3 minute read

Werd graag gezien, maar heeft doden op zijn geweten

Het levensverhaal van koloniaal Jules Van Dorpe

‘Ik ben in goede gezondheid en hoop van u hetzelfde’, schreef Deinzenaar Jules Van Dorpe (°1856) aan zijn moeder in 1889 vanuit Congo. Om de veertien dagen vertrok er een brief naar het thuisfront. Zijn hunkering naar nieuws uit zijn geboortestad was groot. Zijn zus moest hem de liberale krant De Deinse Burger opsturen. In de kleine stad was er nog geen echt middelbaar onderwijs, en dus trok hij als zestienjarige maar naar het leger. Zijn vader droeg als politieman al een uniform. De jongeman had bijlessen gekregen van zijn onderwijzer, die wel iets zag in de verstandige leerling. Hij kreeg zijn eerste officiersster op 22-jarige leeftijd.

Waren het exotische krantenverhalen uit Afrika, waar ontdekkingsreizigers zoals Stanley rondtrokken? Werd hij gevraagd door de entourage van Leopold II om als pionier naar Congo te trekken? Of zag hij een leven in de kazerne niet zitten? Jules Van Dorpe begon in 1888 in ieder geval als administrator van een district een termijn van drie jaar in de vrijstaat. Er zouden nog drie andere periodes volgen, telkens in het kustgebied. Op die manier raakte hij niet betrokken bij de beruchte rubberoogst in het oerwoud, die zoveel inlanders het leven kostte.

Maar hij was wel verantwoordelijk voor de karavaanroute tussen Matadi en Leopoldstad (Kinshasa). Ook daarbij bezweek een onbekend aantal dwangarbeiders. Wanneer zij in opstand kwamen, sloeg hij zonder pardon het verzet neer. Van Dorpe exporteerde ivoor en rubber naar Europa en zorgde ervoor dat er wapens bij de koloniale troepen kwamen.

Het was de koning die hem tijdens een onderhoud toestemming gaf om als eerste zijn vrouw mee te laten reizen naar Congo. Een beetje ijdel was hij wel. Iedere loonsverhoging werd fier meegedeeld in een brief aan zijn moeder.

Het harde werk en zijn organisatietalent loonden. Hij werd op een bepaald ogenblik de belangrijkste administrator na de gouverneur en bleef tegelijk directeur van het transport. Tussen 1895 en 1898 zou hij als opperbevelhebber het leger en de marine uitbouwen tot de sterkste militaire macht in Centraal-Afrika.

Hij werd in Deinze op handen gedragen. Zijn voordrachten in Vlaanderen, met toen onbekende exotische verhalen, lokten soms meer,dan duizend luisteraars. Hij was een bekende Belg en deed daardoor gewillig mee met de propaganda die de Belgische koning organiseerde.

Maar bijna twaalf jaar hard labeur in Congo eisten hun tol. Hij werd amper 46 jaar oud en overleed in 1902.

In Deinze werd een gedenkzuil opgericht, die in 1908 onder grote belangstelling werd ingehuldigd. Nadien werd het stil rond Van Dorpe. Sommigen waren dan ook verbaasd toen het stadsbestuur in 2008 het beeld op een nieuwe prominente plaats zette. Onder meer Amnesty International formuleerde kritiek, omdat er ondertussen heel anders naar die vroege periode van de kolonisatie werd gekeken. In 2021 werd het monument door onbekenden ingepakt. Zij eisten dat er meer duiding kwam over de koloniaal. Het stadsbestuur liet nu een infobord aanbrengen. Recent verscheen bij uitgeverij Skribis zijn biografie, geschreven door stadsgenoot Stefaan De Groote, die samenwerkte met de musea van Deinze en Tervuren.

Het is uiteindelijk een merkwaardig stuk Belgische, Congolese en Deinse geschiedenis geworden. Voormalig hoogleraar koloniale geschiedenis aan de VUB, Guy Vanthemsche, verstrekte advies.

Het boek kost 18 euro en is te verkrijgen in een aantal verkooppunten in Deinze en omgeving, bij de uitgeverij of bij de auteur zelf via: stefaandegroote@outlook.com.

Wil je de lezing door de auteur van het boek Levensverhaal koloniaal Jules Van Dorpe: ‘Werd graag gezien, maar heeft doden op zijn geweten’ in jouw afdeling organiseren?

Neem dan contact op met Stefaan De Groote via stefaandegroote@outlook.com.

Stefaan De Groote, Willemsfonds Deinze

This article is from: