoormerkt geld: het

mag niet zo zijn dat een jeugdarts zich gedwongen voelt om zich

ging naar Centra voor Jeugd en Gezin en pas als die gerealiseerd

te beperken tot het RVP en de verplichte contactmomenten.”

waren, kon het geld naar het gemeentefonds. Ik was minister tot 2010. Daarna kwam de overheveling van jeugdzorg en andere

Maar daarvoor is dus geld nodig. Denkt u dat het realistisch is

sociale voorzieningen naar gemeenten, zonder dat daar bijpas-

die 600 miljoen?

sende budgetten voor waren. Daardoor zijn gemeenten in de

“Ja. Er is geen andere optie. We kunnen het ons niet kunnen per-

knel gekomen. Eigenlijk deed ik als minister al waar ik me nu ook

mitteren om niet te investeren in publieke gezondheid.”

hard voor maak: het oormerken van het geld dat gemeenten krijgen voor de JGZ.”

Q

Ja! magazine


Extensief gehydrolyseerde formules ZIJN NIET ALLEMAAL HETZELFDE

VOOR MEER INFO KIJK OP ONZE WEBSITE

Althéra® is de enige eHF met een werkzaamheid, verdraagbaarheid en veiligheid vergelijkbaar met een AAF, zoals aangetoond in een RCT.

Proportion of peptides in different infant formulas with MW>1200 Da (%)

"-=;| -m7 ;L1-1 o= - m; ; |;mvb ;Ѵ _ 7uoѴ ;7 =oul Ѵ- =ou bm=-m|v b|_ 1o Ľv lbѴh ruo|;bm -ѴѴ;u] Ő b]];l-mm ;| -Ѵĺķ "-=;| -m7 ;L1-1 o= - m; ; |;mvb ;Ѵ _ 7uoѴ ;7 =oul Ѵ- =ou bm=-m|v b|_ 1o Ľv lbѴh ruo|;bm -ѴѴ;u] ĺ ;7b-|u ѴѴ;u] ll moѴ ƑƏƏѶĺ ƐƖĹ ƒƓѶŊƒƔƓĺő

27

ƑƔ 20 ƐƔ 10 ƒ

Ɣ 0 Concurrent AAF

100

80 ѵѵ ѵƏ 47 40

20

0 Concurrent AAF Type formule

Type formule

35

0.150

HIGH DEGREE OF HYDROLYSIS <3% of peptides with MW>1200 Da

30

3%–15% of peptides with MW>1200 Da

>15% of peptides with MW >1200 Da

0.130 0.110

25

0.090 20 0.070 15 0.050 10

0.030

Residual protein allergen (mg/kg)

Althéra®-gebruik wordt geassocieerd l;| ;;m vb]mbC1-m| _o];u; =u;t ;mঞ; -m -1_|; om|Ѵ-vঞm] ŐrƺƏķƏƔőķ ;m lbm7;u --h 0u-h;m ŐrƺƏķƏƐő bm vergelijking met een AAF van een andere fabrikant (n=66).

ƒƏ

;u1;m|-]; b];Ѵbm];m l;| -1_|; om|Ѵ-vঞm] Őѷő

Percentage zuigelingen dat moet overgeven (%)

Ŏ ƐƏƏѷ -m -ѴѴ; b];Ѵbm];m ŐmƷѵѵő ;u7u-];m o ;Ѵ Ѵ|_࣐u-® en ;;m bm ;;m 1uovvŊo ;u ol _ ro-ѴѴ;u];mb1b|;b| |; 0; ;vঞ];mĺ Ŏ (;uѴb1_ঞm] -m Ŋv lr|ol;m ;u];Ѵbfh0--u l;| ;;m ĺ Ŏ ;;m vb]mbC1-m| ;uv1_bѴ bm " ! v1ou;v ;uv v ;;m

5

0.010 QUANTIFICATION

0

−0.010

LIMIT FOR PROTEIN ALLERGEN

Brand 1 (n>2)

Brand 2 (n=1)

Brand 3 (n=4)

Brand 4 (n=2)

Brand 5 (n=1)

Brand 6 (n=4)

Brand 7 (n=5)

Different brands of eHF

Brand 8a (n=2)

Brand 9a (n=2)

Brand 10 (n=5)

Brand 11 (n=8)

Brand 8b (n=1)

Brand 12a (n=2)

Brand 9b (n=1)

Brand 12b (n=3)

Brand 13 (n=7)

Residual protein allergen, ß-lactoglobulin (mg/kg)

Kuslys, M., Not all extensively hydrolyzed formulas intended for cow’s milk protein allergy are the same. Symposium held at the EAACI Congress 2017. EMJ Allergy & Immunol, 2017: p. 48-49. oѴ;| hoķ "ĺķ ;| -Ѵĺķ b-]movঞ1 -rruo-1_ -m7 l-m-];l;m| o= 1o ĽvŊlbѴh ruo|;bm -ѴѴ;u] bm bm=-m|v -m7 1_bѴ7u;mĹ " ollb ;; ru-1ঞ1-Ѵ ] b7;Ѵbm;vĺ ;7b-|u -v|uo;m|;uoѴ |uķ ƑƏƐƑĺ ƔƔŐƑőĹ rĺ ƑƑƐŊƖĺ

$ & $ " & $" & $ ( ! & $ ! ! "" ĺ ( ( ! " !& ҃ !& ! " $ , $ĺ

NL ;v|Ѵ࣐ ;-Ѵ|_ "1b;m1;ķ o; ;v|;bm ƒѵ ķ ƓƖƏƒ " ov|;u_o | $;Ѵĺ Ĺ ƏƑƏ ƔѵƖƖƔѶѶ Ŏ ĺ ;v|Ѵ; ;-Ѵ|_"1b;m1;ĺmѴ


We teach... OPLEIDING ARTS MAATSCHAPPIJ EN GEZONDHEID, PROFIEL JEUGDARTS Meer dan 30 nieuwe titels en 160 modules voor professionals in de aan public ...een breed scala bij- en nascholing, en occupational health

veelal online: jaarlijks meer dan 30 nieuwe titels en 160 modules. Onze modules helpen je bij de ontwikkeling van je professionele vaardigheden. Maar de NSPOH biedt meer! Zoals onderwijs en training waardoor je met meer kennis en vaardigheden bijdraagt aan het verbeteren van de jeugdgezondheidszorg. Ook incompany. Kies bijvoorbeeld voor:

• (Hoog)begaafdheid: herkennen en uitvragen in de spreekkamer • Capaciteitenprofiel voor kinderen met een aandoening • Communiceren met pubers • Focus op hechting • Het recept voor online interactie • Impact in de eerste tien seconden • Introductiecursus Jeugdgezondheidszorg 0-18 • Krachtenveldanalyse: maak strategisch gebruik van je netwerk • M@ZL scholing voor jeugdartsen • Persoonlijk leiderschap: zo neem je de leiding!

Een Leven Lang Leren bij TNO: voor aios én praktijkopleiders Aios TNO leidt jeugdartsen op voor een sterke JGZ! Tijdens de opleiding ontwikkelen aios zich in de verschillende rollen van de jeugdarts variërend van de spreekkamer tot aan de wetenschap. Het leren vindt zo veel mogelijk plaats in en vanuit de praktijk, tijdens praktijkperiodes in de JGZ en tijdens stages. Daarnaast volgen aios cursorisch onderwijs in een eigen jaargroep. Dit leren en professionaliseren gaat door na de opleiding. Bij TNO wordt een stevige basis gelegd voor een Leven Lang Leren. Praktijkopleiders De praktijkopleider heeft een cruciale rol bij het leerproces van de aios: als coach, als begeleider en als rolmodel. Hij komt voor tal van uitdagingen te staan, zoals: Meer of juist minder sturing geven? Hoe organiseer ik de begeleiding vanuit mijn GGD? Hoe pas ik mijn begeleidingsstijl aan op de leerstijl van de aios? Over deze en andere uitdagingen organiseren TNO en NSPOH didactische scholingen voor opleiders. Uitgangspunten voor onderwijs en didactische scholingen bij TNO: - Competentiegericht - Leren met en van collega’s - Presentaties en praktische opdrachten wisselen elkaar af - Ervaren docenten uit wetenschap en praktijk - Aansluiting bij actueel onderzoek (binnen of buiten TNO) - Eigen inbreng (onderwerpen, werkvormen) wordt zeer gewaardeerd. Starten en instromen Opleiding De opleiding start jaarlijks op twee momenten: in maart in Leiden en in september in Eindhoven Zie voor meer info: www.artsmg.nl www.tno.nl/onderwijs

• Samenwerken met bloggers, vloggers en social influencers • Terugkomdag voor gecertificeerde visusinstructeurs • Train-de-trainer Baecke-Fassaert motoriek test • Train-de-trainerworkshop voor visusinstructeurs • WOKJA

Bekijk onze actuele bij- en nascholingskalender op www.nspoh.nl Didactische scholingen Zie voor data en informatie: https://www.tno.nl/nl/ aandachtsgebieden/gezond-leven/roadmaps/youth/ didactische-scholingen-voor-opleiders/

De NSPOH wil een waardevolle bijdrage leveren aan de verbetering van de volksgezondheid, de arbeidsomstandigheden en participatie in Nederland. Dit doen wij door professionals kwalitatief goed en vraaggestuurd op te leiden voor de hedendaagse praktijk van public en occupational health. Wij ontwikkelen en organiseren opleidingen, bij- en nascholing, in-company programma’s en symposia op academisch en post-hbo niveau.

“Door deze dag heb ik meer inzicht gekregen in hoe mijn aios en ik beter kunnen samenwerken!” “Deze docent maakt ingewikkelde theorie eenvoudig en toepasbaar in de praktijk!”


VISIE

2021 #53 - 38

‘Uitproberen, fouten maken, kennis toepassen’ Tijdens de studie geneeskunde hoor je al snel dat je als arts je leven lang zal ‘moeten’ leren om geregistreerd te blijven. Heel logisch, geneeskunde is continu in ontwikkeling. We weten steeds meer over ziekte, behandelmogelijkheden, hoe gezondheidsproblemen ontstaan en wat er nodig is om gezond te blijven. Zelfs de definitie van gezondheid verandert met de tijd. Anneke Witt, arts M+G, stafarts JGZ bij GGD Kennemerland en bestuurslid AJN, vertelt over haar ‘leer en ontwikkelloopbaan’.

Tekst en beeld: Anneke Witt, m.m.v. Afke Lukkes

Zijpaden

OPLEIDING “Gedurende mijn studie geneeskunde wilde ik kinderarts of huisarts worden in een kinderrijke buurt. Toen ik afstudeerde met een

1. Ik vind het leuk om mensen in te werken, scholingen te

zwangere buik leek me een baan als jeugdarts een mooi begin.

organiseren en mensen te coachen in hun ontwikkeling

Hier leerde ik dat jeugdartsen meer mogelijkheden hebben om

en ook om zelf geprikkeld te blijven, nieuwe dingen te

samen met ouders naar hun kinderen te kijken dan kinderartsen

horen. Om die reden volgde ik in 2009 de training tot

of huisartsen. Heel waardevol vond ik het om te zien dat in deze

praktijkopleider.

setting de verantwoordelijkheid bij de ouder blijft. En hoeveel je 2. Geïnspireerd door een landelijke stafdag over medisch

kunt betekenen door vroegtijdig met ouders mee te denken en

leiderschap solliciteerde ik vier jaar geleden naar

hen te steunen.

leidinggevende functies.Toen merkte ik dat dat minder Zonder vaste baan schreef ik me in voor de opleiding tot arts

goed bij me past, omdat mijn passie toch meer ligt bij

maatschappij en gezondheid, zo overtuigd was ik van mijn keuze.

kinderen en ouders.

De opleiding bood mij steun en informatie. Door daarnaast te 3. Als superuser van het DD JGZ jeuken mijn handen al

doen, uit te proberen wat het beste werkt, fouten te maken en kennis toe te passen, leerde ik mijn functie goed vorm te geven.

jaren om meer te halen uit het ‘goud van de JGZ’. Bij

Ik solliciteerde intussen bij alle jeugdgezondheidszorg-aanbieders

gebrek aan tijd voor wetenschappelijk onderzoek om

rondom mijn woonplaats en vond een baan als jeugdarts voor 4-18

ons vakgebied vooruit te helpen, heb ik het initiatief

jarigen bij GGD Midden Kennemerland in Heemskerk.Omdat ik in

genomen om ons aan te sluiten bij de academische

opleiding was, mocht ik de richtlijn Kleine lichaamlengte imple-

werkplaats Amsterdam UMC. En de vlag mag uit, want

menteren, het hoofd jeugdgezondheidszorg tijdelijk waarnemen

dit jaar begeleidde ik een eerste wetenschappelijke

en me buigen over de uitkomsten van de JGZ-registratie formulie-

stagiaire.

ren in samenwerking met de epidemiologen.” 4. Uit nieuwsgierigheid ben ik in 2018 AJN bestuurslid VERDIEPING

geworden. Ik leer hier hoe op landelijk niveau beleid- en

“Om meer inzicht en vat te krijgen op complexe problematiek in de

besluitvorming tot stand komt. Me als jeugdarts blijven

JGZ-uitvoering, heb ik bewust gekozen voor verdiepende scho-

ontwikkelen én het vakgebied preventieve (jeugdge-

lingen op het gebied van hechting, ouderschap, communicatie,

zondheid)zorg doorontwikkelen, meebewegend met de

psychiatrie, verslaving, persoonlijkheidstoornissen en verlies en

maatschappij, is mij op het lijf geschreven.

Ja! magazine


39 - 2021 #53

VISIE

rouw. Inmiddels ben ik aandachtsfunctionaris kindermishandeling

Inspiratie nodig?

en volg ik elk jaar een scholing over kindermishandeling.”

‘Leven lang leren wordt voor steeds meer mensen relevant. Ze moeten inzetbaar blijven in snel

BELEIDSVORMING

veranderende werkwijzen, organisaties en

“Een stafarts kende de GGD nog niet. Het hoofd jeugdgezond-

maatschappij.’

heidszorg miste inhoudelijke inbreng bij het managementteam

Nick van Dam, hoogleraar Corporate Learning &

en er kwam een DD JGZ. Ik wierp mezelf op om deze functie uit te

Development

voeren. In de opleiding tot arts M+G had ik immers kennisgemaakt ‘Wat men moet leren doen, leert men door het te doen’.

met beleidvorming en breder denken dan je spreekkamer.”

Aristoteles MEER MOGELIJKHEDEN “Net voor de zomer had ik mijn eerste leergesprek met een leer-

‘Zorg dat medewerkers worden uitgedaagd door

coach in het kader van EIF. We hebben er een mooie duinwande-

bijvoorbeeld andere taken te doen of van functie te

ling van gemaakt. Het onafhankelijke open gesprek met hem, de

wisselen. Als mensen te lang dezelfde taak doen, raken

MSF (multi-source-feedback), de zelfbeoordeling en het formule-

ze uitgeleerd.’

ren van leerdoelen, helpen me in het denken over mijn huidige rol

Andries de Grip, hoogleraar economie

en functioneren en het beeld voor mijn toekomst. Door EIF en interne scholingsmogelijkheden/budgetten te combineren is er vaak meer mogelijk dan je denkt. Lees het opleidingsbeleid van je organisatie. Welke ruimte zit daarin? Is het oplei-

werk en de politiek die beslissingen neemt, verandert. Alleen door

dingsbeleid onvoldoende beschreven of uitgewerkt? Misschien

bij te blijven, regelmatig uit je comfort-zone te treden, je te richten

een mooie opdracht voor een aios 2e fase?”

op je toekomst en tijd te investeren in leren en oefenen, blijven jij en JGZ van toegevoegde waarde voor ouders en jongeren. Als je

WILLEN LEREN

daarin kiest voor waar je passie ligt, voor nog beter worden in waar

“De maatschappij verandert continu. Voor ons de schone taak om

je goed in bent, dan levert dat energie op. Dan wordt ‘moeten’

te blijven horen, zien, onderzoeken en duiden wat er goed gaat en

leren, ‘willen’ leren.”

wat leidt tot uit balans raken, ziek worden; en ouders en jongeren te leren hoe hierin gezond te blijven. Ook de organisatie van je

Q

Anneke Witt (meest links) met stafgenoten bij het afscheid van een collega.

Ja! magazine


LET OP VROEGE WAARSCHUWINGSIGNALEN VAN SPINALE SPIERATROFIE (SMA) 1–3 • Hypotonie1,4 • Areflexie2 • Hoofd niet zelfstandig rechtop kunnen houden6 • Moeite met ademhalen4,5 • Problemen bij het slikken1,3

HOOFD NIET RECHTOP KUNNEN HOUDEN TONGFASCICULATIES

HYPOTONIE

AREFLEXIE

ALS U SIGNALEN OPMERKT, NEEM DAN METEEN ACTIE-VERWIJS DOOR NAAR Een van die hierONDER genoemde Neuromusculaire Centra Polikliniek neurologie: Amsterdam UMC, locatie AMC, Radboudumc, Erasmus MC, Maastricht UMC+, LUMC Polikliniek neuromusculaire ziekten: UMC Utrecht References: 1. Kolb SJ and Kissel JT. Neurol Clin. 2015;33(4):831–46. 2. Prior TW, Leach ME, Finanger E. Spinal Muscular Atrophy. februari 2000 [bijgewerkt 14 November 2019] In: Adam MP, Ardinger HH, Pagon RA, et al., editors. GeneReviews® [Internet]. Seattle (WA): University of Washington, Seattle; 1993–2020. 3. Wang CH, et al. J Child Neurol. 2007;22(8):1027–49. 4. Pera MC, et al. PLoS One. 2020;15(3):e0230677. 5. SMA Europe (2020). Type 1. Geraadpleegd van: https://www.sma-europe.eu/essentials/spinal-muscular-atrophy-sma/type-1/. Datum geraadpleegd: maart 2021 6. Markowitz JA, et al. JOGNN. 2004;33:12–20. NL--21-0001 Date of preparation: September 2021

PROBLEMEN BIJ ADEMHALING & SLIKKEN


recensies

41 - 2021 #53

Gekke bekken trekken Als jeugdarts kun je vragen krijgen over mondmotoriek, zoals een onduidelijke articulatie, slecht uit een beker kunnen drinken of veelvuldig kwijlen. Bij kinderen met een schisis of het syndroom van Down kan de mondmotoriek ook achterblijven. Wat kun je ouders aanraden om thuis te oefenen? Het kleurrijke boekje Gekke bekken trekken voorziet uitstekend in die behoefte. Het helpt kinderen vanaf drie jaar met het bewust worden en trainen van de mondmotoriek. “Blaas mee met de olifant, klink als een pelikaan en slobber als een poes!” Aan de hand van een verhaaltje staan op elke bladzijde creatieve spelletjes die tot de verbeelding spreken en makkelijk uitvoerbaar zijn. Soms wordt hiervoor gebruik gemaakt van alledaagse spullen zoals een rietje, spiegeltje of touw. Een blaaspijpje met balletje wordt bijgeleverd. De oefeningen hebben drie niveaus en er zit een stickerset bij om de voortgang bij te houden. Ondanks dat het een dun boekje lijkt, bevat het een rijk palet aan zuig-, blaas-, kauw-, lik- en slikoefeningen opgesteld in samenspraak met logopedisten. De toegankelijkheid en speelrijke tips maken het lang bruikbaar. Heel geschikt voor ouders en ook nuttig om als jeugdarts te bestuderen. (RvdT)

SchrijverS: Anita & Petra van Schie uitgever: Eigen beheer (2021) prijs: € 19,95

Word een gelukkiger dokter Hoe blijf je gelukkig in je werk als arts? Doe je wat je ooit voor ogen had en haal je daar voldoening uit? Weerk je plezierig samen met collega’s en binnen je organisatie? Coach en schrijver Ilse Ganzeboom stelt indringeende vragen en houdt haar lezers een mooie spiegel voor. Iedereen die aan zichzelf en de eigen relatie met het artsenvak wil werken, heeft baat bij dit boek. Het boek volgt een logische opbouw waarin eerst het doel van persoonlijk leiderschap wordt geïntroduceerd en waarin je uitgenodigd wordt naar jezelf en je verleden te kijken. In elk hoofdstuk staan concrete vragen die je naar eigen wens kunt uitwerken. Vervolgens worden de negen persoonlijkheidstypes volgens de Enneagram-leerschool omschreven, specifiek voor artsen uitgewerkt (inclusief een vragenlijst om te ontdekken welk type je bent). Extra leuk zijn de tips ter ondersteuning niet alleen voor je ‘eigen’ persoonlijkheid, maar ook voor als je een collega herkent in een specifiek type. Met deze basis gaat de rest van het boek over hoe je tot meer balans, werkgeluk en effectieve samenwerking kunt komen, met name via de principes van mindfulness. De vele voorbeelden zijn herkenbaar en goed toeepasbaar op de werkvloer. Het boek onderscheidt zich van andere ‘persoonlijke groei boeken’ doordat het volledig op artsen is gericht en met veel inzicht voor het werkveld is geschreven. Typisch een boek dat je een tijd m met je meedraagt en in periodes actiever gebruikt. (RvdT)

Schrijver: Ilse Ganzeboom uitgever: Auteurs College (2020) prijs: € 29,75

Een shotje leefstijl - verhoog je weerstand Het tweede boek van de Brabantse huisarts en leefstijlarts Jacqui van Kemenade (het eerste was Leefstijl op recept), behandelt in ruim 250 pagina’s heel praktisch en laagdrempelig de vijf pijlers van een gezonde leefstijl. Omgeving, slaap, ontspanning, be bewegen, voeding. Waarom ben je wie je bent? En waarom weeg je wat je weegt? Dat gezond ouder worden meer behelst be dan minder eten en meer bewegen, maakt Van Kemenade duidelijk in elf kleurig vormgegeven hoofdstukken hoofdstuk met frisse fotografie, opvallende kaders, kekke symbooltjes, streamers en vele citaten. De speelse opzet en aafwisseling in dit boek, maken dat het lekker wegbladert en -leest. Het frist je geheugen weer afhan even op - afhankelijk van je kennis - en voorziet je van de nodige tips. Stoppen met roken, diabetes te lijf of voorkomen Kracht en mindset; dit boek motiveert om ervoor te gaan! (LD) voorkomen,

Schrijver: Jacqui van Kemenade uitgever: Scri Scriptum (2021) prijs: € 17,95 (Ebook 9,99) Ja! magazine

Tekst: Louise Dijkmans, Roselin van der Torren


MARKANT

2021 #53 - 42

‘Kwijnen en verdwijnen … of?’ De KAMG en de AJN luidden in maart 2021 de noodklok bij het ministerie van VWS: Verruim het aantal opleidingsplaatsen 2e fase arts M+G/jeugd. De partijen pleitten voor budgettair neutrale verschuivingen in het opleidingsbudget voor artsen M+G, waardoor er geld voor opleidingsplekken 1e fase jeugdartsen gebruikt zou kunnen worden voor 2e fase plekken. Hoe staat het er nu voor? Vijf vragen aan Elise Buiting, voorzitter van de KAMG. Tekst: Elise Buiting, redactie Louise Dijkmans Beeld: eigen foto

Wat is er gebeurd na de brandbrief?

Er start - als VWS bekostiging toezegt - een traject om het LOP te

“Het ministerie heeft in april laten weten dat ons voorstel niet

vertalen naar een curriculum. Het LOP is door het College Genees-

haalbaar is. Het heeft wel ingestemd met een nieuwe raming door

kundig Specialisten (CGS) reeds goedgekeurd. Het Besluit arts M+G

het capaciteitsorgaan, om te bekijken of er in 2022 wel ruimte komt

is dat nog niet. Het CGS kan dat pas doen als VWS toezegt de oplei-

voor extra 2e fase plekken voor jeugdartsen. In oktober verwachten

ding te gaan bekostigen. Maar veel voorbereidingen zijn klaar. In het

we het resultaat van deze raming. Als er in maart en september

Besluit arts M+G staan onder andere overgangsbepalingen. Bijvoor-

2022 extra aios kunnen starten met de 2e fase opleiding tot arts

beeld dat de titel van jeugdarts KNMG nog dertig jaar blijft bestaan

M+G, moet VWS nog wel bereid zijn de extra opleidingsplekken te

na de invoering van de vierjarige opleiding. Dat is belangrijk, want

financieren.

niet alle jeugdartsen KNMG willen arts M+G te worden. Dus voor de

We hopen ook dat het ministerie samen met de werkgevers de vier-

jeugdarts KNMG blijft voorlopig volop ruimte in het veld.”

jarige opleiding volgens het LOP gaat bekostigen. Volgens de - nogal eens verschoven - planning start de vierjarige opleiding in 2023. We

Wat is het belangrijkste?

wachten nog steeds op groen licht van VWS. De SBOH voert een

“Het allerbelangrijkste is de bekostiging van de opleiding tot arts

onderzoek uit naar de bereidheid van werkgevers om bij te dragen

M+G. De huidige structuur waarbij slechts een deel van de opleiding

aan de kosten van de vierjarige opleiding. Dit najaar worden de

deels gefinancierd wordt, is niet houdbaar. Daarmee zetten we de

resultaten hiervan bekend en besluit VWS hoe de toekomst van de

arts M+G niet op de kaart, terwijl de BV Nederland dat ongelooflijk

arts M+G eruit komt te zien. Gaan we verder kwijnen en verdwijnen?

nodig heeft. Het zou fantastisch zijn als we in 2022 - mijn laatste

Of kunnen we ons vak weer op de kaart zetten?”

jaar als voorzitter van de KAMG - de vruchten kunnen plukken van al onze inspanningen de afgelopen jaren.”

Ziet VWS het belang van goed opgeleide artsen M+G? “Ja, in toenemende mate. Uitdaging is wel dat artsen M+G onder

Wat kun je collega’s adviseren?

veel verschillende afdelingen vallen. Artsen M+G/jeugd en ITM val-

“Blijf met hart en ziel werken aan ons mooie vak. En zorg ervoor

len onder de afdeling Publieke Gezondheid, de artsen M+G/medisch

dat iedereen goed opgeleid is en kwaliteit kan leveren. Natuurlijk

advisering kindermishandeling en huiselijk geweld onder de afde-

is er plek voor anios in ons vak, maar de opleiding is onmisbaar om

ling DMO, de artsen M+G/donor- en farmaceutisch geneeskunde

kwaliteit te leveren. Met goed opgeleide jeugdartsen en artsen M+G

onder de afdeling GMT en de artsen M+G/medische advisering

heeft de JGZ goud in handen. De JGZ zit op de perfecte plek om de

onder de afdelingen DMO én Curatieve Zorg en ook nog onder het

jeugd gezond en uit de jeugdzorg te houden door goede preventieve

ministerie van Defensie. Ga er maar aan staan om al deze afdelingen

zorg voor iedereen. Dat kan alleen als er ook aandacht is voor maat-

en departementen op één lijn te krijgen.”

schappelijke problemen zoals armoede en gebrek aan huisvesting; dit is bij uitstek de taak van de arts M+G.”

Is de opleiding inhoudelijk al helemaal rond? “We moeten in 2022 vol aan de bak met de laatste voorbereidingen.

Q

Ja! magazine


op locatie & online! Dinsdag 23 november

Overgewicht en obesitas bij kinderen en jongeren Vroegtijdige interventie is van groot belang! Herken de signalen en bied de juiste ondersteuning.

6

-Online & op locatie-

PE-punten

Meer info: medilex.nl/obesitaskinderen Donderdag 2 december

Vroeg pASSende zorg Kom naar dit congres en leer waarom ook u een belangrijke rol speelt bij het vroeg herkennen van autisme!

Meer info: medilex.nl/autismekind

Dinsdag 18 januari + 1 februari

Ook online!

CURSUS Relationeel trauma Laat gezinnen inzicht krijgen in relationeel trauma en bied gepaste hulp! Review cursist: “Inhoudelijk zeer sterk en waardevol. Mooie verdieping op bepaalde onderwerpen waar ik echt wat aan heb in mijn werk met cliënten.”

Docent beoordeeld met een 9!

Meer info: medilex.nl/relationeeltrauma Donderdag 27 januari

Slapen, eten, zindelijk worden Alweer de 5e editie van dit interessante congres! U krijgt praktische handvatten voor de anamnese, diagnostiek en behandeling van slaap-, eet- en onzindelijkheidsproblematiek bij kinderen.

Meer info: medilex.nl/slapen_eten_zindelijk Start: 16 februari

Ook online!

CURSUS Communicatie bij onverklaarde klachten Dag 1: De behandelaar – uw eigen gedrag als uitgangspunt Dag 2: De patiënt – handvatten om uw patiënt in beweging te krijgen Dag 3: Oefenen met verschillende communicatie technieken Aangeraden door 100% van de deelnemers!

15 PE-punten

Meer info: medilex.nl/communicatie_solk 030-6933887 | info@medilex.nl | www.medilex.nl


Alleen nog buikpijn

van het lachen

125 JAAR NUTRICIA ONDERZOEK

Bewezen

effectief Al verbetering

na 1 week

1-3

Nutrilon® Omneo, bewezen effectieve dieetvoeding bij krampjes en/of moeizame ontlasting

70% vermindering

van huilepisodes1

4x vaker ontlasting 70% verbetering van 4

maag-darmklachten

2

1. Savino F, et al. Eur J Clin Nutr 2006;60:1304-1310. 2. Veitl V, et al. J Ernährungsmedizin 2000; 2 (4), 14-20. 3. Savino F, et al. Acta Paediatr Suppl. 2003;91(441):86-90. 4. Savino F, et al. Acta Paediatrica 2005;94(S449): 120-124. Belangrijk: Borstvoeding is de beste voeding voor baby’s. Nutrilon® Omneo is een voeding voor medisch gebruik. Dieetvoeding bij krampen, kolieken, moeizame ontlasting of constipatie. Te gebruiken onder medisch toezicht. Informatie uitsluitend bestemd voor het (para)medici. Nutricia Nederland B.V. Postbus 445, 2700 AK Zoetermeer

91% & 95%

van de ouders

van de artsen

melden een positief effect3


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.