Scheepvaart in de Nederlandse taal Een beroep dat eeuwenlang meegaat, kom je veel tegen in de taal. Zo ook met de scheepvaart. Deze uitdrukkingen ken je ongetwijfeld!
Driemaal is scheepsrecht
Met iemand opgescheept zitten
DE SCHEPEN ACHTER In hetzelfde schuitje zitten ZICH VERBRANDEN We zien wel waar het schip strandt
HET SCHIP IN GAAN
Iemand op sleeptouw nemen
Het ruime sop kiezen HET LOOPT DE SPUIGATEN UIT
DE BESTE STUURLUI STAAN AAN WAL
Hard van stapel lopen
Een storm in een glas water
OP IEMAND AFSTEVENEN
Met vlag en wimpel
Op de valreep
DE WIND IN DE ZEILEN HEBBEN
RECHT DOOR ZEE GAAN Ergens voor anker gaan
Averij hebben
Iemand van bakboord naar stuurboord sturen BAKZEIL HALEN Het over een andere boeg gooien
EEN KOP ALS EEN BOEI
Dat was kantje boord
Iemand in de boot nemen
DE BOOT ALLE HENS AAN DEK De boot afhouden MISSEN Iets grootscheeps DAT RAAKT KANT NOG WAL BrAM | 19
aanpakken