SPIJT
VAN MIJN ABORTUS Elk jaar worden er in Nederland 30.000 zwangerschapsafbrekingen uitgevoerd. Een WIJ lezeres (27 jaar) doet haar verhaal, in de hoop dat iemand zich erin herkent en zich hierdoor minder alleen voelt. “Dit is het moeilijkste verhaal wat ik ooit zal vertellen.”
“Het woord abortus galmt door mijn hoofd, als ik in de auto zit onderweg naar de kliniek waar elke dag dit soort ‘ingrepen’ meerdere keren worden uitgevoerd. Hoe zal het gaan? Hoe zal ik me voelen? Ik wil dat het over is. Klaar is. Mijn zoon, die ik CN heb genoemd, moet eruit. Mijn moeder en ik komen aan in de kliniek. Ik ben om 8.00 uur meteen aan de beurt. Ik vul de formulieren in. Ik zie artsen en verpleegkundigen binnenkomen om aan hun dienst te beginnen. Er komen ook steeds meer vrouwen de wachtkamer binnen. Ik hou mijn buik vast. Ga ik dit echt doen? Ik hoor mijn naam en ik verstijf. Ik kijk mijn moeder aan, die me een bemoedigend knikje gee . Ik loop mee met de arts. Ik hoor allerlei vragen. Mijn hoofd gee antwoord op die vragen, maar mijn hart schreeuwt. Ik wil CN houden, maar het kan niet.”
‘Met afschuw ontbloot ik mijn buik’ “De arts wil weten waarom ik een abortus wil. Rustig en rationeel leg ik haar uit dat mijn partner weg is gegaan en ik dit niet alleen kan. Daarna krijg ik een echo. Ik mag mijn buik ontbloten. Bij de verloskundige deed ik het die andere keren met liefde, nu doe ik het met afschuw. Ik wil het niet zien. Ik mag opstaan en werp toch nog een
‘Mijn ziel is weg en over
dit onderwerp
praten is onmogelijk’ 34