Inhoudelijk artikel
De strijd tegen armoede winnen we samen
Laat ons samen de overheden overtuigen om te investeren in armoedebestrijding! Armoede veroorzaakt of versterkt heel wat ongelijkheden in onze samenleving. Om dit bevattelijker te maken kozen we deze campagne vier levensdomeinen uit het armoedeweb om van naderbij te bekijken.
Inkomen Armoede is meer dan enkel een gebrek aan financiële middelen. Het gebrek aan geld is natuurlijk wel een grote verklaringen voor andere ongelijkheden. Gebrek aan geld wordt meestal veroorzaakt door een te laag inkomen. Het is belangrijk om daarbij aan te stippen dat de sociale minimumuitkeringen in België onder de armoedegrens liggen. Dat wil dus zeggen dat de overheden ervoor kiezen om mensen die, om welke reden dan ook, niet werken, geen voldoende hoog inkomen te geven om te kunnen deelnemen aan de samenleving. Ook mensen die wel werken kunnen in armoede leven, dat is zeker het geval bij eenverdieners, mensen die geen voltijds job hebben en mensen in onzekere arbeidsstatuten en slecht betaalde jobs. Op dit moment lijkt het een interessante politieke insteek om deze laatste twee groepen tegen elkaar uit te spelen. Er wordt gezegd dat mensen die een uitkeringen krijgen te veel sociale voordelen krijgen. Toch is de realiteit dat zelfs met sociale voordelen (als mensen ze dan al krijgen), mensen met een
uitkering nog steeds geen voldoende hoog inkomen hebben om te voorzien in hun levensbehoeften. Het is dus compleet onzinnig om mensen met de laagste inkomens, zij het uit arbeid of uit een uitkeringen, tegen elkaar op te zetten. De overheid moet zorgen dat iedereen een menswaardig inkomen heeft, dat kan door de uitkeringen op te trekken, door daar waar nodig extra aanvullende steun te voorzien ongeachts iemand statuut én door de zorgen dat onze arbeidsmarkt voor volwaardige jobs zorgt.
Werk Volgens de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid doet België het niet goed om kwetsbare groepen kansen te geven op de arbeidsmarkt. Kortgeschoolden, niet EU-burgers, eenoudergezinnen en personen met een arbeidshandicap hebben het moeilijk op de arbeidsmarkt. Jobkansen worden in grote mate bepaald door het onderwijsniveau. Dit zorgt momenteel voor verdringing op de arbeidsmarkt. Er zijn steeds meer jobs waarvoor men hoog gekwalificeerd moet zijn. Dat maakt het moeilijk voor mid-
den- en kortgeschoolden om hun plaats te vinden op de arbeidsmarkt. Daarnaast zien we ook dat korter geschoolden vaker werken in sectoren die gevoelig zijn voor economisch schokken (industrie, handel, horeca en vervoer) en die de minste jobgroei kennen. Uiteraard zijn er ook nog heel wat andere drempels zoals het moeilijk kunnen combineren van een invaliditeitsuitkering met een beperkt inkomen uit armoede, gebrek aan betaalbare kinderopvang, vervoersarmoede en discriminatie.
Onderwijs Gezien het onderwijs zo belangrijk is voor onze kansen op de arbeidsmarkt later, kunnen we alleen maar hopen dat daar sterk wordt ingezet op gelijke kansen. En hoewel we weten dat veel scholen sterk investeren in gelijke kansen, zien we toch nog niet de resultaten die we zouden hopen. Op vlak van leerprestaties blijkt in Vlaanderen, meer dan in andere rijke landen, het thuismilieu een negatieve rol te spelen. We slagen er ook minder goed in om kinderen in een benadeelde socio-economische positie toch een hoge prestatie te laten neerzetten. Opvallend is ook dat bijvoorbeeld op het vlak van lezen, zelf wanneer risicofactoren zoals opleidingsniveau, thuistaal en aantal boeken geen rol spelen, een
7