IBK

Page 1

IBK METHODE VOOR

INTERVIEWEN EN BEOORDELEN OP DE

BEKWAAMHEIDSEISEN SOLLICITATIE-INTERVIEW LA/ LB


IBK 161209

INHOUD INHOUD ..................................................................................................... 1 IBK= Interviewen op BekwaamheidseisenDE METHODE: UITLEG OVER IBK ....................... 1 DE METHODE: UITLEG OVER IBK......................................................................... 2 AGENDA BIJ HET SOLLICITATIE INTERVIEW ............................................................ 3 UITLEG bij het VRAGENFORMULIER ..................................................................... 6 VRAGENFORMULIER ....................................................................................... 7 ANTWOORDEN............................................................................................. 15 SCOREFOMULIER .......................................................................................... 17 EVALUATIEFORMULIER LA/LB ........................................................................... 33 INTERVIEWTECHNIEK..................................................................................... 34

IBK methode voor sollicitatiegesprekken op uw school IBK is een methode om sollicitatiegesprekken met leerkrachten aan te pakken met gedragsgericht interviewen. IBK bevat zowel de vragen als het scoringssysteem. IBK is een product van Construct en PON en is te combineren met het Handboek Functiemix. Solliciteren met rendement in IBK Met IBK kunt u op een heel gerichte en deskundige manier sollicitatiegesprekken voeren. Sollicitatiegesprekken op niveau van LA en LB en LC. IBK is een methodiek met een aantal belangrijke (evidence based) voordelen voor de school en de medewerkers: o transparantie van sollicitatiebeslissingen o betere beslissingen o geloofwaardigheid voor het team. Introductie in IBK De ervaring met IBK leert ons dat je na een introductie weet hoe je het materiaal toepast en wat de basis is van gedragsgericht interviewen. In minder dan een halve dag kun je leren om: o goed te werken met IBK en goed bekwaamheidseisen te beoordelen met IBK o te begrijpen wat gedragsgericht interviewen is o te werken in een interviewcommissie en valkuilen te omzeilen. Na het volgen van de introductie van een halve dag: o bent u prima in staat om gedragsgericht te interviewen volgens de IBKmethode, o bent u persoonlijk gecertificeerd met IBK te werken, o deelt u persoonlijk mee in de licentie van de IBK methode en o kunt u met IBK aan de slag.

IBK= Interviewen op Bekwaamheidseisen

www.cbpsy.com

1


IBK 161209

DE METHODE: UITLEG OVER IBK Om u te ondersteunen bij het competentiegerichte interview is er een aantal voorbeeldvragen en een bijbehorend beoordelingssysteem ontwikkeld. Als u deze vragen en dit scoresysteem volgt en de bijgeleverde agenda gebruikt, dan heeft u een goede basis om kandidaten te selecteren op basis van het competentiegerichte interview. Het is bewezen dat een gestructureerd gesprek: o Betere informatie levert over de sollicitant o Ondersteunend en objectiverend werkt voor de interviewer en beoordelaar o Duidelijker en prettiger werkt voor de sollicitant. Wat zit er in IBK? In IBK krijgt u zes middelen aangereikt: 1. Een agenda voor het interview. 2. Het vragenformulier voor het interview Leerkracht A (nieuwkomer voor de organisatie) en Leerkracht B (al in dienst). 3. Het antwoordenformulier. 4. Het scoreformulier voor het interview Leerkracht A en Leerkracht B. 5. Het evaluatieformulier. 6. Kennis over effectief interviewen. De agenda is een eenvoudig formulier dat u kunt gebruiken om het gesprek ordelijk en effectief te doen verlopen. Een goed geleid en goed verlopen gesprek kan een bron van informatie zijn. De checklist ondersteunt u daarbij. Het vragenformulier voor het interview Leerkracht A/B bevat de vragen die speciaal gericht zijn op de bekwaamheidseisen in het onderwijs. De effectiviteit van dit formulier is het gevolg van de speciaal ontwikkelde vragen, die in gesprekken met leerkrachten zijn ontwikkeld. Het antwoordenformulier is om uw aantekeningen op te maken of te notuleren. Het scoreformulier voor interview Leerkracht A/B bevat een lijst met gedragingen waarop gescoord kan worden. Deze gedragingen zijn kenmerkend voor het functioneren van de leerkracht ten aanzien van de competentie die bevraagd wordt. Door middel van het scoreformulier kunt u zicht krijgen op het al dan niet tonen van vaardigheden die van belang zijn voor de competentie. Het evaluatieformulier is het uiteindelijke resultaat van het interview. Op dit formulier komen de bevindingen van de beide interviewers samen en wordt er een oordeel gevormd over de geschiktheid van de kandidaat voor de functie. Kennis over effectief interviewen bevat noodzakelijke informatie die u helpt om gericht en objectief te interviewen. Deze extra informatie is verbonden aan de introductie-sessie Gestructureerd Interviewen. Dit is eens sessie van een halve dag waarin u praktijkgericht leert omgaan met het sollicitatiegesprek en met selectie.

www.cbpsy.com

2


IBK 161209

Beoordeling van de antwoorden De antwoorden die de kandidaat geeft bij elke voorbeeldvraag, kunt u na afloop beoordelen met behulp van het uitgewerkte scoreformulier. Met het gebruik van het scoreformulier: o Wordt u een objectieve beoordelaar o Kunt u goede terugkoppeling geven aan sollicitanten.

Aan de slag? Vijf tips U kunt direct aan de slag met het vragen en scoreformulier. Een stappenplan: o Vorm een commissie van twee personen, verdeel de rollen, ; een interviewer en een schrijver (en luisteraar). o Bespreek onderling de checklist en het vragenformulier. Hiermee stelt u vast hoe u het interview gaat doen, hoe u de rollen verdeelt en welke vragen u gaat gebruiken. Kies circa tien vragen uit en bereid deze voor. o Voer het gesprek met de sollicitant. Reserveer voor het gesprek 90 minuten. Doe direct na het gesprek de scoring van de bekwaamheidseisen (30 minuten). Een goed gesprek bestaat uit een goede introductie, voldoende tijd om te interviewen en een duidelijke afsluiting. o Goed beoordelen doet u met de score in het formulier. Scoor eerst individueel en leg daarna de scores van interviewer en schrijver naast Checklist: 1. Vragenformulier elkaar. Zodra er verschillen zijn, ga 2. Schrijfpapier of deze dan niet middelen, maar antwoordformulier bespreek samen de antwoorden 3. Scoreformulieren van de sollicitant. 4. Evaluatieformulier o Evalueer de scores en noteer ze op het evaluatieformulier. Noteer En: daarbij ook de feedback aan de 5. Vacaturebeschrijvingen sollicitant.

6. Procedurebeschrijving

Vragen of opmerkingen? U bereikt ons bij PON in Doetinchem of bij Construct Bedrijfspsychologie. Voor mail: info@ponprimair.nl en info@cbpsy.com.

www.cbpsy.com

3


IBK 161209

AGENDA VOOR HET SOLLICITATIE INTERVIEW Op de pagina hierna vindt u de agenda die u kunt gebruiken bij het sollicitatie interview. De ervaring leert dat een interview beter verloopt met een agenda van het gesprek, net zoals u een agenda gebruikt voor een vergadering of een werkoverleg. Het is een voorstel voor het verloop van het gesprek. In grote lijnen heeft de agenda drie delen: De opening Met de opening bereikt u twee doelen. Ten eerste geeft u vorm aan het gesprek door alle aanwezigen voor te stellen en de rolverdeling uit te leggen. Door een goede introductie maakt u het gesprek meer ontspannen voor de sollicitant en is de kans dat het gesprek goed verloopt groter. Dit is tevens uw tweede doel in de opening: het op U doet er goed aan om de sollicitant zijn/haar gemak stellen van en contact buiten dit gesprek om te informeren over de functie. Bijvoorbeeld met maken met de sollicitant. Een sollicitant een voorlichtingssessie of die op zijn/haar gemak is, praat veel vacaturebeschrijving. Hierdoor zorgt gemakkelijker en geeft beter antwoord.

u ervoor dat er tijd is om te interviewen en dat u niet al een deel van het interview hoeft te besteden aan het bespreken van de functie en de functie-eisen.

Het interview Het tweede deel van het gesprek is het feitelijke interview. Aan dit deel besteedt u de meeste tijd. Hierin stelt u een aantal vragen van de interview- en vragenformulieren. Daarbij is het de bedoeling dat in ieder geval elke competentie bevraagd wordt. Mocht één vraag bij een enkele competentie niet voldoende zijn, dan kunt u een tweede vraag stellen. Gezien echter de tijd die het interview in mag nemen, adviseren wij om niet meer dan in totaal 10 vragen voor het interview te gebruiken. Indien u namelijk alle 21 vragen over de 7 bekwaamheidseisen zou gaan stellen, is er bijna drie uur tijd nodig voor het interview. De afsluiting Het derde en laatste deel is de afsluiting. Hierin geeft u aan wat het vervolg is van de procedure. Bovendien geeft u iedereen de kans om een laatste vraag te stellen of een opmerking te maken. De sollicitant heeft een intens gesprek gehad met een hoop kritische vragen. Het is daarom een belangrijk doel dat u de toon van het gesprek weer wat gemakkelijker en vlotter maakt. Dit doet u bijvoorbeeld met wat minder moeilijke vragen als: “Hoe vond je het gesprek”, “Wat ga je straks doen?”, “Ga je nog iets leuks doen?” of andere nietzakelijke vragen, vragen die niet direct met de functie of de inhoud van het gesprek te maken hebben.

www.cbpsy.com

4


IBK 161209

AGENDA

0

voorstellen

Stel uzelf voor. Leg de rolverdeling in de commissie uit.

contact maken

Maak op informele wijze contact met de kandidaat: vraag bijvoorbeeld of hij/zij de locatie makkelijk kon vinden.

5

duur gesprek

Vertel de kandidaat hoelang het gesprek ongeveer zal duren.

10

gespreksdoel

Leg het doel van het gesprek uit: •

kennismaking

(het verstrekken van informatie over functie en organisatie)

het verkrijgen van informatie over de sollicitant

functie/organisatie Vraag na of de sollicitant goed weet over welke functie (A of B) er wordt gepraat en of hij /zij er nog vragen over wil stellen.

type vragen

Leg uit dat u twee soorten vragen zult stellen: • algemene vragen waarbij u het cv kort doorloopt en naar de achtergrond en werkervaring van de kandidaat vraagt; •

15

specifieke vragen waarbij u vraagt naar situaties uit het arbeidsverleden van de kandidaat.

aantekeningen

Vertel de kandidaat dat u tijdens het gesprek aantekeningen maakt, zodat u de inhoud van het gesprek later kunt nalezen.

duidelijk?

Vraag de kandidaat of de opzet van het interview duidelijk is.

interview

Werk nu de vragen van het vragenformulier af.

controle

Controleer of u nog iets vergeten bent te vragen. U kunt daarvoor tijd maken door de kandidaat te vragen: “Welke sterke punten van u zijn nog niet aan bod gekomen?” Terwijl de kandidaat nadenkt, kunt u uw aantekeningen nog even doorkijken. Nadat de kandidaat sterke punten heeft genoemd, kunt u eventueel extra vragen stellen.

75

80

nog vragen?

Vraag de kandidaat of deze nog vragen heeft en beantwoordt die. Zonodig kunt u daarna zelf ook nog aanvullende informatie geven. Een laatste vraag: “Hoe vond je het?”.

procedure

bedanken

Vertel hoe de sollicitatie-procedure verder verloopt. Hoe en wanneer krijgt de kandidaat bijvoorbeeld bericht over de uitslag? Tenslotte bedankt u de kandidaat voor de genomen moeite .

www.cbpsy.com

5


IBK 161209

UITLEG bij het VRAGENFORMULIER Algemene vragen Het vragenformulier bestaat uit algemene vragen en competentiegerichte vragen. Bij het stellen van de algemene vragen kunt u uitgaan van het CV dat de kandidaat heeft meegebracht. Zonodig kan de kandidaat ook een beknopt CV invullen. De algemene vragen gaan in op het werk dat de kandidaat tot nu toe heeft gedaan, zijn/haar goede en minder sterke punten en op de motivatie voor de beoogde functie. Deze vragen helpen de kandidaat om te wennen aan het gesprek. Daarbij geven zijn/haar antwoorden op deze vragen u een houvast bij de rest van het interview. U kunt daarbij gebruik maken van de voorbeeldvragen. Competentiegerichte vragen De overige vragen van het formulier zijn voorbeeldvragen met een bijbehorend beoordelingssysteem. De voorbeeldvragen betreffen de 7 BEKWAAMHEIDSEISEN. Bij elke bekwaamheidseis leest u minstens 3 voorbeeldvragen die u kunt stellen. Het is de bedoeling dat u per bekwaamheidseis een tot drie voorbeelden krijgt van de kandidaat. Het meest gunstige is als u zowel een positief als negatief voorbeeld vraagt: dat wil zeggen een voorbeeld met voor kandidaat bevredigende afloop en een voorbeeld met een minder bevredigende afloop. Bereid u voor door de vragen vast uit te kiezen. Telkens nadat u een vraag hebt gesteld, vraagt u door op de vier STARcategorieĂŤn: o Situatie: de situatie waarover de kandidaat vertelt; o Taak: de rol die hij/zij daarin speelde; o Actie: Wat hij/zij daar zelf in deed; o Resultaat: de gevolgen van dit gedrag op korte en langere termijn. Zorg dat u twee duidelijke en volledige voorbeelden verzamelt met behulp van de vragen die er staan. U kunt uw vragen eerst richten op het directe werkverleden. Daarnaast kunt u vragen naar ervaringen in andersoortig werk of in het privĂŠ-leven van de kandidaat.

Een goede start Begin vooral met goed voorstellen. Vertel wat de rolverdeling is tussen de interviewers, indien er meerdere interviewers zijn. Vergeet niet kort de procedure te herhalen of, indien dat nog niet gebeurd is, uit te leggen. Als eerste kunt u aan de hand van het cv van de kandidaat enkele vragen stellen over de achtergrond en school-/werkervaring van de kandidaat (tip: let op onduidelijkheden of ontbrekende periodes die niet zijn opgenomen in het cv). Om de kandidaat alvast wat te leren kennen, kunt u daarnaast gebruik maken van de Algemene Vragen onder 1 (deze vragen zijn bovendien relevant om de drijfveren te kunnen beoordelen).

www.cbpsy.com

6


IBK 161209

VRAGENFORMULIER

Naam kandidaat

:

Voor functie

:

LA/ LB / --

1 ALGEMENE VRAGEN (Versie voor bekende kandidaat/LB) 1. Je hebt enige/ een behoorlijke werkervaring. Hoe zou je deze werkervaring zelf samenvatten? Heb je nu een beeld wat voor jou belangrijk is in jouw werk?

Pluspunten: 2. Je hebt vast al kennis genomen van de beschrijving van de functie op niveau LB. Wat zijn nu de taken die je daarin aantrekken? Waarom vind je dat die taken bij je passen?

Pluspunten:

www.cbpsy.com

7


IBK 161209

1 Interpersoonlijk Competent De leraar onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid. Hij is zich bewust van zijn eigen houding en gedrag en van de invloed daarvan op de kinderen. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de kinderen tot stand te brengen.

v1 Ik wil eerst graag met je praten over de manier waarop je iets hebt gedaan aan de verhoudingen in een groep en in het bijzonder in jouw groep/klas. Denk eens aan, hoe je omgaat met de manier waarop leerlingen met elkaar omgaan en samenwerken. Denk eens aan je werk van het laatste jaar in jouw klas. Kun je een voorbeeld geven uit dit jaar en van de manier waarop jij hier mee bent omgegaan? Hoe was het eindresultaat? v2 Heb je wel eens meegemaakt dat er onrust was of zelfs conflicten tussen de leerlingen in jouw groep/klas? Zo ja, geef een voorbeeld van hoe je in je eigen groep een verbetering hebt aangebracht in de manier waarop de groep (de leerlingen) met elkaar omging. Wanneer was het? Wat speelde er? Wat heb je toen gedaan? Hoe was het eindresultaat? (Of: Geef eens een voorbeeld van een interventie die je hebt gedaan in een groep of klas?) v3 Heb je buiten jouw klas (d.w.z. in andere klassen of in de school in het algemeen) al eens een verbetering bewerkstelligd in het leerklimaat of samenwerking? Kun je hier een voorbeeld van geven? Wanneer was het? Wat was je voorstel? Hoe was het eindresultaat? (Of: Heb je wel eens gewerkt aan iets dat met het leerklimaat op de school (of een deel ervan) te maken had? Waar ging het om? Wat wilde je bereiken?)

www.cbpsy.com

8


IBK 161209

2 Pedagogisch competent De leraar onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om op professionele en planmatige wijze voor het individuele kind en de klas of groep een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandige en verantwoordelijke persoon.

v1 Als leerkracht heb je soms invloed op de manier waarop kinderen leren en of zij het leren leuk vinden. Geef eens een voorbeeld uit je eigen werkervaring hoe je hier mee omgaat in je eigen groep/klas? (Of: kun je een voorbeeld geven waardoor een kind/ kinderen in jouw groep/klas het leren leuker zijn gaan vinden?)

v2 Je hebt in jouw groep/klas vast wel eens meegemaakt dat kinderen leerproblemen kregen doordat zij zich onprettig voelden in de groep. Kun je een voorbeeld geven van een keer dat je dit gesignaleerd hebt? Wat heb je daar vervolgens mee gedaan? Hoe was het eindresultaat? (Of: Geef eens een voorbeeld van een interventie die je hebt gedaan t.b.v. sociaal emotionele belemmeringen)

v3 Heb je wel eens een kind begeleid met sociaal-emotionele problematiek? Kun je er een voorbeeld van geven? Wanneer signaleerde jij het? Hoe ging je te werk? Wat voor plan heb je daarvoor gemaakt? Hoe was het eindresultaat? (Of: Heb je wel eens een groep of leerling gehad met een probleem in de werk/leerhouding? Wat voor ingreep heb je daarvoor gedaan? Hoe was het eindresultaat?)

www.cbpsy.com

9


IBK 161209

3 Vakinhoudelijk competent De leraar onderschrijft zijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van de onderwijsinhouden en de didactiek om op eigentijdse, professionele en planmatige wijze een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin de kinderen zich de culturele bagage eigen kunnen maken die de maatschappij vereist.

v1 Kun je iets vertellen over de manier waarop jij de leerstof voor de lessen samenstelt? Waar haal jij je nieuwe inspiratie/ideeĂŤn vandaan? Kun je een recent voorbeeld noemen van een nieuw idee dat je hebt toegepast? Hoe heb je dat aangepakt? Hoe was het eindresultaat?

v2 Als leerkracht geef je ook zelf vorm aan de inhoud van je lessen. Kun je een daarvan een voorbeeld geven uit de laatste maanden? Vertel daar eens meer over. Wat was het leerdoel? Welke stappen heb je de kinderen laten doorlopen? Hoe was het eindresultaat?

(Of Kun je een voorbeeld geven van een moment waarop je je eigen manier van lesgeven hebt veranderd? Vertel er eens over. Wat was de aanleiding? Hoe was het eindresultaat?)

(Of: Je volgt de vorderingen van leerlingen in jouw groep. Vertel eens hoe je dit doet. Kun je vertellen over een recent voorval waarin de achterstand van een of meer leerlingen je opviel?)

v3.Heb je het afgelopen jaar een kind/kinderen met leerproblemen begeleid? Noem een voorbeeld. Wat speelde er? Hoe heb je dit aangepakt? Hoe was het eindresultaat? (Of: Welke speciale begeleiding heb je aan individuele leerlingen gegeven? Vertel eens over een bijzonder geval. Welke aanpak had je?) (Of: Tijdens het lesgeven houd je rekening met het niveauverschil en de mate van begeleiding die de leerlingen individueel nodig hebben. Kun je een recent voorbeeld noemen van de differentiatie die je daar in hebt aangebracht? En hoe heeft dat uitgewerkt in jouw groep? Was je daar tevreden over?)

www.cbpsy.com

10


IBK 161209

4 Organisatorisch competent De leraar onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid. Hij heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn klas en zijn lessen op professionele en planmatige wijze een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen dat overzichtelijk, ordelijk en taakgericht is en in alle opzichten helder voor hemzelf, zijn collega’s en in het bijzonder de kinderen.

v1 Aan het begin van de lesperiode/het jaar maak je waarschijnlijk afspraken met leerlingen over de regels in de klas. Kun je een aantal voorbeelden noemen? Hoe heb je de leerlingen gehouden aan deze afspraken? Zijn er wel eens situaties geweest dat je een leerling aan moest spreken op afwijkend gedrag? Hoe is dat verlopen?

v2 Als leerkracht heb jij je eigen planning en schema’s. Kun je vertellen hoe je omgaat met je werktijden? Heb je een of meer planningen? Hoe kom je daar mee uit? Nu we het hebben over je planningen en roosters: Kun je aangeven hoe jij zorgt dat leerlingen in jouw plannen meewerken? Geef eens een voorbeeld uit het laatste jaar. Hoe was het eindresultaat?

(Of: Is het je wel eens overkomen dat je in een lesblok of periode, tijd tekort kwam? Wanneer was dat? Wat heb je daarmee gedaan? Hoe was het eindresultaat?)

v3 Je hebt het laatste jaar vast een les of lesprogramma uitgevoerd in jouw groep. Kun je een voorbeeld geven van een van de meer complexe programma’s? Hoe heb je de leerlingen betrokken bij de voortgang van dit programma? Hoe was het eindresultaat?

www.cbpsy.com

11


IBK 161209

5 Relationeel competent De leraar onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie.

v1 Hoeveel collega’s heb je op jouw locatie (waar je dagelijks mee samenwerkt)? Ben je wel eens een collega te hulp geschoten? Vertel eens over een voorval. Wat speelde er? Wat deed je? (Of: Heb je wel eens feedback gegeven aan een collega? Kun je een recent voorbeeld voor de geest halen? Wanneer was het? Wat speelde er? Wat zei je? Hoe liep het af?)

v2 Vertel eens wat over de overlegvormen op jouw locatie. Aan welke soorten van overleg neem jij deel? (Interviewer kiest er een uit). Kun je vertellen wat jouw rol is in dat overleg? Geef eens een voorbeeld uit het laatste jaar. Wat was toen jouw bijdrage? Hoe reageerden de collega’s? Hoe liep dat af? (Of: Heb je wel eens een voorstel gedaan aan het team op jouw locatie of school? Vertel daar eens meer over. Hoe heb je dat aangepakt? Hoe verliep het? Wat was het resultaat?)

v3 Heb je wel eens een project geleid op jullie locatie of school? Kun je vertellen over jouw rol in dat project? Wat was het eindresultaat? (Of: Om de prestaties van het team te verbeteren is het een mogelijkheid elkaar te helpen door lessen te observeren. Heb jij in de laatste tijd lessen geobserveerd van collega’s of hebben collega’s jouw lessen geobserveerd? En wat hebben jullie met deze gegevens gedaan, zijn die besproken? En wat heb jij daar zelf van geleerd? Noem eens voorbeelden of dingen die je gaat veranderen of anders gaat aanpakken naar aanleiding van de observatie(s).)

www.cbpsy.com

12


IBK 161209

6 Competent in samenwerking met omgeving De leraar onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school. Hij heeft voldoende kennis en vaardigheid om goed samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor de kinderen en bij zijn school.

v1 Kun je meer vertellen over het contact met ouders? Kun je over een voorval vertellen waarin de ouders van een kind verontrust waren?

(Of: Kun je over een voorval vertellen waarin jij zelf contact hebt gezocht met ouders of meerdere ouders? Wat was het resultaat?)

v2 Heb je in je werk contacten met mensen buiten de school? Vertel daar eens over. Noem eens een voorval waarin je zelf contact hebt gezocht? Hoe liep dat af?

v3 Heb je het laatste jaar overleg gevoerd met instanties buiten de school? Wanneer was dat? Hoe kwam dat overleg tot stand? Wat was het resultaat?

www.cbpsy.com

13


IBK 161209

7 Competent in reflectie en ontwikkeling De leraar onderschrijft zijn verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling. Hij onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap en zijn bekwaamheid als leraar.

v1 Wil je ons vertellen wat je doet aan het bijhouden van je eigen vakkennis? (Hulpvragen: Lees je bladen? Bezoek je congressen? Doe je een studie?)

v2 Heb je in het laatste jaar iets veranderd in je eigen manier van werken? Kun je uitleggen wat dit is? Hoe ben je daar toe gekomen? Hoe vind je dat het nu gaat? (Of: Heb je in de laatste jaren misschien feedback of commentaar gehad op je manier van lesgeven? Wat was dat? Wat heb je er mee gedaan?)

v3 Zijn er onderwijskundige veranderingen of plannen op jouw school waar je een bijdrage aan hebt geleverd? Welk plan? Welke verandering? Wat was jouw betrokkenheid? (Of: Heb je de laatste jaren te maken gehad met onderwijskundige problemen op jouw school? Vertel eens over een (recent) voorval. Wat speelde er? Wat was jouw betrokkenheid?)

www.cbpsy.com

14


IBK 161209

ANTWOORDEN Naam …………………………………………………

www.cbpsy.com

blz ….

15


IBK 161209

Naam …………………………………………………

www.cbpsy.com

blz ….

16


IBK 161209

SCOREFOMULIER Beoordeling van de antwoorden De antwoorden die de kandidaat geeft bij elke voorbeeldvraag, kunt u na afloop beoordelen met behulp van het uitgewerkte scoresysteem. Bij het scoren gaat u als volgt te werk: 1 U kruist/ vinkt zonder overleg met de andere beoordelaar bij iedere vraag de hokjes aan die het gedrag van de kandidaat (zo goed mogelijk) beschrijven. U kunt daarbij meerdere hokjes verspreid over de categorieën ‘basisniveau’, ‘ervaren niveau’ en ‘excellent niveau’ aankruisen. Nu kijkt u per vraag in welke categorie u de hokjes heeft aangekruist. In veel gevallen heeft u hokjes over meerdere categorieën aangekruist. U geeft een vraagscore van 1, 2 of 3 punten. 2 U bepaalt de competentie-score door de vraagscores op te tellen. Per competentie kunt u 3-9 punten geven. 3 Vergelijk nu de scores van de twee beoordelaars. Als er verschillen zijn gaat u over tot overleg. 4 U overlegt daarbij tot u het voor iedere voorbeeldvraag afzonderlijk eens bent over de score die de kandidaat krijgt voor die vraag. Vervolgens wordt u het eens over de competentie-score. 5 In de eindevaluatie komt u tot een eindbeoordeling over alle competenties.

www.cbpsy.com

17


IBK 161209

Kijkt u in het voorbeeld hieronder. Hier zijn twee vragen gesteld die horen bij Competent in Reflectie. De interviewer/beoordelaar heeft de twee antwoorden beoordeeld en vond dat de leerkracht bij Vraag 1 (V1) dingen vertelde die bij excellent niveau horen. (In de eerste kolom onder V1: Eenmaal een bij basisniveau en twee maal een bij excellent). Bij de tweede vraag (V2) bleef het antwoord erg op een basisniveau. (In de tweede kolom: tweemaal een ).

v1

v2 Basisniveau

Is goed op de hoogte van wat de school van hem/haar verwacht. Verbetert met (zelf)studie, trainingen en cursussen zijn/haar vaardigheden.

Ervaren niveau Evalueert regelmatig de aanpak van het onderwijs in de groep. Kent de sterke en zwakke punten ten aanzien van zij/haar vakbekwaamheid.

Excellent niveau

Analyseert onderwijsproblemen op vakinhoudelijke en didactische aspecten.

3

Draagt oplossingen aan voor onderwijsproblemen.

1

Eind= 66%

Vraagscore (1 ,2 ,3 )

Eindscore = (1 -9/Xmax)* 100 %

In dit voorbeeld leiden de vinkjes tot een competentiescore van 4 punten van de 6 in totaal mogelijke punten. De eindscore = (3+1)/6*100% = 66%.

www.cbpsy.com

18


IBK 161209

1. Score Interpersoonlijk competent v1

v2

v3 Basisniveau Laat kinderen praten over hun eigen leefwereld. Reageert belangstellend op de verhalen die kinderen vertellen. Houdt in taalgebruik rekening met de leefwereld van leerlingen. Helpt een leerling als dat nodig is, ook als hij/zij op dat moment met iets anders bezig is. Ziet er op toe dat kinderen respectvol met elkaar omgaan. Spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag. Legt leerlingen duidelijk uit wat de regels zijn en houdt ze daar aan. Werkt meer met complimenten dan met commentaar. Is zich bewust van de culturele verschillen tussen de leerlingen in groep. Ervaren niveau Analyseert regelmatig het groepsgedrag, soms door het gebruik van een analyse-instrument. Is zich bewust van culturele verschillen die de leerlingen in de groep van huis uit meekrijgen. Past kennis van het omgaan met een culturele heterogene groep toe. Reageert beheerst en rustig op een agressief kind. Zorgt er voor dat leerlingen rekening houden met elkaar. Doet altijd zijn/haar best om een leerling te begrijpen. Leerlingen komen gemakkelijk naar hem/haar toe, ook als ze problemen hebben. Heeft weinig of geen ordeproblemen in groep. Lost problemen in de omgang tussen kinderen op. Varieert gedrag in de omgang met verschillende typen kinderen. Is zich bewust van gedrag en het effect ervan op het groepsklimaat.

www.cbpsy.com

19


IBK 161209

Verbetert doelgericht het leerklimaat in de eigen klas. Excellent niveau Beschrijft hoe de sociale verhoudingen liggen binnen de groep. Varieert gedrag in de omgang met een groep. Kan een ordeprobleem herstellen in groep. Leert kinderen hoe zij zelf een probleem met andere kinderen op kunnen lossen. Kan het leerklimaat in een groep herstellen. Gaat doelgericht om met de culturele verschillen tussen leerlingen. Helpt waar nodig een collega om het leerklimaat in de klas te veranderen. Voert analyses uit van het leerklimaat in de gehele school. Overlegt met externe instanties over het leerklimaat en sociale verhoudingen op school. Helpt methodieken te introduceren die het leerklimaat op de school bevorderen. Bespreekt het leerklimaat van de school en groep regelmatig met collega’s. Vraagscore (1 ,2 ,3 )

Eind=

www.cbpsy.com

Eindscore (1 -9 )

20


IBK 161209

2. Score Pedagogisch competent v1

v2

v3 Basisniveau CreĂŤert een veilige leeromgeving voor leerlingen. Heeft overzicht over de groep. Stimuleert samenwerking tussen de leerlingen. Stimuleert zelfstandig gedrag bij de leerlingen. Geeft leerlingen regelmatig een compliment over hun werk. Is op de hoogte van het pestprotocol van school. Laat kinderen samenwerken. Is bekend met coĂśperatief leren. Zorgt dat leerlingen zelfstandig werken. Motiveert kinderen om te leren. Ervaren niveau Ziet snel of leerlingen worden gepest of voor gek worden gezet door andere leerlingen. Ziet snel of leerlingen worden buitengesloten of worden genegeerd door de rest van de groep. Laat zijn leerlingen kritisch nadenken over hun opvattingen. Stimuleert de leerlingen om na te denken over hun eigen gedrag. Werkt bewust aan de zelfstandigheid van kinderen. Signaleert het onmiddellijk als er ontwikkelingsproblemen zijn bij een leerling. Signaleert het als een leerling last heeft van sociaal-emotionele belemmeringen in het functioneren. Handelt volgens het pestprotocol van de school. Zorgt dat het leren in de klas aansluit bij de leefwereld van de leerlingen. Zorgt dat kinderen in de klas plezier krijgen in het leren.

www.cbpsy.com

21


IBK 161209

Excellent niveau Kan naar aanleiding van sociaal-emotionele belemmeringen van een leerling een plan van aanpak opstellen. Kan een plan op sociaal-emotioneel gebied evalueren en zonodig bijstellen. Begeleidt rugzakkinderen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkelingen. Maakt gebruik van coĂśperatief leren. Verbetert de leerhouding van leerlingen. Analyseert de zelfstandigheid van leerlingen. Werkt met verbeterplannen om de zelfstandigheid van leerlingen te ontwikkelen. In een problematische groep brengt hij/zij structuur aan door duidelijke afspraken en gedragsregels toe te passen. Werkt met verschillende wetenschappelijk onderbouwde opvoedingstheorieĂŤn. Werkt aan projecten die de leeromgeving van de school ontwikkelen/verbeteren. Vraagscore (1 ,2 ,3 )

Eind=

www.cbpsy.com

Eindscore (1 -9 )

22


IBK 161209

3. Score Vakinhoudelijk Competent v1

v2

v3 Basisniveau Beheerst de leerinhouden van de vak- en vormgebieden zoals beschreven in de kerndoelen. Op basis van de leerinhouden van de taken en opdrachten die de leerlingen uitvoeren, stelt hij/zij vast of zij deze leerinhouden beheersen. Kiest bij de leerinhouden de juiste materialen en opdrachten, zodat de leerlingen de leerinhouden ook daadwerkelijk beter leren beheersen. Als hij/zij lessen voorbereidt, beschikt hij/zij over voldoende ideeÍn, opdrachten en materialen waarmee leerlingen iets kunnen leren. Als hij/zij lessen voorbereidt, denk hij/zij na over de stappen die leerlingen moeten doorlopen om het uiteindelijke kennisdoel te bereiken. Kan leerlingen in een periode kennis laten maken met een onderwerp en ze de basale kennis van het onderwerp bijbrengen. Als leerlingen aan het werk gaan, ziet hij/zij snel of zij zich inzetten voor een taak of opdracht, of dat zij zich er het liefst snel vanaf maken. Evalueert per periode of leerdoelen naar aanleiding van leeractiviteiten gerealiseerd zijn. Heeft kennis van veel voorkomende leerstoornissen en onderwijsbelemmeringen. Bouwt lessen op een goede manier op. L egt leerstof, zoals een taak of opdracht, duidelijk uit. Houdt bij de uitleg rekening met het tempo en het niveauverschil tussen leerlingen. Bij leerproblemen en –belemmeringen weet hij/zij de juiste persoon of instantie te raadplegen om de leerling te helpen. Ervaren niveau Kan met een combinatiegroep werken. Weet van leerlingen waar hun sterke en zwakke punten liggen. Zorgt voor een duidelijke opbouw van de leerstof per periode. Stelt tussentijdse leerdoelen per periode of lessenserie vast. Zorgt voor een uitdagende leeromgeving. Als hij/zij lessen voorbereidt, dan weet hij/zij precies wat leerlingen al weten voordat de lessen beginnen. Bij de lesvoorbereiding zet hij/zij op een rij bij welke opdrachten en onderwerpen leerlingen problemen kunnen krijgen. Bij een nieuw onderwerp laat hij/zij de leerlingen vertellen wat zij er al vanaf weten, zodat zij actief meedoen aan de

www.cbpsy.com

23


IBK 161209

les. Overweegt bij de voorbereiding van lessen welke leerlingen behoefte hebben aan intensieve of minder intensieve begeleiding. Houdt bij de uitvoering van de lesstof rekening met het niveauverschil tussen de leerlingen. Helpt en ondersteunt leerlingen terwijl hij/zij ze de controle over een taak of opdracht laat houden. Houdt de voortgang van het leerproces van leerlingen nauwkeurig bij. Signaleert tijdig leerproblemen of –belemmeringen. Excellent niveau Selecteert middelen, methoden en bronnen voor de realisatie van een leerlijn. Ontwerpt leeractiviteiten die leerlingen aanzetten tot zelfwerkzaamheid. Werkt eindtermen uit in leermodulen. Werkt eindtermen uit in leerdoelen. Houdt bij het vaststellen van leerdoelen rekening met het schoolconcept. Houdt bij het vaststellen van de leerdoelen rekening met de leerlingenpopulatie. Door in lessen intensieve en minder intensieve begeleiding toe te passen, differentieert hij/zij tussen de leerlingen en hun mogelijkheden. Schat in, naar aanleiding van eerdere leersituaties, welke leerling begeleiding nodig heeft en welke leerling meer zelfstandig kan werken. Bij de begeleiding van een leerling laat hij/zij het initiatief voor de aanpak van de taak of opdracht bij hem/haar. Bij de evaluatie van lessen kijkt hij/zij kritisch naar zichzelf en de lesresultaten en of de gegeven instructie en begeleiding toereikend zijn geweest. Signaleert uitingen van emotionele problemen, zoals faalangst en een negatief zelfbeeld, zodat leerlingen tijdig hulp geboden kan worden. Stelt bij leerproblemen en –belemmeringen een plan van aanpak op om de leerling te begeleiden. Vraagscore (1 ,2 ,3 )

Eind=

www.cbpsy.com

Eindscore (1 -9 )

24


IBK 161209

4. Score Organisatorisch competent v1

v2

v3 Basisniveau Heeft lessen altijd goed voorbereid. Zorgt er voor dat al lesmaterialen in orde zijn, zodat tijdens de uitleg en de les geen tijd kwijt raakt aan het er naar zoeken. Zorgt er voor dat alle lesmaterialen door de leerlingen gemakkelijk te pakken zijn. Zorgt er voor dat alle materialen/middelen volgens schoolafspraken worden ingezet. Begint les op tijd. Doet voorbereiding en correctie in de tijd die daarvoor is ingepland. Maakt op een goede manier week-, maand- en jaarplanningen. Houdt zorgvuldig het klassenboek en het leerlingendossier bij. Werkt nauwkeurig, zodat een vervanger gemakkelijk kan werken in zijn/haar lokaal. Organiseert lessen zodanig dat er voldoende tijd is om alles te doen. Ervaren niveau Aan het begin van het jaar maakt hij/zij afspraken met de leerlingen over pauzes, eten en drinken, gebruik van materialen, opruimen en dergelijke. Bespreekt met leerlingen de mate waarin zij zich houden aan deze regels. Bespreekt met leerlingen wat ze gedurende een lesdag of dagdeel gaan doen. Bespreekt met leerlingen wat hij/zij van ze verwacht bij de uit te voeren opdrachten of activiteiten. Ziet er op toe dat leerlingen hun opdrachten in de daarvoor gestelde tijd afwerken, zodat de rest van het lesprogramma volgens planning verloopt. Bespreekt met leerlingen wat zij gaan doen als zij klaar zijn met hun opdrachten. Ziet er op toe dat leerlingen het klaslokaal zo gebruiken dat andere leerlingen niet gestoord worden in hun werkzaamheden.

www.cbpsy.com

25


IBK 161209

In geval van een onverwachte situatie past hij/zij het programma aan. Voert een les, lesblok of lesperiode uit in de benodigde tijd die daarvoor in de planning is gesteld. Gaat onnodig verlies van leertijd tegen. Excellent niveau Legt leerlingen problemen voor die stimuleren tot het verzamelen van kennis. Stimuleert leerlingen in het zelf toepassen van de opgedane kennis. Laat leerlingen eigen leersstrategieĂŤn ontwikkelen. Geeft leerlingen zodanige opdrachten dat ze gedurende langere tijd zelfstandig aan het werk zijn. In een onvoldoende taakgerichte groep stuurt hij/zij bij, zodat er weer een werkbaar leerklimaat ontstaat. Hanteert bij moeilijke groepen werkvormen waardoor leerlingen leren samen te werken. In organisatie van de lessen wint hij/zij tijd door bij een aantal taken (bijvoorbeeld het uitdelen van materialen) de leerlingen te laten helpen. Plant tijdens de lessen een moment van klassikale instructie, zodat tijdens de zelfstandige leeractiviteiten niet allemaal dezelfde vragen komen. In geval van een ernstige gebeurtenis stelt hij/zij prioriteiten en onderneemt actie. Vraagscore (1 ,2 ,3 )

Eind=

www.cbpsy.com

Eindscore (1 -9 )

26


IBK 161209

5. Score Relationeel competent v1

v2

v3 Basisniveau Bereidt zich goed voor op een overleg of vergadering. Vraagt naar de standpunten en voorstellen van collega’s. Heeft een duidelijke inbreng op een teamvergadering. Hanteert een heldere, gestructureerde opbouw bij de toelichting van het eigen standpunt. Onderhoudt goede informele contacten met collega’s. Als een collega een vraag heeft neemt hij/zij de tijd om deze door te spreken en waar mogelijk te beantwoorden. Is gemakkelijk aanspreekbaar voor collega’s over werk. Heeft een duidelijke en toegankelijke administratie van leerlingengegevens. Ondersteunt collega’s door werk over te nemen of door in te vallen. Als er beleid is gemaakt of een beslissing is genomen, dan voert hij/zij dit ook uit. Ervaren niveau Zit een overleg of vergadering voor. Hanteert bij het voorzitten van een overleg of vergadering een expliciete agenda. Zorgt er voor dat iedereen die deelneemt aan een overleg of vergadering de gelegenheid krijgt om een standpunt naar voren te brengen. Kan zijn/haar mening goed verdedigen in een overleg of vergadering. Biedt collega’s aan om gebruik te maken van lesmateriaal bij het samenstellen van hun eigen lessen. Werkt graag mee aan onderwijsvernieuwingen op school. Signaleert voor zichzelf en het team mogelijkheden om de schoolorganisatie te verbeteren. Draagt bij aan een gezamenlijk resultaat van het team. Vraagt collega’s om lessen te observeren.

www.cbpsy.com

27


IBK 161209

Laat collega’s met hem/haar meelopen om daar van te leren. Excellent niveau Stimuleert collega’s om bij anderen lessen te observeren. Stimuleert collega’s om geobserveerde lessen met elkaar door te spreken. Denkt graag mee in onderwijsprojecten die het onderwijs op school verbeteren. Initieert overleg en samenwerking tussen leraren binnen de school, zoals bijvoorbeeld het organiseren van intervisie. Zorgt er voor dat iedereen die deelneemt aan een overleg of vergadering de gelegenheid krijgt om een standpunt naar voren te brengen. Kent de gevoeligheden binnen het team en houdt hier rekening mee. Is actief in schooloverstijgende activiteiten, zoals vakorganisaties, regionale commissies e.d. Neemt initiatieven om collega’s binnen de school te betrekken bij schooloverstijgende activiteiten. Brengt een conflictsituatie tussen collega’s tot een voor alle partijen bevredigend resultaat, ook als hij/zij er zelf bij betrokken is. Treedt op als projectleider van grote, complexe projecten. Treedt op als projectleider van complexe projecten met meerdere deelnemers. Vraagscore (1 ,2 ,3 )

Eind=

www.cbpsy.com

Eindscore (1 -9 )

28


IBK 161209

6. Score Competent in samenwerking met omgeving v1

v2

v3 Basisniveau Onderhoudt regelmatig contacten met ouders/verzorgers van de leerlingen. Neemt contact op met de ouders/verzorgers van een leerling als het niet goed gaat met de leerling. Onderhoudt contacten met andere mensen en instellingen die te maken hebben met de zorg voor leerlingen. Ouders/verzorgers mogen hem/haar aanspreken op de verantwoordelijkheid voor hun kind. In contacten met de ouders/verzorgers vraag hij/zij naar de verwachtingen van hun kind en de school. Toont begrip naar de ouders/verzorgers voor de zorgen over hun kind. In contacten met de ouders/verzorgers neemt hij/zij de tijd om de vragen over hun kind en de school aan te horen en te beantwoorden. Is goed bereikbaar voor ouders/verzorgers. Zorgt dat ouders goed op de hoogte zijn van de voortgang van hun kind. Vraagt gemakkelijk om hulp van derden, bijvoorbeeld een collega, als hij/zij zelf niet weet hoe een probleem met een leerling op te lossen. Ervaren niveau Communiceert een professionele opvatting over een leerling op een goede manier met de ouders/verzorgers van de leerling. Vraagt om hulp van derden buiten de school, bijvoorbeeld een externe instantie, als hij/zij niet weet hoe een probleem met een leerling op te lossen. Als een deskundige van buiten de school een gesprek wil over een leerling, dan maakt hij/zij daar tijd voor. Als hij/zij weet dat een leerling ook buiten de school begeleid wordt, dan stemt hij/zij de begeleiding daar op af. Is goed bereikbaar voor professionele contacten met instellingen van buiten de school. In contacten met ouders/verzorgers legt hij/zij duidelijk uit wat zij wel en niet van hem/haar kunnen verwachten. Is bekend met de leefwereld van de ouders/verzorgers van leerlingen. Benadert ouders zelf om ze te betrekken bij het onderwijs van hun kind.

www.cbpsy.com

29


IBK 161209

Betrekt ouders bij de voortgang van hun kind. Vraagt ouders/verzorgers over hun indrukken van lessen. Communiceert met ouders van diverse culturele achtergronden. Excellent niveau Kan vanuit professionele deskundigheid ouders goed adviseren over de sterke en zwakke punten van hun kind. Maakt gebruik van het professionele netwerk waar de school onderdeel van is. Onderhoudt professionele contacten buiten de school om de belangen van de leerlingen te bevorderen. Bevordert de belangen van de school in het professionele netwerk. Is actief in de opbouw en het onderhoud van het netwerk van professionele contacten van de school met andere instellingen. In professionele contacten buiten de school maakt hij/zij duidelijk vanuit welke pedagogische en onderwijskundige visie de school werkt. Laat mensen van buiten de school zien hoe hij/zij met de klas en de leerlingen omgaat. Organiseert een overleg of samenwerking tussen de school en de externe instellingen. Betrekt ouders met diverse culturele achtergronden bij de school en het onderwijs. Is actief in het overleg dat de school voert met de wijk waar de school in ligt. Vraagscore (1 ,2 ,3 )

Eind=

www.cbpsy.com

Eindscore (1 -9 )

30


IBK 161209

7. v1

Score Competent in reflectie en ontwikkeling v2

v3 Basisniveau Is goed op de hoogte van wat de school van hem/haar verwacht. Verbetert met (zelf)studie, trainingen en cursussen zijn/haar vaardigheden. Bezoekt conferenties, workshops en studiedagen waar nieuwe werkwijzen aan bod komen. Is op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. Legt o.a. eigen werkwijzen, programma’s en lesmateriaal voor aan collega’s. Gebruikt feedback van collega’s om de eigen werkwijze te veranderen. Vraagt naar de aanpak die collega’s hanteren bij een situatie van een leerling of groep leerlingen. Gebruikt de suggesties en ideeën van collega’s in lessen. Heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan. Haalt ruimschoots de norm-uren die er staan voor studie of zelfstudie. Ervaren niveau Evalueert regelmatig de aanpak van het onderwijs in de groep. Kent de sterke en zwakke punten ten aanzien van zijn/haar vakbekwaamheid. Heeft concrete doelen ten aanzien van de verbetering van de vakbekwaamheid. Evalueert welke kwaliteiten hij/zij wil ontwikkelen om aan nieuwe ontwikkelingen mee te kunnen werken. Bespreekt de aanpak ten aanzien van het onderwijs regelmatig met collega’s. Bespreekt regelmatig de aanpak ten aanzien van het verzorgen van het onderwijs op school met collega’s om zo tot verbeteringen te komen. Is betrokken bij onderwijsprojecten ter verbetering van het onderwijs op school.

www.cbpsy.com

31


IBK 161209

Vakkennis is uitstekend. Zet vakinhoudelijke kennis ook in bij onderwijsprojecten ter verbetering van het onderwijs op de hele school. Heeft courante kennis van de vakliteratuur: leest de meeste artikelen in de vakbladen. Excellent niveau Analyseert onderwijsproblemen op vakinhoudelijke en didactische aspecten. Draagt oplossingen aan voor onderwijsproblemen. Draagt bij aan vernieuwingen in het onderwijs, bijvoorbeeld door publicaties of door overleg buiten de school. Fungeert als trekker van veranderingen die de school betreffen. Experimenteert met andere werkwijzen, concepten en dergelijke die hij/zij opdoet en brengt dit onder de aandacht van collega’s. Benoemt duidelijk welke factoren binnen de school een positieve bijdrage leveren aan vernieuwingen. De vakkennis is dusdanig dat hij/zij vooral anderen begeleidt en instrueert. Praat met anderen (collega’s of leidinggevenden) over de eigen ontwikkeling. Praat collega’s bij over de vernieuwingen in het onderwijs.

Eind=

www.cbpsy.com

Vraagscore (1 ,2 ,3 ) Eindscore (1 -9 )

32


IBK 161209

EVALUATIEFORMULIER LA/LB

Naam kandidaat

:

Voor functie

:

LA/ LB / --

Interviewers

: 1.

Datum

:

Scores in overzicht

:

Bekwaamheidseisen

1 2 3 4 5 6 7

2.

Interviewer 1 (1-9)

Interviewer2 (1-9)

Consensus (1-9)

interpersoonlijk pedagogisch vakinhoudelijk en didactisch organisatorisch samenwerken met de collega ‘s samenwerken met de omgeving reflectie en ontwikkeling Totaal

Algehele indruk / Toelichting bij overzicht

www.cbpsy.com

:

33


IBK 161209

INTERVIEWTECHNIEK GESTRUCTUREERD INTERVIEWEN Het sollicitatie of selectie-interview is vanouds een veelgebruikt middel om de juiste werknemer te selecteren. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat het een valide middel is, mits op een gestructureerde manier toegepast. Als interviewer speelt u een sleutelrol in het succes van deze procedure. Deze handleiding ondersteunt u bij het houden van een effectief interview. Wat zijn de voorwaarden voor een effectief interview?

een goede voorbereiding;

een logische opbouw van het gesprek, gestructureerde aanpak: d.w.z. duidelijke, vooraf bepaalde vragen.

De voordelen van een gestructureerde aanpak zijn:

U maakt (en met u de organisatie) een positieve en professionele indruk;

U niet hoeft te improviseren terwijl u met de kandidaat in gesprek bent;

Iedere kandidaat krijgt dezelfde aanpak, zodat de kandidaten makkelijker te vergelijken zijn;

U vergeet geen belangrijke vragen of onderdelen van het gesprek. U weet nu zeker dat u die informatie verzamelt die u nodigt heeft.

Kortom: een gestructureerd interview maakt de kans groter dat u de juiste kandidaat selecteert.

De interviewmethode die het beste voorspelt hoe de kandidaat zal functioneren is het competentiegerichte interview. In de volgende sectie worden de uitgangspunten van dit competentiegerichte interview toegelicht: wat houdt dat in en hoe ga je daarbij te werk. Daarbij krijgt u ook praktische tips en een checklist om een goede en logische opbouw van het selectiegesprek te waarborgen. Om de genoemde redenen heft IBK een vragenformulier en een scoreformulier. Hierin staan voorbeeldvragen die u kunt stellen en vindt u een uitgewerkt beoordelingssysteem volgens de STAR-methodiek. Als u consequent gebruik maakt van deze formulieren gaat u als vanzelf gestructureerd en competentiegericht interviewen. U raakt vanzelf bekend met deze interviewtechniek. Competentiegerichte vragen in IBK hebben twee kenmerken: 1. Het zijn open vragen naar gedrag: wat iemand feitelijk heeft gedaan 2. Het zijn vragen over gedrag in het verleden: wat in het verleden is gedaan.

www.cbpsy.com

34


IBK 161209

COMPETENTIEGERICHTE INTERVIEWEN

Bij selectiegesprekken voor kandidaten voor de functie van leerkracht A of leerkracht B worden de 7 bekwaamheidseisen als competenties beoordeeld. In het competentiegericht interview vraagt u naar gedrag van de kandidaat in een bepaalde situatie in het verleden. Het is een bewezen feit dat gedrag uit het verleden een goede voorspeller is voor het gedrag dat iemand in de toekomst laat zien. Competentiegericht interviewen is daarom “evidence based�.

STAR-methode Om competenties van een sollicitant te kunnen beoordelen gaat u interviewen volgens de STAR-methode. S T A R staat voor: S ituatie:

In welke situatie (in het verleden) verkeerde hij/zij?

T aak:

Wat was toen zijn/haar taak of rol?

A ctie:

Wat heeft hij/zij gedaan?

R esultaat:

Wat voor effect had dit gedrag uiteindelijk?

Bij de STAR-methode gaat het erom dat de kandidaat concrete voorbeelden uit het verleden geeft die sprekend zijn voor zijn/haar gedrag. U vraagt daarbij naar situaties die relevant zijn voor de functie en een beeld geven van de bovengenoemde competenties. Om u te ondersteunen in uw interview is er het vragenformulier van IBK. Hierin vindt u voorbeeldvragen. U krijgt zo een leidraad voor welke informatie u kunt inwinnen. Door het gebruik van de scoreformulieren gaan de interviewers op een gestructureerde manier beoordelen. Deze manier van beoordelen is daardoor systematisch. De voordelen daarvan zijn tweeledig. De beoordeling is beter. Bovendien lukt het beter om de beoordeling van een gesprek uit te leggen aan een ander. Als u bijvoorbeeld een nagesprek voert met een sollicitant, kunt u met deze ingevulde formulieren prima uitleggen wat de sollicitatiecommissie heeft vernomen en hoe zij dit hebben beoordeeld.

www.cbpsy.com

35


IBK 161209

DOORVRAGEN Door de voorbeeldvragen weet u naar welke situaties u kunt vragen. In veel gevallen zult u echter moeten doorvragen om de relevante informatie boven tafel te krijgen. Om meer informatie te krijgen over de vier STAR-onderdelen kunt de volgende vragen stellen: Situatie:

Waar en wanneer speelde dit zich af? Welke collegae en/of leidinggevenden waren erbij betrokken?

Taak:

Hoe raakte u betrokken bij deze situatie? Welke rol/functie had u? Raakt u daar door uzelf bij betrokken of bent u door iemand gevraagd?

Actie:

Wat heeft u gedaan? Hoe heeft u dat aangepakt? Waarom deed u dat zo?

Resultaat:

Hoe is het verder gegaan? Is het probleem opgelost? Zo nee, waardoor kwam dat? Wat vonden u en eventueel andere betrokkenen er (uiteindelijk) van?

Verder kunt u andere, verdiepende vragen stellen om informatie in te winnen. Daarbij dient u nog een tweetal zaken in het oog te houden: 1. Stel vooral open vragen. Deze vragen beginnen met de woorden: Hoe? Wat? Waar? Wie? Waarom? Wanneer? 2. Gebruik rust en stilte als middel. Stel een vraag en wacht vervolgens. Een stilte mag 5-10 tellen duren! Te veel interviewers verhinderen hun sollicitanten te antwoorden omdat ze te snel een volgende vraag gaan stellen. 3. Vraag bij een voorbeeld van iets dat succesvol is afgerond ook een tegenvoorbeeld van iets dat niet goed is verlopen en andersom. Dit voorkomt dat er eenzijdig, d.w.z. een te positief of te negatief, beeld ontstaat van de kandidaat.

www.cbpsy.com

36


IBK 161209

RICHTLIJNEN EN TIPS VOOR HET INTERVIEW Een prettig en informatief interview vraagt de nodige voorbereiding en aandacht van de interviewer(s). Om het succes van uw gesprek te vergroten, volgt hieronder nog een aantal richtlijnen en tips:

Vóór het gesprek: •

Zorg indien mogelijk voor een ruimte waar u alleen bent met de kandidaat. Zorg in ieder geval dat u niet wordt gestoord wordt tijdens het gesprek. Dit geeft de kandidaat het gevoel dat u het gesprek belangrijk vindt en hem/haar serieus neemt;

Zorg dat u goed ingelezen bent en de juiste papieren (het cv en informatie uit mogelijke eerdere gesprekken met de kandidaat) bij de hand hebt;

Vraag naar onduidelijkheden en/of ontbrekende periodes in het cv;

Lees de vragen die u gaat stellen vooraf door;

Maak een inschatting van de tijd die u nodig denkt te hebben per gespreksonderdeel. U kunt zich daarbij richten op de checklist;

Zorg voor schrijvende pen(nen) en voldoende papier.

Tijdens het gesprek: •

Maak op ontspannen wijze kennis en stel de kandidaat op zijn/haar gemak; een selectiegesprek is immers vaak spannend voor hem of haar;

Maak duidelijke aantekeningen zodat u achteraf de informatie goed kan beoordelen;

Stel één vraag tegelijk;

Vraag bij vage antwoorden net zo lang door tot u de nodige informatie heeft;

Geef de kandidaat de tijd om te antwoorden en laat hem/haar uitspreken;

Volg de checklist zo goed mogelijk. Dat geeft u, zeker bij uw eerste gesprekken volgens de STAR-methode, de nodige houvast!

Na het gesprek •

Beoordeel de gegeven antwoorden zo snel mogelijk na het gesprek; u kunt zich de meer precieze inhoud van het interview dan het best voor de geest halen en de antwoorden daardoor beter beoordelen.

www.cbpsy.com

37


IBK 161209

Wel doen in het interview • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

De sollicitant uitleggen dat je voorbeelden uit het werk wilt horen Voldoende tijd besteden aan competenties interviewen Elke sollicitant dezelfde vragen stellen, dus interviewen met dezelfde structuur Veel vragen stellen Alle vragen in verleden tijd stellen Uit laten praten en luisteren Doorvragen Interviews goed nabespreken in de commissie Een vraag per keer stellen De sollicitant uit laten praten Doorvragen totdat iemand een echt voorbeeld uit de eigen werksituatie vertelt Als een sollicitant een voorbeeld geeft, dan om het resultaat vragen. Vervolgens ook om de evaluatie van de sollicitant over het voorval. Opschrijven wat iemand vertelt Goed de rollen verdelen in de commissie Als schrijver een aanvullende vraag stellen om een volledig antwoord te krijgen Open vragen stellen; Wanneer, wie, wat, hoe. Altijd vragen: “Wanneer speelde dit?” Altijd vragen: “ Hoe is dat toen afgelopen?” Nog eens teruglezen bij het scoren Goede feedback geven na het interview “Opwarmen” bij de opening, “afkoelen” tijdens de afsluiting.

Niet doen in het interview • • • • • • • • • • • • •

Veel tijd besteden aan voorlichten over de functie Meer vertellen dan vragen Vragen stellen in tegenwoordige tijd Inhoudelijk reageren of commentaar geven op antwoorden Goedkeurend of afkeurend reageren De eigen vragen beantwoorden Meerdere vragen ineens stellen Genoegen nemen met algemeenheden of meningen Met twee personen tegelijkertijd vragen stellen Gesloten vagen stellen Suggestieve vragen stellen. VB: “ Heb je toen nagevraagd of zij tevreden waren?” Scores van de commissie middelen De sollicitant na afloop met een kluitje in het riet sturen

www.cbpsy.com

38


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.