
6 minute read
ZENDING OVER GRENZEN IN OEKRAÏNE
Door het oorlogsgeweld, enorme tekorten en armoede is het leven in Oekraïne zwaarder dan ooit. We helpen gezinnen en ouderen met noodhulp en wederopbouw. Maar blijven ook onze reguliere hulp zoals schoolmateriaal en opleidingen bieden, om te investeren in de toekomst van de jonge generatie.

Advertisement
Onze lokale medewerkers hebben dispensatie van de Oekraïense overheid en worden niet opgeroepen voor het leger. Op deze manier kunnen zij hun volle aandacht geven aan de mensen in nood en hun medeburgers bijstaan met raad en daad.


Wilt u ook bijdragen?
Dat kan via zog.nl/m23-oekraine
ZE ZIJN ROZE. ROZE MET EEN WAASJE VAN DE BLOOTSTELLING AAN DE ZON, WANT deze schoenen zijn al eerder gedragen. Ze passen goed, zitten lekker en hebben geen gaten zoals haar oude schoenen. Maar, ze zijn roze. En Mila haat roze. Roze doet haar denken aan de Barbies die ze nooit voor haar verjaardag kreeg, aan de goedgevulde rugtassen van haar klasgenootjes vroeger en aan de strikken die dezelfde klasgenootjes in hun haar droegen. Strikken van glanzend, felroze lint die niet alleen lieten zien dat hun haren op orde waren, maar dat hun levens op orde waren. Hun ouders waren genoeg op orde om ’s ochtends niet alleen hun haren te kammen en er een staart in te maken, maar om als kers op de taart een strik om de staart te doen. Het was haast poëtisch hoezeer Mila’s kindertijd het tegenovergestelde was. Geen roze strik om haar haar, maar haar vaders alcoholisme, haar ouders’ altijd gespannen huwelijk en een chronisch gebrek aan geld als een rode draad door haar jonge jaren geweven.

Mila vond het verschrikkelijk dat ze als drieëntwintigjarige vrouw niet voor zichzelf kon zorgen en tweedehands kleding moest accepteren. Toen ze als tienermeisje voor de zoveelste keer bij de zoveelste buurvrouw werd gedumpt omdat haar ouders het zoveelste trieste baantje in de stad moesten aannemen, had ze zich zo duidelijk voorgenomen: ‘Zo. Word. Ik. Niet.’ Mila zou Krupnik verlaten, misschien wel heel Bulgarije verlaten. Ze zou iets van zichzelf maken en al die mensen, van kinderen tot leerkrachten en van winkelmedewerkers tot passanten op straat, die haar reduceerden tot een onverzorgd buitenbeentje het nakijken geven. Maar daar stond ze dan, precies hetzelfde te wezen als haar ouders. Afhankelijk, zonder toekomstperspectief en met kleding die ze lelijk vond. Hoe had ze ook eigenlijk durven dromen van een beter leven – ze had door haar turbulente kindertijd niet eens de basisschool kunnen afmaken.
Ze veinsde een glimlach naar de vrouw die haar de schoenen overhandigde, want een van de weinige dingen die ze in haar jeugd wel had geleerd was blij en dankbaar doen als haar gezin bij de lokale kerk tweedehands kleding mocht uitkiezen. Een glimlach veinzen was haar gelukkig niet vreemd; ze deed het vroeger dagelijks wanneer haar vaders raki-fles weer wat inhoud armer was. Een lach op haar gezicht was soms de vrijbrief voor een van zijn dronken tirades. Ze vroeg zich af of de vrouw van middelbare leeftijd met de vriendelijke ogen door had dat haar lach niet uit dankbaarheid, maar uit angst was ontstaan. Waarschijnlijk niet, want niemand in haar omgeving leek ooit te hebben gesnapt wat er in haar binnenste leefde.
Diep in haar hart, onder alle pijn en het masker dat ze had geleerd op te zetten, was Mila heus wel dankbaar. Want de schoenen, hoewel roze, oogden relatief nieuw en dat betekende dat ze bij een sollicitatiegesprek enigszins serieus zou worden genomen en dat mensen haar niet vol medelijden na zouden kijken op straat. Het maakte haar bedroefd dat dit nu de standaard was, in tegenstelling tot de dromen die ze ooit koesterde. Maar inmiddels identificeerde Mila zich zo met haar armoede dat ze niet meer geloofde dat ze ooit de vrouw zou worden die ze als meisje dacht te kunnen zijn. Totdat die vrouw van middelbare leeftijd met de vriendelijke ogen Mila recht in haar bedroefde, bruine ogen keek en – alsof ze haar stille hartengebed had gehoord - vroeg: “hoe zou je het vinden om de opleiding tot naaister te volgen?”
Verder lezen?
Bent u benieuwd of Mila een opleiding is gaan volgen?

U leest het op zog.nl/m23-feuilleton
Beschikt u niet over digitale middelen?
Vraag ons naar de papieren versie.
Collega aan het woord
Angela ging in haar tienerjaren een keer met een vriendin mee om als vrijwilliger snoeppakketten voor kinderen in kindertehuizen in te pakken. Ze vond het geweldig en bedacht dat ze later voor zo’n organisatie zou willen werken. Niet wetende dat ze toen al werk verricht had voor Zending over Grenzen, waar ze nu al 18 jaar werkt.
Angela is zelf opgegroeid in armoede in dezelfde omgeving waar ze nu werkt. Ze voelde zich destijds enorm bemoedigd toen haar familie gesteund werd door de lokale kerk en zendelingen. Dat motiveert
Angela Railean
Angela (43) woont in Chisinau, de hoofdstad van Moldavië. Ze werkt al 18 jaar voor Zending over Grenzen en is inmiddels communicatiemanager. Ze is getrouwd, heeft een zoon van 18, een dochter van 13 en tweelingzoons van 8. In haar vrije tijd haakt ze graag of doet ze bordspelletjes met haar familie of vrienden.
Angela nu om zelf anderen te helpen. Ze ziet haar functie niet als werk, maar als een bediening: het dienen van God en mensen in nood. Haar werk is het verlengstuk van Gods liefdevolle armen, die mensen in nood voorzien van praktische hulp met een knuffel, en Gods mond, die mensen vertelt dat ze geliefd zijn. Haar persoonlijke doel in haar werk is om haar best te doen en God om de rest te vragen. Daarbij roept ze zichzelf doorlopend tot de orde:
“Wat je ook doet Angela, doe het alsof je het voor God doet.”
Problemen groter dan ooit
Angela’s geboorteland Moldavië is al het armste land van Europa, met hoge werkloosheid- en emigratiecijfers. Van iedere familie werken er wel wat leden in het buitenland, zo ook in de familie van Angela. De economie van Moldavië heeft veel geleden onder de pandemie, met daar bovenop een ernstige droogte in 2020, waardoor de landbouw instortte, gevolgd door de energiecrisis. Maar de grootste klap was de oorlog in buurland Oekraïne. Moldavië is voor de import van veel producten, waaronder voedsel en gas, altijd afhankelijk geweest van Oekraïne en Rusland. Hoge prijzen en inflatie in combinatie met een krimpende en vergrijzende bevolking hebben geleid tot een lage productiviteitsgroei. Gezinnen met lage inkomens zitten zonder eten en verwarming en er is steeds minder werk beschikbaar. Er heerst veel onzekerheid en angst bij het volk. Gezinnen in armoede voelen zich hopelozer dan ooit en zijn momenteel makkelijk te beïnvloeden door politieke leiders met verkeerde bedoelingen die hun macht misbruiken.
Verbinding doet wonderen
aan schoolspullen, waardoor studeren slechts een droom blijft. Ook de eenzaamheid waar veel mensen mee kampen, maakt haar verdrietig. Als familieleden naar het buitenland vertrekken of een eigen gezin stichten, blijven veel ouderen eenzaam achter, vaak met beperkingen, ziektes en in armoede. Niet alleen hebben deze ouderen materiële hulp nodig, maar ook een luisterend oor en vriendschap.
De collega’s van Angela uit het veld, zoals gezinscoaches en coördinatoren, zorgen voor verbinding met deze ouderen. Ze gaan bij hen langs met een voedselpakket, maken een praatje, doen wat klusjes voor hen en bieden een luisterend oor. Zo weten de ouderen dat ze er niet alleen voor staan. Ook voor kinderen uit kwetsbare gezinnen is het belangrijk dat ze zich gezien voelen en zich verbonden voelen met mensen die om hen geven. Onze Zomerkampen, onze Naschoolse zorg en lokale kerken bieden die zorg en liefde die deze kinderen zo nodig hebben. Angela kent veel voorbeelden van kinderen die zijn opgebloeid door de steun die ze daar ervaren hebben. Inmiddels zijn velen van hen actieve tieners geworden die nu zelf vrijwilliger bij ons zijn. Ook zetten Angela en haar collega’s zich in om gezinnen te verbinden met lokale kerken, zodat ze onderdeel worden van een ‘kerkfamilie’.
Verandering biedt nieuw perspectief
Het veranderen van levens, dat is hetgeen waar Angela voldoening uit haalt. Ze vertelt dat veel mensen in Moldavië naar de fles grijpen omdat ze hun problemen niet onder ogen willen zien. Het is niet makkelijk om die situatie te veranderen. Veel hangt af van de prioriteit die iemand geeft aan het veranderen van zijn leven. Armoede kan mensen blootstellen aan uitersten, zoals een alcoholverslaving, maar het geeft ook juist het verlangen om iets te willen veranderen. En er is veel behoefte aan verandering, alleen weten mensen niet hoe. Angela en haar collega’s richten zich daarom niet alleen op materiële hulp, maar op vijf verschillende soorten hulp: hulp op spiritueel, emotioneel, educatief, materieel en sociaal gebied. Ze bemoedigen mensen door hen te voorzien van begeleiding, advies, gebed, hulp bij school en studie, een groter netwerk zoals een kerk of Na-schoolse Zorg, arbeidsperspectief, enz. Angela legt uit dat het onze rol is om iedereen waarmee we werken eraan te herinneren dat hij of zij geliefd is. God heeft ons allemaal gelijk geschapen en Hij houdt van iedereen. Door de jaren heen is Angela vaak getuige geweest van levens die veranderd zijn, karakters die veranderd zijn en mensen die vrijwilliger geworden zijn voor Zending over Grenzen. Veel mensen hebben God verwelkomd in hun leven, zijn lid geworden van een kerk, hun relaties zijn hersteld en ze zijn gestopt met alcohol. Angela voelt zich onderdeel van hun levens die ten goede veranderd zijn. Ze besluit: “Ik voel me gezegend dat ik deel mag uitmaken van dit prachtige werk. Ik ben God dankbaar dat Hij me hier geplaatst heeft en ik vind het fantastisch hier te zijn.” ❰
