
4 minute read
Nieuws van Voka
Politiek Steunmaatregel voor kmo’s
Te weinig kmo’s profiteren van deze gunstmaatregel.
FINANCIËLE STEUN VOOR BEDRIJVEN DIE INVESTEREN EN GROEIEN
Vlaams-Brabant blijft ontwrichte zone tot mei 2028
Vlaams minister van Economie Jo Brouns bereikte een akkoord met federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem over de verlenging van de steunmaatregel ‘ontwrichte zones’, en dat voor een periode van 24 maanden. Vlaams-Brabantse ondernemers kunnen zo twee jaar langer rekenen op een vrijstelling van 25 % op de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing per gecreëerde arbeidsplaats. Dit geeft onze ondernemingen de broodnodige ademruimte in deze onzekere economische tijden.
De zone rond Zaventem-Vilvoorde – een zone die zowat de volledige provincie Vlaams-Brabant bestrijkt – behoudt tot 31 mei 2028 de status van ʻontwrichte zoneʼ. Dit is twee jaar langer dan eerder afgesproken. “We zijn bijzonder tevreden dat de steun in onze provincie kan blijven bestaan”, zegt Kris Claes, gedelegeerd bestuurder van Voka-KvK Vlaams-Brabant. “Dit zorgt voor meer investeringen en groei in onze provincie.” Concreet betekent deze maatregel dat kmoʼs in deze regio voor elke nieuwe job die ze creëren, aanspraak kunnen maken op een vrijstelling van 25 % op de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.
Te weinig bedrijven kennen maatregel Sinds augustus 2018 werden er in de regio Vlaams-Brabant 53 dossiers ingediend, waarvan er 52 werden goedgekeurd. Mede door de steunmaatregelen werden 436 extra arbeidsplaatsen gecreëerd voor kmoʼs in ontwrichte zones. “Momenteel maken kmoʼs nog te weinig gebruik van de steunmaatregel. Ondanks de kans op een vrijstelling van 25 % op de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing en dat voor twee jaar lang. Hierdoor kunnen ze een aanzienlijke kost uitsparen”, vertelt Kris Claes. “We vermoeden dat veel ondernemingen nog niet bekend zijn met de maatregel.”
Voorwaarden Het voordeel geldt voor kmoʼs (en in bepaalde gemeenten ook voor grote ondernemingen) die in de afgebakende steunzone investeren én nieuwe werkgelegenheid creëren. De investeringen moeten wel voldoen aan bepaalde voorwaarden. “Als je de zone in detail bekijkt, merk je dat zo goed als heel Vlaams-Brabant in aanmerking komt, zij het in Halle, Londerzeel, Aarschot of Machelen. Bedrijven moeten
Twee jaar lang vrijstelling van 25 % op bedrijfsvoorheffing. dan wel een zogenaamde on-balance investering doen: zowel materiële als immateriële vaste activa komen in aanmerking. Daarnaast moet de investering rechtstreeks leiden tot nieuwe arbeidsplaatsen. Als ze aan alle voorwaarden voldoen, kunnen ze een vrijstelling krijgen”, licht Eric De Pessemier, Adviseur Belangenbehartiging bij Voka – KvK Vlaams-Brabant, toe.
Wil je meer weten?
Contacteer: Eric De Pessemier
Adviseur Belangenbehartiging Politiek eric.depessemier@voka.be
Politiek Arbeidsdeal onder de loep
TELEURSTELLING OVER TEKORTKOMINGEN ARBEIDSDEAL
Regulitis
Hoe de Arbeidsdeal leidt tot regeldrift
Na een lange dracht is de Arbeidsdeal eindelijk gepubliceerd in het Staatsblad van 10 november. Ze vertoont zware symptomen van regulitis (regeldrift), met alle gevolgen vandien. De Arbeidsdeal is zo ontoereikend om 80% van de mensen op arbeidsleeftijd aan het werk te krijgen. Ze versoepelt ook allerminst de arbeidsorganisatie. Een bondige evaluatie van een aantal nieuwe regels.
1. Activerend ontslag De Arbeidsdeal heeft het goede voornemen om bij ontslag het vinden van ander werk te faciliteren en zo de transitie van werk naar werk te bevorderen. Daartoe voorzien ze in de mogelijkheid van transitietrajecten. Een tweede maatregel mikt erop het ontslagpakket te activeren door maatregelen die de inzetbaarheid van de werknemer op de arbeidsmarkt verhogen. Over het faciliteren van transities wordt al lang gesproken. De Arbeidsdeal onderneemt met deze activerende maatregelen een lovenswaardige poging.
2. Arbeidsorganisatie Voor een beter evenwicht tussen privé- en werkleven van werknemers moet de werkgever vroeger het toepasselijke variabele werkrooster laten weten aan deeltijdse werknemers. Hiertoe wordt de minimale bekendmakingstermijn opgetrokken. De werknemer krijgt ook de mogelijkheid om een normale voltijdse werkweek
De Arbeidsdeal bewijst de autonomie van de medewerkers een slechte dienst. te presteren op 4 dagen. Tot slot is wordt ook een wisselend weekregime mogelijk gemaakt. Een voltijdse arbeidsregeling loopt dan over een cyclus van 2 opeenvolgende weken, waarbij tot 9 uur per dag en 45 uur per week kan worden gewerkt, op voorwaarde dat de normale arbeidsduur gemiddeld over 2 weken wordt gerespecteerd. Deze nieuwigheden zijn eenzijdig vanuit het perspectief van de werknemer genomen. De ondernemingen boeten in aan flexibiliteit.
3. Deconnectie De Arbeidsdeal legt ondernemingen vanaf 20 werknemers op om de modaliteiten van het recht op deconnectie in een ondernemings-cao vast te leggen, en dit tegen 1 januari 2023 tenzij een cao op hoger niveau dit regelt. Dat is wel heel kort dag. De maatregel brengt mee dat een strikter toezicht moet worden gehouden op de arbeidstijd. Dit is een verregaande en overbodige inmenging in de relatie tussen werkgevers en werknemers, temeer omdat werknemers zelf ook vaak vragende partij zijn om soepeler om te gaan met werkuren. De Arbeidsdeal bewijst de autonomie van de medewerkers een slechte dienst.
4. Levenslang leren Het belang van levenslang leren wordt door de ondernemingen volledig onderschreven. Maar het opbouwen van het individuele opleidingsrecht voor elke werknemer naar 5 dagen is een te generieke maatregel. Een goed opleidingsbeleid vraagt eerder om maatwerk. Van bovenaf paternalistisch en mechanisch opleidingsplannen en individuele rechten institutionaliseren dwars door lopende sectorale caoʼs en een vast aantal opleidingsdagen betonneren, is het omgekeerde van wat nodig is. Bovendien wordt het imbroglio van federale en regionale regelgeving stilaan onverteerbaar.