6 minute read

De strijd tegen armoede winnen we samen Laat ons samen de overheden overtuigen om te investeren in armoedebestrijding!

Next Article
Actie-oproep

Actie-oproep

Armoede veroorzaakt of versterkt heel wat ongelijkheden in onze samenleving. Om dit bevattelijker te maken kozen we deze campagne vier levensdomeinen uit het armoedeweb om van naderbij te bekijken.

Inkomen

Armoede is meer dan enkel een gebrek aan financiële middelen. Het gebrek aan geld is natuurlijk wel een grote verklaringen voor andere ongelijkheden. Gebrek aan geld wordt meestal veroorzaakt door een te laag inkomen. Het is belangrijk om daarbij aan te stippen dat de sociale minimumuitkeringen in België onder de armoedegrens liggen. Dat wil dus zeggen dat de overheden ervoor kiezen om mensen die, om welke reden dan ook, niet werken, geen voldoende hoog inkomen te geven om te kunnen deelnemen aan de samenleving.

Ook mensen die wel werken kunnen in armoede leven, dat is zeker het geval bij eenverdieners, mensen die geen voltijds job hebben en mensen in onzekere arbeidsstatuten en slecht betaalde jobs.

Op dit moment lijkt het een interessante politieke insteek om deze laatste twee groepen tegen elkaar uit te spelen. Er wordt gezegd dat mensen die een uitkeringen krijgen te veel sociale voordelen krijgen. Toch is de realiteit dat zelfs met sociale voordelen (als mensen ze dan al krijgen), mensen met een uitkering nog steeds geen voldoende hoog inkomen hebben om te voorzien in hun levensbehoeften.

Het is dus compleet onzinnig om mensen met de laagste inkomens, zij het uit arbeid of uit een uitkeringen, tegen elkaar op te zetten. De overheid moet zorgen dat iedereen een menswaardig inkomen heeft, dat kan door de uitkeringen op te trekken, door daar waar nodig extra aanvullende steun te voorzien ongeachts iemand statuut én door de zorgen dat onze arbeidsmarkt voor volwaardige jobs zorgt.

Werk

Volgens de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid doet België het niet goed om kwetsbare groepen kansen te geven op de arbeidsmarkt. Kortgeschoolden, niet EU-burgers, eenoudergezinnen en personen met een arbeidshandicap hebben het moeilijk op de arbeidsmarkt.

Jobkansen worden in grote mate bepaald door het onderwijsniveau. Dit zorgt momenteel voor verdringing op de arbeidsmarkt. Er zijn steeds meer jobs waarvoor men hoog gekwalificeerd moet zijn. Dat maakt het moeilijk voor mid- den- en kortgeschoolden om hun plaats te vinden op de arbeidsmarkt. Daarnaast zien we ook dat korter geschoolden vaker werken in sectoren die gevoelig zijn voor economisch schokken (industrie, handel, horeca en vervoer) en die de minste jobgroei kennen.

Uiteraard zijn er ook nog heel wat andere drempels zoals het moeilijk kunnen combineren van een invaliditeitsuitkering met een beperkt inkomen uit armoede, gebrek aan betaalbare kinderopvang, vervoersarmoede en discriminatie.

Onderwijs

Gezien het onderwijs zo belangrijk is voor onze kansen op de arbeidsmarkt later, kunnen we alleen maar hopen dat daar sterk wordt ingezet op gelijke kansen. En hoewel we weten dat veel scholen sterk investeren in gelijke kansen, zien we toch nog niet de resultaten die we zouden hopen. Op vlak van leerprestaties blijkt in Vlaanderen, meer dan in andere rijke landen, het thuismilieu een negatieve rol te spelen. We slagen er ook minder goed in om kinderen in een benadeelde socio-economische positie toch een hoge prestatie te laten neerzetten. Opvallend is ook dat bijvoorbeeld op het vlak van lezen, zelf wanneer risicofactoren zoals opleidingsniveau, thuistaal en aantal boeken geen rol spelen, een laag inkomen toch een negatief effect heeft op het begrijpend lezen van kinderen.

Deze mindere leerprestatie in combinatie met een ongelijk studieadvies naar kinderen met een lagere socio-economische status zorgt ook voor een verminderde doorstroom naar het hoger onderwijs.

Gezondheid

Mensen in armoede hebben een slechtere fysieke gezondheid en hun financiële situatie heeft ook een negatieve impact op het psychisch welzijn. Niet verwonderlijk is er ook een grote impact op de levensverwachting. Het verschil in levensverwachting tussen mensen een hoge en een lage socio-economische status bedraagt 9,3 jaar voor mannen en 6,3 jaar voor vrouwen. Nog grotere verschillen zijn er als we kijken naar levensverwachting in goede gezondheid.

De gezondheidskloof weerspiegelt zich ook in de toegang tot gezondheidszorgen. Mensen in armoede maken minder gebruik van preventieve zorgen. Ze stellen vaker doktersbezoeken uit. Europees onderzoek zet België op de oneervolle 4de plaats van de EU28 landen als het gaat om ‘onvervulde medische behoeften’ omwille van kostprijs. Zeker qua het verschil in onvervulde medische behoefte tussen de laagste en de hoogste inkomen scoort België niet goed.

Deze cijfers zijn ook gekend bij beleidsmakers. Het dichten van de gezondheidskloof is ook een van de prioriteiten van de federale regering. Helaas zien we daar momenteel nog geen resultaten van.

Strijd tegen ongelijkheid = strijd tegen armoede en sociale uitsluiting

Het is belangrijk dat we al deze ongelijkheden, en de ongelijkheden op vlak van wonen, vrije tijd, toegang tot dienstverlening wegwerken. Maar het is ook belangrijk om te zien dat deze ongelijkheden vaak hun oorsprong kennen in armoede en sociale uitsluiting. Dat wil dus zeggen dat inzetten op goeie armoedebestrijding ook de ongelijkheden zal doen afnemen.

We kunnen blijven zoeken naar het waarom, waarom is de levensverwachting van mensen in armoede zo veel lager? Waarom zijn mensen in armoede ondervertegenwoordigd in het hoger onderwijs? Waarom is het voor mensen in armoede moeilijker om een goede job te vinden?

Maar naast het zoeken naar het waarom, moet er wel actie ondernomen worden om het op te lossen. De enige manier om dat te doen, is volgens Welzijnszorg om volop te investeren in armoedebestrijding.

Investeren in logisch

Met Welzijnszorg willen we structurele investeringen om armoede terug te dringen. Eigenlijk zijn deze investeringen een kwestie van gezond verstand. Ze zorgen dat de samenleving gelijker wordt en dat iedereen menswaardig kan deelnemen aan de samenleving. Een structureel armoedebeleid vraagt investeringen in systemen, diensten en mensen.

Investeren in systemen

Onder systemen verstaan we alles wat onze maatschappij doet draaien, onze regels en procedures. Een van de belangrijkste systemen is de sociale zekerheid. De overheid moet zorgen voor de sociale zekerheid van de toekomst. De basis daarin zijn uitkeringen die hoog genoeg zijn om menswaardige te leven en uitkeringen die eenvoudig toegankelijk zijn.

Daarnaast zien we in onze sociale zekerheid van de toekomst ook meer flexibiliteit waar nodig. Het moet makkelijker zijn om een uitkering te combineren met een beperkt inkomen uit arbeid. Daarvoor is er nood aan betere informatie en een overzichtelijker systeem. Mensen moeten ook makkelijke terug kunnen vallen op de sociale zekerheid, bijvoorbeeld door bepaalde rechten te ‘bevriezen’.

Een sociale zekerheid van de toekomst is een sociale zekerheid die gegarandeerd is, dat wil zeggen dat we moeten zorgen dat de inkomsten in de sociale zekerheid hoog genoeg zijn. Dat kunnen we verwezenlijken door het enerzijds mogelijk te maken om meer te combineren, maar ook door te zorgen dat alle soorten jobs bijdragen aan de sociale zekerheid.

We moeten ook blijven inzetten op goede arbeids- en loonsvoorwaarden op de arbeidsmarkt.

Investeren in (publieke)

diensten

Ook diensten zoals onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting en openbaar vervoer zijn van cruciaal belang om armoede te voorkomen en bestrijden.

Veel mensen in een armoedesituatie geven aan dat ze niet altijd goed geholpen worden door de bestaande hulp- en dienstverlening. Er is het probleem van (over) digitalisering en de complexiteit van het hulpverleningsveld. Waar kan je terecht met welk probleem?

Daarnaast is er vaak een enorm hoge dossierlast, bijvoorbeeld bij maatschappelijk werkers in het OCMW of arbeidsmarktbemiddeling bij VDAB of Actiris. De grote druk op het personeel heeft uiteraard ook een negatieve impact op de mogelijkheden om kwalitatieve begeleiding op maat aan te bieden.

Om alle ongelijkheden in de samenleving weg te werken is het nodig om alle neuzen in dezelfde richting te zetten. Het doel is om iedereen toegang te geven tot zijn rechten van bij de start, in de kinderopvang, in het onderwijs en op alle levensdomeinen. Dat wil zeggen inzetten op kwalitatief en betaalbaar wonen, inzetten op toegankelijk vrijetijdsaanbod, inzetten op een goed openbaar vervoer, …

Investeren in mensen

In de strijd tegen armoede zijn sterke structuren en diensten nodig. Maar deze zijn maar effectief als ze vertrekken vanuit de noden van mensen. Er moet dus meer geinvesteerd worden in beleidsparti- cipatie. Daarbij betrekt de overheid mensen in amoedesituaties meer bij de opmaak, uitrol en monitoring van het armoedebeleid.

Twee kernideeën zijn daarbij van belang. We moeten mensen versterken en we moeten mensen meer vertrouwen. Om te kunnen participeren moeten drempels weggewerkt worden. Belangrijk daarbij is ook dat participeren vanuit een positie van uitsluiting niet gemakkelijk is. Wanneer de samenleving kijkt naar armoede als een ‘individuele schuld’ is het werken aan collectieve oplossingen niet gemakkelijk. Beleidsmakers, in de eerste plaats, moeten dus stoppen met de schuld van armoede bij het individu te leggen.

Een overheid die investeert in systemen, diensten en mensen zal gegarandeerd goede resultaten boeken in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting. En dat is toch waarvoor we jaar na jaar campagne voeren!

In een volgende W-Info overlopen we de 25 concrete beleidsvoorstellen die Welzijnszorg doet naar aanleiding van de federale en gewestelijk verkiezingen in 2024.

Lees ook ons politiek dossier: www.welzijnszorg.be/webshop/ dossier-de-strijd-tegen-armoede-winnen-we-samen

This article is from: